Fellini's film „La dolce vita" verwekt
veel opspraak in Italië
Uitbreiding orkestbezettingen
over drie jaar verdeeld
Kardinaal vol lofprijzingenmaar
adel en neo-fascisten vol hoon
Repetities begonnen van
nog ongeschreven stuk
van Saroyan
Parijse première van
toneelstuk van Sagan
Leerlingen van Peter de
Kleer musiceerden
Bariton Leonard Warren
op podium overleden
Ouder domskwalen van De Bedelstudent
door weelderige opmaak gemaskeerd
Nederland en de
„vredesatomen"
9
Laatste jeugdconcert
in dit seizoen
Memorie van Antwoord van minister Cals
MILLOCKERS OPERETTE IN AMSTERDAM
Amsterdam voteert bedrag
voor ontwerper van opera
Stichting Nederlandse
Onderwijsfilm
onafhankelijk
Achterstand op vrijwel
ieder gebied
ZATERDAG 5 MAART 1960
(Van onze correspondent in Rome)
Aan opwindende voorvallen ontbreekt het in Italië nooit. We hebben er ook nu
wel een paar dozijn, die voldoende gesprekstof bieden, maar het onderwerp van de
laatste weken is de nieuwe film van Federico Fellini „La dolce vita" (Het zoele
leven).
In Rome, waar de eigenaars van bioscopen al sedert een paar jaar klagen, dat
het bezoek steeds geringer wordt, hebben de twee theaters, waar de film draait,
moeten beshiiten onafgebroken van tien uur 's ochtends tot twee uur 's nachts
(zonder bijprogramma) „La dolce vita" te vertonen.
Men slaat uren in de rij om een plaats in een overvol theater te veroveren tegen
de zoete prijs van duizend lire. In Napels is de prijs nog hoger, maar daar verkoopt
men de toegangsbewijzen op de zwarte markt tegen ruim veertig gulden. In Milaan
is bij de .„galavoorstelling" Fellini uitgefloten en beledigd. Een bejaarde „commen-
datoreontzag zich niet de grootste regisseur van Italië in het gezicht te spuwen.
Volgens de Milanezen, die het anders wel prettig vinden wanneer Rome te kijk
wordt gezet, zou Fellini Rome en daarmee geheel Italië te schande hebben gemaakt.
De pers schreef eerst geestdriftig over
de film, ook de katholieke pers, die overi
gens enkele dagen later in sommige ge
vallen haar oordeel wijzigde, maar er
was een blad, dat onmiddellijk overging
tot de aanval tegen Fellini, het orgaan
der fascisten „II secoio". Daar kon men
van de eerste dag aan lezen, dat het ging
om een schandelijke film, die het gehele
Italiaanse volk in zijn eer aantastte. Daal
de „Secoio" ook iedere film van De Sica,
van Rosselini en van andere neorealis
ten op dezelfde wijze heeft behandeld en
nooit nalaat te protesteren „in naam van
het gezonde deel der natie", staat een ne
gatief oordeel uit die hoek gelijk met een
aanbeveling.
Wat is nu „la dolce vita"? Laat ons eer
lijk zeggen, dat wij vrezen, dat onze le
zers die film niet in haar geheel (ze duurt
ruim drie uur) te zien zullen krijgen. De
censuur is overal geneigd het publiek als
een onmondig kind te beschouwen en gaat
veelal uit van het standpunt, dat wanneer
bepaalde dingen maar niet worden ge
zegd en beschreven, ze ook niet bestaan.
Fellini, een strijdbaar man met een ka
tholieke levensbeschouwing, denkt er
heel anders over. Hij wil de vinger leggen
op de wonde plek, maar omdat hij een
kunstenaar is, doet hij dat niet als een
zedeprediker. „La dolce vita", mits men
er niet aan gaat knippen en snoeien, is
een meesterwerk. Het is een film zonder
huichelarij, die ons mensen toont (toege
geven een zeer bepaalde groep van men
sen) zoals ze inderdaad zijn. Er is ge
schreeuwd en betoogd: „Dergelijke din
gen bestaan in Rome niet". Wie dat zegt
weet niets af van de stad en haar leven,
of wil dingen, die ten slotte heel natuur
lijk zijn, opzettelijk verdoezelen. Er is
ook geschreven (en die opmerking is er
al evenzeer naast) dat Fellini een film
zou hebben gemaakt van de Romeinse
„demi-monde", maar dat is nu juist wat
hij niet heeft gedaan. Er is een gedeelte,
tegen het einde, waar hij een feest be
schrijft in een villa buiten Rome. Dat is
waarachtig geen feest van de „demi-
monde", maar integendeel van de aller
hoogste Italiaanse aristocratie. De villa te
Bassano di Sutrf is door de familie Ödes-
calchi ter beschikking gesteld en in dit ge
deelte worden allerlei rollen en rolletjes
gespeeld door leden van de hoge Romein
se adel. Enkele van deze hooggeplaatste
dames en heren beweren nu, dat zij het
niet begrepen hebben en dat het anders
leek toen zij voor de film optraden. Wie
de film ziet, kan zich daarover alleen ver
bazen. Dit soort feesten zijn in de kringen
van de hoge adel niet ongewoon, evenmin
overigens als in andere kringen. We heb
ben allen kunnen lezen over prins Massi
mo die schatrijk wordt door zijn brutale
interpretatie van het nozemtype in tallo
ze films.
Zoals in die episode van Fellini's film
de adel min of meer zichzelf heeft gespeeld
zo is er een andere episode, waarin de
„intelligentia" optreedt. Ditmaal zijn de
„acteurs" geleerden en kunstenaars van
naam. De film is tot op grote hoogte rea
listisch en er is eigenlijk geen verhaal.
Alles draait om de hoofdpersoon, uitge
beeld door Marcello Mastroianni.
Deze is onder de naam Marcello een
jong dichter en schrijver, die uit de pro
vincie naar Rome is gekomen en om te le
ven verslaggever wordt van een der tal
rijke weekbladen, die hun enorme oplage
danken aan sensatie. Voor Marcello is al
les wat er gebeurt, stof voor een artikel,
en begeleid door een groep „fotoi-epor-
ters" zoekt hij zijn stof voornamelijk in de
Via Veneto, waar zich „het prettige leven
tje" afspeelt van filmsterren, rijke cocot
tes, Amerikaanse miljonnairs, vrouwe
lijke en mannelijke prostituees van lager
rang. Dat alles is in de film verwerkt in
een reeks van episoden, waarin twee per
sonen de hoofdrol spelen, namelijk Mar
cello en zijn oerburgerlijke verloofde, met
wie hij telkens weer breekt en die hij dan
om het schandaal te vermijden, dat zij
Muzikale Speurtochten
in Haarlems Historie
door
Jos. de Klerk
Een bundel van los. de Klerk's muziek
historische artikelen, die vroeger in
onze bladen zijn gepubliceerd. 80 Blad
zijden, geheel op kunstdrukpapier, ver
lucht met 20 illustraties, gekartonneerd
Prijs 0.75
Verkrijgbaar aan de kantoren van ons
blad en bij het Concertbureau Alphe-
naar, Kruisweg 49, Haarlem.
Het laatste jeugdconcert in de serie van
vier, wordt op vrijdag 11 maart door het
Noordhollands Philharmonisch Orkest, on
der leiding van Marinus Adam, in het con
certgebouw te Haarlem gegeven.
Op het programma, waaraan de mezzo
sopraan Didi Sanders medewerking ver
leent, staan werken van Mendelssohn
Bartholdy, Niny Castellano, Poulenc, Mar
cel Poot en een compositie van de dirigent
Marinus Adam.
De dirigent zal tijdens deze uitvoerin
gen, die om 16.15 en 19.30 uur beginnen,
een korte inleiding houden over de uit te
voeren werken.
verwekt door haar zelfmoordpogingen,
even vaak weer in genade aanneemt. Som
mige episoden, zoals die van de filmdiva
Sylvia (Anita Ekberg) en haar verblijf te
Rome hebben wij ten dele van dichtbij
meegemaakt. In die dagen ontmoette men
Anita overal en in de film doet ook zij niet
anders dan haar gewone leventje van luxe-
dier leiden. De „persconferentie" na haar
aankomst was een „echte" persconferen
tie" en de journalisten, die men op
het doek ziet, zijn leden van de Ita
liaanse pers en van de buitenlandse
pers in Rome. Zo zijn er meer episoden
„echt", want Fellini heeft eigenlijk niet
anders gedaan dan een paar van de sensa
tiereportages, die men in de weekbladen
aantreft, reconstrueren. De twee kinde
ren, die „de madonna hebben gezien" en
aangezet door hun ouders dat blijven vol
houden, zodat er een toeloop komt van
tienduizenden gelovigen, die hun verlamde
en zieke verwanten meebrengen, terwijl
cineasten en tv „het mirakel" ensceneren,
zijn in Italië niet iets ongewoons. Men
heeft hier voortdurend wonderen van men
sen, die de madonna zien. Alles leidt tot
geweldige sensatie.
Hoe kon zo'n film aan de censuur ont
snappen? Toen indertijd „De nachten van
Cabiria" aan de censor werden voorge
legd, werd die film zonder pardon afge
keurd, maar Fellini nam dat niet en wist
via de jezuïetenpater Angelo Arpa, die aan
het hoofd staat van het „golden star con
cern" (een door paters jezuïeten geleide
filmonderneming) de aartsbisschop van
Genua, kardinaal Siri, te bereiken, de
voornaamste geestelijke raadsman van
de katholieke actie. De kardinaal zag „De
nachten van Cabiria" en was van mening,
dat dit werk wel degelijk een zedelijke in
houd had.
Ditmaal ging Fellini, zich welbewust
dat hij nu nog veel minder kans had op
een gunstig onthaal bij de gewone cen
suur, omgekeerd te werk. De eersten die
zijn film te zien kregen, waren de paters
jezuïeten van padre Arpa en toen hun
oordeel niet ongunstig luidde, werd de
film vertoond voor kardinaal Siri. „Dan-
tesk" riep de kardinaal uit aan het einde
van 'de voorstelling en wie zou in Italië
Dante durven uitbannen? Vandaar dat
Fellini naar de censuur kon gaan en zeg
gen: „Deze film moet u in totaal goed
keuren of verwerpen. Wat er geknipt
moest worden, heb ik al geknipt. Er kan
geen centimeter af". Bij de censuur wist
men al van het oordeel der jezuïeten en,
wat nog veel zwaarder weegt, van kardi
naal Siri. Zo is de film in haar geheel in
de bioscopen verschenen, zij het dan ook
„verboden voor personen beneden zestien
jaar", hetgeen meestal een aanbeveling
betekent.
De bijzondere katholieke censuur, die
men afgedrukt vindt in parochieblaadjes,
noemde „La dolce vita" eerst: voor vol
wassenen. Na enkele weken is dat oordeel
vervangen door: uitgesloten voor allen. Er
zijn pogingen gedaan om de film alsnog
aan de circulatie te onttrekken en er is
zelfs in het parlement over gesproken. De
minister van toerisme en toneelzaken
heeft, zeer terecht, geweigerd tot zulk een
maatregel over te gaan. Ons persoonlijk
oordeel: de beste film, die ooit in Italië
werd gemaakt. Alle vorige werken van
Fellin, hoe goed ook, zijn niet anders dan
een aanloopje voor dit grootse zedenbeeld
Als er films bestaan met blijvende waar
de, dan is dit er een. Waar kardinaal Siri
aan Dante werd herinnerd, dringt zich bij
ons de herinnering op aan een meester
werk der klassieke letteren: de „Satyri-
con" van Petronius.
Of deze film bij het festival te Cannes de
Italiaanse filmkunst zal vertegenwoordi
gen, staat nog te bezien: Er zijn krachten
aan het werk om dit uit een oogpunt van
„nationale eer" te beletten.
Samde hoogste springer
De auteur William Saroyan is donderdag
begonnen met de repetities van een toneel
stuk dat hij nog moet schrijven. Hij heeft
nog geen acteurs en weet niet zeker hoe
veel hij er nodig heeft. Maar dit vormt
geen bezwaar voor de toneelschrijver uit
Californië. Zijn spel zal worden geprodu
ceerd door de Theatre Workshop in Strat
ford, bakermat van de experimentele
stukken in het weinig „theatrale" Londense
East End.
Joan Littlewood van de Workshop pro
duceerde „Taste of honey", een tragi-
comedi over de werkende klasse, die de
critici naar adjectieven deed zoeken om
de negentienjarige schrijfster, Sheleagh
Delaney, in het zonnetje te zetten. De Ierse
schrijver Brendan Behan zag zijn „De
gijzelaar" in the Workshop gestalte krijgen.
En William Saroyan was daar zo van onder
de indruk dat hij miss Littlewood compli
menteerde. Zij vroeg de Amerikaanse
schrijver een stuk voor haar Workshop te
maken.
Saroyan, auteur van „The time of your
life", „The beautiful people" en „The
human comedy", heeft tenminste al een
titel voor zijn nieuwe stuk: „Sam, the
highest jumper of them all". Een ruwe
schets van de eerste acte staat al op vier
bladzijden papier.
„Sam is een bankbediende", verklaarde
Saroyan woensdag, „hij is bezeten van een
ongerechtvaardigd gevoel van mislukking
en besluit daaraan te ontkomen door hoger
te springen dan wie ook. Hij begint met
een stok op enkele centimeters van de
grond, die tegen het einde van het stuk
niet meer te zien. Je ziet Sam in feite
helemaal niet springen."
Saroyan gelooft dat iedereen kan acteren
zolang men maar natuurlijk blijft. Gerry
Raffles, de manager van Stratford, vertelde
dat Saroyan in het begin van de week een
vreemdeling aansprak die zijn tafel deelde
aan de lunch. „Hij zei dat zijn naam Syd
ney was," aldus Saroyan tot Raffles, „en
dat hij. van Brighton kwam en in de mode
zat. Ik vroeg hem voor mijn nieuwe stuk.
Hij komt naar de repetities."
„Ik wil niet zeggen, dat het toneel het
zou kunnen doen zonder zulke acteurs als
(Sir Alec) Guiness of (Sir Ralph) Richard
son," aldus Saroyan, „maar als ik die niet
kan krijgen, vind ik wel mijn eigen
acteurs."
Otlo Sterman. De voordrachtskunste
naar Otto Sterman gaat in opdracht van
de Sticusa een tournee maken door Suri
name en de Nederlandse Antillen. Op
april a.s. vertrekt hij naar Paramaribo. De
gehele tournee zal ongeveer 3 maanden
duren.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft uit de beide rappor
ten van de commissie-Witteman de volgen
de aanbevelingen overgenomen.
Uitbreiding van de bezetting van de or
kesten tot het aantal musici, als in een bij
lage van het eerste rapport is vermeld, en
het aanbrengen van de herzieningen van
technische aard in de huidige salarisre
geling van de orkestleden, vermeld in het
tweede rapport, zijn overgenomen, zo
deelt de minister de Eerste Kamer mee
in zijn Memorie van Antwoord bij de be
groting voor 1960 van zijn departement.
Het is de bedoeling, dat de uitbreiding van
de bezetting van de orkesten in drie jaar
tijd wordt verwezenlijkt. Gedurende het
kalenderjaar 1960 zal het aantal orkestle
den, op basis waarvan thans de rijkssub
sidie wordt berekend, kunnen worden uit
gebreid met een aantal musici, dat ten
naaste bij gelijk is aan een-derde gedeelte
van het verschil tussen de thans subsidia
bele orkestbezetting en de in het rapport
der commissie-Witteman aangegeven sub
sidiabele orkestbezetting.
Het ligt in de bedoeling van de minister
er in de ontwerp-begroting voor 1961 en
1962 rekening mede te houden, dat in elk
der kalenderjaren 1961 en 1962 opnieuw een
uitbreiding, als voor 1960 gedacht, zal kun
nen plaatshebben. Op deze wijze zal, wat
het aandeel van het rijk in de daaraan
verbonden kosten betreft, de door de com
missie Witteman voorgestelde orkestbe
zetting dus van 1 januari 1962 af'volledig
kunnen worden gerealiseerd. Indien het
College van Rijksbemiddelaars kan in
stemmen met de wijzigingen in de huidi
ge salarisregeling voor de orkestleden,
zal hiermede gerekend van 1 januari 1960
af bij de vaststelling van het rijkssubsidie
volledig rekening worden gehouden.
Het in de Memorie van Toelichting ge
noemde bedrag van 235.000 is onder
meer aangevraagd, opdat bovenvermelde
plannen, voor zover zij betrekking hebben
op het begrotingsjaar 1960, tot uitvoering
kunnen worden gebracht. In verband met
de daaraan verbonden kosten heeft de mi
nister de aanbeveling van de commissie-
Witteman met betrekking tot het opnemen
van de pensioenkosten in de subsidierege
ling, niet kunnen overnemen.
Hetzelfde geldt voor de aanbeveling be
treffende het opnemen van overige perso
neelskosten in de subsidieregeling, waar
bij de minister opmerkt, dat hij zich in dit
stadium nog niet kan uitspreken over de
vraag of hij ook dit advies van de commis
sie zou kunnen overnemen, indien hij te ge
legener tijd zou besluiten gelden aan te
vragen ten einde ook de thans nog niet ge
realiseerde voorstellen van de commissie-
Witteman tot uitvoering te kunnen bren
gen.
„Een kasteel in Ziveden"
Vrijdagavond is in het Parijse „Théa-
tre Atelier" het eerste door Francoise
Sagan geschreven toneelstuk, de twee-
akter „EenNrasteel in Zweden", in pre
mière gegaan. Het stuk heeft bij het pu
bliek een zeer goed onthaal gekregen, zo
goed dat de acteurs met talrijke open
doekjes werden beloond. Het publiek be
stond grotendeels uit onderwijzers.
Gelijk in haar boeken gebruikt Sagan
ook een liefdesaffaire in haar toneelstuk,
maar één. die misschien wel een soort van
society-critiek zal blijken te zijn op be
paalde gewoonten van de Parijse society.
Dat het Parijse gedoe zich afspeelt in een
tamelijk trieste, middeleeuwse kamer in
een kasteel dat vier maanden per jaar
door sneeuwverstuivingen van de bui
tenwereld afgesneden is, kan doorgaan
voor een Saganeske gril.
De zwaarlijvige aristocraat Hugo (Phi
lippe Noiret) en zijn vrijgezellin-zuster
Agatha (Marcelle Armand) zwaaien de
scepter. Agatha doet het zodanig dat alle
gasten zich verplicht voelen 18de-eeuwse
kledij te dragen en zich te laten comman
deren, hoewel de handeling in 1958 speelt.
Een neef van Hugo ontdekt op het kas
teel het geheim van diens bigamie, en dan
komt het verhaal op het punt waar de oude
Sagan weer opduikt: het wordt een ge
schiedenis, die bevolkt is met zelfzuchtige,
wrede types, die allemaal van alles willen
doen om zich maar niet te hoeven verve
len.
Afgezien van de feitelijkheden van de op
voering bood het verhaal als zódanig wei
nig nieuws.
De pianist Peter de Kleer, die als mu
ziekleraar verbonden is aan de Haarlemse
muziekschool van de Maatschappij tot be
vordering der Toonkunst, kan met grote
voldoening terugzien op de muziekavond,
die acht van zijn meest begaafde leerlin
gen vrijdag in de grote zaal van de mu
ziekschool te Haarlem hebben gegeven.
En met hun leraar zullen ook de mede
werkende leerlingen aan deze avond pret
tige herinneringen bewaren, hetgeen even
eens wel gezegd kan worden van de vele
toehoorders, die naar hun spel hebben ge
luisterd.
Door een grondige voorbereiding heeft
Peter de Kleer aan zijn leerlingenuitvoe
ring een stevige basis gegeven. Hij heeft
voor geen enkele vertolking gespeculeerd
op een geluksfactor, die de schijn zou
kunnen doen verwarren met het wezen en
zo kon deze leerlingenavond een voorbeeld
worden voor andere onverantwoorde
demonstraties, waarvoor wèl gerekend
wordt met de genoemde redding brengen
de factor, die toch zo vaak verstek laat
gaan.
De leerlingen van Peter de Kleer speel
den met een opvallende zekerheid en met
een technische beheersing, die voor de ge
kozen graad van de uitvoeringseisen vol
strekt toereikend bleek.
De jongste leerlinge gaf hiervoor een
overtuigend bewijs met een gave vertol
king van het eerste deel van een Piano
concert van Carl Ditter von Dittersdorf
en met de voordracht van muzikaal-bio-
logische typeringen van de maraboe, de
kat, zeer wilde paarden en van een grap
pig wit ezeltje, waarbij haar natuurlijke
muzikaliteit aan de dag trad.
Gevoelig spel, dat sprak van zin voor
klank en van goede muzikale smaak, liet
een leerling horen bij het vertolken van
een intermezzo van Joh. Brahms en van
de „Fêtes lointaines" van Fr. Mompou.
Een andere leerling verbaasde het audito
rium met een virtuoze voordracht van
het Rondo capriccioso van Felix Mendels
sohn en de „Valse oubliée" van Franz
Liszt. Een romantische Liszt klonk er uit
de door mooie toondifferentiatie opvallen
de uitvoering van de muziek, die Liszt
schreef bij een sonnet van Petrarca, door
een beheerst spelende leerlinge.
Toonkwaliteit was trouwens ook een
bijzonder goede hoedanigheid van het spel
van een leerlinge, die de Barcarolle op. 70
van Gabriel Fauré in een geslaagde sa
menvatting liet horen.
Kernachtige sonore toonvorming, gaaf
heid en positieve expressie waren ken
merkend voor het verrassende spel van
een leerling, die eerst de Rhapsodie in g
van Joh. Brahms en later op de avond
het prachtige Rondo op Hongaarse volks
melodieën van Béla Bartók vertolkte.
Respect kon men krijgen voor het ver
mogen van de leerlinge, die de „Visions
fugitives" van Serge Prokofjef ten gehore
bracht, om daarbij van elke „vision", hoe
vluchtig dan ook, een treffende karak
teristiek te geven, een prestatie, die ook
pianistisch gezien bijzonder geslaagd was.
Het „Allegro barbaro" van Bartók. span
nend en met virtuositeit door een leerling
gespeeld, werd een pakkend slot van de
av°nd' V. Zwaanswijk
Op het toneel van de Newyorkse Metro
politan Opera is de bariton Leonard War
ren vrijdagavond tijdens het zingen van de
Don Carlos-rol uit „La forza del destino",
onwel geworden en na enige tijd overle
den. Warren had juist een aria gezongen,
toen hij door de knieën zakte en ruggelings
op het toneel viel.
Toen de zanger was neergevallen op het
toneel, liet men snel het doek zakken. Een
half uur later trad de directeur van de
Metropolitan, Rudolph Bing, voor het
doek en vertelde: „Dit is een van de droe
vigste avonden in de geschiedenis van de
Metropolitan. Ik verzoek u op te staan om
eer te bewijzen aan een van onze grootste
kunstenaars. De heer Warren is plotseling
gestorven, zoals hij dat zou hebben verko
zen, een van zijn grootste rollen zingend.
U zult het met me eens zijn dat het niet
mogelijk is de voorstelling vanavond
voort te zetten".
Wan-en, geboren Leonai-d Wax-rendorf,
was de zoon van een Joodse bonthandelaar.
In 1938 werd hij uitgex-oepen tot winnaar
van een i'adio-auditie van de Metropoli
tan Hij had geen opera-ervaring, maar
een formidabele natuux-lijke stem. Acte-
x-en kon hij echter in het geheel niet. Maar
Warren was vasthoudend en hij werd later
als een van de beste zangers en acteurs
van de opera beschouwd. Warx-en had een
stem, die hem in staat stelde noten te
zingen die gewoonlijk voor een tenor zijn
gex-eserveerd.
De filmploeg van de Nederlandse film-
produktie maatschappij, welke bezig
is met de opnamen voor de nieuwe
film „Makkers staakt uiv wild geraas"
onder regie van Fons Rademakers,
heeft ïwor vrijdag en zaterdag domi
cilie gekozen in de befaamde poffer
tjeskraam aan het Weteringcircuit te
Amsterdam. De foto geeft een beeld
tijdens de opnamen. Aan de camera
Fons Rademakers.
VRIJDAGAVOND gaf de Nederlandse
Opera in de Amsterdamse Stadsschouw
burg haar eerste voorstelling van de klas
sieke operette „Der Bettelstudent" van
Carl Millöcker die, in 1882 onder een ge
lukkig gesternte geboren, het leven tot op
onze dagen heeft kunnen rekken en, dank
zij een weelderige „make up", nog steeds
tot het ijzeren repertoire van de Weense
Volksopera behoort. Het is naar het voor
beeld van dit instituut dat onze Neder
landse Opera zich gericht heeft, om een
„model-montering" van de Bedelstudent
tot stand te brengen. De regisseur Alexan
der Pichler en de dirigent Anton Paulik,
beiden van dit theater, werden er voor ge-
engageerd. Harry Wich heeft rijkelijk ge
zorgd voor een briljante aankleding; zijn
decors kregen een spontaan open-doekje.
En ook verder is er op niets bezuinigd om
„De Bedelstudent' zo royaal mogelijk,
uiterlijk zelfs nagenoeg in de revuesfeer
ten tonele te brengen. Men haalde er zelfs
de operette-tenor Johan Heesters voor naar
zijn geboortestad om de rol van de „Bettel
student" op zich te nemen.
Het werk werd, zoals dit tegenwoordig
niet anders schijnt te kunnen, in de oor
spronkelijke taal gegeven. Alleen Johan
Heesters bleek zodanig door de sfeer van
zijn vaderstad aangegrepen dat hij een
couplet van zijn „Einlage" in zijn moeder
taal zong. Dat was ten minste temidden
van veel zouteloze aax-digheden, een gees
tige noot die haar effect niet miste. Paolo
Gox-in had ook een „Einlage" benut om een
„fait du jour" te spuien, en daax-bij zijn
Duitse tekst te kruiden met een paar
woorden uit de Nederlandse beter ge
zegd de plaatselijke woordenschat, na
melijk „RAI" en „niet fraai"; want het
moest toch x-ijmen! Men begrijpt dat het
ging over de plaats waar de Gemeente
Amsterdam de lang verwachte Opera wil
bouwen. En verder raakte het de diverse
artistieke deliberaties in de Amsterdamse
gemeenteraad. De conclusie was dan het
stopwoord van Millöcker's coupletten
„Schwamm drübex-".
Met Ex-na Spoorenbex-g de vrouwelijke
hoofdrol toe te vertrouwen, welke partij
zij schitterend zong en bijzonder vlot speel
de, ontstond er een meer dan twijfelachtig
evenwicht vocaal gezien althans met
De V.V.D.-fractie in de Amsterdamse
gemeenteraad heeft vrijdag geweigerd
haar goedkeuring te hechten aan een voor
stel van B. en W. betreffende het hono
rarium van 90.000 van ix\ B. Bijvoet te
Haarlem, die een operagebouw zal ont
werpen op de plaats van het huidige RAI-
gebouw. De V.V.D. motiveerde de weige
ring door er op te wijzen dat kan worden
aangenomen - dat de publieke opinie zich
verzet tegen het bouwen van een opera op
deze plaats. Aanvankelijk wax-en er meer
x-aadsleden die tegensputtex-den, dezelfden
die zich eind januari ook hadden verzet
tegen de plaatsbepaling van het gebouw
De wethouder van Kunstzaken mr. A. de
Roos wist hen echter te bepraten door op
te merken, dat een unaniem raadsbesluit
bij de regering duidelijker de wenselijk
heid onderstreept dat de bouwvergunning
snel wordt verleend.
Met alleen de V.V.D.-stemmen tegen
werd het krediet van negentigduizend gul
den goedgekeurd. De wethouder zei te
hopen over drie jaar met het definitief
ontwerp en met een voordracht voor het
begin van de bouw te kunnen komen.
Er wordt naar gestreefd de stichting Ne
derlandse Onderwijsfilm financieel onaf
hankelijk te doen zijn van het rijk, zo
deelt de minister van O. K. en W. in zijn
memorie van antwoord aan de Eerste Ka
mer mede.
De contributie van de bij de Stichting
Nederlandse Onderwijsfilm aangesloten
scholen is ïxiet ingang van 1 januax-i 1958
zodanig verhoogd dat bij een gelijkblij
vend aantal scholen voor de exploitatie
geen rijkssubsidie nodig zal zijn. De mi
nister heeft echter toegezegd dat het rijk
gedurende de jaren 1958, 1959 en 1960 een
bijdrage tot een maximum van 150.000
per jaar zal verlenen als deze contributie
verhoging tot gevolg zou hebben dat het
aantal aangesloten scholen vermindert.
Naar het zich laat aanzien zal van deze
garantie geen gebruik behoeven te worden
gemaakt. Behoudens onvoorziene omstan
digheden zal de stichting van 1 januari
1960 financieel zelfstandig zijn en slechts
subsidie ontvangen voor researchwex-k en
experimenten. Voor 1960 zal hiervoor een
bijdrage van maximaal 40.000 worden
verleend.
Erna Spoorenberg en Johan Heesters
in „De Bedelstudent" van Millöcker.
haar gasterende tegenspeler Johan Hees
ters. Lidy van der Veen en Nel Duval lie
ten zich waardig gelden. Chx-is Reumer gaf
een goede partij als Jan Janicki en ook
Chris Taverne maakte een aardig type van
zijn rol als gevangenbewaarder. Paolo Go-
rin gaf een creatie van Ollendorf die er
wezen mocht en zijn vierhoofdige staf:
Phyllis Lommei, Wim Koopman, Gé Gene-
mans en Jos Borelli was behoorlijk bij de
pinken. Met daarbij de kleinere rollen en
de diverse koorgroepen, de balletten, de
figuratie, waaronder een compleet fanfare
korps, en een voortvarend spelend orkest,
was er aan klank en kleurigheid geen te
kort. Alleen op stuk van puntig reageren
schoot het ensemble op het toneel wel eens
tekort.
Dirigent Paulik trachtte zijn tempo wel
op te dringen (voor wat betreft Erna Spoo
renberg had hij daarmee geen moeite),
maar zijn champagnestemming sloeg niet
over waar deze vooral het samenspel een
bruisend karakter moet geven.
Het Amsterdams Ballet was echter wel
volmaakt paraat om de ingelaste num
mers, in een chorografie van Alan Carter,
tot een groot succes te maken.
En zo gaat dan deze brave, romantische
operette, als een kleurige en kostelijk op
gedirkte fantasterij, dezer dagen bij onze
Nederlandse Opera. Haar weelderige op
maak moet dan maar haar ouderdoms
kwalen maskeren.
Jos. de Klerk
Naar het ANP verneemt, heeft de Ne
derlandse delegatie, die in Gënève van
de tweede UNO-conferentie over het
vreedzaam gebx-uik van kernenergie heeft
bijgewoond, onlangs rapport aan de rege
ring uitgebracht.
Ten aanzien der fundamentele kernfy
sica zijn geen gezichtspunten naar voren
gekomen, die volgens het rapport een prin
cipiële wijziging van het Nedex-landse be
leid noodzakelijk maken. Aangaande de
kernversmelting wordt opgemerkt, dat zo
wel de wetenschappelijke tradities als de
economische ontwikkeling van Nederland
vergen, dat het Nederlandse wex-k op dit
terrein kx-achtig wordt bevorderd. Dit is
in het huidige stadium van bijzonder be
lang, omdat de toepassing van kernfusie
nog ver weg is, zodat de mogelijkheid be
staat, de tegenwoordige achterstand in te
halen. Het Nedex-landse werk, aldus het
rapport, zal in de eei'ste plaats moeten be
staan uit eigen experimenten, die gekozen
moeten worden aan de hand van de vraag,
hoe met betrekkelijk beperkte middelen
zoveel mogelijk kennis kan worden ver
zameld. Het is wenselijk de Nederlandse
industrie zoveel mogelijk in het werk te
betx-ekken.
Atoomcentrales
Het rapport spreekt voorts uitvoerig
over de kernenergiecentrales. Ter confe-
x-entie is duidelijk gebleken, aldus het
rapport, dat het ontwikkelen van een reac
tortype tot een energiex-eactor van indus
triële grootte zeer veel inspanning, orga
nisatie, een welomschreven tijdschema en
zeer veel geld vereist. Nederland zou vol
gens het oordeel van de delegatie zeker
niet aan meer dan één dergelijk ontwex-p
zijn volle aandacht kunnen en moeten ge
ven. Indien dus op grond van het Arnhem
se werk besloten zal worden, de suspensie-
ï-eactor tot ontwikkeling te brengen, zou
Nederland er niet vei'standig aan doen,
daai-naast nog grote aandacht aan een an
der type te geven.
Onderdelen-produktie
Voor het overige merkt zij op, dat van
een definitief oordeel over de economie
van de kernenergiecentrales nog geen
sprake kan zijn. De constructie van reac
toren, en in het bijzonder van enex'giereac-
toren, biedt nog zeer veel moeilijkheden.
De Nederlandse industrie zou er goed aan
doen, aldus het i-apport, na te gaan welke
constructieve problemen op haar speciale
gebied liggen Zeer waarschijnlijk zou zij
dan ten aanzien van de bouw van x-eactor-
onderdelen belangrijke bijdx-agen kunnen
leveren.
De delegatie beveelt voorts aan, het Ne
derlandse onderzoek naar het ulti-acenti-i-
fugeproces voor de scheiding van ura-
niumisotopen met kracht voort te zetten.
Er is namelijk een redelijke kans, dat het
Nederlandse ultracentrifugeonderzoek tot
goedkopere produktie dan het buitenland
se kan leiden, aldus het rapport.
Medische toepassingen
Op het stuk van de medische therapeu
tische en diagnostische toepassingen van
radioactieve isotopen bleek ter conferen
tie, dat Nederland een achterstand heeft.
Het vex-dient aanbeveling, dit werk toe te
vertrouwen aan een klein aantal gespe
cialiseerde en goed geoutilleerde centx-a.
De studie van de plantenveredeling door
isoniserende straling zal eveneens met
gx-ote spoed moeten worden aangevat. De
delegatie meent voorts, dat Nederland het
radiobiologische werk krachtig dient te
steunen. Bij dit onderzoek dient de nadx-uk
te worden gelegd op de late en de geneti
sche effecten, aldus het rapport.