Fellini's film „La dolce vita" verwekt veel opspraak in Italië Uitbreiding orkestbezettingen over drie jaar verdeeld Kardinaal vol lofprijzingenmaar adel en neo-fascisten vol hoon Repetities begonnen van nog ongeschreven stuk van Saroyan Parijse première van toneelstuk van Sagan Leerlingen van Peter de Kleer musiceerden Bariton Leonard Warren op podium overleden Ouder domskwalen van De Bedelstudent door weelderige opmaak gemaskeerd Nederland en de „vredesatomen" 9 Laatste jeugdconcert in dit seizoen Memorie van Antwoord van minister Cals MILLOCKERS OPERETTE IN AMSTERDAM Amsterdam voteert bedrag voor ontwerper van opera Stichting Nederlandse Onderwijsfilm onafhankelijk Achterstand op vrijwel ieder gebied ZATERDAG 5 MAART 1960 (Van onze correspondent in Rome) Aan opwindende voorvallen ontbreekt het in Italië nooit. We hebben er ook nu wel een paar dozijn, die voldoende gesprekstof bieden, maar het onderwerp van de laatste weken is de nieuwe film van Federico Fellini „La dolce vita" (Het zoele leven). In Rome, waar de eigenaars van bioscopen al sedert een paar jaar klagen, dat het bezoek steeds geringer wordt, hebben de twee theaters, waar de film draait, moeten beshiiten onafgebroken van tien uur 's ochtends tot twee uur 's nachts (zonder bijprogramma) „La dolce vita" te vertonen. Men slaat uren in de rij om een plaats in een overvol theater te veroveren tegen de zoete prijs van duizend lire. In Napels is de prijs nog hoger, maar daar verkoopt men de toegangsbewijzen op de zwarte markt tegen ruim veertig gulden. In Milaan is bij de .„galavoorstelling" Fellini uitgefloten en beledigd. Een bejaarde „commen- datoreontzag zich niet de grootste regisseur van Italië in het gezicht te spuwen. Volgens de Milanezen, die het anders wel prettig vinden wanneer Rome te kijk wordt gezet, zou Fellini Rome en daarmee geheel Italië te schande hebben gemaakt. De pers schreef eerst geestdriftig over de film, ook de katholieke pers, die overi gens enkele dagen later in sommige ge vallen haar oordeel wijzigde, maar er was een blad, dat onmiddellijk overging tot de aanval tegen Fellini, het orgaan der fascisten „II secoio". Daar kon men van de eerste dag aan lezen, dat het ging om een schandelijke film, die het gehele Italiaanse volk in zijn eer aantastte. Daal de „Secoio" ook iedere film van De Sica, van Rosselini en van andere neorealis ten op dezelfde wijze heeft behandeld en nooit nalaat te protesteren „in naam van het gezonde deel der natie", staat een ne gatief oordeel uit die hoek gelijk met een aanbeveling. Wat is nu „la dolce vita"? Laat ons eer lijk zeggen, dat wij vrezen, dat onze le zers die film niet in haar geheel (ze duurt ruim drie uur) te zien zullen krijgen. De censuur is overal geneigd het publiek als een onmondig kind te beschouwen en gaat veelal uit van het standpunt, dat wanneer bepaalde dingen maar niet worden ge zegd en beschreven, ze ook niet bestaan. Fellini, een strijdbaar man met een ka tholieke levensbeschouwing, denkt er heel anders over. Hij wil de vinger leggen op de wonde plek, maar omdat hij een kunstenaar is, doet hij dat niet als een zedeprediker. „La dolce vita", mits men er niet aan gaat knippen en snoeien, is een meesterwerk. Het is een film zonder huichelarij, die ons mensen toont (toege geven een zeer bepaalde groep van men sen) zoals ze inderdaad zijn. Er is ge schreeuwd en betoogd: „Dergelijke din gen bestaan in Rome niet". Wie dat zegt weet niets af van de stad en haar leven, of wil dingen, die ten slotte heel natuur lijk zijn, opzettelijk verdoezelen. Er is ook geschreven (en die opmerking is er al evenzeer naast) dat Fellini een film zou hebben gemaakt van de Romeinse „demi-monde", maar dat is nu juist wat hij niet heeft gedaan. Er is een gedeelte, tegen het einde, waar hij een feest be schrijft in een villa buiten Rome. Dat is waarachtig geen feest van de „demi- monde", maar integendeel van de aller hoogste Italiaanse aristocratie. De villa te Bassano di Sutrf is door de familie Ödes- calchi ter beschikking gesteld en in dit ge deelte worden allerlei rollen en rolletjes gespeeld door leden van de hoge Romein se adel. Enkele van deze hooggeplaatste dames en heren beweren nu, dat zij het niet begrepen hebben en dat het anders leek toen zij voor de film optraden. Wie de film ziet, kan zich daarover alleen ver bazen. Dit soort feesten zijn in de kringen van de hoge adel niet ongewoon, evenmin overigens als in andere kringen. We heb ben allen kunnen lezen over prins Massi mo die schatrijk wordt door zijn brutale interpretatie van het nozemtype in tallo ze films. Zoals in die episode van Fellini's film de adel min of meer zichzelf heeft gespeeld zo is er een andere episode, waarin de „intelligentia" optreedt. Ditmaal zijn de „acteurs" geleerden en kunstenaars van naam. De film is tot op grote hoogte rea listisch en er is eigenlijk geen verhaal. Alles draait om de hoofdpersoon, uitge beeld door Marcello Mastroianni. Deze is onder de naam Marcello een jong dichter en schrijver, die uit de pro vincie naar Rome is gekomen en om te le ven verslaggever wordt van een der tal rijke weekbladen, die hun enorme oplage danken aan sensatie. Voor Marcello is al les wat er gebeurt, stof voor een artikel, en begeleid door een groep „fotoi-epor- ters" zoekt hij zijn stof voornamelijk in de Via Veneto, waar zich „het prettige leven tje" afspeelt van filmsterren, rijke cocot tes, Amerikaanse miljonnairs, vrouwe lijke en mannelijke prostituees van lager rang. Dat alles is in de film verwerkt in een reeks van episoden, waarin twee per sonen de hoofdrol spelen, namelijk Mar cello en zijn oerburgerlijke verloofde, met wie hij telkens weer breekt en die hij dan om het schandaal te vermijden, dat zij Muzikale Speurtochten in Haarlems Historie door Jos. de Klerk Een bundel van los. de Klerk's muziek historische artikelen, die vroeger in onze bladen zijn gepubliceerd. 80 Blad zijden, geheel op kunstdrukpapier, ver lucht met 20 illustraties, gekartonneerd Prijs 0.75 Verkrijgbaar aan de kantoren van ons blad en bij het Concertbureau Alphe- naar, Kruisweg 49, Haarlem. Het laatste jeugdconcert in de serie van vier, wordt op vrijdag 11 maart door het Noordhollands Philharmonisch Orkest, on der leiding van Marinus Adam, in het con certgebouw te Haarlem gegeven. Op het programma, waaraan de mezzo sopraan Didi Sanders medewerking ver leent, staan werken van Mendelssohn Bartholdy, Niny Castellano, Poulenc, Mar cel Poot en een compositie van de dirigent Marinus Adam. De dirigent zal tijdens deze uitvoerin gen, die om 16.15 en 19.30 uur beginnen, een korte inleiding houden over de uit te voeren werken. verwekt door haar zelfmoordpogingen, even vaak weer in genade aanneemt. Som mige episoden, zoals die van de filmdiva Sylvia (Anita Ekberg) en haar verblijf te Rome hebben wij ten dele van dichtbij meegemaakt. In die dagen ontmoette men Anita overal en in de film doet ook zij niet anders dan haar gewone leventje van luxe- dier leiden. De „persconferentie" na haar aankomst was een „echte" persconferen tie" en de journalisten, die men op het doek ziet, zijn leden van de Ita liaanse pers en van de buitenlandse pers in Rome. Zo zijn er meer episoden „echt", want Fellini heeft eigenlijk niet anders gedaan dan een paar van de sensa tiereportages, die men in de weekbladen aantreft, reconstrueren. De twee kinde ren, die „de madonna hebben gezien" en aangezet door hun ouders dat blijven vol houden, zodat er een toeloop komt van tienduizenden gelovigen, die hun verlamde en zieke verwanten meebrengen, terwijl cineasten en tv „het mirakel" ensceneren, zijn in Italië niet iets ongewoons. Men heeft hier voortdurend wonderen van men sen, die de madonna zien. Alles leidt tot geweldige sensatie. Hoe kon zo'n film aan de censuur ont snappen? Toen indertijd „De nachten van Cabiria" aan de censor werden voorge legd, werd die film zonder pardon afge keurd, maar Fellini nam dat niet en wist via de jezuïetenpater Angelo Arpa, die aan het hoofd staat van het „golden star con cern" (een door paters jezuïeten geleide filmonderneming) de aartsbisschop van Genua, kardinaal Siri, te bereiken, de voornaamste geestelijke raadsman van de katholieke actie. De kardinaal zag „De nachten van Cabiria" en was van mening, dat dit werk wel degelijk een zedelijke in houd had. Ditmaal ging Fellini, zich welbewust dat hij nu nog veel minder kans had op een gunstig onthaal bij de gewone cen suur, omgekeerd te werk. De eersten die zijn film te zien kregen, waren de paters jezuïeten van padre Arpa en toen hun oordeel niet ongunstig luidde, werd de film vertoond voor kardinaal Siri. „Dan- tesk" riep de kardinaal uit aan het einde van 'de voorstelling en wie zou in Italië Dante durven uitbannen? Vandaar dat Fellini naar de censuur kon gaan en zeg gen: „Deze film moet u in totaal goed keuren of verwerpen. Wat er geknipt moest worden, heb ik al geknipt. Er kan geen centimeter af". Bij de censuur wist men al van het oordeel der jezuïeten en, wat nog veel zwaarder weegt, van kardi naal Siri. Zo is de film in haar geheel in de bioscopen verschenen, zij het dan ook „verboden voor personen beneden zestien jaar", hetgeen meestal een aanbeveling betekent. De bijzondere katholieke censuur, die men afgedrukt vindt in parochieblaadjes, noemde „La dolce vita" eerst: voor vol wassenen. Na enkele weken is dat oordeel vervangen door: uitgesloten voor allen. Er zijn pogingen gedaan om de film alsnog aan de circulatie te onttrekken en er is zelfs in het parlement over gesproken. De minister van toerisme en toneelzaken heeft, zeer terecht, geweigerd tot zulk een maatregel over te gaan. Ons persoonlijk oordeel: de beste film, die ooit in Italië werd gemaakt. Alle vorige werken van Fellin, hoe goed ook, zijn niet anders dan een aanloopje voor dit grootse zedenbeeld Als er films bestaan met blijvende waar de, dan is dit er een. Waar kardinaal Siri aan Dante werd herinnerd, dringt zich bij ons de herinnering op aan een meester werk der klassieke letteren: de „Satyri- con" van Petronius. Of deze film bij het festival te Cannes de Italiaanse filmkunst zal vertegenwoordi gen, staat nog te bezien: Er zijn krachten aan het werk om dit uit een oogpunt van „nationale eer" te beletten. Samde hoogste springer De auteur William Saroyan is donderdag begonnen met de repetities van een toneel stuk dat hij nog moet schrijven. Hij heeft nog geen acteurs en weet niet zeker hoe veel hij er nodig heeft. Maar dit vormt geen bezwaar voor de toneelschrijver uit Californië. Zijn spel zal worden geprodu ceerd door de Theatre Workshop in Strat ford, bakermat van de experimentele stukken in het weinig „theatrale" Londense East End. Joan Littlewood van de Workshop pro duceerde „Taste of honey", een tragi- comedi over de werkende klasse, die de critici naar adjectieven deed zoeken om de negentienjarige schrijfster, Sheleagh Delaney, in het zonnetje te zetten. De Ierse schrijver Brendan Behan zag zijn „De gijzelaar" in the Workshop gestalte krijgen. En William Saroyan was daar zo van onder de indruk dat hij miss Littlewood compli menteerde. Zij vroeg de Amerikaanse schrijver een stuk voor haar Workshop te maken. Saroyan, auteur van „The time of your life", „The beautiful people" en „The human comedy", heeft tenminste al een titel voor zijn nieuwe stuk: „Sam, the highest jumper of them all". Een ruwe schets van de eerste acte staat al op vier bladzijden papier. „Sam is een bankbediende", verklaarde Saroyan woensdag, „hij is bezeten van een ongerechtvaardigd gevoel van mislukking en besluit daaraan te ontkomen door hoger te springen dan wie ook. Hij begint met een stok op enkele centimeters van de grond, die tegen het einde van het stuk niet meer te zien. Je ziet Sam in feite helemaal niet springen." Saroyan gelooft dat iedereen kan acteren zolang men maar natuurlijk blijft. Gerry Raffles, de manager van Stratford, vertelde dat Saroyan in het begin van de week een vreemdeling aansprak die zijn tafel deelde aan de lunch. „Hij zei dat zijn naam Syd ney was," aldus Saroyan tot Raffles, „en dat hij. van Brighton kwam en in de mode zat. Ik vroeg hem voor mijn nieuwe stuk. Hij komt naar de repetities." „Ik wil niet zeggen, dat het toneel het zou kunnen doen zonder zulke acteurs als (Sir Alec) Guiness of (Sir Ralph) Richard son," aldus Saroyan, „maar als ik die niet kan krijgen, vind ik wel mijn eigen acteurs." Otlo Sterman. De voordrachtskunste naar Otto Sterman gaat in opdracht van de Sticusa een tournee maken door Suri name en de Nederlandse Antillen. Op april a.s. vertrekt hij naar Paramaribo. De gehele tournee zal ongeveer 3 maanden duren. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft uit de beide rappor ten van de commissie-Witteman de volgen de aanbevelingen overgenomen. Uitbreiding van de bezetting van de or kesten tot het aantal musici, als in een bij lage van het eerste rapport is vermeld, en het aanbrengen van de herzieningen van technische aard in de huidige salarisre geling van de orkestleden, vermeld in het tweede rapport, zijn overgenomen, zo deelt de minister de Eerste Kamer mee in zijn Memorie van Antwoord bij de be groting voor 1960 van zijn departement. Het is de bedoeling, dat de uitbreiding van de bezetting van de orkesten in drie jaar tijd wordt verwezenlijkt. Gedurende het kalenderjaar 1960 zal het aantal orkestle den, op basis waarvan thans de rijkssub sidie wordt berekend, kunnen worden uit gebreid met een aantal musici, dat ten naaste bij gelijk is aan een-derde gedeelte van het verschil tussen de thans subsidia bele orkestbezetting en de in het rapport der commissie-Witteman aangegeven sub sidiabele orkestbezetting. Het ligt in de bedoeling van de minister er in de ontwerp-begroting voor 1961 en 1962 rekening mede te houden, dat in elk der kalenderjaren 1961 en 1962 opnieuw een uitbreiding, als voor 1960 gedacht, zal kun nen plaatshebben. Op deze wijze zal, wat het aandeel van het rijk in de daaraan verbonden kosten betreft, de door de com missie Witteman voorgestelde orkestbe zetting dus van 1 januari 1962 af'volledig kunnen worden gerealiseerd. Indien het College van Rijksbemiddelaars kan in stemmen met de wijzigingen in de huidi ge salarisregeling voor de orkestleden, zal hiermede gerekend van 1 januari 1960 af bij de vaststelling van het rijkssubsidie volledig rekening worden gehouden. Het in de Memorie van Toelichting ge noemde bedrag van 235.000 is onder meer aangevraagd, opdat bovenvermelde plannen, voor zover zij betrekking hebben op het begrotingsjaar 1960, tot uitvoering kunnen worden gebracht. In verband met de daaraan verbonden kosten heeft de mi nister de aanbeveling van de commissie- Witteman met betrekking tot het opnemen van de pensioenkosten in de subsidierege ling, niet kunnen overnemen. Hetzelfde geldt voor de aanbeveling be treffende het opnemen van overige perso neelskosten in de subsidieregeling, waar bij de minister opmerkt, dat hij zich in dit stadium nog niet kan uitspreken over de vraag of hij ook dit advies van de commis sie zou kunnen overnemen, indien hij te ge legener tijd zou besluiten gelden aan te vragen ten einde ook de thans nog niet ge realiseerde voorstellen van de commissie- Witteman tot uitvoering te kunnen bren gen. „Een kasteel in Ziveden" Vrijdagavond is in het Parijse „Théa- tre Atelier" het eerste door Francoise Sagan geschreven toneelstuk, de twee- akter „EenNrasteel in Zweden", in pre mière gegaan. Het stuk heeft bij het pu bliek een zeer goed onthaal gekregen, zo goed dat de acteurs met talrijke open doekjes werden beloond. Het publiek be stond grotendeels uit onderwijzers. Gelijk in haar boeken gebruikt Sagan ook een liefdesaffaire in haar toneelstuk, maar één. die misschien wel een soort van society-critiek zal blijken te zijn op be paalde gewoonten van de Parijse society. Dat het Parijse gedoe zich afspeelt in een tamelijk trieste, middeleeuwse kamer in een kasteel dat vier maanden per jaar door sneeuwverstuivingen van de bui tenwereld afgesneden is, kan doorgaan voor een Saganeske gril. De zwaarlijvige aristocraat Hugo (Phi lippe Noiret) en zijn vrijgezellin-zuster Agatha (Marcelle Armand) zwaaien de scepter. Agatha doet het zodanig dat alle gasten zich verplicht voelen 18de-eeuwse kledij te dragen en zich te laten comman deren, hoewel de handeling in 1958 speelt. Een neef van Hugo ontdekt op het kas teel het geheim van diens bigamie, en dan komt het verhaal op het punt waar de oude Sagan weer opduikt: het wordt een ge schiedenis, die bevolkt is met zelfzuchtige, wrede types, die allemaal van alles willen doen om zich maar niet te hoeven verve len. Afgezien van de feitelijkheden van de op voering bood het verhaal als zódanig wei nig nieuws. De pianist Peter de Kleer, die als mu ziekleraar verbonden is aan de Haarlemse muziekschool van de Maatschappij tot be vordering der Toonkunst, kan met grote voldoening terugzien op de muziekavond, die acht van zijn meest begaafde leerlin gen vrijdag in de grote zaal van de mu ziekschool te Haarlem hebben gegeven. En met hun leraar zullen ook de mede werkende leerlingen aan deze avond pret tige herinneringen bewaren, hetgeen even eens wel gezegd kan worden van de vele toehoorders, die naar hun spel hebben ge luisterd. Door een grondige voorbereiding heeft Peter de Kleer aan zijn leerlingenuitvoe ring een stevige basis gegeven. Hij heeft voor geen enkele vertolking gespeculeerd op een geluksfactor, die de schijn zou kunnen doen verwarren met het wezen en zo kon deze leerlingenavond een voorbeeld worden voor andere onverantwoorde demonstraties, waarvoor wèl gerekend wordt met de genoemde redding brengen de factor, die toch zo vaak verstek laat gaan. De leerlingen van Peter de Kleer speel den met een opvallende zekerheid en met een technische beheersing, die voor de ge kozen graad van de uitvoeringseisen vol strekt toereikend bleek. De jongste leerlinge gaf hiervoor een overtuigend bewijs met een gave vertol king van het eerste deel van een Piano concert van Carl Ditter von Dittersdorf en met de voordracht van muzikaal-bio- logische typeringen van de maraboe, de kat, zeer wilde paarden en van een grap pig wit ezeltje, waarbij haar natuurlijke muzikaliteit aan de dag trad. Gevoelig spel, dat sprak van zin voor klank en van goede muzikale smaak, liet een leerling horen bij het vertolken van een intermezzo van Joh. Brahms en van de „Fêtes lointaines" van Fr. Mompou. Een andere leerling verbaasde het audito rium met een virtuoze voordracht van het Rondo capriccioso van Felix Mendels sohn en de „Valse oubliée" van Franz Liszt. Een romantische Liszt klonk er uit de door mooie toondifferentiatie opvallen de uitvoering van de muziek, die Liszt schreef bij een sonnet van Petrarca, door een beheerst spelende leerlinge. Toonkwaliteit was trouwens ook een bijzonder goede hoedanigheid van het spel van een leerlinge, die de Barcarolle op. 70 van Gabriel Fauré in een geslaagde sa menvatting liet horen. Kernachtige sonore toonvorming, gaaf heid en positieve expressie waren ken merkend voor het verrassende spel van een leerling, die eerst de Rhapsodie in g van Joh. Brahms en later op de avond het prachtige Rondo op Hongaarse volks melodieën van Béla Bartók vertolkte. Respect kon men krijgen voor het ver mogen van de leerlinge, die de „Visions fugitives" van Serge Prokofjef ten gehore bracht, om daarbij van elke „vision", hoe vluchtig dan ook, een treffende karak teristiek te geven, een prestatie, die ook pianistisch gezien bijzonder geslaagd was. Het „Allegro barbaro" van Bartók. span nend en met virtuositeit door een leerling gespeeld, werd een pakkend slot van de av°nd' V. Zwaanswijk Op het toneel van de Newyorkse Metro politan Opera is de bariton Leonard War ren vrijdagavond tijdens het zingen van de Don Carlos-rol uit „La forza del destino", onwel geworden en na enige tijd overle den. Warren had juist een aria gezongen, toen hij door de knieën zakte en ruggelings op het toneel viel. Toen de zanger was neergevallen op het toneel, liet men snel het doek zakken. Een half uur later trad de directeur van de Metropolitan, Rudolph Bing, voor het doek en vertelde: „Dit is een van de droe vigste avonden in de geschiedenis van de Metropolitan. Ik verzoek u op te staan om eer te bewijzen aan een van onze grootste kunstenaars. De heer Warren is plotseling gestorven, zoals hij dat zou hebben verko zen, een van zijn grootste rollen zingend. U zult het met me eens zijn dat het niet mogelijk is de voorstelling vanavond voort te zetten". Wan-en, geboren Leonai-d Wax-rendorf, was de zoon van een Joodse bonthandelaar. In 1938 werd hij uitgex-oepen tot winnaar van een i'adio-auditie van de Metropoli tan Hij had geen opera-ervaring, maar een formidabele natuux-lijke stem. Acte- x-en kon hij echter in het geheel niet. Maar Warren was vasthoudend en hij werd later als een van de beste zangers en acteurs van de opera beschouwd. Warx-en had een stem, die hem in staat stelde noten te zingen die gewoonlijk voor een tenor zijn gex-eserveerd. De filmploeg van de Nederlandse film- produktie maatschappij, welke bezig is met de opnamen voor de nieuwe film „Makkers staakt uiv wild geraas" onder regie van Fons Rademakers, heeft ïwor vrijdag en zaterdag domi cilie gekozen in de befaamde poffer tjeskraam aan het Weteringcircuit te Amsterdam. De foto geeft een beeld tijdens de opnamen. Aan de camera Fons Rademakers. VRIJDAGAVOND gaf de Nederlandse Opera in de Amsterdamse Stadsschouw burg haar eerste voorstelling van de klas sieke operette „Der Bettelstudent" van Carl Millöcker die, in 1882 onder een ge lukkig gesternte geboren, het leven tot op onze dagen heeft kunnen rekken en, dank zij een weelderige „make up", nog steeds tot het ijzeren repertoire van de Weense Volksopera behoort. Het is naar het voor beeld van dit instituut dat onze Neder landse Opera zich gericht heeft, om een „model-montering" van de Bedelstudent tot stand te brengen. De regisseur Alexan der Pichler en de dirigent Anton Paulik, beiden van dit theater, werden er voor ge- engageerd. Harry Wich heeft rijkelijk ge zorgd voor een briljante aankleding; zijn decors kregen een spontaan open-doekje. En ook verder is er op niets bezuinigd om „De Bedelstudent' zo royaal mogelijk, uiterlijk zelfs nagenoeg in de revuesfeer ten tonele te brengen. Men haalde er zelfs de operette-tenor Johan Heesters voor naar zijn geboortestad om de rol van de „Bettel student" op zich te nemen. Het werk werd, zoals dit tegenwoordig niet anders schijnt te kunnen, in de oor spronkelijke taal gegeven. Alleen Johan Heesters bleek zodanig door de sfeer van zijn vaderstad aangegrepen dat hij een couplet van zijn „Einlage" in zijn moeder taal zong. Dat was ten minste temidden van veel zouteloze aax-digheden, een gees tige noot die haar effect niet miste. Paolo Gox-in had ook een „Einlage" benut om een „fait du jour" te spuien, en daax-bij zijn Duitse tekst te kruiden met een paar woorden uit de Nederlandse beter ge zegd de plaatselijke woordenschat, na melijk „RAI" en „niet fraai"; want het moest toch x-ijmen! Men begrijpt dat het ging over de plaats waar de Gemeente Amsterdam de lang verwachte Opera wil bouwen. En verder raakte het de diverse artistieke deliberaties in de Amsterdamse gemeenteraad. De conclusie was dan het stopwoord van Millöcker's coupletten „Schwamm drübex-". Met Ex-na Spoorenbex-g de vrouwelijke hoofdrol toe te vertrouwen, welke partij zij schitterend zong en bijzonder vlot speel de, ontstond er een meer dan twijfelachtig evenwicht vocaal gezien althans met De V.V.D.-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad heeft vrijdag geweigerd haar goedkeuring te hechten aan een voor stel van B. en W. betreffende het hono rarium van 90.000 van ix\ B. Bijvoet te Haarlem, die een operagebouw zal ont werpen op de plaats van het huidige RAI- gebouw. De V.V.D. motiveerde de weige ring door er op te wijzen dat kan worden aangenomen - dat de publieke opinie zich verzet tegen het bouwen van een opera op deze plaats. Aanvankelijk wax-en er meer x-aadsleden die tegensputtex-den, dezelfden die zich eind januari ook hadden verzet tegen de plaatsbepaling van het gebouw De wethouder van Kunstzaken mr. A. de Roos wist hen echter te bepraten door op te merken, dat een unaniem raadsbesluit bij de regering duidelijker de wenselijk heid onderstreept dat de bouwvergunning snel wordt verleend. Met alleen de V.V.D.-stemmen tegen werd het krediet van negentigduizend gul den goedgekeurd. De wethouder zei te hopen over drie jaar met het definitief ontwerp en met een voordracht voor het begin van de bouw te kunnen komen. Er wordt naar gestreefd de stichting Ne derlandse Onderwijsfilm financieel onaf hankelijk te doen zijn van het rijk, zo deelt de minister van O. K. en W. in zijn memorie van antwoord aan de Eerste Ka mer mede. De contributie van de bij de Stichting Nederlandse Onderwijsfilm aangesloten scholen is ïxiet ingang van 1 januax-i 1958 zodanig verhoogd dat bij een gelijkblij vend aantal scholen voor de exploitatie geen rijkssubsidie nodig zal zijn. De mi nister heeft echter toegezegd dat het rijk gedurende de jaren 1958, 1959 en 1960 een bijdrage tot een maximum van 150.000 per jaar zal verlenen als deze contributie verhoging tot gevolg zou hebben dat het aantal aangesloten scholen vermindert. Naar het zich laat aanzien zal van deze garantie geen gebruik behoeven te worden gemaakt. Behoudens onvoorziene omstan digheden zal de stichting van 1 januari 1960 financieel zelfstandig zijn en slechts subsidie ontvangen voor researchwex-k en experimenten. Voor 1960 zal hiervoor een bijdrage van maximaal 40.000 worden verleend. Erna Spoorenberg en Johan Heesters in „De Bedelstudent" van Millöcker. haar gasterende tegenspeler Johan Hees ters. Lidy van der Veen en Nel Duval lie ten zich waardig gelden. Chx-is Reumer gaf een goede partij als Jan Janicki en ook Chris Taverne maakte een aardig type van zijn rol als gevangenbewaarder. Paolo Go- rin gaf een creatie van Ollendorf die er wezen mocht en zijn vierhoofdige staf: Phyllis Lommei, Wim Koopman, Gé Gene- mans en Jos Borelli was behoorlijk bij de pinken. Met daarbij de kleinere rollen en de diverse koorgroepen, de balletten, de figuratie, waaronder een compleet fanfare korps, en een voortvarend spelend orkest, was er aan klank en kleurigheid geen te kort. Alleen op stuk van puntig reageren schoot het ensemble op het toneel wel eens tekort. Dirigent Paulik trachtte zijn tempo wel op te dringen (voor wat betreft Erna Spoo renberg had hij daarmee geen moeite), maar zijn champagnestemming sloeg niet over waar deze vooral het samenspel een bruisend karakter moet geven. Het Amsterdams Ballet was echter wel volmaakt paraat om de ingelaste num mers, in een chorografie van Alan Carter, tot een groot succes te maken. En zo gaat dan deze brave, romantische operette, als een kleurige en kostelijk op gedirkte fantasterij, dezer dagen bij onze Nederlandse Opera. Haar weelderige op maak moet dan maar haar ouderdoms kwalen maskeren. Jos. de Klerk Naar het ANP verneemt, heeft de Ne derlandse delegatie, die in Gënève van de tweede UNO-conferentie over het vreedzaam gebx-uik van kernenergie heeft bijgewoond, onlangs rapport aan de rege ring uitgebracht. Ten aanzien der fundamentele kernfy sica zijn geen gezichtspunten naar voren gekomen, die volgens het rapport een prin cipiële wijziging van het Nedex-landse be leid noodzakelijk maken. Aangaande de kernversmelting wordt opgemerkt, dat zo wel de wetenschappelijke tradities als de economische ontwikkeling van Nederland vergen, dat het Nederlandse wex-k op dit terrein kx-achtig wordt bevorderd. Dit is in het huidige stadium van bijzonder be lang, omdat de toepassing van kernfusie nog ver weg is, zodat de mogelijkheid be staat, de tegenwoordige achterstand in te halen. Het Nedex-landse werk, aldus het rapport, zal in de eei'ste plaats moeten be staan uit eigen experimenten, die gekozen moeten worden aan de hand van de vraag, hoe met betrekkelijk beperkte middelen zoveel mogelijk kennis kan worden ver zameld. Het is wenselijk de Nederlandse industrie zoveel mogelijk in het werk te betx-ekken. Atoomcentrales Het rapport spreekt voorts uitvoerig over de kernenergiecentrales. Ter confe- x-entie is duidelijk gebleken, aldus het rapport, dat het ontwikkelen van een reac tortype tot een energiex-eactor van indus triële grootte zeer veel inspanning, orga nisatie, een welomschreven tijdschema en zeer veel geld vereist. Nederland zou vol gens het oordeel van de delegatie zeker niet aan meer dan één dergelijk ontwex-p zijn volle aandacht kunnen en moeten ge ven. Indien dus op grond van het Arnhem se werk besloten zal worden, de suspensie- ï-eactor tot ontwikkeling te brengen, zou Nederland er niet vei'standig aan doen, daai-naast nog grote aandacht aan een an der type te geven. Onderdelen-produktie Voor het overige merkt zij op, dat van een definitief oordeel over de economie van de kernenergiecentrales nog geen sprake kan zijn. De constructie van reac toren, en in het bijzonder van enex'giereac- toren, biedt nog zeer veel moeilijkheden. De Nederlandse industrie zou er goed aan doen, aldus het i-apport, na te gaan welke constructieve problemen op haar speciale gebied liggen Zeer waarschijnlijk zou zij dan ten aanzien van de bouw van x-eactor- onderdelen belangrijke bijdx-agen kunnen leveren. De delegatie beveelt voorts aan, het Ne derlandse onderzoek naar het ulti-acenti-i- fugeproces voor de scheiding van ura- niumisotopen met kracht voort te zetten. Er is namelijk een redelijke kans, dat het Nederlandse ultracentrifugeonderzoek tot goedkopere produktie dan het buitenland se kan leiden, aldus het rapport. Medische toepassingen Op het stuk van de medische therapeu tische en diagnostische toepassingen van radioactieve isotopen bleek ter conferen tie, dat Nederland een achterstand heeft. Het vex-dient aanbeveling, dit werk toe te vertrouwen aan een klein aantal gespe cialiseerde en goed geoutilleerde centx-a. De studie van de plantenveredeling door isoniserende straling zal eveneens met gx-ote spoed moeten worden aangevat. De delegatie meent voorts, dat Nederland het radiobiologische werk krachtig dient te steunen. Bij dit onderzoek dient de nadx-uk te worden gelegd op de late en de geneti sche effecten, aldus het rapport.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 9