Neo- Silvikrin „WIE HET EERST LACHT..." van Lionel Hale bij het Rotterdams Toneel Piano-avond door Leendert Huges De beeldhouwer Willem Reyers, schakel tussen figuratieven en non-figuratieven epeda slapen Koningin bezocht Ede en Wageningen Minister Beerman naar Suriname vertrokken De negen Muzen y Postkoets naar Turkije 4 HIER HOORT HAAR! Begin direct met Musikalischer Frühling in Salzburg HERDENKINGSEXPOSITIE IN ARNHEM DINSDAG 22 MAART 1960 IN DRAMATURGISCHE HANDBOEKEN wordt het blijspel veelal onderscheiden in twee soorten: de karakterkomedie en de situatiekomedie. Uiteraard is een dergelijke theoretische in deling praktisch onhoudbaar^ want men kan de eigenaardig heden van een bepaald karakter nu eenmaal niet anders aan tonen dan door middel van reacties op speciaal gearrangeerde situaties, zoals aan de andere kant menselijke wezens zich bij welke samenloop van omstandigheden dan ook gedragen krach tens hun innerlijke gesteldheid. Niettemin en al is tenslotte alleen interessant de kwestie van goed of slecht kan men ver schillen erkennen van uitgangspunt en bedoeling, tussen bij voorbeeld het lachwekkend hekelen van manieren van zijn en manieren van doen. De Engelsen echter hebben ter bevrediging van de behoefte aan humor in de onzekerheid van de dertiger jaren nog een derde genre uitgevonden en tot voortdurende po pulariteit gebracht. De personen daarin kunnen geconfronteerd worden met nóg zulke wonderlijke verschijningsvormen van werkelijkheid, zij komen de daardoor veroorzaakte afwijkingen van hun gewoonten met behoud van alle traditionele deugden te boven. Het daarmee samenhangende gebrek aan handeling wordt doorgaans gecamoufleerd door een waas van sentimen taliteit. Tot deze tamme categorie behoort ook „Gilt and ginger bread" van Lionel Hale, dat onder de nergens op slaande titel „Wie het eerst lachtzaterdagavond voor het eerst door het Rotterdams Toneel in ons land werd vertoond ten overstaan van een goedlachs publiek. Het Rotterdams Toneel heeft al meer een merkwaardige voor keur getoond voor stukken, waarin commerciële potentaten de hoofdrollen vervullen. Het is mogelijk dat men zich daarbij laat leiden door het bijgeloof aan daarmee geassocieerde dynamiek. Het kan ook zijn dat men meent, dat het eigen auditorium zich extra zal vermaken omdat het gezond verstand van zulke zaken heeft. Hoe dit zij, het gaat in dit geval om een grenzeloos ge waagde speculatie in effecten, waarbij een potentiële bedrieger tenslotte bedrogen wordt. Terwijl de bij deze transactie be trokkenen op de afloop van een expeditie naar Patagonië zitten of staan of lopen te wachten, proberen zij afleiding voor de zenuwslopende spanning te vinden in avonturen op het amou reuze vlak, die precies zo onschuldig zijn als men van dergelijke vervelende mensen kan verwachten. Bij dat alles dat bij ge brek aan enige pretentie niets is gebleven kan men zich overigens af en toe amuseren om geestige of pikante opmer kingen, die evengoed in ieder ander decor door welke andere draagster van modieuze toiletten dan ook gezegd of niet gezegd hadden kunnen worden. Zoals meestal in dergelijke gevallen blijkt de auteur reeds in de bedrijven voor de pauze al zijn lachkruit verschoten te hebben en komen daarna de beproefde kluchtigheden de vrolijkheid handhaven. Het zegt wel iets dat niet de voornaamste rolfiguren maar wel een deurwaarder en een verhuizer voor hun optreden met een „open doekje" werden beloond. Sacco van de Made en Peter Aryans verdienden met hun typeringen van dwaze levensechtheid deze hulde overigens ten volle. Enny Meunier speelde de liefderijke vrouw van veertig jaren met komische finesse en geraffineerde elegantie, maar haalde net niet de lichte toon van beheerste overdrijving. Stellig heeft Ann Hasekamp, haar vrouwelijke tegenvoetster in dit geval, meer natuurlijke affiniteit met deze artificiële stijl. Haar grote scene in de tweede acte, waarin zij haar partner in een badi nerend gesprek over de mogelijkheid van een intieme verhou ding steeds een treffende slag voor blijft, is een hoogtepunt van deze voorstelling geworden al waren het louter opgepoetste Pim Dikkers, Enny Meunier en Ann Hasekamp in eerst lachtvan Lionel Hale. ,Wie het gemeenplaatsen die er schitterden. Pim Dikkers (kennelijk niet geheel gedisponeerd) had als de hoofdpersoon misschien iets meer afstand' tussen het slachtofferlijke en het triomfantelijke in acht kunnen nemen, zoals met name Cees Laseur zijn leer meester zou hebben gedaan. Als regisseur verleende hij de vertoning ritme en kleur. Van de andere medewerkenden moet John Lanting als de misplaatste mijningenieur het eerst worden genoemd. André van den Heuvel, Adolf Rijkens en Trins Snij ders verrichtten hun bescheiden opdrachten met de gewenste vakkundigheid. Alfred Pleiter zorgde voor een slagvaardige Nederlandse tekst, Hep van Delft voor een riant decor en een groot aantal couturiers leverde kostbare bijdragen om te maken dat men met plezier een paar uur bleef zitten kijken naar wat men evengoed in een paar minuten had kunnen horen. David Koning Oprichting van een Teilhard de Chardin Genootschap OVERTUIGEND dat de figuur van Teil hard de Chardin een werkelijk internatio nale en algemene menselijke betekenis be zit, die boven alle staatkundige en ideolo- t.ische grenzen uitreikt, heeft een groep bewonderaars van deze grote geleerde en denker een genootschap opgericht, dat zich ten doel stelt, in aansluiting bij het te Pa rijs gevestigde „Amis de Pierre Teilhard de Chardin", ook in de Beneluxlanden de studie van zijn werken en de verspreiding van zijn ideeën te bevorderen (Brussel 4 januari 1960). Teilhard de Chardin, die op 10 april 1955 te New York overleed, was in de eerste plaats een geoloog en paleontoloog, die door zijn opzoekingen en studies op be langrijke wijze onze inzichten in de ge schiedenis van het leven heeft verrijkt en onder zijn vakgenoten een zeer groot ge zag genoot. Bovendien was hij een denker die ons een nieuwe kijk op de wereld heeft geschonken. Zijn geschriften over de plaats van de mens in de kosmos, over de structuur van de toekomst en over de taak die wij in deze nieuwe wereld te vervul len hebben, behoren tot de belangrijkste geschriften van onze eeuw en oefenen nu reeds in brede kringen een diepgaande in vloed uit. Van zijn inzichten gaat een gro te bezieling uit, die aanspoort tot vertrou wen in het leven en tot eensgezinde samen werking onder alle volkeren. Onze stichters-beheerders van het Teil hard de Chardin-genootschap zijn de he ren prof. Fernand Collin (Leuven), prof. Ralf von Koenigswald (Utrecht), graaf de Launoit, Maurice Lambilliotte, Herman Robiliart. Ernest-John Solvay en dr. Ber nard Delfgaauw (Haarlem). Verder werd een beperkt werkcomité voorzien onder leiding van P. dr. N. M. Wildiers. Personen die tot dit genootschap wen sen toe te treden kunnen hiervoor alle in lichtingen krijgen op het secretariaat van de vereniging: Opperstraat 80, Brussel 5 (mevr. Dominique de Wespin - tel. 48.76.11). Koningin Juliana heeft vandaag een be zoek gebracht aan Ede en Wageningen. In Ede bezichtigde zij de streekwerkplaats voor minder valide arbeidskrachten. In de aula van de Landbouwhogeschool te Wage ningen werd haar het eerste exemplaar aangeboden van het boek „de vluchtende mens, symbool der samenleving?". Dit werk kwam tot stand ter gelegenheid van het vijfde lustrum van de Wageningse stu dentenvereniging „Unitas Studiosorum Va- dae" en het belicht in tal van artikelen de vele facetten van het vluchtelingen probleem. Des middags bezocht de Koningin het Nederlands Scheepsbouwkundig proefsta tion te Wageningen. De directeur, prof. dr. ir. W. P. A. van Lammeren, zette opzet, doel en inrichting van het station uiteen. Het heeft thans de beschikking over drie tanks. Het oudste bassin voor onderzoek in stil en diep water, het bassin voor het onderzoek van scheepsmodellen in golven. Het complex laboratoria be hoort tot de best uitgeruste ter wereld. De opdrachten komen voor zestig percent uit het buitenland. De zeegangstank is de eerste en tot dusver de enige waarin de werkelijke omstandigheden op zee kun nen worden nagebootst. De Koningin bezichtigde de werkplaats, waar scheepsmodellen van paraffine wor den vervaardigd. Hier stonden ook enkele houten modellen, zoals in de zeegangstank worden gebruikt. In de cavitatietunnel bevond zich een super-caviterende schroef voor zeer snel varende schepen (meer dan 50 knopen). De Koningin maakte in het binnenvaart- laboratorium een rit op de sleepwagen mee. Het koninklijk bezoek werd besloten met een demonstratie van het model van een snelzeevrachtschip in de zeegangs tank. De golfopwekker kwam in beweging en de Koningin maakte ook met de sleep wagen in dit bassin een vaart. VOOR EEN VRIJ TALRIJK publiek gaf de Haarlemse pianist Leendert Huges maandagavond in de tuinzaal van het Ge meentelijk Concertgebouw te Haarlem een recital. De inzet van zijn programma, met het bekende Andante con variazioni in f van Haydn, was veelbelovend en getuigde vo.n een juist gevoel voor de details in de technische afwerking. De talrijke variaties waarin figuratiewerk en ornamenten zo gemakkelijk tot verdoezelingen en on nauwkeurigheden leiden, vonden in Huges Advertentie Herstel uw haargroei! Begin er terstond mee. Voedt uw haar via de wortels met Neo-Silvikrin, de enige biologische haarvoeding, die alle 18 opbouwstoffen voor het haar bevat in overeenstem ming met de leer van Sir Fred. Hopkins, Nobelprijswinnaar voor Chemie. Reeds miljoenen men sen over de gehele wereld her wonnen hun jeugdig uiterlijk, levensgeluk en zelfvertrouwen na een succesvolle kuur met Neo-Silvikrin. Kuurflacon f7,60. Kuurflacon f7.60 Voor de dagelijkse haarvet zorging is er Silvikrin- Lotion (met of zonder vet) f 1.70 -f3.30 Van 26 mei tot 6 juni heeft te Salzburg opnieuw de „Musikalischer Frühling plaats. Op het programma van deze mu zikale lente staan acht kamerconcerten, twee orkestconcerten, drie kerkelijke con certen en twee opera-avonden in de his torische kastelen, kerken en tuinen, als ook op de vesting Hohensalzburg. De ar tistieke leiding is in handen van Wilhelm Stross. Tot de uitvoerenden behoren onder anderen: dr. Bernhard Paumgartner," Jo sef Messner, de strijkkwartetten Löwen- guth, Koeckert en Stross, de Prager Bla- serprofessoren, Jörg Demus, en talrijke bekende ensembles en solisten. Dit „klei ne festival" is ook dit jaar gewijd aan de Weense Klassieken. Het brengt de muziek in harmonie met de atmosfeer van de Mo- zartstad. Bezoekers van de „Musikalischer Frühling" in Salzburg worden uitgeno digd, voorzover zij zelf kamermuziek uit oefenen, hun instrumenten mee te bren gen, aangezien er gelegenheid zal bestaan tot gezamenlijk musiceren in de zalen van de Salzburgse residentie. Gedurende de „Salzburger Schlosskon- zerte" (Salzburgse paleisconcerten) wel ke vanaf mei tot september plaats hebben worden in 1960 alle dertig strijkkwartetten van Mozart uitgevoerd. Tot 10 april is in Arnhems Gemeentemuseum een tentoonstelling te zien van het werk van de beeldhouwer Willem L. Reijers (1910-1958). Reijers werd te Arnhem geboren. Hij maakte onder meer voor zijn gèboortestad de Phoenix, die men daar in de stationshal ontmoet. Deze vogel Phoenix is voor Reijers' kunst een kenmerkend voorbeeld vooral d'óor het idee. Reijers laat de vogel niet'herrijzen uit zijn as maar als wedergeboren zich verheffen op de poten van de op zijn rug liggende oude vogel, die dus leven geeft aan de nieuwe. Het symboliseren van een gedachte staat sterk voorop in zijn werk, waarbij hij zocht naar nieuwe ideeën of voorheen nog onver werkte ideeën. Bij het voorbereiden van deze tentoonstelling ontmoette de heer A. T. de Lorm, directeur van het Gemeentemuseum, het initiatief van een groep vrienden en bewonderaars van Reijers tot het samenstellen van een boekje over deze te jong gestorven kunstenaar. Zijn collega en kunstcriticus Marius van Beek heeft zich hier vooral voor ingezet. Zijn bijdrage aan dit werkje is een van de meest sympathieke door de eenvoud, waarmee Van Beek Reijers' portret tekende. Uitvoerig wordt door dr. J. H. M. van der Marck op het werk ingegaan. Deze vermoedt dat Reijers zich meer en meer nog in „abstracte richting" ontwikkeld zou hebben. Terecht gebruikte dr. Van der Marck aanhalingstekens want waarlijk abstract zou ook volgens mij Reijers werk nooit geworden zijn. Te zeer toch was Reijers gericht op duidelijkheid van zeggen, op verstaanbaarheid. Zijn beste werk is misschien wel het oorlogsmonu ment voor Zijpersluis, een duidelijk verstaanbaar teken. Ik citeer dr. Van der Marck (ook als aanbeveling nog eens voor het boekje): „Elementaire beeldspraak: een hand, een kruis, een duif en dit alles krachtig en gesloten weergegeven. Bescherming voor de vredesduif en een waarschuwing voor ieder die dit teken kan lezen: „Stop het nutteloze bloedvergieten, want waar dit kruis staat geplant heeft reeds het bloed van onschuldigen gevloeid"." Verstaanbaarheid en zuiver plastisch slagen lijkt in Reijers' werk samen te gaan als bij geen ander. Waar het resultaat minder fraai werd dan gehoopt is hij min der duidelijk. Het verkeersmonument voor Groningen symboliseert het gedwon gen vaart minderen van het motorisch verkeer bij het ingaan van de stad. De bedoelingen kennende ziet men die sym bolisering direct. Maar zonder dat? Deze plastiek, in brons gegoten, had mogelijk meer gedaan wanneer hij gecreëerd was met aaneengelaste reeds bestaande rade ren. Het had in ieder geval in Reijers' aard gelegen verder in deze richting te zoeken. Reijers vertoonde vroeg aanleg voor te kenen. Hij werd echter eerst in de handel te werk gesteld. Het moet -niet plezierig voor hem geweest zijn. Hij komt tot het tekenen van karikaturen en denkt ook aan het reclametekenen. De aanleg tot het eerste lezen we nog uit een getekend zelf portret, waarbij gezegd moet worden dat zijn bijzondere kop zich ook weer uitste kend leende tot een karikatuur. Deste- meer respect komt dan ook toe aan het portret dat zijn collega Couzijn van Reijers maakte, die het te gemakkelijk karika turale wist te vermijden. Men ontmoet dit portret op de tentoonstelling, waar ook Reijers' portret naar Couzijn te zien is. Na scholing op de Grosvenor School of Modern Art te Londen gaat Reijers les ne men bij Fernand Léger te Parijs. Enige schilderijen verraden de leermeester, die hij eigenlijk later als beeldhouwer toch meer evenaart wanneer men denkt aan beider zin tot het allereenvoudigst sym boliseren van ideeën. Hij trekt per ezel wagentje naar Zuid-Frankrijk, tekent en aquarelleert daar. De resultaten worden bij de kunsthandel Santee Landweer ge- exposeerd. Ik kan me echter deze tentoon stelling niet meer herinneren. Het komt me voor dat Reijers met dergelijk werk ook niet ten volle overtuigend was. Dat werd hij echter direct met zijn beeldhouw kunst, waartoe hij zich onder leiding van Zadkine voorbereidde. Hoezeer ook onder invloed van Zadkine, altijd boeide mij Reijers „Beeldhouwer", die we in de tuin van Santee Landweers vorige behuizing steeds konden zien. Daar trof men nog een plastiek, die vertelt van de andere rich ting, die Reijers, met het uitbreken van de oorlog terug in Nederland, insloeg. Eerstgenoemd beeld is trouwens nog in bezit van deze kunsthandel en mogelijk dus na de expositie daar weer te ontmoe ten. Van invloed is dan in Nederland ge weest John Raedecker. Toch mag men in vloeden in Reijers' werk niet als te gel dend zien. Daartoe was hij veel te eigen. Misschien dat hij met enkele zaken het dichtst nog bij Lipchitz staat. Voor een groter publiek begon Reijers direct na de oorlog te gelden. Amsterdam kreeg van hem in de Schreyerstoren een reliëf, een gevelsteen geplaatst ter herden king van de eerste scheepvaart naar Oost- Indië. Na het monument voor Zijpersluis deed de „Man van Vught" Reijers' naam meer klank krijgen. Het ontwerp werd niet uitgevoerd en er zijn er, die vermoe- Willem Reyers, gefotografeerd door Lucebert. Deze foto staat op de om slag van de fraai uitgevoerde uitgave ter gelegenheid van de herdenkings expositie. den dat het zo ook beter is. Mogelijk heb ben zij gelijk, maar toch geeft het mij een gevoel van spijt dat dit zo indrukwek kende teken nergens zijn waarschuwing laat gelden. Het is een voor Reijers typisch werk: niet schoonheid, maar duidelijk heid stond hem allereerst voor. Gebrek aan duidelijkheid werd hem wel verwe ten in zijn voor Rotterdam bestemde mo nument voor de Nederlandse koopvaardij, waarvoor de jury hem overigens de eer ste prijs toekende. Eerlijk gezegd zag ik het ook pas toen ik op de hoogte gesteld was van Reijers' bedoelingen. Achteraf blijkt het me duidelijk als weinig andere zaken. Reijers opende onze ogen voor eigenlijk eenvoudige dingen; als een uit vinder. En het is daarom, dat hij in de ontwikkeling van de Nederlandse beeld houwkunst van belang was en van nog zo groot belang had kunnen zijn. Heeft zijn „Jacob en de Engel" niet vele anderen be wogen hetzelfde idee aan te pakken? An- derer bedoelingen leerde men in ieder ge val zien door op Reijers' werk terug te kijken. Hij verklaarde veel. Schoon kon zijn werk zeker ook zijn. Het monument van Zijpei'sluis blijft misschien het mooiste. Maar hoe fraai is ook zijn ajourreliëf van het Amsterdamse Stede lijk Museum en zijn balkonhek van het Provinciehuis te Arnhem, wanneer we dat even los van de architectuur zien. Het werd Reijers niet gegeven op problemen terug te komen. Het zou ook de vraag kun nen zijn of hij dat gedaan had. Mogelijk was het hem voldoende te weten dat hij tot een ideale oplossing in staat zou zijn. Hij heeft in ieder geval anderen wegen aangewezen. Bob Buys een nauwgezet executant die bovendien veel aandacht besteed had aan de frasering en de talrijke kleine nuances in aanslag en sterktegraad die zo'n stuk moeten uit heffen boven het peil van een plichtmatig huldeblijk aan een klassiek meester. Iets minder gelukkig leek hij mij in de Sonate in c k.v. 457 van Mozart. Men kreeg de indruk van een zeker tekort aan kracht, niet te verwarren met fysieke expansie want die komt hier niet aan de orde, maar eerder de kracht die beheersing is en die ook in het fijnste passagewerk, de meest subtiele overgangen (zoals met name het tweede deel van deze Sonate er enkele bevat) nog verrassingen weet te bereiden.. Typerend leek mij dat de toon in het zach te register niet voldoende (en een enkele maal in het geheel niet) aansprak, waar door de uitvoering een nogal vlakke, neu trale indruk achterliet. Wel bleek uit deze Sonate,, evenals trouwens uit het gehele programma, dat de pianist werkt op een fond van een stevig ontwikkeld, betrouw baar technisch kunnen. Dit geeft ook de toehoorder een „safe" gevoel, wat in ieder geval bijzonder prettig is. Het was daarom des te meer te betreu ren dat de concertgever Schubert's „Valses' Nobles" op het programma had geplaatst, want deze weemoedig-opgewekte keten van walsjes, vruchten van het improvisa tie-talent waarvan de goedige mislukte hulponderwijzer in zijn vriendenkring gul placht uit te delen, vragen om een ander temperament. Men miste bij Huges te zeer de losheid, de soepele gratie die er hier toch wel echt bij horen. Zijn hoogste troef speelde hij na de pau ze uit met de Variaties en Fuga over een thema van Handel, een van de kapitale variatie-werken die Brahms voor piano geschreven heeft (het andere, eveneens virtuoze, opus in dit genre is op een thema van Paganini gebaseerd). Het uiterst weer barstige werk dat meer dan een half uur pianospelen aan één stuk door vergt en de meest uiteenlopende technische en mu zikale opgaven stelt, wist hij voortdurend duidelijk reliëf te geven. Ook traden hier voor het eerst ritmische spanningen aan het licht die men tot nu toe enigszins had moeten missen. Met op merkelijk uithoudingsvermogen, en dit niet alleen in instrumentaal-technische zin, be reikte hij na de vijfentwintig variaties de fuga en wist met dit massieve brok Syfo- nie het werk en zijn voordracht waardig te bekronen. Een prestatie die een enthou siast applaus uitlokte, waarvoor de pianist dankte met een fraai gespeelde toegift: een Sarabande, eveneens van Brahms. Sas Bun ge Minister mr. W. Beerman van Justitie is uit Curaqao naar Paramaribo vertrok ken, waar hij zijn besprekingen over o.a. de rechterlijke machten in het koninkrijk zal voortzetten. De minister heeft de kwestie van cas satie voor straf- en civiele zaken op de Antillen besproken en heeft het verzoek ontvangen een en ander zo mogelijk te bespoedigen. De besprekingen betroffen ook nieuwe wettelijke regeling ter bescher ming tegen incidenten, als de pamfletten- affaire. Minister Beerman is na zijn bezoek aan de Antillen tot de conclusie gekomen, dat voor Nederlandse rechters, die recht spre ken op de Antillen, een vereiste is dat zij kennis hebben van de landstaal. De minister zou zaterdag een ontmoe ting hebben gehad met de Curaqaose op positie. De oppositieleden hadden hun standpunt over de Algemene Maatregel van Rijksbestuur en het ingrijpen in de Curaqaose gezagscrisis willen uiteenzet ten. Minister Beerman was bereid dit aan te horen, doch stelde voor dit te doen in gezelschap van de directeur van het ka binet van de gouverneur, mr. Hooghoudt. Van het gesprek is niets gekomen, omdat de oppositie kennelijk „onder vier ogen" met de minister had willen spreken. Advertentie Het oorlogsgedenkteken dat Willem Reijers voor Vorden maakte: treurende vrouw met vlag halfstok (in Vaurion- steen gehakt). Wagemans Van Tuinen NV Fabrikante van Artifort meubelen en Epeda matrassen De vijftig beste. In het Singer Museum te Laren wordt ter gelegenheid van de 25ste boekenweek een tentoonstelling van de best verzorgde 50 boeken van 1958 en van journalistieke, illustratieve en vrije tekeningen van Eppo Doeve gehouden. De opening zal geschieden op zaterdag 26 maart met een inleiding van de heer Chr. Leeflang, voorzitter van de Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Bok. De tentoonstelling blijft geopend tot en met 24 april. Lector filmkunst. Aan de Jan van Eijck Academie te Maastricht zullen, te beginnen met het nieuwe studiejaar in september, ook colleges worden gegeven over filmkunst en film-esthetiek. Als lec tor is hiervoor benoemd pater J. Dirkse S.C.J., directeur der Katholieke Film Aca demie i.o. te Sittard. Nagelaten werk. Het laatste werk van de componist Sergei Prokofjef, die in 1953 overleed, is in Moskou voor het eerst uit gevoerd. Het is een onvoltooide compositie, een concertino voor cello en orkest. Casals en Spanje. De wereldberoem de Spaanse cellist Pablo Casals heeft her haald dat hij niet zal optreden in landen die diplomatieke betrekkingen onderhou den met het regime van Franco. Casals week na het aan de macht komen van Franco uit naar Prades, in de Franse Py reneeën. en woont thans in Puerto Rico. In 1958 trad hij bij hoge uitzondering op in een programma dat door de Verenigde Naties werd verzorgd. Elckerlyc-opvoeringen. Evenals vorige jaren zullen als onderdeel van het Hol land Festival ook dit jaar door de Neder landse Comedie een zestal opvoeringen te Delft worden gegeven van het middeleeuw se spel „Elckerlyc". De opvoeringsdata zijn vastgesteld voor 16, 17, 18, 23, 24 en 25 juni. Concerltournee. Het Radio Filharmo nisch Orkest zal van 22 april tot en met 7 mei een concerttournee door Italië ma ken en concerteren in Rome (2 x), Milaan, Turijn, Brescia, Reggio Emilia, Livorno, Sulmona, Parma, Verona en Bari. Er zul len werken worden uitgevoerd van onder anderen de Nederlandse componisten Henk Badings, Hans Henkemans, Guillaume Landré en Johan Wagenaar. Meubelveiling. In de zalen van Chris tie's te Londen is een veiling gehouden van Frans antiek meubilair, die een record bedrag van 101.960 pond (1.084.850) gulden heeft opgebracht. Antiquairs uit New York, Parijs en Londen vochten om de prachtige stukken meubilair uit de Franse glansperiodes. De hoogste prijs, van 13.650 pond (145.230 gulden) werd betaald voor een Louis Quinze tafel van ongeveer 82 cm hoog en 32 cm in diameter. Kossuth-prijs. De Hongaarse regering heeft haar hoogste litteraire prijs, de Kos suth-prijs. voor de tweede maal verleend aan Joszef Darvas, die onlangs gekozen is tot voorzitter van de bond van Hongaarse auteurs en die minister van Cultuur is ge weest. De bekende essayist Aurel Karpati ontving de tweede litteraire Kossuth-prijs. Darvas is een middelmatig auteur, maar zijn houding tegen de „contrarevolutie" heeft hem al heel wat eerbetoon opge leverd. Tot vorig jaar was hij lid van de Hongaarse boerenpartij. Advertentie Vanmorgen om vijf uur is uit Den Haag het transport vertrokken waarmee de „Floriade-postkoets" naar de startplaats, Istanbul, vervoerd wordt voor een 3400 kilometer lange prestatierit. Met deze rit wordt het feit herdacht dat 400 jaar gele den de eerste tulp uit Turkije naar ons land kwam. Er was nog niets te horen van hoornge schal of zweepgeklap. Het transport be staat uit een service-wagen, een tankwa gen en een drietal glanzend rood-witte op leggers van de firma Piet van der Touw uit Den Haag. In een van de opleggers kreeg de postkoets een plaatsje samen met een viertal paarden, in een andere werd het haver geladen en stonden zes paarden in speciaal gebouwde slaap- en rustboxen. De laatste oplegger tenslotte is ingericht als slaap- en keukenwagen. Aan de tocht nemen deel drie koetsiers, 1 kok, acht chauffeurs, één chauffeur- paardenverzorger, een journalist en niet te vergeten de „heer De Busbecq". Aan materiaal gaat mee: 160 hoefijzers, 70 zak ken haver, 40 balen hooi, zakken lijnmeel en reserve materiaal om elke reparatie mogelijk te maken. Met een gemiddelde snelheid van 50 a 60 km per uur hoopt technisch leider Joop van der Touw zijn transport op de avond van de 27ste maart in Istanbul te hebben. Het vertrek uit deze havenstad zal de 30ste met veel feestver- toon plaatshebben. Meisjes in oude kleder dracht en een afdeling van de legendari sche janisaren in traditioneel uniform zul len de geel-zwarte koets tot de stadsmuren begeleiden en daar begint dan de presta tierit welke de koets met een gemiddelde snelheid van 7 a 8 kilometer per uur naar het einddoel, Rotterdam, zal voeren, waar men 39 dagen later hoopt aan te komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 4