UW LEVEN
OP EN OM HET BINNENHOF
Protestanten, katholieken en
humanisten over de zondag
FILATELIE
Kerkelijk Leven
Puzzel no. 26
SLOT DEFECT?
DE AANPASSING VAN PENSIOENEN
ZATERDAG 2 APRIL 1960
De zondagsviering is het onderwerp ge
weest in een speciale commissie van het
Nederlands Gesprekcentrum. Protestant
se en rooms-katholieke christenen hebben
samen met humanisten getracht de „zin
van de zondag" aan een onderzoek te on
derwerpen. Zij hebben daarbij gezocht
naar de historische achtergrond van de
zondag en elke groep heeft haar levensbe
schouwelijke visie op de zondag naar vo
ren gebracht. Vervolgens hebben zij geke
ken naar de praktijk van deze dag en
vroegen zij zich af wat de zondagsvie
ring bedreigt. Ten slotte hebben zij zich
beziggehouden met de wenselijkheden en
mogelijkheden omtrent een verbetering
van de praktijk en een terugdringen van
de gevaren voor een juiste religieuze of
althans menswaardige zondagsbeleving.
De rooms-katholieke en de reformatori
sche beschouwing van de zondag loopt in
grote mate parallel, maar toch is er een
belangrijk onderscheid. Voor deze beide
groepen is de zondag in de eerste plaats
een religieuze aangelegenheid. Voor de r.
katholiek is het een dag, die bijzonder ge
reserveerd moet worden voor de vervul
ling van de religieuze verplichtingen. De
heiliging van de zondag is echter geen
zaak voor de eenling, maar van de chris
telijke gemeenschap, waardoor de gods
dienstigheid en de zondag een sociaal ka
rakter hebben.
De protestantse christenen zien de zon
dag als een ideaal voorbeeld voor de an
dere levensdagen. Als een teken van de
blijde boodschap van de Messias. Zij me
nen, dat met de zondag God ingrijpt in
het arbeidsritme van de mens om deze
mens te beschermen en hem ervan te
doordringen, dat hij van God is. Minder
sterk dan katholieke kring spreekt bij de
protestanten het gezag. Meer bepalend
zijn de zeden, die lang van geldende kracht
zijn geweest.
De humanist verstaat de zondag als een
dag van evenwicht, waarop harmonische
tekorten van het persoonlijk leven en van
de gemeenschap kunnen worden aange
vuld. De zondag is een dag van bezin
ning op levensvragen, een dag van ver
bondenheid met anderen, en een dag van
ontspanning.
Wat de praktijk betreft ziet men, dat het
zondagspatroon duidelijk aan het veran
deren is. Bij de katholieken is het twee
maal bijwonen van een mis op zondag in
onbruik geraakt: de middag- en avond
dienst worden beduidend minder bezocht.
Hier staat tegenover dat de misviering
meer in de aandacht is gekomen door een
intense beleving en een grote luister. De
katholieke zondag wordt gekenmerkt door
inkeer en vreugde. Ten aanzien van de
vrijetijdsbesteding heeft men steeds een
tamelijk ruim standpunt ingenomen.
Bij de protestantse christen voltrekt
zich in de godsdienstige viering ook een
verandering. Men zoekt nieuwe vormen
van samenkomen, waarbij vooral het so
ciale karakter de nadruk krijgt. Wat be
treft de ontspanning zijn de inzichten nog
zeer verschillend, maar er is een duide
lijke verschuiving naar ruimere opvattin-
Twee puzzels in één. In de cirkel uit
sluitend aardrijkskundige namen.
Opgave Horizontaal: 1. sterke drank, 3.
zware bijl, 6. deel van de mast, 7. dun, 10.
sportterm, 11. lidwoord, 14. kleding, 15.
lusthof.
Verticaal: 1. tijdrekening, 2. spil, 4. slede,
5. opslagplaats, 8. putemmertje, 9. pit, 12.
getij, 13. jongensnaam (afk.).
gen. De zede is een goede zaak, meent
men, als deze uit het leven zelf komt. Nu
de eenzijdig kerkelijke traditie in invloed
afneemt, krijgen andere wijzen van bena
dering meer kans tot vormgeving.
Het gereformeerde zondagspatroon laat
welbewust niet veel ruimte voor persoon
lijke afwijkingen. De opvatting van de zon
dag is nog streng kerks. Men deelt de ka
tholieke opvatting niet, dat de zondag ook
door sport en ontspanning geheiligd kan
worden. De gereformeerde christen stelt
echter wel echtheid van de zondagsvie-
ing als voorwaarde en veranderingen in
het algemeen kuituurbeeld zal men zeker
tijdig dienen te onderkennen.
In reformatorische kring dringt het be
sef door, dat voor de zondagsviering.de
Bijbel weinig voorschriften geeft. Bepa
lend is wat de gemeente in christelijke vrij
heid verstaat van de oude zondagszeden
en van de mogelijkheid om deze aan te
wenden tot lof van God en tot heil en vreug
de van de mens. Men zal op moeten ko
men voor de innerlijke waarde van de tra
ditionele zeden. „Immers met het verdwij
nen van de gewoonten van vroeger, waar
bij wij in sommige gevallen herademen
en waaronder wij in andere gevallen lij
den, zijn vaak de eerbied voor God en de
vrede en de vreugde onder elkaar verlo
ren gegaan."
Opvallend is, hoe de humanist zoekt
naar een geestelijke vorm voor de zon
dagsviering. Men zoekt voortdurend naar
een gemeenschappelijke belevingsvorm in
plaatselijke samenkomsten. Het bezoeken
hiervan is voor de leden niet slechts een
zaak van persoonlijke behoefte, maar ook
van persoonlijke verantwoordelijkheid. De
humanisten achten met de beide andere
levensbeschouwingen de zondag van fun
damenteel belang als dag van bezinning,
herstel, gemeenschap en correctie op de
al te materieel ingestelde arbeid van te
genwoordig.
Het valt dus niet te verwonderen dat de
commissie tot min of meer gelijkluiden
de opvattingen kwam over dat wat de zon
dag bedreigt en omtrent hetgeen ter ver
betering kan worden gedaan. Men voelt
vooral een bedreiging van „binnenuit"
door verslapping van het godsdienstig in
zicht bij de christenen. De katholieken in
de commissie wezen op de verwaarlozing
van de misviering bij velen en ook.van re
formatorische kant wees men op verslap
ping en laksheid. Vele christenen gaan er
toe over de zondag te beschouwen als lou
ter een vrije dag, of althans als een ge
deeltelijk alléén maar vrije dag, die met
religie niets te maken heeft.
Het gevaar van „buitenaf" dat de zon
dag bedreigt, bestaat niet slechts in de ver
schillende opvattingen omtrent de zondag,
maar ook in de hedendaagse waardering
van de mens, uitsluitend naar zijn pres
taties.
Tot de mogelijkheden en wenselijkheden
rekent de commissie het krachtig vast
houden aan een algemene zondag en een
grote mate van verdraagzaamheid betref
fende elkanders opvattingen. Er is over
leg, begrip en samenspraak nodig, in
steeds wijder kring. Het is noodzakelijk,
zo meent de commissie unaniem, dat in
gegaan wordt tegen louter vormdienst, te
gen het alleen maar uitgaan van plichten
en geboden èn dat er ingegaan wordt te
gen het nihilisme. De zondagsarbeid moet
zoveel mogelijk worden beperkt, ook door
hen, die zo graag werk mee naar huis ne
men en zondags gaan studeren, boeken bij
houden of correspondentie verzorgen. Het
gemeenschappelijke van de zondag mag
niet worden opgeofferd aan doelmatig
heidsoverwegingen van welke aard ook.
De zondag is ook voor het gezin van groot
belang, omdat het vaak de enige dag is,
waarop het gezin bij elkaar is.
Naast nog vele andere overwegingen,
meent de commissie ten slotte, dat de
overheid wel degelijk ten aanzien van de
zondagsviering een taak heeft, maar dat
zij haar taak niet te absoluut mag zien.
In de cirkel: 1. plaats in België; 2. plaats
in Duitsland, 3. landstreek in Sumatra, 4.
water in Zuid-Holland, 5. plaats in Noord
holland, 6. stad aan de Rhone (Frankrijk),
7. plaats in de Betuwe, 8. plaats in Lim
burg, 9. plaats in de staat Nevada (V.S.),
10. plaats in Japan (bij Osaka), 11. rivier
in Nederland, 12. plaats in de Betuwe, 13.
plaats in Gelderland, 14. universiteits
stad in Engeland, 15. water bij Delfzijl, 16.
zijtak van de Donau.
Bij juiste invulling staat er in de bui
tenste cirkelrand van 1 tot en met 16 de
naam van een gemeente in Drente.
Inzenden voor donderdagochtend uit
sluitend per briefkaart.
OPLOSSING PUZZEL no. 25.
Horizontaal: 1. Berkenwoude, 8. Ee, 9.
er, 10. ra, 12. adder, 15. nn, 16. Ens, 18.
ree, 19. kei, 20. ara, 22. Leo, 24. demi, 25.
doch, 26. one. 28. per, 29. els, 31. roe, 33.
Dou, 35. ct, 36. rente, 38. s.s., 39. nu, 40.
Po, 42. Terwinselen.
Verticaal: 1. Barendrecht, 2. re, 3. kea,
4. node, 5. oer, 6. Ur, 7. Einighausen, 11.
An, 13. dra, 14. eel, 15. Ne, 17. samos, 19.
koord, 21. rin, 23. Ede, 27. ere, 28. pet, 30.
Lt, 32. Onan, 34. os, 36. ruw, 37. Epe, 39.
Nr, 41. o.l.
PRIJSWINNAARS
7.50: F. Keerwolf, Sparenbergstraat 1
Haarlem-Noord; 5,A. Rijke, Pleiaden-
plantsoen 117, IJmuiden; 2,50: S. Meijer,
G. Schulzlaan 6, Bloemendaal-Noord.
Boekwerkje: Chr. Jansen, Kruisweg
no. 1121A, Hoofddorp; Mevrouw Kleine,
Van Leeuwenstraat 12, IJmuiden; C. Spet
ten, Visserseinde 9, Spaarndam; E. T. H.
Bosman, Mr. Jan Gerritszlaan 19III,
Haarlem-Noord; S. Booms, Balistraat 3,
Heemstede; G. J. Geus, Muiderslotweg 75,
Haarlem-Noord; H. Bink, Grahamstr. ,88,
IJmuiden; E. J. A. van den Eijnde sr.
Burgm. Enschedélaan 24, Santpoort; G. C.
J. Koning, Brandtstraat 10, Haarlem; L.
Bink, Pleiadenplantsoen 119, IJmuiden.
Advertentie
,DE SLEUTELSPECALIST"
Lange Veerstraat 10 - Haarlem - Tel. 11493
DE NEDERLANDEN VAN
is een verzekering waard
De aanpassing van de ambtelijke wedu-
wenpensioenen aan het algemene wecju-
wenpensioen heeft een wonderlijke ge
schiedenis doorgemaakt. Op 9 juli 1959
werd bij de Tweede Kamer een wetsont
werp aanhangig gemaakt onder de naam
„Samenloop regeling overheidspensioen
met bodempensioen". Het wetsontwerp be
perkt de aanspraak op een overheidspen
sioen, wanneer de betreffende persoon ge
lijktijdig aanspraak heeft op een pensioen
krachtens de Algemene Ouderdomswet of
op een pensioen of uitkering krachtens de
Algemene Weduwen- en Wezenwet.
Nadat de Minister van Binnenlandse Za
ken de invoering van de Algemene We
duwen- en Wezenwet afhankelijk had ge
steld van de totstandkoming van genoem
de aanpassingswet, diende een Tweede-
Kamerlid op 14 juli 1959 een motie in,
waarbij de regering werd uitgenodigd zorg
te dragen, dat de Algemene Weduwen- en
Wezenwet niet later dan 1 oktober 1959
in werking zou treden. De motie werd o.a.
bestreden met de opmerking, dat zij niet
tot de regering, maar tot de Tweede Kamer
gericht had moeten worden. De Tweede
Kamer had aangespoord moeten worden
het aanpassingswetsontwerp met zeer
grote spoed te behandelen. De motie werd
tenslotte met 81 tegen 45 stemmen ver
worpen.
Tijdelijke regeling
Het heeft er veel op geleken, dat de re
gering deze verworpen motie toch heeft
uitgevoerd. Op 12 augustus 1959 werd na
melijk bij de Tweede Kamer een vereen
voudigd wetsontwerp ingediend onder de
naam „Tijdelijke regeling samenloop over-
heidsweduwen- en overheidswezenpen-
sioen met algemeen weduwen- en wezen
pensioen". Blijkens de Memorie van Toe
lichting meende de regering te mogen ver
trouwen, dat het de beide kamers der Sta-
ten-Generaal mogelijk zou zijn het wets
ontwerp op zodanige wijze te behandelen,
dat het vóór 1 oktober 1959 het Staatsblad
zou kunnen bereiken en de Algemene We
duwen- en Wezenwet op die datum in wer
king zou kunnen treden.
Terzelfder tijd wijzigde de Regering het
wetsontwerp van de definitieve „Samen
loopregeling overheidspensioen met bo
dempensioen". Deze regeling zou in wer
king moeten treden op 1 januari 1960, op
welke datum niet alleen de reeds lang be
staande aanpassingsregeling van over-
heidspensioenen en het algemene ouder
domspensioen werd ingetrokken, maar ook
de „Tijdelijke regeling samenloop over-
heidsweduwen- en overheidswezenpen-
sioen met algemeen weduwen- en wezen
pensioen". Deze tijdelijke regeling zou dus
slechts moeten gelden voor het laatste
kwartaal van 1959.
De beide Kamers der Staten-Generaal
hebben de tijdelijke regeling met grote
voortvarendheid behandeld en aangeno-
tnen ten einde de invoering der Algemene
Weduwen- en Wezenwet op 1 oktober 1959
yeilig te stellen. De vaste Tweede Kamer
commissie voor Ambtenarenzaken en Pen
sioenen verklaarde evenwel met nadruk,
dat uit de aanvaarding van deze noodza
kelijk geworden regeling met zijn strikt
tijdelijke werkingsduur niet afgeleid mocht
worden, dat met de inhoud daarvan werd
ingestemd.
Niet goed gelezen
De Commissie van Rapporteurs van de
Eerste Kamer maakte blijkbaar zo'n haast
met de behandeling van het wetsontwerp,
dat zij zich niet de tijd gunde het ontwerp
goed te lezen. In het door haar op 22 sep
tember 1959 vastgestelde verslag wordt
namelijk de hoop uitgesproken, dat de be
treffende tijdelijke regeling niet verlengd
zal behoeven te worden. Verlenging zal
echter nimmer nodig zijnj omdat de desbe
treffende regeling geen bepaling bevat,
welke haar werkingsduur beperkt. Als wet
zal zij dus in stand blijven, totdat zij door
een latere wet, in casu de definitieve rege
ling word ingetrokken.
Bij de mondelinge behandeling in de
Eerste Kamer gaf de minister van Binnen
landse Zaken de verzekering, dat hij zich
geenszins in slaap zou laten wiegen dooi
de gedachte, dat de zaak nu toch wel met
dit noodwetje marcheert, zoals hij de tij
delijke regeling noemde. „Deze regeling
bekoort mij niet, ik verkies een andere",
zo sprak de minister. Hij deed voorts de
toezegging, dat zijnerzijds alles werd ge
daan en zou worden gedaan om de datum
van 1 januari 1960 met de definitieve aan
passingsregeling te halen.
U it stel
Op 29 oktober 1959 stelde de vaste
Tweede Kamercommissie voor Ambtena
renzaken en Pensioenen haar Voorlopig
Verslag vast omtrent het wetsontwerp van
de definitieve „Samenloopregeling over
heidspensioen met bodempensioen". Ver
schillende leden der Commissie betreur
den, dat bij het onderhavige wetsontwerp
door de Minister niet tevens verbeteringen
in de pensioenpositie der ambtenaren aan
de orde waren gesteld. Betreurd werd, dat
de reeds jaren aangekondigde nieuwe Pen
sioenwet nog op zich laat wachten. Het
zou immers redelijk zijn beperking van
pensioenaanspraken tegelijk met het ge
heel van de pensioenrechten van het over
heidspersoneel te bezien. Eerst dan kan be
oordeeld worden, of een redelijke pensioen
regeling aanwezig is en of een verminde
ring van de ambtelijke pensioenaanspra
ken gerechtvaardigd is.
Thans kunnen alleen concrete toezeggin
gen worden gevraagd, welke bij de wijzi
ging der Pensioenwetten gerealiseerd kun-
worden. Mocht de Regering zodanige toe
zeggingen niet kunnen doen, dan zou de
gehele Commissie er de voorkeur aan
geven de behandeling van dit wetsontwerp
uit te stellen tot de algehele herziening
van de pensioen wetgeving.
In zijn brief van 16 november 1959
schreef de minister van Binnenlandse Za
ken aan de Voorzitter van de Tweede Ka
mer, dat het niet mogelijk was thans in
enigerlei vorm een toezegging te doen, als
bedoeld in het Voorlopig Verslag. De Mi
nister deelde verder mede, dat de Regering
geen bezwaar had tegen uitstel van de be
handeling van het wetsontwerp tot de alge
hele herziening van de pensioenwetgeving.
De noodwet
Een spoedige invoering van een nieuwe
pensioenwet is niet te verwachten. Wij
mogen dus aannemen, dat de zogenaamde
Noodwet nog wel geruime tijd in werking
zal blijven. Dit is voor ons aanleiding
enkele bepalingen van de wet weer te
geven.
Bij gelijktijdige aanspraak op een over-
heidsweduwenpensioen en een algemeen
weduwenpensioen wordt een korting toe
gepast op eerstgenoemd pensioen. Voor de
berekening van deze korting werkt de wet
met het getal A, dat het aantal jaren aan
geeft, waarnaar het overheidsweduwen-
lOERO ZILhETA
vlekvrij door en door,
mooi zonder poetsen
Weldra aanbesteding werk-
haven bij Fort Pampus
Op 13 april a.s. zal een belangrijk werk
in het kader van de inpoldering van Zuid-
Flevoland worden aanbesteed. Namelijk,
het maken van een werkhaven bij het
Fort Pampus in de voormalige zee ter
hoogte van Muiden. Kort na deze aanbe
steding zal ook nog de aanbesteding vol
gen van een nieuw dijkvak, nl. voor de
Gelders-Utrechtse kust ter hoogte van Nij-
kerk in westelijke richting tot ongeveer
Spakenburg. Deze beide aanbestedingen
zijn het bewijs, dat de voorrang voor de
inpoldering van Zuid Flevoland boven die
van de Markerwaard, waarvoor de minis
ter vorig najaar bij de indiening van de
begroting zijn voox-keur uitsprak, nu ook
een feit gaat worden. De werken, die tot
nu toe in uitvoering wai-en, namelijk dijk
vakken tussen Leliestad en Pampus, zou
den namelijk evengoed kunnen dienen
voor Zuid Flevoland (als noordelijke dijk)
als voor de Markerwaard (als zuidelijke
dijk). De nieuwe werken zijn echter dui
delijk bestemd voor de inpoldex-ing van
Zuid Flevoland, zodat de voorrang voor
deze polder hiermede wel een feit is ge
worden.
pensioen berekend is. De korting is gelijk
aan A/50 maal het bedrag van het alge
mene weduwenpensioen. A bedraagt maxi
maal 40. Er wordt dus nooit meer gekort
dan het 4/5 deel van het algemene wedu
wenpensioen. Dit geldt ook voor het geval,
dat er recht bestaat op meer dan één over-
heidsweduwenpensioen.
Particuliere pensioenen
De Algemene Ouderdomswet bevat ook
enkele bepalingen voor de aanpassing der
particuliere pensioenen. Die aanpassing
heeft over het algemeen niet tot moeilijk
heden geleid. Van de gelegenheid is vaak
gebruik gemaakt de voorziening voor we
duwen en wezen te verbeteren. Daarbij
hebben de werkgevers zich meestal het
recht voorbehouden een aftrek toe te pas
sen bij invoering van een algemene wedu
wen- en wezenverzekering.
In tegenstelling tot de Algemene Ouder
domswet bevat de Algemene Weduwen- en
Wezenwet op een kleine uitzondering
na geen aanpassingsbepalingen voor de
particuliex-e pensioenen. Die aanpassing
wordt dus beheerst door hetgeen wex-k-
gever en werknemer overeengekomen zijn
of nog zullen overeenkomen. In zeer vele
gevallen is men nog bezig zich te bezinnen
op de nieuwe situatie. Wij hebben echter
de indruk, dat het met deze aanpassing wel
los zal lopen.
Over het algemeen bestond er bij de
werkgevers weinig animo om reeds inge
gane pensioenen aan te passen aan het
algemene ouderdomspensioen. Voor inkor
ting van bestaande weduwenpensioenen is
er stellig nog minder animo. Er zijn heel
veel weduwenpensioenregelingen in het
bedrijfsleven, doch de uitkomsten zijn over
het algemeen van betrekkelijk bescheiden
aard. Uit dien hoofde is er dus weinig
reden tot korting.
Mr. C. A. Baron Bentinck.
Veel overbodigs
Na het in de Eei-ste Kamer gehouden de
bat over het wetsontwerp inzake de huur
verhoging bleef in sterke mate de indruk
achter, dat er zich veel overbodigs had
voorgedaan. Evenmin als van de zijde van
de voorstanders van de nieuwe huurver
hoging, die heden, 1 april, ingaat, is er uit
het kamp van de socialistische en commu
nistische tegenstanders nog iets nieuws
van betekenis in het midden gebracht na
de gedachtenwisseling over deze aangele
genheid aan de overzijde van het Binnen
hof.
Waarlijk, voor de zoveelste maal is weer
eens overduidelijk aan het licht getreden,
hoe onvruchtbaar althans in de regel
de bemoeienissen van de Eerste Kamer
zijn met voorstellen, die in de Tweede Ka
mer reeds van alle kanten bekeken zijn en
daar dan ten slotte een meerderheid be
haalden.
1 april-grap
De C.H. senator mr. Pollema is een
man, die meer dan eens blijk geeft zich
te kunnen vermeien in juridische spitsvon
digheden. Zo kwam hij deze keer zijn ge
hoor onthalen op de stelling dat de huur-
vei-hoging, ook al mocht de Senaat er op
30 maart zijn goedkeuring aan hechten en
daai-na 't wetsontwei-p dankzij de konink
lijke handtekening, met tevens de mede
ondertekening van de desbetreffende mi-
nisterts) tot wet verheven zijn, toch niet
met ingang van 1 april zou kunnen gaan
werken. Hij merkte namelijk op dat, vol
gens art. 2 van de uit 1829 daterende Wet
Houdende Algemene Bepalingen der Wet
geving van het Koninkrijk, de wetten wer
ken nadat derzelver afkondiging in alle de
len van het Koninkrijk bekend zal kunnen
zijn en dat uit hoofde van diezelfde wet
van 1829 het tijdstip, waarop de afkondi
ging gerekend wordt inderdaad alom be
kend te zijn, de twintigste dag is na die
van de dagtekening van het staatsblad
waarin de wet geplaatst is. Met andere
woorden, de wet op de huui-verhoging zou
pas op zijn vroegst werkingski-acht gaan
hebben op 19 april en niet op 1 april.
Dit hele vex-haal veroorzaakte overigens
noch bij de andere Kamerleden noch ach
ter de i-egeringstafel enige opschudding.
Terstond wist daar minister Van Aart-
sen de juistheid van de door mr. Polle
ma verkondigde theorie te weerleggen.
Nieuw was zij niet, want iets soortgelijks
had bij een ander wetsontwerp, een paar
jaar geleden, ook al eens prof. mr. De
Grooth beweerd. Maar deze had toen een
glashelder, volkomen sluitend college
lees: juridisch lesje gekregen van pro
fessor Samkalden in diens hoedanigheid
van minister van Justitie. Het was, wel
beschouwd, zo simpel als iets. De Wet
Houdende Algemene Bepalingen is een ge
wone wet en dus kan een latere gewone
wet met behulp van een afwijkende be
paling iets anders vaststellen dan in eerst
genoemde wet staat. Aldus was ook thans
het geval. In de wet op de huurverho
ging staat, dat zij op 1 april in werking
treedt. Daarmee is meteen het voox*-
schrift van de weg van 1829, waarnaar
mr. Pollema verweest tenminste wat de
in werkingti-eding van de huurverhogings-
wet aangaat, ter zijde geschoven. Het he
le betoog van mr. Pollema kwam dan ook
op niets anders neer dan op eenmis
lukte 1 aprilgrap, te danken aan een
beetje al te veel lust om een juridisch
grapje te willen uithalen!
Huurverhoging en grondbelasting
Vlak voor de stemming over hef: ont-
werp-huurverhoging trachtte mi-. In 't
Veld, de aanvoerder van de socialistische
senatoren, de beslissing over het ontwerp
nog te doen aanhouden totdat het inmid
dels door de Tweede Kamer aanvaarde
ontwerp ter vei-hoging van de grondbe
lasting in de Kamer van vijfenzeventig
eveneens ter tafel zou liggen en ten slotte
in stemming zou komen. Op zichzelf had
genoemde afgevaardigde er gelijk in, dat
er van regei-ingszijde een onmiddellijk1
verband tussen de beide ontwerpen was
gelegd. Daarom zou het, zo redeneerde hij
de voorkeur verdienen, te wachten totdat
de regering aan de hand van de beraad
slagingen over het ontwerp betreffende de
grondbelasting zou weten, hoe de senato-
x-en daar tegenover staan. De niet-socialis-
tische fracties voelden er niets voor in
het schuitje van mr. In 't Veld te stappen,
zodat dit uitstelvoorstel glad werd verwor
pen, nadat minister Van Aartsen zich niet
verder uit zijn tent had laten lokken dan
tot het spreken van de woorden: „Het
standpunt van de ï-egering omtrent de kop
peling van de beide ontwerpen is duide
lijk. Dat is duidelijk". Even later ging de
huux-verhoging er met 35-17 door (alleen
socialisten en communisten „tegen").
Mocht de fractieleider van de P.v.d.A.
in de Eerste Kamer werkelijk in zijn bin
nenste binnenste nog maar een greintje
ongerust geweest zijn, dat wellicht het
paax-d van Troje was binnengehaald door
aanneming van de huurverhoging terwijl
het lot van de verhoging der gx-ondbelas-
ting nog in het ongewisse bleef, dan heeft
minister Zijlstra hem px-ompt daax-op, al
thans in dit opzicht, een aangename
nachtrust bezorgd. In een door die be
windsman voor de anti-revolutionaire kies-
vereniging in Den Helder gehouden rede
voering heeft hij immers duidelijker dan
ooit kenbaar gemaakt, dat het Kabinet
(en waarlijk niet alleen hij, de minister
van Financiën) de voorgestelde verhoging
van de grondbelasting in onmiddellijke sa
menhang met de huurverhoging volstrekt
noodzakelijk acht. Het kabinetsstandpunt
maakt het danook uitgesloten, dat de Eer
ste Kamer straks de verhoging van de
grondbelasting van de hand zou kunnen
wijzen zonder meteen een kabinetscrisis te
doen ontstaan. En nu behoeft het waarlijk
geen betoog, dat een flinke meerderheid
in de Eerste Kamer er eenvoudig niet aan
zal denken, zulk een crisis voor haar re
kening te nemen.
Nicuw-Guinea en de
Karei Doorman
Na vele jaren van achtex-stand, die zeker
niet aan de Tweede Kamer te verwijten
valt, is daar de begroting van Nieuw-Gui-
nea eindelijk aan de orde gekomen. De
volgende week komt de regering pas aan
hel woord en dan zal er waarschijnlijk
nog wel gelegenheid zijn sommige meric-
waax-dige punten nader in ogenschouw te
nemen. Voor deze keer bepaal ik mij tot
de opmerking, dat de Tweede Kamer van
ongewone actualiteitszin blijk heeft gege
ven. En wel door plots het bericht, dat
woensdagmiddag in de lucht zat over het
plan, dat de Karei Doorman met twee on
derzeebootjagers in mei naar Nedex-lands
Nieuw-Guinea zal vertx-ekken, binnen de
sfeer van de gedachtenwisseling te betrek
ken.
Mevrouw mr. Stoffels-Van Haaften
(V.V.D.) alsook andex-e afgevaax-digden
vonden de voorgenomen „vlagvertoon"-
expeditie nog zo gek niet, ja zij zagen
daarin bepaald iets nuttigs. Daarentegen
opperde mr. Burger (P.v.d.A.) enige be-
zwaren, waaronder het bezwaar dat Ne-
dei-land aldus te lang zijn bijdrage aan
de Noord-Atlantische vex-dedigingssamen
werking zou verzwakken. Hij wilde be
slist het naadje van de kous weten en
drukte minister Toxopeus op het hart, er
zich niet met een Jantje van Leiden af te
maken. Dat zal deze zeker ook allerminst
doen, al ware het alleen reeds omdat hij
daarvoor veel te verstandig is. Met be
langstelling kan men derhalve uitzien
naar wat er de volgende week met be
trekking tot deze aangelegenheid en
dan natuux-lijk niet in de laatste plaats
in het licht van de factoren van interna
tionale aard, die hierbij aandacht verdie
nen uit de ministeriële mond zal ko
men.
Dr. E. van Raalte
NIEUW-ZEELAND. Het eeuwfeest
van de provincie Westland zal onder
meer worden gevierd met een serie van
drie postzegels. De zegel van 2 d. (groen)
vertoont een onderzoeker, die van 3 d.
(kastanjebruin) een gouddelver en die
van 8 d. (blauwgrijs) een koloniste met
kind. De eerste dag van uitgifte is
16 mei.
NEDERLAND. Op 16 april zal de
K.L.M. op het traject AmsterdamNew
York het DC-8 straalvliegtuig in ge
bruik nemen. Op de met deze vlucht te
verzenden stukken, waarop een duide
lijke en in het oog vallende aanduiding
voorkomt, dat verzending met deze
vlucht wordt verlangd, zal te Amster
dam CS een afdruk van een bijzonder
stempel worden geplaatst. Het gebruik
van een zogenaamde Kraaizegel van
25 cent is niet verplicht, wel is deze aan
de zegelloketten van de postkantoren
van 4 tot en met 14 april verkrijgbaar.
De frankering bedraagt 0,50 ge
wicht tot 5 gram. Aan de postadmini
stratie van de Verenigde Staten is ver
zocht de stukken bij aankomst te New
York te doen voorzien van een dag
tekeningstempel. Zij, die geen relaties
in de Verenigde Staten hebben, kunnen
hun correspondentie ter terugzending
aan de afzender richten aan: K.L.M.
Royal Dutch Airlines, 5th Avenue 609,
New York N.Y. (U.S.A.). Op de aan dit
adres gerichte stukken, waarvan de
terugzending kosteloos is, moeten de
naam en het volledige adres van de af
zender op duidelijke wijze worden ver
meld.
WEST-BERLIJN. Vijftig jaar geleden
overleed de Duitse geneeskundige en
bacterioloog Robert Koch (18431910),
die in 1882 als verwekker van de tuber
culose de tuberkelbacil ontdekte. Dit
feit zal worden herdacht met een post
zegel van 20 pf. (donkerbruinviolet), die
op 27 mei verschijnt.
SURINAME. Ter gelegenheid van het
Wereldvluchtelingenjaar geeft de Suri
naamse postadministratie op 7 april
twee postzegels uit. De waarden zijn:
8 -'r '4 cent (bruin en groen) en 10 5
cent (blauw en groen). Op beide zegels
komt het embleem van het Vluchte-
lingenjaar, de ontwortelde boom, voor
naar het ontwerp van de postadmini
stratie van de Verenigde Naties. Het
opschrift luidt: Helpt de Refugees. De
zegels zijn gedrukt bij Joh. Enschedé en
Zonen te Haarlem in een oplage van
250.000 series.
ZWITSERLAND. Voor het Wereld
vluchtelingenjaar zullen op 7 april twee
postzegels verschijnen. Het zijn geen
speciale zegels, maar op 24 oktober 1959
uitgegeven dienstzegels van het Euro-
ANNÉE
MQNOIAljE
DU REFUSIt'
pese Bureau van de Verenigde Naties te
Genève zullen de opdruk „Année mon
diale du réfugié' krijgen. Het betreft de
waarden 20 rp. (donkerblauw) en 50 rp.
(rood).
DENEMARKEN. Op 28 april zal een
serie van drie postzegels, 12 öre (groen),
30 öre (rood) en 60 öre (blauw) worden
uitgegeven, die gewijd is aan de land
bouw. Op elke waarde ziet men een
verschillend landbouwwerktuig. De ze
gels zijn ontworpen door Rasmus Nelle-
mann en gegraveerd door Bent Jacob-
sen.
FRANKRIJK. De Franse posterijen
hebben twee postzegels het licht doen
zien ter herinnering aan het feit, dat
honderd jaar geleden Savoie en Nice
bij Frankrijk werden gevoegd. Op de
0.30 fr. is tegen een achtergrond van
een berglandschap een vrouw in natio
nale klederdracht en op de 0.50 fr. tegen
een achtergrond van de stad Nice een
vrouw in nationale klederdracht afge
beeld.
Busdienst op Spanje
De regeringen van Spanje, Nederland
en de daartussen gelegen landen hebben
aan een Bredase autobusmaatschappij
(Brabena) concessie verleend voor het on
derhouden van een internationale autobus
dienst tussen Nederland en Spanje.
In de periode van half april tot half
oktober vertrekt deze dienst elke zondag
vanaf Amsterdam en elke donderdag van
af Barcelona. Een enkele reis duurt drie
dagen.
Dit is de tweede internationale lijn
dienst concessie, welke de onderneming
heeft. De andere lijn loopt naar de Riviera.