UW LEVEN OP EN OM HET BINNENHOF Protestanten, katholieken en humanisten over de zondag FILATELIE Kerkelijk Leven Puzzel no. 26 SLOT DEFECT? DE AANPASSING VAN PENSIOENEN ZATERDAG 2 APRIL 1960 De zondagsviering is het onderwerp ge weest in een speciale commissie van het Nederlands Gesprekcentrum. Protestant se en rooms-katholieke christenen hebben samen met humanisten getracht de „zin van de zondag" aan een onderzoek te on derwerpen. Zij hebben daarbij gezocht naar de historische achtergrond van de zondag en elke groep heeft haar levensbe schouwelijke visie op de zondag naar vo ren gebracht. Vervolgens hebben zij geke ken naar de praktijk van deze dag en vroegen zij zich af wat de zondagsvie ring bedreigt. Ten slotte hebben zij zich beziggehouden met de wenselijkheden en mogelijkheden omtrent een verbetering van de praktijk en een terugdringen van de gevaren voor een juiste religieuze of althans menswaardige zondagsbeleving. De rooms-katholieke en de reformatori sche beschouwing van de zondag loopt in grote mate parallel, maar toch is er een belangrijk onderscheid. Voor deze beide groepen is de zondag in de eerste plaats een religieuze aangelegenheid. Voor de r. katholiek is het een dag, die bijzonder ge reserveerd moet worden voor de vervul ling van de religieuze verplichtingen. De heiliging van de zondag is echter geen zaak voor de eenling, maar van de chris telijke gemeenschap, waardoor de gods dienstigheid en de zondag een sociaal ka rakter hebben. De protestantse christenen zien de zon dag als een ideaal voorbeeld voor de an dere levensdagen. Als een teken van de blijde boodschap van de Messias. Zij me nen, dat met de zondag God ingrijpt in het arbeidsritme van de mens om deze mens te beschermen en hem ervan te doordringen, dat hij van God is. Minder sterk dan katholieke kring spreekt bij de protestanten het gezag. Meer bepalend zijn de zeden, die lang van geldende kracht zijn geweest. De humanist verstaat de zondag als een dag van evenwicht, waarop harmonische tekorten van het persoonlijk leven en van de gemeenschap kunnen worden aange vuld. De zondag is een dag van bezin ning op levensvragen, een dag van ver bondenheid met anderen, en een dag van ontspanning. Wat de praktijk betreft ziet men, dat het zondagspatroon duidelijk aan het veran deren is. Bij de katholieken is het twee maal bijwonen van een mis op zondag in onbruik geraakt: de middag- en avond dienst worden beduidend minder bezocht. Hier staat tegenover dat de misviering meer in de aandacht is gekomen door een intense beleving en een grote luister. De katholieke zondag wordt gekenmerkt door inkeer en vreugde. Ten aanzien van de vrijetijdsbesteding heeft men steeds een tamelijk ruim standpunt ingenomen. Bij de protestantse christen voltrekt zich in de godsdienstige viering ook een verandering. Men zoekt nieuwe vormen van samenkomen, waarbij vooral het so ciale karakter de nadruk krijgt. Wat be treft de ontspanning zijn de inzichten nog zeer verschillend, maar er is een duide lijke verschuiving naar ruimere opvattin- Twee puzzels in één. In de cirkel uit sluitend aardrijkskundige namen. Opgave Horizontaal: 1. sterke drank, 3. zware bijl, 6. deel van de mast, 7. dun, 10. sportterm, 11. lidwoord, 14. kleding, 15. lusthof. Verticaal: 1. tijdrekening, 2. spil, 4. slede, 5. opslagplaats, 8. putemmertje, 9. pit, 12. getij, 13. jongensnaam (afk.). gen. De zede is een goede zaak, meent men, als deze uit het leven zelf komt. Nu de eenzijdig kerkelijke traditie in invloed afneemt, krijgen andere wijzen van bena dering meer kans tot vormgeving. Het gereformeerde zondagspatroon laat welbewust niet veel ruimte voor persoon lijke afwijkingen. De opvatting van de zon dag is nog streng kerks. Men deelt de ka tholieke opvatting niet, dat de zondag ook door sport en ontspanning geheiligd kan worden. De gereformeerde christen stelt echter wel echtheid van de zondagsvie- ing als voorwaarde en veranderingen in het algemeen kuituurbeeld zal men zeker tijdig dienen te onderkennen. In reformatorische kring dringt het be sef door, dat voor de zondagsviering.de Bijbel weinig voorschriften geeft. Bepa lend is wat de gemeente in christelijke vrij heid verstaat van de oude zondagszeden en van de mogelijkheid om deze aan te wenden tot lof van God en tot heil en vreug de van de mens. Men zal op moeten ko men voor de innerlijke waarde van de tra ditionele zeden. „Immers met het verdwij nen van de gewoonten van vroeger, waar bij wij in sommige gevallen herademen en waaronder wij in andere gevallen lij den, zijn vaak de eerbied voor God en de vrede en de vreugde onder elkaar verlo ren gegaan." Opvallend is, hoe de humanist zoekt naar een geestelijke vorm voor de zon dagsviering. Men zoekt voortdurend naar een gemeenschappelijke belevingsvorm in plaatselijke samenkomsten. Het bezoeken hiervan is voor de leden niet slechts een zaak van persoonlijke behoefte, maar ook van persoonlijke verantwoordelijkheid. De humanisten achten met de beide andere levensbeschouwingen de zondag van fun damenteel belang als dag van bezinning, herstel, gemeenschap en correctie op de al te materieel ingestelde arbeid van te genwoordig. Het valt dus niet te verwonderen dat de commissie tot min of meer gelijkluiden de opvattingen kwam over dat wat de zon dag bedreigt en omtrent hetgeen ter ver betering kan worden gedaan. Men voelt vooral een bedreiging van „binnenuit" door verslapping van het godsdienstig in zicht bij de christenen. De katholieken in de commissie wezen op de verwaarlozing van de misviering bij velen en ook.van re formatorische kant wees men op verslap ping en laksheid. Vele christenen gaan er toe over de zondag te beschouwen als lou ter een vrije dag, of althans als een ge deeltelijk alléén maar vrije dag, die met religie niets te maken heeft. Het gevaar van „buitenaf" dat de zon dag bedreigt, bestaat niet slechts in de ver schillende opvattingen omtrent de zondag, maar ook in de hedendaagse waardering van de mens, uitsluitend naar zijn pres taties. Tot de mogelijkheden en wenselijkheden rekent de commissie het krachtig vast houden aan een algemene zondag en een grote mate van verdraagzaamheid betref fende elkanders opvattingen. Er is over leg, begrip en samenspraak nodig, in steeds wijder kring. Het is noodzakelijk, zo meent de commissie unaniem, dat in gegaan wordt tegen louter vormdienst, te gen het alleen maar uitgaan van plichten en geboden èn dat er ingegaan wordt te gen het nihilisme. De zondagsarbeid moet zoveel mogelijk worden beperkt, ook door hen, die zo graag werk mee naar huis ne men en zondags gaan studeren, boeken bij houden of correspondentie verzorgen. Het gemeenschappelijke van de zondag mag niet worden opgeofferd aan doelmatig heidsoverwegingen van welke aard ook. De zondag is ook voor het gezin van groot belang, omdat het vaak de enige dag is, waarop het gezin bij elkaar is. Naast nog vele andere overwegingen, meent de commissie ten slotte, dat de overheid wel degelijk ten aanzien van de zondagsviering een taak heeft, maar dat zij haar taak niet te absoluut mag zien. In de cirkel: 1. plaats in België; 2. plaats in Duitsland, 3. landstreek in Sumatra, 4. water in Zuid-Holland, 5. plaats in Noord holland, 6. stad aan de Rhone (Frankrijk), 7. plaats in de Betuwe, 8. plaats in Lim burg, 9. plaats in de staat Nevada (V.S.), 10. plaats in Japan (bij Osaka), 11. rivier in Nederland, 12. plaats in de Betuwe, 13. plaats in Gelderland, 14. universiteits stad in Engeland, 15. water bij Delfzijl, 16. zijtak van de Donau. Bij juiste invulling staat er in de bui tenste cirkelrand van 1 tot en met 16 de naam van een gemeente in Drente. Inzenden voor donderdagochtend uit sluitend per briefkaart. OPLOSSING PUZZEL no. 25. Horizontaal: 1. Berkenwoude, 8. Ee, 9. er, 10. ra, 12. adder, 15. nn, 16. Ens, 18. ree, 19. kei, 20. ara, 22. Leo, 24. demi, 25. doch, 26. one. 28. per, 29. els, 31. roe, 33. Dou, 35. ct, 36. rente, 38. s.s., 39. nu, 40. Po, 42. Terwinselen. Verticaal: 1. Barendrecht, 2. re, 3. kea, 4. node, 5. oer, 6. Ur, 7. Einighausen, 11. An, 13. dra, 14. eel, 15. Ne, 17. samos, 19. koord, 21. rin, 23. Ede, 27. ere, 28. pet, 30. Lt, 32. Onan, 34. os, 36. ruw, 37. Epe, 39. Nr, 41. o.l. PRIJSWINNAARS 7.50: F. Keerwolf, Sparenbergstraat 1 Haarlem-Noord; 5,A. Rijke, Pleiaden- plantsoen 117, IJmuiden; 2,50: S. Meijer, G. Schulzlaan 6, Bloemendaal-Noord. Boekwerkje: Chr. Jansen, Kruisweg no. 1121A, Hoofddorp; Mevrouw Kleine, Van Leeuwenstraat 12, IJmuiden; C. Spet ten, Visserseinde 9, Spaarndam; E. T. H. Bosman, Mr. Jan Gerritszlaan 19III, Haarlem-Noord; S. Booms, Balistraat 3, Heemstede; G. J. Geus, Muiderslotweg 75, Haarlem-Noord; H. Bink, Grahamstr. ,88, IJmuiden; E. J. A. van den Eijnde sr. Burgm. Enschedélaan 24, Santpoort; G. C. J. Koning, Brandtstraat 10, Haarlem; L. Bink, Pleiadenplantsoen 119, IJmuiden. Advertentie ,DE SLEUTELSPECALIST" Lange Veerstraat 10 - Haarlem - Tel. 11493 DE NEDERLANDEN VAN is een verzekering waard De aanpassing van de ambtelijke wedu- wenpensioenen aan het algemene wecju- wenpensioen heeft een wonderlijke ge schiedenis doorgemaakt. Op 9 juli 1959 werd bij de Tweede Kamer een wetsont werp aanhangig gemaakt onder de naam „Samenloop regeling overheidspensioen met bodempensioen". Het wetsontwerp be perkt de aanspraak op een overheidspen sioen, wanneer de betreffende persoon ge lijktijdig aanspraak heeft op een pensioen krachtens de Algemene Ouderdomswet of op een pensioen of uitkering krachtens de Algemene Weduwen- en Wezenwet. Nadat de Minister van Binnenlandse Za ken de invoering van de Algemene We duwen- en Wezenwet afhankelijk had ge steld van de totstandkoming van genoem de aanpassingswet, diende een Tweede- Kamerlid op 14 juli 1959 een motie in, waarbij de regering werd uitgenodigd zorg te dragen, dat de Algemene Weduwen- en Wezenwet niet later dan 1 oktober 1959 in werking zou treden. De motie werd o.a. bestreden met de opmerking, dat zij niet tot de regering, maar tot de Tweede Kamer gericht had moeten worden. De Tweede Kamer had aangespoord moeten worden het aanpassingswetsontwerp met zeer grote spoed te behandelen. De motie werd tenslotte met 81 tegen 45 stemmen ver worpen. Tijdelijke regeling Het heeft er veel op geleken, dat de re gering deze verworpen motie toch heeft uitgevoerd. Op 12 augustus 1959 werd na melijk bij de Tweede Kamer een vereen voudigd wetsontwerp ingediend onder de naam „Tijdelijke regeling samenloop over- heidsweduwen- en overheidswezenpen- sioen met algemeen weduwen- en wezen pensioen". Blijkens de Memorie van Toe lichting meende de regering te mogen ver trouwen, dat het de beide kamers der Sta- ten-Generaal mogelijk zou zijn het wets ontwerp op zodanige wijze te behandelen, dat het vóór 1 oktober 1959 het Staatsblad zou kunnen bereiken en de Algemene We duwen- en Wezenwet op die datum in wer king zou kunnen treden. Terzelfder tijd wijzigde de Regering het wetsontwerp van de definitieve „Samen loopregeling overheidspensioen met bo dempensioen". Deze regeling zou in wer king moeten treden op 1 januari 1960, op welke datum niet alleen de reeds lang be staande aanpassingsregeling van over- heidspensioenen en het algemene ouder domspensioen werd ingetrokken, maar ook de „Tijdelijke regeling samenloop over- heidsweduwen- en overheidswezenpen- sioen met algemeen weduwen- en wezen pensioen". Deze tijdelijke regeling zou dus slechts moeten gelden voor het laatste kwartaal van 1959. De beide Kamers der Staten-Generaal hebben de tijdelijke regeling met grote voortvarendheid behandeld en aangeno- tnen ten einde de invoering der Algemene Weduwen- en Wezenwet op 1 oktober 1959 yeilig te stellen. De vaste Tweede Kamer commissie voor Ambtenarenzaken en Pen sioenen verklaarde evenwel met nadruk, dat uit de aanvaarding van deze noodza kelijk geworden regeling met zijn strikt tijdelijke werkingsduur niet afgeleid mocht worden, dat met de inhoud daarvan werd ingestemd. Niet goed gelezen De Commissie van Rapporteurs van de Eerste Kamer maakte blijkbaar zo'n haast met de behandeling van het wetsontwerp, dat zij zich niet de tijd gunde het ontwerp goed te lezen. In het door haar op 22 sep tember 1959 vastgestelde verslag wordt namelijk de hoop uitgesproken, dat de be treffende tijdelijke regeling niet verlengd zal behoeven te worden. Verlenging zal echter nimmer nodig zijnj omdat de desbe treffende regeling geen bepaling bevat, welke haar werkingsduur beperkt. Als wet zal zij dus in stand blijven, totdat zij door een latere wet, in casu de definitieve rege ling word ingetrokken. Bij de mondelinge behandeling in de Eerste Kamer gaf de minister van Binnen landse Zaken de verzekering, dat hij zich geenszins in slaap zou laten wiegen dooi de gedachte, dat de zaak nu toch wel met dit noodwetje marcheert, zoals hij de tij delijke regeling noemde. „Deze regeling bekoort mij niet, ik verkies een andere", zo sprak de minister. Hij deed voorts de toezegging, dat zijnerzijds alles werd ge daan en zou worden gedaan om de datum van 1 januari 1960 met de definitieve aan passingsregeling te halen. U it stel Op 29 oktober 1959 stelde de vaste Tweede Kamercommissie voor Ambtena renzaken en Pensioenen haar Voorlopig Verslag vast omtrent het wetsontwerp van de definitieve „Samenloopregeling over heidspensioen met bodempensioen". Ver schillende leden der Commissie betreur den, dat bij het onderhavige wetsontwerp door de Minister niet tevens verbeteringen in de pensioenpositie der ambtenaren aan de orde waren gesteld. Betreurd werd, dat de reeds jaren aangekondigde nieuwe Pen sioenwet nog op zich laat wachten. Het zou immers redelijk zijn beperking van pensioenaanspraken tegelijk met het ge heel van de pensioenrechten van het over heidspersoneel te bezien. Eerst dan kan be oordeeld worden, of een redelijke pensioen regeling aanwezig is en of een verminde ring van de ambtelijke pensioenaanspra ken gerechtvaardigd is. Thans kunnen alleen concrete toezeggin gen worden gevraagd, welke bij de wijzi ging der Pensioenwetten gerealiseerd kun- worden. Mocht de Regering zodanige toe zeggingen niet kunnen doen, dan zou de gehele Commissie er de voorkeur aan geven de behandeling van dit wetsontwerp uit te stellen tot de algehele herziening van de pensioen wetgeving. In zijn brief van 16 november 1959 schreef de minister van Binnenlandse Za ken aan de Voorzitter van de Tweede Ka mer, dat het niet mogelijk was thans in enigerlei vorm een toezegging te doen, als bedoeld in het Voorlopig Verslag. De Mi nister deelde verder mede, dat de Regering geen bezwaar had tegen uitstel van de be handeling van het wetsontwerp tot de alge hele herziening van de pensioenwetgeving. De noodwet Een spoedige invoering van een nieuwe pensioenwet is niet te verwachten. Wij mogen dus aannemen, dat de zogenaamde Noodwet nog wel geruime tijd in werking zal blijven. Dit is voor ons aanleiding enkele bepalingen van de wet weer te geven. Bij gelijktijdige aanspraak op een over- heidsweduwenpensioen en een algemeen weduwenpensioen wordt een korting toe gepast op eerstgenoemd pensioen. Voor de berekening van deze korting werkt de wet met het getal A, dat het aantal jaren aan geeft, waarnaar het overheidsweduwen- lOERO ZILhETA vlekvrij door en door, mooi zonder poetsen Weldra aanbesteding werk- haven bij Fort Pampus Op 13 april a.s. zal een belangrijk werk in het kader van de inpoldering van Zuid- Flevoland worden aanbesteed. Namelijk, het maken van een werkhaven bij het Fort Pampus in de voormalige zee ter hoogte van Muiden. Kort na deze aanbe steding zal ook nog de aanbesteding vol gen van een nieuw dijkvak, nl. voor de Gelders-Utrechtse kust ter hoogte van Nij- kerk in westelijke richting tot ongeveer Spakenburg. Deze beide aanbestedingen zijn het bewijs, dat de voorrang voor de inpoldering van Zuid Flevoland boven die van de Markerwaard, waarvoor de minis ter vorig najaar bij de indiening van de begroting zijn voox-keur uitsprak, nu ook een feit gaat worden. De werken, die tot nu toe in uitvoering wai-en, namelijk dijk vakken tussen Leliestad en Pampus, zou den namelijk evengoed kunnen dienen voor Zuid Flevoland (als noordelijke dijk) als voor de Markerwaard (als zuidelijke dijk). De nieuwe werken zijn echter dui delijk bestemd voor de inpoldex-ing van Zuid Flevoland, zodat de voorrang voor deze polder hiermede wel een feit is ge worden. pensioen berekend is. De korting is gelijk aan A/50 maal het bedrag van het alge mene weduwenpensioen. A bedraagt maxi maal 40. Er wordt dus nooit meer gekort dan het 4/5 deel van het algemene wedu wenpensioen. Dit geldt ook voor het geval, dat er recht bestaat op meer dan één over- heidsweduwenpensioen. Particuliere pensioenen De Algemene Ouderdomswet bevat ook enkele bepalingen voor de aanpassing der particuliere pensioenen. Die aanpassing heeft over het algemeen niet tot moeilijk heden geleid. Van de gelegenheid is vaak gebruik gemaakt de voorziening voor we duwen en wezen te verbeteren. Daarbij hebben de werkgevers zich meestal het recht voorbehouden een aftrek toe te pas sen bij invoering van een algemene wedu wen- en wezenverzekering. In tegenstelling tot de Algemene Ouder domswet bevat de Algemene Weduwen- en Wezenwet op een kleine uitzondering na geen aanpassingsbepalingen voor de particuliex-e pensioenen. Die aanpassing wordt dus beheerst door hetgeen wex-k- gever en werknemer overeengekomen zijn of nog zullen overeenkomen. In zeer vele gevallen is men nog bezig zich te bezinnen op de nieuwe situatie. Wij hebben echter de indruk, dat het met deze aanpassing wel los zal lopen. Over het algemeen bestond er bij de werkgevers weinig animo om reeds inge gane pensioenen aan te passen aan het algemene ouderdomspensioen. Voor inkor ting van bestaande weduwenpensioenen is er stellig nog minder animo. Er zijn heel veel weduwenpensioenregelingen in het bedrijfsleven, doch de uitkomsten zijn over het algemeen van betrekkelijk bescheiden aard. Uit dien hoofde is er dus weinig reden tot korting. Mr. C. A. Baron Bentinck. Veel overbodigs Na het in de Eei-ste Kamer gehouden de bat over het wetsontwerp inzake de huur verhoging bleef in sterke mate de indruk achter, dat er zich veel overbodigs had voorgedaan. Evenmin als van de zijde van de voorstanders van de nieuwe huurver hoging, die heden, 1 april, ingaat, is er uit het kamp van de socialistische en commu nistische tegenstanders nog iets nieuws van betekenis in het midden gebracht na de gedachtenwisseling over deze aangele genheid aan de overzijde van het Binnen hof. Waarlijk, voor de zoveelste maal is weer eens overduidelijk aan het licht getreden, hoe onvruchtbaar althans in de regel de bemoeienissen van de Eerste Kamer zijn met voorstellen, die in de Tweede Ka mer reeds van alle kanten bekeken zijn en daar dan ten slotte een meerderheid be haalden. 1 april-grap De C.H. senator mr. Pollema is een man, die meer dan eens blijk geeft zich te kunnen vermeien in juridische spitsvon digheden. Zo kwam hij deze keer zijn ge hoor onthalen op de stelling dat de huur- vei-hoging, ook al mocht de Senaat er op 30 maart zijn goedkeuring aan hechten en daai-na 't wetsontwei-p dankzij de konink lijke handtekening, met tevens de mede ondertekening van de desbetreffende mi- nisterts) tot wet verheven zijn, toch niet met ingang van 1 april zou kunnen gaan werken. Hij merkte namelijk op dat, vol gens art. 2 van de uit 1829 daterende Wet Houdende Algemene Bepalingen der Wet geving van het Koninkrijk, de wetten wer ken nadat derzelver afkondiging in alle de len van het Koninkrijk bekend zal kunnen zijn en dat uit hoofde van diezelfde wet van 1829 het tijdstip, waarop de afkondi ging gerekend wordt inderdaad alom be kend te zijn, de twintigste dag is na die van de dagtekening van het staatsblad waarin de wet geplaatst is. Met andere woorden, de wet op de huui-verhoging zou pas op zijn vroegst werkingski-acht gaan hebben op 19 april en niet op 1 april. Dit hele vex-haal veroorzaakte overigens noch bij de andere Kamerleden noch ach ter de i-egeringstafel enige opschudding. Terstond wist daar minister Van Aart- sen de juistheid van de door mr. Polle ma verkondigde theorie te weerleggen. Nieuw was zij niet, want iets soortgelijks had bij een ander wetsontwerp, een paar jaar geleden, ook al eens prof. mr. De Grooth beweerd. Maar deze had toen een glashelder, volkomen sluitend college lees: juridisch lesje gekregen van pro fessor Samkalden in diens hoedanigheid van minister van Justitie. Het was, wel beschouwd, zo simpel als iets. De Wet Houdende Algemene Bepalingen is een ge wone wet en dus kan een latere gewone wet met behulp van een afwijkende be paling iets anders vaststellen dan in eerst genoemde wet staat. Aldus was ook thans het geval. In de wet op de huurverho ging staat, dat zij op 1 april in werking treedt. Daarmee is meteen het voox*- schrift van de weg van 1829, waarnaar mr. Pollema verweest tenminste wat de in werkingti-eding van de huurverhogings- wet aangaat, ter zijde geschoven. Het he le betoog van mr. Pollema kwam dan ook op niets anders neer dan op eenmis lukte 1 aprilgrap, te danken aan een beetje al te veel lust om een juridisch grapje te willen uithalen! Huurverhoging en grondbelasting Vlak voor de stemming over hef: ont- werp-huurverhoging trachtte mi-. In 't Veld, de aanvoerder van de socialistische senatoren, de beslissing over het ontwerp nog te doen aanhouden totdat het inmid dels door de Tweede Kamer aanvaarde ontwerp ter vei-hoging van de grondbe lasting in de Kamer van vijfenzeventig eveneens ter tafel zou liggen en ten slotte in stemming zou komen. Op zichzelf had genoemde afgevaardigde er gelijk in, dat er van regei-ingszijde een onmiddellijk1 verband tussen de beide ontwerpen was gelegd. Daarom zou het, zo redeneerde hij de voorkeur verdienen, te wachten totdat de regering aan de hand van de beraad slagingen over het ontwerp betreffende de grondbelasting zou weten, hoe de senato- x-en daar tegenover staan. De niet-socialis- tische fracties voelden er niets voor in het schuitje van mr. In 't Veld te stappen, zodat dit uitstelvoorstel glad werd verwor pen, nadat minister Van Aartsen zich niet verder uit zijn tent had laten lokken dan tot het spreken van de woorden: „Het standpunt van de ï-egering omtrent de kop peling van de beide ontwerpen is duide lijk. Dat is duidelijk". Even later ging de huux-verhoging er met 35-17 door (alleen socialisten en communisten „tegen"). Mocht de fractieleider van de P.v.d.A. in de Eerste Kamer werkelijk in zijn bin nenste binnenste nog maar een greintje ongerust geweest zijn, dat wellicht het paax-d van Troje was binnengehaald door aanneming van de huurverhoging terwijl het lot van de verhoging der gx-ondbelas- ting nog in het ongewisse bleef, dan heeft minister Zijlstra hem px-ompt daax-op, al thans in dit opzicht, een aangename nachtrust bezorgd. In een door die be windsman voor de anti-revolutionaire kies- vereniging in Den Helder gehouden rede voering heeft hij immers duidelijker dan ooit kenbaar gemaakt, dat het Kabinet (en waarlijk niet alleen hij, de minister van Financiën) de voorgestelde verhoging van de grondbelasting in onmiddellijke sa menhang met de huurverhoging volstrekt noodzakelijk acht. Het kabinetsstandpunt maakt het danook uitgesloten, dat de Eer ste Kamer straks de verhoging van de grondbelasting van de hand zou kunnen wijzen zonder meteen een kabinetscrisis te doen ontstaan. En nu behoeft het waarlijk geen betoog, dat een flinke meerderheid in de Eerste Kamer er eenvoudig niet aan zal denken, zulk een crisis voor haar re kening te nemen. Nicuw-Guinea en de Karei Doorman Na vele jaren van achtex-stand, die zeker niet aan de Tweede Kamer te verwijten valt, is daar de begroting van Nieuw-Gui- nea eindelijk aan de orde gekomen. De volgende week komt de regering pas aan hel woord en dan zal er waarschijnlijk nog wel gelegenheid zijn sommige meric- waax-dige punten nader in ogenschouw te nemen. Voor deze keer bepaal ik mij tot de opmerking, dat de Tweede Kamer van ongewone actualiteitszin blijk heeft gege ven. En wel door plots het bericht, dat woensdagmiddag in de lucht zat over het plan, dat de Karei Doorman met twee on derzeebootjagers in mei naar Nedex-lands Nieuw-Guinea zal vertx-ekken, binnen de sfeer van de gedachtenwisseling te betrek ken. Mevrouw mr. Stoffels-Van Haaften (V.V.D.) alsook andex-e afgevaax-digden vonden de voorgenomen „vlagvertoon"- expeditie nog zo gek niet, ja zij zagen daarin bepaald iets nuttigs. Daarentegen opperde mr. Burger (P.v.d.A.) enige be- zwaren, waaronder het bezwaar dat Ne- dei-land aldus te lang zijn bijdrage aan de Noord-Atlantische vex-dedigingssamen werking zou verzwakken. Hij wilde be slist het naadje van de kous weten en drukte minister Toxopeus op het hart, er zich niet met een Jantje van Leiden af te maken. Dat zal deze zeker ook allerminst doen, al ware het alleen reeds omdat hij daarvoor veel te verstandig is. Met be langstelling kan men derhalve uitzien naar wat er de volgende week met be trekking tot deze aangelegenheid en dan natuux-lijk niet in de laatste plaats in het licht van de factoren van interna tionale aard, die hierbij aandacht verdie nen uit de ministeriële mond zal ko men. Dr. E. van Raalte NIEUW-ZEELAND. Het eeuwfeest van de provincie Westland zal onder meer worden gevierd met een serie van drie postzegels. De zegel van 2 d. (groen) vertoont een onderzoeker, die van 3 d. (kastanjebruin) een gouddelver en die van 8 d. (blauwgrijs) een koloniste met kind. De eerste dag van uitgifte is 16 mei. NEDERLAND. Op 16 april zal de K.L.M. op het traject AmsterdamNew York het DC-8 straalvliegtuig in ge bruik nemen. Op de met deze vlucht te verzenden stukken, waarop een duide lijke en in het oog vallende aanduiding voorkomt, dat verzending met deze vlucht wordt verlangd, zal te Amster dam CS een afdruk van een bijzonder stempel worden geplaatst. Het gebruik van een zogenaamde Kraaizegel van 25 cent is niet verplicht, wel is deze aan de zegelloketten van de postkantoren van 4 tot en met 14 april verkrijgbaar. De frankering bedraagt 0,50 ge wicht tot 5 gram. Aan de postadmini stratie van de Verenigde Staten is ver zocht de stukken bij aankomst te New York te doen voorzien van een dag tekeningstempel. Zij, die geen relaties in de Verenigde Staten hebben, kunnen hun correspondentie ter terugzending aan de afzender richten aan: K.L.M. Royal Dutch Airlines, 5th Avenue 609, New York N.Y. (U.S.A.). Op de aan dit adres gerichte stukken, waarvan de terugzending kosteloos is, moeten de naam en het volledige adres van de af zender op duidelijke wijze worden ver meld. WEST-BERLIJN. Vijftig jaar geleden overleed de Duitse geneeskundige en bacterioloog Robert Koch (18431910), die in 1882 als verwekker van de tuber culose de tuberkelbacil ontdekte. Dit feit zal worden herdacht met een post zegel van 20 pf. (donkerbruinviolet), die op 27 mei verschijnt. SURINAME. Ter gelegenheid van het Wereldvluchtelingenjaar geeft de Suri naamse postadministratie op 7 april twee postzegels uit. De waarden zijn: 8 -'r '4 cent (bruin en groen) en 10 5 cent (blauw en groen). Op beide zegels komt het embleem van het Vluchte- lingenjaar, de ontwortelde boom, voor naar het ontwerp van de postadmini stratie van de Verenigde Naties. Het opschrift luidt: Helpt de Refugees. De zegels zijn gedrukt bij Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem in een oplage van 250.000 series. ZWITSERLAND. Voor het Wereld vluchtelingenjaar zullen op 7 april twee postzegels verschijnen. Het zijn geen speciale zegels, maar op 24 oktober 1959 uitgegeven dienstzegels van het Euro- ANNÉE MQNOIAljE DU REFUSIt' pese Bureau van de Verenigde Naties te Genève zullen de opdruk „Année mon diale du réfugié' krijgen. Het betreft de waarden 20 rp. (donkerblauw) en 50 rp. (rood). DENEMARKEN. Op 28 april zal een serie van drie postzegels, 12 öre (groen), 30 öre (rood) en 60 öre (blauw) worden uitgegeven, die gewijd is aan de land bouw. Op elke waarde ziet men een verschillend landbouwwerktuig. De ze gels zijn ontworpen door Rasmus Nelle- mann en gegraveerd door Bent Jacob- sen. FRANKRIJK. De Franse posterijen hebben twee postzegels het licht doen zien ter herinnering aan het feit, dat honderd jaar geleden Savoie en Nice bij Frankrijk werden gevoegd. Op de 0.30 fr. is tegen een achtergrond van een berglandschap een vrouw in natio nale klederdracht en op de 0.50 fr. tegen een achtergrond van de stad Nice een vrouw in nationale klederdracht afge beeld. Busdienst op Spanje De regeringen van Spanje, Nederland en de daartussen gelegen landen hebben aan een Bredase autobusmaatschappij (Brabena) concessie verleend voor het on derhouden van een internationale autobus dienst tussen Nederland en Spanje. In de periode van half april tot half oktober vertrekt deze dienst elke zondag vanaf Amsterdam en elke donderdag van af Barcelona. Een enkele reis duurt drie dagen. Dit is de tweede internationale lijn dienst concessie, welke de onderneming heeft. De andere lijn loopt naar de Riviera.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 4