Louis van Gasteren werkt haastig aan film over huis in Bloemendaal Nederlands Danstheater met drie premières MAANDAG KOMEN DE SLOPERS voor RIJLES KENNEMER GARAGE Journalistieke documentaireover „De Rijp" en zijn bewoners Kaarden en kachels LOENDERSIOOT Fa. v. d. Outenaar Raave Galina Oelanova besluit haar balletcarrière Van Deyssel in Frans Halsmuseum S!>fSmeubel- groep I m1 g^toonkamars ZATERDAG 9 APRIL 1960 5 Advertentie T BESTE ADRES (alle rijbewijzen) is „SUCCES" LUXE VERHUUR RIJBEWIJS VERNIEUWEN Lange Nieuwstr 718 - Telef. 4333 Kennemcrlaan 224 - 226, IJmuiden, Tel. 4324 VOOR EERSTE KLAS SERVICE De kon, die Mari Andriessen in 19S7 van Lodewijk van Deyssel maakte, is door ae directie van het Frans Halsmuseum voor plaatsing in het museum aangekocht. MARKTPLEIN CORN. ZWIER van fabriek naar particulier. DEALERS FILMREGISSEUR LOUIS VAN GASTEREN (van „Stranding") beeft haast, cameraman Ed van der Enden heeft haast, scenarioschrijver Jan Vrijman heeft haast, de scriptgirl, inspeciënt Jan van Vuren en al die hele en halve hulpjes, die werkzaam zijn in het film team van Van Gasteren hebben haast. Er moet snel gewerkt worden omdat de buitenopnamen van de nieu we film van Van Gasteren - met de werktitel „Opont houd der spartelnaakten" - deze week voltooid moeten zijn. Volgende week maandag namelijk zal het onder werp van de film, het buiten „De Rijp" aan de Bloemen- daalseweg in Bloemendaal, een prooi zijn van de slopers van publieke werken en voor die tijd moeten tientallen scènes en scène-tjes tientallen keren gerepeteerd zijn waarna zij slechts één keer definitief opgenomen wor den. Aan het begin van deze week is Louis van Gasteren pas in Bloemendaal met deze film, een journalistieke documentaire, begonnen. Dag en nacht is zijn groep me dewerkers in Bloemendaal in de weer geweest en tot vanmorgen liep alles precies volgens het schema. Men was ondanks de-geringe-tegenslag geen kwartier ach ter geraakt en met een plezierig aandoend enthousiasme werkte men aan de laatste opnamen voort. Tot en met volgende week maandag, want ook de werkelijke sloop van het trotse huis vormt een niet gering deel van de film, die overigens pas in de snijkamer haar ware vorm zal krijgen en waaraan uiteraard nog heel wat gedokterd moet worden voordat zij in het najaar in première kan gaan. De makers van de film over het huiten „De Rijp" in Bloemendaal. Van links naar rechts: scenarioschrijver Jan Vrij man, regisseur en hoofdrolspeler Louis van Gasteren en cameraman Ed van der Enden. ABC-JAARVERGADERING Vrijdagavond heeft de afdeling Bever wijk van de Algemene Bedrijfsgroepen Centrale (A.B.C.) haar jaarvergadering ge houden in het veilinggebouw Het Centrum. De voorzitter, de heer R. F. W. Kaebisch, heeft in zijn openingswoord het heengaan herdacht van wijlen de heer C. Hoeben, die veertig jaar lid en vijfentwintig jaar be stuurder was. Het ledental is gegroeid tot 137. Niettegenstaande de vele uitgaven in 1959, is er toch nog een kassaldo van 112,88. Bij de bestuursverkiezing werden de aftredenden herkozen en het bestuur werd aangevuld met de heren G. van dei- Steen en P. Guyt. Advertentie Alle bekende merken - Vakkundige plaatsing Eigen crediet-service. Lange Nieuwstraat 433 - 435 Centrum Galerij - IJmuiden I-IET IDEE VOOR DEZE FILM ont stond enkele maanden geleden, toen Louis van Gasteren langs het buiten „De Rijp" kwam en getroffen werd door de schoon heid van het huis. Ondanks het feit, dat „De Rijp" in de afgelopen twintig jaren volkomen uitgewoond en vernield werd was er altijd nog genoeg overgebleven om degenen, die daar oog voor hadden, een indruk te geven van het rijke verleden van dit buiten. En Louis van Gasteren had daar oog voor. Hij zocht contact met de schrijver-journalist Jan Vrijman, die on middellijk voelde, wat de filmer Van Gas teren wilde. Vrijman, die op dat moment bezig was met het in opdracht van het mi nisterie van Onderwijs Kunsten en Weten schappen schrijven van een scenario voor een film over zijn vriend, de Nederlandse kunstschilder Karei Appel, liet dit werk rusten en schreef een nieuw scenario voor de film van Van Gasteren, die hij de werk titel „Oponthoud der spartelnaakten" (een dichtregel van A. Roland Holst) mee gaf. - Louis van Gasteren vroeg vervolgens een (grote) subsidie bij O. K. en W. aan. Hij kreeg een (kleine) subsidie en is daar na direct aan het filmen geslagen. Net op tijd, want het buiten „De Rijp" zou nog precies een week aan de Bloemendaalse- weg blijven staan. Geen wonder dus, dat er in een bezeten tempo werd gewerkt. En wordt gewerkt, want Louis van Gasteren is bepaald niet gauw tevreden. We hebben het gisterenmiddag kunnen constateren en we hebben het gehoord van een tiental fi guranten, dat na afloop doodmoe huistoe Êin2- Louis van Gasteren huppelde en sprong toen nog even vief als in de ochtend om het huis heen. Een wonderlijke man. Wee moéd JAN VRIJMAN, gewapend met een enorme megafoon, vertelde ons letterlijk tussen de bedrijven door het volgende over de inhoud en vorm van de nieuwe film, „We hebben in deze film geprobeerd de geschiedenis van „De Rijp" in de jaren 1900—1945 tot uitdrukking te brengen. Van de eerste steenlegging af tot en met de sloop. En door het hele verhaal heen loopt een draad van betrekkelijkheid, van weemoed eigenlijk. Het huis wordt ge bouwd door een in die tijd vooruitstrevend architect, die onmiddellijk verliefd wordt op zijn huis èn op de echtgenote van de bejaarde opdrachtgever. In het huis en in de vrij sombere sfeer groeit tevens het dochtertje van de eige naar op tot een jonge vrouw, die haar ge luk denkt te vinden bij een jonge zaken man. die echter korte tijd later, tijdens de bezetting, door de Duitsers gefusilleerd wordt. De vrouw komt terug met een groep verzetsmensen, die met handgrana ten het hele huis in puin gooien. Jan Vrijman onderbreekt zichzelf even om door zijn megafoon „ja" te roepen naar Van Gasteren die op het balkon van het huis aanwijzingen staat te brullen. „Het is eigelijk een journalistieke do cumentaire van het huis", zo vervolgt hij, „we hebben het regelrecht gefilmd, geen flash backs, elk moment is 't nu. Ja, in derdaad zoiets als „Hirosjima mon amour". Een directe manier van filmen, we waren erg onder de indruk van die film. Allemaal hier. We zijn het niet gaan na-apen, maar we werken volgens hetzelf de principe. Direct, zonder omwegen. Ove rigens moet de ware vorm in de snijka mer tot stand komen. De montage wordt een enorm werk. Het is jammer, dat we niet wat meer subsidie hebben kunnen krijgen, want er zat een hele speelfilm in in plaats van een filmpje van 25 minuten". De voorbereidingen van een scène uit de film, die Van Gasteren in Bloemen daal maakt: de komst van de Duitse officier en zijn manschappen. Jan Vrijman wandelt naar het buiten „De Rijp", waarvoor repetities bezig zijn met een grote groep figuranten, die in Duitse uniformen, gezeten in Duitse auto's tot wanhoop van Van Gasteren steeds weer lopen te bewijzen, dat het doodnuch- tere, wat lacherige Hollandse jongens zijn. Jan Vrijman wijst naar de voorgevel van het bouwvallige herenhuis, die spe ciaal voor deze film weer, van ramen en gordijnen is voorzien en waarvan het hout werk weer is opgeschilderd. „Da's het werk van Jan van Vuren. Die is enorm. De hele tuin heeft-ie aangeharkt dat plantsoentje daar heeft-ie zelf ontwor pen, alle auto's schildert-ie met waterverf over. Een enorme man. Sorry, maar we gaan draaien, ik zie je straks nog wel. O ja, de hoofdrollen, vroeg je. Nou die zijn voor Betsy Smeets, Dore Smits, Femke Boersma, Lex. Goudsmit, Eric Plooyer en es kijken Jack Dixon en verder speelt Van Gasterèn zelf de Duitse commandant. Je ziet hem straks in actie". Repetitie De grote voortuin van „De Rijp" ligt plotseling verlaten. Drie .gecamoufleerde Duitse auto's rijden de oprijlaan op. De repetitie van scene 12 is bezig. Louis van Gasteren springt uit de wagen, gekleed in Duits officiersuniform. „Mol, jij komt uit die auto. Ben je in dienst geweest? Jammer. Nou je maakt dit. Een beetje klakken met je hakken, zo ja, die helm wat rechter. Wie heeft die verfpot omgeschopt. Niemand natuurlijk. Geef eens een lepel. Jan doe jij dat effe. Wacht ik ga kijken hoe alles werkt. Hoe heb je ons nu Eddy, sta ik in het beeld, nee zo Cameraman Ed van der Enden, de rust zelve, roept naar beneden: „Een beetje opschieten jongens, de schaduw komt er aan ik zit ai op zes drie bij vijfenzeventig. Max haal jij de honderd kawee's vast?" Beneden in de tuin draait de groep auto's voor de zesde maal het tuinhek bin nen. Jan van Vuren harkt voor de zesde keer de bladeren weg. Jan Vrijman steekt een nieuw sigaartje op. Het gaat weer fout. De soldaten doen lummelig,.er komt een agent het beeld in lopen, de auto's rijden te ver door, offi cier Van Gasteren knoeit met een pa piertje, dat hij losjes moet wegbergen. Over. De achtste keer lukt het. Jan Vrijman brult van het begin van de scène af zijn aanwijzingen naar beneden. Hij vloekt; in speciënt Jan van Vuren gebaart met zijn armen een andere hulp roept eenvoudig „hup jongens, zet 'm op". De scène is afgelopen. Louis van Gaste ren kijkt naar boven. Ed van der Enden knikt tevreden. „Dat is 'm" zegt hij en pakt zijn camera op. „Prachtig, roept Van Gasteren, „goed gedaan. Ik voelde het, 't was 't helemaal. Vooral Mol deed het best. Van dat gemaakt. Volgende scène." „Het einde", zucht een soldaat, „moe ten we al weer?" Maar Van Gasteren hoort hem niet. Hij is al bezig met het geven van aanwijzin gen bij een schuurtje, dat in elkaar gere den moet worden. 't Kan maar een keer gedaan worden," zegt hij ons, „die schuur stort gegaran deerd in. Prachtig opbouwwerk." „Lo moet het muurtje blijven staan bij het omverrijden?" vraagt de chauffeur. Van Gasteren springt naar voren. „Ja, na- tuux'liik, dat heb ik nodig voor m'n execu tie. Hoe gaat dat eigenlijk. Wie is er al eens gefusilleei'd? Niemand, Nou dan pro beren we maar wat." „Meneer Van Gasteren!" roept de assi stent camera-man. „Lo!", vraagt Jan Vrijman. „Opschieten," roept. Ed van der Enden, „ik x-aak m'n licht kwijt". „Jullie doen van dat gemaakt," zegt Van Gasteren. „Het einde," zucht een soldaat. Advertentie voor al uw loodgieterswerk aanleg en verkoop van sanitair Tuindersstraat 91-93 - IJmuiden (O.) Telefoon 7851 Veerse vissersvloot wordt verplaatst Compenserende maatregel in voorbereiding Op vragen van het Tweede Kamerlid de heer Westerhout (P.v.d.A.) in verband met compensex-ende maatregelen ten be hoeve van door verplaatsing van de Veer se vissex-svloot gedupeerden, heeft de heer Van Aartsen, minister van Verkeer en Waterstaat ad interim geantwoox-d dat hij bereid is te bevorderen, dat ten behoeve van de indirect door de verplaatsing van de Veerse vissersvloot gedupeerden, com penserende maatregelen worden getroffen. De aangelegenheid heeft ook de bijzon- dex-e aandacht van de minister van Eco nomische Zaken, omdat de zorg voor de belangen, die hierbij gemoeid zijn, in het bijzonder aan hem zijn toevertrouwd, al dus het antwoord. Worden maati-egelen als bedoeld vastge steld, dan zullen deze zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden worden bekend gemaakt, belooft minister Van Aartsen. IN DE ZEVEN MAANDEN van zijn bestaan beeft het Nederlands Dans theater de artistieke leider, Benjamin Harkarvy, kwam het ons donderdag avond op het toneel van het Kurhaus Pa viljoen in Scheveningen triomfantelijk voorrekenen een repertoire opge bouwd van veertien balletten, waarvan de helft van „eigen" choreografen, be nevens vier duetten uit romantische stan daardwerken. Er wordt door de deel nemers dus kennelijk hard gewerkt om de onafhankelijke positie te handhaven. Alleen is het nog steeds niet duidelijk fgeworden, waardoor men zich nu eigen- ijk wil onderscheiden. Van Hans van Manen werd „Intermez zo" (Pastorale d'été) op muziek van Ar thur Honegger uitgevoerd, oorspronkelijk voor het Ballet van de Nederlandse Ope ra vervaax-digd en destijds ook in deze ko lommen vriendelijk gewaax-deex-d. De be- weegi-edenen in dit trio zijn ontleend aan een denkbare situatie: de reacties van twee dromerig spelende meisjes op de verschijning van een mannelijke indrin ger. Willy de la Bye, Milly Gramberg én Jaap Flier hadden weinig moeite de vroegere vertoningen (door Vanna Bèsan- Qon, Alexandra van Rhijn en Chris Toren- bosch) op z'n minst te evenaren. Heel wat minder gelukkig was Jaap Flier met zijn aandeel in de hachelijke pas-de-deux „De blauwe vogel" van Marius Petipa, waar in Marianna Hilarides haar aanspraken op succes vooral liet voortkomen uit een wat saaie zox-gvuldigheid. Voor de volledigheid zij vermeld, dat er wedervertöningen wer den gegeven van „Legende" door Aart Verstegen en „Primavera" door Benja min Harkax-vy. Na herhaald uitstel kwam dit keer „Ver gezicht" van Rudi van Dantzig voor het voetlicht. Om te beginnen droeg een der dansei-essen (Hannie van Leeuwen, die ook de hoofdrol vertolkte) een gedicht van M. Vasalis voor. Daarna werd men ruim een half uur lang onthaald op een gram- mofoonplatenconcert met levensgrote, raadselachtig bewegende illustraties. Wat men in technisch lang niet ideale weer gave te horen kreeg waren gedeelten uit de cyclus „Frauenliebe und Leben" van Robert Schumann, door Kathleen Ferrier met pianobegeleiding gezongen. In de mo menten van stilte daartussen voltrokken zich in soms hoorbare, maar nauwelijks zichtbare ritmiek hergroeperingen van de tableaus. Toer van Schayk heeft met een voudige middelen een fraaie aankleding en achtergrond ontworpen. Eerlijk gezegd heb ik niet het flauwste vermoeden van wat er met deze preten tieuze rebus werd gepretendeerd. Vermoe delijk heeft de samensteller hiervan toch iets meer willen maken dan een reeks symbolische vertalingen van onverstaanba re teksten. Stellig is hij op het idee van dit experiment gebracht door de prachtige openbaring in „Letter to the world" van de mysterieus verdichte levenssfeer van Emily Dickinson door Martha Graham, wier voorbeeld hij ook met alle mogelij ke persoonlijke vrijheid volgde in het nastreven van grote gesticulatie. Maar er is een kardinaal verschil: de uiterst per soonlijke lyriek van de Amerikaanse dich- teres bestaat uit korte notities van elemen taire plastiek, in de thans gebruikte lie- derenreeks werd het melodische vastge legd in een muzikale organisatie. Daar werden telkens nieuwe afsplitsingen van een op zichzelf reeds onherkenbaar ge voelsleven met letterlijk en figuurlijk bij voorbaat vaststaande gedaante in onder geschoven. Al gauw bleek trouwens het re servoir der inspiratie te zijn uitgeput. Be halve Hannie van Leeuwen hebben vooral Marianne Westerdijk, Aart Verstegen en Rudi van Dantzig in „Vergezicht". ook Alexandra Radius, Olga Dzialiner en Annemax'ie Verhoeven zich met beheerste toewijding in de voorgeschreven bochten gewrongen. Na „Rooms" heeft men „Opus '58" van Anna Sokolow (op jazzmuziek met accor deon van Teo Macero) in het speelplan op genomen, een veel oorspronkelijker dat wil zeggen: minder door litteratuur inge geven uiting van dit expressionistische talent. Hoe meer van dergelijke dynami sche bedenksels met ziet, des te sterker valt het op hoeveel beperkingen de in prin cipe begeerde vrijheid oplegt. Ter afwis seling van het al spoedig stereotiepe moet men het hebben van eigenaardige invallen en wat dat betreft is de choreografe nog al gelukkig geweest. Het eerste „adven ture" leek mij iets met panische reacties op de mogelijke ontzetting van het atoom tijdperk te maken te hebben, maar in de daaropvolgende delen kwamen de dansers weer met beide benen op reeds dikwijls begane gronden te staan. In „Lady or ti ger?" kon Marianna Hilarides haar elasti sche spankracht bewijzen. De bevolking van de zaal beloonde alles wat er geboden werd, goed of slecht, met krachtig aan houdende betuigingen van bijval. David Koning De Russische balletdanseres Galina Oelanova, is met ingang van 1 april op eigen verzoek met pensioen gegaan. Zij krijgt een pensioen van 4.000 roebel per maand. Galina Oelanova, die in januari 50 jaar werd, zal het toneel echter niet definitief verlaten en zo nu en dan optre den in haar geliefde rollen in het Bolsjoi Theater en recitals geven. In 1928 begon zij haar carrière in het Virg Theater in Leningrad; in 1944 ging zij naar het Bols joi Theater in Moskou. Zij verkreeg vier Stalinprijzen. Haar glansrollen waren Gi selle en Julia die zij ondanks haar leeftijd moeiteloos danste. Zij wordt beschouwd als een van de grootste ballerina's ter we reld. Galina Oelanova werd in januari 1910 in Sint Petersburg, het huidige Leningrad, geboren als de enige dochter van twee dan sers bij het Maryirxsky Theater. Haar va der was in het corps de ballet, haar moe- dei', Maria Romanova, was ballerina en later leidster van een balletschool. Als meisje van negen jaar werd Galina leer ling van de Staatsschool voor Choreogra fie te Petrograd, waar haar moeder een der docenten was. Agrippina Vaganova was een van Galina's eerste belangrijke in structeurs. Toen het meisje tien jaar was trad zij voor het eerst op in „Het Sneeuwmeisje" op muziek van Rimski Korsakof. In mei Galina Oelanova, geflankeerd door de ballerina's Sussana Sviagina (links) en Raissa Stroetskova tijdens het verblijf in Londen van het Bolsjoi Ballet uit Moskou. 1928 danste zij een solistenrol in het bal let „Casse Noisette," vier jaar later dans te zij in „Het Zwanenmeer," „Giselle" en andere bekende klassieke balletten. In de cember 1931 trad zij voor het eerst op in Moskou en reeds toen trok men vergelij kingen tussen haar en Anna Pavlova. Op 27 februari 1935 danste zij voor het eerst bij het Bolsjoi Ballet, weer in „Het Zwa nenmeer". Haar rol van Julia in „Romeo en Julia" (muziek van Serge Prokofjef) is haar be roemdste geweest. In 1940 werd dit ballet voor het eerst in Moskou opgevoerd. Na de oorlog zij danste in Alma Ata en vocht mee bij de vei'dediging van Lenin grad en Moskou kwam Galina Oelano va bij het Bolsjoi Ballet als prima balle rina, en sindsdien wei'd zij wereldbe- roemd. Er zijn van haar optreden talrijke films vervaardigd, en ook heeft zij vele toernees gemaakt in het buitenland. De Russische x-egering kende haar een groot aantal onderscheidingen toe. Wie rekent bezoekt vrijblijvend de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 5