Hogeland begon met eerste busdienst van IJmuiden naar Haarlem in 1920 iWFi In begintijd heersten chaos en moordende concurrentie Lili Kraus soliste in het tweede Beethovenconcert Jules Supervielle overleden Calve -Tip voor clrfbjoel-lekker- eten. Het tiende Internationaal Orgelconcours en de zesde Zomer Academie Compagnie Roger Plan- chon in Holland Festival Exposities in Amsterdamse kunstzalen WOENSDAG 18 MEI 1960 5 'n Hard leven, overdag rijden 's nachts repareren Kerkelijk Nieuws ZEER OUDE GENEVER Jos Vranken vandaag zestig jaar Mariene Dietrich in het gezicht gespogen DAT WAS PIONIEREN! liet beginnen'van een busdienst IJinuiden-IIaarlem vice versa in 1920. Met hoogheilige bussen hotsend, rammelend en stuiterend over erbarmelijke wegdekken van halte naar halte razen. Net iets vlugger dan de concurrent de wachtenden weggraaien van de volgende stop. Achttien zitplaatsen. Wat? Er gaan wel dertig mensen in. Volladen maar! Doorlopen, in elkaar druk ken, persen. Soms wippen de voorwielen van de bus op het wegdek. Kreunende veren, krakende, grienende kisten op wielen. Hijgende banden die haast be zwijken onder het gewicht. Wagenbouwer S. Hogeland uit Driehuis weet er van mee te praten. Als eerste startte hij in 1920 met een busdienst van IJmuiden naar Haarlem. Met een zelf omgebouwde T. Ford. DIE WAGEN HAD TENMINSTE nog elektrische voorzieningen. Een vliegwiel met magneten maakte de stroom. Elek trisch starten was er niet bij. De slinger moest er aan te pas komen. En je moest uitkijken dat hij niet terugsloeg. Dat kon je een flinke dreun tegen je arm bezor gen. met alle gevolgen van dien. Twee chauffeurs met een wagen onder hielden de dienst. Hogeland werd spoedig gevolgd door anderen. Het was gemakke lijk. Vergunningen waren er toen nog niet. Controle ook niet. Goed materieel evenmin. De Eerste Wereldoorlog was nog maar net achter de rug. Overal waren wel oude legerwagens te krijgen, \ndors stonden ze toch maar ergens te roesten. Een onderstel was gauw gekocht. Er t.Af een bovenbouw op knutselen en het was voor elkaar. Een nieuwe bus was geboren. Er was immers geen controle? Ieder, die op een chassis een bak had getimmerd en geschroefd was boven Jan en stortte zich in de strijd om de beste dienst naar Haarlem. Hogeland rooide het best in die moordende concurrentiestrijd met zijn T - Ford (een van de eerste Fordtypen. Hij kocht er nog twee wagens bij. Twee wa ren steeds op de weg, de derde werd in reserve gehouden. 1-Iet beginpunt was het Willemsplein in IJmuiden, het eindpunt de Grote Markt in Haarlem. De hoofd weg van IJmuiden naar Haarlem liep over de Driehuizerkerkweg. Als de bussen elkaar tegenkwamen moest er een in de kant. Via Driehuis ging de route dan over de Hagelingerweg in Santpoort naar Haarlem. Blind op de weg De lui van de stoomtram van Haarlem naar Alkmaar hadden het helemaal niet begrepen op de bussen. Een gevaarlijke concurrent. Concurrenten moet je pesten. Zo gezegd zo gedaan. Als de wind ooste lijk was liet de machinist stoom ontsnap pen op het moment dat een bus passeerde. „Wij zaten dan blind op de weg", vertelt de heer Hogeland. Och. erg gevaarlijk was dat nog niet. Tegenliggers waren enkel paarden en wagens. „Zelfs de heren dok toren hadden nog geen auto en bespraken bij ons busplaatsen voor hun vrouwen", weet de heer Hogeland zich nog te her inneren. In de strijd om de macht stonden de chauffeurs voor niets. Soms vlogen ze de trottoirs op om een voorganger voorbij te komen en eerder bij de volgende balie te arriveren. Hoe chaotisch de situatie ook was, ongelukken gebeurden er nooit. Hogeland zag zich in 1926 genoodzaakt zich terug te trekken uit de busdiensten. Advertentie STERK, KREUKHERSTELLEND, WASBAAR, PLOOI HOUDEND Ned Herv Kerk Beroepen te Middelburg (vac. W. Dijck- meester) (toez.) H. Snoep te Naarden. Aangenomen naar Nijkerk (2de beroep) (toez.) J. van Dijk te Garderen. Geref. Kerken Beroepen te IJlst J. W. Broersma, kand. 'e Groningen. Geref. Kerken (Vrijgemaakt) Beroepen te Rijnsburg J. G. Meijer te Pernis. Geref. Gemeenten Bedankt voor Rijssen Chr. van de Woes- tijne te Barneveld. Bedankt voor Almelo'Enter te Rotter dam-Centrum. De heer S. Hogeland INMIDDELS WAREN DE autoriteiten het te bar gaan vinden. Zij schiepen orae met vergunningen. Vier ondernemers kregen zo'n kostbaar papiertje. Hogelmd hoorde bij de gelukkigen. Ook Oudshoorn en de gebroeders Roodt. De firma Schoone was de laatste die overbleef voor de NZH de zaak overnam. Een retour IJmuidenHaarlem was niet eens zoveel goedkoper dan tegenwoordig, namelijk vijftig cent. Hogeland ondernield uurdiensten, 's Ochtends vertrok de eerste bus om halfzeven uit IJmuiden, hal-Jacht uit Haarlem en zo maar door. Half twaalf ging de laatste bus uit Haarlem. Met het toenmalige materieel was het een hele prestatie zonder stagnatie een keer of zes achtereen heen en terug naar Haarlem te rijden. Vooral de banden leverden problemen op. ..Je kon met die belasting geen band om je wagen hou den", vertelt de heer Hogeland. Ja, als de bus berekent is op achttien man en je stouwt er dertig in. De banden beston den toen uit lagen canvas met rubber er tussen. „We hebben het ook nog met mas sieve banden geprobeerd", weet de heer Hogeland nog, „toen ging het helemaal van je hobbeldebobbel". Keihard leven HET WAS EEN HARD, keihard leven voor de busondernemers en hun chauf feurs. Overdag rijden en 's nachts op je rug op de koude grond onder de wagens. Altijd mankeerde er wel wat aan. „We hadden niet alléén last van de stoomtram", zegt de heer Hogeland. „We waren blij als we bij het Soendaplein in Haarlem waren. Daar konden we precies in de tramrails rijden. Die vormden het beste wegdek dat je je maar wensen kon. De bus en de passagiers konden dan weer wat op adem komen. En je spaarde het materieel. De onderneming Brock way (genoemd naar het merk auto waarmee zij reed) opende de eerste busdienst in Haarlem, van de Grote Markt naar Haarlem- Noord. Directeur Van der Wal had in verscheidene delen van het land al dien sten lopen. Hij zag ook wel wat in de lijn Ijmuiden-Haarlem. Hij nam in 1926 de vergunning van Hogeland over. Zo werden de „Kanarie", de „Parkiet" of de „Papagaai" (alle Brockway-bussen hadden vogelnamen) geregeld in IJmui den gezien. Daar komt Eva Hogeland had voor elk van zyn bussen een vaste klantenkring. Iedere bus gaf hij een passende naa'm. „Femina" was de bus voor de dames. Een andere heette „Parlor- car", een derde „Splendid". Een van de wagens was naar Hogelands dochter Eva genoemd. Als het vehikel IJmuiden bin nenstormde met een vaart van dertig kilo meter (dat was al heel wat voor die oude bussen) zong de jeugd: „Ting, ting, ting, daar komt de Eva'". Het was altijd een hele gebeurtenis, de aankomst van een bus. Hogelands hoofdmonteur en chauffeur Meyer gaf destijds les aan de ambachts school in autotechniek. Naar diploma's in die richting werd niet gevraagd. Als Hogeland met een bus vol mensen van het Willemsplein vertrok zeiden af gunstige kennissen tot elkaar: „Verdient hij weer even makkelijk een tientje". „Maar naar de kosten en de narigheid keken ze niet", zegt de heer Hogeland. „De benzine kostte toen zeventien cent een liter. Die bussen reden een op zes. Zuipen deden ze." Met de verlichting hadden de eerste bus chauffeurs onnoemelijk veel te stellen. Wa gens met een magneet-ontsteking, en dat waren er vele, hadden natuurlijk geen electrisch licht. Dan werden er een paar olielantarens opzij gehangen of carbidlam pen. In de winter bevroor het voor deze laatste lampen zo onontbeerlijke water dikwijls. Dan ma'ar geen verlichting. En dat terwijl het zolang donker was.... Hogeland kondigde in februari 1920 aan dat hij een busdienst op Haarlem zou openen op die en die datum. Op de betref fende dag dekte een dikke laag sneeuw het slechte plaveisel. Het moest en het zou echter door gaan. Het ging ook door. De bestuurder had een schop naast zich in de cabine staan om alle hindernissen weg te ruimen. Maar de eerste bus reed. Rijden als de duivel DE SPOORWEGVERBINDINGEN waren in die tijd niet zo best. Dus in Beverwijk staken de busondernemers ook de kop op. Zij wilden ook gaan rijden op Haarlem. De IJmuidenaren reden altijd via het pont plein. Daar stonden altijd wel een vijf of zes mensen te wachten. Het ging er dan om wie die het eerst oppikte, de IJmui- dense bus of de Beverwijkse. Van de pont af reed de bus uit Beverwijk altijd recht streeks door naar Santpoort. De IJmui- dense bus moest eerst ook nog naar Drie huis. „We reden dan als de duivel om Santpoort voor de Beverwijkers te halen," vertelt de heer Hogeland. HET WAREN RISKANTE bedrijven, die eerste busondernemingen. Geen mil joenenzaken. De eigenaren betaalden alles uit eigen zak. Iedere cent, die zij bezaten staken zij in de bussen. Nieuwe merken deden hun intrede. Wight bij voorbeeld of Renault, Crossley en DAAG. Met het verbeteren van de mo dellen, het voortgaan van de technische ontwikkeling verdween ook uit het bus bedrijf de romantiek. Het aantal onder nemers slonk. Particulieren gingen eruit. Slechts enkele grote maatschappijen ble ven over. Maatschappijen die met veel geld een monopoliepositie kochten en hun bedrijf tot uiterste perfectie op voerden. Dc heer Hogeland werd echter niet brodeloos. Hij keek wel uit. Zijn wagen bouwerij liet hij al die tijd dat hij zich in het busavontuur wierp, doorgaan. Hij verbrandde zijn scheepjes niet achter zich. Hij was ongeveer vijfendertig jaar toen hij met de busdienst begon, even de veertig gepasseerd toen hij er weer mee ophield. Hij had dus nog een mooie tijd over om zich weer geheel aan de wagenbouw te wijden. Hij doet dat nog steeds. Zodoende heeft hij een van de oudste bedrijven in Velsen. Hogelands wagenmakerij bestaat namelijk al meer dan vijftig jaar. Van vader op zoon. Advertentie Malse biefstuk, doperwtjes, patates... geef daar eens Calvé Mayonaise bij! Mmm... zo'n ontdekking maakt Uw maaltijd dubbeldekker LEUKE VERRASSING VOOR UW IDEE! Een idee om Calvé Mayonaise te gebruiken bij de warme maaltijd kunt U ook vinden. Vrij gemakkelijk zelfs. Want al proevende zult U ontdekken dat Calvé Mayonaise bij heel veel gerechten past. Vind zo'n idee. Het tiende internationaal Orgel Improvi satie Concours wordt dit jaar van vier tot acht juli in twee plaatsen gehouden. Het orgel van de Grote Kerk van Alkmaar zal op vier, zes en zeven juli door de deel nemers bespeeld worden, waarna op acht juli in de Nieuwe Kerk te Haarlem, met medewerking van het Noordhollands Phil- harmonisch Orkest, een concert voor orgel en kamerorkest zal worden uitgevoerd, dat in opdracht van de commissie Inter nationaal Orgelconcours door dr. Anthon van der Horst is gecomponeerd en opge dragen aan Jos de Klerk. Behalve de concerten, die op bovenge noemde data in de Grote Kerk, van Alk maar worden gegeven, zullen daar op acht juli twee zogenaamde „kaasmarkt-concer ten" worden uitgevoerd. Aan de orgelbespelingen, die in het ka der van het internationale improvisatie concours op maandag vier juli en woens dag zes juli in Alkmaar worden gehouden, nemen deel; dr. Hans Hasselböck uit We- ne, Stanis Deriemaeker uit Nukerke in België, Sven Olof Ohlsson uit Solna in HET TWEEDE CONCERT in de Bcethovencyclus van het Noordhollands Philharmonisch Orkest, leidde tot een hernieuwde kennismaking met de Hon gaars-Engelse pianiste Lili Kraus, die men in ons land sinds ongeveer tien jaar niet meer gehoord had en die oudere concertbezoekers zich zullen herinneren wegens haar samenwerking met de vio list Szymon Goldberg in een duo dat reeds vóór de oorlog grote reputatie ge noot. Vooral het Mozartspel van het duo Goldberg-Kraus moet van een bijzondere kwaliteit geweest zijn en men kon zich dit realiseren nu de pianiste met een gewichtloosheid waarin iedere noot be tekenis had het vierde pianoconcert van Beethoven voordroeg. Dit was de hoge school van het pianospel, met hart en ziel beoefend in dienst van een gerijpte visie. Men zou van een, in de beste zin vrouwe lijke benadering kunnen spreken, die alle accenten kleurde met een zachtheid die geen vermindering van de kracht beduid de, maar hoogstens een verplaatsing naar een andere belevingssfeer. Lili Kraus bezit in de omgang met haar instrument een be wonderenswaardige souplesse, een „spelen derwijs" ingrijpen dat geen moment tot. een geforceerde aanpak leidt. Zij behoort tot de weinigen die het instrument met zachte hand de muziek „laten" spelen zo als zij ze willen laten klinken hetgeen een subtiel, maar beslissend verschil be tekent met hetgeen gemeenlijk verstaan wordt onder: op een instrument spelen. Misschien viel deze onnadrukkelijke in greep het duidelijkst op in het langzame deel, waar de pianiste zich haar eigen partij in alle rust liet ontplooien tegen de Advertentie per hele liter De geheide gebeide van Wynand Fockink x-Wynand Fockink - Anno 1679 gescandeerde ritmen van het orkest. Alleen de door Beethoven geschapen harmonie vormde de bindende achtergrond van de twee disparate sferen, en het is zelden dat men deze gescheidenheid-in-eenheid zo tot in het merg van de muzikale substantie meent te kunnen herkennen. Het is op merkelijk wanneer een solist(e) een reper toirestuk op een dergelijk niveau nog weet waar te maken en uit het warme applaus bleek dat de toehoorders zich bewust wa ren een echte vertolking te hebben bij gewoond. Hier was iets aangeraakt van wat mensen aan muziek bindt, iets wat buiten alle uitgekauwde ethiek om „vormend" is, omdat het met de vorm van ons wezen te maken heeft. Het orkest leek onder Henri Arends geïnspireerd door dit voldragen musiceren en gaf zijn aandeel met grote concentratie. De avond was geopend met een bezonken uitvoering van de ouverture „Coriolan" en werd na de pauze besloten met de Tweede Symfonie, in een vreugdevolle, waar mo gelijk feestelijke stijl ten gehore gebracht. Men kon zich vooral verheugen over het vloeiende tempo van het tweede deel, dat dikwijls enigszins bevriest onder een naar de letter nemen van de aanduiding „Lar ghetto". Het bijzonder snelle tempo van de finale was wellicht in de achtste beweging voor de strijkers juist iets te hoog, maar dat neemt niet weg dat een dergelijke sprankelende opvatting meer genoegen bereidt dan de jichtige waardig heid waartoe Beethoven nog wel eens ver oordeeld wordt. Sas Bange Ter vervanging van de Compagnia Mo- relli-Stoppa uit Rome heeft de leiding van het Holland-Festival alsnog de „Compagnie Roger Planchon" het Theatre de Ia Cité Villeurbaine uit Lyon, weten te contrac teren voor een viertal voorstellingen. Het gezelschap speelt op 23 en 24 juni in de Stadsschouwburg te Amsterdam en op 25 en 26 juni in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Opgevoerd wordt „Les trois Mousque- taires" van Dumas in de bewerking van Planchon, die ook de regie voert. De decors werden ontworpen door René Allio, de kos tuums door Isabelle Sadoyan en de muziek werd geschreven door Claude Lochy. Tot de voornaamste acteurs van Plan- chons gezelschap, dat in Frankrijk meer en meer de aandacht trekt, behoren Henri Ga- liardin, Jean-Pierre Bernard, Isabelle Sa doyan, Colette Dompietrini, Jean-Jacques Lagarde, Armand Meffre, Jean-Baptiste Thierrée en Jean Bouise. Roger Planchon zelf speelt de rol van d'Artagnan. Vandaag viert de musicus Jos Vranken zijn zestigste verjaardag. Joseph Jacob Hu bert Vranken werd in Utrecht geboren en ontving zijn muzikale opleiding van zijn vader P. J. J. Vranken, van W. H. Hut- schenruyter en prof. Arthur Lowenstein. Van 27 januari 1932 af dirigeert Jos Vran ken het koninklijk mannenkoor „Die Haghe Sanghers". Jos Vranken vernieuwde het repertoire van het mannenkoor. Hij intro duceerde Hindemith, Petrassi, Dallapicola. Martinu en anderen. Hij wist de tegenzin van de koren te overwinnen om van de liedertafel op de modernen over te gaan. De jubilaris is ridder in de orde van Oranje-Nassau. Zweden en Johan van Dommele uit Ede. De organisten kunnen tijdens deze bespe lingen werken naar eigen keuze uitvoeren. De jury, bestaande uit de prof. Anton Nowakowski uit Stuttgart, Luigi F. Taglia- vini uit Bologna en Louis Toebosch uit Bre da, zal op donderdag zeven juli in de Grote Kerk een „jury-concert" geven. Als afsluiting van dit tiende concours heeft tenslotte in Haarlem op vrijdag 8 juli in de Nieuwe Kerk een concert voor orgel en orkest plaats, waaraan het Noord hollands Philharmonisch Orkest, onder lei ding van Henri Arends, zijn medewer king verleent. De organist Albert de Klerk en de alt Aafje Heijnis verlenen eveneens hun me dewerking aan het concert voor orgel en kamerorkest van dr. Anthon van der Horst. Zomer-aea'demic Voor de zesde maal wordt deze zomer in Haarlem een cursus gegeven voor orga nisten. De cursussen, de zesde Zomer Aca demie voor Organisten, worden gegeven op het Cavaillé Coll-orgel in het Concert gebouw en op het orgel in de Nieuwe Kerk. Om als werkend cursist tot deze Zomer Academie te worden toegelaten, moet men in het bezit zijn van het einddiploma orgel van een Nederlands of, daarmee gelijk staand. buitenlands conservatorium. De beste cursisten zullen in de gelegen heid gesteld worden een concert op het Müller-orgel in de Hervormde kerk te Be verwijk te geven. De lessen hebben met uitzondering van zaterdag dagelijks plaats, afwisselend 's morgens en 's middags. Orgel-treinen Voor deze orgelbespelingen in Alkmaar worden door de Nederlandse Spoorwegen speciale treinen van Amsterdam, via Haarlem naar Alkmaar ingelegd, welke tevens de gelegenheid bieden om tegen gereduceerd tarief de concerten in Alk maar bij te wonen. Er zullen gecombineerde plaatsbewijzen zijn te verkrijgen, die recht geven op een tweede klasse retour en entree eerste of tweede rang voor de concerten. Belangstellenden uit Den Haag en Lei den kunnen eveneens van deze „orgel- trein" gebruik maken, door na gebruik te maken van een normaal spoorbiljet Den HaagHaarlem, in laatstgenoemde plaats over te stappen in de trein, voor welke het speciale reductie-biljet geldt. De bekende dichter Jules Supervielle, als cultureel attaché verbonden aan de ambassade van Uruguay in Parijs, is dinsdagmorgen in zijn woning te Parijs overleden. Jules Supervielle, die in het Frans schreef, was kortgeleden tot „Prins van de Franse dichters" gekozen. Hij zal vrijdag begraven worden. Jules Supervielle werd in 1884 te Monte video geboren. Hij schreef in de dertiger jaren voor het toneel onder meer „Boli var" (later met muziek van Darius Mil- haud tot opera verwerkt), welk drama een hymne aan de vrijheid is. Het sprook je „De schone slaapster" trok vooral de aandacht door de gedurfde enscenering van George Pitoëff. In 1929 schreef Super vielle „le Voleur d'Enfants", een verhaal dat in 1948 in Parijs als toneelstuk voor het eerst werd opgevoerd: in 1955 bracht de Haagse Comedie het stuk onder de ti tel „De Kinderrover". Toen Frankrijk bezet was schreef hij van 1939 tot 1942 „Poèmes de la France malheureuse", In 1949 schreef hij het to neelstuk „Schéhérazade", in 1931 „l'En- fant de la Haute Mer". Gedichtenbundels van hem zijn „Poèmes de l'humour triste" (1919), „Poèmes" (1919) „Débarcadères" (1922), „Gravitations" (1925), „Le Forgat inno cent" (1930), „Les amis inconnus" (1934), „La fable du monde" (1938) en „Oublieu- se" (1949). Een achttienjarig meisje uit Dussel- dorp heeft Mariene Dietrich in het ge zicht gespuwd, omdat de film- en zang ster tijdens de oorlog is opgetreden voor de geallieerde troepen die tegen haar geboorteland vochten. Het meisje sprong naar voren toen de ster even voor mid dernacht haar hotel in Dusseldorp ver liet en trachtte haar een klap te geven. De portier verhinderde dat en toen spuwde het meisje de ster in het ge zicht. De zangeres veegde haar gezicht af en stapte in haar auto. De omstan ders hielden het meisje vast tot de poli tie arriveerde, terwijl zij schreeuwde, dat Mariene Dietrich een verraadster was. De politie verhoorde haar en liet haar na enkele uren gaan. Haar naam is niet bekendgemaakt. Bij Santee Land weer exposeert tot 3 juni de Italiaanse schilder M a n 1 i o. Naast een wat vroe ger portretje, dat direct sympathie ver werft, ontmoeten we landschappen, essen ties van landschap pen. Manlio blijkt ge boeid door sfeer en licht. Zijn vorm her innert aan die van schilders uil de tijd van 't kubisme. Men denkt aan de Frans man Villon en aan sommige schilderijen van Gestel. Formalist mag men hem echter niet noemen. Manlio herhaalt zich dan ook niet. Dat doet de Neder lander W. Bouthoorn, die tot 28 mei in de kunstzaal van Magdalena Sothmann schil derijen en gouaches exposeert, mij te zeer. En daarom kunnen enkele schilderijen van hem al wel voldoende zijn. En eigenlijk al te veel, gezien het drukke beweeg. Nu kan dit een kwestie van persoonlijke voorkeur zijn maar de herhaling tekent toch wel een gebrek aan werkelijke inspiratie of pro bleemstelling. Boeiender is dan zeker de tentoonstelling van aquarellen bij kunsthandel M. L. de Boer. Terecht is deze kunsthandel zuinig met die zogenaamde een-manstentoonstel lingen. Door zich te beperken tot slechts enkele werken van verschillende schilders was het mogelijk alleen het beste te expo seren. Voor het grootste deel is het ge- exposeerde hier van de hand van leden van de Hollandse Aquarellistenkring. En op zo'n uitgezochte expositie als deze beseft men de moeilijkheid van een vereniging, die ook voor de dag moet komen met het in ieder geval voldoende verantwoorde werk van leden en daarmee gehandicapt is in het bij deze kring toch wel gebleken streven naar exposities van zo hoog moge lijke kwaliteit. Terwille van niet te ver moeiende exposities mag zo'n vereniging ook niet te groot wat betreft ledental wor den. Zo kon de kunsthandel De Boer ook goede aquarellen vinden bij anderen dan leden van deze kring, bij minder in het aquarelleren gespecialiseerde figuren als Ro Mogendorff en bij als aquarellist nog niet zo bekende figuren als een Jutta Metz- ger. die de techniek van het aquarelleren uitstekend blijkt te beheersen. Kunsthandel De Bnor heelt het begrip I Aquarel van Jan Groenestein. aquarel, gelijk ook genoemde kring dat doet. ruim genomen. Zo ontmoette ik tot mijn grote vreugde weer die stei-ke gouache naar een odalisque van G. van 't Net, die al zo lang in het bezit is van deze kunsthandel en een van kleur prachtige gouache van Van Heel. Waterverf komt nauwelijks voor in het landschap van Muis, dat toch mooi in het geheel past. In mijn laatste schrijven over de hier natuurlijk ook vertegenwoordigde Verwey meende ik van een ander geloof betreffen de het voortbestaan van een levende aqualleerkunst te moeten getuigen. Het hier geëxposeerde werk van Peeters ver sterkte nog weer mijn geloof dat de aqua rel niet per se een typische uitdrukkings mogelijkheid is alleen voor de tijd van een Breitner, een Jacob Maris en een Witsen, zoals Verwey dat meent. Men ontmoet verder werk van goede be kenden als een Buning, Van Gulik en Kuij- per. Fiedler is werkelijk uitstekend ver tegenwoordigd, vooral met zijn zuidelijke landschap met olijfbomen voor een meer. Groenestein verrast met zijn zo los gepen seelde pony's. Nieuw werk van Wil den Oude verstevigt mijn geloof in deze figuur. Engelman bevestigde eveneens zijn kwali teiten. De andere vertegenwoordigden zijn Zwier. Roelofsz, Diederen, Stekelenburg en onze Haarlemmer Steyn. Deze tentoonstel de sluit 4 juni. Bob Buys

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 5