Hogeland begon met eerste busdienst
van IJmuiden naar Haarlem in 1920
iWFi
In begintijd heersten chaos
en moordende concurrentie
Lili Kraus soliste in het
tweede Beethovenconcert
Jules Supervielle
overleden
Calve -Tip voor
clrfbjoel-lekker- eten.
Het tiende Internationaal Orgelconcours
en de zesde Zomer Academie
Compagnie Roger Plan-
chon in Holland Festival
Exposities in Amsterdamse kunstzalen
WOENSDAG 18 MEI 1960
5
'n Hard leven, overdag
rijden 's nachts repareren
Kerkelijk Nieuws
ZEER OUDE
GENEVER
Jos Vranken vandaag
zestig jaar
Mariene Dietrich in het
gezicht gespogen
DAT WAS PIONIEREN! liet beginnen'van een busdienst IJinuiden-IIaarlem
vice versa in 1920. Met hoogheilige bussen hotsend, rammelend en stuiterend
over erbarmelijke wegdekken van halte naar halte razen. Net iets vlugger dan de
concurrent de wachtenden weggraaien van de volgende stop. Achttien zitplaatsen.
Wat? Er gaan wel dertig mensen in. Volladen maar! Doorlopen, in elkaar druk
ken, persen. Soms wippen de voorwielen van de bus op het wegdek. Kreunende
veren, krakende, grienende kisten op wielen. Hijgende banden die haast be
zwijken onder het gewicht. Wagenbouwer S. Hogeland uit Driehuis weet er van
mee te praten. Als eerste startte hij in 1920 met een busdienst van IJmuiden
naar Haarlem. Met een zelf omgebouwde T. Ford.
DIE WAGEN HAD TENMINSTE nog
elektrische voorzieningen. Een vliegwiel
met magneten maakte de stroom. Elek
trisch starten was er niet bij. De slinger
moest er aan te pas komen. En je moest
uitkijken dat hij niet terugsloeg. Dat kon
je een flinke dreun tegen je arm bezor
gen. met alle gevolgen van dien.
Twee chauffeurs met een wagen onder
hielden de dienst. Hogeland werd spoedig
gevolgd door anderen. Het was gemakke
lijk. Vergunningen waren er toen nog
niet. Controle ook niet. Goed materieel
evenmin. De Eerste Wereldoorlog was nog
maar net achter de rug. Overal waren
wel oude legerwagens te krijgen, \ndors
stonden ze toch maar ergens te roesten.
Een onderstel was gauw gekocht. Er t.Af
een bovenbouw op knutselen en het was
voor elkaar. Een nieuwe bus was geboren.
Er was immers geen controle? Ieder, die
op een chassis een bak had getimmerd en
geschroefd was boven Jan en stortte zich
in de strijd om de beste dienst naar
Haarlem. Hogeland rooide het best in die
moordende concurrentiestrijd met zijn T -
Ford (een van de eerste Fordtypen. Hij
kocht er nog twee wagens bij. Twee wa
ren steeds op de weg, de derde werd in
reserve gehouden. 1-Iet beginpunt was het
Willemsplein in IJmuiden, het eindpunt
de Grote Markt in Haarlem. De hoofd
weg van IJmuiden naar Haarlem liep over
de Driehuizerkerkweg. Als de bussen
elkaar tegenkwamen moest er een in de
kant. Via Driehuis ging de route dan over
de Hagelingerweg in Santpoort naar
Haarlem.
Blind op de weg
De lui van de stoomtram van Haarlem
naar Alkmaar hadden het helemaal niet
begrepen op de bussen. Een gevaarlijke
concurrent. Concurrenten moet je pesten.
Zo gezegd zo gedaan. Als de wind ooste
lijk was liet de machinist stoom ontsnap
pen op het moment dat een bus passeerde.
„Wij zaten dan blind op de weg", vertelt
de heer Hogeland. Och. erg gevaarlijk was
dat nog niet. Tegenliggers waren enkel
paarden en wagens. „Zelfs de heren dok
toren hadden nog geen auto en bespraken
bij ons busplaatsen voor hun vrouwen",
weet de heer Hogeland zich nog te her
inneren.
In de strijd om de macht stonden de
chauffeurs voor niets. Soms vlogen ze de
trottoirs op om een voorganger voorbij
te komen en eerder bij de volgende balie
te arriveren. Hoe chaotisch de situatie ook
was, ongelukken gebeurden er nooit.
Hogeland zag zich in 1926 genoodzaakt
zich terug te trekken uit de busdiensten.
Advertentie
STERK, KREUKHERSTELLEND,
WASBAAR, PLOOI HOUDEND
Ned Herv Kerk
Beroepen te Middelburg (vac. W. Dijck-
meester) (toez.) H. Snoep te Naarden.
Aangenomen naar Nijkerk (2de beroep)
(toez.) J. van Dijk te Garderen.
Geref. Kerken
Beroepen te IJlst J. W. Broersma, kand.
'e Groningen.
Geref. Kerken (Vrijgemaakt)
Beroepen te Rijnsburg J. G. Meijer te
Pernis.
Geref. Gemeenten
Bedankt voor Rijssen Chr. van de Woes-
tijne te Barneveld.
Bedankt voor Almelo'Enter te Rotter
dam-Centrum.
De heer S. Hogeland
INMIDDELS WAREN DE autoriteiten
het te bar gaan vinden. Zij schiepen orae
met vergunningen. Vier ondernemers
kregen zo'n kostbaar papiertje. Hogelmd
hoorde bij de gelukkigen. Ook Oudshoorn
en de gebroeders Roodt. De firma Schoone
was de laatste die overbleef voor de NZH
de zaak overnam.
Een retour IJmuidenHaarlem was niet
eens zoveel goedkoper dan tegenwoordig,
namelijk vijftig cent. Hogeland ondernield
uurdiensten, 's Ochtends vertrok de eerste
bus om halfzeven uit IJmuiden, hal-Jacht
uit Haarlem en zo maar door. Half twaalf
ging de laatste bus uit Haarlem.
Met het toenmalige materieel was het
een hele prestatie zonder stagnatie een
keer of zes achtereen heen en terug naar
Haarlem te rijden. Vooral de banden
leverden problemen op. ..Je kon met die
belasting geen band om je wagen hou
den", vertelt de heer Hogeland. Ja, als de
bus berekent is op achttien man en je
stouwt er dertig in. De banden beston
den toen uit lagen canvas met rubber er
tussen. „We hebben het ook nog met mas
sieve banden geprobeerd", weet de heer
Hogeland nog, „toen ging het helemaal
van je hobbeldebobbel".
Keihard leven
HET WAS EEN HARD, keihard leven
voor de busondernemers en hun chauf
feurs. Overdag rijden en 's nachts op je
rug op de koude grond onder de wagens.
Altijd mankeerde er wel wat aan.
„We hadden niet alléén last van de
stoomtram", zegt de heer Hogeland. „We
waren blij als we bij het Soendaplein in
Haarlem waren. Daar konden we precies
in de tramrails rijden. Die vormden het
beste wegdek dat je je maar wensen kon.
De bus en de passagiers konden dan weer
wat op adem komen. En je spaarde het
materieel.
De onderneming Brock way (genoemd
naar het merk auto waarmee zij reed)
opende de eerste busdienst in Haarlem,
van de Grote Markt naar Haarlem-
Noord. Directeur Van der Wal had in
verscheidene delen van het land al dien
sten lopen. Hij zag ook wel wat in de
lijn Ijmuiden-Haarlem. Hij nam in 1926
de vergunning van Hogeland over. Zo
werden de „Kanarie", de „Parkiet" of
de „Papagaai" (alle Brockway-bussen
hadden vogelnamen) geregeld in IJmui
den gezien.
Daar komt Eva
Hogeland had voor elk van zyn bussen
een vaste klantenkring. Iedere bus gaf hij
een passende naa'm. „Femina" was de bus
voor de dames. Een andere heette „Parlor-
car", een derde „Splendid". Een van de
wagens was naar Hogelands dochter Eva
genoemd. Als het vehikel IJmuiden bin
nenstormde met een vaart van dertig kilo
meter (dat was al heel wat voor die oude
bussen) zong de jeugd: „Ting, ting, ting,
daar komt de Eva'". Het was altijd een hele
gebeurtenis, de aankomst van een bus.
Hogelands hoofdmonteur en chauffeur
Meyer gaf destijds les aan de ambachts
school in autotechniek. Naar diploma's in
die richting werd niet gevraagd.
Als Hogeland met een bus vol mensen
van het Willemsplein vertrok zeiden af
gunstige kennissen tot elkaar: „Verdient
hij weer even makkelijk een tientje".
„Maar naar de kosten en de narigheid
keken ze niet", zegt de heer Hogeland. „De
benzine kostte toen zeventien cent een
liter. Die bussen reden een op zes. Zuipen
deden ze."
Met de verlichting hadden de eerste bus
chauffeurs onnoemelijk veel te stellen. Wa
gens met een magneet-ontsteking, en dat
waren er vele, hadden natuurlijk geen
electrisch licht. Dan werden er een paar
olielantarens opzij gehangen of carbidlam
pen. In de winter bevroor het voor deze
laatste lampen zo onontbeerlijke water
dikwijls. Dan ma'ar geen verlichting. En
dat terwijl het zolang donker was....
Hogeland kondigde in februari 1920 aan
dat hij een busdienst op Haarlem zou
openen op die en die datum. Op de betref
fende dag dekte een dikke laag sneeuw
het slechte plaveisel. Het moest en het zou
echter door gaan. Het ging ook door. De
bestuurder had een schop naast zich in de
cabine staan om alle hindernissen weg te
ruimen. Maar de eerste bus reed.
Rijden als de duivel
DE SPOORWEGVERBINDINGEN waren
in die tijd niet zo best. Dus in Beverwijk
staken de busondernemers ook de kop op.
Zij wilden ook gaan rijden op Haarlem.
De IJmuidenaren reden altijd via het pont
plein. Daar stonden altijd wel een vijf of
zes mensen te wachten. Het ging er dan
om wie die het eerst oppikte, de IJmui-
dense bus of de Beverwijkse. Van de pont
af reed de bus uit Beverwijk altijd recht
streeks door naar Santpoort. De IJmui-
dense bus moest eerst ook nog naar Drie
huis. „We reden dan als de duivel om
Santpoort voor de Beverwijkers te halen,"
vertelt de heer Hogeland.
HET WAREN RISKANTE bedrijven,
die eerste busondernemingen. Geen mil
joenenzaken. De eigenaren betaalden
alles uit eigen zak. Iedere cent, die zij
bezaten staken zij in de bussen. Nieuwe
merken deden hun intrede. Wight bij
voorbeeld of Renault, Crossley en
DAAG. Met het verbeteren van de mo
dellen, het voortgaan van de technische
ontwikkeling verdween ook uit het bus
bedrijf de romantiek. Het aantal onder
nemers slonk. Particulieren gingen eruit.
Slechts enkele grote maatschappijen ble
ven over. Maatschappijen die met veel
geld een monopoliepositie kochten en
hun bedrijf tot uiterste perfectie op
voerden.
Dc heer Hogeland werd echter niet
brodeloos. Hij keek wel uit. Zijn wagen
bouwerij liet hij al die tijd dat hij zich
in het busavontuur wierp, doorgaan. Hij
verbrandde zijn scheepjes niet achter zich.
Hij was ongeveer vijfendertig jaar toen hij
met de busdienst begon, even de veertig
gepasseerd toen hij er weer mee ophield.
Hij had dus nog een mooie tijd over om
zich weer geheel aan de wagenbouw te
wijden. Hij doet dat nog steeds. Zodoende
heeft hij een van de oudste bedrijven in
Velsen. Hogelands wagenmakerij bestaat
namelijk al meer dan vijftig jaar. Van
vader op zoon.
Advertentie
Malse biefstuk, doperwtjes, patates... geef daar eens Calvé
Mayonaise bij! Mmm... zo'n ontdekking maakt Uw
maaltijd dubbeldekker
LEUKE VERRASSING VOOR UW IDEE!
Een idee om Calvé Mayonaise te gebruiken bij de warme
maaltijd kunt U ook vinden. Vrij gemakkelijk zelfs. Want
al proevende zult U ontdekken dat Calvé Mayonaise
bij heel veel gerechten past. Vind zo'n idee.
Het tiende internationaal Orgel Improvi
satie Concours wordt dit jaar van vier tot
acht juli in twee plaatsen gehouden. Het
orgel van de Grote Kerk van Alkmaar zal
op vier, zes en zeven juli door de deel
nemers bespeeld worden, waarna op acht
juli in de Nieuwe Kerk te Haarlem, met
medewerking van het Noordhollands Phil-
harmonisch Orkest, een concert voor orgel
en kamerorkest zal worden uitgevoerd,
dat in opdracht van de commissie Inter
nationaal Orgelconcours door dr. Anthon
van der Horst is gecomponeerd en opge
dragen aan Jos de Klerk.
Behalve de concerten, die op bovenge
noemde data in de Grote Kerk, van Alk
maar worden gegeven, zullen daar op acht
juli twee zogenaamde „kaasmarkt-concer
ten" worden uitgevoerd.
Aan de orgelbespelingen, die in het ka
der van het internationale improvisatie
concours op maandag vier juli en woens
dag zes juli in Alkmaar worden gehouden,
nemen deel; dr. Hans Hasselböck uit We-
ne, Stanis Deriemaeker uit Nukerke in
België, Sven Olof Ohlsson uit Solna in
HET TWEEDE CONCERT in de
Bcethovencyclus van het Noordhollands
Philharmonisch Orkest, leidde tot een
hernieuwde kennismaking met de Hon
gaars-Engelse pianiste Lili Kraus, die
men in ons land sinds ongeveer tien jaar
niet meer gehoord had en die oudere
concertbezoekers zich zullen herinneren
wegens haar samenwerking met de vio
list Szymon Goldberg in een duo dat
reeds vóór de oorlog grote reputatie ge
noot. Vooral het Mozartspel van het duo
Goldberg-Kraus moet van een bijzondere
kwaliteit geweest zijn en men kon zich
dit realiseren nu de pianiste met een
gewichtloosheid waarin iedere noot be
tekenis had het vierde pianoconcert van
Beethoven voordroeg. Dit was de hoge
school van het pianospel, met hart en
ziel beoefend in dienst van een gerijpte
visie.
Men zou van een, in de beste zin vrouwe
lijke benadering kunnen spreken, die alle
accenten kleurde met een zachtheid die
geen vermindering van de kracht beduid
de, maar hoogstens een verplaatsing naar
een andere belevingssfeer. Lili Kraus bezit
in de omgang met haar instrument een be
wonderenswaardige souplesse, een „spelen
derwijs" ingrijpen dat geen moment tot.
een geforceerde aanpak leidt. Zij behoort
tot de weinigen die het instrument met
zachte hand de muziek „laten" spelen zo
als zij ze willen laten klinken hetgeen
een subtiel, maar beslissend verschil be
tekent met hetgeen gemeenlijk verstaan
wordt onder: op een instrument spelen.
Misschien viel deze onnadrukkelijke in
greep het duidelijkst op in het langzame
deel, waar de pianiste zich haar eigen
partij in alle rust liet ontplooien tegen de
Advertentie
per hele liter
De geheide
gebeide van
Wynand Fockink
x-Wynand Fockink - Anno 1679
gescandeerde ritmen van het orkest. Alleen
de door Beethoven geschapen harmonie
vormde de bindende achtergrond van de
twee disparate sferen, en het is zelden dat
men deze gescheidenheid-in-eenheid zo tot
in het merg van de muzikale substantie
meent te kunnen herkennen. Het is op
merkelijk wanneer een solist(e) een reper
toirestuk op een dergelijk niveau nog weet
waar te maken en uit het warme applaus
bleek dat de toehoorders zich bewust wa
ren een echte vertolking te hebben bij
gewoond. Hier was iets aangeraakt van wat
mensen aan muziek bindt, iets wat buiten
alle uitgekauwde ethiek om „vormend" is,
omdat het met de vorm van ons wezen te
maken heeft. Het orkest leek onder Henri
Arends geïnspireerd door dit voldragen
musiceren en gaf zijn aandeel met grote
concentratie.
De avond was geopend met een bezonken
uitvoering van de ouverture „Coriolan" en
werd na de pauze besloten met de Tweede
Symfonie, in een vreugdevolle, waar mo
gelijk feestelijke stijl ten gehore gebracht.
Men kon zich vooral verheugen over het
vloeiende tempo van het tweede deel, dat
dikwijls enigszins bevriest onder een naar
de letter nemen van de aanduiding „Lar
ghetto". Het bijzonder snelle tempo van
de finale was wellicht in de achtste
beweging voor de strijkers juist iets te
hoog, maar dat neemt niet weg dat een
dergelijke sprankelende opvatting meer
genoegen bereidt dan de jichtige waardig
heid waartoe Beethoven nog wel eens ver
oordeeld wordt.
Sas Bange
Ter vervanging van de Compagnia Mo-
relli-Stoppa uit Rome heeft de leiding van
het Holland-Festival alsnog de „Compagnie
Roger Planchon" het Theatre de Ia Cité
Villeurbaine uit Lyon, weten te contrac
teren voor een viertal voorstellingen. Het
gezelschap speelt op 23 en 24 juni in de
Stadsschouwburg te Amsterdam en op 25
en 26 juni in de Koninklijke Schouwburg
in Den Haag.
Opgevoerd wordt „Les trois Mousque-
taires" van Dumas in de bewerking van
Planchon, die ook de regie voert. De decors
werden ontworpen door René Allio, de kos
tuums door Isabelle Sadoyan en de muziek
werd geschreven door Claude Lochy.
Tot de voornaamste acteurs van Plan-
chons gezelschap, dat in Frankrijk meer en
meer de aandacht trekt, behoren Henri Ga-
liardin, Jean-Pierre Bernard, Isabelle Sa
doyan, Colette Dompietrini, Jean-Jacques
Lagarde, Armand Meffre, Jean-Baptiste
Thierrée en Jean Bouise. Roger Planchon
zelf speelt de rol van d'Artagnan.
Vandaag viert de musicus Jos Vranken
zijn zestigste verjaardag. Joseph Jacob Hu
bert Vranken werd in Utrecht geboren en
ontving zijn muzikale opleiding van zijn
vader P. J. J. Vranken, van W. H. Hut-
schenruyter en prof. Arthur Lowenstein.
Van 27 januari 1932 af dirigeert Jos Vran
ken het koninklijk mannenkoor „Die Haghe
Sanghers". Jos Vranken vernieuwde het
repertoire van het mannenkoor. Hij intro
duceerde Hindemith, Petrassi, Dallapicola.
Martinu en anderen. Hij wist de tegenzin
van de koren te overwinnen om van de
liedertafel op de modernen over te gaan.
De jubilaris is ridder in de orde van
Oranje-Nassau.
Zweden en Johan van Dommele uit Ede.
De organisten kunnen tijdens deze bespe
lingen werken naar eigen keuze uitvoeren.
De jury, bestaande uit de prof. Anton
Nowakowski uit Stuttgart, Luigi F. Taglia-
vini uit Bologna en Louis Toebosch uit Bre
da, zal op donderdag zeven juli in de Grote
Kerk een „jury-concert" geven.
Als afsluiting van dit tiende concours
heeft tenslotte in Haarlem op vrijdag 8
juli in de Nieuwe Kerk een concert voor
orgel en orkest plaats, waaraan het Noord
hollands Philharmonisch Orkest, onder lei
ding van Henri Arends, zijn medewer
king verleent.
De organist Albert de Klerk en de alt
Aafje Heijnis verlenen eveneens hun me
dewerking aan het concert voor orgel en
kamerorkest van dr. Anthon van der
Horst.
Zomer-aea'demic
Voor de zesde maal wordt deze zomer in
Haarlem een cursus gegeven voor orga
nisten. De cursussen, de zesde Zomer Aca
demie voor Organisten, worden gegeven
op het Cavaillé Coll-orgel in het Concert
gebouw en op het orgel in de Nieuwe Kerk.
Om als werkend cursist tot deze Zomer
Academie te worden toegelaten, moet men
in het bezit zijn van het einddiploma orgel
van een Nederlands of, daarmee gelijk
staand. buitenlands conservatorium.
De beste cursisten zullen in de gelegen
heid gesteld worden een concert op het
Müller-orgel in de Hervormde kerk te Be
verwijk te geven.
De lessen hebben met uitzondering van
zaterdag dagelijks plaats, afwisselend
's morgens en 's middags.
Orgel-treinen
Voor deze orgelbespelingen in Alkmaar
worden door de Nederlandse Spoorwegen
speciale treinen van Amsterdam, via
Haarlem naar Alkmaar ingelegd, welke
tevens de gelegenheid bieden om tegen
gereduceerd tarief de concerten in Alk
maar bij te wonen.
Er zullen gecombineerde plaatsbewijzen
zijn te verkrijgen, die recht geven op een
tweede klasse retour en entree eerste of
tweede rang voor de concerten.
Belangstellenden uit Den Haag en Lei
den kunnen eveneens van deze „orgel-
trein" gebruik maken, door na gebruik te
maken van een normaal spoorbiljet Den
HaagHaarlem, in laatstgenoemde plaats
over te stappen in de trein, voor welke het
speciale reductie-biljet geldt.
De bekende dichter Jules Supervielle,
als cultureel attaché verbonden aan de
ambassade van Uruguay in Parijs, is
dinsdagmorgen in zijn woning te Parijs
overleden. Jules Supervielle, die in het
Frans schreef, was kortgeleden tot „Prins
van de Franse dichters" gekozen. Hij zal
vrijdag begraven worden.
Jules Supervielle werd in 1884 te Monte
video geboren. Hij schreef in de dertiger
jaren voor het toneel onder meer „Boli
var" (later met muziek van Darius Mil-
haud tot opera verwerkt), welk drama
een hymne aan de vrijheid is. Het sprook
je „De schone slaapster" trok vooral de
aandacht door de gedurfde enscenering
van George Pitoëff. In 1929 schreef Super
vielle „le Voleur d'Enfants", een verhaal
dat in 1948 in Parijs als toneelstuk voor
het eerst werd opgevoerd: in 1955 bracht
de Haagse Comedie het stuk onder de ti
tel „De Kinderrover".
Toen Frankrijk bezet was schreef hij
van 1939 tot 1942 „Poèmes de la France
malheureuse", In 1949 schreef hij het to
neelstuk „Schéhérazade", in 1931 „l'En-
fant de la Haute Mer".
Gedichtenbundels van hem zijn
„Poèmes de l'humour triste" (1919),
„Poèmes" (1919) „Débarcadères" (1922),
„Gravitations" (1925), „Le Forgat inno
cent" (1930), „Les amis inconnus" (1934),
„La fable du monde" (1938) en „Oublieu-
se" (1949).
Een achttienjarig meisje uit Dussel-
dorp heeft Mariene Dietrich in het ge
zicht gespuwd, omdat de film- en zang
ster tijdens de oorlog is opgetreden voor
de geallieerde troepen die tegen haar
geboorteland vochten. Het meisje sprong
naar voren toen de ster even voor mid
dernacht haar hotel in Dusseldorp ver
liet en trachtte haar een klap te geven.
De portier verhinderde dat en toen
spuwde het meisje de ster in het ge
zicht. De zangeres veegde haar gezicht
af en stapte in haar auto. De omstan
ders hielden het meisje vast tot de poli
tie arriveerde, terwijl zij schreeuwde,
dat Mariene Dietrich een verraadster
was. De politie verhoorde haar en liet
haar na enkele uren gaan. Haar naam
is niet bekendgemaakt.
Bij Santee Land
weer exposeert tot
3 juni de Italiaanse
schilder M a n 1 i o.
Naast een wat vroe
ger portretje, dat
direct sympathie ver
werft, ontmoeten we
landschappen, essen
ties van landschap
pen. Manlio blijkt ge
boeid door sfeer en
licht. Zijn vorm her
innert aan die van
schilders uil de tijd
van 't kubisme. Men
denkt aan de Frans
man Villon en aan
sommige schilderijen
van Gestel. Formalist
mag men hem echter
niet noemen. Manlio
herhaalt zich dan ook
niet.
Dat doet de Neder
lander W. Bouthoorn,
die tot 28 mei in de
kunstzaal van Magdalena Sothmann schil
derijen en gouaches exposeert, mij te zeer.
En daarom kunnen enkele schilderijen van
hem al wel voldoende zijn. En eigenlijk al
te veel, gezien het drukke beweeg. Nu kan
dit een kwestie van persoonlijke voorkeur
zijn maar de herhaling tekent toch wel een
gebrek aan werkelijke inspiratie of pro
bleemstelling.
Boeiender is dan zeker de tentoonstelling
van aquarellen bij kunsthandel M. L. de
Boer. Terecht is deze kunsthandel zuinig
met die zogenaamde een-manstentoonstel
lingen. Door zich te beperken tot slechts
enkele werken van verschillende schilders
was het mogelijk alleen het beste te expo
seren. Voor het grootste deel is het ge-
exposeerde hier van de hand van leden van
de Hollandse Aquarellistenkring. En op
zo'n uitgezochte expositie als deze beseft
men de moeilijkheid van een vereniging,
die ook voor de dag moet komen met het
in ieder geval voldoende verantwoorde
werk van leden en daarmee gehandicapt
is in het bij deze kring toch wel gebleken
streven naar exposities van zo hoog moge
lijke kwaliteit. Terwille van niet te ver
moeiende exposities mag zo'n vereniging
ook niet te groot wat betreft ledental wor
den. Zo kon de kunsthandel De Boer ook
goede aquarellen vinden bij anderen dan
leden van deze kring, bij minder in het
aquarelleren gespecialiseerde figuren als
Ro Mogendorff en bij als aquarellist nog
niet zo bekende figuren als een Jutta Metz-
ger. die de techniek van het aquarelleren
uitstekend blijkt te beheersen.
Kunsthandel De Bnor heelt het begrip I
Aquarel van Jan Groenestein.
aquarel, gelijk ook genoemde kring dat
doet. ruim genomen. Zo ontmoette ik tot
mijn grote vreugde weer die stei-ke
gouache naar een odalisque van G. van 't
Net, die al zo lang in het bezit is van deze
kunsthandel en een van kleur prachtige
gouache van Van Heel. Waterverf komt
nauwelijks voor in het landschap van Muis,
dat toch mooi in het geheel past.
In mijn laatste schrijven over de hier
natuurlijk ook vertegenwoordigde Verwey
meende ik van een ander geloof betreffen
de het voortbestaan van een levende
aqualleerkunst te moeten getuigen. Het
hier geëxposeerde werk van Peeters ver
sterkte nog weer mijn geloof dat de aqua
rel niet per se een typische uitdrukkings
mogelijkheid is alleen voor de tijd van een
Breitner, een Jacob Maris en een Witsen,
zoals Verwey dat meent.
Men ontmoet verder werk van goede be
kenden als een Buning, Van Gulik en Kuij-
per. Fiedler is werkelijk uitstekend ver
tegenwoordigd, vooral met zijn zuidelijke
landschap met olijfbomen voor een meer.
Groenestein verrast met zijn zo los gepen
seelde pony's. Nieuw werk van Wil den
Oude verstevigt mijn geloof in deze figuur.
Engelman bevestigde eveneens zijn kwali
teiten. De andere vertegenwoordigden zijn
Zwier. Roelofsz, Diederen, Stekelenburg en
onze Haarlemmer Steyn. Deze tentoonstel
de sluit 4 juni.
Bob Buys