Oude tegelschouw was in Assendelftse
woning achter het behang verborgen
Tegels in het interieur
Noorse wouden wemelen van wilde dieren
EEN POSTZEGEL UIT NICARAGUA BESLISTE
OVER DE BOUW VAN HET PANAMAKANAAL
Bij de foto's
Postzegels met fouten
zijn kostbaar
In 1607 loog Oosterhout
zich een verleden bij elkaar
EEN GOEDE KENNIS
van mij betrok op zekere
dag een andere woning,
een oud huis op een van
de vele „paden" in de
Zaanstreek. Het huis was
van binnen door de eige
naar aardig opgeknapt,
een streekje verf hier en
een behangetje daar had
het geheel een gezellig
uiterlijk gegeven. Er wa*s
een geschilderde houten
schoorsteenmantel in,
waarboven een zo op het
eerste gezicht vreemd ge
bogen schoorsteenboezem
tot aan de balklaag reik
te. Dit laatste deel van
de schoorsteen was keurig
behangen, maar als tegel
verzamelaar „ruik" je in
zo'n geval de tegels ach
ter het behang en zou je
het liefst een zakmes
nemen om een stukje van
het behang weg te krab
ben om te zien of er wer
kelijk tegels achter zitten.
Mijn vriend was echter
met de situatie volkomen
tevreden, en ik kreeg geen
gelegenheid mijn mes te
gebruiken. Het geluk was
me echter dienstig: toen
de kou inviel en er in het
huis hard gestookt moest
worden liet het behang
aan één zijde van de
schoorsteen vanzelf los en
kwamen prachtige blauwe
bijbelse tegels te voor
schijn. Ik wist mijn vriend
ervan te overtuigen dat
hij een heel mooie
schouw in zijn woning
had, en spontaan als hij
is, begon hij direct heel
voorzichtig het behang
weg te halen van de ge
hele schoorsteenboezem.
Toen dit gebeurd was
kwam een vrijwel gave
schoorsteen te voorschijn,
waarvan echter de on
derste tegels niet aan
sloten bij de bovenkant
van de houten omtimme-
ring, maar er onder ver
dwenen. Met toestem
ming van de eigenaar, die
zelf ook plezier in het
geval begon te krijgen,
werd heel voorzichtig dit
hele bouwsel wegge-
sloopt. Het bleek er
„koud" tegenaan getim
merd te zijn, en er kwam
een geelkoperen lijst te
voorschijn, die het eigen
lijke rookkanaal aan de
onderzijde afsloot. Vorige
geslachten hadden het
huis „gemoderniseerd"
maar waren zo verstandig
geweest de oude situatie
intact te laten. De vrijwel
onbeduidende beschadi
gingen werden voor reke
ning van de huiseigenaar,
die zich met deze vondst
zeer ingenomen toonde,
door een metselaar ge
restaureerd. En nu bleek
weer eens duidelijk hoe
voortreffelijk nieuwe meu
bels het tegen een oude
achtergrond doen, zodat
alle partijen bevredigd
waren. De schouw was
van een bijzonder type,
dat veel in Noordholland
voorkomt: een „smuiger".
Twee tegels met bijbelse voorstellingen,
de kruisiging van Christus en Adam en
Eva in het paradijs.
Een „Smuiger" uit de tweede helft van de
achttiende eeuw. Dit exemplaar bevindt
zich in een woning te Assendelft.
POSTZEGELS met fouten zijn geld
waard. Soms levert zo'n vierkant stukje
papier een klein vermogen op. Uit kran
tenberichten herinnert u zich misschien
nog wel hoe vorig jaar een zekere En
gelsman, George Lofts, het postkantoor
van Dartford binnenstapte om een paar
postzegels te kopen. Thuisgekomen ont
dekte hij, dat het rijtje postzegels geen
gaatjes bevatte, waarlangs hij de postze
gels kon afscheuren. Toevallig was die
meneer Lofts een postzegelverzamelaar
en wist meteen wat dit betekende. Postze
gels zonder gaatjes, een zeldzaam geval
Dus waren de postzegels geld waard. Dat
vond ook Albert Lowburry, een der groot
ste Londense postzegelhandelaren, die zon
der blikken of blozen honderdduizend gul
den voor de postzegels bood. Hoe is het
mogelijk! Bovenstaand geval staat heus
niet op zichzelf. In de postzegelsector kun
nen zich de gekste complicaties voor
doen, die in vele gevallen geld, veel geld
soms, opleveren. In 1946 bij voorbeeld
vond de secretaris van de hertog van
Buccleugh in Schotland, in een oude ver
molmde schrijftafel, een vel van achten
veertig postzegels in blauwe kleur. Het
hele vel kostte destijds vier shilling zes
pence. Nu had het hele vel een waarde
van achtduizend pond sterling. De blauwe
twee-pennyzegel van Engeland is name
lijk de oudste ter wereld, uitgegeven in
1840.
IN 1941 GAF LIBERIA een zegel uit ter
herdenking van de eerste postvlucht naar
Amerika. Het jaartal 1941 was in het
beeld opgenomen. De eerste vlucht had
echter pas in 1942 plaats. De zegels wer
den ovei'gedrukt op acht na. Eén enkele
van die zegels vertegenwoordigt nu al een
waarde van 750 dollar. Maar, het komt
slechts zelden voorDe Verenigde Sta
ten hebben bij voorbeeld sedert 1847 acht
honderd miljard zegels gedrukt en er zijn
weinig vergissingen bij. In 1901 werden
de vignetten van twee series bij een deel
van de oplaag ondersteboven gedrukt. In
1918 drukten de Amerikaanse posterijen
een dergelijke serie met opzet; men had
gehoord dat er zulke zegels bestonden en
wilde een vel voor het archief hebben.
Later bleek een rij van tien zegels ver
loren te zijn en tegenwoordig duiken deze
opzettelijke abuizen nog wel eens op. Een
beroemde vergissing was die van post
meester James Farly in 1933. Farley had
nieuwe luchtpostzegels laten drukken en
hij bracht een vel van die zegels mee
voor president Roosevelt, die een groot
verzamelaar was. Later bleek dat dit vel
niet geperforeerd was.
Z'ON SMUIGER is een monumentale
verwerking van stookgat en rookkanaal in
een beperkte ruimte. Vooral de eenvoudige
houten huizen in Zaanstreek, Waterland en
West-Friesland werden van deze prachtige
oplossing voorzien. Er is hier sprake van
een eenheid, die door de situatie ter plaat
se wordt bepaald, zodat in iedere ruimte
een met deze omgeving harmoniërende
schouw kon worden gebouwd. Aan weers
zijden van de stookplaats zijn twee muurt
jes uitgebouwd, die van boven door een ho
rizontaal vlakje zijn afgesloten. Daarbo
ven komt de achterwand die eerst verti
caal omhoog loopt, maar dan met een
cilindrisch gebogen vlak tegen de voorlig
gende balklaag aansluit. Aan elke kant
ontstaan daardoor twee „zwikken", waar
voor veel tegels versneden moeten worden.
Daar de afmetingen in ieder huis verschil
lend waren kon niet van te voren worden
vastgesteld welke vorm deze zijvlakken
hadden, en loonde het dus niet de moeite
er speciale tegels voor te ontwerpen, waar
in de gebogen lijnen van de schoorsteen
boezem op logische wijze konden worden
opgelost.
IN ALLE MIJ BEKENDE gevallen wer
den hiervoor gewone tegels versneden, het
geen ongetwijfeld 'n zwakke zijde van deze
oplossing is. Tussen de twee muurtjes be
vindt zich de eigenlijke stookplaats, die la
ter door het gebruik van kachels overbo
dig werd. Van de bovenzijde van de muur
tjes af is boven de stookplaats van 't ver
ticale rookkanaal opgebouwd, dat veelal
links en rechts van afgeschuinde hoeken
werd voorzien. Soms is het voorvlak
enigszins gebogen, waardoor de doorsnij
ding met het ronde vlak van de achter
wand fraai gebogen lijnen oplevert. Aan
de onderzijde wordt dit rookkanaal door
een marmeren of koperen lijst afgesloten.
De smuigers dateren uit de achttiende en
negentiende eeuw, en de vorm kon met el
ke willekeurige tegelsoort worden be
kleed. Het gebruikte type geeft dan mees
tal wel een duidelijke aanwijzing voor de
tijd van ontstaan.
Het afgebeelde exemplaar bevindt zich
in een woning in Assendelft en dateert uit
dé tweede helft van de achttiende eeuw,
uit de tijd dus dat de bloeiperiode van de
tegelbakkerij al achter de rug was. Uit or
namentaal oogpunt kunnen we de ge
bruikte bijbelse tegels dan ook niet be
paald sterk noemen. Maar het valt te be
zien of de oi'namentaal zoveel beter ge
slaagde tegels uit de zeventiende eeuw op
dezelfde fraaie manier de prachtige lijnen
van de schouw zelf hadden laten uitko
men. Juist de gelijkmatige verdeling van
lichte vlekken over de gehele wand doet
de meetkundige vormen van de schoor
steen in al hun evenwichtige schoonheid
bijzonder goed zien.
VOORZOVER er van decoratieve bin
ding sprake is komt deze tot stand door
twee elementen in het tegeldecor: de vier
hoekanjers, en de cirkelomtrek van de
bijbelse prentjes. Op deze wijze ontstond
een vrij regelmatige verdeling van lichte
en donkere vlekken, zoals door de hele
achttiende eeuw gebruikelijk was. Achter
de stookplaats zijn andere tegels toege
past met een bloemdecor, dat omstreeks
1800 in zwang was. Het is mijns inziens
duidelijk dat dit een latere vervanging is
van de oorspronkelijke tegels, die mogelij
kerwijs beschadigd waren door het wegne
men van de ijzeren haardplaat. Het ge
bruik van kachels maakte deze haardplaat
overbodig, maar nu moest boven in de
schoorsteen een gat worden gehakt voor
de kachelpijp.
Op de Assendelftse schouw is dit keurig
netjes gebeurd door één tegel weg te ne
men, maar in vele andere gevallen heeft
men er maar rustig op los gehakt, waar
door meerdere tegels werden beschadigd.
Dat is natuurlijk vooral hinderlijk als op
de voorkant van de schoorsteen een tegel
tableau is aangebracht, en de voorstelling
hiervan door dit lelijke gat ernstig werd
vernield.
DE TEGELS van deze schouw staan
scherp tegen elkaar, hetgeen een gevolg
is van de perfecte baktechniek, maar ook
van het volmaakte vakmanschap van de
dorpsmetselaar. Twee tegels uit de
schouw zijn hierbij gereproduceerd, een
met een voorstelling uit het Oude, en een
uit het Nieuwe Testament. Deze twee te
gels bevinden zich beide in het rechteron-
derwandje, waaruit volgt dat de tegels
niet in Bijbelse volgorde in de schoorsteen
werden opgenomen. Was de metselaar
niet erg bijbelvast, of vond hij het maar
gemakkelijker zijn gang te gaan zonder
zich druk te maken over het bijbelver-
haal?
Enkele voorstellingen komen er wel twee
of zelfs driemaal op voor, zodat het wel
erg moeilijk geweest zou zijn er een be
paalde volgorde in vol te houden. We moe
ten wel aannemen dat het hier niet de be
doeling is geweest het Bijbelverhaal op
de voet te volgen. Toch raken we op deze
wand met zijn circa 300 tegels bijna niet
uitgekeken, en we beseffen dat deze wan
den van zeer grote didactische betekenis
zijn geweest.
DE TEGEL uit het Oude Testament stelt
het Paradijs voor (Gen. 3:1-8). Eva heeft
de verboden vrucht reeds in de hand en
gaat deze aan Adam ovei'handigen. De
slang die Eva heeft verleid, kijkt toe en
DESTIJDS REDDE een postzegel het
Panamakanaal, toen Bunau Varilla, de
man die het werk van De Lesseps had
overgenomen, alle Amerikaanse senato
ren een postzegel van Nicaragua stuurde
van een streek waar men dat nieuwe ka
naal wilde bouwen. De senatoren zagen
de vulkaan en stemden prompt tegen het
plan van een Nicaragua-kanaal. Het werd
toen het Panamakanaal. Ook hebben post
zegels al meermalen diplomatieke moei
lijkheden veroorzaakt. Zoals onlangs een
Indonesische postzegel waar Nieuw-Gui-
nea als West-Irian op vermeld stond als
Indonesisch gebied!
In 1900 veroorzaakte een postzegel een
oorlog tussen San-Domingo en Haïti, toen
op een Dominicaanse zegel de grenslijn
ten nadele van Haïti was getrokken. Pas
in 1937 werd dit geschil beslecht nadat
12.000 mensen het leven hadden gelaten
bij jarenlange schermutselingen.
Diplomatieke relaties werden geschaad
tussen Engeland en Argentinië, toen Enge
land in 1933 een postzegel uitgaf ter her
innering aan honderd jaar Brits bewind
over de Falklandeilanden, die de Argen
tijnen voor zich opeisen. De Argentijnen
kwamen met een nieuwe postzegel, waar
op de Falklandeilanden als Argentijns be
zit stonden aangegeven. Engeland gaf in
1938 een nieuwe serie uit, waarop de
eilanden weer als Brits stonden aangege
ven. Vorig jaar hebben de Argentijnen in
het kader van het internationaal pooljaar
een zegel uitgegeven waarop zowel de
Falklandeilanden als een door niemand
erkende sector van Antarctica als Argen
tijns staat aangegeven. En zo blijft de
veldslag, althans voorlopig, nog voortdu
ren.
NIET ALLEEN VERZAMELAARS we
ten dat fouten geld waard zijn, maar ook
postzegelvervalsers. Dit blijkt wel uit een
postzegel van de republiek Columbia,
waarop een treintje over een brug rijdt.
Trein en burg stonden op enkele vellen
ondersteboven. Jarenlang was deze zegel
zeldzaam en bracht heel wat geld op. Tot
in 1940 bleek dat het knap vervalsers-
werk was,-vervaardigd uit twee postze
gels die met de uiterste zorg verknipt en
samengevoegd waren.
Zoals reeds eerder vermeld was Roose
velt een verwoed postzegelverzamelaar,
die ook vele vervalsingen en misdrukken
bezat. Een van zijn pronkstukken was een
Nederlandse Prix de Rome 1960
voor Grafische Kunsten
Dit jaar zal het examen, voorafgaande
aan de wedstrijd om de „Prix de Rome",
een aanvang nemen op 16 mei 1960; de
wedstrijd (proef- en eindkamp) in de gra
fische kunsten vangt aan op 13 juni 1960.
Hiertoe kunnen worden toegelaten Neder
landers van beiderlei geslacht, voor zover
zij op 30 juni 1960 de leeftijd van 20 jaar
hebben bereikt doch niet ouder zijn dan
30 jaar.
Uitgereikt kunnen worden een prijs en
een accessiet, bestaande uit onderschei
denlijk een gouden en een zilveren erepen
ning. Wie de gouden erepenning wordt
waardig gekeurd en blijk heeft gegeven
van groot talent en buitengewone aanleg,
kan gedurende ten hoogste drie achter
eenvolgende jaren worden begunstigd met
een jaargeld. Gegadigden dienen zich uiter
lijk 18 april 1960 schriftelijk, met over
legging van een uittreksel uit de geboor-
tenregisters van de burgerlijke stand, op
te geven bij de hoogleraar-directeur van
de Rijksakademie van Beeldende Kunsten,
Stadhouderskade 86 te Amsterdam, die
desgewenst nadere inlichtingen verschaft.
postzegel met Whistiers beroemde schil
derij van de moeder, waarop de benen
niet waren meegedrukt.
De duurste en zeldzaamste postzegel is
wel die van Brits Guyana, die op een ver
keerde kleur papier werd gedrukt. Deze
zegel, waarvan maar één exemplaar ge
drukt is, is momenteel 50.000 dollar waard.
„MUZIKALE" POSTZEGELS zijn er
steeds geweest. Op vele van hen komen
componisten voor, alsmede musici, mu
ziekfestivals en concertgebouwen. Helaas
zijn de ontwerpers niet altijd goede mu-
ziekdeskundigen. Zo huldigden de Russen
eens hun landgenoot Tsjaikofski met een
zegel, waarop diens beeltenis stond tegen
een achtergrond van een compositie. La
ter bleek, dat de compositie een noten
balk was uit een werk van Mozart. Zulke
vergissingen moeten blijkbaar van tijd tot
tijd voorkomen, want twee jaar geleden
gaf de Duitse Democratische Republiek
een herdenkingszegel uit voor Robert
Schumann, met op de achtergrond een no-
tenblak. Naar later bleek was de muziek
niet van Schumann, maar van Schubert.
Maar och, ten slotte weet niet iedereen
het verschil tussen Schubert en Schu
mann. En bovendien leveren dergelijke
fouten kapitalen op. Men kan wel zeg
gen, dat de postzegelproduktie waarschijn
lijk het enige bedrijf is, waarbij de fou
ten het produkt vele malen verhoogt. En
nu maar verzamelen (en rijk worden).
Ben van Brabant
De Oosterhoutse streekarchivaris, de
heer J. H. van Mosselveld heeft meege
deeld dat Oosterhout enkele eeuwen terug
met valse oorkonden gemanipuleerd heeft
om te ontkomen aan de privileges van
Breda die zeer nadelig waren voor de ont
wikkeling van de dorpen in de Baronie
In_1607 trachtte de stad Breda op grond
"van "vroeger verleende privileges alle
nijverheid in de dorpen van de Baronie
te verbieden en de handel slechts toe te
staan voorzover de goederen afkomstig
waren van de stad Breda.
Oosterhout produceerde echter een aan
tal documenten waaruit men liet blijken,
dat dit dorp niet tot de Baronie behoorde.
Zo was er een testament uit 1199 waarbij
Beatrix, vrouwe van Strijen al haar tien
den in Oosterhout schonk aan de orde dei-
Tempeliers. Er bestond omstreeks 1199
echter geen vrouwe Beatrix van Strijen.
Voorts bezat Oosterhout een oorkonde van
1232, waarbij hertog Jan van Brabant
Oosterhout in zijn bijzondere bescherming
nam. Er was echter in die tijd geen hertog
van Brabant die Jan heette. Ook had
Oosterhout een document uit 1362 waaruit
zou blijken, dat Oosterhout het stadsrecht
van 's-Hertogenbosch had. Dit is uit de
lucht gegrepen, aldus de heer Van Mossel
veld, want Oosterhout viel toentertijd
evenals Breda onder het Antwerpse recht.
Een oorkonde uit 1262, waarbij heer Ar-
noud van Leuven de Oosterhouters enige
rechten schonk, onder meer vrijstelling van
tolbetaling was eveneens vals, want Ar-
noud van Leuven was in 1262 nog geen
heer van Breda.
Dit alles betekent, volgens de heer Van
Mosselveld, dat Oosterhout de 12de- en
13de-eeuwse aanzet, waar zoveel mee ge
pronkt is, voortaan zal moeten missen. Men
zal genoegen moeten nemen met de eerste
officiële vermelding, die dateert uit 1271.
De auteurs van deze falsificaties waren
de Oosterhoutse dorpssecretaris Jacques
Willeboirts en zijn substituut mr. Robrecht
Hulshouts.
slingert zich om de appelboom in het mid
den van de voorstelling. Achter de figuren
van Adam en Eva zien we de leeuw, een
os, een paard en enkele herten. Wie Eva is
kunnen we slechts uit het lange haar af
leiden, want ook Adam ziet er tamelijk
vrouwelijk uit.
Even naïef is de kruisiging op de andere
tegel weergegeven. Het is een simpele,
haast kinderlijke opvatting van het ster
ven van Christus. Links zien we de sol
daten dobbelen om de mantel van Chris
tus (Joh. 19:23 e.v.), rechts is men bezig
het vonnis te voltrekken, waarbij een lad
der tegen het kruis is opgericht. Door en
kele figuren wordt de volksmenigte aan
gegeven die van het gebeuren getuige was,
en zien we „de discipel dien hij liefhad"
Maria ondersteunen (Joh. 19:26). Christus
zelf neemt de traditionele plaats aan het
middelste kruis in, het hoofd is omgeven
door een aureool terwijl om zijn lendenen
een draperie is aangebracht. Ook bij deze
voorstelling treft ons de argeloosheid
waarmee de tegelschilder de scène heeft
afgebeeld. Het is geen groot kunstwerk,
maar verhalende volkskunst van de aller
beste soort: alle details van de afgebeel
de episode komen erin voor. De tekening
is gevoelig en geroutineerd geschilderd,
maar tevens zeer naïef, en wat slap. Het
baksel is glad en gaaf, met een zeer dun
ne scherf en strakke randen, zodat de te
gels zonder merkbare voeg naast elkaar
konden worden geplaatst. De zwak-deco-
ratieve werking van deze tegels wijst ove
rigens voldoende op het achteruitgaan van
de tegelbakkerij, maar ondanks al deze
bedenkingen is het resultaat een bijzonder
mooie schouw, en daar ging het toch maar
om. En we hopen dat deze en soortgelijke
getuigenissen uit een rijk verleden tot in
lengte van dagen de interieurs mogen blij
ven sieren.
Dingeman Korf Sr.
WILDE dieren zijn nog al-
lijd zeer talrijk in Noorwegen.
Wie Gullbranssens „Eeuwig
zingen de bossen" gelezen
heeft of, nog beter, de boeken
van Mikkel Foenhus kent,
weet daarvan mee te praten.
De betrekkelijk schaarse be
volking en de uitgestrektheid
van het woeste land, met tal
van vierkante kilometers waar
nooit een mens zijn voet zet,
zijn oorzaak dat tal van wilde
dieren zich er kunnen hand
haven. Hiertoe behóren een
rijke waterfauna met zalm en
forellen, een mooie vogelstand
met adelaars, havikken,
auerhanen, zwanen, ganzen,
sneeuwhoenders,diverse prach
tige eendensoorten enz. Voorts
enkele reptielen (adders) en
betrekkelijk veel zoogdieren:
beren, veelvraten, elanden,
rendieren (die overigens meer
halfwild of tam dan wild
voorkomen), vossen, lynxen,
dassen, marters, bevers, otters,
zeehonden en andere.
Elk jaar leggen de jagers er
zoveel neer, dat de belangen
van de mens niet te zeer lijden
door de dieren. Duizenden
elanden vele zwaarder dan
een koe moeten opgeruimd
worden. Daar een eland nooit
ver weg dwaalt van zijn ge
boortegrond, weet elke land
eigenaar wel ongeveer hoe
veel er op zijn terreinen lopen.
Hij mag er jaarlijks een vast
gesteld aantal van schieten. In
Zweden worden er elk jaar
25.000 geschoten, in Noor
wegen dat minder bebost is,
plus minus 4500.
Beren komen nog maar zel
den voor, ze zijn schuw en
lang niet altijd schadelijk.
De Noren doden jaar
lijks wel veel beren, zelfs vele
honderden, maar dat is op hun
tochten in de noordelijke IJs
zee en het betreft dan ijsberen.
Men houdt er opruiming onder
(en vangt ook menig exem
plaar levend) omdat de ijsbeer
de mens concurrentie aandoet
bij de robbenjacht.
De „veelvraat", een duivel in
dierengedaante, is eveneens op
zijn retour. In Noorwegen
schiet men er jaarlijks een
tiental. In Zweden meer. Ze
zijn bijzonder schadelijk omdat
ze zoveel rendieren doden. Ze
zijn zeer lenig en kunnen in de
sneeuw bijzonder snel voor
uitkomen. Het zijn echte door
jagers, ze vreten een dier snel
op en beginnen dan zo snel
mogelijk aan een volgende. In
oude geschriften kan men
lezen dat de veelvraat de ge
woonte heeft zijn gevulde
lichaam tussen twee dicht op
een staande bomen te mas
seren om de spijsvertering te
versnellen. Hij kan ook goed
in bomen klimmen.
De zeehondenjacht levert
jaarlijks een buit van zo'n
230.000 stuks op waarvan
180.000 jonge dieren. Het is
een gruwelijke slachting, die
onder deze haast „menselijk"-
aandoende babies wordt aan
gericht. Een 17- of 18-jarige
jongeman die genoodzaakt
wordt, er aan deel te nemen,
wordt er „in een dag tien jaar
ouder door", zoals mij hier
zegt. De jonge dieren schiet
men om het bont, waarvan
schoentjes en siervoorwerpjes
worden gemaakt, de oudere
dieren ook om hun vet.
Een kwart eeuw geleden
ging men in Noorwegen in het
groot vossen houden om aan
de stijgende wereldbehoefte
aan bont te kunnen voldoen.
Er waren duizenden farms van
zilvervossen, blauwvossen en
ten slotte platinavossen, waar
goed geld mee verdiend werd.
Tot de mode veranderde, de
prijs daalde en de cultuur niet
meer lonend was. In de laatste
jaren hebben andere dieren,
niet uit Europa afkomstig
maar uit Noord-Amerika ge-
importeerd, de plaats van de
vossen in de teelthokken inge
nomen: minks. Het is een mar
tersoort met een zeer gezochte,
kostbare huid, die in de wilde
toestand een moordenaar is,
alles dodend wat op zijn weg
komt, veel meer dan het dier
zelf kan eten.
D« Britse lords die vroeger
tegen hoge pachtsommen het
alleenrecht van de zalm- en
forellenvisserij in menige
Noorse rivier aan zich trok
ken, zijn verdwenen. De sport
is te kostbaar geworden. Maar
nu is mylord de mink geko
men. Bij honderden zijn zij uit
hun hokken ontsnapt en zij
vermenigvuldigen zich in het
nieuw-verworven paradijs,
waar zij niet eens natuurlijke
vijanden ontmoetten, als wa
ren zij konijntjes. De honder
den werden duizenden. Zij
volgden de Britse edellieden
op aan de viswateren maar
zijn minder sportief en houden
zich niet aan één seizoen. Zij
zijn van moordlust bezeten en
dreigen zalm en forel en tal
van vogelsoorten, waarvan zij
de eieren èn de jongen nemen,
nog eens totaal uit te roeien.
Noorwegen heeft zich een
nieuw roofdier op de hals ge
haald, dat het land enorme
schade berokkent. Als de
duizenden minks geschoten
zouden worden, bedreigen zij
met de opbrengst van hun
huiden misschien nog de prijs
van hun gekweekte soortge
noten.