OPERA „WOZZECK" VAN ALBAN BERG,
AMERIKAANSE BIJDRAGE AAN HET HOLLAND FESTIVAL
document van levensangst en menselijke ellende
Anato!" van Schnitzler door het
Wiener Burgtheater
ZATERDAG 2 8 MEI 196 0
Erbij
PAGINA TWEt
American Ballet Theatre
Juilliard Quartet
Nan Merriman
Eva besliste
NA JAREN van misken
ning heeft „Wozzeck" vrijwel
alle opera's veroverd. Hij
maakt na de laatste oorlog
zelfs deel uit van het vaste
YVeense repertoire, dus in een
stad die op muzikaal gebied
beslist niet vooruitstrevend
kan worden genoemd, en
thans komt Wozzeck naar
Nederland in het kader van
het Holland Festival. De ato
nale twaalftonen-muziek ont
stond weliswaar in Wenen,
maar niet Oostenrijk, maar
het buitenland en vooral
Amerika heeft het werk van
Schönberg, Wellesz, Alban
Berg, Hauer, Krenek en an
deren gepropageerd. Ook nu
nog kan de moderne muziek
slechts met moeite ingang bij
het Oostenrijkse publiek
vinden. Voor „Wozzeck"
moet men echter een uitzon
dering maken, want over de
waarde van dit werk wordt
zelfs in Wenen niet meer ge
discussieerd. Bovendien be
wijst deze opera voor de zo
veelste maal, hoe wisselvallig
de muzikale beoordeling was
en hoe lichtvaardig zelfs be
kende critici met hun kwalifi
caties omsprongen. Nog in
1927, dus twee jaar na de
première, stond in de „Deut
sche Zeitung" te lezen: „De
muziek van „Wozzeck" is de
moeite van het vermelden
niet waard. Elke knoeier mag
zich op Alban Berg beroe
pen". Toch werd cut werk,
nog voordat het nationaal-
socialisme tegen dit staal van
„ontaarde kunst" zijn veto
uitsprak, tussen 1925 en 1936,
dus in de loop van elf jaar
minstens 166 maal opgevoerd
in 29 verschillende steden.
En nu. een goede veertig jaar
na haar ontstaan, is de opera
een vast repertoire-stuk ge
worden zelfs in Oostenrijk,
waar zij met groot succes tij
dens het Salzburgse Festival
van 1951 werd opgevoerd. In
1953 volgden de Weense
voorstellingen, in 1955 een
langdurige reprise na de
plechtige opening van dc
herstelde opera en nu vormt
zij een onderdeel van het
Weense en het Holland Fes
tival.
DE BEZETTING is gro
tendeels onveranderd ge
bleven. Achter de lessenaar
dirigeert in Wenen ook nu
weer Karl Böhm. terwijl de
hoofdrollen zoals vroeger
vertolkt worden door de zeer
intelligente zangeres Christl
Goltz als Marie, verder door
de heren Dickie, Klein en
vooral Dönch als dokter.
Nieuw is Albrecht Peter als
gast in de titelrol. Tijdens het
Christl Goltz als Marie in
Wozzeckvan Alban Berg.
Weense festival zal tevens de
andere opera van Alban Berg
„Lulu" ten gehore worden
gebracht. Dit is voornamelijk
te danken aan de Konzert-
hausgesellschaft, die zich
jarenlang de grootste offers
heeft getroost om moderne
muziek uit te voeren en die
nu met genoegdoening kan
constateren dat het publiek
langzaam daarvoor begrip
gaat tonen.
HET SUCCES van „Wozzeck" is natuur
lijk op de eerste plaats te danken aan
de indrukwekkende en navrante muziek,
die een onheilspellende atmosfeer oproept.
Doch ook de tekst speelt een grote rol,
omdat hij een sterke dramatische en angst
wekkende spanning vertolkt, die zich ook
van de toeschouwer meester maakt. Wie
de opera reeds kent en dus over de eerste
bevreemdende indrukken heen is, kan deze
werking ten volle ondergaan en bij latere
reflectie constateert hij tot zijn grootste
verbazing dat deze zo modern aandoende
tekst meer dan honderdtwintig jaar geler
den werd geschreven. De auteur is Georg
Büchner, het vroegrijpe genie, dat op 24-
jarige leeftijd stierf, na nog „Danton's
dood", een ander meesterwerk, te hebben
geschreven. Ook dit wei'k werd pas in onze
tijd voor de opera ontdekt en wel door de
Oostenrijkse componist G. von Einem.
Büchner werd in hetzelfde jaar geboren
als Kierkegaard (1813) en evenals de va
der van het existentialisme heeft hij de
levensangst en de existentiële nood voor
de litteratuur pasklaar gemaakt, lang voor
dat Kafka, Camus, Sartre en ook de com
ponist Alban Berg hun tijdgenoten tracht
ten bij te brengen hoe doelloos het mense
lijke bestaan is. Bovendien is de dokter,
die Wozzeck in deze opera als psychisch
„geval" behandelt, een op de psycho-ana
lyse vooruitlopende figuur.
DE HOOFDPERSOON van deze opera
is de gewone, arme en weerloze soldaat
Wezzeck (door Büchner als Woyzeck ge
speld, door Berg als Wozzeck) een ver
schoppeling die door de hogei-e militairen
wordt vernederd, terwijl zijn kameraden
hem treiteren en uitlachen. Bovendien
kwelt hem een niet nader te bepalen le
vensangst, het gevoel dat hij weerloos aan
zijn noodlot is prijsgegeven. De enige troost
die het leven hem gunt is Marie, bij wie
hij een onwettig kind heeft, maar hij kan
niet met haar trouwen, omdat hij arm is.
Ook deze verhouding deprimeert hem, hij
voelt zich schuldig en tracht zich daarte
gen te verzetten: „Het is gemakkelijk om
deugdzaam te zijn, wanneer men rijk is",
maar het helpt niet. Marie is een bijna
moderne labiele persoon. Zij hangt aan haar
kind en schijnt ook wel voor Wozzeck te
voelen, maar tegelijkertijd laat zij zich
door de forse en knappe tamboer-majoor
imponeren, die haar het hof maakt. In
zijn achterdocht vraagt Wozzeck of de
verdachtmakingen van zijn kameraden
waar zijn. Marie ontkent dit, maar Woz
zeck blijft twijfelen: „De mens is een af
grond en men begint te duizelen, wanneer
men er in kijkt". Dan bezwijkt Mace voor
men er in kijkt". Dan bezwijkt Marie voor
de tamboer-majoor, ze danst een hele avond
met hem in een kroeg en geeft dit trots
en volmondig toe, wanneer Wozzeck haar
THUIS GEKOMEN wordt zij aangegre
pen door een onverklaarbare angst en
door een gevoel van schuld en wanhoop.
Terwijl ze bij het bedje van haar kind
zit, neemt ze de Bijbel om er opbeuring
en troost te vinden, want Christus heeft
ook de overspelige vrouw vergeven. Het
volgende toneel speelt zich bij een bosvij-
ver af. waar Wozzeck haar in een vlaag
van afgunst en verbijstering neersteekt.
Dan gaat hij naar de kroeg en danst er
met Magret, die echter bloed aan zijn
handen ontdekt. Hij neemt de vlucht en
gaat terug naar de vijver, omdat hij bang
is dat hij het mes niet ver genoeg in het
water heeft gegooid.Hij gaat het water
in, zoekt naar het mes, waagt zich te ver
en verdrinkt. Op grond van het bericht
dat Marie dood bij de vijver ligt, gaan
allen er op uit om haar te zoeken, als
laatste volgt de kleine jongen van Ma
rie, dat op een stokpaardje rijdend de an
dere kinderen naloopt. Met dit beeld ein
digt de opei-a.
ER LIGT OVER DIT HELE DRAMA een
stemming van grenzeloze wanhoop. De toe
schouwer heeft herhaaldelijk het gevoel,
alsof hier een roman van Kafka wordt uit
gebeeld. In zekere zin kan men het werk
zelfs een theologische opera noemen,
want zonde, schuld en boete zijn de hoofd
thema's die de gedachten en woorden van
Wozzeck en Marie beheersen. Deze ge
drukte stemming wordt op congeniale wij
ze tot uitdrukking gebracht door de mu
ziek, die met opzet atonaal is en die ge
heel op de inhoud is afgestemd. In wei
nig opera's zijn woord en muziek zozeer
tot een eenheid verstrengeld. Het werk is
streng symmetrisch opgebouwd, niet al
leen door de constructie van drie bedrij
ven met telkens vijf tonelen, maar ook
door de toepassing van verschillende mu
zikale vormtypes zoals fuga, passacaglia,
fantasie, scherzo, rondo enz. Wanneer
men het werk de eerste keer hoort, ont
dekt men deze structuur nauwelijks, maar
dat is ook niet nodig. Wèl heeft men de
indruk van een gesloten eenheid, die het
gesuggereerde nog sterker tot uitdruk
king brengt. Het is een troosteloos drama
dat zich hier als een soort noodlot afspeelt
en dat de toeschouwer niet loslaat, ook
later niet. Telkens weer vervolgen hem
beelden van de angstaanjagende atmos
feer, bij .voorbeeld in de kamer-van Marie
die in de Bijbel leest of bij de donkere
vijver waar zij door Wozzeck wordt ver
moord. Als contrast volgt dan de voor
laatste scène in de kroeg en de rij wordt
gesloten door het onschuldige, spelende en
toch reeds door het noodlot getekende kind.
Pas het hedendaagse existentialisme heeft
ons de ogen geheel geopend voor de taal
van deze opera.
Prof. N. Greitemann
(Van onze correspondent in Washington
DE CULTURELE AMBASSADEURS, die dit jaar
op het Holland Festival Amerika zullen vertegen
woordigen. zijn voor de kunstliefhebbers in ons land
reeds goede bekenden: de opera- en concertzangeres
Nan Merriman, het Juilliard String Quartet en The
American Ballet Theatre. Men zal de Amerikaanse
kunstenaars met vreugde terugzien in Nederland en
men moet er zich over verheugen, dat Amerika met
zulk een selecte groep aan het Holland Festival deel
neemt. In het American Ballet Theater bevindt zich
sinds enkele maanden de Nederlandse danser Martin
Scheepers. Hij heeft in die weken enorm hard ge
werkt, de overgang was niet zo heel gemakkelijk,
maar het gaat goed en hij voelt zich thans geheel
thuis in deze groep. Hij behoort tot de beste solisten
van het ballet en het zal niemand verbazen, wanneer
hij binnen niet al te lange tijd wordt opgenomen
onder de sterren. Waarom hij dc grote sprong naar
Amerika gedaan heeft? Omdat hij vooruit wilde. „Dc
tijd is zo kórt", zegt hij filosofisch. Zulk een op
merking zou men eer verwachten van een oudere
man, dan van deze jonge danser, die er fris en jeugdig
uitziet en die nog geen dertig jaar zegt te zijn. Maar
die woorden bewijzen tevens, dat Scheepers ook dc
kunst heeft geleerd om met twee benen op de grond
te staan. De periode waarin een danser op zijn
hoogtepunt is duurt maar betrekkelijk kort. Tecli-
nisch-kunnen kan men lang op peil houden, maar
desondanks gaat er toch met het vorderen van de
jaren iets verloren van de jeugdige soepelheid.
Vandaar dat Scheepers zijn kansen wil benutten zo
lang hij in de beste periode verkeert. En kansen heeft
hij in dit uitstekende Amerikaanse milieu on
getwijfeld.
Dc Nederlander Martin Schee
pers. die bij The American
Ballet Theatre danst.
OVER een halve maand, op
woensdag 15 juni, wordt het Hol
land Festival geopend met de
Wereldpremière in Amsterdam
van de opera „Martin Korda D.P."
van Henk Badings. Op diezelfde
dag wordt in Den Haag door de
Nederlandse Comedie de pre
mière gegeven van „Donna
Diana" van Augustin Moreto y
Cabana (16181669) in de verta
ling van Dolf Verspoor. Onze cor
respondenten in Wenen en Wash
ington schrijven hierbij over en
kele manifestaties in het Holland
Festival-
Onze correspondent in Wenen
schrijft over „Anatol", dat op 4
juli in Den Haag in Holland Festi
val-première gaat en dat in We
nen niet zo bijster goed ont
vangen is. Enthousiaster is hij
over de opera „Wozzeck", die in
het Festival door de Beierse
Staatsopera op 4 juli in Amster
dam voor het eerst wordt opge
voerd onder leiding van Ferenc
Fricsay.
Onze correspondent in Wash
ington schrijft over het American
Ballet Theatre, dat onlangs Martin
Scheepers in zijn troep heeft op
genomen die best te spreken is
over zijn nieuwe omgeving. Het
ballet treedt vijf maal in het Hol
land Festival op met twee pro
gramma's, die op 5 en 6 juli in
Amsterdam in première gaan.
Voorts schrijft onze correspon
dent enkele regels over het Juil
liard Quartet, dat op 2 juli zijn
eerste Holland Festival-uitvoering
geeft in Amsterdam, en over Nan
Marriman, een oude bekende in
ons land, die soliste is in de twee
de symfonie van Mahler, samen
met Maria Stader (14 juli, Am
sterdam).
SCHEEPERS HEEFT reeds vrij veel
Europese ervaring: Hoofdstad Operette,
Nederlandse Opera, London Festival Ballet,
Ballet der Lage Landen, Roland Petit.
Dansgroepen zijn tegenwoordig vaak heel
internationaal van samenstelling. Men zou
zich dus kunnen voorstellen, dat de over
gang van de ene groep naar de andere niet
bijzonder groot is voor een dansex-. Maar
Scheepers vond de sfeer waar hij nu in
beland was toch wel heel verschillend van
wat hij tot dusverre gewoon was geweest.
Hij heeft de indruk, dat er hier minder ja-
louzie bestaat tussen de dansers, minder
intrigue. Voor alle belangrijke rollen traint
men meer dan een danser of danseres. Dat
een programmapunt moet vervallen, omdat
een van de dansers ziek is of een spier
heeft verrekt komt daarom nauwelijks
voor. Herhaaldelijk krijgen de invallers
de „understudies" hier een kans om te
tonen wat zij in een grote rol kunnen pres
teren en de sterren tonen zich niet ge
ïrriteerd of gepasseerd in zo'n geval. Heel
vlot laten zij een ander in hun plaats dan
sen. Vergelijkend met Europa vindt Schee
pers dat men hier wel erg snel uitviel,
wanneer men zich niet helemaal fit voelde
of een beetje last had van een spier. De
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA iongG ScheePers- die graag vooruit wil ko
men, verheugt zich over de kansen die hij
hier krijgen kan en vooral op een tournee
zoals het ballet nu gaat maken, krijgt hij
Nan Merriman.
zeker gelegenheid om te tonen waartoe hij
in staat is.
DEZE BALLETGROEP cultiveert zowel
het klassieke als het moderne ballet. Dit
Amerikaans-moderne repertoire is iets,
waar Scheepers nog aan moet wennen. Dit
dansen heeft volkomen de basis verlaten
van de klassieke danskunst. Wat een man
als Roland Petit: aan moderns naar voren
brengt is toch altijd nog gebaseerd op de
klassieke figuren en de klassieke houding.
Maar in een Amerikaans nummer van de
groep waar Scheepers thans toe behoort
gaat het, heel anders toe. „U kunt het zö
zien", zegt hij. terwijl hij opspringt uit zijn
stoel. En dan doet hij met een paar sug
gestieve passen voor, hoe de cowboys dan
sen in het ballet dat Rodeo heet: kromme
benen, de voeten naar binnen. Zo'n houding
is eenvoudig ondenkbaar in ballet dat nog
enig contact heeft met het klassieke.
The American Ballet Theatre, dat reeds
twintig jaar bestaat, heeft, kortgeleden een
grote verjonging ondergaan. Vandaar dat
vele nummers van het grote repertoire op
nieuw moeten worden ingestudeerd voor
men vertrekt op de grote zomertocht van
zes maanden, die binnenkort begint. In
tien weken tijd heeft men niet minder dan
twintig balletten ingestudeerd! Sommige
dansers werkten negen uur per dag. Het
is maar goed, dat de meesten jong zijn.
Men gaat nu ongeveer met z'n vijfen
vijftigen een tournee maken door Portu
gal, Frankrijk, België, Nederland, Dene
marken, Zweden, Zwitserland, Spanje, Ita
lië, Griekenland, Polen en tenslotte ge
durende acht weken door de Sovjet-
Unie. Dit zal het eerste Amerikaanse ballet
zijn, dat de Sovjet-Unie zal bezoeken. Een
verantwoordelijke taak, voor deze dansers,
voor hun dirigenten Schermerhorn en To-
masow en voor hun regisseur Dimitri Ro-
manow.
OOK HET JUILLIARD strijkkwartet
maakt deze zomer een grote tournee. Van
half april tot oktober is het beroemde
Amerikaanse viertal in Europa; niet min
der dan dertien festivals staan op het. pro
gramma en het lijkt wel verstandig dat de
kunstenaars besloten hebben in het mid
den van deze tocht een maand vakantie
te nemen. Het kwartet bestaat thans uit
de violisten Robert Mann en Isidore Co
hen, Raphael Hillyer speelt alt-viool en
Claus Adam cello. Het is nu reeds voor de
derde keer dat dit kwartet een tocht door
Europa maakt. De tournees in 1955. en 1958
waren een groot succes en de ontvangst
die men deze spelers in 1958 te Boedapest
heeft gegeven, waar zij optraden op het
Bartok-festival, zullen zij wel nooit ver
geten. Vooral de Hongaarse studenten
waren enthousiast over hun interpretaties.
NAN MERRIMAN, die wij voor haar
vertrek naar Europa graag even gesproken
hadden, bleek in Miami te zijn voor een
reeks concerten. Deze zangeres, die op
treedt tijdens vele Europese festivals, die
gezongen heeft in La Scala te Milaan en
in de Glyndebourne Opera in Engeland,
is ook in haar eigen land bijzonder ge
liefd. In Nederland zal men zich haar op
treden met het Concertgebouworkest her
inneren en ook op het festival van Aix-en-
Provence in Zuid-Frankrijk is zij een goede
bekende. Zij behoort waarlijk tot de meest
begaafde en meest veelzijdige zangeressen
van deze tijd. Toscanini heeft haar ont
dekt en wel via de radio. In een periode
dat Toscanini rondliep met de gedachte
aan een programma, geheel aan Verdi ge
wijd, hoorde hij een radio-uitzending, waar
Nan Merriman een klein stukje in zong.
Onmiddellijk belde de grote dirigent het
radio-station op en zeide: „Dat is de stem,
die ik nodig heb!" Haar carrière was ge
maakt.
(Van onze correspondent in Wenen)
WANNEER MEN BEDENKT dat Schnitzler, wiens „Anatol"
in het komende Holland Festival-programma is opgenomen,
evenals zijn vader jarenlang in Wenen als dokter heeft ge-
praktizeerd, dan is het goed beschouwd een hele prestatie dat
hij daarnaast nog zeven romans, dertig eenakters en zeventien
grotere toneelstukken heeft kunnen schrijven. Bovendien leefde
hij als schrijver niet in een ivoren torentje, maar hij heeft,
zoals zijn tijdgenoten nu nog weten te vertellen, met volle
teugen van het leven genoten. Men ontmoette hem in de
elegante salons, in de Weense koffiehuizen van de litteraire
kringen, in de chambres separées van het hotel Sacher, maar
even goed in de kleine eethuisjes van de volkswijken en ge
regeld bij de voorstellingen van het Burgtheater. Hij had zijn
werk nooit kunnen schrijven zonder geleefd te hebben in de
Weense „High society" van vóór de Eerste Wereldoorlog, toen
Oostenrijk-Hongarije nog één macht was en de zogenaamde
hogere kringen van Wenen, zoals hij die beschrijft, voorname
lijk bestonden uit rijke genieters, dagdieven, nietsnutten met
veel geld, officieren, cavaliers, grisettes en eenvoudige meisjes
die vrij wild en het slachtoffer werden van de „betere" heren.
VAN ZIJN TONEELWERK is in het
buitenland „Liebelei" het meest bekend ge
worden, ook in ons land. Dan volgt „Der
Reigen", een Weense transpositie van het
Franse „La Ronde" en nu zal dan „Ana
tol" worden opgevoerd. Dit is eigenlijk ver
wonderlijk, want dit jeugdwerk is vrij
zwak en het staat ook al jaren niet meer op
het repertoire van het Burgtheater, in
tegenstelling met „Liebelei", „Das weite
Land" en „Der grüne Kakadu", die in de
loop van dit jaar in een nieuwe enscene
ring werden opgevoerd. Wanneer men het
enigszins grof wil uitdrukken, zou men
kunnen zeggen dat het oeuvre van Schnitz
ler niet immoreel, maar a-moreel is. Er
is daarin vrijwel geen spoor van hogere
waarden te vinden. Hij is geen moralist
en wil geen lessen geven, maar alleen de
toestanden, situaties, ontmoetingen en ge
sprekken beschrijven, waarvan hij getuige
was in een ondergaande en kleine wereld,
die zich echter de „grote wereld" noemde.
„ANATOL" bestaat uit een serie van
zeven sketches, die het voze, oppervlakkige
en onverantwoordelijke van dit milieu
blootleggen en die meestal met een cyni
sche of fatalistische pointe eindigen. Daar
deze zeven schetsen in de oorspronkelijke
boekuitgave veel te lang zijn voor een
enkele toneelavond, wordt er gewoonlijk
een keuze gemaakt. In de vroegere op
voeringen van het Burgtheater beperkte
men zich tot drie van de zeven, waarin
de losbol Anatol met zijn vriend Max de
hoofdpersoon vormt, terwijl in elke schets
telkens een andere getrouwde of onge
trouwde vriendin optreedt, waarmee Ana
tol intieme relaties onderhoudt of heeft
onderhouden.
GEWOONLIJK WORDEN de drie vol
gende schetsen gekozen: Weihnachtsein-
kaufe, Abschiedssouper en Hochzeitsmor-
gen. Door de eerste schets ligt nog een
zweem van echtheid. Op kerstavond ont
moet Anatol de goed gesitueerde en ele
gante Gabriele, die als getrouwde vrouw milieu, dat zij „de kleine wereld" noemen
nog vlug een paar kerstcadeautjes moet en dat hen vreemd is. Daarom vinden ze
kopen. Zij wil hem behulpzaam zijn, daar dan ook niets passends. Uit de beschrij-
hij zelf iets passends zoekt voor zijn vrien- vingen van Anatol heeft Gabriele echter
dinnetje uit de volkswijk, dus uit een opgemaakt dat dit eenvoudige kind uit
het volk een echte schat van oprechte aan
hankelijkheid is. Ten einde raad en in een
opwelling van stille bewondering geeft ze
hem haar eigen boeket bloemen met de
opdracht: „Lief kind, deze bloemen worden
je gestuurd door een vrouw, die misschien
net als jij kan liefhebben, maar die de
moed daartoe niet had."
Ongeveer op hetzelfde vlak ligt de schets
„Afscheidssouper". Al een week lang is
Anatol elke avond uit souperen geweest
met het danseresje Annie, om haar te zeg
gen dat hij hun relatie wil verbreken,
maar hij durfde niet. Nu echter neemt hij
het definiteve besluit, maar voordat hij
er toe komt, verklaart Annie hem in alle
eerlijkheid, dat zij de relatie afbreekt, om
dat zij iemand heeft gevonden waarvan
ze werkelijk houdt, ook zonder bordeaux,
champagne en oesters. Deze twee schetsen
vertonen een zekere overeenkomst met
„Liebelei", omdat hier telkens een simpel
meisje uit een volkswijk de heldin is, het
gezonde volkskind dat in tegenstelling met
de rijke en voze society nog een oprecht
gevoel van liefde en aanhankelijkheid be
zit.
DE LAATSTE SCHETS „Hochzeitsmor-
gen" is bepaald cynisch. Anatol heeft de
nacht voor zijn huwelijk met zijn vriendin
Ilona doorgebracht. Zij wil de verdere dag
bij hem blijven, zodat Anatol na een lang
en cynisch gesprek gedwongen is haar te
zeggen dat hij over twee uur op het stad
huis moet zijn. Ilona reageert eerst woe
dend, maar zij laat zich door Max, de
Hans Holt als „Anatol" in het gelijknamige vriend van Anatol, gemakkelijk troosten,
stuk van A. Schnitzler. Zijn optreden was wanneer hij haar zegt: „Waar het op aan
de laatste maal, dat deze schepping door komt is dit: niet u bent de bedrogene, want
het Burgtheater óver het voetlicht werd bij u kan men altijd terugkomen, de andere
gebracht. kan men slechts in de steek laten...."
Scène uit „Graduation Ball" van The Ame
rican Ballet Theatre.
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
Dat is evenmin verheffend als het werk
van De Maupassant, waardoor Schnitzler
zich liet inspireren, maar men bedenke dat
hij slechts wilde beschrijven, een beeld
geven van een wereld die intussen al lang
is ondergegaan. Daarom verwondert het
ons eigenlijk dat dit stuk werd gekozen,
want Schnitzler heeft veel betere schetsen
geschreven en Anatol wordt al jarenlang
niet meer in Wenen opgevoerd. De laatste
bonvivant, die in deze rol voor het publiek
van het Burgtheater optrad was Hans Holt
en het werd een mislukking. Niet omdat
Holt slecht speelde, maar omdat de rol in
deze vorm totaal verouderd is. Joseph
Handl zegt dan ook in zijn boek over de
spelers aan het Burgtheater: „Deze Anatol
is nu eenmaal alleen mogelijk in de tijd
voor 1914". Toch heeft het stuk zijn ver
diensten, want. het munt uit door uitste
kende dialogen en er hangt daarover een
typisch Weense sfeer die men ook nu nog
in de koffiehuizen ontwaart. Het zijn for
mele elementen, die Schnitzler meesterlijk
beheerste en die een sfeer oproepen, waar
voor men niet alleen in Oostenrijk, maar
ook daarbuiten nog gevoelig is.
In het Westduitse stadje Herchen, in het
fraaie dal van de Sieg, moest onlangs een
directeur van gemeentewerken worden
gekozen. De achttien raadsleden van het
stadje stemden en stemden, en stemden
nog eens. Maar steeds weer bleek dat ne
gen raadsleden de ene kandidaat en de
negen andere raadsleden de andere kan
didaat wensten. De stemmen bleken on
wrikbaar, er zat er geen één „los"....
Na de derde stemming stelde burge
meester voor een volkomen ondeskundige
en onpartijdige te laten beslissen. De acht
tien raadsleden knikten, waarop de bur
gemeester deraadzaal en stadhuis ver
liet, over het marktplein keek en vervol
gens een zevenjarig meisje, dat in haar
eentje aan het touwspringen was, zag. De
burgemeester haalde het meisje, Eva Ot-
tersbach genaamd, in de deftige raads
zaal, wierp vervolgens twee briefjes met
de namen der beide kandidaten in een
bloemenvaas en vroeg Eva er één papier
tje uit te halen. Dat deed de verbouwe
reerde Eva en daarmee was de nieuwe
directeur van gemeentewerken gekozen.
Een spelend kind van zeven jaar besliste,
waar de gemeentepolitiek geen stap ver
der was kunnen komen.