Amsterdams Ballet met Phèdre" van Ver doner Renaissanceglorie in Antwerpen en atoomtijdperk in Mol IN MEMORIAM WILLEM ELSSCHOT Chefariae 4 Staatssecretaris neemt afwachtende houding aan inzake operakwestie AFWISSELING VOOR KONINKLIJKE GASTEN CaLve -~bip voor chxbi> el- leklceir eten. beroemde geneesmiddelen in 1 tablet doen wonderen! Meisje in auto getrokken en aangerand Bruisend onthaal voor Koningin en Prinses in de Scheldestad 4 Kerkelijk Nieuws Herdenkingsavond dr. De Kat in concertgebouw Concerten en taptoe in Amsterdam lyTaak. er rrvéérwreocv met Calvé I Alléén een tandarts reinigt Uw tanden beter dan Brand in suikerwerk- fabriek te Breda for pong drinks WOENSDAG 1 JUNI 196 0 55 Het Amsterdams Ballet heeft dinsdag avond in zijn hoofdstedelijk tehuis de première gegeven van-„Phèdre" door Jo lt an Verdoner, tot op zekere hoogte bui ten verantwoordelijkheid van de artis tieke leiding van dit gezelschap. Johan Verdoner is namelijk door het gemeente bestuur benoemd tot choreograaf als compensatie voor het vervallen van zijn aanvankelijke functie als mededirecteur. Nu kunnen overheidscolleges wel gelde lijke maar geen kunstzinnige middelen jitdelen. Het is een enigszins geforceerde aangelegenheid en zulks temeer omdat deze vroegere demi-caraetère-danser tot dusverre weinig overtuigende blijken termogen heeft geleverd. weinig van creatief Wel beschikt hij over een door goede smaak beheerst gevoel voor theater- ?ffecten. Het scenario aldus staat te lezen in het programma is gebaseerd zowel op de Griekse mythe als op Racine's drama, waaraan ook de karakters werden ont leend (benevens, moet men hieraan toe voegen. hun Franse namen). Waarom werd juist dit onderwerp gekozen? Dat is een vraag, waarop het antwoord een cu rieuze aanleiding onthult. Mascha ter Wee- me heeft haar gewezen compagnon ge vraagd een werk te maken, waarin de slechts één keer gedragen kostuums zou den kunnen worden gebruikt, die Fran- qoise Adret destijds voor een ballet-met zang over hetzelfde gegeven ten behoeve van de Nederlandse Opera liet vervaardi gen en die in de boedel van de thans één seizoen oude, door samenvoeging gevorm de onderneming zijn ingebracht. Dat er tenslotte toch r.ieuwe kostuums nodig wer den geacht, is tenslotte een kwestie van enkel budgetair belang. De geschiedenis van de eenzame vrouw, die hartstochtelijk haar stiefzoon liefheeft, welk gevoel verkeert in haat als hij haar toenaderingspoging afwijst, waarop zij hem bij haar echtgenoot van verleiding beschuldigt, is als dansdrama volledig mislukt. Wat is de zin van het verkort overbrengen van litteraire meesterwerken in een zo armzalig beperkte bewegingstaal als de hier gedemonstreerde? Twee voor beelden hebben Verdoner kennelijk voor ogen gestaan, schepoingen van Serge Li- far en José Limon. die zich echter respec tievelijk bedienden van zeer romantische en uiterst vormelijke muziek als begelei dend of bindend element. Tn ziin poging het neoklassicisme van de één met het ex pressionisme van de ander te verbinden miste hij een dergelijke ondersteuning: de cerebrale constructies van dorre klanken door Jan Wisse, die uit de orkestbak in stegen, wekten alleen bevreemding. De omkering in het verloon der actie voltrok zich in een stilte, die alleen met suggestie van spanning gevuld werd. De medewerkenden Hannv Bouman. Panchita de Péri, Chris Torenbosch, Ben de Rochement, en Coby Spoelstra. welke laatste het volgende seizoen als regie assistente bij de opera ingaat kregen zelfs geen kans Om te bewijzen tot meer bij machte te zijn dan het zo nu en dan plastisch uitdrukking geven aan moeizaam Advertentie bedachte symboliek. Van werkelijke bewo genheid was geen moment sprake. Het prestige van Racine heeft Verdoner niet aan een succes kunnen helpen. Geen wón der. want het getuigt alleen van preten tieuze overmoed als men aan een verta ling begint van een meesterwerk zonder tot het dichten van een behoorlijke volzin in staat te zijn. David Koning Ned. Herv. Kerk Beroepen te Oosterend op Texel (toez.) en te Oostwoud-Midwoud (N.H.) (toez.) J. G. Beerthuis, kand. te Hilversum. Bedankt voor Zetten-Andelst J. C. Schuurman te Bleskënsgraaf. Geref. Kerken Aangenomen naar Oude en Nieuwe Bildtzijl W. de Vries, kand. te Apeldoorn, die bedankte voor Andel (N.Br.). Tweetal te Maastricht D.- Kronemeyer te Oppenhuizen 'en Ph. Stoffels te Rilland- Bath. Het bestuur van de Nederlandse Opera en de intendant bereiden een wijziging van het reglement voor, waardoor duide lijker zal uitkomen, dat de bemoeienissen van de commissie van overleg zich beper ken tot aangelegenheden van louter socia le aard. Dit heeft de heer Scholten, staats secretaris van Onderwijs Kunsten en We tenschappen, geantwoord op schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid Me vrouw Van Someren-Downer over bij de Nederlandse Opera gerezen moeilijkheden. Indien deze, ook door de staatssecreta ris wenselijk geachte wijziging tot stand zal worden gebracht, is er naar de me ning van de staatssecretaris geen aanlei ding voor vrees onder de artiesten, om een contract aan te gaan met een opera- instituut waar niet alleen directie, dirigent en regisseur op artistiek terrein liggende besluiten nemen, maar tevens een perso neelsvereniging. Volgens bedoeling en strekking van het desbetreffende regle ment is de commissie van overleg niet bevoegd besluiten te nemen en de wijzi ging van het regiement bedoelt iedere twijfel dienaangaande weg te nemen. De staatssecretaris ziet, gezien de voor genomen wijziging, voorlopig nog geen aanleiding zijn invloed aan te wenden om in overleg met B. en W. van Amsterdam tot een voor alle bij de moeilijkheden be trokkenen gunstige oplossing te komen. Afhankelijk van de dan heersende omstan digheden wil hij dat wel doen wanneer het onderling beraad over de wijziging niet tot bevredigende resultaten zou leiden. Voor zover de staatssecretaris heeft kunnen nagaan, heeft van de solisten, met. wie onderhandelingen worden gevoerd over hei afsluiten van contracten, slechts een, die reeds voor het komende seizoen een gastcontract voor zes voorstellingen heeft getekend, te kennen gegeven, dat de bij de Nederlandse Opera gerezen moie- lijkheden ertoe zouden kunnen leiden, dat zij verder geen verbintenis zou willen aan gaan. De houding van deze soliste wordt mede be"paald door haar mening over de taak en de bevoegdheden van de commis sie van overleg en de naar haar mening te grote invloed van de V.G.O. in deze commissie. De staatssecretaris zegt er mede bekend te zijn, dat van de Vereni ging van Geëngageerden bij de Neder landse Opera (V.G.O.) aan het directo raat-generaal voor de arbeidsvoorziening heeft bericht overwegende bezwaren te hebben tegen eventuele verlening van de werdvergunning voor de heren Wolf Die- Ier Ludwig en Arrigo Guarneiri en dat dit dagelijks bestuur het directoraat-generaal verder verzocht heeft ter nadere toelich ting gehoord te worden. Als gevolg van een bespreking met de intendant, die deze stap onaanvaardbaar vond, heeft het dagelijks bestuur van de V.G.O. het directoraat-generaal verzocht de behandeling van bedoelde brief uit te stellen. De vraag, of de eerste blazers van het orkest om beurten de tweede partij zouden kunnen vertolken, heeft onderwerp van bespreking uitgemaakt in de comm- sie van overleg. De commissie heeft ge meend, dat het mogelijk zou zijn op deze manier de tweede blazers enigermate te ontlasten. Zij heeft dit gezien als een maatregel van sociale aard. In een vol gend stadium is de intendant tot de con clusies gekomen, dat deze maatregel, ech ter ook consequenties in artistiek opzicht met zich mede zou kunnen brengen, wes halve hij besloten heeft omtrent de ge dachte regeling nader overleg met de be trokkenen te voeren. Het is buiten kijf. de Sinjorenstad heeft Brussel met betrekking tot enthousiasme over het vorstelijk bezoek de loef afge stoken. Want Antwerpen heeft op werke lijk uitbundige wyze van zyn vreugde doen blijken over het feit dat de Koningin der Nederlanden met haar oudste dochter een visite aan de Scheldestad in het ietwat overladen programma heeft willen doen opnemen. De tocht van het vriendelijke Mortsel waar zy de Gevaertfabrieken zagen, naar Antwerpen werd voor dc hoge bezoeksters een ware zegetocht. De Koninklijke Gast heer Boudewijn, die niets nalaat om het zijn gasten in deze dagen zo aangenaam mogelijk te maken, was even blij verrast over de hartelijkheid, waarmee Koningin Juliana en Prinses Beatrix werden begroet als dezen zelf. Als een machtig koor heeft het in Antvverpens straten uit de ke len van duizenden geklonken: „Leve de Koningin, Leve de Prinses" en vanzelf sprekend ook „Leve de Koning". Een enorme menigte had zich óp het Marktplein, zo rijk aan prachtige gevels verzameld. Dat men zo lang had moeten wachten vond zijn oorzaak in het feit dat er op de weg naar Antwerpen buiten het protocol om, een oponthoud was geweest in Mechelen. Daar werd onze Vorstin ver rast met een pop, een getrouwe kopie van „Opsintjoorke", een figuur die in het Me- chelse folkloristische leven een centrale plaats inneemt. De originele pop die ver zinnebeeldt de gemiddelde Antwerpenaar is een heilig bezit van de Mechelaren. Zij wordt daarom bewaard in het museum. Het is traditie, dat ieder jaar deze pop, die bij feestelijke gelegenheiden in een op tocht wordt meegedragen, door Antwerpse studenten wordt geroofd. Want achter die „Opsintjoorke" steekt een onschuldige ja loezie tussen de inwoners van Mechelen en die van Antwerpen. Omstandig liet on ze Koningin zich over de oorsprong en de betekenis van deze befaamde pop in lichten Op de Grote Markt van Antwerpen, voor het monumentale stadhuis, waarvan het interieur door een schat van bloemen een wel bijzonder feestelijk aanzien had gekregen, juichten de duizenden en zwaai- Arlnertentie Bij pijn, griep of „landerig" gevoel zorgt een enkel labiet da', U weer met plezier Uw werk kunt doen 20 tabl. 1.0.80.Voordelige gezinsverpakking 100 tabl. 1.3.50 In de grote zaal van het Concertgebouw heeft vrijdagavond 3 juni een herdenking plaats van dr. A. I. M. de Kat. Pastoor W. Chr. Westerhoven zal een openings woord spreken en prof. dr. Jos Smits van Waesberghe zal een herdenkingsrede hou den. Medewerking aan deze bijeenkomst ver lenen het kathedrale koor „Cantemus Do mino", leerlingen van de Koorschool, een strijkersensemble, samengesteld uit leden van het N.Ph.O. en de organist J. Schou ten. Het geheel staat onder leiding van de heer Kees Bornewasser. De organist Albert de Klerk speelt een suite van Domenico Scarlatti. Het slot woord wordt gesproken door de heer Ad Heerkens. Gedurende de samenkomst zullen wer ken van Lotti, Scarlatti, Fauré en Borne wasser ten gehore worden gebracht. Halve eeuw K oninklijke Federatie De Koninklijke Nederlandse Federatie van Harmonie- en Fanfaregezelschappen bestaat vijftig jaar. Ter gelegenheid daar van organiseert de afdeling Noordholland van de federatie in juni acht concerten in Amsterdam. Het hoogtepunt van deze muzikale feestviering wordt gevormd door een taptoe, waarvoor op vrijdag 17 juni, acht Amsterdamse muziekverenigingen in stertocht naar de Dam marcheren. Aan deze muzikale tocht verlenen 601 muzi kanten medewerking. De muziekvereni gingen presenteren zich eerst afzonder lijk, waarna een drumbandshow volgt. Voor de finale wordt een orkest van 250 muzikanten uit de verschillende korpsen geformeerd. Te zamen zullen zij de „Lyn- wood-mars" spelen. Bij deze finale zullen de muzikanten worden geflankeerd door fakkeldragers, leerlingen van het oplei dingsschip voor de binnenvaart „Koningin Wilhelmina". U neemt een gewone boterham, belegt die met ei en frisse tomaat en mmmmmmDubbel-lekker maakt U hem met Calvé Mayonaise LEUKE VERRASSING VOOR UW IDEE! Een idee voor dc boterham zoals dit kunt U ook vinden. Want Calvé Mayonaise is wel bij duizend dingen lekker. Ontdek, zelf die nieuwe mogelijkheden. Experimci U doet er Uzelf en Uw eters plezier mee. En om alles voor U nog veel prettiger te maken Calvé beloont elk bruikbaar idee met een leuke, welkome verrassing Zend Uw idee per briefkaart aan Calvé, postbus 1000, Delft. De ideeën moeten voor 1 juli I960 worden ingezonden en worden het eigendom van Calvé. CM 7.100.177.65 (Van onze Kunst-redacteur) Dertien jaar geleden schreef Willem Elsschot zijn laatste boek, zijn meesterwerk „Het, dwaallicht". Sindsdien heeft hij niets meer geschreven. Twee jaar geleden zei hij: „Ik heb er geen zin meer in. Ik weet niet of ik het weer zou kunnen. Een schrijver kan altijd blijven schrijven als hij zijn techniek kent, maar kan hij altijd blijven schrijven zoals hij behoort te schrijven?" Wat hij geschreven heeft is door hem vrijwel allemaal zo beleefd. Zijn oeuvre is zijn dagboek, dat heeft hij zelf gezegd. Hij leed aan het leven en vond zijn geluk in het schrijven. Zijn laatste levensjaren heeft hij doorgebracht in zijn huis, Lemméstraat 21, Antwerpen. Daar bevond hij zich temidden van ontelbare ouderwetse snuisterijen, prachtige antieke meubelen, middel eeuwse kunstschatten. Het was zijn enclave in een tijd, die hij niet verduren kon. Hij was directeur van een reclamebureau en walgde van zijn beroep. „Niet alleen walg ik van de reclame, maar van de commercie in het algemeen. En daarom heb ik mijn boeken „Kaas" en „Lijmen" geschreven omdat ik er op een of andere manier van af moest komen". Elsschot heeft in zijn werken zijn eigen leven van zich afgeschreven en toen het voor hem open lag als een boek trok hij zich terug in zijn grote huis, dat volgepakte huis in de Lemméstraat. Hij had zijn leven weggeschonken om het te winnen. Willem Elsschot In een laan in Hillegersberg (Rotter dam-Noord) is gistermiddag een 17-jarig meisje, dat een geparkeerde bestelauto passeerde, door de bestuurder van deze auto via de achterdeur in de laadbak ge trokken, waarna hij ontuchtige handelin gen met haar pleegde. De man is onge veer 25 jaar oud. De politie zoekt hem thans. Advertentie Elsschot stond stroef in de wereld met de ziel van een kind. In het werk van Els schot staat tussen hem en de wereld een kind, het kind dat in „Tsjip" onverdeeld naar voren komt; het boek eindigt met: „Want ik ben bereid afstand te doen van alles in ruil voor de ademtocht van dat jonge leven, voor de geur van die ont luikende roos". De boeken vóór „Tsjip" zijn anders. Of men hem nu Elsschot noemt, De Ridder, of Grünewald („Villa des Roses"), Kareltje („Een Ontgoocheling"), Pol van Domburg („De Verlossing"), Laarmans of Boorman („Lijmen", „Het Been", „Kaas" enzovoorts), uit het werk rijst één mens op, „met. een verkleumd hart", dat om het oneerbiedig in een culinaire term te ken schetsen een binnenste buiten gekeerde Omelette Sibérienne is: van binnen warm, met een ijsafzetting buiten. Tot „Tsjip" proeft men vooral het ijs: het ironische, het schampere, sarcastische, het cynisch-obser- verende, maar welk een tederheid gaat er onder schuil! Het is als het ware in onver draagzaamheid gedrenkt mededogen. Maar dan komt „Tsjip" (zijn kleinzoon Jan Ma- niewski): „Halleluja! Mijn Verlosser is gekomen. Hij zal mij met mijzelf verzoenen en mij genezen van al mijn kwalen. Door Hem zal ik wedervinden waar ik radeloos naar zoek in het zand". De verlosser is het kind, zijn kleinzoon, zijn soortgenoot. Elet schrijven in het zand wordt schrijven uit het leven. Hij schrijft niet van zich weg, maar naar zich toe. In 1947 schreef hij „Dwaallicht", mild begrijpend zonder enig zelfverlies. „Tsjip" en „Het Dwaallicht" zijn Elsschots meesterwerken. Hoe bloemig is de taal in „Tsjip", hoe zacht en poëtisch. Het hart is niet langer verkleumd bij het kind en ook niet meer, getuige „Het Dwaal licht" bij de anderen, die evenmin hun doel bereiken, maar daarin positief be rusten. Elsschot heeft het kind in zich tegen de wereld in behouden, het kind dat in al zijn boeken verborgen eerst, later openlijk als „een geur van hoger honing" aanwezig is, de onnoembare transcendentie van de dagelijksheid, de enerverende werkelijk heid die wetten stelt tussen droom en daad. Dat is het waarlijk grote in Elsschots werk, dat hij door zijn eigen leven te beschrijven, zijn „dagboek" bij te houden, de werkelijk heid met zichzelf overtreft. Zijn volledig verslag van het onvolledige leven is de ontroerende getuigenis van het menselijke in de mens. Elsschot: was een groot dichter in proza en poëzie. Hij koos zijn pseudo niem naar het gebied De Elsschot waar hij als kind de heerlijkste herinneringen voor de man schiep. Hij heeft De Elsschot her overd en is heengegaan, Hij is thans in het weerzien dat hij in 1907 zijn moeder toe riep: Tot weerziens dan. Ik kom vannacht o£ morgen. Gij kunt gerust een Onze-Vader lezen, en zet uw muts wat recht. Hij zal wel zorgen dat gij geen kou vat en tevrêc zult wezen. De dood heeft het kind bij zijn moeder gebracht den zij met vlaggetjes toen de vorstelijke personen uit de auto's waren gestapt. Weer was het onze Kroonprinses, naar wier de grootste belangstelling uitging. Het schalde over liet grote plein: „Bea trix, Beatrix Van het carillon in de toren van Antwerpens kathedraal klonken de liederen, die ook in de noordelijke Ne derlanden zo n vertrouwde klank hebben. Stram brachten mariniers het militaire saluut en speelde de kapel ons volkslied. Doch de tonen daarvan werden over stemd door het gejuich. En dal enthousias me maakte dat de hoge gasten niet direct nel stadhuis binnengingen, waar zij door het stadsbestuur werden ontvangen. De korte weg van het stadhuis naar het mu seum „Plantin-Moretus", die eveneens met auto's werd afgelegd, gaf de velen die dicht opeen op de trottoirs stonden op nieuw gelegenheid van hun genegenheid voor de vorstelijke personen te doen blij ken. In het museum dat dc herinnering levendig houdt aan Christoffel Plantin, de 16e eeuwse „Prins der drukkers", namen de bezoekers met grote belangstelling ken nis van het rijke, historische materiaal op het gebied der boekdrukkunst, dat hier is bijeengebracht. Achter de typische 18e-eeuwse gevel in Louis Quinze-stijl ligt een der fraaiste juweeltjes van bur gerlijke renaissancebouw verborgen die België rijk is. Op een der 16e eeuwse persen werd volgens het procédé uit die tijd in het bij zijn der gasten een huldeblijk gedrukt. Het was op 14 december 1579, dat Prins Wil lem van Oranje door de grootmeester Plantin eenzelfde huldeblijk werd geof freerd ter gelegenheid; van het bezoek dat de Vader des Vaderlands op die dag aan de toen al vermaarde drukkerij bracht. Van dit museum ging het vervolgens naar het Rubenshuis. waar de hoge be zoekers door de stad Antwerpen het noen maal werd aangeboden. Afwisseling De tweede bezoekdag, die zich van dc eerste onderscheidde door zijn veel grote re levendigheid en ongedwongenheid, was verder vooral merkwaardig door de af wisseling van onderwerpen. Na de ochtend in Antwerpens oude centrum dat zo warm, zo levend is, en in drie musea vol herinne ringen aan de grootheid van de zuidelijke Nederlanden, voerde de middag de gasten naar het heden, de toekomst: kernreacto- ria, opleidingscentra van personeel voor toekomstige kernkrachtcentrales. Na het volk van Antwerpen zo bruisend Vlaams, zo direct en zo gulhartig in de middag plotseling de ontmoeting met de mensen van de wetenschap: er werken meer academici en technische ingenieurs in Mol dan werklieden, en ze komen uit heel België en zelfs van over de grenzen: er werd bij voorbeeld 'n groep Nederland se ingenieurs en technici van de stichting. T.N.O. aan de Koningin voorgesteld, die meewerkt in het Belgische kerncentrum Het totale bezoek aan Mol duurde maar een uur. Van de meeste objecten kregen de vorstelijke bezoekers niet meer dan een glimp te zien tijdens het voorbijrijden: verscheidene laboratoria, verspreid in een Antwerpenaren „beslegen" dinsdag morgen enthousiast het standbeeld van Brabo om verenigd met deze legen darische stadgenoot Koningin Juliafia en Prinses Beatrix toe te juichen bij haar aankomst voor het stadhuis.,. derne reactoren br-2 en br-3,- die in het Kempische land een markante „aan tekening" vormden van het Belgische stre ven bij te blijven en liefst voorop te lopen in het Europese kernonderzoek. Met die indruk vliegen Koningin Juliana en Prinses Beatrix met Koning Boudewijn én hun gevolg in helikopters terug naar Brussel. Hetgeen een éclatant besluit had moeten zijn van de tweede dag van het Neder landse statiebezoek aan België, de gala avond in de Koninklijke Vlaamse Schouw burg in Brussel, is helaas niet veel boven het niveau gekomen van een toneelavond, die iets meer dan normaal was verzorgd. Niet het festijn dat moest beantwoorden aan de hooggestelde verwachtingen. De schouwburg zelf, bescheiden van omvang, rniste op deze avond die feestelijke versie ring, die doorgaans zo kenmerkend is voor een gala-avond, welke wordt opgeluisterd door de aanwezigheid van vorstelijke per sonen. Slechts voor het toneel en op enke le punten in de hal waren bloemen aan gebracht. Ook het gekozen stuk, te weten „veel leven om niets" van Shakespeare, kon maar matig bekoren. De luister ging voornamelijk uit van de hoge gasten zelf, die op speciale zetels in het midden van de zaal hadden plaats genomen. Koningin Juliana droeg een prachtig avondkleed met sleep van ci troengele kleur. In haar haar prijkte de diadeem. Ook onze kroonprinses zag er bijzonder lieftallig uit. Haar robe was van een zachtgroene tint. Bij het betreden van de zaal en bij het weggaan droeg zij een rode avondcape die met wit satijn was gevoerd. Om ongeveer tien over zes gisteravond, terwijl de arbeiders van de fabriek het fa briekscomplex verlieten, ontdekte de echt genote van de portier van de suikerwerk- fabriek „De Faam" in Breda brand in de emballageafdeling van het bedrijf. De vrouw sloeg onmiddellijk alarm, waarop het personeel de gastoevoer afsloot en de elektrische stroom uitschakelde. Het vuur dreigde over te slaan op de administratiegebouwen en op het produk- tiegedeelle van het bedrijf. De brandweer wist dit gevaar echter te bezweren. De brand liet zich eerst zo ernstig aan zien dat assistentie werd ingeroepen van de Tilburgse brandweer. Deze behoefde echter geen hulp te bieden. Het vuur werd bestreden met twaalf stralen. Tegen acht uur was men de brand meester. De gehele voorraad emballage is verlo ren gegaan. Voorts is een klein gedeelte van de vloer van de emballage-opslag plaats ingestort en terechtgekomen in de grondstoffenafdeling van het bedrijf, waar door ook daar schade werd veroorzaakt. Het produktiegedeelte van het bedrijf bos en parkachtig landschap en de mo- heeft enige waterschade opgelopen. Advertentie tonic

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 4