Horen en zien
voor
f Boekenhoekje
Prinses Margaret en haar man
terug van de huwelijksreis
Brixon Costuums
Journalist, die zegslieden niet
wil aangeven, veroordeeld
PANDA EN DE LIJFWACHTERS
AMERIKA
Vreemde dingen ie het kaboeterdorp
4
radio*7 'ieie€i0ëïj;
AANKONDIGINGEN EN
NABESCHOUWINGEN
Wassen beeld van Armstrong-Jones in telefooncel
Zomer moeheid
De radio geeft dinsdag
T elevisieprogramma
Vergissing
Nederlandse bus in
Duitsland gestolen
J an schaap naar mens in
zes uur en 10 minuten
Beroemde zendingsarts
Ida Seudder overleden
och ió het
zo
r
VJ
PROCES-ARNA UD
Verweer was één klacht
over Franse strijdmethoden
Vervolgverhaal
door
M. G. Eberhart
MAANDAG 20 JUNI 1960
20. „Heren", zei de miljonair, „laat
ons alsjeblieft dit gesprek op een andere
plek voortzetten. Ik heb hoogtevrees".
„Niks daarvan!" snauwde Sluiper Je
blijft op die rand en als je ons niet gauw
vertelt, waar je miljoenen zijn, krijg je
een zetje". Palmer kreeg het warm.
Hij begreep, dat een zetje onder deze
omstandigheden even erg was als een
klap met een knuppel. „Toe heren, wees
redelijk," smeekte hij. Houd rekening
■met mijn hoogtevrees. Als u mij op een
andere plaats laat staan, zal ik u een
stuiver geven .eh .twee stuivers, twee
waardevolle stuivers!" Met grote tegen
zin diepte hij twee muntstukjes uit zijn
zak op en hield die de moeilijke jongens
voor. Maar Sluiper sloeg ze hem uit de
hand. „Waar zijn je miljoenen?" herhaal
de hij, „je krijgt drie tellen de tijd". On
danks de ernst van de toestand kon Pal
mer de stuivertjes niet zomaar laten lig
gen en hij bukte zich om ze op te ra
pen. Maar hierbij viel hem de hoed van
het hoofd, over de rand van de afgrond.
De gevolgen waren verrassend. „Mijn
Hoed!" gilde de miljonair en .ondanks
zijn hoogtevrees sprong hij zomaar achter
zijn hoed aan in de diepte
Wij onderschatten de moeilijkheid voor
de t.v. en radio-programmateurs niet, om
gedurende het vakantieseizoen luchtig en
boeiend genoeg voor de dag te komen en
niet een duidelijke inzinking te demonstre
ren, aangezien de „winterkost" heel wat
ruimer keuze biedt. Doch het lijkt ons niet
juist om de warme dagen te gebruiken
voor „afscheidsnummers" zoals „Scher
zo" van Jelle de Vries dit zaterdagavond
deed. Daardoor gaan dergelijke program
ma's die toch nu en dan geslaagde
shows opleverden als nachtkaarsen uit.
In een enigszins sentimenteel getint „vaar
wel" herleefden in deze t.v.-uitzending
een aantal van die geslaagde „Scherzo"-
onderdelen, onder de titel „herhaling".
Een gevaarlijk experiment, want de t.v.-
kijker is een lastig en grillig iemand, die
niet graag in herhalingen valt en spoedig
op alles is uitgekeken. Dat hij zelfs op
Enny Mols-de Leeuwe is uitgekeken, werd
zaterdagavond heel duidelijk. En de gast
heer Jelle de Vries, die alles zo simpel
introduceerde, kan eveneens ernstig op
zoek gaan naar een ander „maniertje".
Zondag: dr. van Eegeraat als onuitroei
baar propagandist voor eigen en ander
mans land onthulde dat hij eigenlijk de
mensen alleen maar wil leren „zien". Dat
moeten we dus in deze vakantie „egt"
maar eens proberen. En verder was er
een Vara-show van Bruce Lowe, die
vreemd in elkaar zat (de show, uiteraard).
Het allervreemdste was, dat de compo
sitie van dit muzikale allegaartje zo als
twee druppels water leek op wat in het
buitenland sind? enige tijd de hoofden en
harten van alle show-enthousiasten op hol
brengt: recept Perry Como. Weer een
imitatie dus: gemoedelijk, eenvoudig,
vriendelijk, allemaal gezellige mensen bij
elkaar, wat filmmontages ertussen door,
een dansje, een liedje, een filosofisch
praatje, een suggestief decor, exotisch en
westers door elkaar, een hoefsmid en een
cocktail party, en dat alles gepresenteerd
door een sympathieke artistieke man van
de wereld, die wars is van theatraal gedoe
en de dingen simpeltjes bij de naam
noemt.
Wat Perry kan, kunnen wij ook. En het
werd dan ook even onorigineel als ver
velend. Dan toch maar liever de liedjes
van Louis Davids nog eens, zoals „Scher
zo" die bracht, of de hartverwarmende ge
zongen schetsen van Koos Speenhoff, zo
als Mimi Boesnach en Guus Verstraete die
in „Van gi-ote naar kleine K" ten beste
gaven. Daarbij nemen we dan de echte
Nederlandse Weense Lebemann Herbert
Joeks nog op de koop toe, zoals hij ook
in „Scherzo" zaterdagavond demon
streerde dat men zelfs een onschuldig
Weens liedje vermoorden kan.
En nu is het vakantietijd. Misschien
gaat het in het volgend seizoen wat beter
met de Nederlandse t.v.-cultuur. Het is in
ieder geval ons Kijkgeld waard om het
maar weer eens te riskeren.
Beeldschermer
HILVERSUM I. 402 m. 7.00—24.00 KRO.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de
Jeugd. 7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en overwe
ging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw.
9.35 Waterst. 9.40 Schoolradio. 10.00 Voor de kleu
ters. 10.15 Lichtbaken, lezing. 10.25 Gram. 11.00
Voor de vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Volaan.. voor
uit, lezing. 12.00 Middagklok - noodklok. 12.03
Lichte muz. 12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33
Gram. 12.50 Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Zonnewijzer.
13.20 Platennieuws. 13.35 Lichte muz 13.55 Zang
en pianorecital. 14.35 Voor de plattelandsvrou
wen. 14.45 Dood in de jungle, hoorsp. 15.30 Orgel-
conc. 15.50 Gram. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Zie-
kenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45
Regeringsuitz.: Gesproken brief uit de Nederl.
Antillen, door Henk Dennert. 18.00 Gram. 18.10
Rep. Wimbledon. 18.20 Polit. praatje. 18.30 Lichte
muz. 19.00 Nieuws. 19.10 Act. 19.25 Memojandum.
1930 Gram. 20.'30 Holland Festival 1960: Concert-
geb.orkest en solist. 21.25 Klankbeeld. 22.25 Boek-
bespr. 22.30 Nieuws. 22.40 Gezin en huwelijk, le
zing. 22.50 Promenade-orkest en sol. 23.55—24.00
Nieuws.
HILVERSUM U. 298 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO.
8.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Pianospel. 8.30 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw.
9.10 De groenteman. 9.15 Gram. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00
Zang en gitaar. 11.15 Voor de zieken. 12.00 Jazz-
rnuz. 12.20 Regeringsuitz.: Uitz. voor de landbouw
12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33 Lichte muz
13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Milit.
muz. 13.55 Beursber. 14.00 Gram. 14.40 Schoolradio
15.00 Licht progr. 15.30 De grote Pan is dood, le
zing. 15.40 Cello en piano. 16.10 Gram. 16.45 Voor
de kinderen. 17.30 Lichte muz. 18.00 Nieuws. 18.00
Nieuws. 18.15 Pianospel. 18.30 Dansmuziek. 18.45
Lichte muz. 19.00 Gesproken brief. 19.05 Gram
19.45 Journ. 20.00 Nieuws. 20.05 Tivoliclub. 20.45
Operatie opium, hoorspel. 22.05 Kerkorgel. 22.30
Nieuws, beursber. en S.O.S.-ber. 22.45 De tover
staf van het woord, lezing. 23.00 Gram. 23.15 Jazz
muziek. 23.5524.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Amus.muz. 12.30 Weerbericht. 12.35 Lichte
muz. 12.52 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte muz
14.00 Opera- en operettefragm. 16.00 Koersen. 16.06
Duitse les. 16.21 Gram. 16.30 Orkestconcert. 17.00
Nieuws. 17.10 Gram. 17.20 Lichte muz. 17.40 Boek
bespr. 17.50 Voor de jeugd. 18.20 Voor de sold
18.50 Sportkroniek. 19.00 Nieuws. 19.40 Wedstrijd
schoolkoor. 19.50 Lezing. 20.00 Voordr. 20.30 Ka
mcrmuziek. 21.00 Omr.ork. en sol. 22.00 Nieuws
22.15 Pianorecital. 22.55—23.00 Nieuws.
VOOR DINSDAG
NTS: 20.00 Journ. en weeroverzicht. 20.20 Film
reportage. 20.40 Gevar. showprogramma. 21.05
22.40 Speelfilm.
(Van onze correspondent in Londen)
Prinses Margaret en Antony Armstrong
Jones zijn zaterdagmiddag feestelijk inge
haald bij hun terugkeer van de wittebroods
weken, die zij op zee en op de Westindi-
sche eilanden hebben doorgebracht met
het koninklijke jacht „Britannia". Het
tweetal zag er overgelukkig uit. Er stonden
duizenden langs de kade. De oorlogssche
pen in dc haven van Portsmouth waren met
vlaggetjes versierd, maar de autoriteiten,
die de prinses en haar man verwelkom
den was op het hart gedrukt, dat de ont
vangst zo onofficieel mogelijk moest ver
lopen.
„Ik ben verdwaald, ik kan mijn hotel
niet meer vinden. Het is in een winkel
straat, dicht bij een hoek. waarlangs lijn
9 rijdt". Met dit verhaal stapte om half-
elf 's avonds een 20-jarige Syriër een poli
tiebureau te Amsterdam binnen. Hij had
een nieuwe sportfiets bij zich, waarop hij
naar hij zei „een eindje" was gaan rijden.
De Amsterdamse agenten deden alle mo
gelijke moeite het hotel voor de verdwaal
de jongeman t.e vinden. Ten slotte reden
zij zelfs de hele route van lijn 9 met hem.
maar zonder resultaat: het hotel bleef on
vindbaar.
„Vroeger ben ik hier ook al eens ge
weest, maar toen logeerde ik in een an
der hotel", zei op een gegeven moment de
Syriër en hij noemde de naam van een
bekend hotelin Den Haag. Toen ging
de politiemannen een licht op. Een agent,
die vroeger in Den Haag gewerkt had,
wist toen ook de naam te noemen van
het hotel waar de Syriër thans ver
bleef.
De Syriër bestelde onmiddellijk een taxi
om hem terug te brengen naar Den Haag.
De fiets paste echter niet in de auto.
Maar ook daarop wisten de Amsterdam
se agenten wel raad: het stuur en het
voorwiel werden gedemonteerd en toen
kon de fiets ook mee.
De Syriër was die ochtend een eindje
gaan fietsen. Uit Den Haag was hij rich
ting Amsterdam gegaan. Toen hij moe was
ging hij in het gras een uurtje rusten.
Daarana aanvaardde hij de terugtocht.
Dat dacht hij tenminste. Toen hij in Am
sterdam aankwam was hij ervan over
tuigd in Den Haag te zijn. Vandaar dat
hij urenlang naar zijn hotel heeft ge
zocht.
Op de weg naar het station heerste
een grote geestdrift bij het publiek dat
op sommige plaatsen tien rijen dik stond.
De prinses en Antony Armstrong Jones
maakten de reis naar Londen met de
trein.
De „Britannia" was tegemoet gevaren
door tientallen zeil- en motorjachten en
vele plezierstomers waarvan de opvaren
den in spreekkoor om de prinses riepen
en nationale liederen aanhieven. Het twee
tal verscheen even op het dek en over
het water galmde een langdurig gejuich.
Op het Waterloostation in Londen werden
beiden, ondanks de hitte, eveneens door
een grote menigte opgewacht.
Met de trein kwam ook mee het twintig
jarige kapstertje Sylvia Davies, die gedu
rende de reis het haar van de prinses
heeft verzorgd. Zij was de enige vrouwe
lijke vrijgezel tussen de bemanning van
driehonderd. Om strikte „neutraliteit" te
handhaven werd zij op haar tochten altijd
door tenminste zes schepelingen geëscor
teerd
Bij hun aankomst voor Clarence House
werd het glimlachende paar opnieuw door
honderden toegejuicht. Later vertrokken
zij naar Windsor, waar de overige leden
van de koninklijke familie verbleven.
(UPI/Reuter) Het wassen beeld van
Antony Armstrong Jones dat vrijdag uit
het museum van Madame Tussaud was
verdwenen, is vanmorgen vroeg door een
politie-agent staande in een telefooncel bij
de Theems in Londen teruggevonden. Toen
men de verdwijning van het beeld had
ontdekt, verklaarde de directeur van het
museum, Roy Lane, verontwaardigd dat
iets dergelijks in 158 jaar niet was ge
beurd. „We verloren enkele vingers, on
een man vermorzelde eens net hoofd van
Sir Winston Churchill..maar nooit dit",
zei Lane.
Een toerbus van een Bredase firma is
in Rüdesheim, waar hij tussen tientallen
andere geparkeerd stond, gestolen en in
Duisburg, ongeveer 140 kilometer noorde
lijker. teruggevonden. De 45 passagiers
van de bus, allen uit Breda afkomstig,
zouden zondag met deze bus van een va-
kantietocht naar huis terugkeren. Aange
zien de Duitse politie de gestolen bus niet
direct heeft vrijgegeven, heeft de onder
neming een tweede bus gestuurd om de
passagiers naar Breda terug te brengen.
PITLOCHRY (Reuter). Zes uur en tien
minuten nadat twee kampioenschapen-
scheerders te Pitlochry in Schotland be
gonnen waren zes schapen te scheren, kon
een man zaterdagmiddag een colbertjasje
aantrekken dat van de wol was gemaakt
dat 's ochtends nog de vacht van de scha
pen was geweest. Hiermee werd een record
gebroken dat 149 jaar heeft standgehouden.
In 1811 dtiurde eenzelfde operatie dertien
uur en twintig minuten.
Zaterdag begonnen de schapenscheerders
om acht uur 's ochtends de zes schapen van
hun vacht te ontdoen. Dit werk vergde zes
minuten. Omstreeks half negen was het
wassen, verven en drogen klaar. Vijftig
minuten later was de wol gekamd, gekaard
en gesponnen ivaarna het weven begon.
De stof tvas omstreeks kwart voor twaalf
klaar waarna de kleermaker aan het werk
ging. Hij had het colbertjasje om tien mi
nuten over twee klaar.
Naar de Wereldraad van Kerken te Ge
neve bericht is op 90-jarige leeftijd te
Kodaikdual in Zuid-India overleden de
Amerikaanse dokter Ida Seudder, de eer
ste vrouwelijke zendingsarts in Zuid-India.
In 1870 in Zuid-India geboren als dochter
van een zendingsarts, volgde zij in Ameri
ka het onderwijs en keerde in 1900 terug
naar India als arts, omdat het voor hin
does en mohammedanen in die jaren ver
boden was hun vrouwen te laten helpen
door een mannelijke arts. Dr. Ida Seudder
was zo begaan met het lot van de vrouwen
dat ze in Vellore een medische hogeschool
opende voor de opleiding van meisjes tot
arts. Later werden ook mannlijke studen
ten toegelaten.
Het Christian Medical College en het
hospitaal te Tevellore zijn door dr. Ida
Seudder wereldberoemd geworden. Enige
maanden geleden kreeg zij op haar 90ste
verjaardag de hoogste onderscheiding van
de regering van India. Ida Seudder is in
Vellore begraven.
Advertentie
Bent U morgenmiddag vrij?
Kom dan eens kijken naar
onze prachtige collectie
GEN. CRONJcSTRAAT 40—44
HAARLEM TEL. 54679
WORDEN in vier werelddelen mense
lijke resten van bxiitengewoon hoge ouder
dom aangetroffen, Amerika is het enige
continent, waar dit niet het geval is. Enkele
paleontologen en antropologen die dan
meestal Amerikanen zijn houden wel-
isivaar slaande, dat het bestaan van de
diluviale Amerikaanse mens afdoende is
bewezen, maar objectief en van ongezond
nationalisme gespeend onderzoek heeft
uitgemaakt, dat de gevonden menselijke
resten veel en veel jonger zijn.
Voor de Amerikaan, die de
eerste mensen graag op Ame
rikaanse bodem had zien ver
schijnen, moet het beslist tra
gisch worden geacht dat alle
vondsten die in de richting
van een diluviale mens wezen,
bij nader onderzoek van veel
jongere datum blijken te zijn. De aan
vankelijk op een ouderdom van 60.000 jaar
geschatte schedel, die door boringen in de
delta van de Mississippi uit restanten van
10 boven elkaar liggende voormalige bos
sen werd opgedohwn, vertoonde de ty
pische kenmerken van het tegenwoordige
Amerikaanse ras, zodat algemeen ivordt
aangenomen, dat dit menselijke restant uit
jongere aardlagen afkomstig is en in de
loop van de tijd naar diepere (en oudere)
lagen is gespoeld.
Niet veel beter verging het de schedel
uit de mijnschacht van Altaville in Cali-
fornië, ivelk skeletdeel op een diepte van
130 voet in gezelschap van beenderen van
uitgestorven diersoorten werd aangetrof
fen. Nuchtere en strikt onpartijdige onder
zoekers hebben vastgesteld dat deze sche
del (later bekend geworden a.ls de schedel
van Calaverasgeen verschillen met de
tegenwoordige Amerikaanse schedels ver
toonde en door bedrog in de nabijheid van
de voorhistorische restanten moest zijn
gebracht.
De vondsten uit de holen nabij Lagao
Santa in Brazilië werden door de Deense
antropoloog herkend als resten van recente
mensentypen en niemand gelooft tegen
woordig dan ook meer aan hun hoge
ouderdom. De vondsten uit de Zuidameri-
kaanse pampasformaties, waarop Ameg-
hino een hele stamboom van mensenras
sen bouwde, bleken na een voortreffelijk
heronderzoek zelfs niet eens van mensen
afkomstig te zijn. De gefossileerde mense
lijke schedel die in 1923 in Ecuador in een
\aag in het Andesgebergte
werd aangetroffen bleek vol
komen modern en ook een
tweetal schedels uit Trenton
zijn afkomstig van mensen die
ia de ijstijd leefden. (Hrdlicka
reeft ze destijds zelfs toege
schreven aan een paar Neder -
andse emigranten!)
Laten we kort zijn en de opsomming niet
verder vervolgen: geen enkele vondst van
mensfossielen in Amerikaanse bodem heeft
een ouderdom van meer dan 25.000 jaar.
En alle pogingen om bepaalde Amerikaan
se fossielen een aanzienlijk hogere ouder
dom toe te schreven hebben in de ogen van
onbevooroordeelde onderzoekers tot nu toe
gefaald. (Waarbij toegegeven moet worden,
dat er enkele vondsten zijn zoals die
van Harrison, curator van het museum te
Los Angelos, die in de dertiger jaren mi
nutieuze opgravingen in het Zuidwesten
van de Verenigde Staten heeft verricht
die op een hogere ouderdom van de Ame
rikaanse mens zouden kunnen wijzen,
maar dit staat nog niet onomstotelijk
vast.)
Nu ive hebben vastgesteld, dat Amerika
ongeveer 25.000 jaar geleden voor het eerst
bewoond was, rest nog steeds de vraag,
waar die mensen vandaan kwamen.
Daarover een volgende keer.
H. Pétillon
(Nadruk verboden)
PARIJS (Reuter) In Parijs is vrij
dag het proces begonnen tegen de jour
nalist Georges Arnaud, die geweigerd had
iemand bij de politie aan te geven, die
gezocht werd omdat hij tegen de staat
gekomplotteerd had. Arnaud werd gear
resteerd nadat hij in „Paris-Presse" een
verslag had gepubliceerd van een pers
conferentie, die volgens hem was' gegeven
door de ex-professor in de filosofie, Fran
cis Jearson. De professor zou de leiding
3233. Toen ze de tube helemaal leeggeknepen hadden, liet Ponko emmers water
aandragen. Want hij had heel goed gekeken, hoe de schilder die verf behandelde.
Die emmers goten ze leeg in de grote bak; het water werd zwart. Maar de verf moest
eerst nog goed omgeroerd worden. Daarom haalde Ponko een bezem uit z'n huisje
en daarmee begon hij ijverig in de zwarte brij te roeren.
Zie je, lachte hij trots. Zo krijgen we 'n massa verf, daar kunnen we ivat mee doen!
De andere kabouters keken belangstellend toe.
30)
Zo dachten ze dus over hem. Daar had de rechter
voor gezorgd met zijn bedekte toespelingen. Zou hij
dan nooit werkelijk vrij worden van de rechter?
De zon stond al laag, zodat de lange schaduwen van
de bomen in de studeerkamer vielen. Hij knipte de
groene lamp aan en nam de telefoon op, terwijl hij
op zijn horloge keek. Het was bijna zes uur.
Het was onbegrijpelijk dat hij nog niet naar zijn
kantoor in New York had getelefoneerd om te zeggen
waarom hij niet teruggekomen was en dat hij ook niet
zou terugkomen. Maar hij had het gevoel gehad dat
die andere wereld automatisch van hem afgevallen was.
Hij draaide het nummer van zijn kantoor, maar na
tuurlijk kreeg hij geen antwoord. Daarom probeerde
hij het huisnummer van Bob Elwell; waarschijnlijk zou
Bob nog niet thuis zijn, maar dan kon hij een bood
schap afgeven.
Bob Elwell was zijn directe chef, een veertiger, jo
viaal en intelligent. Tot Cayce's verrassing kwam Bob
zelf aan de telefoon. „Cayce!" riep hij. „Ben je aan
de boemel?"
Het deed hem goed, Bobs hartelijke stem te horen,
ofschoon het gangsteridioom waarvan hij zich in ge
moedelijke ogenblikken bediende, hier een beetje mis
plaatst leek. Cayce voelde dat hijzelf een beetje pijnlijk
glimlachte. „Je hebt zeker wel de kranten gelezen?"
„Meer dan dat, man. We hebben een paar hoge ke
rels van de politie op kantoor gehad. Dat wil zeggen,
ze waren in burger, maar het waren lui van de politie."
„Wat moesten ze weten?"
„Alles, man. We hebben ze een schitterende beoor
deling van je gegeven. Niemand had ooit gehoord dat
je dreigementen tegen je oom had geuit. We hadden
je allemaal nog dezelfde avond terug verwacht. Nie
mand had je ooit met een revolver gezien. Niemand
wist dat je een revolver had." Bobs stem werd ern
stiger: „Zeg Cayce, je hebt die kerel toch niet de
lamp uitgeblazen, wel?"
„Nee."
Cayce's keel kneep dicht. De vriendelijkheid in Bobs
stem was als zalf op een open wond. „Nee dank je,
Bob."
„Moet je iemand hebben om voor je op te treden?"
„Ze hebben me niet gearresteer-d," zei Cayce.
Weer een pauze; hij kon voelen dat Bobs vlugge
geest de situatie overzag. Eindelijk zei fpj: „Nu, blijf
ons op de hoogte houden. Heb je geld? Och, natuurlijk
wel. Nu je in het bezit bent gekomen van je eigen
plantage."
Cayce slikte. „O, ja ik heb wel geld. Bob, ik wil
hier blijven."
„Bedoel je dat je je baantje eraan geeft? Ja, dat
dacht ik wel. Goed. Maar als je ooit bij ons terug wilt
komen, vind je je stoel op je wachten, hoor."
„Dank je."
„Intussen," Bob verviel weer in zijn joviale, luchtige
manier van praten, „als je de bak indraait, laat het
me dan weten."
Toen Cayce de telefoon had neergelegd, bedacht hij
hoe vreemd het was dat zo'n warm, vriendschappelijk
contact verbroken kon worden door zo'n zacht klikje
in een draad. Hij ging naar de huiskamer; het blad
met ijs, karaffen en glazen stond al klaar, maar Roddy
noch Blanche waren er. Hij schonk een glas in en ging
ermee naar de studeerkamer. Hij had nog minstens
een uur voor het etenstijd was. Die ochtend had hij
de schrijftafel zorgvuldig doorzocht. Hij maakte de
brandkast open om te kijken of er een bewijs van een
safe bij de een of andere bank was, of een aantekening
daarover.
Juist toen de zware deur van de brandkast open
zwaaide, kwam Roddy binnen. Hij had ook een glas
ir. de hand. Hij trok de wenkbrauwen op toen hij zag
dat de brandkast open was.
„Zo, daarom had je dus zo'n haast om hierheen te
gaan. WelHij ging op de kastanjebruine stoel
zitten, gemakkelijk achteroverleunend. „Ik zal je hel
pen. De akte ligt daar, helemaal bovenaan."
Roddy nipte even aan zijn glas, zijn donkere ogen
keken lachend over het glas heen naar Cayce. Na enige
tijd zei Cayce: „Jij hebt hem dus gehad."
„Zeker, ik heb hem eergisterenavond uit de brand
kast gehaald, toen jij naar bed was. Daar heb je hem.
Bekijk hem maar."
Er lag een envelop bovenop een stapel papieren, een
nieuwe envelop, ongekreukt en schoon. Cayce haalde
het opgevouwen papier eruit. Er school een addertje
onder het gras, dat begreep hij wel.
Maar hij was toch niet voldoende voorbereid. Niets
had hem kunnen voorbereiden op die ene regel, in zijn
vaders handschrift: „Met levenslang vruchtgebruik
voor Moore, zijn zuster Blanche Moore Velidas of de
langstlevende."
Langzaam ging Cayce zitten; hij hield de akte onder
de bureaulamp, staarde naar die regel in verbleekt
handschrift verbleekt maar zonder enige twijfel zijn
vaders handschr-ift. Dus behoorde Blanchaard hem niet
toe nog niet.
De rechter was dood. Maar Blanchaard zou hem niet
toebehoren zolang Blanche leefde. Blanche en Roddy
waren nog steeds een deel van zijn leven en van
Blanchaard. Er was geen enkele kans hen eruit te
krijgen.
Een paar uur geleden nog had hij Blanche verteld
dat het haar thuis was; dat leek nu een grimmige
ironie.
Het ijs in Roddy's glas tikte zachtjes. Cayce keek
naar hem. „Hoe lang heb je dit al geweten?"
„O, al jaren, geloof ik".
„Heeft de rechter het je verteld?"
Roddy haalde de schouders op. „Nee".
„Ken je de combinatie van de brandkast?"
„Die ken ik al van toen ik nog een kind was. Ik
heb hem zelf gevonden. Het was niet moeilijk. Ik heb
ook een sleutel van de schrijftafel, als het je rrtocht
interesseren. Ik heb mijn kans waargenomen en heb
de sleutel van de rechter op een keer gepakt en heb
er een duplicaat van laten maken".
„Jij bent je carrière als misdadiger misgelopen. Je
schijnt er werkelijk talent voor te hebben".
Roddy's donkere ogen dansten. „Je zou mijn kop
wel willen afslaan, niet Cayce? Maar dat zou toch
niets aan de zaak veranderen".
De eerste golf van ellende ebde terug; en Cayce voel
de zich weer volkomen helder en onaangedaan. ..Dit
is dus niet de eerste keer dat je in de brandkast hebt
gesnuffeld?"
Roddy zei luchtig: „Nee. En in de lessenaar ook".
„Jij wist dus wat de rechter met het geld van Blan
chaard uitvoerde?"
„Stelen, natuurlijk. Als je het kind bij de naam wilt
noemen".
„Geef je dat toe?"
„Het doet er niets toe, wat ik hier op dit ogenblik
toegeef. Er is niemand anders die het hoort. Het zal
een hele toer voor je zijn te bewijzen dat hij dat geld
gestolen heeft, Cayce. Ik denk dat je de hele zaak voor
het gerecht wilt brengen. Misschien hoef ik je, na je
ervaring van vanmiddag, er niet aan te herinneren
dat je nooit precies kunt weten wat er in een rechts
zaal kan gebeuren. En bovendien, is dat „levenslang"
gebruik moeilijk te definiëren.
„De bedoeling van mijn vader is duidelijk".
„Maar het geld staat op naam van de rechter. Mijn
moeder en ik zijn zijn naaste bloedverwanten. Daar
kun je niet aan ontkomen".
„Ik zal het proberen", zei Cayce.
„Dat verwachtte ik", Roddy's magere, aristocrati
sche gezicht werd scherp; het was duidelijk dat hij
iets beraamde. Hij zette zijn glas neer en leunde voor
over. „Wat dacht je van een compr-omis?"
Cayce wachtte een ogenblik, terwijl hij Roddy op
nam. Eindelijk zei hij: „Je denkt dat ik het. zou win
nen, voor het gerecht".
„Ik denk dat het geregeld kan worden door een com
promis. Jij krijgt iets en ik krijg iets. We hoeven geen
langdurig proces te betalen. Alles wordt in stilte tus
sen ons beiden afgehandeld".
Roddy stond op en liep op de lessenaar toe. De kap
van de lamp wierp groenachtige schaduwen over zijn
knappe gezicht met de dunne, hebzuchtige neus en
mond. „Ze zullen je van moord beschuldigen
Cayce, zo zeker als je leeft. Je zult geld nodig
hebben om de advocaten te betalen voor je verdedi
ging.
(Wordt vervolgd)
hebben gehad van een groep Fransen, die
voor de Algerijnse verzetsstrijders werkte.
Op de zitting van vrijdag werden brie
ven voorgelezen van de hoofdredacteur
van „France Soir" en de hoofdredacteur
van ,,L' Aurore", waarin met kracht het
recht van de journalist om zijn inlichtin
genbronnen geheim te houden werd ver
dedigd. Een hunner herinnerde eraan
dat onlangs een journalist, die een ge
zochte rechtse extremist niet had willen
aangeven, ongemoeid werd gelaten.
De openbare aanklager plaatste later
de opmerking dat de journalisten, wat hun
beroepsgeheim betreft, niet beschermd
worden door de wet.
De militaire rechtbank, waarvoor Ai--
naud terechtstond, kwam vrijdagavond al
tot een uitspraak. Arnaud werd tot twee
jaar voorwaardelijk veroordeeld.
De 42-jarige Arnaud is een bekend auteur.
Hij schreef onder meer het boek „Le sa-
laire de la peur", dat verfilmd is.
(UPI) Arnaud ontkende dat hij op
enigerlei wijze betrekkingen onderhield
met het Algerijnse Bevrijdmgsfront. Hij
woonde de persconferentie uitsluitend uit
hoofde van zijn beroep bij.
„Ik heb slechts in het belang van de
waarheid en voorlichting gehandeld. U
kunt mij niet voor mijn opvattingen ver
oordelen. U kunt mij vrijspreken, of tot
drie of vijf jaar gevangenisstraf veroorde
len. Eer kent geen prijs".
Arnaud stelde meer de oorlog in Alge
rije aan de kaak dan dat hij pogingen
aanwendde zijn rechten als journalist te
verdedigen: „De procureur-fiscaal be
weert dat ik de Algerijnse opstand direct
of indirect heb geholpen. Maar het is on
getwijfeld zo dat in een oorlog waarin wij
ongelijk hebben het zeggen van de waar
heid neerkomt op steun aan de rebellen.
Deze oorlog is volkerenmoord. Martelen is
een systeem geworden. De oorlog die wij
voeren is onterend. Sinds ik in de gevan
genis van Fresnes zit heb ik mensen in
afschuwelijke toestand gezien. Zij hadden
sporen van de electroden nog op hun li
chaam. Ik heb oorlogen gezien, maar nog
nooit eerder ben ik getuige geweest van
zoiets afschuwelijks".
„Men heeft vaak gezegd, dat Racine de
mensen beschreef zoals zij zijn, Corneille
zoals zij behoren te zijn. Meneer de procu
reur-fiscaal, u houdt van .Frankrijk, uw
vaderland, zelfs in zijn misdaden. Ik hou
van Frankrijk, zoals het behoort te zijn".
De novelles van de Italiaan Dino Buz-
zatti zijn stuk voor stuk kleine meester
werkjes. In de zojuist verschenen bundel
„HET HUIS MET DE ZEVEN VERDIE
PINGEN" (n.v. De Tijdstroom - Locum)
is het verhaal met dezelfde titel verreweg
het sterkst, maar ook de andere ademen
diezelfde mysterieuze, ietwat occulte sfeer
die Buzzatti's werk kenmerkt. Het geeft
steeds vingerwijzingen naar een wereld,
die wij niet eens kunnen vermoeden, maar
waarvan ons de nabijheid in flitsen ken
baar wordt; een wereld die bij Buzzatti
onheilspellend en somber is, maar waar
in de berusting de enige uitkomst bied.
Zijn verhalen vergeet "men niet gemakke
lijk, ze zijn klemmend en uiterst overwo
gen, met een minimum aan middelen, ge
schreven. Het beheersen van het korte
verhaal is uiterst moeilijk en wordt wel
eens een indicatie voor het ware dichter
schap genoemd. Hoe dit ook zij, Buzzatti
moet tol de groten in de moderne littera
tuur gerekend worden.
DE OUDE NEGER EN DE MEDAIL
LE" van de in het Frans schrijvende ne
gerauteur Ferdinand Oyono (n.v. De Tijd-
stroom-Lochem) iseen pracht van een
schildering der verhouding neger-blanke in
West-Afrika geworden. Men vraagt na le
zing zich af welker lot nu eigenlijk be
klagenswaardiger is, dat van de negers,
of dat van de blanken. De eersten hebben
tenminste hun levensblijheid, hun gesloten
cultuur en hun sociale gebondenheid. De
blanken hebben in feite niet meer dan
hun kale prestige en hun arrogantie Met
diepe menselijkheid tekent de jonge Oyo
no ons de oude neger, die op het raak
vlak van de twee culturen wandelt en
daarvan dan ook de dupe wordt. Navrant
is het verhaal wel. maar het is de mense
lijke bewogenheid die ons niet met ran
cunes achterlaat tegenover de kleingees
tigheid van de blanken.