Elizabeth Bergner en O. E. Hasse
in „Geliebter Lügner"
Holland
Festival
Muziek van onze tijd in Leiden
Holland
Festival
Willem van der Veer overleden
Vurige liefdesverklaring
aan Suriname
Muziekleerlingen van
het echtpaar Plas
5
PUNCTUEEL, DEBUSSY EN STRAWINSKY
Liesl Bergner
Uitvoering door leerlingen
van het echtpaar
Van der Glas-Boosman
Film van Van der Horst
DINSDAG 21 JUNI 1960
MET ALLE DAARAAN VERBONDEN beperkingen is de
briefwisseling tussen twee mensen een tot op zekere hoogte
veredelde vorm van gesprek. De deelnemers kunnen zich
tegenover elkaar uitspreken, zonder door de ander in de
rede te worden gevallen. Zij kunnen gedachten ontwikkelen
en hun gemoed uitstorten in doorlopende zinnen, die wel
overwogen of meeslepend zijn. De intiemste gevoelens kan
men eruit aflezen, zowel uit gewone woorden als uit gekun
stelde zinnen. De correspondentie is vanouds een door
beoefenaren van wetenschap of indiscrete bespieders be-
Vooral brieven van
kunstenaars om
>ns tot Nederland te
beperken denke
men aan die van
Vincent van Gogh
vormen een interes
sante documentaire
der naar intensiteit
en formaat wisse
lende bezigheden van
hoofd en hart. Op
zienbarend waren in
ieder geval de schrif
telijke liefdesverkla
ringen over en weer
tussen Bernard Shaw
en mevrouw Patrick
Campbell,, die on
danks verleidelijke
aanbiedingen van
uitgevers pas in 1952
postuum werden ge
publiceerd. Toen
Shaw haar voor het
eerst schreef, in april
1899, was hij nog
slechts bekend als
criticus en pamflet
tist. Mrs. Campbell daarentegen stond op
het toppunt van haar door schoonheid
versterkte roem als actrice. Met creaties
van fameuze figuren als Paula Tanqueray,
Fedora en Mélisande had zij heel Londen
in ontroering en geestdrift aan haar voe
ten gebracht. Er zijn uiteenlopende lezin
gen over hun eerste ontmoeting de aan
trekkelijkste daarvan heb ik die gevon
den, volgens welke de schrijver haar ging
opzoeken omdat hij getroffen was door de
bekoorlijke kwaliteit van haar verschijning
en van haar pianospel .in een van haar
rollen. Pas in 19i2, toen hij voor haar de
partij van Eliza Doolittle opstelde, begon
er een betrekkelijke regelmaat in hun om
gang te komen. Zij stierf kort voor het uit
breken van de tweede wereldoorlog vrij
wel in vergetelheid -ergens in het zuiden
van Frankrijk, waar zij herstel van ge
zondheid had gezocht na de mislukking
van haar tweede huwelijk, met de door
haar voor hem gevonden bijnaam op de
lippen: Joey, beminde clown.
Het was een wonderlijke verhouding,
vooral omdat Shaw ondanks alle uitdagen
de verleiding van haar en intens gekoes
terde verlangens van zijn kant van het
begin tot het einde zijn echtgenote op de
eerste plaats stelde en formeel trouw bleef.
Zelfs 'neeft hij mrs. Campbell nooit gekust,
hetgeen voor haar een reden was hem ails
beest zonder begeerte te kenschetsen. Tien
tallen auteurs hebben vergeefs geprobeerd
toestemming te krij
gen hun briefwisse
ling te dramatiseren.
Tenslotte is dit de
Amerikaanse acteur
Jerome Kilty gelukt.
Het resultaat van
zijn compilatie is
maandagavond in het
Holland Festival te
zien en te horen ge
weest. Kilty heeft slechts enkele woorden
van zichzelf, louter ter bondige introduc
tie, aan die van de beide correspondenten
behoeven toe te voegen. 1-Iet is een negen
kwartier lang boeiende, aandoenlijke en
amusante dialoog geworden, waarvoor de
welsprekende personen zelf de teksten le
verden. Het geraffineerd geslaagde werk
van de met smaak en organisatietalent ge-
Zaterdagavond 18 juni hebben leerlingen
van de heer en mevrouw Plas wederom
blijk gegeven van hun vorderingen. In een
tot de laatste plaats bezette muziekzaal
van Brinkmann werd het zeer uitgebreide
programma vlot afgewerkt. Behalve wer
ken van Dean, Broom. Carroll, Jessie
Blake. Breval en Krentzilin, ten gehore
gebracht door debutantjes, werden ook
door de meergevorderden composities voor
piano van Beethoven, Kuhlau, Bossi en
Schubert ten gehore gebracht.
De violisten gaven blijk van hun vor
deringen met werken van Carse, Küchler
en de sonatine nr. 1 van Schubert en de
cellisten met onder andere het concertino
in F van Breval, het derde concertino
van Robert Vallée, Zweedse variaties van
B. Romberg en het concert in G van J. B.
Bréval. Het programma voor de pauze
werd besloten met een viool, piano en
cellotrio van Gerard Hengeveld.
Het tweede deel van het programma
omvatte werken voor piano van G. Pierné
(Concert etude), Impromtu op. 90 nr. 2
van Fr. Schubert, Valse poéticos van Gra-
nados en de Fantasie impromptu van Fr.
Chopin. Voor viool en piano kon men de
Sonate in E van Handel en de Sonate in D
van Mozart beluisteren en voor cello en
piano de Sonate in E van Vivaldi, Sonate
in F van Nic. Porpora en de Elegie van
Gabriel Fauré. De viool en piano en cel
lovoordrachten werden afgewisseld door
een trio-uitvoering van de sonate nr. 1
van A. Vivaldi.
De avond werd besloten met een uit
voering van het pianoconcert in A. van
Karl Ditters von Dittersdorff, waarbij een
dertienjarig meisje de pianopartij vertolk
te, terwijl de strijkersleerlingen, verenigd
tot een groot strijkorkest de begeleiding
verzorgden, het geheel onder leiding van
de heer Plas. Als bijzonderheid dient nog
te worden vermeld, dat de Mozartviool-
sonate werd uitgevoerd op een viool uit
de nalatenschap van de Ov.rveense viool
bouwer Bram Cornet. Het instrument was
door mevr. Cornet-de Jong voor dit doel
overgedragen aan de heer Plas en bleek
een viool te zijn met voortreffelijke kwa
liteiten. De volle, warme toon en de even
wichtigheid der snaren droegen aller be
wondering weg.
Elizabeth Bergner en O. E. Hasse
zegende samensteller werd aanzienlijk ver
gemakkelijkt doordat de twee partners el
kaar herhaaldelijk heftige scènes maak
ten, alle mógelijke tonen tussen vertede
ring en verbittering aansloegen, zich uit
vierden in romantisch beleefde rollen en
aangenomen houdingen.
De beide delen van dit authentieke spel,
dat. „Geliefde leugenaar" werd genoemd,
hebben volkomen verantwoorde culmina
tiepunten in korte tafrelen uit „Pygma
lion" en „De Keizer van Amerika" (The
Apple Cart) gekregen. In het laatstgenoem
de stuk immers heeft Shaw een van hun
meestbewogen ontmoetingen achteraf ge
dramatiseerd. Er zijn twee prachtige, ver
innigde intermezzo's van de even amou
reuze als amusante bekvechterijen: Shaw's
relaas van de crematie van zijn moeder,
mrs. Campbell's verdriet om het sneuve
len van haar zoon. Het publiek in de Am-
geerd middel om hoe dan ook belangrijke anderen van nabij
te leren kennen. De vaak door familieleden of andere relaties
tegengehouden openbaarmaking daarvan brengt ons in het
nauwst denkbare contact met figuren van wie wij meer en
vooral persoonlijke eigenaardigheden willen weten. De let
terkundige professoren Heil inga en Van Duinkerken hebben
reeds in de titels van hun bloemlezingen daaruit op derge
lijke aspecten gewezen: „Het hart op de tong" en „Wereld
historie per post".
sterdamse Stadsschouwburg heeft de won
derlijk fascinerende voorstelling met her
haaldelijk blijkend enthousiasme gevolgd.
Men werd dan ook geconfronteerd met
buitengewoon bekwame vertolkingen van
buitengewoon briljante verschijningen.
Toch mag niet nagelaten worden hier op
te merken, hoe merkwaardig het is dat de
leiding van het Holland Festival gemeend
heeft deze gespeelde briefwisseling aan een
Nederlands publiek in een Duitse versie
te moeten aanbieden. Het is niet dat ik
een aanmerking op Elisabeth Bergner of
O. E. Hasse zou kunnen of willen beden
ken. Het is zelfs zo, dat ik meen de ver
taling door Hermann Stresau uitstekend te
mogen noemen, voor zover ik dat beoor
delen kan. Maar er is, zelfs al werd het
geheel door Jerom Kilty zelf geregisseerd,
tot op zekere hoogte sprake van een ver
valsing, waaraan de uitvoerende toneel
kunstenaars volledig onschuldig zijn. Hoe
voorbeeldig genuanceerd, met hoeveel ac
tieve concentratie ook, de woorden van
mrs. Campbell werden gesproken, ge
schreeuwd of gefluisterd, zij kwamen tot
ons in een andere taal. De humor en het
pathos bleven volledig herkenbaar, maar
klonken toch met een nodeloos vreemd
accent, tot schade in Nederlandse oren van
de originaliteit. Overigens leverde het
tweetal zeldzaam knappe prestaties. O. E.
Hasse bracht het sardonische, het senti
mentele. de grandioze ijdelheid, de egoïs
tische bezetenheid en de agressieve humor
van Shaw magistraal tot uitdrukking,
Elisabeth Bergner stelde daar alle kwali
teiten tegenover om ons in het betoveren
de, de vrouwelijke triomfen en kwellin
gen van de egocentrische Pat Campbell te
doen geloven. Overheersend bleef uiteinde
lijk de dankbaarheid voor de intieme ken
nismaking met een scherpzinnige en sen
sationele vriendschap. De vertoning ge-
schidde in een Victoriaans decor van Ita
Maximowna onder auspiciën van het tour
neetheater „Der Grüne Wagen" uit Mün-
chen en wordt vandaag en donderdag in
de Koninklijke Schouwburg in Den Haag
en morgen in Amsterdam ten behoeve van
de vele liefhebbers herhaald.
David Koning
EVENALS VOKTG JAAR nam Leiden ook mi weer deel aan het Holland I-'estival
met een concert Aan moderne muziek in het Waaggebouw. Betrof, het echter in
1959 een avond met uitsluitend werk van Béla Bartók, ditmaal had men een
programma geprojecteerd dat in beknopt bestek een overzicht moest geven
van de ontwikkelingen die door de huidige officiële avant-garde beschouwd
worden als van centrale betekenis voor de muziek van vandaag. „In beknopt
bestekis met een korreltje zout te nemen: een hedendaags programma mag de
tijdsduur van maximaal anderhalf uur exclusief pauze niet te boven gaan,
hetgeen alleen al de duur was van het gedeelte vóór de pauze van dit concert.
Ik was dan ook niet meer in staat de laatste groepbestaande uit werken van
Strawinsku, (..Three songs from Shakespeare", Epilaphium en Vier Russische
liederen) 'bij te wonen. In zeker opzicht spijt mij dat. want de thans bijna 80-
jarige componist heeft bij al zijn metamorfoses steeds een eigen houding en
doelbewustheid bewaard, die van een heel andere orde is dan de modieuze
dweperij en het consequentedogmatisme van vele jongeren.
Wie de muzikale ontwikkelingen van na
de oorlog enigszins gevolgd heeft, weet dat
Anton von Webern, de in 1945 overleden
Oostenrijkse componist uit de school van
Schönberg, als de grote voorganger post
mortem optreedt van een beweging die
de traditionele melodie steeds meer in een
caleidoscoop van timbres oplost en het
..punctuele" van twee, drie tonen, een kort
tremolo, een vluchtig glissando, enzovoorts
verkiest boven de continuïteit van de frase.
Van hem trof men dan ook op dit, onder
leiding van Elie Poslawsky uitgevoerde
programma, niet minder dan drie werken
aan. „Drei kleine
Stücke" opus 11 voor
cello en piano zijn
studies in klankver
fijning van een onge
lofelijke breekbaar
heid, men mag letter
lijk geen speld laten
vallen, want dat zou
hier gelijk staan met
't afschieten van een kanon. Toch gaat er
een sterke suggestie van uit, maar voor de
echte aanhangers zijn deze vroege stukjes
die nog niet zuiver dodekafonisch zijn,
maar tamme, post-romantische kost. Zij
houden het liever bij „Drei Lieder" opus
18, met Es-klarinet en gitaar, van een
haarspeld-achtige anti-vocaliteit; of bij
het Strijktrio opus 20 dat ook zuiver in de
leer is, waarbij dan weer de merkwaardige
obsessie opvalt om de door atonaliteit ge
desintegreerde structuur weer te binden
aan de klassieke schema's van rondo- en
sonate-vorm. De schim van Beethoven is
wel machtig! Sonatine voor fluit en piano
van Pierre Boulez, de Franse voorman van
deze beweging. „Trois chants sacres" van
de Belg Henri Pousseur, de veelgeprezen
..Sequenza" voor fluitsolo van de Italiaan
Luciano Bério, horen voor mij eveneens in
deze categorie thuis. Ronduit chaotisch
vond ik de „Quatre Etudes de rythme" van
Olivier Messiaen. ellenlange pretentieuze
stukken, waarin de piano vooral flink aan
beide uiteinden tegelijk met secunde-
dreunen bewerkt wordt.
Het kan merkwaardig schijnen dat in dit
gezelschap ook Debussy verzeild was ge
raakt, en wel met „Chansons de Bilitis",
niet de drie liederen die men onder deze
zelfde naam kent, maar twaalf korte tek
sten van de dichter Pierre Louys, met wie
Debuss3r persoonlijk bevriend was. Deze
waren bedoeld als commentaren bij een
gemimeerd spel. Bilitis is de naam van
een vriendin van de dichteres Sappho, het
poëtische woord overstraalt een moderne
perversie met het licht van een klassieke
zuiverheid. De muziek van Debussy is als
het ware de snoer waaraan deze twaalf
juwelen geregen zijn: korte parafrases op
het woord, verbindend, stemming vast
houdend. soms in slechts enkele maten,
dan weer in een afgerond stukje. De frag
menten zijn van een bewonderenswaardige
subtiliteit van klanksfeer, mede door de
ongewone combinatie van twee fluiten,
twee harpen en celesta. Dankzij het feit
dat de punctuelen en hun school naast
Von Webern ook Debussy (althans in be
paalde werken) als hun Abraham zien
een onderscheiding die de Franse meester
met de hem eigen ironie zou hebben be
schouwd kon men kennis nemen van
deze verloren gewaande partituur, die na
één uitvoering in 1901 meer dan een halve
eeuw niet geklonken heeft. Debussy zlf
heeft de schetsen later tot uitgangspunt
genomen voor zijn „Six epigraphes Anti
ques", voor piano vierhandig.
De hierboven besproken uitvoeringen
stonden alle op een zeer hoog peil.
Over het feit dat er blijkbaar een groep
musici is, die naast hun orkestpraktijk de
moed opbrengt zich in deze lastige materie
Tussen de middagrepetitie en het
diner in troffen wij gisteren in het Am-
stelhotel te Amsterdam Elisabeth Berg
ner, de charmante actrice die gister
avond de Nederlandse première speelde
van de gedramatiseerde Stella Camp
bell-Shaw-brief wisseling „Geliebter
Lügner". De oxideren onder ons kennen
Liesl Bergner van de Rosalinde-vertol-
king, die zij dertig jaar geleden in de
Amsterdamse sladsschouxvburg bracht
of en dat in de meeste gevallen
van het filmdoek waar zij triomfen
vierde in „Katarina de Grote", „Escape
me Never" en „Traumender Mund". Zij
is nu 60 jaar maar heeft dezelfde jeug
dige charme van weleer behouden en
zelfs de ietwat melancholische glimlach
uit de dertiger jaren.
Zij is Weense van geboorte, xverkte
tot 1933 aan het Berlijnse toneel en
vluchtte toen voor de nazi's naar Enge
land en Amerika waar zij aan het toneel
bleef, en voor de film speelde. Haar
huidige ivoonplaats is nog altijd Lon
den. „Sinds de oorlog heb ik alle toneel
rollen geweigerd", vertelde ze.
„Toen mevrouw Frank-Mittler, die de
rechten heeft van het werk van Shaw,
mij verleden jaar Geliebter Lügner liet
lezen, weigerde ik weer; ik zag er bo
vendien niets in. Dank zij haar overre
dingskracht heb ik tenslotte toegestemd,
maar ik bleef sceptisch. Pas na de pre
mière moest ik toegeven dat zij gelijk
had". Mevrouw Frank-Mittler. die ook
naar Amsterdam is gekomen, knikte in
stemmend evenals Alexander Fronke,
directeur van „Der Grüne Wagen" die
de producer is van het stuk.
Elisabeth Bergners tegenspeler in het
stuk van Shaw is de bekende acteur
O. E. Hasse, in Nederland vooral be
kend van de film. „Een stuk? Het is
heiexnaal geen stuk", donderde zijn stem
tussen twee hoestbxxien door. „Toen
Fronke mij vroeg of ik eens iets geheel
nieuws wilde spelen, heb ik lang geaar
zeld. Dat Elisabeth de andere rol had,
heeft grote invloed gehad op mijn uit
eindelijke beslissing. Toch dacht ik dat
het alleen iets voor de fijnproevers zou
worden. Ik heb me vergist, want de
interesse bleek bij een breed publiek te
zitten. Zo zien we weer eens dat je het
publiek nooit moet onderschatten. Maar
een toneelstuk is het niet. Ik probeer
ook niet met kapwerk of wat dan ook
Shaw uit te beelden. Dat zou trouwens
niet lukken want Shaw xvas slank en
ik ben dik. Bovendien loopt de brief
wisseling over een periode van dertig
a veertig jaar".
Hedenmorgen om zes uur is in St.
Elisabeth's of Grote Gasthuis te
Haarlem op 72-jarige leeftijd over
leden de acteur-regisseur Willem van
der Veer uit Aerdenhout. De heer
Van der Veer was op 1 juni in het
Gasthuis opgenomen. Hij leed aan
een bloedziekte.
Willem van der Veer werd in Eindho
ven geboren. Als elfjarige jongen verhuis
de hij naar Haarlem, waar hij de h.b.s.
doorliep; daarna ging hij naar de Am
sterdamse toneelschool. Hij debuteerde bij
de gebroeders Van Lier in het Grand
Théatre aan de Amstelstraat voor acht
gulden in de week waar in de tijd de
meeste acteurs en actrices hun carrière
begonnen. Twee jaar lang speelde hij er
figurantenrollen, toen ging hij over naar
de „De Nederlandsche Toneelvereniging",
die geregeld de Hollandsche Schouwburg
bespeelde. De jaarlijkse première van een
Leerlingen van het echtpaar Chris van
der Glas en Pie van der Glas-Sqosman
hebben zaterdagavond in het jeugdhuis
aan de Donkere Laan te Bloemendaal een
uitvoering gegeven.
De aankomende pianisten en violisten
hebben gedemonstreerd, wat er te berei
ken valt onder goede leiding en met door
zettingsvermogen. Pianoleerlingen van
Mevrouw van der Glas onderscheidden
zich met vertolkingen van onder andere
enkele Spaanse stukken van Alb.énis, de-
„Legende" van Katsjaturian, de twee pre-
luden van Orthel. „Sacré monte" van Tu-
rina, „Le petit blanc ane" van Ibert en
de eerste Arabeske van Debussy. Ook het
piano-concert in A majeur van Karl Dit
ters van Dittersdorff, door drie meisjes
uitgevoerd, was een goede maatstaf voor
muzikale beoordeling.
Bij de viool-leerlingen van de heer Chris
van der Glas waren verschillende opval
lende muziekale uitingen waar te nemen
wat streek, positiespel, dubbeltonen en
zelfs flageolet-tonen betreft. Enkele klas
sieke Sonaten en stukken van Piocro, Han
del, Purcell, Schubert, Vivaldi en Haydn
gaven tijdens de vertolking een goed in
zicht in de vorderingen, terwijl het slot
nummer: „Zigeunerweisen" van Pablo de
Sarasate met recht als uitsmijter, althans
in de goede zin van hef woord, was be
doeld. In de pauze werd namens de leer
lingen een cadeau aangeboden aan de heer
en mevrouw Van der Glas.
met zoveel succes te verdiepen, kan men
zich verheugen. Minder reden tot vreugde
is er over de s.taat van gezondheid van
ons muziekleven dat zich steeds meer lijkt
terug te trekken op het bolwerk van Beet
hoven-cycli, populaire klassieken, herden
kingsjaren en het traditionele schema
ouverture solo-concert, symfonie, en
anderzijds op hetgeen fanatieke woord
voerders. door het toverwoord „experimen
teel" geschraagd, als hedendaags poneren.
Daartussen liggen namelijk vele duizenden
werken van muziek, van 960 tot 1960, die
niet of onvoldoende tot hun recht komen,
omdat de organisatie van ons concert-
bedrijf" geen plaats voor ze heeft en om
dat de propaganda van „links" het begrip
van* actuele waarde steeds meer dreigt te
versmallen.
Sas Bunae
Op 8 juli begint in Hilversum de nieu
we Snip en Snap revue „Tot Van
avond". De repetities zijn in volle gang.
De foto toont een scène uit „The girl
The Londen
xvith the yellow shoes", een zogenaam
de „western", xvaarin als solisten
Philippine Aeckerlin en Aart Brouwer
(samen op de voorgrond) optreden met
Stariets.
Willem van der Veer
nieuw stuk van Heijermqns altijd in de
week vóór Kerstmis was lange tijd de
grootste gebeurtenis van het Amsterdam
se seizoen. Daar heeft Van der Veer zijn
naam als Heijermans-vertolker en karak
terspeler verdiend. Zijn creaties met
Esther de Boer-van Rijk van reder Bos
en van Geert in „Op Hoop van Zegen",
Matthijs de Sterke in „De opgaande zon"
en vooral van pastoor Nansen in „Aller
zielen" zijn geschiedenis geworden'. Hij
speelde zijn rollen in Heijermans-stukken
soms wel duizend maal zijn record in
één rol van Heijermans is twaalfhonderd
opvoeringen! maar ook in andere re
pertoire was hij een belangrijke kracht.
Hij speelde bijna ieder stuk van Ibsen,
de koning in „Hamlet" van Shakespeare,
een hoofdrol in Grillparzer's „Medea" en
naast de grote Bouwmeester als Shylock
in „De Koopman van Venetië".
Hij maakte met eigen gezelschappen ge
slaagde tournees door Oost en West-Indië,
waarvoor hij Louis Bouwmeester, Jan van
Ees, .Johan Elsensohn, Rie Gilhuys en an
deren engageerde. Dat was- in de derti
ger jat en. Drie jaar trok hij met een ge
zelschap door Sumatra, Java en Bali. Hij
kon over die tijd met grote gebaren en
bulderende humor vertellen; over houten
vlondertjes in Sawah Loentoer, waarop
gespeeld moest worden, over Bandjermas-
sin, waar de actrices gillend tussen het
vliegend ongedierte toch nog iets van hun
rol trachtten te redden en vooral over zijn
tocht in een oude auto door het bergland,
waar midden in de woestenij een mare
chaussee opdook die., de autopapieren
wilde zien. Daar kon deze grote forse
man zich nog telkens tranen om lachen.
Ook als filmacteur heeft Willem van der
Veer bekendheid verworven, niet het
minst bij de vele Haarlemmers, die adem
loos bij de Leidsevaart stonden te kijken,
als Willem van der Veer daar van een
paard af moest inspringen voor de
Eerste Nederlandse Speelfilm (Spaarne
57) van Maurits Binger. Hij werkte onge
veer drie jaar onder de regie van Max
Reinhardt met als tegenspeelsters onder
anderen Erna Morena, Aud Eugède Nis
sen en Adèle Sandrock. Voor Binger speel
de Van der Veer hoofdrollen in „De
Kroon der Schande", „Circus Jim" en
„Buldog Drummond" en dat alles als in
termezzo tussen zijn druk bezet toneel
spelersleven, waarin hij triomfen vierde
naast Esther de Boer-van Rijk, Tilly Lus,
Theo Mann-Èoüwmeester, Rika Hopper,
Jan Musch, Cor van der Lugt Melsert en
Louis de Vries.' Zijn laatste activiteiten
vóór de oorlog bestonden uit 169 opvoe
ringen voor de gemobiliseerde militairen.
Tijdens de oorlog heeft Willem van de
Veer gewerkt bij het Noordhollands To
neel van Jan C. de Vos en na de oorlog
hebben velen hem dat kwalijk genomen.
Maar de meesten hebben zijn optreden
terecht toegeschreven aan zijn bijna kin
derlijke naïeveteit en gebrek aan reali
teitsbesef. Vandaar dat vrijwel iedereen
zich verheugde toen Cor Hermus, die toen
directeur was van Comedia, een goede rol
voor hem reserveerde in „Rathenau",
waarin Willem van der Veer zijn zo zeer
verbeide rentrée op het grote toneel zou
maken. De ontijdige dood van Cor Her-
mus heeft dit verhinderd en daarna heb
ben we Van der Veer niet meer op de
planken gezien. Wel heeft hij na de oor
log nog gespeeld, met Enny Mols-de Leeu-
we in „De Medailles van een oude Vrouw"
van James Barrie.
Van der Veer heeft veel voor het ama
teurtoneel in Haarlem en Kennemerland
gedaan, enkele jaren geleden nog bij de
Hooger Geest Ghesellen en O.T.K. in Vel-
sen. Hij begon zijn regisseurswerkzaam
heden bij „Cremer" in Haarlem.
Nu wij zijn heengaan betreuren herin
neren wij ons de anekdote die hem het
liefst was. Als achttienjarige acteur, hij
speelde toen nog als figurant bij De Neder
landse Toneelvereniging, moest hij een
ziekgeworden acteur vervangen in de
rol van reder Bos in Op Hoop van Zegen.
Heijermans, die toen nog in Berlijn woon
de en nauwkeurig van alles op de hoogte
wilde gehouden worden, hoorde het nieuws
dat een nieuweling de rol van Bos zou
spelen, en kwam prompt over naar Am
sterdam, waar hij tijdens een repetitie
binnenviel. Hij was onder de indruk van
het spel van de acteur en vroeg na de
repetitie: „Hoe oud bent u meneer?".
„Achttien", zei Willem. „Meneer, ik ben
niet uit Berlijn gekomen om me te laten
bedonderen", riep Heijermans. En Wil
lem van der Veer besloot dit verhaal dan
altijd met: „Nou, en toen zat ik op flu
weel".
Met begrijpelijke belangstelling heeft al
wie iets van doen heeft met de filmma-
kerij in Nederland de vertoning afge
wacht van „Faja Lobbi' (Vurige liefde),
een film van Herman van der Horst over
Suriname. Na de opnamen, die maanden
in beslag namen, heeft de perfectionist
Van der Horst ook nog maanden nodig
gehad voor de montage. Vooraleer beeld
en geluid hem bevredigden, verstreken er
bijna twee jaren. Nu is de film er dan.
Ze duurt ruim een uur. Ze is de uitstalling
van alle verworvenheden van Van der
Horst's groot talent. Ze bevat fascineren
de passages. Ze is inderdaad wat hij er
zelf van zegt: een impressie, een impres
sie van een man, die door wat hij zag
werd gegrepen. Toch is ze voor wie „Prijs
de zee" heeft gezien, geen openbaring. In
zoverre, moet ik eerlijk zeggen, voelde ik
mij ietwat teurgcsteld. Het is of Van der
Horst een op de plaats rust maakt een
vreemde term ten aanzien van een zo dy
namisch man als hij. Hij boeit ongemeen,
hij verbaast en hij dwingt ontzag af. Maar
zijn impressie van Suriname is niet die
overdonderende aangelegenheid geworden
waar je koud van wordt zoals „Prijs de
zee".
IS HET EERLIJK Van der Horst té
spiegelen aan zijn vroeger werk? Men kan
stellen, dat de methode, die Van der
Horst heeft gebezigd om Suriname op het
celluloid te brengen, dezelfde is als die
hij toepaste bij zijn film over Nederland.
Hij zou dus niets nieuws toevoegen aan
wat wij van hem hebben leren kennen.
Maar zo is het niet helemaal. Het gaat
er maar om, dat wij zijn methode niet
voor gezien gaan verklaren. Het gaat er
om. dat wij er niet over teleurgesteld zijn
dat Van der Horst Suriname op dezelfde
wijze is te lijf gegaan als ons eigen land.
Natuurlijk, het is zijn goed recht. De me
thode is door hem ontdekt. Ze bleek een
grandioze kenschetsing naar het wezen.
Waarom zou ze, toegepast op het Suri
naamse landschap, het oerwoud, de ge
mêleerde bevolking van Indianen, Bos
negers, Creolen, Hindustani, Javanen en
Chinezen, niet evenzeer oorspronkelijk zijn
en even verbijsterend de wezenstrekken
blootleggen als „Prijs de zee" dat van
Nederland gedaan heeft?
In vele opzichten is Van der
Horst daarin inderdaad geslaagd. Hij
schuwt het experiment niét: met zijn lief
de voor het natuurlijk geluid, maakt hij
gebruik van de eigen stemmen en de
eigen muziek, het eigen ritme van Suri
name. Hij prent land en bewoners dwin
gend in ons geheugen. Van der Horst zou
niet zo'n groot filmer zijn als hij dat rit
me niet opving in zijn beelden en het zou
uitspelen. Hij verloochent zichzelf niet. Hij
benadert de dingen zuiver. Maar dat hij
met zijn lensinstellingen op dezelfde ma
nier als dat in „Prijs de zee" zo gedurfd
en karakterbepalend gebeurde, ook nu het
Surinaamse landschap naar ons toehaalt.
de geluiden op ons neer laat storten, geen
andere wegen bewandelt voor de weerge
ving van zijn indrukken, dat zet aan het
Herman van der Horst
denken. Gaat deze methode voor deze film
wel helemaal op? Tast ze de oorspronke
lijkheid niet aan en daarmee de werke
lijkheid? Moeten al die geluiden een uur
lang nu werkelijk zo hard? Ik geloof dat
dit Suriname meer het Suriname van Van
der Horst is dan „Prijs de zee" het Ne
derland van Van der Horst. Omdat wij
Suriname niet kennen? Of omdat we het
toch niet genoeg hebben leren kennen- en
door de vorm de inhoud niet voldoende
meer zien?
ER ZIJN PASSAGES in de film, die
ronduit uniek moeten heten. De aanhef
is groots, zij het iets te gerekt. De tocht
in een prauw langs de sti-oomversnellin-
gen van een Surinaamse rivier is het
mooiste stuk filmreportage, dat ik ooit
ben tegengekomen. Reportage is een zwak
woord voor dit machtig stuk natuurge
weld, waarin we de roeiers de opwinding,
vreugde, vermoeidheid en hun eigen aard
van het gezicht lezen. Voor zo'n brok film
voelt de in zijn fauteuil gezeten bioscoop
bezoeker zich vol ontzag. Hij durft al
haast niets meer te zeggenEen waag
stuk, een vondst van de eerste orde zijn
de rustpunten in de film, waarin het beeld
afwezig is om als het ware aan te gloeien.
Er blijken dus nog mogelijkheden in
de compositie van de film, die niemand
ooit heeft -aangeroerd. Dan beseft de
criticus dat 't niet aangaat om op deze film
benepen af te dingen zomin als men klak
keloos Van der Horst moet bewonderen.
„Faja Lobbi" is in ieder geval Van der
Horst helemaal: een vurige liefdesverkla
ring aan Suriname.
P. W. Franse