GUSTAV MAHLER
MEIER DAN EEN MILJOEN
KRIJGEN ONDERRICHT V
STUDENTEN
IA BEELDBUIS
ZATERDAG 2 JULI 1960
Erbij
PAGINA TWb
xoeher naar het absolute
honderd jaar geleden geboren
WAT LEEFT ER IN de klank? Welke idee zit er achter
de natuur verborgen? Zijn die notencomplexen een
doel op zich, of slechts middel op een ander geestelijk
plan?Dit zijn vragen, die men kan vertienvoudi
gen en oneindig variëren, wanneer men zich gaat be
zinnen op de kunst en het wezen van Gustav Mahler,
wiens geboorte eergisteren een eeuw geleden plaats
had in Klaischt in Bohemen. Het Holland-Festival heeft
op zijn programma heel wat plaats ingeruimd aan zijn
oeuvre, wat verklaring vindt in het feit, dat de relaties
van Mahler met het Nederlandse muziekleven indertijd
onder de heerschappij van Mengelberg zeer intensief
geweest zijn, zodanig zelfs dat de componist hier niet
alleen zijn trouwe „gemeente" had, doch dat ook een
deel van componerend Nederland kennelijk in zijn
voetspoor trad, waaruit het echter naderhand, door de
tegenstroom, die vanuit de Romaanse hoek loskwam,
finaal verdreven werd. Het is wel zeer opmerkelijk dat
niemand minder dan Willem Pijper zijn componisten
loopbaan aanving onder invloed van Mahler, althans
voor wat de orkestbehandeling betreft. Maar dit alles
heeft zich spoorloos opgelost. Intussen is de „Mahler-
cultus" uit het Nederlandse muziekleven van het eerste
kwart dezer eeuw niet weg te denken.
DE TRAGIEK VAN
EEN VERBODEN
LIEFDE
C. J. E. Dinaux
RUDOLF MENGELBERG, destijds ar
tistiek leider van het Amsterdams Concert
gebouworkest, getuigde dat Mahlers kunst
reeds tijdens zijn leven nergens ter wereld
zulk een weerklank had als in Nederland.
De Nederlandse Mahler-cultus kreeg zijn
hoogtepunt in het Mahler-feest te Amster
dam in 1920, een manifestatie van de
„grote" Willem met het Concertgebouw
orkest, die de suggestie wekte van een on
aantastbare glorie. En werkelijk, zoals wij
het ons in herinnering voor de geest halen,
was het een grandioze belevenis gecon
fronteerd te worden met het levenswerk
van Mahler, met als apotheose de fameuze
Achtste, de „Symphonie der Tausend". Het
was een orgie, een machtsontplooiing, die,
hoewel zij de grenzen der verteerbaarheid
overschreed, deed geloven dat men door
deze kunst contact vond met het klinkende
universum. Men dacht de geheimen van
de kosmos ontsluierd en de Faust-proble-
men verklaard, althans de weg tot oplos
sing van de wereldraadselen nader ge
baand; en tussendoor liet men zich be
dwelmen door natuurromantiek en zoet
klinkende volksaardige melodieën, die
Mahler typeerden als een verre naneef
van Schubert. In hoofdzaak echter was het
een filosoferende aangelegenheid. Mahler's
muziek wilde zijn het antwoord op de
levensvragen en de geestelijke nood van
zijn tijd. Dit kon slechts onder hoogspan
ning effectief werken. En Amsterdam
bleek er rijp voor, na jaren consequente
stuwing in deze richting, eerst vanaf
1903 door Mahler zelf als gastdirigent,
en verder ook na de dood van de com
ponist in 1911 door zijn vurige apostel
Willem Mengelberg.
HET WAREN MAGISCHE KRACHTEN
die de sfeer schiepen waarin Mahler's
kunst hier naar zijn doel kon reiken en
een apotheose beleven op een keerpunt der
tijden, toen reeds een reactie ontketend
was tegen al dat „Uebermenschliche". De
wereld werd te nuchter voor de specula
ties, geboren uit het pessimisme van het
„fin de siècle". En bovendien had Mahlers
kunst niet overal weerklank gevonden. In
de Romaanse landen had zij helemaal niet
gepakt en in Amerika, waarheen de com
ponist zich had begeven, om zijn idealen
te bepleiten, vond hij slechts de vergan
kelijke bijval als geniaal orkestleider.
Maar Holland, met het Amsterdams Con
certgebouw-Orkest als machtig medium
en punt van uitstraling, kon in 1920 nog
gelden als het Mekka van de Mahler-
cultus. En nadat dit hoogtepunt voorbij
was, is er, traditie-getrouw, tot op onze
dagen voldoende van blijven nawerken om
de gedachte voedsel te geven, dat er toch
iets in Mahlers metafysische speculaties
moet leven wat de gemiddelde Nederlan
der aanspreekt. Zo kreeg Mahler steeds
zijn vaste plaats met een of ander markant
werk op de manifestaties van het Holland-
Festival en is het haast vanzelfsprekend
gezien althans vanuit deze traditie dat
de eeuw-herdenking van dit jaar aanlei
ding werd voor een ruime vertegenwoor
diging op de festival-programma's.
VAN JOODS BOHEEMSE afkomst, op
rijpere leeftijd katholiek geworden, ver
wikkeld in wijsgerige stelsels en tenslotte
in een oosterse levenshouding, heeft Mah
ler zijn leven gesleten als een onverzadig
baar cultuurmens, een zoeker naar het
absolute, die zich geroepen voelde te ge
tuigen door middel van zijn kunst. Zijn
LAVATERA TRIMESTRIS is algemeen
bekend; een mooie eenjarige zomerbloem
met. wijnrode bloemen; minder bekend is
Lavalera obia; een vaste of overblijvende
plant, waarvan men op de achtergrond
in de border veel plezier kan hebben. Deze
lavatera bloeit mei lila-roze bloemen; echt
iets voor de wat grotere tuin, want het
gewas kan wel een hoogte van ongeveer
één meter bereiken en ze zullen zeker
ook op een onderlinge afstand van een
halve meter gezet moeten worden. Lava
tera kan men ook voortkweken door mid
del van stekken en dat kunt u in deze
tijd van het jaar wel doen; de bloemist
zal ook wel in pot opgekweekte jonge
plantjes in voorraad hebben en die kan
men dan nu nog poten. De volgende zomer
heeft men dan volop bloemen en als ze
goed groeien kunnen ze deze nazomer nog
wel bloeien.
Lavatera moet wel op de achtergrond
in de border gepoot wordena Zorg ook voor
een voedzame grondsoort; spit maar wat
oude mest onder en indien de grond vol
doende voedsel bevat kan men ook heel
goede resultaten bereiken met de be
kende tuin- en gazonkorrelmest. De Lava
tera is niet volkomen winterhard en daar
om is het wel nuttig voor een beschutte
plaats te zorgen en zal men hen ook aan
de voet met wat molm moeten afdekken.
Mahler als dirigent en mimisch verbeelder
(silhouet van Otto Böhler)
op te voeren, zal ik het doen, maar anders
niet." Hij hoorde er een tijdlang niets meer
van, tot op zekere dag iemand hem vroeg:
„Gesteld dat de keizer u de opvoering zou
bevelen, wat zoudt gij dan doen?" „Het
werk opvoeren" was Mahlers antwoord
„maar ik zou op het programma laten
afdrukken; Auf allerhöchsten Befehl".
DE TIENJARIGE WERKZAAMHEID
aan de Wener Hofopera (1897-1907) is. met
een onverdroten strijd voor hervormingen
en artistieke discipline, voor Mahler en
voor het operaleven in de Keizerstad een
heroïsche en uiterst vruchtbare periode
geweest; de theatergeschiedenis heeft die
jaren geregistreerd als een decenium op
hoogspanning. Mahler's enorme betekenis
Gustav Mahler naar een schilderij van
Fritz Frier (1905)
als dirigent werd door iedereen, zelfs door
zijn onverzoenlijke tegenstanders, erkend
en geprezen. Deze vermaardheid bracht
hem wel eens in twijfel, wanneer hij suc
ces oogstte met het dirigeren van zijn
symfonieën en zich dan afvroeg of de bij
val de componist ofwel de vertolker gold.
HET IS ONBEGRIJPELIJK hoe bij
Mahler's slopend werk van kapelmeester
en theaterdirecteur, plus dat van gast-
directies in tal van Europese muziekcen
trums, een zo omvattend en geestelijk ge
laden oeuvre kon ontstaan, aan welke taak
hij zich slechts kon wijden tijdens zijn
vakantiemaanden. Tot zijn jeugdwerken
behoort „Das klagende Lied" alsmede tal
van liederen, waaronder de „Lieder eines
fahrenden Gesellen", op eigen tekst, met
hun natuurimpressies en romantische ge
voeligheid en dramatische spanning, reeds
een kenmerkend karakter dragen voor zijn
muzikale stijl, ook wat de orkestrale kleur
betreft. Deze liederen werden het uit
gangspunt voor zijn Eerste symfonie, die in
1884 ontworpen en in 1888 voltooid werd.
Zijn liederen op teksten uit „Des Knaben
Wunderhorn" sluiten bij deze jeugdsfeer
nog aan. Maar intussen rijpt dan de kun
stenaar, die zijn verdere leven met pro
blemen van tijd en eeuwigheid zal wor
stelen. In 1894 voltooit hij zijn Tweede
Symfonie. Het is niet moeilijk daarin zijn
geloofsstrijd en overwinning en zijn kin
derlijke vreugde na die overwinning te
ervaren. Al zegt hij ergens: „Es gibt Ge-
heimnisse die nur Töne ausplaudern", hij
ging er in die machtige Tweede toch toe
over het. gezongen woord in te lassen. Het
„O Röschen rot" uit „Des Knaben Wun
derhorn" en het „Auferstehen" van Klop
stock laten aan duidelijkheid der bedoe
ling niets te raden. Intussen was hiermee
de rij symfonieën aangevangen, die. wat
hun klankmiddelen en omvang betreft, het
epitheton „Kolossaal" oproepen. De gewel
denaar Berlioz is overtroefd en cïe godde
lijke Mozai-t ligt verpletterd: teken des
tijds.
NOG VOOR ZIJN BENOEMING te
Wenen was Mahler met de schets van zijn
Derde Symfonie klaar. Hier ging het om
de confrontatie van de mens met het
universum, onder motto van Nietzsche's
Lied des Zarathustra: O Mensch! Gib
Acht!" De Vierde, nu te Wenen ontstaan,
werd een vreedzame oase van kinderlijke
visie op leven en eeuwigheid, waarvan het
slotdeel „Das Himmlische Leben" volks
poëzie uit de „Wunderhorn de heerlijk
idyllische bekroning vormt.
In de Vijfde en Zesde wordt de strijd des
te heviger en wanhopiger. De Zevende, in
1905 ontstaan, brengt, meer klaarheid. En
dan volgt in zijn laatste directeursjaar te
Wenen de Dionysische uitbarsting van de
Achtste, die in totaal een Oratorische Sym
fonie met koren en een leger solisten werd:
een aanroeping van de scheppende Geest
op de tekst van het „Veni Creator" gekop
peld aan fragmenten uit Goethes Faust II.
Deze „Symphonie der Tausend" (Mahler
had zich duizend uitvoerenden voorgesteld)
moest dan worden: „een wereld-verlossend
vreugdefeest te midden van een eeuw vol
innerlijke tweespalt, twijfel en ontken
ning". „All meine früheren Symphonieën
sind nur Praludien zu dieser". schreef de
componist.
De Negende (voltooid in 1909) wijkt
daarna af naar de resignatie van de Oos
terse denksfeer. Een Tiende bleef onvol
tooid. Tussen al dat overspannen streven
en om de levensproblemen te ontraadselen,
(Vervolg van pag. 1)
eindexamen, ze studeert, ze trouwt, wordt
moeder, leeft haar leven. Van Jacoba
Maas, die zich tijdens de laatste school-
maanden met een voorname geste had te
ruggetrokken in haar eenzaamheid, hoort
zij, al tracht ze in later jaren het con
tact te herstellen, met geen woord meer.
Wat blijft is de stem van het geweien,
die Claire eraan herinnert dat ze een
medemens dodelijk bezeerde in haar in
tiemste gevoelens: „nooit zal ik kunnen
ontkennen, dat ik Coba uitspeelde tegen
een andere minnaar" Coba, die haar
als afscheidsgeschenk „Le grand Meaul-
nes" in handen speelde, de roman van
Alain-Fournier over een liefde die niet
van deze wereld is. „Wie mij", schreef
Alain-Fournier in een brief aan zijn
ouders, „beschouwt als iedereen en zich
in zijn oordeel over mij bedient van de
gangbare maatstaven, doet me groot on
recht".
MAPS VALK hééft Jacoba niet geme
ten met de gemene maat: ze laat haar
achter in de grootheid van haar stilzwij
gende abdicatie: schrijnender, zuiverder,
tragischer kon zij gave, hoewel uitzonder
lijke gevoelens niet doden. Dat men het
als lezer van dit uiterst geserreerd ge
schreven verhaal zo ervaart, is de proef
op de som van de menselijke puurheid,
de pure menselijkheid van Maps Valks
kleine roman.
schreef Mahler twee gave meesterwerken:
de „Kindertotenlieder" en „Das Lied von
der Erde", dit laatste, ontstaan in 1908, op
door Bethge vertaalde Chinese teksten, is
ook bepalend voor de gedachtengang van
de Negende. In deze twee symfonische lie
derencycli vinden wij het muzikale even
wicht, dat in de reusachtige partituren der
Symfonieën nog al eens zoek is. Zonder
zijn ideeënwereld te verlaten, manifesteert
zich de musicus daar het zuiverst en toont
hij zich werkelijk groot als late uitbloéier
van de muzikale romantiek. Maar wij doen
hun tekort wanneer wij hem slechts van
deze zijde beschouwen, want zijn betekenis
schuilt tenslotte in zijn complexiteit.
DE CODA VAN MAHLER's rusteloze en
omspannen bestaan wordt, met de schep
ping van „Das Lied von der Erde", de
Negende en schetsen voor een Tiende, ge
vuld met drie directieseizoenen in Ameri
ka; de derde moest ontijdig worden afge
broken, zijn fysische krachten waren ver
bruikt. Totaal uitgeput keerde Mahler naar
Europa terug, om op 18 mei 1911 te Wenen
te sterven in zijn eenenvijftigste levens
jaar. De bezeten zoeker naar het onbereik
bare kon, na zijn eerlijk streven, met de
Faustfiguur van Goethe, waarmee hij zich,
vooral in zijn „Achtste", nauw verwant
had gevoeld, getuigen: „Da steh' ich nun,
ich armer Tor, und bin so klug als wie
zuvor!" Maar hij kon zich ook het troost
woord van de Engelen uit Faust II herin
neren: „Wer immer strebend sich bemiiht,
Den können wir erlösen".
Jos. de Klerk
Lavatera Trimestris
G. Kromdijk
complexen waren goeddeels ook die van
zijn tijdgenoten, maar, gestuwd door zijn
tot overdrij *iig neigende temperament,
door zijn prikkelbaarheid, zijn sarcasme en
wonder genoeg ook zijn naïveteit,
maken zijn muzikale betogen steeds de
indruk van een hyper-individualisme. Hij
had gestudeerd aan het Conservatorium
te Wenen, colleges in filosofie, historie en
muziekgeschiedenis gevolgd aan de univer
siteit aldaar, contact gehad met Bruckner,
alvorens hij de kapelmeesterscarrière
aanving met een bescheiden baantje als
operettedirigent. Dat was in 1880. Er volg
den heel wat functies als kapelmeester aan
opera- en concertinstellingen (onder meer
te Praag, te Leipzig, te Boedapest en Ham
burg) eer hij als beroemd en, om zijn on
verbiddelijke nauwgezetheid berucht diri
gent, in 1897 zijn intrede deed in de K. K.
Hofopera te Wenen, waar hij de tien
vruchtbaarste jaren van zijn leven door
bracht om er ten slotte gedesillusioneerd
vandaan te gaan om zijn werkterrein
hoofdzakelijk naar Amerika te verleggen,
als dirigent van de Philharmonic Society
te New York.
TOEN MAHLER TE WENEN benoemd
werd, was zijn faam, of hoe men het noe
men wil, als lastig heerschap, reeds alge
meen verbreid. Uit elke plaats waar hij
korter of langer gewerkt had, waren de
anekdotes over conflicten legio. In Leipzig
waar hij als tweede naast Nikisch gewerkt
had en deze tijdens een ziekteperiode had
vervangen, schreef een der orkestleden:
„Wenn Nikisch nicht bald gesund wird,
wird das ganze Orchester krank". In Ham
burg kapittelde hij het wat onrustige pu
bliek. door tijdens „Die Walküre" af te
tikken en, zich tot de zaal richtend, luid
te zeggen: „Bitte, ich kann warten". Te
Wenen werd het een aaneenschakeling van
conflicten met publiek, artiesten, admini
stratie en overheid. Hij bekleedde er als
„artistiek directeur" wel een machtsposi
tie, maar tenslotte stond hij toch onder de
bevelen van de keizer. Nu gebeurde het dat
een hofdignitaris hem een opera van een
amateur uit voorname kringen aanbood,
met het verzoek deze op te voeren. Mahler
beloofde het werk op zijn waarde te zullen
toetsen; doch gaf al heel gauw te kennen,
dat hij het te onbeduidend vond. De digni
taris trachtte hem te overreden met. het
vooruitzicht dat een opvoering hem in de
kringen van het hof veel steun en gunsten
zouden verschaffen, doch dat een weige
ring daarentegen hem zeer kwalijk zou
worden genomen. Mahler's antwoox'd was:
„Ik sta alleen onder de bevelen van de
keizer. Wanneer deze mij beveelt de opera
IN DE ZES JAAR van haar bestaan heeft
de Amerikaanse educatieve televisie zich
met een verbazingwekkende snelheid ont
wikkeld. Meer dan een miljoen scholieren
en studenten krijgen thans een gedeelte
van hun opleiding via de televisie toebe
deeld. Leraren en opvoeders, wellicht in de
eerste jaren nog wat huiverig voor deze
nieuwe methode van onderwijs, prijzen
thans uitbundig de techniek die het tekort
aan leerkrachten en leslokalen compenseert.
Een nationaal onderzoek over de huidige
stand van de educatieve televisie heeft de
volgende resultaten opgeleverd.
1. Er opereren thans vierenveertig niet-
commerciële ETV-stations. Ongeveer
twaalf zijn nog in aanbouw.
2. Er zijn driehonderd gesloten-circuit
systemen in scholen en universiteiten.
3. Het gesloten-circuit systeem wordt
intensief gebruikt voor de opleiding van
militairen in eenentwintig garnizoenen.
4. Commerciële televisiestations spen
deren steeds meer uren aan uitzendingen
van opvoedkundige en culturele program
ma's, waarvan enkele een universitaire
scholing van de kijker verlangen.
5. ETV-stations, gesteund door de sta
ten, de gemeenten, het bedrijfsleven en
culturele instellingen zijn verspreid over
het gehele gebied van de Verenigde Staten.
6. ETV-stations hebben een potentiële
toeschouwerskring van zeventig miljoen
mensen. Van 15 miljoen personen is zeker
dat zij geregeld naar de uitzendingen kij
ken en luisteren. Dat de uitzendingen ern
stig genomen worden, blijkt wel uit kleine
voorbeelden zoals in Chicago, waar 6500
mensen een halve dollar betaalden voor
een leerboekje nodig bij een cursus Duits
voor beginners. In Denver betaalde 5600
personen een dollar voor een leerboekje
Spaans.
7. De ETV-stations zenden per week
meer dan duizend uren uit. Sommige zijn
de gehele dag in de ether.
DE PROGRAMMA'S TONEN een grote
variatie. Kinderzorg, atoomenergie en lit
teratuur zijn nauwkeurig verdeeld over de
zenduren. Het aantal gesloten-circuits ver
toont een even snelle groei als de ETV-
stations. Het grootste circuit wordt ver
zorgd in Hagerstown, Maryland, waar zes
tienduizend leerlingen in zesendertig scho
len, verdeeld over een oppervlakte van 462
vierkante mijl, een deel van hun lessen
via de televisie ontvangen. Van de univer
siteiten heeft de Pennsylvania State Uni
versity het grootste gesloten-circuit sy
steem. Zes circuits zijn regelmatig in wer
king. Enkele gesloten-circuits gebruiken
thans ook kleurentelevisie. Het Walter
Reed Hospitaal in Washington zendt via
drie kanalen colleges en demonstraties in
kleuren uit. Gebleken is, dat de televisie
aan studenten een beter beeld van een
operatie geeft dan van de toeschouwers
plaatsen verkregen kan worden. (In Am
sterdam wordt hier volgend jaar mee be
gonnen.)
HET GROOTSTE gesloten-circuit sy
steem is in gebruik bij het U.S. Army Sig
nal Corps in Fort Monmouth, New Jersey.
Zeven kanalen en 468 ontvangers geven
instructie aan zesduizend man. Vijfender
tig ontvangers zijn opgesteld in het hospi
taal om zieken gelegenheid te geven niet
achter te raken bij hun collega's. Onder de
commerciële stations, die enkele uren aan
educatieve televisie wijden, trekt Continen
tal Classroom van de National Br-oadcas-
ting Corporation het sterkst de aandacht.
Dit programma dat om zes uur 's ochtends
wordt uitgezonden, heeft tot doel leraren
op de hoogte te houden van de jongste ont
wikkelingen in de atoomwetenschap en de
chemie. De beide professoren die het pro
gramma verzorgen, John F. Baxter van de
University of Florida en Harvey E. White
van de University of Californië blijken
echter op zulk een boeiende wijze college
te geven, dat militairen, geestelijken, huis
vrouwen en zelfs gevangenen in de vroege
ochtend naar hun uiteenzettingen luisteren.
Meer dan vijfhonderduizend personen vol
gen thans Continental Classroom.
DE EDUCATIEVE TELEVISIE, die nog
feitelijk in een experimenteel stadium
verkeert, functioneert nog te kort om goed
gefundeerde conclusies te trekken. Onder
zoekingen hebben echter geleid tot enkele
voorlopige conclusies:
A. De televisie-colleges bezitten een
even hoog, zo niet hoger peil als die welke
in de onderwijsinstellingen gegeven wor-
den. Een onderzoek van de Ford Founda
tion over honderd middelbare scholen wees
uit dat in achtenzestig van de honderdtien
steekproeven televisie-studenten betere
resultaten boekten.
B. De meerderheid der leerlingen blijkt
televisie-onderwijs te prefereren boven
convenitoneel onderwijs. In Hagerstown
meende achtenvijftig percent van de leer
lingen, dat zij meer leerden via televisie-
lessen. Achtenzestig percent acht de tele-
visielessen interessanter. Eén leerling
drukte zich als volgt uit: „In de klas
spreekt de leraar tot ons. Over de televisie
spreekt hij tot mij".
C. Televisie kan de invloed van begaaf
de leraren en professoren over meer men
sen verspreiden. Met als gevolg dat niet
alleen leerlingen en studenten hiervan
profiteren, doch dat ook leerkrachten hui-
kennis kunnen verrijken.
D. Televisie-onderwijs werkt besparend
op de onderwijskosten. In de Pennsylvania
State University is berekend dat. televisie-
onderwijs een besparing heeft opgeleverd
van achtendertigduizend dollar.
Toen de heer George Inch uit Londen
twaalfduizend postzegels had verzameld,
besloot hij zijn verzameling te gebruiken
voor de vervaardiging van een viool. Vijf
weken lang likte en plakte hij laag over
laag en toen dan eindelijk het instrument
klaar was, bemerkte hij tot zijn vreugde,
dat deze „verzegelde" viool even sterk
was als een normale viool.
Bovendien kon hij het ding nog bespe
len ook en wat wil je neg mesr zls zegel-