VOOR JULLIE
J
sl\
m
A
rj
0
Evert doet een boodschap
y
r
s
K
NITED NATIONS
Schaken
e
ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1960
Erbij
PAGINA VIER
- FTIATF.I .IF.
mÜ
l§||
jjp
JJ
11
11
ill
s
nn
Él
N
Üf
8
n
jJJ
f®
n
Él
li
HP
j§
B
éi
IP
iü
fel
8
HU
SI
nn
fel
8
üf
fel
Ui
ff
JJP
ij
H
B
11
nn
ÜÜf
Éi
§1
s
ÉI
Éif
lü
8
8
8
jjp
8
s
8
ÉHf
HP
Él!
m
till
8
m
Él
g
Él
S
BS
8
B
8
li
mi
8
HU
fel
11
B
Hf
B
ÉI
Él
Él
H
„Rassendiscriminatie"
in Barneveld
Om na te tekenen
r
a/
/i)
■e
7~ X I
>\C.!<-. ySx^rw 1
UNO. Ter gelegenheid van de vijf
tiende verjaardag van de UNO zal op
24 oktober, de Dag der Verenigde Na
ties, een serie van twee postzegels, 4
cent (blauw en wit) en 8 cent (zwart en
wit) in omloop worden gebracht. De
zegels vertonen tegen een achtergrond
van het gebouw van de UNO te New
York het opschrijft „Wij de volken van
de Verenigde Naties besloten de vol
gende generaties te redden van de gesel
ThTJttïïSSS
stSEffm..
van de oorlog". Een miniatuur vellet je
ter waarde van 12 cent zal in een oplage
van een miljoen exemplaren, eveneens
worden uitgegeven. De zegels zijn ont
worpen door de Fransman R. Perrot,
verbonden aan het bureau van de Ver
enigde Naties.
BELGIë. De Belgische posterijen heb
ben een serie van drie waarden het
licht doen zien met toeslag ten bate van
het Nationaal Comité Congo. De zegels
in de waarden 40 c. 10 c., 3 fr. 4- 1,50
fr. en 6 fr. 3 fr. symboliseren de
luchtbrug tussen Kongo en België. De
ontwerpen zijn van J. van Noten.
OOST-DUITSLAND. Voor het 250-
jarig bestaan van de staatsporseleinfa-
briek te Meissen is ene serie van vijf
waarden in circulatie gebracht met af
beeldingen van poseleinen voorwerpen:
5 pf. een gemaskerde danser, 10 pf. een
bord met het Meissen zwaarden-em
bleem, alsmede de jaartallen 1710-1960,
15 pf. visotter, 20 pf. pottenbakker en
25 pf. koffiepot. Ontwerper is Johannes
Widmann uit Leipzig. De 15 pf. is een
zogenaamde sperwaarde.
POLEN. Ter gelegenheid van de
Olympische Spelen te Rome zijn twee
stel van vier tezamenhangende postze
gels (vier maal 60 groszy en vier maal
2,50 zloty) uitgegeven met sportafbeel-
dingen. De zegels van elk stel vormen
V
mma
tezamen de omtrekken van een stadion.
Langs de rand van het stadion is aan
gegeven, waar en wanneer een (gouden
of zilveren) medaille door Poolse deel
nemers aan de Spelen sinds 1924 werd
gewonnen. De zegels zijn zowel getand
als ongetand verkrijgbaar gesteld.
VERENIGDE STATEN. De honderd
vijf tigste verjaardag van de onafhanke
lijkheid van Mexico zal onder meer wor
den gevierd door de uitgifte (op 16 sep
tember) van een postzegel van 4 cent
(rood en groen). Op de zegel is de onaf-
hankélijkheidsklok afgebeeld. In Mexico
zal in dezelfde tekening een zegel van
30 centavos verschijnen.
ITALIë. Honderd jaar geleden werd
de Italiaanse Afrïkareiziger Vittorio
Bottego (1860-1897) geboren. Ter herin
nering aan dit feit is een postzegel van
30 lire (bruin) uitgegeven, die het stand
beeld van Bottego, dat zich bevindt in
zijn geboorteplaats Parma, vertoont.
PORTUGAL. De vijfhonderdste sterf
dag van Hendrik de Zeevaarder (1394-
1460), de stichter van het Portugese ko
loniale rijk, zal worden herdacht met
een serie postzegels van zes waarden:
PAS OP VOOR THEORIEBOEKEN
De laatste jaren staat de zogenaamde
Paulsen-opstelling van de Siciliaanse ver
dediging in het centrum van de belangstel
ling der toernooipraktijk. De theorie begint
zich te vormen, waaraan verschillende Ne
derlandse meesters, zoals Bouwmeester en
Van Scheltinga, belangrijke bijdragen le
verden, bijdragen die o.a. in de Losbladige
Schaakberichten zijn verwerkt.
Het gaat om de zetten: 1) e2-e4 c7-c5, 2)
Pgl-f3 e7-e6, 3) d2-d4 c5xd4, 4) Pf3xd4
a7-a6.
Vroeger speelde men hier vrijwel uit
sluitend 4)Pf6, teneinde wit te nopen
tot 5) Pc3. De tekstzet keurde men af, om
dat deze wit in staat stelt, met 5) c2-c4 de
belangrijke bevrijdingsopstoot. d7-d5 prak
tisch onmogelijk te maken. Op deze visie
is men echter langzamerhand teruggeko
men, omdat c2-c4 in ieder geval tijd kost,
tijd welke zwart zich ten nutte kan maken.
Of dit voldoende compensatie geeft, is een
nog niet uitgemaakte zaak.
Opgemerkt zij nog dat de bedoeling van
4) a6 inplaats van 4) Pf6 berust
op de volgende redenering: de stelling is
gesloten, zodat een snelle ontwikkeling
geen primair vereiste is; de zet a6 moet
tóch geschieden en bereidt Dc7 voor. Pas
daarna speelt zwart Pf6, hetgeen bijvoor
beeld de soms onaangename penning Rg5
voorkomt. Bovendien kan het in sommige
varianten van belang zijn, dat wit niet met
tempowinst e4-e5 (met aanval op Pf6)
speelt.
Probeert wit met 5) c2-c4 zwart's 4e zet
te weerleggen, dan luidt het vervolg ge
woonlijk 5) Pg8-f6 6) Pfl-c3 Nu
kan e4-e5 niet meer gepareerd worden
door Da5f plus De5:, zodat zwart nu met
die opmars rekening moet gaan houden. 6)
Rf8-b4. Beziet men het commentaar
op deze stelling in de „Losbladige" (in de
theorieboeken, zoals Schaakopeningen 9
van dr. Euwe, vindt men er nog vrijwel
niets over), dan wordt 7) Rd2 en ook 7)
Rd3 als vervolg aangegeven. Ten aanzien
van 7) e4-e5 volstaat het commentaar met
de opmerking, dat dit faalt op 7)
Dd8-a5. Blijkbaar is deze opmerking ge
baseerd op de volgende voortzetting: 8)
eoxf6 Rb4xc3t 9) b2xc3 Da5xc3t 10) Ddl-d2
Dc3xal en zwart heeft de kwaliteit gewon
nen
beurtenis, waarbij de troepen der spelers
als volgt opgesteld stonden:
V 7 4
9 H 3
O B 9
A V B 9 8 6
6 3
N
W O
Z
A
H
c
A V 10 9 7
O
B
8 5
O
A H 6 2
10
8 7 3
10 3
H
7 4 2
Het is zeer de vraag of de mening dat
deze voortzetting de opmars 7) e4-e5 weer
legt, stand kan houden. Want in de semi-
finale van het jongste wereldkampioen
schap correspondentieschaak paste J. Niel
sen (Denemarken) die opmars toch toe te
gen Arlauskas (Australië) en hij boekte er
het volgende eclatante succes mede: 11)
Rfl-e2!Wit beoogt snel te rocheren en
dan te profiteren van de ongunstige stand
der zwarte dame. Zo faalt nu 11) gf6:
op 12) 0—0 (dreigt Rb2xTal) Pc6, 13) Pc6:
bc6:, 14) Rb2 Da2:, 15) Tal Db3, 16) Rf6:
Tg8, 17) Dd6 enz. Dus: 11Pb8-c6, 12)
f6xg7! Eerst op g7 slaan, alvorens op
c6 te ruilen, om te voorkomen dat zwart
Dg7: speelt. 12) Th8-g8. 13) Pd4xc6
b7xc6. Terugslaan met de d-pion heeft
weer het bezwaar dat zwart niet meer tot
d7-d5 komt. 14) o-o Dalxg7, 15) g2-g3!
Wit houdt Re2 vrij voor actie. 15)
d7-d5. Hoewel zwart kwaliteit plus pion
voor staat, is zijn positie zeer precair. Zijn
koning staat onveilig en hij lijdt aan onge
neeslijke „melopexie" (term van Kmoch),
zwakte der zwarte velden.
16. Rcl-a3 Dg7-g5, 17) Dd2-b4 Dg5-d8,
18) c4xd5 c6xd5. Beter dan ed5: b.v. 19) Tel
Re6, 20) Rh5 Dd7, 21) f4 Kd8, 22) f5 Rf5:,
23) Te7 enz.
19) Tfl-cl a6-a5? Na deze zet is het aan
stonds uit. Beter: 19) Rd7 b.v. 20) Tc7
Tc8, 21) Tb7 en zwart kan nog vechten. 20)
Db4-f4! Rc7-d7, 21) Re2-h5! Tg8-g7, 22)
Df4-d6 Tg7-g8, 23) Tcl-c7 en zwart gaf het
op, daar tegen Rf7:f enz. geen kruid ge
wassen is.
Een fraai, spectaculair partijtje, dat de
vraag doet rijzen of de hele variant na 4)
a6, 5) c4 eigenlijk voor zwart wel
deugt.Het antwoord op die vraag vereist
een critische analyse, welke wij de volgen
de keer zullen geven. De lezers die in dit
openingsprobleem belang stellen adviseren
wij, deze rubriek uit te knippen.
B 10 9 8 5 2
9 642
O V 5 4
5
Oost als gever had gepast en zuid deed
dat ook. West opende in de derde hand
met 1 harten, noord volgde met 2 klave
ren en oost knalde een typische huiska
mer-vuurpijl in de lucht' 3 Sansatout. Dat
een speler die éérst heeft gepast op een
eenvoudig openingsbod van zijn partner,
nooit gemotiveerd 3 SA kan bieden, wist
oost wel, doch hij achtte dat een theorie
waarmede alleen bridgemeesters zich maar
moesten ophouden. En hij werd niet eens
in het ongelijk gesteld, ditmaal
Zuid namelijk ging „in trance" tot
grote ergernis van noord, die zich niet kon
voorstellen dat zuid ergens anders mee zou
durven uitkomen, dan met klaveren. Zuid
echter staarde naar zijn éne kleine klaver
tje en ook naar zijn „mooie" schoppen-
kleur. Hij nam aan, dat oost voor het 3
SA-bod wel een „dubbele dekking" in kla
veren zou hebben - een typisch bewijs van
wantrouwen in partners biedingen. Nu ziet
u in d i t spel, dat noord een mooie klave-
renkleur heeft, doch daar deze noord tot
de categorie spelers behoort die bij tijd en
wijle volgbodjes pleegt op vijfmaal een
boer, was zuids wantrouwen niet helemaal
misplaatst. In elk geval had noord in deze
situatie kunnen zeggen wat Tijl Uilenspie
gel eens zei: „Ze hebben een hékel aan me,
maar'ik heb het er naar gemaakt!"
Zuid had dus een hekel aan noords kla-
verkleur - en legde met een ernstig ge
zicht 4» Boer op tafel. West legde zijn spel
open en noord leek te verstijven van boos
heid - als zijn partner gewóón met klave
ren was begonnen zou hij (noord) zeker
C Heer en 5 slagen in hebben kunnen
maken. Hoe kwam die klungel (zuid) erbij,
om niet met te beginnen?!
Oost pakte de eerste slag met 4» Heer en
sneed in Q zodat noord aan slag kwam
met Heer. U begrijpt wel wat noord
toen deed - hij klètste Vrouw op tafel
en zette daarbij het gezicht van de school
meester, die Pietje op de vingers ging tik
ken. Oost maakte Heer en daarna kon
oost zijn 9 slagen maken.
Arme, onbeheerste nóórd! Natuurlijk
was uw partners uitkomen niet goed ge
weest en had hij vooral omdat u .op
tweeniveau kon bieden wél met klave
ren moeten uitkomen. Maarrehebt u
later niet ontdekt, dat wanneer nou
maar eens van de nood een deugd had ge
maakt en ét Vrouw teruggespeeld had,
oost nóg was down gegaan?
U had het zó druk met kritiek op zuid,
beste noord, dat ge uw eigen balk in het
oog niet meer gezien hebt!
Bridgevraag van deze week:
West gever, NZ kwetsbaar, parenwed
strijd. West en noord (uw partner) passen,
oost opent met 1 harten, als zuid past ge,
west past en noord doubleert, waarop de
openingsbieder (oost) past. Als zuid biedt ge
één schoppen, waarna west en noord weer
passen en de oostspeler 2 ruiten biedt. Wat
doet ge nu als zuid met:
A 10 9 5 9 B 7 4 OVB *HV85
Antwoord elders op deze pagina.
H. W. Filarski
43) 43-39 29-34. 44) 30-25 34x43. 45) 38x49
7-11. 46) 16x7 12x1. 47) 49-43 1-6.
Zwart: 6, 9, 13, 17, 18, 19, 24. Wit 25, 27,
28. 32, 33, 35, 43.
Merkwaardig, dat in deze contactloze
stelling wit een doorbraak moet toelaten
of stukken moet offeren. Het spel is steeds
verloren.
48) 43-39 24-29. 49) 33x24 19x30. 50) 35x24
18-22. 51) 27x18 13x44. 52) 24-19 44-49. Op
19-14 slaat zwart dam naar 21. 14x3 en
21-26 wint. 53) 32-28 17-22. 54) 28x17 49-32.
55) 17-12 32x10, waarna wit opgeeft.
Tegen de Noordhollandse kampioen Piet
van Heerde kwam de Haarlemse groot
meester in de volgende stelling:
Stand na de 34ste zet van zwart:
WIM DE JONG
gg§
hp
■■m.
m
up
Y/S////,
Het zomerdamtoernooi dat elk jaar door
de Provinciale Noordhollandse Dambond
in juni georganiseerd wordt en waar pro
minente damspelers uit geheel Noordhol
land aan deelnemen, is in de jaren 1958
en 1959 op glansrijke wijze gewonnen door
de Nederlandse kampioen uit Haarlem
Wim de Jong. Dit jaar kwam op de eerste
plaats gelijk met De Jong de veel be
lovende speler J. Verhey uit Amsterdam.
Een herkamp tussen de Haarlemmer en de
Amsterdammer (van de damclub Jozeph
Blankenaar) om de eerste plaats was dus
noodzakelijk om de winnaar aan te wijzen.
Wij laten hierbij een zeer instructieve
winst volgen van Wim de Jong uit de eer
ste ronde van zijn wedstrijd tegen de
Hoornse speler C. Chattelon.
Stand na de 39ste zet van zwart 2-7:
WIM DE JONG
P. v. HEERDE
Zwart elf stukken op 3, 4, 6, 9, 11, 15,
17, 18, 19, 24, 26. Wit, elf stukken op 28,
33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 42, 44, 45.
Tot zover had zwart het beste spel ver
overd. Met de 35ste zet vervolgde v. Heer-
de met 45-40 en toen liet De Jong een
steek vallen door met 9-13 te vervolgen.
Sterker is 18-23.
Dwingt wit tot 38-32 of 37-32 of 28-22.
Eerste variant: 45-40 18-23. 38-32 9-13.
36-31 13-18.
Tweede variant: 45-40 18-23. 37-32 17-21.
28-22 of? 21-27 32x21 26x28 9-14 34-30 en
zwart heeft beter spel.
Derde variant: 45-40 18-23. 28-22 17x28.
33x22 9-14. 34-30 15-20 30-25 en met de
stukken 3 en 4 kan 22 worden omsingeld.
In de partij verliep het spel als volgt:
35) 45-40 9-13. 36) 34-29 17-21. Het is een
onderzoek waard of 4-10 of 3-9 sterker is
om na 40-34 toch weer 18-23 wit tot 28-22
te dwingen. 37) 29x20 15x24. 38) 36-31 11-17.
Stand na de 38ste zet: wit 28, 31, 33, 35,
37, 38, 39, 40, 42, 44; zwart 3, 4, 6, 11, 13,
18, 19, 21, 24, 26. Is nu in de plaats van
11-17 opnieuw 18-23 niet sterker voor
zwart? Dwingt 38-32 13-18 enz. enz. 39)
38-32 18-22. 40) 40-34 13-18. Ten koste van
een stuk past zwart de omsingeling toe.
41) 34-29 3-9. Het is jammer, dat De Jong
geen goed tempi kan vinden om na het
offer de winst de forceren.
De gehele afwikkeling is zelfs gevaar
lijker voor zwart dan voor wit. Bijvoor
beeld in de plaats van 3-9 nu eens 4-9.
29x20 18-23. 20-15. 21-27 32x12 23x41. 42-37
41x32. 15-10. 26x37. 10-4 en zwart staat
verloren. In de partij 42) 29x20 18-23 en v.
Heerde forceerde door de dam te nemen
met 31-27. 33-29. 28-22 32x3 remise. Twee
fragmenten met prachtige facetten voor
onderzoek!
In de rubriek van zaterdag 23 juli 1960
plaatsten wij een zeer moeilijk fantasie
probleem van de heer H. Visser uit IJmui-
den. De stand was: zwart, 4 dammen op
8, 10, 14. 21, elf stukken op 4, 6, 9, 11, 16,
17, 19, 20, 24, 27, 36 en wit, drie dammen
op 1, 28. 48. Veertien stukken op 1, 18. 23,
32, 34, 35, 37, 38, 40, 41, 43, 44, 45, 46, 47.
De heer J. B. Sluiter, ex-kampioen van
Haarlem en omstreken en clubkampioen
van de Haarlemse Damclub, was de eerste
die ons de 14 zetten diepe oplossing deed
toekomen. Het uitgeloofde damboek is
dan ook voor hem. Hier volgt de ontleding:
47-42, 37-31, 38-33, (zwart 47x13) 34-29,
35-30, 40-34, 46-41, 28-46, 45x25, 1x40. 48-
37, 25x21, 46x5 over 41, 13, 11, 27, 44, 24, 10
en wint.
B. Dukél
1 esc. het wapen van de prins, 2,50 esc.
zijn karveel, 3,50 esc. zijn portret, 5 esc.
zijn devies, 8 esc. zijn bark en 10 esc.
kaart van Portugal, waarop de ligging
van Sagres is aangegeven, waar hij een
sterrenwacht stichtte.
Mr. Ed. Spanjaard
Eén van de meest ergerlijke dingen die
een bridger kan overkomen is, dat hij een
goede kleur heeft geboden en zijn partner
niettemin uitkomt in een andere kleur,
waardoor het contract der tegenpartij
wordt gemaakt.
Een bridger uit een grote club in Am
sterdam hoorde ik eens hierover tegen
zijn partner zeggen: „Als ik schoppen had
geboden, was je dan wél met harten uitge
komen?"
Onder zeer sterke spelers is het voren
staande „probleem" zelden een probleem,
doch in de huiskamerpartijtjes is het voor
noemde vraagstuk herhaaldelijk aan de
orde. Ik herinner mij nog niet zo lang ge
leden getuige geweest te zijn van een ge-
9
VMM/
éw.
ém.
ëm
ëm
m
C. CHATTELON
Zwart, 10 stukken op 3, 7, 12, 13, 17, 18,
19, 23, 24, 25. Wit, 16, 28, 31, 32, 33, 34, 35,
38, 39, 43.
De zwakke factor in deze familiestelling
van de klassieke speelvorm is voor wit het
ontbreken van de basisstukken op 42 en 37.
Daarbij staat het randstuk op 16 ook zwak.
Zwart kan door de aanwezigheid van de
kroonschijf 3-9 spelen en de belangrijke
formaties 18-13-9 en 18-12-7 opbouwen.
In de partij ging het ais volgt: 40) 34-30
25x34. 41) 39x30 3-9. 42) 31-27 of? Er dreigt
13-22 met doorbraak 24-29. 42) 23-29.
•uaop paaaAitouiaS Sou
poq fep aip 'a§iua ap si pmz jbbui - poq
-puta afsmf faq zn jooa si uaddoqos aaA\i
L6H* Z L HO S H O 8 9 8 A
:peq
pjoojst 'faoui uapatqjaq fjee^aaiA agifeui
uaa aaiads uaa uubbaa 'uaqeAag auiezpjaz
ap uba uaa - uapaiq uaddoqos aaMf jiaz
faotu pmz' 'qCipsBAag ie (p.ioou uba uassed
5tCiia>iuoadsjoo iaq joop) si uageis 6 UBA
neaAiu uaa - uapaiq ua-iaAGj^ g uiuiuaAa
faoui pinz 'fJ33q ap.ieeA\jaAO jaaAoz gou
poq-uaddoqas-uaa uapiaqosaq ufiz jooa
pmz fep 'uauiauuee (uagoui ua) uauunq
fatu iez pjoou fueA\ 'uassed af sueqf fsmC
faiu pmz sje faq si 'uaqqaq ueq lads qjafs
uaag aafqaa pjoou aeea 'doaeep fsfiM poq
-uafjeq ua? faq do faiqnop aifBiuJojux ufiz
- fjaaq u'addoqas jooa unafs apua^afsfin
pjoou fep jaqaz faq si auaspaiq uaAagag ap
uj :Bvvj.aaöpuq as^Ciia^acn do pxoom;uy
De laatste tijd blijkt het publiek een
duidelijke voorkeur voor bruine eieren te
hebben. Vóór de oorlog was het bruine ei
iets meer waard dan het witte. Aanvanke
lijk werd deze traditie na de oorlog voort
gezet, maar gedurende lange tijd daarna
maakte het gewicht de prijs uit en deed de
kleur niet terzake. Hierin is nu verande
ring gekomen. Voor de export naar Duits
land blijkt voorkeur voor bruine eieren te
bestaan. In Barneveldse kringen spreekt
men nu gekscherend van „rassendiscrimi
natie". De bruine eieren doen aan de vei
ling 0,25 per 100 meer.
EVERT WAS EEN JONGEN van ze
ven jaar, die met zijn vader, moeder
en twee kleine zusjes in een armelijk
huisje woonde. Erg breed hadden ze
het niet en dat kwam, omdat vader niet
zoveel verdiende. Vader was uitvinder
en hij deed altijd uitvindingen, waar
niemand iets aan had. Evert wist zéker
dat zijn vader erg knap was en dat
er ééns een tijd zou aanbreken, dat hij
rijk en beroemd zou zijn. Maar ja,
daar hadden ze nü niets aan. Dat nie
mand belang stelde in vader's dwaze
uitvindingen was erg jammer, maar
dat de mensen om hem lachten, dat
vond Evert verdrietig. En ook vond hij
het naar, dat zijn moeder zoveel zorgen
had, daarom had hij zich voorgeno
men, op school en ook thuis héél erg
zijn best te doen, want hij was immers
de oudste
„Ga eens even een fles melk halen",
zei Moeder tegen Evert op een winter-
namiddag. Het was al bijna zes uur.
„Hier heb je geld, ik zou eieren ook
willen hebben maar we moeten erg
zuinig zijn. Laten we hopen, dat Pappa
binnenkort eens geluk heeft en veel
geld verdient, dan gaan we eens lek
ker eten en dan kopen we heerlijke
warme kleren." Evert knikte zwijgend,
pakte de lege fles en begaf zich fluitend
op pad. Hij vond het fijn, dat zijn moe
der al zo'n steun aan hem begon te
krijgen. Vader werkte op zolder aan
zijn nieuwe uitvinding: hij wilde eieren
onbreekbaar maken, en hij bemerkte
nieteens, dat de mensen om hem lach
te. Vader was een geleerde en knappe
mensen merken nooit, als men om hen
lacht, of over hen praat.
EVERT HUIVERDE in zijn dunne
jasje, want het was koud en al donker.
Kijk, daar stond de maan al aan de
hemel. Evert deed netjes zijn bood
schap en besloot door het bos terug te
gaan, want daar had hij veel vrienden.
Hé, daar was Tom, de eekhoorn al!
„Hallo Evert!riep deze hijgend, je
moet toch es even meelopen naar de
vijver, want daar hoorde ik toch zo'n
raar geluid. Ik geloof, dat er een hondje
in het water gewaaid is, ik ben blij,
dat ik jou tegenkom!" „Een hondje
in het water gewaaid, wat vreemd",
vond Evert. Hondjes waaien toch niet
zomaar in het water?"
„Ik houd niet van water, het is af
schuwelijk nat!" bromde Tom. Ze wa
ren bij de vijver aangeland en Evert
zette zijn fles melk naast een boom en
tuurde over het zilveren water. Ja,
daar dreef iets, hij kon het niet alleen
duidelijk zien, maar ook horen. Hij be
dacht zichgeen ogenblik, trok zijn jas^
je. uit en sprong in het koude water.
Gelukkig had hij een paar maanden ge
leden, toen het nog zomer was, zijn
zwemdiploma gehaald, maar zo koud
was het water tóen niet geweest. Evert
moest ervan klappertanden.
„Volhouden Evert!", fluisterden de
bomen hem toe.
MET VEEL MOEITE bereikte hij het
trillende hoopje, dat steeds verder van
de kant afdreef. Evert stak zijn hand
uit en met schrik zag hij, dat het een
heel klein meisje met vleugeltjes was,
Je kunt deze tekening op verschillen
de manieren natekenen.
1. Je kunt de tekening op doorschijnend
papier overtrekken en je laat dan de
ruitjes weg.
2. Je trekt eerst met potlood de dunne
lijntjes na. Het zijn allemaal hokjes
van 1 cm hoog en 1 cm breed. Je
kunt dan de tekening natekenen.
3. Kun je heel goed tekenen? Dan te
ken je het plaatje na zonder de
ruitjes te gebruiken.
Je kunt de tekening ook kleuren.
10
Maak de hokjes, waar een stip in staat,
zwart. Dat hadden jullie niet ge
dacht, hè?
dat op het punt stond te verdrinken.
Hij greep het wezentje stevig vast en
slaagde erin de wal te bereiken. Dat
was erg moeilijk, want Evert wilde de
vleugeltjes niet kapot maken. Tom had
al een paar kabouters gewaarschuwd
en toen Evert bibberend bij de kant
kwam, namen ze het drenkelingetje
van hem over. „Nee maar, dat is het
elfje Sylvia!", x-iep Tom vol verbazing
uit. Pas tóen besefte Evert, wie hij ge
red had. De kabouters droegen het
elfje, dat bewusteloos -was naar hun
grote, warme huis. Daar kreeg Evert
hete soep te drinken en werden zijn
kleren gedroogd. Sylvia werd in een
deken gewikkeld en het duurde niet
lang, of ze kwam bij. Ze was een
pienter elfje, want ze zag ogenblikke
lijk, waar ze was en ze herinnerde zich
dadelijk, wat er gebeurd was. „O wat
heb ik jullie een hoop last en angst
bezorgd", zei ze, terwijl ze rechtop ging
zitten. „Nu zal ik eerst vertellen, hoe
het gekomen is. Jullie weten, dat we
's winters nooit naar buiten mogen, dan
blijven we binnen en dan slapen we
veel, maar ik was al zo'n tijd wakker
en ik wilde de maan zien. Iedereen
sliep, dus niemand merkte, dat ik stil
wegsloop en het duurde niet lang, of ik
was verdwaald. Plotseling zag ik een
prachtige zilveren schotel op een glan
zende spiegel liggen en natuurlijk wilde
ik die schotel meenemen voor onze ko
ningin. Je zult wel begrijpen, hoe ik
schrok, toen ik inplaats van over de
spiegel te lopen, in het ijskoude water
viel. En ik snapte, dat de zilveren scho
tel niet bestond".
EVERT, DIE IN EEN kabouterpya-
ma zat te wachten, tot zijn kleren droog
waren, knikte ernstig en streelde de
vleugeltjes van het elfje, dat hem dank
baar toelachte. „Als jij er niet ge
weest was.." fluisterde ze. Op dit mo
ment kwam de elfenkoningin binnen.
Ze zag er schitterend, maar heel erg
slaperig uit. Ze ging direct naar Evert
toe en schudde hem lang de hand.
Blijkbaar wist ze alles al. „Vóór je
weggaat, mijn jongen, mag je een
wens doen", zei ze zacht. Nou, Evert
hoefde niet lang na te denken. Hij
wenste, dat zijn vader een paar gewél
dige uitvindingen zou doen, want dan
konden ze veel eten en kleren kopen.
Nauwelijks was Evert uitgesproken, of
daar kwam vader zélf binnen en hij
zag er moe en verdrietig uit, maar toen
hij Evert zag, was het alsof er een
last van hem afviel. „We hebben je
overal gezocht", riep hij en Evert voel
de zich van binnen warm van geluk
worden, omdat zijn vader zoveel van
hem hield. De kabouterkoning en de
elfenkoningin traden op vader toe en
vroegen hem een ogenblik te spreken
en het duurde niet lang, of ze hoorden
vader roepen: „Dat is een pracht idee,
dat doe ik! Dan zal ik eindelijk eens
een hoop geld gaan verdienen!!" Hier
na moesten ze écht naar huis, want
het was al erg laat. De volgende dag
kwam er een enorme mand met levens
middelen en het nieuwste speelgoed bij
Evert thuis.
En jullie mogen raden, van wie dat
kwam.
Marianne van Raait