Een nacht op Santa Cruz Boekenhoekje PANDA EN DE JACHT OP DE MILJOENENHOED DE REIS VAN KOEN EN LINNIE ü£iï bp bprlpbpn fijb Draagbare radio's als openbaar euvel De radio geeft woensdag Televisieprogramma Giechelend televisie- spook in Engeland Claudia en haar gezin voor televisie Nederlander coördineert Olympische Eurovisie Kerkelijk Nieuws 19 ct Gaat u met vakantie DINSDAG 9 AUGUSTUS 1960 4. Het lukte Joris om Palmer aan het praten te krijgen over geldverkwisting op kermissen, maar hoe slim hij daarbij ook viste, hij kreeg geen woord los over het geheim van de miljoenenhoed. Juist ivilde hij de zaak eens op een andere manier aanpakken, door te gaan speuren wat Pan da uitvoerde, toen deze opgewonden kwam aansnellen. „Meneer Palmer!" riep Pan da „een meneer heeft de hoed gewonnen! Een dikke meneer. Kom mee! Gauw! Hij weet nog niet dat.Hij brak af toen- hij Joris in de gaten kreeg. „Oei!" dacht hij, „Die Joris komt wel heel ongelegen! Als hij merkt, dat we achter een miljoe nenhoed aanzitten, wordt het helemaal moeilijk". Maar Joris had al genoeg op gevangen om weer een stapje verder te zijn. „Dus de hoed was als prijs in de schiettent verzeild", dacht hij, „en nu is hij gewonnen door een gezet persoon, die blijkbaar nog niet iveet hoe kostbaar zijn prijs is. Thans is het zaak te weten te komen, wie deze dikzak is". Hij sprong op en drukte Panda uitbundig de hand. „Ei, ei!" riep hij, „wat een verrassing om mijn kleine vriendje weer eens te ont moeten. Hoe vaart ge, manneke?" „Goed, goed", zei Panda, een blik over zijn schou der werpend, „leuk je te zien, maar ik moet nu weer weg. Meneer Palmer en ik moeten.eh.we hebben haast". „Wel aan, dan begeleid ik u een eindweegs", zei Joris gul. „Het wandelen is zoveel aan genamer onder gezellig gekout". Maar Panda vond het helemaal niet leuk, dat Joris met hen meeliep. En terwijl hij de dikkerd op enige afstand volgde, dacht hij na over een middel, Joris kwijt te raken zonder diens argwaan te wekken Het maken van muziek in treinen is ver boden. De meeste reizigers zijn wel op de hoogte met deze oude bepaling van de Nederlandsche spoorwegen. Men is echter geneigd te denken, dat dit verbod slechts geldt voor het zelf-musiceren en dat het bespelen van gitaren, accordeons en mondharmonica's derhalve niet is toege staan. Onder dit verbod valt echter ook het bespelen „van een draagbare radio". Het is niet zozeer het zelf-actief bezig zijn, wat de spoorwegen willen verhinderen, maar het de medereizigers overlast aan doen. De laatste tijd wordt, het namelijk meer en meer gewoonte een draagbare radio in de trein mee te nemen en de tijd te korten met het luisteren naar het liefst schelle muziek. Bepaald hinderlijk wordt het wanneer in een rijtuig meer mensen hun toestel aan hebben staan en dan ook nog op verschillende stations hebben afge stemd. De spoorwegen hebben geen nieuw verbod gemaakt. De conducteurs hebben instructie gekregen er nauwlettend op toe te zien dat wordt gehandeld overeenkom stig de oude bepaling. Het euvel heeft ook de belangstelling van de A.N.W.B. In de op ruime schaal verspreide brochure „Kampeerders nu en morgen" worden hieromtrent suggesties gedaan. De meningen van de beheerders van kampeerterreinen zijn verdeeld. Een categorie is er voor helemaal geen mu ziek door middel van radio's en grammo foons toe te staan. Anderen weer menen, dat muziek, zacht en niet hinderlijk, toe gestaan kan worden. Dan is er nog een groep, die van mening is, dat het onmoge lijk is, buurmans radio niet te horen. Deze beheerders zeggen dan ook, dat er niet ingegrepen moet worden. Zij, die last van radio's of grammofoons ondervinden, zul len dan wel vertrekken. De A.N.W.B. hoopt evenwel en doet ook de suggestie, dat de eerste opvatting, namelijk geen muziek van radio's en grammofoons, toegepast zal worden op de kampeer terreinen. Volgens enkele artikelen van de Alge mene Politieverordening is het verboden om in de Haagse trams draagbare radio's te laten spelen. Het is verboden door mid del van een toestel, bestemd tot het hoor baar maken van muziek of de menselijke stem, hetzij in de buitenlucht, hetzij in een afgesloten ruimte voor de omgeving hinderlijk geluid te maken. In de wet Autovervoer Personen is wat betreft het maken van muziek in autobussen door enige artikelen voorzien. HILVERSUM I. 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 19.30 VPRO. 20.00—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymn 7.23 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.30 Voor de kinderen. 8.55 Voor de vrouw. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 Gram. VPRO: 10.00 Moderne theologie, lezing. VARA: 10.20 Gram. 10.35 Gram. 11.00 Lichte muz. 11.25 Cabaret. 12.00 Orgelspel. 12.30 Land-en tuin- bouwmeded. 12.33 Voor het platteland, lezing. 12.38 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Promenade-ork. 13.45 De wereld wil bedrogen zijn, lezing. 14.00 Gram. 14.20 Kamerorkèst en koor. 15.00 Voor de kinderen. 16.15 Gram. 17.00 Versierde vakantie- tips. 17.50 Regeringsuitz.: Emigratierubriek. Het emigratiepraatje van H. A. v. Luyk. 18.00 Nieuws en comm. 18.20 Gram. 18.30 Lichte muziek. 19.00 Voor de kinderen. 19.10 Lichte muz. VPRO: 19.30 Voor de jeugd. VARA: 20.00 Nieuws. 20.05 Lichte muz. 20.40 Désiré Bisquet, gangster tegen wil en dank, detectiveparodie. 21.40 Lichte muziek. 21.55 Voordr. en muziek. 22.20 Act. 22.30 Nieuws. 22.40 Holland Festival 1960: Wozzeck, opera. 23.55—24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.30 Een woord voor de dag. 7.40 Gewijde muz. 8.00 Nieuws. 8.15 Radiokrant. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Gram. 9.40 Voor de vrouw. 10.15 Gram. 10.30 Mor gendienst. 11.00 Gram. 11.30 Gram. 12.00 Piano recital. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Gram. 12.53 Gram. en act. 13.00 Nieuws. 13.15 Met PIT op pad, lezing. 13.20 Blaasork. 13.45 Gram. 15.30 Interscholair jeugdtoernooi Haarlem 1960. 16.00 Voor de jeugd. 17.20 Kamermuz. 17.40 Bcursber. 17.45 Gram. 17.55 Meisjeskoor en instrum. ens. 18 15 175 Zuidmolukse kinderen uil het woonoord De Schattenberg bij Hooghalen gaan uit logeren, report. 18.30 Gram. 18.45 Boekbespr. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Vocaal ens. 19.30 Radiokrant. 1P.50 Lichte muz. 20.15 Holland Festival 1960: Ka- merork. en sol. 21.05 Muzikale volkenkunde van Nederl. Nieuw-Guinea, lezing. 21.20 Gram. 20.15 Scpr., obligaat-piano en ork. 21.30 Gewijde liede ren. 22.00 Gram. 22.10 Lichte muz. 22.30 Nieuws en S.O.S.-ber. 22.40 Gram. 22.45 Avondoverdcn- king. 23.00 Holland Festival 1960: Kamerork. en sc-liste. 23.55—24.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Gram. 12.30 Weerbericht. 12.34 Gram. 12.50 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Gram. 14.00 Die Schöpfung oratorium. 15.45 Gram. 16.00 Koersen. 16.06 Gram. 17.00 Nieuws. 17.10 Orgelrecital. 17.50 Boekbespr. 18.00 Gram. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Gram. 19.00 Nieuws. 19.30 Wereldkamp. wielrennen. 19.40 Volksliederen. 20.00 Muziekfes tival te Straatsburg: Pianorecital. 20.55 Gram. Plm. 21.00 Wereldkamp. wielrennen. 21.05 Vcrv. Pianorecital. 22.00 Nieuws. 22.15 Gram. 22.55—23.00 Nieuws. VOOR DINSDAG NTS: 2000 Journ. en weeroverz. AVRO: 20.20 Film. 20.55—22.20 Speelfilm. VOOR WOENSDAG KRO: 17GO Voor de kinderen. NTS: 20.00 Journ. en weerber. VPRO. 20.20 Film over China. 20.50 Filmprogr. 21.1.0 BaUetprogr. 21.30 Beschouwingen over Sportprestaties. In de woning van de familie Leek in North Shields waart een spook rond dat dol is op televisie. Het spook, dat reeds enkele maanden lang in de familiekring naar de televisie komt kijken, is welis waar onzichtbaar, maar maakt gieche lende geluidjes. De aanwezigheid van het spook werd een bron van onrust voor de familie van George Leek, maar daar zij geen andere woning kon krijgen, werd het spook als een soort ongewenste bezoeker geaccep teerd. Maar spoedig stelde het spook zich niet meer tevreden met alleen maar te gieche len, zo nu en dan krijgen George en zijn vrouw Margaret, of hun 16-jarige dochter Vivian een aai over het gezicht en zelfs David in zijn wieg wordt niet vergeten. „De geluiden waren erg genoeg maar dit gaat te ver," zei mrs. Leek maandag toen zij zich opmaakte om de plaatselijke gees telijke, Clement White, te verzoeken de lastige huisgenoot uit te drijven. De eerwaarde White luisterde naar haar verhaal en beloofde te helpen. Mrs. Leek zei dat, indien de uitdrijvings ritus niet zou helpen, zij de gemeente een nieuwe woning of flat zou vragen. „Het spook plaagt ons dag en nacht," zei ze, „toen ik op een keer een dames hoedje tijdens het middagprogramma be wonderde, kreeg ik een aai over mijn ge zicht. Dit afschuwelijk spook zal ons al len vernietigen." Het spook van de familie Leek zal zeer zeker in de spokenkroniek geboekstaafd staan als de eerste geest die ooit belang stelling voor televisie toonde. Het is ook een van de zeer weinig spoken die in een nieuw huis het flatgebouw waar de Leeks wonen is slechts drie jaar oud spoken. De serie romans van Rose Franken over Claudia en David blijken dankbare stof te bieden voor televisiespelen. De VARA heeft er reeds twee uitgezonden en er zul len er nog vijf volgen. Willy van Hemert, die deze televisiecomedies schrijft en re gisseert, heeft nu „Claudia en haar gezin" bewerkt. De uitzending daarvan, in het televisieprogramma van de VARA op zon dagavond 14 augustus, zal het laatste werk van deze serie in dit jaar zijn; in 1961 kan men dus het vierde deel ver wachten. Kitty Jansen en Will van Seist spelen ook in „Claudia en haar gezin" het ideale echtpaar. Peter Zwart ontwierp het decor. Henk Maas, hoofd van de programma zaken van de N.T.S. heeft van de Union Européenne de Radio Diffusion, de dracht gekregen de „planning en coördina tie te verzorgen van de televisie-uitzen dingen van de Olympische Spelen in Rome. Hij dankt deze uitnodiging aan het feit, dat hij door zijn langdurig verblijf in Genève, de zo noodzakelijke ervaring heeft opge daan. Henk Maas, die wij zaterdag spra ken, was bijzonder enthousiast over de hem wachtende taak. Iedere ochtend zal over het televisie-circuit in heel Euro pa het voor uitzending in aanmerking ko mend programma worden getoond. Aan de hand van de dan binnenkomende rappor ten, zal coördinator Maas de uitzending van die dag samenstellen. Op 15 augustus vertrekt de heer Maas voor vier weken naar Rome. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Amersfoort (als pred-dir. De Lichtenberg) M. L. W. Schoch, jeugdpred. te Rotterdam. Bedankt voor 's-Gravenhage (wijkgem. 31, 2de pred.pl.) H. J. v. Achter berg te Leiden; voor Genemuiden P. de Jong te Kootwijkerbroek. Geref. Kerken Bedankt voor Hoorn C. J. Tissink te Gi essen-Rij swijk. UITSTAPJE IN V1LLEFRANCHE Een autobus brengt u in weinige minuten van Nice naar Villefranche, want het is slechts een afstand van enkele kilometers. Nice is een rumoerige en wat romme lige stad, heel mooi gelegen weliswaar, Villefranche en omgeving zijn geknipt voor vakantiegangers, die rust zoeken. Nou ja, behalve in augustus, wanneer heel Frankrijk zich op de Cbte d'Azur heeft gestort. De rest van het jaar kunt u gerust het voorbeeld volgen van beroemdheden als Somerset Maugham, de Erasmusprijs 1060-ivinnaar Marc Chagall en Jean Cocteau, die zich op het dichtbij zijnde schier eiland Cap Ferrat hebben genesteld en er het hele jaar door genieten van een begenadigd klimaat. Jean Cocteau meer nog dan Vestdijk verdient deze schrij ver-schilder-filmacteur en nog meer de naam duivelskunstenaar heeft en pas sant het kapelletje van de vissers, de Saint Pierre, voorzien van fascinerende wandschilderingen. Voor één nieuwe franc mag u ze bekijken; u zult er geen spijt van hebben en bovendien wordt het geld voor sociale doeleinden besteed. Het oude zeeroversnest Villefranche ter herinnering aan 't verleden heet één van de restaurants aan de haven Le Corsaire leent zich uitstekend als uitgangspunt voor uitstapjes. Overdag kunt u in de zon braden of zwemmen zo lang u wilt, 's avonds kan het ge zellig zijn eens naar Nice of Monte Carlo te gaan: de busverbindingen zijn frequent en goedkoop. U moet er ook eens een middag afnemen voor de klimpartij naar Eze-Village, het arends nest op de heuveltop, één en al roman tische oude straatjes, vol schilders- en pottebakkersateliers. Wat u nog meer in en om Villefranche kunt doen, moet u maar vragen aan monsieur en ma dame Toutard, die het Syndicat d'Initi- ative, de plaatselijke V.V.V. dus, behe ren. Zelden heb ik ergens betere ser vice genoten. Guillaume Toutard ziet er uit als een zestiger, hoogstens. „In mijn jeugd ben ik een keer in Nederland geweest", ver telt hij, „dat was in 1908. Ik heb er de musea bezocht, ook het Frans Hals museum. In die tijd was ik amateur bokskampioen lichtgewicht van Frank rijk. O, ik houd mijn conditie nog bij, al was het alleen maar door elke mor gen te gaan zwemmen". Hij buigt zijn arm en ik moet zijn keiharde biceps be tasten. „Niet gek voor een man van tachtig, hè?" Met zijn fiets aan de hand „ik ga een paar keer per week naar Nice om boodschappen te doen op de markt" loopt hij met mij mee naar de Galerie des Artistes Indépendants, vlakbij de haven. Hij is er trots op mij zijn werk te laten zien werk, dat ver uitsteekt boven de meeste van de geëxposeerde doeken. Een dromerig gezicht op de Mont-Saint-Michel in tere pasteltinten trekt mijn bijzondere aandacht. „Guillaume Toutard heeft zijn pen seel over tijd en ruimte, over dag en nacht laten reizen", heeft monsieur Géniès, voorzitter van de vereniging der onafhankelijke kunstenaars en lid /an het Legioen van Eer, van hem ge legd. „Deze dichter heeft als uitdruk kingsmiddel zijn palet met zijn oneindi ge mogelijkheden gekozen". Deze uit spraken lees ik in de opdracht, die bij de doeken van Toutard hangt. „Bent u ook dichter?" vraag ik hem. „Och, ik heb een paar kleine bundel tjes uitgegeven," zegt hij bescheiden. „Ik heb ze opgedragen aan Omar Khay- am". Mocht hij denken in mij, behalve een belangstellende journalist, ook een ko per te hebben gevonden, dan moet ik hem teleurstellen. Ik had graag de Mont Saint-Michel meegenomen, maar vier honderd nieuwe francs (hoewel 't werk dubbel en dwars waard) zouden mijn begroting te zeer belasten. Zelfs het kleine doekje met de weergaloze door kijk onder de straatgewelven van Ville franche (daar trokken de zeerovers zich vroeger terug) is voor honderdvijfen twintig francs buiten mijn bereik. Madame Toutard, een klein, levendig vrouwtje met een flitsende geest, weet mij ondanks grote toeloop van vreem delingen onder te brengen in Hotel de la Colline. Ik vind er (mogelijk) de mooiste terrastuin van Villefranche. Het is er een uitbundige weelde van sinaas appel-, mandarijn- en citroenboompjes, mimosa en palmen. Ik heb er graag een dagelijks tochtje tegen de steile berg voor over. Als ik mijn kamer heb geïnspecteerd, ga ik bij madame Toutard mijn bagage ophalen. Ook zij blijkt relaties met Nederland te heb ben gehad. „Lang voor de oorlog, toen ik nog jong was," vertelt ze coquet, „ben ik met een sportvliegtuigje naar Neder land gevlogen. Ik heb er kennis ge maakt met monsieur Plesman, die erg vriendelijk was en zich bijzonder inte resseerde voor mijn vliegen. In die tijd hadden nog niet zo heel veel vrouwen een brevet, vandaar natuurlijk zijn be langstelling. Hij heeft me heel veel van de K.L.M. laten zien". Er komen regelmatig mensen binnen, Fransen, maar ook Engelsen, Spanjaar den, Italianen. Zij worden correct, za kelijk en altijd charmant geholpen en vertrekken met een gemoed dat van dankbaarheid overvloeit. Ik vind dat mijn gesprek met madame Toutard nog lang niet beëindigd is en wacht telkens geduldig op een stoel in een hoek van het kantoor. „Als u goed en voor weinig geld wilt eten, moet u bij La Trinquette gaan aan de Darse, de tweede haven van Villefranche. Het menu van zes franc is fantastisch," zegt ze tussen neus en lippen door. Ik heb haar raad gevolgd ze had gelijk. „In Nederland heb ik ook eens een noodlanding gemaakt," babbelt mada me Toutard wanneer we weer alleen zijn. „In Utrecht, dichtbij het kasteel van baron van Zuylen (Zwielèn, zegt ze). Veel gevaar was er niet bij, al leen herinner ik me nog een grappig voorval. De baron was me op de fiets tegemoet gekomen, want het was toch nog wel een stukje lopen. Hij had een damesrijwiel voor me meegebracht. En toen moest ik hem teleurstellen: ik had wel mijn vliegbrevet op zak, maar fiet sen kon ik niet!" (Nadruk verboden) Chr. Geref. Kerken Bedankt voor Den Helder J. P. Geels te Haarlem-C. Rem. Broederschap Beroepen te Doesburg mevr. E. W. H. Laman Trip-Kleinstarink, prop. te Velp. 5859. Koen en Pobbel liepen naar de plaats, waar het vliegtuigje stond. Koen hielp z'n nieuwe vriend met instappen. Zit je goed? vroeg hij. Ja, hoor, ik zit best! zei Pobbel. Toen stapte Koen ook in en nam zijn plaats achter het stuur in. Hij zette de motor aan, en ze reden een eindje over de grond; toen gingen ze omhoog. Het gaat fijn, hè? zei Koen. Geweldig! zei Pobbel. Ik heb nog nooit zo iets meegemaakt! Advertentie KEUZE UIT 5 SMAKEN AARDBEIEN. SINAASAPPEL ANANAS. CASSIS. CITROEN. Charles Exbrayat Vertaling: Margot Bakker 22) Beseft u wel dat u een vrouw uit duizend hebt getroffen Ach ja, zo gaat het in het leven. Als je veel van iemand houdt raak je aan hem of haar zo gewend, dat je elkaar niet meer kunt missen. Het leven heeft je al geleerd, dat je je nooit aan iemand moet hechten als je bang bent voor verdriet Maria kreeg de tranen in de ogen. Zij greep spon taan de hand van senora Percel en drukte die vurig tegen haar lippen. Ik kan nu juist niet zeggen dat ik het tafereeltje met genoegen aankeek. Enu gaat natuurlijk met onze Maria naar Parijs terug, don José? Als zij mij tenminste wenst te vergezellen. Dona Josefa barsste uit in een heldere schaterlach. U wilt me toch niet vertellen dat u daaraan twijfelt? Toen wij afscheid namen van het echtpaar Percel en Maria het werd tijd de winkel weer te openen wilde Karl Obercher mij met alle geweld gezelschap houden. Samen liepen wij dan iik terug naar de Plaza San Fernando en pas op de drempel van mijn hotel slaagde ik erin hem van mij af te schudden. Bij het afscheid stak Obercher mij zijn hand toe en ik kon moeilijk weigeren die te drukken. Toch kostte het vriendelijk gebaar mij inspanning en dat moet hij gemerkt hebben, want hij vroeg plotseling: U mag mij geloof ik niet erg graag, senor Moralès? Ik vond het pijnlijk en trachtte de slechte indruk weg te nemen: Hoe komt u daarbij Al te snel viel hij mij in de rede: Toch. Ach, doet u geen moeite, wij Duitsers zijn hieraan gewend. Meestal mogen de mensen ons bij de eerste kennismaking niet. Dat heeft tot gevolg dat wij ons van onze beminnelijkste kant trachten voor te doen, waarmee wij dan gewoonlijk precies het tegenoverge stelde bereiken van wat wij wensten. .Ik verzeker u, dat wij ons dit alles zelf heel goed bewust zijn, maar tel kens merken wij het weer juist even te laat. Nu was hij er toch in geslaagd mijn geweten wakker te- schudden, de schooier. Ik wilde niet achterblijven en zei: Het kan ook zijn, dat wij, zuiderlingen, wat al te overgevoelig zijn bij kennismaking met buitenlanders... Dat is aardig van u, senor Moralès, dat is heel aardig. Maar mij overtuigt u er niet mee. Wij zijn altijd zo geweest: vervuld van goede voornemens, die steeds weer trieste resultaten hebben. Het lijkt wel een soort vloek, waarvan wij ons nog altijd niet hebben weten te ontdoen. Hasta la vista, senor Moralès: Tot ziens. Con mucho gusto, senor Oberchner, zei ik: met ge noegen. En ik meende het. Alonso zou vast en zeker plezier in mijn wisselvallige gemoedsgesteldheid hebben gehad. Juan was nog niet thuisgekomen toen ik Maria in hun woning aan de Palma weer ontmoette. Zij vertelde mij dat de familie Percel verrukt was over de kennismaking met mij en dat zij hoopten mij spoedig nog eens te z:en. Dat alles was nu op zichzelf heel mooi, maar het verklaarde niet waarom Karl Oberechner zo'n domme vergissing in verband met een Hamburgse eetgelegn- heid had gemaakt. Ik bracht Maria van mijn achterdocht op de hoogte. Nadat de Duitser mij alleen gelaten had, had ik de tijd voor rustig overleg gehad en meer en meer speet het mij dat ik hem bij het afscheid met een zekere welwillendheid had bejegend. Tegen tien uur kwam Juan eindelijk thuis. Hij maakte een opgewonden indruk en hij deed nauwelijks moeite deze opwinding te verbergen. Ik leidde daaruit af, dat mijn medewerker bijzonder met zichzelf ingenomen was en dat hij mij iets belangrijks had te vertellen. Nadat hij zijn pet op een stoel had gegooid en terloops zijn zus ter had omhelsd zei hij tegen mij: We zijn er, don José! Waar zijn we, Juan? Ik heb de man gevonden. Die man, die aan de verdovende middelen is? Precies. Ik werd ook geestdriftig. Eindelijk zou ik aan de slag kunnen gaan. Ik was de rol van opgejaagde prooi meer dan beu. Waar zit hij? Hij is bezig zich te bedrinken in 'n tent aan de Gua- dalete-straat, de Espina de Oro. Waar is die straat? Loopt van de San Vincente naar de Torneo. Prachtig! Ik greep mijn hoed en Maria zei angstig: Je gaat daar op dit uur toch niet meer heen José? Ik heb geen keus Helemaal alleen? Juan greep de hem geboden kans met beide handen aan. Ik ga natuurlijk mee! Nee, zei ik. De teleurstelling op zijn gezicht was zo pijnlijk, dat ik meende hem tekst en uitleg te moeten geven. Hoor eens.Juan.Het gaat vanavond niet om een kloppartij, of zoiets. Ik zal alleen maar een kijkje nemen en als je met je tweeën bent val je nu eenmaal eerder op dan alleen. En als ze u aanvallen? Daarop is al heel weinig kans. Waarom eigenlijk? Die knaap heeft er geen flauw vermoeden van dat ik hem kom overvallen. Als ik het geluk heb die tent te berei ken voor hij zijn biezen heeft gepakt, blijf ik op straat wachten tot hij naar buiten komt en dan ga ik hem ach terna. Als ik eenmaal weet waar hij woont kan ik een kort onderhoud met hem forceren. Als hij tenminste praten wil! Laat dat maar aan mij over. Ik krijg de meest zwijg zame lieden aan het praten. En nu zitten jullie niet in angst over mij, begrepen! Morgen drinken we samen koffie in Christina, laten we zeggen om twee uur. Dan horen jullie wel hoe mijn nachtelijke escapade is verlo pen. Ondanks mijn montere opwekking zagen zij er geen van beiden al te gerust uit toen ik hun woning verliet. Het was een van die avonden, die wij in Washington piet kennen. Zoel en nauwelijks donker. Als het weer zo bleef zouden wij een voortreffelijke Stille Week krijgen. Na de volgende zondag zouden de Sevillanen hun bedden nauwelijks meer zien. Aan de toeristen stonden zij de plaatsen af langs de officiële route die door de processies werd gevolgd. Maar in hun eigen buitenwijken of straten kwamen de vromen de Maagden zien, ten opzichte van wie zij een speciale en persoonlijke devotie voelden. Niets is zo boeiend als aeze dansende saetas van een vermoeide mensenmassa, die in de vroege ochtenduren de Virgen haar kerk weer ziet binnengaan. Een laatste gebed, een uiterste smeek bede om bescherming tegen de onbekende gevaren, die dreigen tijdens de twaalf lange maanden tot aan de vol gende Se.mana Santa. Overigens, senor Moralès, loop je niet op straat om je gedachten te laten gaan over godsdienstige uitingen in Andalusië. Je bent op zoek naar een man die gepro beerd heeft je van het leven te beroven. Als je een beetje geluk hebr dat soort geluk dat je tot dusver schrome lijk in de steek heeft gelaten krijg je vat op hem en wie weet is hij niet de eerste schakel in de keten, die jou met Lajolet.te verbindt. Dat vooruitzicht gaf mij nieuwe moed en met stevige pas marcheerde ik langs de Almadea de Hercules. Daar na sloeg ik de Santa Annastraat in. Ik kende mijn stad nog uitstekend. Bij het naderen van de SanVicente begon ik langzamer te lopen er. bij de hoek gekomen gluurde ik uiterst voor zichtig de Guadalete in, waar ik al dadelijk de „Espiga de Oro" in het oog kreeg. Op het trottoir zat vlak voor de ingang een dronken man, die druk in zichzelf praatte en zijn eigen opmerkingen blijkbaar heel wat belangrijker vond dan mijn persoon. Ik keek door de ruit naar binnen en zag dadelijk de man die ik hebben moest. Hij hing tegen de bar en zijn trillende hand omklemde een gro tendeels gevuld glas. Hij leek behoorlijk de hoogte te hebben. Opeens trok er iemand aan mijn mouw. Ik keek om, mijn spieren waren zich gaan spannen. Het was de dronken man die mij een adem in het gezicht walmde waarin ik duidelijk de lucht van anisette, vermengd met manzanilla kon onderscheiden. Senor, bent u een goed katholiek? Nee. Ach! (Wordt vervolgd) In de serie handige boekjes van de Neder landsche Uitgeversmaatschappij te Leiden over economische en juridische proble men zijn thans weer drie deeltjes ver schenen, die stellig belangstelling zullen ontmoeten. Het deeltje van J.L.F. Engel hard „Erfrecht en fiscus", handleiding voor erflaters en erfgenamen zal dat in brede kring doen, want bijna iedereen krijgt wel één keer in zijn leven met een erfeniskwestie te maken. Door nog veelal bestaand wanbegrip én gebrek aan kennis kunnen dan de grootste onaangenaamhe den ontstaan. Van belang is bijvoorbeeld te weten hoe men bij zijn leven kan zor gen dat van de erfenis niet al te veel in de fiscale pot verdwijnt en hoe de erfgenaam kan zorgen dat de successierechten zo licht mogelijk drukken. Wie over deze zaken en nog vele andere wil worden voor gelicht, doet er goed aan zich dit werkje aan te schaffen. Vele mensen doen in onze maatschappij kleinere of grotere uitvindingen, waarvan echter lang niet iedereen de vruchten plukt. De uitvinders zelf niet omdat ze of wel aan hun vondst geen ruchtbaarheid geven, of wel deze belangeloos afstaan aan derden of tegen een te geringe vergoeding. De enige weg om hierin verandering te brengen is octrooi aan te vragen, iets waar velen kennelijk nog al tegen op zien. Het boekje van ir. Ch. J. J. Stammler en ir. J. R. G. de Veer geeft echter 'n goede uiteenzet ting over de juridische haken en ogen en de procedure van de octrooi-aanvrage. Daarnaast vindt men nog tal van andere nuttige informaties over dit probleem in dit goed gedocumteerde werkje. Het derde thans verschenen deeltje is van de hand van J. M. van Oorschot en geeft een beknopt en helder beeld van de mogelijkheden die de mechanische admini stratie thans biedt. De titel is „Mechani sche administratie, hulpmiddelen en toe passingen in de praktijk". De mogelijk heden van de verschillende machines wor den nagegaan, juist ook met het oog op de boekhouding. Het tot op de dag afwerken van systematische overzichten wordt on derzocht. Dit boekje zal er zeker toe bij dragen velen meer vertrouwd te maken met het gebruik van machines in de admi- nistatie, waardoor de produktiviteit alleen maar bevorderd kan wroden. en wilt u dat wij uw krant naar uw vakantie-adres opzenden Stuurt u ons dan minstens twee dagen voor uw vertrek een briefkaart met vermelding van uw naam, uw vaste adres, uw vakantie-adres, de datum waarop de eerste krant naar uw vakantie-adres gezonden moet worden en de datum waarop de krant voor het laatst moet worden toegezonden. Als u de krant per week betaalt, wilt u dan het abonnementsgeld voor de vakantieweken vooruit aan de bezor ger betalen DE ADMINISTRATIE Oprechte Dinsdagse Haarlemse Courant den 12 Augusti 1760 ITALIEN Romen, den 22 July. Wanneer deezer dagen by de Kerk van St. Eustabia tot het leg gen der Fondamenten van een nieuw Gebouw gegra ven wierd, vonden de Werklieden aldaar eenen grooten Schat van gemunt Goud, welken zy met den anderen meenden te deelen, doch door On- eenigheid zig zelve verraden hebbende, zyn zy daarvan versteken en na de Gevan genis gebragt geworden. Men heeft onder die speciën verscheydene Goude Gedenk stukken van den Keyzer Julianus gevon den.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 7