Adenauer, de Gaulle en wij
Vredespater Pire„Scheidslijn tussen
goed en kwaad is moeilijk te trekken"
De negen Muzen
ANDRE BLOCH OVERLEDEN
Le Corbusier zal zevende Europa-dorp bouwen
Toestand in Kongo
Grote opdracht voor
Mari Andriessen
Mali-federatie kraakt
reeds in haar voegen
De heer D. Schwagermann adjunct
directeur van het Frans Halsmuseum
isZELFMENGEND
WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1960
4
In handige
plastic tabakszak
ESSO 2-T MOTOR OIL
Nederland erkent Niger,
Dahomey, Oppervolta
en Ivoorkust
(Speciale berichtgeving)
„Er is geen mooier werk voor de vrede
dan het voeren van een dialoog over de
barrières heen. De mensen bouwen teveel
muren en te weinig bruggen". Dit zei pater
Georges Pire, winnaar van de Nobel
prijs voor de Vrede, gistermiddag op een
persconferentie in het marine-opleidings
kamp Hilversum, waar hij 's avonds de
deelnemers aan de wereldjeugdconferentie
van de Y.M.C.A. toesprak.
Herinnerend aan een recente uitlating
van kardinaal Spelmann in München, dat
christendom en communisme onverzoen
lijk tegenover elkaar staan en het laatste
duivels is, merkte hij op, dat het voor hem
persoonlijk niet zo gemakkelijk is precies
de scheidslijn tussen goed en kwaad te
trekken, omdat gewoonlijk niets geheel
zwart en niets geheel wit is.
Levendig en nu en dan met veel humor
ging de Belgische pater de lintjes op
zijn colbertjasje wezen op zijn rol in het
verzet op alle vragen in, behalve op die,
welke verband hielden met de ontwikke
lingen in Kongo: „zwijgen is goud", meen
de hij wat dat onderwerp betrof. Maar met
graagte sprak hij over wat hem het dier
baarst is: zijn werk voor de „displaced
persons" en de vluchtelingen, waarvoor
hem in 1958 de Nobelprijs werd toegekend,
een som van ruim anderhalve ton, die hij
besteedde aan zijn Europese vluchtelin-
gendorpen.
Op onze vraag of nog meer van deze
gemeenschappen zullen worden gesticht,
antwoordde pater Pire, dat het zevende
„Europa-dorp" in Mulhouse (Frankrijk)
zal verrijzen. Het zal genoemd worden
naar de Franse auteur Antoine de Saint-
Exupéry. Droog voegde hij eraan toe:
„we hebben een goede architect gevonden
den: Le Corbusier. Heel beroemd en tóch
goed".
Het internationale vluchtelingenjaar heeft
naar zijn mening de situatie van vele
vluchtelingen verbeterd en het aantal
kampen is verminderd, maar men moet
niet geloven, dat het probleem nu is opge-
(Vervolg van pagina 1)
Gisteravond werd ook Frankrijk door
Loemoemba onder vuur genomen omdat
het zich had onthouden bij stemming over
de resolutie inzake Katanga.
„Alle landen stemden voor de resolutie
van de Veiligheidsraad behalve Frankrijk
en Italië. Frankrijk is het meest kolonia
listische land ter wereld en vernietigt dag
na dag met zijn pers en persbureaus het
Kongolese volk. Frankrijk heeft altijd ge
pretendeerd de wieg van de vrijheid en
democratie te zijn geweest. Frankrijk heeft
gefaald en Frankrijk zal spoedig ontdek
ken, dat zijn gemeenschap ineen zal stor
ten omdat Afrikaanse volken tegen het re
gime van de Franse gemeenschap zijn,"
aldus Loemoemba.
BRUSSEL (Belga) Het Belgische mi
nisterie van buitenlandse zaken heeft be
kendgemaakt. dat het bij de Guinese rege
ring aanhangig gemaakte verzoek tot er
kenning van de heer Walravens als am
bassadeur van België in Conakry door de
Belgische regering is ingetrokken. Voorts
is de beslissing inzake erkenning van de
heer Nabi Joela als ambassadeur van Gui
nea in Brussel door de Belgische regering
uitgesteld. (AU-BT).
De Belgische terugtocht
NEW YORK (Belga) In UNO-kringen
veronderstelt men dat tijdens het onder
houd Wigny-Hammarskjoeld dat de laatst
genoemde zijn reis naar Brazzaville deed
uitstellen, gesproken is over de toepassing
van de resolutie, die heden door de Veilig
heidsraad is goedgekeurd. Naar Ham-
marskjoeld zelf verklaarde, dient de Bel
gische regering de 20.000 in Katanga ver
blijvende blanken de verzekering te kun
nen geven, dat de UNO-troepen hun veilig
heid zullen waarborgen en hun belangen
geenszins zullen schaden. Wigny zou er op
gewezen hebben, dat België door zijn in
schikkelijkheid verdient, dat men rekening
houdt met zijn raadgevingen opdat onder
meer de aflossing zonder vacuum kan ge
beuren en de UNO-troepen in Katanga ten
minste zo sterk zijn als de Belgische troe
penmacht van 1500 man, die er thans de
orde handhaaft. Bovendien zou dat UNO-
leger een getrouwe weergave dienen te
zijn van de geest van neutraliteit en non
interventie, zoals deze spreekt uit para
graaf vier van de resolutie. Van de UNO-
strijdmacht zouden aldus geen deel mogen
uitmaken contingenten van landen. die
hun steun aan Loemoemba hebben toege
zegd. zoals Ghana en Guinea. Zij zou moe
ten bestaan uit Ierse en Zweedse troepen
en eenheden van Afrikaanse landen, die
geen stelling hebben genomen, zoals Mali
en Ethiopië.
ELISABETHSTAD (AFP) Albert Ka-
londji, de leider van de nieuwe „mijn-
provincie" in Kasai. is maandagavond in
Elisabethstad aangekomen voor het voe
ren van besprekingen met premier Tsjom-
be van Katanga over de stichting van een
federatie van Kongolese staten.
Kalondji zei te zullen strijden voor de
stichting van een federatie van onafhan
kelijke staten, naar het voorbeeld van do
Verenigde Staten van Amerika.
De Gaulle bezorgd
PARIJS (Reuter) President De Gaulle
heeft dinsdag ziin vakantie onderbroken
voor het voeren van dringende besprekin
gen met premier Debré en minister van
buitenlandse zaken Couve de Murville.
Van officiële ziide is verklaard, dat er
niets ongewoons in deze onverwachte te
rugkeer van de president naar Parijs
schuilt. Waarnemers menen echter dat De
Gaulle van mening is. dat de reeds zeer
gespannen internationale toestand verder
is verslechterd. De generaal schijnt te
vrezen, dat Frankrijk en de leden van de
Franse gemeenschap mogelijk veel verder
gaande beslissingen zullen moeten nemen
dan tot nu toe, gezien de jongste dreige
menten van Loemoemba.
Een woordvoerder van het Franse mi
nisterie van buitenlandse zaken heeft dins
dag. in antwoord op een vraag van een
verslaggever verklaard dat de internatio
nale toestand „zeer kritiek" blijft.
Later op de dag is generaal De Gaulle
naar ziin buitenverblijf te Colombey-Les-
Deux-Eglises teruggekeerd.
lost. Allerminst: er is nog veel ellende,
geestelijke nood die slechts met geestelij
ke middelen kan worden opgeheven. Er
is te zeer de indruk gewekt, dat met geld
alles is op te lossen. Maar menselijke pro
blemen moet men niet materialistisch
bezien, doch menselijk".
Gevraagd naar zijn huidige activiteiten,
vertelde de dominicaan dat hij een groep
jonge mensen, studenten van twintig tot
vijfentwintig jaar die voor de vrede wil
len werken, om zich heen heeft verza
meld en in het Gandhi-jeugdcentrum zal
gaan trainen. „Ik geloof, dat de jongeren
op deze leeftijd meer verantwoordelijkheid
dragen dan wij, toen wij zo oud waren".
„Bruggen bouwen", is zijn devies en
daarom heeft hij ook het plan een samen
komst te organiseren van de zes dragers
van de Nobelprijs voor de Vrede, onder
wie Albert Schweitzer, Ralph Bunch en
Noel Baker.
Vijf meter hoog beeld voor Den Bosch,
St. Jan met de arend voorstellend
Ter gelegenheid van het afscheid van
burgemeester mr. H. J. M. Loeff van
's-Hertogenbosch is opdracht gegeven aan
de Haarlemse beeldhouwer Mari Andries
sen voor een vijf meter hoog beeld van
St. Jan de evangelist met de arend. De
beeldhouwer heeft onlangs het ontwerp
voltooid dat thans met deze zeer belang
rijke opdracht is bekroond.
De laatste twee weken van september
zullen in 's-Hertogenbosch feesten gehou
den worden, die werden voorbereid door
een comité dat ook de opdracht voor het
beeld gaf. De climax van de feestelijk
heden is de onthulling van het monument,
waarvoor de gelden bijeen gebracht zijn
door de burgerij en de industrie en dat
de groei van 's-Hertogenbosch symboli
seert onder het bewind van burgemeester
Loeff. Het beeld kom te staan in het Bos
sche Tolburgkwartier.
Max Tailleur. Max Tailleur, die zater
dagavond laat uit Zuid-Afrika op Schiphol
terugkeerde, is maandag alweer vertrokken
voor het tweede deel van zijn grote tour
nee: naar Zuid-Amerika. Vandaag wordt
hij in Buenos Aires verwacht. Tot oktober
toe zal hij kris kras door Zuid- en Noord-
Amerika reizen en vooi-stellingen geven
voor Nederlandse vei-enigingen.
Werken van Frits Klein. Bij Mak van
Waay aan het Rokin te Amsterdam is een
tentoonstelling geopend met werken van
de Nederlandse Parijzenaar Frits Klein. De
expositie, die tot einde augustus geopend
is, omvat een dertigtal schilderijen, aqua
rellen en pastels.
Jacob Catsherdcnking. Op 12 septem
ber 1960 zal het driehonderd jaar geleden
zijn. dat. Jacob Cats, raadpensionaris van
Holland en Zeeland, dichter en moralist, is
overleden. De Maatschappij der Nederland
se Letterkunde heeft het initiatief genomen
dit feit te herdenken door een plechtige
bijeenkomst in Den Haag en de inrichting
van een tentoonstelling in het Catshuis
..Sorghvliet".
DAKAR (UPI) Vandaag zijn de kra
kende geluiden, welke de Westafrikaanse
Mali-federatie reeds weken deed horen,
luider geworden, toen de twee staten-leden
Senegal en Soudan zich in debat begaven
over de vraag wie de eerste president
van de federatie zal worden.
De rivaliteit tussen beide leden, die pas
twee maanden geleden onafhankelijk zijn
geworden, dateert van de datum dat zij
de eerste schreden op het pad van de zelf
standigheid hebben gezet. De laatste we
ken echter, nu de dag van de presidents
verkiezing met rasse schreden nadert, zijn
de afgevaardigden van de beide staten on
gewoon fel tegen elkaar geworden.
Waarnemers vrezen, dat indien geen
overeenstemming wordt bereikt voor de
grote dag, die op 27 augustus een presi
dent aan federatie zal moeten schenken,
bet ongenoegen dat bestaat zal leiden tot
een openlijke breuk tussen de twee lan
den.
(Van onze correspondent)
PARIJS. De Franse muziekwereld betreurt het overlijden van André Bloch, die
als componist bekendheid heeft genoten. In afwijking van de in Franse kunst
kringen heersende gewoonten heeft Bloch nooit anders dan door zijn werk aan
eigen roem enige aandacht besteed. Hij placht tegen interviewers en bewonderaars te
zeggen: „De man zelf telt zo weinig, alleen het werk is belangrijk, het behoort trou
wens meer dan hij zelf te zijn en hem te overleven". Bloch, die in 1873 werd geboren
en die reeds op 22-jarige leeftijd, in 1895 de „Prix de Rome" kreeg, heeft niet veel
gecomponeerd, althans niet veel van zijn composities aan de openbaarheid prijs ge
geven. Hij was trouwens ook een langzame werker; zijn werken kwamen pas ge
durende jaren tot rijpheid.
Een van zijn eerste symfonische ge
dichten is „Kaa" naar Rudyard Kipling
geweest en in 1933 werd zijn „Begijnhof"
voor het eerst te Parijs gespeeld. Een
meesterwerk is de „Palestijnse Suite voor
Cello en Orkest" (1948), dat door de Fran
se musicologen reeds thans als een klas
siek werk van de hedendaagse Franse
muziek wordt beschouwd. Zoals René Du-
mesnil, de gezaghebbende criticus van
„Le Monde" schreef: de componist, die
het vierde deel van deze Palestijnse Suite
heeft geschreven, mocht verwachten dat
het nageslacht hem tot de besten zou reke
nen en daarmee revanche zou nemen op
vele van zijn tijdgenoten, die hem met
stilte hebben omringd.
Bloch was er de man niet naar zich te
laten gelden, ondanks het feit dat hij ja
renlang twee zeer belangrijke functies in
het openbare Franse muziekleven heeft
vervuld: die van inspecteur-generaal van
het muziek-onderwijs in Frankrijk en die
van professor in de harmonieleer aan het
Parijse Conservatorium voor Muziek. Hij
heeft ook twee opera's gecomponeerd,
..Broceliande" (1925) en „Poppenkast"
(1949), die beide wel zijn gespeeld maar
die toch nooit het grote publiek hebben
bereikt ondanks het feit dat zij muzikaal
van meer betekenis zijn dan menige met
veel drukte aangekondigde en met snobis
me gewaardeerde experimentele moder
niteit.
Bloch genoot niet alleen als componist
bekendheid, maar in bepaalde vakkringen
ook op heel ander gebied. Aan het begin
van de vorige oorlog deed hij namelijk
aan de Franse marine mededeling van een
door hem gedane uitvinding. Die maakte
het onderzeeërs mogelijk bepaalde gelui
den te onderkennen ondanks de aanwezig
heid van bijgeluiden. De op zijn aanwij
zing geconstrueerde apparaten werden bij
de Franse duikboten algemeen toegepast.
Onbaatzuchtig als hij was wilde Bloch
geen enkele financiële beloning voor zijn
uitvinding ontvangen en schonk hij de pa
tenten aan de Franse staat.
Advertentie
Burgemeester en Wethouders van de ge
meente Haarlem hebben tot adjunct-direc
teur van het Frans Halsmuseum benoemd
de heer D. Schwagermann, thans hoofd
van de Pedagogische Afdeling van de
Dienst voor Schone Kunsten (gemeente
musea) in Den Haag. Deze benoeming is
het gevolg van de motie-Van der Bergh,
welke vorig jaar tijdens de behandeling
van het hoofdstuk Culturele Zaken van
de ontwerpbegroting 1960 door de Haar
lemse raad werd aangenomen en door B.
en W. overgenomen.
In het algemeen zal de taak van de heer
Schwagermann bestaan uit het bijstaan
van de directeur van het Frans Hals
museum en daarnaast in het bijzonder het
organiseren van tentoonstellingen en het
moderne-kunstbeleid. De benoeming gaat,
hoewel dat nog niet geheel vaststaat, op
1 november aanstaande in. De heer Schwa
germann is thans eenenveertig jaar. Van
1952 tot 1956 is hij conservator geweest
van het Stedelijk Museum in Schiedam,
waar hij zijn vader opvolgde. Hij trok toen
zeer de aandacht door zijn ondanks de
geringe middelen van het museum zeer
kwalitatieve aankoopbeleid. Ook door ex
posities wist hij het museum nationaal een
uitstekende naam te. verschaffen, zowel
door exposities van oude als moderne
kunst, particuliere verzamelingen en ver
gelijkende exposities, onder andere van
ncgerkunst en Egyptische kunst. In 1940
Er bestaat in de internatio
nale politiek geen komkom
mertijd meer. Terwijl de mees
ten van ons, gewone stervelin
gen, met vakantie waren en
over heel Europa de zon ach
terna reisden of hier in
Holland tuurden naar een
gaatje in het wolkendek om te
zien of ook bij ons de zon
zichtbaar werd reisde Ade
nauer naar Rambouillet, voor
wat werd aangekondigd als
een soort familiebezoek aan
De Gaulle. Er werd erg ge
heimzinnig gedaan, en sommi
ge commentators wisten al da
delijk te vermelden, dat er
eigenlijk niets van belang was
overeengekomen. Maar Mac-
millan achtte dit alles toch
blijkbaar wel van voldoende
gewicht om zich, ook alweer
midden in de vakantie, plotse
ling te herinneren dat hij nog
een uitnodiging had van Ade
nauer en hij reisde dus voor
een kort bezoek naar Bonn.
Wat De Gaulle schijnt te
hebben voorgesteld aan Ade
nauer is een soort permanent
secretariaat van het Europa
van de Zes, met periodieke
bijeenkomsten van de minis
ter-presidenten zowel als van
de ministers van Buitenlandse
Zaken, alsook de ministers van
andere departementen met in
ternationale bemoeienissen
(Landbouw, Verkeer en ook
Defensie). Adenauer zou, vol
gens zowel Duitse als Franse
bladen van gezag, niet onwel
willend tegenover die voor
stellen hebben gestaan, en de
ze zouden verder worden uit
gewerkt door de beide staats
lieden alvorens te worden
voorgelegd aan de ministers
van Buitenlandse Zaken van
de Benelux-landen en van
Italië.
Er wordt nog naar gegist, in
hoeverre er ook een plaats
voor Engeland wordt openge
laten in dit permanente secre
tariaat of in dit directoraat,
doch het lijkt op zijn minst
twijfelachtig of Engeland, ge
steld dat het daartoe in de
gelegenheid werd gesteld, toe
treding ernstig zou overwegen
in het licht van het parlemen
taire debat van de vorige
maand, waarbij duidelijk naar
voren is gekomen dat zomin de
regering in Londen als de op
positie ernstig dachten over
een lidmaatschap van de Euro
pese Economische Gemeen
schap. Waarschijnlijker is het.
dat de uitnodiging van De
Gaulle aan Adenauer juist
voortkwam uit de duidelijke
bepaling van dit negatieve
standpunt door Engeland.
Zolang de concrete voorstel-
len van De Gaulle en Ade
nauer omtrent de periodieke
bijeenkomsten van de eerste
ministers en het permanente
secretariaat van het Europa
van de Zes er niet zijn, zou
men zich in Nederland op het
standpunt kunnen stellen dat
wij met dit alles niets te ma
ken hebben. Ten om-echte,
want zodra die voorstellen er
wèl zijn en de persoonlijk
heden van de Duitse Bonds
kanselier en van de Franse
president zijn er niet naar om
gemakkelijk te wijken voor
detail-critiek van ministers of
ambtenaren dan staan wij
voor een realiteit, waaraan wij
deel zullen hebben. Het is zon
der twijfel beter om zich daar
op voor te bereiden dan om
deze nieuwe vorm van be
raamde samenwerking waarin
wij zullen worden opgenomen,
als nog niet aan de orde zijnde
te beschouwen.
In de eerste plaats moeten
wij dan constateren, dat het
regelmatig overleg van de eer
ste ministers van de Zes de
onderlinge band zal verster
ken en aan dit Kleine Europa
nog meer reliëf zal geven te
genover Engeland en, in de
verte, Amerika en ook de
Sovjet-Unie dan het reeds
bezit uit hoofde van de ver
dragen van Rome.
Wij in Nederland hadden het
liever anders gezien en de
Britse premier waarschijnlijk
ook. Maar, waar Engeland niet
wil en niet kan toetreden tot
dit ontworpen directoraat van
de Zes, zal Macmillan niet veel
meer kunnen doen dan probe
ren Bonn en Parijs af te rem
men. In Bonn zullen sommigen
het in de grond van hun hart
geheel met hem eens zijn, maar
Adenauer zal niet zijn be
proefde samenwerking met De
Gaulle in gevaar willen bren
gen terwille van een zekere
ondefinieerbare goodwill in
Londen. En in Parijs heeft
Macmillan nog minder kans
om De Gaulle en zijn minis
ters te beïnvloeden in een voor
hem gunstige zin. Men zal zich
in beide hoofdsteden herinne
ren dat Engeland eigenlijk
nooit de Europese nauwe sa
menwerking gewild heeft, niet
als wederpartij en zeker niet
als partner, en dat het die al
leen zal aanvaarden (als we
derpartij) voor zover zij wer
kelijk al bestaat. In die ge-
dachtengang voortgaande, zul
len De Gaulle en Adenauer er
naar streven om ook het direc
toraat van de eerste-ministers
tot een politieke werkelijkheid
te maken. Met vriendelijke
verzekeringen wellicht aan de
Engelsen, dat men altijd open
staat voor verder overleg, in
wijdere kring.
De tweede conclusie waartoe
de plannen van Rambouillet
voeren, is, dat kennelijk Ade
nauer en De Gaulle erop uit
zijn om het zwaartepunt te
leggen bij de zes regeringen,
en niet bij de Executieve Com
missies van Brussel of de Hoge
Autoriteit te Luxemburg. Der
halve wel een nauwere poli
tieke samenwerking, maar
geen versterking van de supra
nationale integratie.
Er schijnt in dit verband
gesproken te zijn over een
aantal commissies voor de co
ördinatie van vraagstukken op
het gebied van de defensie,
van de culturele betrekkingen,
van buitenlandse en van eco
nomische zaken in de landen
van de Zes. Met name die
laatste commissie zou gemak
kelijk taken aan zich kunnen
trekken, die op het terrein
liggen van de Europese Com
missie in Brussel hetgeen
zou leiden tot heilloze verwar
ring en strijd om competenties.
Toch achten wij op zichzelf
de kansen voor nauwere poli
tieke samenwerking gunstiger,
ook voor Nederland, wanneer
die verwezenlijkt moet worden
door een overleg tussen de
minister-presidenten dan wan
neer daartoe een uitbreiding
zou moeten worden gegeven
aan de alsnog vrij magere
supra-nationale bevoegd
heden van de Executieve Com
missies van de E.E.G. en Eura-
toom en van de Hoge Autori
teit van de Kolen- en Staal-
Gemeenschap. Ook nu leert de
praktijk van deze drie instel
lingen, dat de nationale rege
ringen tenslotte het beleid aan
zich willen houden.
Wat moet nu de Nederland
se reactie zijn op de plannen
die De Gaulle en Adenauer
ons straks zullen voorleggen?
Waarschijnlijk zal het enthou
siasme van Den Haag niet
groot zijn en dat is ook niet
onbegrijpelijk, gezien de ver
wijdering ten opzichte van
Engeland die uit deze plannen
spreekt. Maar toch zal het goed
zijn te beseffen dat die ver
wijdering nu eenmaal bestaat
en dat, hoe graag ook Neder
land een brug zou willen bou
wen, die brug alleen geslagen
kan worden wanneer er aan
weerszijden vaste steunpunten
zijn. En dit is niet het geval.
Misschien wordt het eens an
ders, en dan kan Nederland
er, binnen het kader van de
Zes, het zijne toe bijdragen
dat er aan deze kant van
Noordzee en Kanaal een vast
steunpunt wordt gevormd voor
die brug.
De samenwerking afwijzen
alleen omdat Engeland er geen
deel aan heeft, zou steriel zijn;
wat èn De Gaulle èn Adenauer
willen, dat komt binnen de Zes
toch tot stand. Het vrucht
baarst zou zijn om positief
tegenover de voorstellen te
staan, doch deze zoveel moge
lijk in een richting te buigen
waardoor onze belangen be
hoorlijk verzekerd blijven. En
men kan er ook daarom posi
tief tegenover staan, omdat op
zichzelf een nauwere politieke
samenwerking in het kleinere,
maar nog altijd niet onaan
zienlijke verband van de Zes
een uitstekend ding kan zijn.
Waar nog bij komt, dat de
stem van Nederland eerder
binnen dit kleine gezelschap
van ministers kan spreken
dan in het veel grotere ver
band van de NAVO. Eens te
meer zou het nu van belang
zijn om tevoren in Benelux-
'verband het standpunt van de
drie landen te coördineren,
want de stem van de drie klei
ne partners in de groep van
Zes wanneer er sprake moet
zijn van éénstemmigheid ten
minste kan zeker niet als
een quantité négligeable wor
den behandeld.
Wat de techniek van de uit
voering van de plannen van
Rambouillet betreft, valt te
overwegen dat Nederland niet
beschikt over de nodige outil
lage. De minister-president
treedt in ons land heel weinig
naar buiten op; die taak is
voorbehouden aan de minister
van Buitenlandse Zaken. Doch
wanneer er geregeld een sa
menspraak komt van de mi
nister-presidenten van de Zes,
dan zal Nederland er belang
bij hebben om daar ook door
zijn minister-president ver
tegenwoordigd te zijn. Op het
Plein zal men de gedachte
misschien niet zeer aantrekke
lijk vinden, doch men moge er
aan de andere kant bedenken
dat het in onderhandelingen
ook vaak een voordeel is om
op meer dan één niveau te
kunnen opereren. Dus in dit
geval zowel op het niveau van
de minister-presidenten als
van dat van de ministers van
Buitenlandse Zaken, en ver
volgens ook dat van de andere
internationaal georiënteerde
departementen. Het is een in
terne Nederlandse zaak hoe
men de minister-president bij
die taak helpt en gelukkig laat
de samenwerking tussen het
Plein en Plein 1813 niet te
wensen. Er is niets tegen om
aan de minister-president,voor
het bijzondere doel om hem
bij te staan op deze beraamde
conferenties, een ervaren di
plomatiek ambtenaar, uit de
school dus van het Plein, toe
te voegen.
Door positief te reageren
hetgeen niet hetzelfde is als
een critiekloos aanvaarden
zou Nederland ook weer han
delen in dezelfde geest als ge
schiedde toen het, onder het
ministerschap van mr. Beyen,
behoorde tot de eerste landen
die streden voor een grotere
Europese samenwerking. Die
samenwerking is tenslotte öök,
en zeker niet in de laatste
plaats, een groot Nederlands
belang, en zij wordt natuurlijk
niet gediend door een ietwat
gemelijk bij voorbaat afwijzen
van voorstellen welke niet vol
komen onze sympathie hebben.
Het is tenslotte oneindig veel
beter wanneer de ongetwijfeld
sterke nationale krachten die
schuilen in Frankrijk en in
Duitsland worden geleid in een
richting van internationale
samenwerking binnen de Zes,
dan wanneer deze zouden uit
monden in een gevaarlijk en
eenzijdig nationalisme, gelijk
in het verleden meermalen het
geval is geweest.
verwierf hij uit het onder beheer van de
mij. Arti et Amicitiae staande gelijknami
ge fonds de Paul Tetar van Elvenprijs, die
eens in de vier jaar wordt uitgereikt en
een jaargeld gedurende vier jaar behelst,
dat de heer Schwagermann gebruikt heeft
in Parijs en Rome.
Als hoofd van de Pedagogische Afdeling
van de gemeentemusea in Den Haag or
ganiseerde de heer Schwagermann school
lessen, welke in het afgelopen jaar door
vijftigduizend schoolkinderen werden be
zocht. Ook heeft hij in die functie pedago
gische exposities ingericht onder andere
„Wat is een prent?" en „Wat is een schil
derij?" en verzorgde hij het pedagogi
sche deel van de Cézanne-expositie. Hij
had een groot aandeel in de expositie
„Huis en Huisraad in de Griekse en Ro
meinse Oudheid", aan welke, in onze bla
den éen zeer lovende bespreking werd ge
wijd.
Daniël Schwagermann werd 23 juli 1920
in Schiedam geboren, waar zijn vader
kunsthandelaar was en conservator van
het Stedelijk Museum. Na de m.u.l.o. te
hebben doorlopen behaalde hij zijn akte
M.O.-Tekenen. Vervolgens studeerde hij
aan de kunstacademies te Rotterdam en
Den Haag, onder andere kunstgeschiede
nis onder prof. Van Gelder.
Advertentie
Zij vermengt zich vanzelf met de benzine
in de tank. Esso 2-T Motor Oil bevat een
speciale dope die bij tweetakt motoren
veelvuldig voorkomende lagercorrosie
doeltreffend bestrijdt. Esso 2-T Motor Oil
is de ideale motorolie voor alle typen
tweetakt motoren, ook voor bromfietsen.
Verkrijgbaar in bussen van en 1 liter.
Het klaargemaakte produkt van
ESSO benzine en 2-T Motor Oil
ESSO NEDERLAND N.V., ESSO GEBOUW DEN HAAG
DEN HAAG Een woordvoerder van
het ministerie van Buitenlandse Zaken
heeft meegedeeld, dat de Nederlandse re
gering de nieuwe Afrikaanse republieken
Dahomey, Niger, Oppervolta en Ivoorkust
heeft erkend.