discaucs In Suriname verliest de reiziger langzaam zijn verlangen naar sociale zekerheidjes „ZOMERFESTIVAL" NEW YORK Erbij ZATERDAG 13 AUGUSTUS 196 0 PAGINA TWEE IK HEB DE SURINAAMSE film van Van der Horst niet gezien, want toen d-e première in Paramaribo draaide, was ik juist bezig mijn eigen Faja Lobbi de vuurrode bloem, de hibiscus, letterlijk ver taald door vurige liefde op te zoeken. Ik moet beginnen met vast te stellen dat ik maar een heel klein stukje van het land gezien heb. Hoe zou dat ook anders kunnen in veertien dagen, waarin ik ook nog aan mijn verplichtingen moest voldoen. Zo ben ik niet naar Coronie en Nickerie kunnen gaan, de ingepolderde landbouw streken, want. de weg daarheen is lang. Als je met de binnenvaart- dienst mee zou gaanvertrek je 's morgens om acht uur uit Parama ribo en bent 's avonds om half zeven in Coronie en pas de volgende dag om zeven uur in de avond in Nickerie. Als een mens dan ook nog iets wil zien, dan moet hij op zijn minst vier dagen uittrekken voor zulk een tocht. Zeker, men kan ook door de lucht, maar dan zie je onderweg niet veel. Helaas heb ik mij ook niet diep de oer wouden in kunnen begeven. Daar is men bezig de via luchtfoto's in kaart, gebrachte gebieden met kostbare houtsoorten te ontginnen. Er worden wegen gekapt en men maakt kanalen om de waardevolle stammen te brengen naar de rivieren. Daarop drijven de grote vlotten naar de stad. Doch laat ik tevreden zijn met wat ik wel gezien heb, want dat was toch lang geen kleinigheid. Ik ben geweest- waar Suriname's grote rijkdom, de bauxiet, gewonnen wordt, in Paranam. en in Moengo. Ik ben gevaren naar het hart van het land, waar men bezig is een dam en een machtig stuwmeer te maken voor de elektriciteitswinning. Ik heb plantages bezocht. Hieronder woiden besproken van Mozart: Symfonie no. 38 in D. K. 504 (Prager) en Sym fonie no. 39 in Es, K. 543. Philharmonia Orkest o.l.v. Otto Klemperer. Columbia 33CX 1436. Voorts, eveneens van Mozart: Concert voor klarinet, en orkest, K. 622; voor hoorn en or kest. K. 447r voor fagot en orkest, K. 191. Ri chard Schönhofer, Franz Koch, Leo Czermak, de Wiener Symphoniker o.l.v. Bernhard Paum- gartner. Philips L 00369 L. Tenslotte werken van Janatsjek op Pye CML 33007 en oude Italianen op Vogue SCK 03-30. Dit alles bereikt men het beste en het mooiste langs de rivieren. Rivieren van een vorstelijke breedte, die met een onaantastbare rust stromen en stromen langs hun, bijna nog geheel met moeilijk binnen te dringen wouden bedekte oevers. Eigenlijk zou ieder mens eenmaal in zijn leven een volkomen vrije, eeuwenlang voortstromende rivier moeten bevaren waar nog geen andere strijd om het bestaan heerst dan die van plant en dier. Dan zou het tot hem doordringen wat grootsheid is, wat schoonheid is en wat rust is. Misschien zou hij dan weer meer individu worden en een bescheidener maatstaf aanleggen aan zijn bestaantje met de sociale zekerheidjes die hem nu zo hoog zitten. Paramaribo westwaarts breed uit gekapt is de weg in het gebied van de bovengrondse bauxiet- mijn waar de vrachtauto's overheen moeten met het veel soortige materiaal. Welhaast even breed zijn de bermen die de weg van het woud scheiden. Zou men die bermen niet zo breed maken, dan zouden de bomen, de lianen en de honderden kleine gewassen in korte tijd die weg weer opbreken. Want niets ter wereld is moeilijker te beheersen dan de groeikra-cht. Rood is de weg want hij is van bauxiet. Het bauxiet, dat in onze keukens staat in de vorm van aluminium pannen, het bauxiet dat boven onze hoofden vliegt als het materiaal waar de vlieg tuigrompen van gemaakt zijn. Rood over- stoven is alles van Paranam tot Rama, waar de auto de rivier bereikt. De oever eeuwen waarin de bossen gegroeid zijn. is hoog en wat rotsig en tussen het zachte eeuwen waarin de groene gordijnen gesteente glinstert het, want hier zit ook van lianen gehangen hebben en die vuur- het silicaat dat wij in onze kachelruitjes rode. gele, paarse en witte bloemen ge netten, het mica. bloeid hebben. Dit zijn de seizoenen, de zon, de regens, de mensen en de dieren AAN HlT WATER staan éen afdakje van dié er geleefd hebben. Dit is de Suriname- bladeren en een bank. Een steiger, met rivier die binnenkort binnen ons tijdsbe- een instrument om de snelheid en de stand stek zal worden gebracht en welks onvoor- van het water te meten, is in de rivier stelbare kracht tot nut van de mens ge- uitgebouwd. Wij zitten op de bank manja's vormd zal worden, te eten en wachten op de korjaal met a3n- hangmotor die ons nog veel verder weste- MINDER VERLATEN, maar daarom niet lijk, naar Brokopondo zal brengen. Onder- minder betoverend zijn de rivieren die ter tussen komt de ene korjaal na de andere hoogte van de hoofdstad naar het zuiden de verre bocht opvaren. Zij verdwijnen stromen; de Commewijne en zijn lange, achter overhangende bomen en duiken zie'"1 eindeloos kronkelende zijrivier, de weer op waar zich kreken gevormd heb- Cottica. Zij hebben in de vorige eeuw vele ben. Het is vrijdag en de arbeiders in het welvarende plantages langs hun oever zien binnenland hebben hun lange weekeinde, opbloeien en vervallen. De plantages van De bootladingen worden busladingen en Suriname hebben minder speelse namen vrolijk en beladen met van alles en nog dan die op Curagao en dat is veelzeggend, wat rijden zij weg, naar de stad en naar Want de mens die zijn bezit Knip of Pan huis. Onze korjaal is de korjaal van de nekoek of Heintje Kool noemt, zoals op districtscommissaris. Een Nederlandse Curagao, moet van een geheel andere ge- Sanders of the River", gekleed in het steldheid zijn dan de lieden die hun bezit tropische uniform korte broek en hemd met namen zoals Meerzorg, Huwelijkszorg, en gedekt met de uniformpet stapt uit. Rust en Werk, Hecht en Sterk of Onver- Je behoeft maar vijf minuten in zijn gezel- wacht gedoopt hebben. Maar ondanks deze schap te zijn en dan is het al duidelijk: dit in de namen uitgedrukte goede voor- is „zijn" rivier. Hij weet waar gevaren nemens, hebben ook zij het niet kunnen kan worden en waar niet. Hij kent bomen, bolwerken vanwege het gebrek aan ar- planten en dieren op de oevers. Hij kent beidskrachten en de ziekten in de gewas- het werk en het achterland. Hij kan een sen. Enige honderden plantages moeten expeditie leiden en een huis bouwen. Hij weer door het oerwoud opgeslokt zijn. weet waar de Indianen zitten en waar de Vaag herkent men soms nog aanplantingen bosnegers en hij spreekt hun taal. Zijn van bananen of kokospalmen tussen de vrouw en zijn kinderen wonen in de stad alles in beslag nemende vegetatie, en hij is de meeste tijd alleen met zijn werk en zijn rivier. Dit is het leven waar EEN ENKELE plantage wordt de ex- hij in opgaat. ploitatie opnieuw ter hand genomen, op Slootwijk bijvoorbeeld, gelegen aan de HEEL LAAG LIGT de korjaal op het Commewijne-kreek en eigendom van de water. Je zit heel gemakkelijk in een lap Nederlandsche Handelmaatschappij. Daar linnen, die op de wijze van onze dek- ligt het houten huis weer in zijn oude stoelen op de bodem en aan de boorden staat in zijn bloeiende tuin en de citrus- en is vastgemaakt, onder een zonnescherm, cacao-aanplantingen worden aandachtig Zonder moeite kan men zijn hand door het verzorgd door de planter en zijn Javaanse water laten slieren. Men kan opzien naar personeel. Motoren en andere moderne de zonnige kruinen of staren in het wroe- machinerieën vormen de verbeteringen tende, geheimzinnig levende duister van van pellerijen en drogerijen. Het moet een luchtwortels en verterende stammen, goed en vruchtbaar leven zijn op een plan- Prachtig gekleurde vogels schieten heen tage dat veel voldoening moet geven als en weer voor de boot en een verwonderd men tenminste niet opziet tegen werk, niet apengezicht kijkt vlakbij door het ge- uit is op rijkdom en ook niet iedere week bladerte. Urenlang vaart men zo, heen en naar de bioscoop wil. Er zijn ook nog weer terug. Dit is niet één dag. Dit zijn kleine plantages in particuliere handen, eeuwen. De eeuwen waarin de rivier ge- Dergelijke bezittingen worden meer be- stroomd heeft van diep, diep in het bin- schouwd als een buitenverblijf dan als een nenland naar de Atlantische Oceaan. De bron van inkomsten. In hoeverre zij zich zelf bedruipen, heb ik niet kunnen na gaan. Een dergelijke plantage is natuurlijk minder spectaculair dan bijvoorbeeld Sloot wijk, maar er gaat een grote charme uit van het simpele leven te midden van bloe men en vruchtbomen, van vissen en kippen houden, van buidelratten schieten en wes pen verdelgen, van een plank vernieuwen hier en sinaasappels plukken daar, van Dit is het tweede artikel van het viertal dat de schrijfster Clara Eggink heeft geschreven over haar reis door Suriname en over de Nederlandse Antillen. Bauxietw inningjuist, die combinatie van natuurkracht en mankracht maakt dit land zo indrukwekkend. vechten tegen de rivier die de oever mee sleurt" en "soms overstroomt, van varen en van zwemmen. TIEN UREN VAART men met de rivier boot van Paramaribo naar Moengo in een fiks tempo en welhaast zonder aanleggen. En tien uur lang kan men niet ophouden te kijken naar het steeds variërende oever landschap met bossen en velden, met soms een huis aan de oever of een dak verder naar binnen, met zendingshuizen en hun school en met negerdorpen waarvoor de naakte jongetjes in hun uiterst smalle korjaaltjes de boot tegemoet varen. Die negerdorpen en dat geldt ook voor de Surinamerivier verschillen niet veel van die welke ik in Afrika gezien heb, behalve dan dat de Afrikaanse over het algemeen veel welvarender zijn en een minder onderkomen indruk maken. Steeds smaller wordt de eerst zo brede rivier. Steeds dichter komen de oevers bij elkaar. Ten laatste vaart de boot soms bijna onder een dak van takken en bladeren tot opeens alle oerwoudachtigheid verdwijnt en plaats maakt voor een bijna parkachtige netheid. Zelfs de bosbewoners hebben hun hutten in moderne kleurcombinaties opgeschil derd. De bauxietstad Moengo is bereikt. DE LAADPLAATS is rommelig en rood- overstoven hoe zou het anders kunnen. Maar Moengo zelf is innig netjes. Geen spoor meer van te hooi en te gras neer gezette hujsjes. Geen rommelige erfjes, geen slordige paden, geen rondhangende kinders. Stipt staan de bungalows en vil la's gerangschikt. Hier de staf, daar het lagere personeel en daarginds de week- en dagloners. Maar alles keurig verzorgd en ingesteld op gerief met voor iedere groep eigen clublokalen, kerken, sportvelden, scholen, restaurants. Op een heuveltje troont Casa Blanca, het ouderwets aan doende huis dat de directeur bewoont als hij in Moengo is. Opvallend Nederlands doen weer de kunstmatig aangelegde wei- EN PLAAT UIT de bekende „vijf sterren-serie" die de naar interpretatie en opname-techniek beste opnamen ver enigt van de merken Columbia, Capi tol en His Master's Voice, gekozen door een jury van deskundigen. Dat deze plaat een onderscheiding verdient is buiten twijfel. Otto Klemperer is één van de grootste dirigenten van deze tijd en zijn vertolkingen van de stan daardwerken van het klassieke reper toire zijn voorbeeldig te noemen. Het Philharmonia-orkest is een ensemble van eerste-rangs musici, dat sinds tien tallen jaren uitsluitend werkt voor grammofoon-opnamen. De uitvoeringen van deze twee bekende Mozart-symfo- nieën hebben stijl. De tempi zijn steeds zó dat men onmiddellijk voelt dat de inwendige stroom van de muziek zich volledig kan ontplooien, het klankeven- wicht is uiterst nauwkeurig bepaald, ieder detail is verzorgd naar zijn ex pressieve functie voor het. geheel. Ook de technische weergave voldoet aan ho ge eisen. DRIE SOLO-CONCERTEN voor blaasinstrumenten van Mozart op één plaat verenigd. Naar muzikale waarde moet men het Klarinetconcert, geschre ven voor het instrument waarmee Mo zart een bijzondere affiniteit bezat, het hoogste stellen. De solist, Richard- Schönhofer, kent alle ressources ervan en weet ze met smaak en virtuositeit toe te passen. Vooral in het Adagio laat hij de klarinet „zingen" met een tim bre, gemengd uit fluweligheid en door dringendheid. In het bekendste van de vier concer ten die Mozart voor hoorn schreef, no 3 in Es, is Franz Koch solist. Zijn voor dracht is wat academisch en hij mist in de snelle delen de bewegelijkheid die juist op zo'n bekoorlijke manier kan contrasteren met het oubollig karakter van het instrument. De derde man, de fagottist Leo Czer mak, weet zijn toon fraai te module ren en laat heel goed horen dat zijn instrument méér kan dan alleen de rol van kamerolifant spelen, iets waartoe Mozart hem trouwens alle gelegenheid geeft, vooral in het langzame deel. Het orkest van de Wiener Symphoniker wordt gedirigeerd door de Mozart-spe- cialist Bernhard Paumgartner. De be geleidingen zijn gaaf maar geven geen aanleiding tot bijzonder commentaar. VOORTS NOG ONTVANGEN Pye CML 33007, met werken van Janatsjek. Het zijn de Sinfonietta voor orkest en vier voorspelen voor opera's, namelijk ,-,De zaak Makropoulos", „Katja Kaba- nova", „Het Dodenhuis" en „Jenufa"; in het laatste geval betreft het een ouverture die door de componist aan vankelijk voor de gelijknamige opera bedoeld was, maar later door een an der voorspel vervangen werd. Het Pro Arte Orkest staat onder leiding van Charles Mackerras. De uitvoeringen zij niet van het hoogste kaliber. In de Sin fonietta mist het koper glans en die robuuste feestelijkheid die het hebben moet. Ook hoort men bij de strijkers onzuiverheden en een gebrek aan plas tiek in de snelle secunden-motieven in hoge liggingen waar de componist zo van houdt. Janatsjek vindt op het ogen blik nog al veel bewonderaars; maar- zelfs die zullen waarschijnlijk de vijf op deze plaat verenigde werken wel niet achter elkaar draaien. IN DE GOEDKOPE PRIJSKLASSE brengt Vogue een Franse platenmaat schappij, de „Super Collection Kangou- rou' op de markt. Het toegezonden exemplaar SCK 03-30 van wat als „plaat van de maand" wordt geadverteerd is een kwalijk staaltje van de traditionele Franse slag. Achter een monstrueuze hoes die het Rialto te Venetië moet voorstellen, vindt men een bar slechte opname van zes opnamen van oude Italianen, Vivaldi, Corelli en Torelli. Slordige uitvoeringen vergelijk de so lo-instrumenten in het dubbel-trompet- concert van Vivaldi en een opname vol zwevingen maken dat men de aan koop van deze plaat, die aan het be kende Japanse kinderspeelgoed van vóór de oorlog doet denken, moet ont raden. Sas Bunge landen aan, bestemd voor de grote vee stapel, secuur uitgekruist op klimaats weerstand. Een eigen zuivelbedrijf, een eigen slacht. Eigen doktoren, een eigen ziekenhuis: ziedaar de efficiënte neder zetting van de Suralco Surinam Alu minium Company, een dochteronder neming van de Aluminium Company of America midden in de wildernis, met een dagelijkse vliegdienst en aan een rivier zo diep, dat zeeschepen er kunnen meren, uren ver varen het land in. SURINAME IS OPNIEUW begon nen.. Dit land van uitgestrekte wouden en machtige rivieren, wordt nu een land van grote gebaren. Men vreest er niet om, bij wijze van spreken, een stap te doen van totempaal naar vliegtuig. Men heeft ontdekt wat er zit in die zo lang ontkende wildernis. Men ontgint en men werkt. Nog is Suriname een land van tegenstrijdigheden in ra's en politiek, maar de eensgezindheid waar het het land betreft begint merkbaar te worden. Men bouwt en men ontgint en dat is goed, natuurlijk. Maar het moet toch niet onrechtvaardig zijn als men de hoop uitspreekt dat men er naast alle streven naar welvaart nog iets overlaat van de unieke natuurlijke schoonheid. Want juist die combinatie van natuur kracht en mankracht, maakt dit land zo indrukwekkend. Clara Eggink AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA/I (Van onze correspondent) NEW YORK. Sedert enige tijd maakt de Nei^ Yorkse V.V.V. reclame met de leus „New York is een zomer-festival". Miljoenen Amerikanen gaan in de maan den juli en augustus per auto met hun hele gezin op stap en kennelijk hadden de New Yorkers de indruk, dat vele van die toe risten hun stad vermeden omdat het daar in het hart van de zomer wel erg heet zou zijn. Vandaar dat men in reclame brochures onderstreept heeft, dat New York veel vermaak biedt in de open lucht, in parken, dierentuinen, op het water en aan het strand. Vandaar ook, dat men er de nadruk op heeft gelegd, dat er voor kinderen zoveel te beleven valt in deze stad. Dat is waar. Maar wanneer ge plan hebt om in de herfst naar New York te komen, vervroeg uw vertrek dan toch maar niet. DE MATERIëLE WELVAART van de Verenigde Staten is in de laatste tien jaar geweldig toegenomen. De stad New York demonstreert dat wel heel duidelijk. Euro peanen staan verbaasd te kijken, wanneer zij zien hoe hier heel solide gebouwen tegen de grond worden gehaald om plaats te maken voor moderne wolkenkrabbers. Die oude gebouwen zijn dikwijls zo solide, dat de slopers er lang over doen, voordat zij die nog stevige muren omver hebben gehaald. Hun methode zal wel efficiënt zijn, maar doet toch vrij primitief aan: een geweldige hijskraan wordt in de buurt van het gebouw gebracht en aan de kabel van de kraan wordt een enorme kogel ge hangen. Dan gaat de machinist van de kraan behendig met zijn gevaarte draaien en het resultaat is, dat die kogel met flinke vaart tegen de muren van het ge bouw botst! Telkens stort er een flink stuk muur in, voortdurend ronken de auto's die het puin wegvoeren en naast het gebouw dat gesloopt wordt verrijst alweer een nieuwe reus: cementmolens draaien en snorren, de tijdelijke liften langs het gebouw gieren omhoog/ drilboren ratelen en„New York is een zomer-festival" zeggen de aanplakbiljetten op de schuttin gen. NIET OVERAL is het zo'n lawaai. Maar wie rust zoekt moet op het ogenblik geen hotel nemen aan de oostkant van Fifth Avenue, tussen de 42e en 72e straat. Want vooral in dat deel van Manhattan is de bouwerij in volle gang. Dat deel van de stad wordt op een indrukwekkende manier vernieuwd. De eex-ste, tweede en derde avenue, vroeger vale en armetierige stra ten, worden thans imposante hoofdwegen, geflankeerd door hypermoderne flatgebou- wen. Vele daarvan hebben balkons. Park Avenue is wel bijzonder modern aan het worden met zijn kolosale kantoorgebouwen van glas en staal en ook de beroemde 42e straat blijft niet achter: het Socony-Mobil gebouw, geheel bekleed met roestvrij staal, heeft de aanblik van die straat flink gemoderniseerd en voor dit jaar om is, zal er in die buurt nog heel wat meer ge sloopt en gebouwd zijn. Een kloostertuin in New York. WIE EEN POOSJE GAAT uitrusten op een muurtje in de kloostertuin van het mu seum The Cloisters, kan zich bijna niet voorstellen, dat die wereldstad vol geda ver zo dichtbij is. Dit museum van middel eeuwse kunst is gebouwd in een prachtig park, aan de oever van de Hudson, even boven de grote Washington-brug. Men kan er met een ondergrondse trein gemakke lijk komen. Wat een rust! De middeleeuw se tapijten en beelden zijn opgesteld in een decor waarin zij thuishoren. Men heeft ge deelten van kloostergangen en kerkporta len zorgvuldig overgebracht uit Italië, Spanje en Frankrijk. In de kloostertuin heeft men alleen planten laten groeien, die men in de middeleeuwen ook kende en die men kan waarnemen op de schilderijen en tapijten uit die tijd. Onecht, zult ge zeg gen? Een demonstratie van slechte smaak? Wacht tot ge het gezien hebt! Dit is een van de beste plaatsen in New York en Europa, met zijn overvloed van oude kerken en kloosters, is waarschijnlijk niet „leeggestolen", omdat men fragmenten van wat meestal toch al bouwvallig was, overgebracht heeft naar de oevers van de Hudson. WIE MET KINDEREN in New York is, kan misschien niet beter doen dan een boottocht maken rond het eiland Manhat tan, rond het hart van New York. Zo'n tocht duurt drie uur en de afstand die men vaart is 56 kilometer! New York heeft een groot hart. Op die snelvarende boten waaien de kinderen eens goed uit. Toeristen in New York hebben dikwijls de neiging om te veel te voet af te willen doen en het is heel vermoeiend om de stad op die manier te bekijken. Zo'n boot tocht is een uitkomst. Het succes van Disney-land bij Los An geles heeft ertoe geleid, dat men bij New York thans ook iets dergelijks heeft aan gelegd. Hier heeft men het Freedom-Land genoemd: 's werelds grootste vermaakcen- trum in de openlucht. Men kan er komen met ondergrondse trein en bus, maar te vens is er een parkeerterrein voor 12.000 auto's. DE KINDEREN hebben in Freedom- Land een kolossaal en amusant geschie denisboek gekregen: zij kunnen rondlopen in oud New York, zij kunnen varen op de Mississippi in een raderboot, zij kunnen zelfs de grote brand van Chicago zien! Ook in dat vermaakspark behoeft men niet al te moe te worden: veel van de avon turen kan men daar beleven terwijl men in ook al weer ouderwetse treintjes of auto's rondrijdt. Wil men alles zien, dan heeft men wel drie of vier dagen nodig Ge ziet: New York is een zomer-festival. En toch, als ge uw reis wat uit kunt stel len, kom dan in september of oktober

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 14