F
Een vakantie-boekenschat voor de jeugd
S3
A
DAKAR, FRANSE HOOFDSTAD IN AFRIKAANSE STAAT >Jj_
ZATERDAG
Erbij
PAGINA VI Eli
KORT VERHAAL
DOOR H. TONINO
1960
WIE NIET VAN PINDAKAAS HOUDT
ZOU IK BESLIST NIET AANRADEN OM
ZICH NAAR DAKAR TE SPOEDEN, DE
HOOFDSTAD VAN DE NIEUWE STAAT
MALI IN WEST AFRIKA. WIE NAME
LIJK PER SCHIP DE KUST BENADERT
RUIKT OP ZEE REEDS, ALS DE KUST
NOG MAAR EEN FLAUWE LIJN IS,
EEN VAGE MAAR BEKENDE GEUR, DIE
HERINNERINGEN OPROEPT AAN IET
WAT OUDBAKKEN BOTERHAMMEN IN
EEN PAPIERTJE. MEN SNUIFT NOG
EENS, MAAR NEE, VERGISSING IS
NIET MOGELIJK, HET IS PURE PINDA
KAAS! EN DIE VAGE KUST, DIE
STEEDS DUIDELIJKER WORDT, BERGT
ACHTER ZICH HET MOEDERLAND
VAN DE LEVERANCIER VAN DE PIN
DAKAAS: HET APENOOTJE. EN GAAT
HET SCHIP VOOR ANKER DAN OVER
VALT DE APENOOT U OP WAARLIJK
OVERSTELPENDE WIJZE. IN GARGAN-
TUAANSE HOPEN LIGGEN DE BEIGE
VRUCHTJES DAAR OPGETAST, GE
PELD EN ONGEPELD, OP DE PRACH
TIGE MODERNE KADEN VAN DAKAR.
ZE ZIJN IN DE SPECIALE APENOTEN-
WAGENS VAN DE TREIN, MAAR ZE
MAAR ZELFS HIJ, die de pindakaas
niet bemint en die liever boter dan marga
rine op het brood eet, vergeet het luchtje
snel genoeg, al was het alleen maar van
verbazing over wat men hier in Dakar
voorgeschoteld krijgt. Want dit is niet zo
maar een Westafrikaanse stad als alle
Westafrikaanse steden. O nee, Dakar is
een wereldstad in miniatuur, een piepklein
New York met een echte „skyline" van
wolkenkrabbers, heel mooie wolkenkrab
bers met vijftien en meer verdiepingen,
waarin zij die boffen een flatje kunnen
huren a raison van 600per maand!
Wolkenkrabbers zijn er in Dakar opge
schoten als de legendarische paddestoe
len. Men heeft er met zwier en verve ge
bouwd, en vooral ook met durf. Waar
vinden we in heel Nederland een bouw
werk als het zeldzaam harmonieuze Grand
Conseil in zijn prachtig park compleet met
blauwe watervallen? Waar vinden we bij
ons ook maar één regeringsgebouw als het
adembenemende Gouvernement-Général,
die torenhoge bijenkorf vol vlijtige ambte
naren? Scholen, ziekenhuizen, banken en
handelsgebouwen sluiten zich hierbij aan
met iets minder grote, maar minstens
even opzienbare gebouwen. Onder een bij
na altijd blauwe hemel is Dakar aan het
uitbreiden als een olievlek en de bevol
king van Mali behept met hetzelfde
kwaad als de rest, van de wereld trekt
naar de grote stad en groeit maar, groeit
maar.
OVERIGENS KAN DE toerist, die tij
dens een „cruise" in Dakar belandt, zich
zeer wel vermaken in deze ravissante
stad. De dames van Dakar, zwart en
blank, gaan volgens de allerlaatste mode
gekleed, de eersten in het allerlaatste op
het gebied van p agn e, b ou b o u en
hoofddoek, de laatsten in wat Parijs te
bieden heeft. Er zijn verrukkelijke haute
couture-zaakjes in Dakar, en winkels
waarin Italiaanse schoentjes de helft kos
ten van de Nederlandse prijs. Maar er zijn
ook ontelbaar vele boekhandels, uitne
mend gesorteerd, er draaien de aller
nieuwste en ook oei-oude films, er zijn
weelderige hotels bijna leeg en gewo
ne en goedkope hotels tjokvol. Er zijn
uitstekende eethuisjes, terrassen en cafee
tjes in iedere prijsklasse. En er is een
ontstellend druk verkeer van alle denkba
re voertuigen en een ongemeen vermake
lijk mengelmoes van voetgangers. Er stort
zich namelijk drie tot vier maal in de
week een ware stortvloed van toeristen
over Dakar uit, en men hoort dan ook
iedere taal spreken.
EEN ZEKER TEKEN van het naderen
van een toeristenboot is het uitzwermen
van de souvenirverkopers. Waar ze zo
gauw vandaan komen is een raadsel,
maar ineens zitten ze er met hun afschu
welijke tafels en bankjes, waarvoor meni
ge edele mahonieboom sneuvelde, met de
meer dan monsterlijke ivoren „kunstvoor
werpen", waarvoor de laatste olifanten
uitgeroeid worden, en die vaak achteraf
nog van plastic blijken. Dan zijn er al die
dingen die je van slangenhuid kunt maken,
portefeuilles en -monnaies, ceintuurs,
schoenen, sandalen, wat niet al. Als je al
dat slangeleer ziet liggen krijg je het ge
voel, dat al dat kruipend gedierte in Mali
wel uitgeroeid zal zijn, maar het tegen
deel is waar; reptielen leggen eieren tegen
de verdrukking in.
Er zijn grote warenhuizen in Dakar en
apotheken van zeer moderne allure vol
allerliefste assistentjes. Er zijn scholen in
ieder soort, een universiteit, ziekenhuizen,
kraaminrichtingen, poliklinieken, kleuter
scholen, postkantoren, markten en schoon
heidsinstituten. En daarnaast nog ontel
baar vele stoffenwinkels om alle modieuze
dames van Dakar aan te kleden. Maar
cultureel vermaak is er niet al te veel.
De schilderijtentoonstellingen jagen je de
koude rillingen langs de rug, maar ze zijn
een genot voor de hier wonende kunst
schilders, die excelleren in weelderige ro-
zenboeketten en dahlia's, zoals geen kwe
ker zou durven kweken. Musici verzeilen
ook zelden in Dakar, tenzij ze zich bewe
gen op het vlak van het lichte genre. En
balletten heeft men niet nodig, want die
maakt men zelf, compleet met inheemse
ballerina's en petits-rats.
HET WONDERLIJKE is dat Dakar deze
onbetwistbare grotestadsallure pas sinds
korte tijd bezit. Vóór die tijd was het een
wel schilderachtige, maar voor de bewo
ners ook troosteloze stad. De huizen waren
ouderwets en zonder modern comfort,
maar ze bezaten één ding, wat de moder
ne huizen bijna allemaal missen: ruimte.
De ruimte van grote, koele kamers en
heerlijk romantische, beschaduwde tui
nen vol bloemen. Helaas eist de moderne
tijd, dat al die prachtige bloeiende bomen,
de roze, de rode. de gele, er uit moeten
om plaats te maken voor week asfalt. En
de wit of roze gestucte huizen gingen te
gen de vlakte om plaats te maken voor
blinkende wolkenkrabbers. Die wolken
krabbers bezitten allemaal liften, evenals
ieder kleiner zichzelf respecterend flat-
LIGGEN OOK OP STRAAT; ZE LIGGEN
IN IEDERE DENKBARE VORM OP DE
TWEE VROLIJKE, KLEURIGE MARK
TEN VAN DAKAR. IN HUN HOUTIGE
HULSJES, IN HUN BRUINE VLIEZEN-
JASJES, IN HUN BLANKE BLOOTJE.
ZE LIGGEN ER GEPERST EN GEMA
LEN, ALS OLIE, ALS SOEP, ALS SAUS,
ALS VULLING VOOR GEBRADEN KIP.
DE APENOOT IS GROTENDEELS DE
OORZAAK EN DE AANLEIDING VOOR
DE UITERLIJKE RIJKDOM VAN DA
KAR EN OMGEVING. MAAR DAKAR
BIEDT MEER DAN APENOTEN.
gebouw. De geduldige Hollander moge
wei-gedresseerd trappen klimmen naar
twee- of driehoog, Afrikanen en Fransen
nemen dat niet en gelijk hebben ze!
Nee, voor wie geld heeft is het in Dakar
wel uit te houden. Heeft men het niet dan
wordt dat een andere kwestie. Dan woont
men in de troosteloze buitenwijken, waar
huizen staan opgebouwd uit platgeslagen
blikken, uit vieze lappen, karton en oude
kisten. Dan woont men met een onvoor
stelbaar groot aantal personen in een krot,
waar wij nog geen konijnen in zouden
huisvesten. Dan is de straat een modder
poel bij regen, een verstikkende stofmassa
in de droge tijd. Dan zoekt men zijn lijfs
behoud in gappen en inbreken, in liegen en
bedriegen. En dan is het nog onbegrijpe
lijk, hoe keurig gekleed de mensen vaak
uit die krotten te voorschijn komen, want
ook in Dakar is de fagade belangrijker
dan een lege maag.
BEHALVE DE MODERNE gebouwen
heeft de nieuwe tijd nog iets aan Mali
geschonken en dat is de bestrijding van
alle mogelijke en onmogelijke ziekten. De
malaria en de gele koorts, de twee gesels
die vroeger Afrika's westkust de naam ga
ven van het Graf van de Blanke, die zijn
er niet meer. Men kan nu in Dakar veilig
wonen in goede huizen en flats met goed
sanitair. Het drinkwater is redelijk be
trouwbaar, dat wil zeggen als de kranen
water geven. Aan het einde van de droge
tijd wil die kostelijke vloeistof nog wel
eens verstek laten gaan, maar daar heeft
waarlijk niemand schuld aan.
Al met al heeft Mali van de Fransen
een kostelijke erfenis ontvangen. Jammer
dat die erfenis wel veel geld zal kosten
om in stand gehouden te worden.
Bob Tadema S-porry
HET WAS EEN MOOIE receptie ge
weest, met de gebruikelijke dranken en
daarbij ook nog iets roods. Wat dat pre
cies was had niemand me kunnen ver
tellen. Ik kon het ook niet aan de gast
heer vragen, want die was me volkomen
vreemd. Ook John, de verloofde in het
huis van zijn toekomstige schoonouders,
kon geen uitsluitsel geven. Daarom dronk
ik het glas maar anoniem, en dat vele
malen want het smaakte voortreffelijk.
En daar er ook het één en ander te
eten was viel de koppigheid van de drank
niet op voordat ik laat in de avond op
mijn kamer in de sleetse fauteuil zakte.
UITGEVERIJ KLUITMAN ALKMAAR.
SNEEUWBAL-SERIE.
Ans van Breda ONTMOETING IN
VENETIë. Illustraties van Hans Borre-
bach. Voor oudere meisjes.
Een spannend verhaal over een jong
meisje dat op reis naar haar vader, die in
Zuid-Afrika woont, een geheim document
van een vriend uit Parijs meeneemt en
daardoor in een reeks van avontuurlijke
belevenissen verstrikt raakt.
J. Rommets MET DE „MONTFER-
TOWN" OP KONVOOI. Illustraties
van G. van Straaten. Voor oudere
jongens.
Een „zeemansboek", door een oud-zeeman
geschreven, dat vertelt over de spannende
overtocht naar Engeland in de meidagen
van 1940.
Netty Koen-Conrad EEN WINTER-
ROMANCE. Illustratie door S. Bijlsma.
Voor oudere meisjes.
Een verhaal over een wintersportvakantie
van twee kostschoolvriendinnen in Zwit
serland met veel sneeuw, skiën en roman
ces.
UITGEVERIJ KLUITMAN ALKMAAR.
ZONNEBLOEM-SERIE.
Corrie Muntinga ELS EN MIA UIT
DE VIJFDE KLAS. Illustraties door
Hans Borrebach. Voor meisjes van
8 tot 12 jaar.
Els de Jager is verhuisd en heeft het wat
moeilijk om zich in haar nieuwe omgeving,
vooral op school tussen de kinderen in
haar klas, aan te passen, hetgeen nogal
eens wat strubbelingen geeft. Maar één
meisje Mia helpt haar altijd weer en zij
worden dan ook dikke vriendinnen; waar
over dan van alles wordt verteld, over de
moeder van Mia, die invalide is en altijd
zo lief en geduldig is, over fietstochtjes en
nog een heleboel meer.
A. Kooyman IEDERE DAG WAT
ANDERS. Illustraties Hans Borrebach.
Leeftijd 8 tot 12 jaar.
Iedere dag wat anders valt er te beleven
voor Frank en Marianne, broertje en zusje,
die in hun vakantie bij Oom Bas, hun fa
voriete oom mogen logeren ergens in een
dorp. Met een oud fototoestel, dat zij op
de oude zolder vinden, mogen zij allerlei
opwindende experimenten uithalen en ver
der genieten zij van de vele en spannende
verhalen die oom Bas zo heerlijk kan doen
van zijn vele reizen. Tot slot vinden zij,
als zij van die heerlijke vakantie terug
komen, een baby-zusje thuis in de wieg.
T. Jager-Meur sing EEN HOLLANDS
MEISJE IN AUSTRALIë. Illustraties
van S. Bijlsma. Voor oudere meisjes.
Carla, het hoofdpersoontje uit dit boek,
krijgt de kans voor een jaar naar Australië
te gaan als hulp in de huishouding. Zij
pakt dit met beide handen aan, en ziet en
beleeft veel, eerst aan boord en later in
het nieuwe en vreemde land; kortom zij
heeft een heerlijk jaar, maar is toch weer
erg gelukkig als zij eenmaal weer terug
in Holland is en nóg gelukkiger wordt zij
wanneer zij „Maarten" terug ziet en hij
haar op „Vreugdenhoven" brengt.
W. N. van der Sluis DRAADJE'S
RUIMTEVAART-AVONTUUR. Illu
straties van G. van Straaten. Jongens
van 8 tot 12 jaar.
„Draadje" is geen onbekende in de jon
gensboeken. „Draadje" heeft al vele avon
turen beleefd; ditmaal spelen die avon
turen zich af „onder", „op" en „tussen" de
vliegende schotels en vliegtuigen, onder de
meest spannende omstandigheden. Zijn
oude vriend Prof. Lepidus is ook weer van
de partij.
J. G. Thieme LEX COSTER EN DE
ZWARTE SCHADUW. Illustraties G.
van Straaten. Voor oudere jongens.
Lex Coster, de hoofdpersoon van dit boek,
geraakt in allerlei verwikkelingen en
moeilijkheden in Thailand. In dit oosterse
land zijn de verdwijningen nog meer aan
de orde van de dag en zo verdwijnt dan ook
op een dag zijn vriendje Ari! Een detec
tive wordt ingeschakeld, waardoor het ge
heel nog spannender wordt.
UITGEVERIJ KLUITMAN ALKMAAR.
C. Broersen DE RODE KATTEN
VAN BIBBERBURG. Illustraties S.
Bijlsma. Leeftijd 6 tot 9 jaar.
In het lieve dorpje Bibberburg leefden
allemaal gelukkige en tevreden mensen, en
al die mensen hadden mooie rooie katten,
zó mooi als men ze nergens anders kon
vinden. Maar op een dag, zo vertelt het
verhaal, verdwijnen er van die mooie
poesjes en elke volgende dag verdwijnen
er meer!! Een „boze" man nam ze mee,
maarwie was die boze man?? Ieder
een zoekt of helpt om hem op heterdaad
te betrappen, wat eerst veel verwarring en
verdriet geeft.... maar eindelijk komen
alle poesjes weer terecht.
UITGEVERIJ PLOEGSMA
AMSTERDAM.
K. van der Geest DE REIS ROND
KAAP HOORN. Illustraties Friso Hen
stra. Herziende vierde druk.
Max Voegeli DE WONDERLAMP.
Vertaald door Til Brugman. Illustra
ties van Felix Hoffmann.
Dit boek ontving in Zwitserland de „Schil-
lerprijs" en de eervolle vermelding „het
beste jeugdboek van het jaar". Het schil
dert het bonte leven in een oosterse stad,
met paleizen, een marktplein, karavanen,
maar ook de armoede in smalle steegjes.
Tussen dit alles beweegt zich het boefje
Ali, dat hoort of droomt van het bestaan
van een wonderlamp, die, als je hem in je
bezit hebt, elke wens in vervulling doet
gaan.
Marjorie G. Fribourg CHING-
TING EN DE EENDEN. Vertaald door
Jannie Daane. Illustraties van Artur
Marokvia. Leeftijd 5 tot 8 jaar.
Een alleraardigste vertelling over een klein
Chinees jongetje Ching-Ting, die op For
mosa woont, en iets moet doen voor de
kost, zo klein als hij is, dat is nu eenmaal
de gewoonte. Al die kleine werkjes, als
varkens voeren, emmers water halen vindt
hij zó vervelend, hij wil „grootsere" dingen
doen, maar dan lachen ze hem uit. Nu wil
hij tonen dat hij het wél kan. Dit wordt
leuk beschreven, maar vooral ook de teke
ningen, die door hun veelheid verhalend
werken, maken het geheel tot een aan
trekkelijk boekje voor kinderen.
„EEN ERF VOL VRIENDJES", een
fotoboekje over de Kinderboerderij in
een dierentuin, waar altijd heel wat
te zien en te beleven valt.
Mies Bouhuys vertelt daarover in haar
leuke tekst en Josée van Meurs maakte de
alleraardigste foto's.
C. P. J. VAN DER PEET
AMSTERDAM.
Astrid Lindgren RASMUS EN DE
DEGENSLIKKER. Vertaald uit het
Zweeds door Rita Verschuur. Illustra
ties van Eric Palmquist.
Rasmus is de zoon van politieagent Patrik
Persson, een leuke ondeugende, maar eer
lijke jongen. Voor zijn moeder heeft hij
wel ontzag. Zijn ouder zusje Kikkie is
dol op hem, maar hij maakt toch altijd
graag een beetje ruzie met haar. Tim is
zijn trouw hondje, dat een belangrijke rol
in zijn leven speelt en waar hij dol op is.
Buiten de familie Persson is er Peter, zijn
dikke vriend. Op een dag is er kermis in
het dorp en Rasmus en Peter komen daar
in contact met de „degenslikker" Alfredo,
die hen eerst geweldig fascineert totdat de
jongens argwaan krijgen en ontdekken wat
een boef, inbreker en oplichter hij is. Zij
beleven de meest opwindende avonturen,
inbraken en achtervolgingen, waarbij uit-
De tegenstelling met zoeven was groot.
Het rook hier naar kool en petroleumwalm.
Op de rand van het bed tegenover mij
zat John's broer, die blijkbaar met mij
was meegelopen. Hij zat voorover gebo
gen en steunde met zijn handpalmen naast
zijn knieën op de gele sprei. Hij zag er
akelig bleek uit en ik vreesde het ergste.
„Wil je koffie?" vroeg ik. „Ja", zei hij,
,,'t stinkt".
Ik heb leren omgaan met een expres-
sotoestelletje en daarom is mijn koffie
altijd sterk en vooral op late avonden
zeer gewild. Ik zocht en vond dus de
kracht voor de voorbereidende werkzaam
heden, maar toen ik het gaspitje wilde
aansteken had ik geen lucifex-s. En ook
John's broer had er geen. Ook zijn aan
steker was weg. Gestolen zei hij, door die
bende waar wij zoeven vandaan kwamen.
Hij was blij dat hij weg was, zei hij,
want nu kreeg hij koffie.
HET IS VERWONDERLIJK, maar ik
heb het al meer ondervonden, dat de loop
van ons leven soms afhangt van schijn
baar heel onnozele dingen. In dit geval
van een lucifer. Want toen ook in de keu
ken van de hospita niets te vinden was,
wat ons kon helpen ook zij zelf was
onvindbaar begon de ellende. Wij wa
ren op weg naar mijn pension langs een
klein café gekomen, herinnerde John's
broer zich, het was nogal lawaaierig daar
binnen, maar zij zouden er in ieder ge
val wel lucifers hebben. Wij sloegen onze
regenjassen om de schoudex-s van ons
fx-aaie receptiekostuum en wandelden door
de frisse avondlucht de paar blokken langs,
die ons van het café scheidden. John's
broer knapte daar wat van op. Hij werd
zelfs nogal optimistisch, want hij zei ex-
van overtuigd te zijn, dat zij de men
sen van het café blij zouden zijn ons
in onze toestand een dienst te kunnen be
wijzen.
Nu, blij waren ze wel. Kennelijk maak
ten wij onmiddellijk al door onze kleding
een goede indruk op de potige heer, die
achter de deur en het daax-bij behox-ende
eindelijk Pa Persson moet worden inge
schakeld. Een spannend boek voor grotere
jongens.
Roseynary L. Davis CIRCUS IN DE
SNEEUW. Vertaald door A. J. Richel.
Illustraties M. van de Griendt-Hey-
mans.
Het verhaal van Lodewijk, die boven in de
bergen woont en in de sneeuw, zijn vader
is geitenhoeder en berggids in de winter
voor de skiërs, maar als de wifitergasten
vertrokken zijn dreigt er armoede voor het
gezin. Lodewijk heeft een hond, Kristoffel,
waar hij erg aan gehecht is, en hij besluit
samen met hem, er op uit te trekken om
werk te zoeken en geld te verdienen. Hij
gaat dan op zoek naar een circus, waarvan
de directeur eens tegen hem heeft gezegd
dat hij zo'n hond als Kristoffel zo goed zou
kunnen gebruiken. Het verhaal vertelt dan
verder over de moeizame tocht om het
circus te vinden en de moeilijkheden voor
Lodewijk om aan het circusleven te wen
nen. Een beetje een triest verhaal, maar
goed verteld.
Harry Behn PABLO EN ZIJN
OOMS. Vertaald door Hanny Michae-
lis. Illustraties van Mel Silverman.
In dit, uit het Spaans vertaalde boekje
voel je de sfeer van een zuidelijk land.
Het is een enigszins aarzelend, maar goed,
een gevoelig en niet sentinxenteel verteld
verhaal over het jongetje Pablo, zijn oom
Silvan, een beetje domme slimmerd, maar
toch een goeierd, het ezeltje Angelito, Ma
ria en Felipe, de moeder en vader van
Pablo, juffrouw Iris in de stad, waar Pa-
blo met zijn oom Silvan naar toe gaat,
Don Francisco, de oude dichter, die zo een
zaam is, en waar Pablo later naar toe gaat
om te leren lezen en om hem een beetje
op te vrolijken. Er gebeuren geen schok
kende dingen, maar het is een boeiend
verhaal.
ANDRIES BLITZ LAREN.
W. N. van der Sluys. „TRITON-TRI
TON, MAY-DAY, MAY-DAY!!" Il
lustraties van Asto.
Een jongensboek, spannend en vlot ge
schreven, over de belevenissen en avon
turen van twee stuurmansleerlingen aan
boord van de „Triton". Het is hun eerste
reis, zo vanaf de schoolbanken wel even
wennen!! maar zij slaan zich er dapper
doorheen.
roodpluchen gordijn stond opgesteld. Of ze
lucifex-s hadden? Natuurlijk hadden ze lu
cifers. De barkeeper had hele pakken lu
cifers. Als ik het goed heb begrepen,
had men zich juist om mensen als ons
te kunnen helpen daarvoor in het bijzonder
uitgesloofd.
IN EENS STOND ER EEN MEISJE
naast ons, die onze jassen over haar ax-m
bleek te hebben, en er bleef niets an
ders over, dan ons naar de bar te bege
ven. Even gezellig uitrusten, hoorde ik
iemand zeggen. Op de kruk gezeten deed
ik nog een zwakke poging van de nood
een deugd te maken en vroeg om koffie.
De vraag kwam er al aarzelend uit en
toen de barkeeper mij met een brede
gx-ijns uitnodigde dat gekke woord nog
eens te herhalen lachte ik lafhartig met
het hele gezelschap mee.
Ik keek nu rond om bij John's broer
steun te vinden, doch die zat weemoedig
in een glas vermouth of zo iets te staren.
Een donkerogige dame had haar ax-men om
zijn hals geslagen en sprak hem blijkbaar
bemoedigend toe. Zij keek mij daarbij
met één oog aan door een glas gifgroene
drank, dat zij in haar vx-ije hand had.
Zij had het blijkbaar over mij.
Ik raakte daax-door even in een toestand
van tijdeloosheid, waarbij alles en ook
koffie mij niet zozeer onverschillig werd
maar totaal uit mijn levenspatroon ver
dween en er alleen die vage donkere plek
achter het groene glas bestond, die haar
oog moest zijn. Het gevoel was niet onbe
haaglijk, want er werd niets van mij ge-
eist. Er was ex-gens een band gelegd, die
mij tot niets verplichtte. Maar daar kwam
bruusk een einde aan. In de hoek van de
kleine ruimte brak plotseling het oorver
dovend lawaai los van een juke-box en te
gelijkertijd voelde ik een arm in mijn
hals een kille poezeligheid, die mij plot
seling confronteerde met de afschuwelijke
zekerheid, dat ik koffie nodig had en dat
alles heel anders liep en helemaal vex--
keerd en dat er geen uitweg was.
TOCH KWAM IK TOT een zekere werk
zaamheid. De ax-m ver-wijderd ik. Ik dacht
een ogenblik dat ze zou blijven vastplak
ken als de ax-m van een inktvis, doch dat
viel nog mee. Om wat houvast te krijgen
keek ik links noch rechts, doch ik staarde
naar de rijen flessen achter het witte jas
je van de barkeeper. De flessen met een
knak in het midden, die blijkbaar zelf
dronken waren, meed ik zoveel ik dat kon.
Het telkens gevulde glas ledigde ik iedere
keer.
Het leek mij een hinderlijk voorwerp
tussen mij en de koffie, een obstakel dat
snel vex-wijderd diende te worden.
Ik weet niet hoe lang we in dat café
gezeten hebben. We stonden echter op een
bepaald ogenblik als bij afspraak naast
onze krukken en hoorden zeggen: Zestig
gulden vijf en veertig. Wij hadden het geen
van beiden bij ons ondanks onze door
onze kleding in het oog lopende welvaart.
Maar de barman bleef optimistisch. Nie
mand ovex-igens keek bedenkelijk. De op
lossing lag immers voor de hand. Een van
de heren moest thuis het geld maar gaan
halen, dan bleef de ander nog gezellig
een beetje napx-aten. Aan het hulpeloos ge
zicht van John's bx-oer zag ik wel, dat
ik het was die handelend moest optreden.
1-Iet gordijn werd hoffelijk voor mij open
gehouden. Of ik ook aan de garderobe
wilde denken en zo, fluisterde de potige
heer mij nog toe
Toen wij niet veel later weer op mijn
kamer zaten, ik in mijn wrakke stoel en
John's broer op de x-and van het bed,
hadden wij ex-g behoefte aan koffie. Maar
we hadden geen lucifer om de gaspit aan
te steken.