F Een vakantie-boekenschat voor de jeugd S3 A DAKAR, FRANSE HOOFDSTAD IN AFRIKAANSE STAAT >Jj_ ZATERDAG Erbij PAGINA VI Eli KORT VERHAAL DOOR H. TONINO 1960 WIE NIET VAN PINDAKAAS HOUDT ZOU IK BESLIST NIET AANRADEN OM ZICH NAAR DAKAR TE SPOEDEN, DE HOOFDSTAD VAN DE NIEUWE STAAT MALI IN WEST AFRIKA. WIE NAME LIJK PER SCHIP DE KUST BENADERT RUIKT OP ZEE REEDS, ALS DE KUST NOG MAAR EEN FLAUWE LIJN IS, EEN VAGE MAAR BEKENDE GEUR, DIE HERINNERINGEN OPROEPT AAN IET WAT OUDBAKKEN BOTERHAMMEN IN EEN PAPIERTJE. MEN SNUIFT NOG EENS, MAAR NEE, VERGISSING IS NIET MOGELIJK, HET IS PURE PINDA KAAS! EN DIE VAGE KUST, DIE STEEDS DUIDELIJKER WORDT, BERGT ACHTER ZICH HET MOEDERLAND VAN DE LEVERANCIER VAN DE PIN DAKAAS: HET APENOOTJE. EN GAAT HET SCHIP VOOR ANKER DAN OVER VALT DE APENOOT U OP WAARLIJK OVERSTELPENDE WIJZE. IN GARGAN- TUAANSE HOPEN LIGGEN DE BEIGE VRUCHTJES DAAR OPGETAST, GE PELD EN ONGEPELD, OP DE PRACH TIGE MODERNE KADEN VAN DAKAR. ZE ZIJN IN DE SPECIALE APENOTEN- WAGENS VAN DE TREIN, MAAR ZE MAAR ZELFS HIJ, die de pindakaas niet bemint en die liever boter dan marga rine op het brood eet, vergeet het luchtje snel genoeg, al was het alleen maar van verbazing over wat men hier in Dakar voorgeschoteld krijgt. Want dit is niet zo maar een Westafrikaanse stad als alle Westafrikaanse steden. O nee, Dakar is een wereldstad in miniatuur, een piepklein New York met een echte „skyline" van wolkenkrabbers, heel mooie wolkenkrab bers met vijftien en meer verdiepingen, waarin zij die boffen een flatje kunnen huren a raison van 600per maand! Wolkenkrabbers zijn er in Dakar opge schoten als de legendarische paddestoe len. Men heeft er met zwier en verve ge bouwd, en vooral ook met durf. Waar vinden we in heel Nederland een bouw werk als het zeldzaam harmonieuze Grand Conseil in zijn prachtig park compleet met blauwe watervallen? Waar vinden we bij ons ook maar één regeringsgebouw als het adembenemende Gouvernement-Général, die torenhoge bijenkorf vol vlijtige ambte naren? Scholen, ziekenhuizen, banken en handelsgebouwen sluiten zich hierbij aan met iets minder grote, maar minstens even opzienbare gebouwen. Onder een bij na altijd blauwe hemel is Dakar aan het uitbreiden als een olievlek en de bevol king van Mali behept met hetzelfde kwaad als de rest, van de wereld trekt naar de grote stad en groeit maar, groeit maar. OVERIGENS KAN DE toerist, die tij dens een „cruise" in Dakar belandt, zich zeer wel vermaken in deze ravissante stad. De dames van Dakar, zwart en blank, gaan volgens de allerlaatste mode gekleed, de eersten in het allerlaatste op het gebied van p agn e, b ou b o u en hoofddoek, de laatsten in wat Parijs te bieden heeft. Er zijn verrukkelijke haute couture-zaakjes in Dakar, en winkels waarin Italiaanse schoentjes de helft kos ten van de Nederlandse prijs. Maar er zijn ook ontelbaar vele boekhandels, uitne mend gesorteerd, er draaien de aller nieuwste en ook oei-oude films, er zijn weelderige hotels bijna leeg en gewo ne en goedkope hotels tjokvol. Er zijn uitstekende eethuisjes, terrassen en cafee tjes in iedere prijsklasse. En er is een ontstellend druk verkeer van alle denkba re voertuigen en een ongemeen vermake lijk mengelmoes van voetgangers. Er stort zich namelijk drie tot vier maal in de week een ware stortvloed van toeristen over Dakar uit, en men hoort dan ook iedere taal spreken. EEN ZEKER TEKEN van het naderen van een toeristenboot is het uitzwermen van de souvenirverkopers. Waar ze zo gauw vandaan komen is een raadsel, maar ineens zitten ze er met hun afschu welijke tafels en bankjes, waarvoor meni ge edele mahonieboom sneuvelde, met de meer dan monsterlijke ivoren „kunstvoor werpen", waarvoor de laatste olifanten uitgeroeid worden, en die vaak achteraf nog van plastic blijken. Dan zijn er al die dingen die je van slangenhuid kunt maken, portefeuilles en -monnaies, ceintuurs, schoenen, sandalen, wat niet al. Als je al dat slangeleer ziet liggen krijg je het ge voel, dat al dat kruipend gedierte in Mali wel uitgeroeid zal zijn, maar het tegen deel is waar; reptielen leggen eieren tegen de verdrukking in. Er zijn grote warenhuizen in Dakar en apotheken van zeer moderne allure vol allerliefste assistentjes. Er zijn scholen in ieder soort, een universiteit, ziekenhuizen, kraaminrichtingen, poliklinieken, kleuter scholen, postkantoren, markten en schoon heidsinstituten. En daarnaast nog ontel baar vele stoffenwinkels om alle modieuze dames van Dakar aan te kleden. Maar cultureel vermaak is er niet al te veel. De schilderijtentoonstellingen jagen je de koude rillingen langs de rug, maar ze zijn een genot voor de hier wonende kunst schilders, die excelleren in weelderige ro- zenboeketten en dahlia's, zoals geen kwe ker zou durven kweken. Musici verzeilen ook zelden in Dakar, tenzij ze zich bewe gen op het vlak van het lichte genre. En balletten heeft men niet nodig, want die maakt men zelf, compleet met inheemse ballerina's en petits-rats. HET WONDERLIJKE is dat Dakar deze onbetwistbare grotestadsallure pas sinds korte tijd bezit. Vóór die tijd was het een wel schilderachtige, maar voor de bewo ners ook troosteloze stad. De huizen waren ouderwets en zonder modern comfort, maar ze bezaten één ding, wat de moder ne huizen bijna allemaal missen: ruimte. De ruimte van grote, koele kamers en heerlijk romantische, beschaduwde tui nen vol bloemen. Helaas eist de moderne tijd, dat al die prachtige bloeiende bomen, de roze, de rode. de gele, er uit moeten om plaats te maken voor week asfalt. En de wit of roze gestucte huizen gingen te gen de vlakte om plaats te maken voor blinkende wolkenkrabbers. Die wolken krabbers bezitten allemaal liften, evenals ieder kleiner zichzelf respecterend flat- LIGGEN OOK OP STRAAT; ZE LIGGEN IN IEDERE DENKBARE VORM OP DE TWEE VROLIJKE, KLEURIGE MARK TEN VAN DAKAR. IN HUN HOUTIGE HULSJES, IN HUN BRUINE VLIEZEN- JASJES, IN HUN BLANKE BLOOTJE. ZE LIGGEN ER GEPERST EN GEMA LEN, ALS OLIE, ALS SOEP, ALS SAUS, ALS VULLING VOOR GEBRADEN KIP. DE APENOOT IS GROTENDEELS DE OORZAAK EN DE AANLEIDING VOOR DE UITERLIJKE RIJKDOM VAN DA KAR EN OMGEVING. MAAR DAKAR BIEDT MEER DAN APENOTEN. gebouw. De geduldige Hollander moge wei-gedresseerd trappen klimmen naar twee- of driehoog, Afrikanen en Fransen nemen dat niet en gelijk hebben ze! Nee, voor wie geld heeft is het in Dakar wel uit te houden. Heeft men het niet dan wordt dat een andere kwestie. Dan woont men in de troosteloze buitenwijken, waar huizen staan opgebouwd uit platgeslagen blikken, uit vieze lappen, karton en oude kisten. Dan woont men met een onvoor stelbaar groot aantal personen in een krot, waar wij nog geen konijnen in zouden huisvesten. Dan is de straat een modder poel bij regen, een verstikkende stofmassa in de droge tijd. Dan zoekt men zijn lijfs behoud in gappen en inbreken, in liegen en bedriegen. En dan is het nog onbegrijpe lijk, hoe keurig gekleed de mensen vaak uit die krotten te voorschijn komen, want ook in Dakar is de fagade belangrijker dan een lege maag. BEHALVE DE MODERNE gebouwen heeft de nieuwe tijd nog iets aan Mali geschonken en dat is de bestrijding van alle mogelijke en onmogelijke ziekten. De malaria en de gele koorts, de twee gesels die vroeger Afrika's westkust de naam ga ven van het Graf van de Blanke, die zijn er niet meer. Men kan nu in Dakar veilig wonen in goede huizen en flats met goed sanitair. Het drinkwater is redelijk be trouwbaar, dat wil zeggen als de kranen water geven. Aan het einde van de droge tijd wil die kostelijke vloeistof nog wel eens verstek laten gaan, maar daar heeft waarlijk niemand schuld aan. Al met al heeft Mali van de Fransen een kostelijke erfenis ontvangen. Jammer dat die erfenis wel veel geld zal kosten om in stand gehouden te worden. Bob Tadema S-porry HET WAS EEN MOOIE receptie ge weest, met de gebruikelijke dranken en daarbij ook nog iets roods. Wat dat pre cies was had niemand me kunnen ver tellen. Ik kon het ook niet aan de gast heer vragen, want die was me volkomen vreemd. Ook John, de verloofde in het huis van zijn toekomstige schoonouders, kon geen uitsluitsel geven. Daarom dronk ik het glas maar anoniem, en dat vele malen want het smaakte voortreffelijk. En daar er ook het één en ander te eten was viel de koppigheid van de drank niet op voordat ik laat in de avond op mijn kamer in de sleetse fauteuil zakte. UITGEVERIJ KLUITMAN ALKMAAR. SNEEUWBAL-SERIE. Ans van Breda ONTMOETING IN VENETIë. Illustraties van Hans Borre- bach. Voor oudere meisjes. Een spannend verhaal over een jong meisje dat op reis naar haar vader, die in Zuid-Afrika woont, een geheim document van een vriend uit Parijs meeneemt en daardoor in een reeks van avontuurlijke belevenissen verstrikt raakt. J. Rommets MET DE „MONTFER- TOWN" OP KONVOOI. Illustraties van G. van Straaten. Voor oudere jongens. Een „zeemansboek", door een oud-zeeman geschreven, dat vertelt over de spannende overtocht naar Engeland in de meidagen van 1940. Netty Koen-Conrad EEN WINTER- ROMANCE. Illustratie door S. Bijlsma. Voor oudere meisjes. Een verhaal over een wintersportvakantie van twee kostschoolvriendinnen in Zwit serland met veel sneeuw, skiën en roman ces. UITGEVERIJ KLUITMAN ALKMAAR. ZONNEBLOEM-SERIE. Corrie Muntinga ELS EN MIA UIT DE VIJFDE KLAS. Illustraties door Hans Borrebach. Voor meisjes van 8 tot 12 jaar. Els de Jager is verhuisd en heeft het wat moeilijk om zich in haar nieuwe omgeving, vooral op school tussen de kinderen in haar klas, aan te passen, hetgeen nogal eens wat strubbelingen geeft. Maar één meisje Mia helpt haar altijd weer en zij worden dan ook dikke vriendinnen; waar over dan van alles wordt verteld, over de moeder van Mia, die invalide is en altijd zo lief en geduldig is, over fietstochtjes en nog een heleboel meer. A. Kooyman IEDERE DAG WAT ANDERS. Illustraties Hans Borrebach. Leeftijd 8 tot 12 jaar. Iedere dag wat anders valt er te beleven voor Frank en Marianne, broertje en zusje, die in hun vakantie bij Oom Bas, hun fa voriete oom mogen logeren ergens in een dorp. Met een oud fototoestel, dat zij op de oude zolder vinden, mogen zij allerlei opwindende experimenten uithalen en ver der genieten zij van de vele en spannende verhalen die oom Bas zo heerlijk kan doen van zijn vele reizen. Tot slot vinden zij, als zij van die heerlijke vakantie terug komen, een baby-zusje thuis in de wieg. T. Jager-Meur sing EEN HOLLANDS MEISJE IN AUSTRALIë. Illustraties van S. Bijlsma. Voor oudere meisjes. Carla, het hoofdpersoontje uit dit boek, krijgt de kans voor een jaar naar Australië te gaan als hulp in de huishouding. Zij pakt dit met beide handen aan, en ziet en beleeft veel, eerst aan boord en later in het nieuwe en vreemde land; kortom zij heeft een heerlijk jaar, maar is toch weer erg gelukkig als zij eenmaal weer terug in Holland is en nóg gelukkiger wordt zij wanneer zij „Maarten" terug ziet en hij haar op „Vreugdenhoven" brengt. W. N. van der Sluis DRAADJE'S RUIMTEVAART-AVONTUUR. Illu straties van G. van Straaten. Jongens van 8 tot 12 jaar. „Draadje" is geen onbekende in de jon gensboeken. „Draadje" heeft al vele avon turen beleefd; ditmaal spelen die avon turen zich af „onder", „op" en „tussen" de vliegende schotels en vliegtuigen, onder de meest spannende omstandigheden. Zijn oude vriend Prof. Lepidus is ook weer van de partij. J. G. Thieme LEX COSTER EN DE ZWARTE SCHADUW. Illustraties G. van Straaten. Voor oudere jongens. Lex Coster, de hoofdpersoon van dit boek, geraakt in allerlei verwikkelingen en moeilijkheden in Thailand. In dit oosterse land zijn de verdwijningen nog meer aan de orde van de dag en zo verdwijnt dan ook op een dag zijn vriendje Ari! Een detec tive wordt ingeschakeld, waardoor het ge heel nog spannender wordt. UITGEVERIJ KLUITMAN ALKMAAR. C. Broersen DE RODE KATTEN VAN BIBBERBURG. Illustraties S. Bijlsma. Leeftijd 6 tot 9 jaar. In het lieve dorpje Bibberburg leefden allemaal gelukkige en tevreden mensen, en al die mensen hadden mooie rooie katten, zó mooi als men ze nergens anders kon vinden. Maar op een dag, zo vertelt het verhaal, verdwijnen er van die mooie poesjes en elke volgende dag verdwijnen er meer!! Een „boze" man nam ze mee, maarwie was die boze man?? Ieder een zoekt of helpt om hem op heterdaad te betrappen, wat eerst veel verwarring en verdriet geeft.... maar eindelijk komen alle poesjes weer terecht. UITGEVERIJ PLOEGSMA AMSTERDAM. K. van der Geest DE REIS ROND KAAP HOORN. Illustraties Friso Hen stra. Herziende vierde druk. Max Voegeli DE WONDERLAMP. Vertaald door Til Brugman. Illustra ties van Felix Hoffmann. Dit boek ontving in Zwitserland de „Schil- lerprijs" en de eervolle vermelding „het beste jeugdboek van het jaar". Het schil dert het bonte leven in een oosterse stad, met paleizen, een marktplein, karavanen, maar ook de armoede in smalle steegjes. Tussen dit alles beweegt zich het boefje Ali, dat hoort of droomt van het bestaan van een wonderlamp, die, als je hem in je bezit hebt, elke wens in vervulling doet gaan. Marjorie G. Fribourg CHING- TING EN DE EENDEN. Vertaald door Jannie Daane. Illustraties van Artur Marokvia. Leeftijd 5 tot 8 jaar. Een alleraardigste vertelling over een klein Chinees jongetje Ching-Ting, die op For mosa woont, en iets moet doen voor de kost, zo klein als hij is, dat is nu eenmaal de gewoonte. Al die kleine werkjes, als varkens voeren, emmers water halen vindt hij zó vervelend, hij wil „grootsere" dingen doen, maar dan lachen ze hem uit. Nu wil hij tonen dat hij het wél kan. Dit wordt leuk beschreven, maar vooral ook de teke ningen, die door hun veelheid verhalend werken, maken het geheel tot een aan trekkelijk boekje voor kinderen. „EEN ERF VOL VRIENDJES", een fotoboekje over de Kinderboerderij in een dierentuin, waar altijd heel wat te zien en te beleven valt. Mies Bouhuys vertelt daarover in haar leuke tekst en Josée van Meurs maakte de alleraardigste foto's. C. P. J. VAN DER PEET AMSTERDAM. Astrid Lindgren RASMUS EN DE DEGENSLIKKER. Vertaald uit het Zweeds door Rita Verschuur. Illustra ties van Eric Palmquist. Rasmus is de zoon van politieagent Patrik Persson, een leuke ondeugende, maar eer lijke jongen. Voor zijn moeder heeft hij wel ontzag. Zijn ouder zusje Kikkie is dol op hem, maar hij maakt toch altijd graag een beetje ruzie met haar. Tim is zijn trouw hondje, dat een belangrijke rol in zijn leven speelt en waar hij dol op is. Buiten de familie Persson is er Peter, zijn dikke vriend. Op een dag is er kermis in het dorp en Rasmus en Peter komen daar in contact met de „degenslikker" Alfredo, die hen eerst geweldig fascineert totdat de jongens argwaan krijgen en ontdekken wat een boef, inbreker en oplichter hij is. Zij beleven de meest opwindende avonturen, inbraken en achtervolgingen, waarbij uit- De tegenstelling met zoeven was groot. Het rook hier naar kool en petroleumwalm. Op de rand van het bed tegenover mij zat John's broer, die blijkbaar met mij was meegelopen. Hij zat voorover gebo gen en steunde met zijn handpalmen naast zijn knieën op de gele sprei. Hij zag er akelig bleek uit en ik vreesde het ergste. „Wil je koffie?" vroeg ik. „Ja", zei hij, ,,'t stinkt". Ik heb leren omgaan met een expres- sotoestelletje en daarom is mijn koffie altijd sterk en vooral op late avonden zeer gewild. Ik zocht en vond dus de kracht voor de voorbereidende werkzaam heden, maar toen ik het gaspitje wilde aansteken had ik geen lucifex-s. En ook John's broer had er geen. Ook zijn aan steker was weg. Gestolen zei hij, door die bende waar wij zoeven vandaan kwamen. Hij was blij dat hij weg was, zei hij, want nu kreeg hij koffie. HET IS VERWONDERLIJK, maar ik heb het al meer ondervonden, dat de loop van ons leven soms afhangt van schijn baar heel onnozele dingen. In dit geval van een lucifer. Want toen ook in de keu ken van de hospita niets te vinden was, wat ons kon helpen ook zij zelf was onvindbaar begon de ellende. Wij wa ren op weg naar mijn pension langs een klein café gekomen, herinnerde John's broer zich, het was nogal lawaaierig daar binnen, maar zij zouden er in ieder ge val wel lucifers hebben. Wij sloegen onze regenjassen om de schoudex-s van ons fx-aaie receptiekostuum en wandelden door de frisse avondlucht de paar blokken langs, die ons van het café scheidden. John's broer knapte daar wat van op. Hij werd zelfs nogal optimistisch, want hij zei ex- van overtuigd te zijn, dat zij de men sen van het café blij zouden zijn ons in onze toestand een dienst te kunnen be wijzen. Nu, blij waren ze wel. Kennelijk maak ten wij onmiddellijk al door onze kleding een goede indruk op de potige heer, die achter de deur en het daax-bij behox-ende eindelijk Pa Persson moet worden inge schakeld. Een spannend boek voor grotere jongens. Roseynary L. Davis CIRCUS IN DE SNEEUW. Vertaald door A. J. Richel. Illustraties M. van de Griendt-Hey- mans. Het verhaal van Lodewijk, die boven in de bergen woont en in de sneeuw, zijn vader is geitenhoeder en berggids in de winter voor de skiërs, maar als de wifitergasten vertrokken zijn dreigt er armoede voor het gezin. Lodewijk heeft een hond, Kristoffel, waar hij erg aan gehecht is, en hij besluit samen met hem, er op uit te trekken om werk te zoeken en geld te verdienen. Hij gaat dan op zoek naar een circus, waarvan de directeur eens tegen hem heeft gezegd dat hij zo'n hond als Kristoffel zo goed zou kunnen gebruiken. Het verhaal vertelt dan verder over de moeizame tocht om het circus te vinden en de moeilijkheden voor Lodewijk om aan het circusleven te wen nen. Een beetje een triest verhaal, maar goed verteld. Harry Behn PABLO EN ZIJN OOMS. Vertaald door Hanny Michae- lis. Illustraties van Mel Silverman. In dit, uit het Spaans vertaalde boekje voel je de sfeer van een zuidelijk land. Het is een enigszins aarzelend, maar goed, een gevoelig en niet sentinxenteel verteld verhaal over het jongetje Pablo, zijn oom Silvan, een beetje domme slimmerd, maar toch een goeierd, het ezeltje Angelito, Ma ria en Felipe, de moeder en vader van Pablo, juffrouw Iris in de stad, waar Pa- blo met zijn oom Silvan naar toe gaat, Don Francisco, de oude dichter, die zo een zaam is, en waar Pablo later naar toe gaat om te leren lezen en om hem een beetje op te vrolijken. Er gebeuren geen schok kende dingen, maar het is een boeiend verhaal. ANDRIES BLITZ LAREN. W. N. van der Sluys. „TRITON-TRI TON, MAY-DAY, MAY-DAY!!" Il lustraties van Asto. Een jongensboek, spannend en vlot ge schreven, over de belevenissen en avon turen van twee stuurmansleerlingen aan boord van de „Triton". Het is hun eerste reis, zo vanaf de schoolbanken wel even wennen!! maar zij slaan zich er dapper doorheen. roodpluchen gordijn stond opgesteld. Of ze lucifex-s hadden? Natuurlijk hadden ze lu cifers. De barkeeper had hele pakken lu cifers. Als ik het goed heb begrepen, had men zich juist om mensen als ons te kunnen helpen daarvoor in het bijzonder uitgesloofd. IN EENS STOND ER EEN MEISJE naast ons, die onze jassen over haar ax-m bleek te hebben, en er bleef niets an ders over, dan ons naar de bar te bege ven. Even gezellig uitrusten, hoorde ik iemand zeggen. Op de kruk gezeten deed ik nog een zwakke poging van de nood een deugd te maken en vroeg om koffie. De vraag kwam er al aarzelend uit en toen de barkeeper mij met een brede gx-ijns uitnodigde dat gekke woord nog eens te herhalen lachte ik lafhartig met het hele gezelschap mee. Ik keek nu rond om bij John's broer steun te vinden, doch die zat weemoedig in een glas vermouth of zo iets te staren. Een donkerogige dame had haar ax-men om zijn hals geslagen en sprak hem blijkbaar bemoedigend toe. Zij keek mij daarbij met één oog aan door een glas gifgroene drank, dat zij in haar vx-ije hand had. Zij had het blijkbaar over mij. Ik raakte daax-door even in een toestand van tijdeloosheid, waarbij alles en ook koffie mij niet zozeer onverschillig werd maar totaal uit mijn levenspatroon ver dween en er alleen die vage donkere plek achter het groene glas bestond, die haar oog moest zijn. Het gevoel was niet onbe haaglijk, want er werd niets van mij ge- eist. Er was ex-gens een band gelegd, die mij tot niets verplichtte. Maar daar kwam bruusk een einde aan. In de hoek van de kleine ruimte brak plotseling het oorver dovend lawaai los van een juke-box en te gelijkertijd voelde ik een arm in mijn hals een kille poezeligheid, die mij plot seling confronteerde met de afschuwelijke zekerheid, dat ik koffie nodig had en dat alles heel anders liep en helemaal vex-- keerd en dat er geen uitweg was. TOCH KWAM IK TOT een zekere werk zaamheid. De ax-m ver-wijderd ik. Ik dacht een ogenblik dat ze zou blijven vastplak ken als de ax-m van een inktvis, doch dat viel nog mee. Om wat houvast te krijgen keek ik links noch rechts, doch ik staarde naar de rijen flessen achter het witte jas je van de barkeeper. De flessen met een knak in het midden, die blijkbaar zelf dronken waren, meed ik zoveel ik dat kon. Het telkens gevulde glas ledigde ik iedere keer. Het leek mij een hinderlijk voorwerp tussen mij en de koffie, een obstakel dat snel vex-wijderd diende te worden. Ik weet niet hoe lang we in dat café gezeten hebben. We stonden echter op een bepaald ogenblik als bij afspraak naast onze krukken en hoorden zeggen: Zestig gulden vijf en veertig. Wij hadden het geen van beiden bij ons ondanks onze door onze kleding in het oog lopende welvaart. Maar de barman bleef optimistisch. Nie mand ovex-igens keek bedenkelijk. De op lossing lag immers voor de hand. Een van de heren moest thuis het geld maar gaan halen, dan bleef de ander nog gezellig een beetje napx-aten. Aan het hulpeloos ge zicht van John's bx-oer zag ik wel, dat ik het was die handelend moest optreden. 1-Iet gordijn werd hoffelijk voor mij open gehouden. Of ik ook aan de garderobe wilde denken en zo, fluisterde de potige heer mij nog toe Toen wij niet veel later weer op mijn kamer zaten, ik in mijn wrakke stoel en John's broer op de x-and van het bed, hadden wij ex-g behoefte aan koffie. Maar we hadden geen lucifer om de gaspit aan te steken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 16