JANE ABBAMS Vestdijk's fabuleuze parate kennis de „Heilige van Amerika een eeuw geleden geboren discoucs Echt tropische regenval komt in ons land niet zelden voor „TRIEST, DAT EEN ZO GROTE VROUW ZO VERGETEN LIJKT" Erbij De bescherming van de Nubische tempels ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1960 PAGINA DRIE MEN VINDT WEINIG gegevens over Jane Addams, slechts enkele geschriften werden haar gewijd. Haar naam zegt, althans in Nederland, weinigen meer iets. Encyclopedieën geven haar levensbijzonderheden zeer summier, in enkele regels. De enige biografie die over haar werd gepubliceerd, is in geen enkele open bare bibliotheek in Nederland aan wezig. En toch is er een tijd geweest dat het werk van Jane Addams we reldvermaardheid bezat, dat duizen den en nogmaals duizenden haar zegenden; een tijd dat men over haar sprak als over „de enige Heilige die de Verenigde Staten bezitten"; dat haar de Nobelprijs voor de vrede werd toegekend. Honderd jaar ge leden, op 6 september 1860, werd Jane Addams geboren als jongste van de talrijke kinderschare die haar moeder haar vader schonk. Die vader zonder zijn dochter zou zijn naam volkomen vergeten zijn. Maar met evenveel recht kan men zeggen: zonder deze vader zou Jane Addams zich nimmer hebben ontwikkeld tot de vrouw die zij geworden is. Hij begon zijn loopbaan als hulpje van de dorpsmolenaar: om drie uur 's mor gens op, molenstenen draaien, jaren lang. Later werd hij zelf molenaar, een welgesteld man, senator in de staat Illinois. Een self made man, zoals Amerika ze bij miljoenen ge kend heeft en in dat opzicht dus zeker geen uitzonderlijk man. Maar deze Addams was meer dan een door de fortuin bevoorrechte. Hij was een Quaker, een prediker van Gods woord, met de daad. De voordeur van zijn huis was ook 's nachts nimmer op slot. Hij was een tot in het kleinste volstrekt eerlijk man en stelde in zijn medemensen een onbeperkt vertrou wen. Typerend voor zijn mentaliteit is het volgende verhaaltje, door zijn dochter in een interview medege deeld: „Ik herinner me dat ik een mooie nieuwe jurk had gekregen en die aandeed om er mee naar Zondags school te gaan. Toen zei vader: „Zou je je oude jurk niet aandoen? Die is even warm en de ander kinderen zullen het misschien prettiger vinden, omdat ze zelf geen nieuwe jurk kun nen krijgen". Op die manier, vervolg de Jane Addams, plaatste vader het probleem der armoede voor mijn ogen en het heeft me niet meer los gelaten". HET IS BEGRIJPELIJK dat Jange als jong meisje roeping gevoelde zendelinge te worden. Daarna kwam het verlangen in haar op als arts de armen te helpen. Zij studeerde medicijnen, maar een langdurige en ernstige ziekte belette haar zich te ves tigen. Tot herstel van haar gezondheid maakte zij een grote reis door Europa en het was toen, tijdens een bezoek aan Lon den, dat haar roeping plotseling helder voor haar ogen stond. Er zijn twee lezin gen: de ene is dat zij Toynbee-Hall bezocht en dacht: dat voorbeeld kan ik volgen. De tweede is dat zij van een omnibus af in het East End van Londen het gevecht van een groep mannen en vrouwen zag die allen trachtten een stuk te pakken te krijgen van een voor consumptie ongeschikte worm stekige bloemkool die zij rauw verslonden. Toen zou Jane begrepen hebben dat het niet haar taak was „van boven af" hulp te bieden aan de armen en misdeelden; dat zij van haar bevoorrechte plaats in de samen leving afstand moest doen en „als soldaat moest dienstnemen in de gelederen der menselijke ellende". En waar waren die gelederen triester en rampzaliger dan in Chicago, de stad die 8000 inwoners telde in 1844 en in 1889 tot een miljoen was aan gegroeid, waarvan drie vierde bestond uit immigranten, Russen, Polen, Joden, Ieren, Italianen, Zwitsers, Tsjechenonge schoolde werklieden voornamelijk, onont- wikkelden tevens, beladen met vooroordeel en wanbegrip, maar ook en dat was de grote stimulans voor Jane Addams met de hoop, de verwachting, de droom van honderd nationaliteiten die in de Nieuwe Wereld de vrijheid en de voorspoed wilden vinden, hun door de Oude Wereld ontzegd. IN EEN DER DEPLORABELSTE WIJ KEN van Chicago, daar waar geen Ameri kaanse arbeider wilde wonen, huurde Jane Addams een huis. Zij noemde het Hull- House, naar de architect en vroegere be woner. Hull-House moest een oase worden in deze woestijn van menselijke verlaten heid, ellende en verderf. Het werd inge richt met eenvoud en goede smaak; er kwamen boekenkasten en gemakkelijke stoelen, een open haard en schilderijen. En voorbeeld haar door haar vader inge geven de deur van Hull-House was nim mer op slot. Komt binnen, gij die hongerig zijt en eet; komt binnen, gij vermoeiden en rust. Dat was de leuze van Chicago's Jane Addams (Vervolg van pag. 1 ALVORENS TOT EEN ENIGZINS zake lijke bespreking van de negende symfonie te komen, besteedt de schrijver eerst tien pagina's aan het hoe en waarom van zijn voorkeur voor het eerst deel van deze eerste buurthuis. Aanvankelijk stond de bevolking natuurlijk afwijzend tegenover deze gril ener rijke dame. Men wist niet wat men er van denken moest en was vol argwaan en wantrouwen. Maar de per soonlijkheid der leidster, die er niet mee volstond leiding te geven, doch zelf ook de handen uit de mouwen stak, veroverde hen weldra. En wat haar de grootste vol doening schonk, was dat de bezoekers van Hull-House weldra evenveel belangstelling toonden voor haar schilderijen als voor haar keuken. „Het is niet voor brood alleen dat de Europese emigranten naar Amerika zijn gekomen", placht zij te zeggen. ALS EEN HARER VOORNAAMSTE taken beschouwde zij het met elkaar in aanraking brengen van de verschillende nationaliteiten. De mensen moesten erva ren dat verschillen in taal, in huidskleur, in ras wegvielen, als men elkaar maar beter leerde kennen. Niet altijd was het gemakkelijk dergelijke contact-bijeenkom sten te doen slagen. Eens had Jane Addams een groep Ierse vrouwen ertoe gebracht, een groep Italiaanse vrouwen uit te nodi gen samen een avond in Hull-House door te brengen. Maar de Italiaanse vrouwen, nog vrijwel oosters in haar gebruiken, bleven, ofschoon zij de uitnodiging hadden aanvaard, op de avond zelf thuis en zonden hun mannen naar de bijeenkomst. Er dreigde een reeks van misverstanden en vervreemdingen, tot een paar Italianen het komische van de situatie inzagen en be sloten de avond te redden. Ze voerden een paar wilde Italiaanse dansen uit, ze zongen Napolitaanse liedjes, ze vertoonden goo- chel-trucs en gingen zelfs zo ver dat ze Simon Vestdijk symfonie dat hij, mèt de finale van de zesde, als de top van Mahler's symfoni sch oeuvre beschouwt. En in het algemeen wekt het vèr doorvoeren van Vestdijk's eigen methode voor het afwegen en bepa len van waarde-verschillen ook in dit boek een zekere wrevel op. Natuurlijk staat daar tegenover dat een man-van-de-taal als Vestdijk tot formuleringen kan komen die een verfrissing brengen in het afgesle ten muziekcritische jargon. Als voorbeeld (onder zeer veel andere) noem ik de term „pakhuisfinale" voor een type slotdeel waarin motief-ontleningen uit voorgaande delen tot een, dikwijls wat geforceerde, apotheose moeten voeren. VESTDIJK HEEFT in het registreren en onder-woorden-brengen van waarde verschillen in de muziek 'n opmerkelijke hoogte bereikt. Men kan zich onmogelijk schouderophalend uitlaten over hetgeen hij te berde brengt; hij bewijst een enorme kennis van zijn onderwerp te bezitten, men bewondert zijn vermogen het materi aal zelfstandig te hanteren en van een bepaalde visie getuigenis af te leggen. Maar het is de vraag wie er nu eigenlijk erg gelukkig met al deze uiteenzettingen zal zijn. De muziekliefhebber heeft genoeg aan de sobere inlichtingen die een pro gramma-toelichting of platenhoes hem verstrekt. En de vakmusicus zal nog altijd in de eerste plaats op zijn gehoor en op het partituurbeeld zelf afgaan. Voor zover hij daarbij gesteund wil worden door een theoretische beschouwing, zal hij wel niet grijpen naar een boek als dat van Vest dijk dat door geen enkel muziekvoorbeeld verlevendigd wordt. Sas Bunge de lekkernijen die de Ierse vrouwen voor haar Italiaanse vriendinnen hadden ge reedgemaakt, opaten en nog zeiden dat zij ze lekker vonden ook. Op de volgende avond kwamen de Italiaanse vrouwen wel en deden de ontdekking die altijd weer ge daan wordt: vreemdelingen zijn eigenlijk heel gewone mensen, als je ze maar leert kennen. ZO WAS JANE ADDAMS de pionier van het streven honderd nationaliteiten tot één democratie samen te smelten, in de hoop dat zo een gelukkiger mensheid zou ont staan. Uit haar dagelijks werk vloeide on middellijk haar strijd tegen de kinderar beid voort; indirect haar strijd voor de wereldvrede. Wanneer in Amerika al die tie-ruimten waar de kunstnijverheid van vele landen werd tentoongesteld. Buiten Chicago ligt een landgoed waar de bezoe kers van Hull-House een vakantie kunnen doorbrengen. Men moet dit niet zien als liefdadigheid, heeft Jane Addams steeds weer betoogd: ieder betaalt aan dit alles naar draagkracht. Het is niet de bedoeling dat de rijken de armen opheffen tot hun niveau, maar dat mensen leren van men sen. De medewerkers en medewerksters werden niet gehonoreerd, voeding en on derdak was al wat zij ontvingen en toch melden zich steeds voldoende helpers aan. Velen verdienden elders en wijdden hun vrije uren aan dit werk: de steun aan al deze mensen die van her en der samenge stroomd, dikwijls aangespoeld waren en die, zo zij al een onderdak bezaten, hun kerden naar een plekje dat wat vriendelijk was, waar bloemen stonden en waar zij wisten welkom te zijn. VIJFENTWINTIG JAAR GELEDEN, in mei 1935, is Amerika's „grand old woman" overleden. Vijftigduizend mensen defileer den langs haar baar, vijftigduizend mensen gaven uiting aan hun droefheid over het heengaan van de vrouw die als eerste, als enige, hun de hand had gereikt, toen zij in het vreemde land aankwamen, waarvan zij niets wisten behalve dat zij er niet zou den worden vervolgd om hun ras of hun geloof, waarvan zij dikwijls de taal niet of nauwelijks verstonden. Van Jane Addams hebben zij geleerd hoeveel menselijke vriendelijkheid waard is. Buiten Chicago, in de kringen vooral van de vele vrouwenorganisaties, is de dood van Jane Addams gevoeld als een zwaar verlies >n de strijd voor een beter bewoonbare wereld, die door de vrou wen gestreden is en gestreden zal wor den. Deze vrouw die nooit moeder is geweest, was voor duizenden en nog maals duizenden vrouwen de incarnatie van het moederschap, de moederliefde, niet slechts voor het eigen kind, maar voor alle kinderen dezer aarde. En daarom stemt het zo triest, dat zij zó volkomen vergeten schijnt. P. H. Schröder nationaliteiten vreedzaam naast en met elkaar konden leven, waarom zouden de volkeren der aarde dat dan niet kunnen? Uitgaande van deze wat naïeve redenering had zij de moed zich bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog tegen deelneming van de Verenigde Staten te verklaren. Zij sprak als haar overtuiging uit dat oorlog geen middel is om vrede te bevorderen en laadde daardoor het odium van Duitsge zindheid op zich. Toch nodigde men haar uit als presidente op te treden van een internationaal vrouwenvredescongres, te beleggen in het oorlogsjaar 1915 in de Haagse Dierentuin. Jane Addams kwam met veertig congressisten uit Amerika op het laatste nippertje in Den Haag aan: de Engelse regering had de „Noorddam" in Dover opgehouden. Diezelfde regering had aanvankelijk geweigerd aan Engelse vrou wen die aan het congres wilden deelnemen er haddden zich 180 opgegeven visa te verstrekken. Tenslotte zijn na een inter pellatie in het Lagerhuis toch enige vrou wen in de gelegenheid gesteld de bespre kingen bij te wonen. Hier, op neutraal ter rein, spraken Engelse, Duitse, Franse en Nederlandse vrouwen over internationale arbitrage en beperking van bewapening, terwijl hun zonen in de loopgraven eikaars leven bedreigden. Ook in 1919 in Wenen en in 1922. wederom in Den Haag, hanteerde Jane Addams de voorzittershamer, eenvou dig, waardig, rustig en beslist. Allerlei na tionale en internationale vrouwencontac ten zijn van die besprekingen het resultaat geweest. Na 1933 is dit allemaal ver schrompeld en verdroogd. INMIDDELS VERWAARLOOSDE Jane Addams Hull-House niet. Ook in de tijd van haar grote internationale faam, ook in 1931, toen haar de Nobelprijs voor de Vrede werd toegekend, bleef zij haar oor spronkelijke werk trouw. Hull-House om vatte toen twaalf grote woningen, die één geheel vormden, een complex met een zui gelingenkliniek, kinderspeelplaatsen, ad viesbureaus, een schouwburg, een concert zaal met muziekschool, leslokalen, exposi- IN EEN GOEDKOPE uitgave brengt DECCA (BR 3037) het trompetconcert in Es van Haydn en het Fluitconcert in D, KV 314, van Mozart. Een bijzon der aardige plaat van deze twee klas sieke concerten voor blaas-instrumen- ten, niet in de laatste plaats om de goede en smaakvolle samenwerking tussen de solisten en het Orchestre de la Suisse Romande, onder leiding van Ernest Ansermet. De trompettist Pao lo Longinotti spreidt een opgewekte vir tuositeit ten toon, en overwint enkele ornamentale, weinig trompettistische, passages met groot gemak; in het lang zame deel verwijdt hij de grenzen van zijn instrument tot een bijkans bemin nelijke lyriek. De fluitist André Pepin munt uit in het Fluitconcert van iVIo- zart oorspronkelijk voor hobo ge- schi-even door een dunne, „Franse" toonvorming waarmee hij echter een zeer genuanceerde voordracht bereik te. Alles bijeen dus een plezierige plaat in de midden-prijsklasse. ZOETGEVOOISDE strijkersklanken uit het gebied der Russische romantiek vindt U op MERCURY MM A 11091,een ook opname-technisch zeer goed geluk te opname. Het strijkorkest van de Philharmonia Hungarica, een orkest dat gevormd is uit naar het Westen uitgeweken Hongaarse musici, laat on der leiding van de Hongaars-Ameri kaanse dirigent Antal Dorati horen de populaire Serenade in C van Tsjaikofs- ky (met de geliefde Wals en Elegie die men dikwijls afzonderlijk hoort uitvoe ren), gekoppeld met de Variaties over een thema van Tsjaikovsky, van de hand van diens late tijdgenoot Antonin Arensky. Allebei probleemloze, bij uit stek melodieuze muziek waarvan het beluisteren geen enkele eis stelt aan on ze vermogens tot aandacht en concen tratie; ook zachtjes op de achtergrond kabbelend een stemmige en beschaaf de omlijsting after-dinner. Arensky was een academisch wèl-ontwikkelde epi goon van de reeds zo verwesterde Tsjaikofsky. Zijn variaties zijn vlekke loos van verwerking en instrumentatie en bij eerste aanhoren innemend. De vertolking door de Hongaarse strijkers Hieronder worden opnamen besproken van soloconcerten voor blazers van Haydn en Mo zart, werken voor strijkorkest van Ts.iaikofski en Arensky en balletmuziek van Prokofjef. onder Dorati heeft die kwaliteit van perfecte gepolijstheid die door de Ame rikaanse, of Amerikaans-geworden di rigenten met zoveel succes wordt be oefend. Het is een stijl die deze post- Biedermeier-muziek bepaald niet mis staat. RUSSISCH IN EEN moderner idioom vindt men op VOX PL 9180; het groot ste gedeelte van de plaat wordt in be slag genomen door een Suite uit het ballet „Chout" van Prokofjef. Deze componist is in de catalogussen der platenmaatschappijen goed vertegen woordigd met vier van zijn vijf piano concerten, de beide vioolconcerten, twee symfonieën, het celloconcert, als mede een aantal andere orkestwerken en ook kamermuziek. Blijkbaar zien de producenten in zijn virtuoos-geschre ven, gemakkelijk aansprekende en ook wel „eigen" muziek afzetmogelijkhe den. Men kan er over twisten of het talent van de componist een dergelijke belangstelling rechtvaardigt. Er is bij Prokofjef altijd bijzonder weinig achter de noten gaande, en de geneugten dei- speelsheid vindt men bij hem meestal in de vorm van zelfspot en bizarrerie die net genoeg „modern" aandoen om de afkomst van bepaalde romantische patronen te verhullen, en toch ook weer niet modern genoeg om de gedachte aan iets waarlijk nieuws te doen op komen. De balletmuziek bij „Chout" is typerend voor deze overgangsfiguur en men vindt in dit uit 1915 daterende werk dezelfde vermenging van het bur- lesk-capricieuze met het stoere en ly rische als in het bekende eerste viool concert en de opera „De liefde der drie sinaasappelen," beide uit dezelfde pe riode. Opvallend is hier en daar de ver wantschap met Strawinsky (Petroesj- ka). De tweede plaatzijde wordt ge completeerd door een uit de Russische film „Luitenant Kijé" samengestelde suite. Deze vijf klankschilderende, boertige stukken doen enigszins denken aan de Hary Janos-suite van Kodaly, al klinken ze iets minder smeuig. De uit voering van beide werken door het Pa- rijse Philharmonia Orkest onder Jascha Horenstein verenigt clownerie, bra voure en pathos, in de geest van de auteur. Sas Bunge (Van onze weerkundige medewerker) OOK IN ONS LAND is af en toe in de zomermaanden sprake van een tropische regenval waarbij in korte tijd grote hoeveelheden wa ter vallen. Het is begrijpe lijk dat men onder anders bij de aanleg van riolerin gen, draineringen, afwate ringssystemen, aanleg van putten en dergelijke dik wijls geïnteresseerd is in de mogelijke maximumregen val in bepaalde tijdsduur. Hierdoor worden door het K.N.M.I. te De Bilt zclf- registrerende regenmeters (pluviografen) gebruikt waarmee de intensiteit van de regen op een bepaald tijdstip nauwkeurig kan worden gemeten. Voor het meten van regensommen over bijvoorbeeld een et maal bewijst de normale regenmeter goede diensten Zo behoren een intensiteit van 4 mm regen per minuut en een etmaalsom van ruim 200 mm momenteel in ons land tot de records. Het is moeilijk om een antwoord te geven op bijvoorbeeld de vraag welke maximum hoeveelheid regen kan in vijf minuten of een half uur worden verwacht, want de natuur stelt ons ieder ogen blik voor een nieuwe ver rassing. Was bijvoorbeeld de dagregensom (24 uur) van 128 mm in Schagen ge meten in 1930 gedurende achttien, jaar een record voor ons land, dit cijfer werd in augustus 1948 door Voorthuizen (Veluwe) overtroffen met 80 mm want de etmaalsom kwam daar op 208 mm. Gaan wij uit van gegevens die tot op heden be kend zijn dan kan het K.N.M.I. zeker vrij nauwkeurige richtlijnen geven van welke men bij aanleg van werken gebruik kan maken. Nemen wij eerst de intensiteit on der de loep dan blijkt dat een regenval van 1 mm per minuut, hetgeen overeen zou komen met 30 mm per half uur al tot een zeer zware regen kan worden beschouwd waarbij in de meeste steden de straten bij grote delen blank komen te staan. Nu du ren bijzonder zware regens (in de volks- weerkunde vaak wolkbreuken genoemd) in de regel niet lang. Zo komt bijvoorbeeld een regenval van meer dan 35 mm in een half uur in ons land gemiddeld ééns in de vijftig jaar voor. Meer dan 15 mm in 10 mi nuten wordt gemiddeld eens in de tien jaar gemeten. De grootste hoeveelheid regen die er tot nu toe in een uur in Nederland viel ligt tussen 50 en 60 mm. Elke mm komt overeen met 1 liter water op een vierkante meter. LANGE TIJD HEEFT de zware regen val van 7 juli 1936, wat de intensiteit be treft, als een record voor ons land bekend gestaan. Er viel die middag in Amsterdam (Hortus Botanicus) 53 mm waarvan 42 mm in dertig minuten en zelfs 10 mm in drie minuten hetgeen een intensiteit van 3.3 mm per minuut betekende. Het bestaande re- Aan het tijdschrift Hemel en Dampkring van juni 1952 ontlenen wij dit kaartje dat de regenval weergeeft tussen 14 juli 8 uur en 15 juli 8 uur in 1930 gevallen. Op merkelijk is de strook van grote dag sommen pal achter de duinen van Alk maar tot Goeree met een maximum in de omgeving van Lisse waar ruim 60 mm. viel. cord van 3.0 mm per minuut, te Nijmegen gemeten, werd toen gebroken. Een nieuwe bewerking van de pluviograaf-registratie betreffende de zware regen op 14 juli 1930 te Lisse waargenomen, dit door dr. C. Le vert van het K.N.M.I., bracht aan het licht dat daar een intensiteit van ongeveer 4 mm per minuut moet zijn voorgekomen. Daar bij valt het water werkelijk met bakken vol uit de lucht. Ook de bijzonder zware bui van 9 augustus 1951 gaf in Amsterdam op de filiaalinrichting aan Het IJ een in tensiteit van 3.5 mm per minuut. Resu merend kan worden gezegd dat een inten siteit van 2 mm per minuut al tot de bij zonderheden mag worden gerekend. STAPPEN WIJ NU OVER op de neer slag berekend op wat langere termijn, na melijk dagsommen, dan zien wij dat gemid deld in ons land eens in de tien jaar ergens in Nederland een dagsom van 100 mm wordt overschreden. Eerst hier nog een pa?'- cüfers van grote hoeveelheden in een kortere tijd zoals 86 mm in een uur op 15 juli 1932 in Groningen, 30 mm in een kwartier te Stramproy op 31 juli 1944. Hier volgen de dagsommen van meer dan 100 mm die tussen 1866 en heden in ons land zijn gemeten: 1. 208.0 mm, 3 augustus 1948 Voorthuizen (G.)2. 128.5 mm, 3 juni 1930 Schagen (N.H.); 3. 126.0 mm, 15 juli 1915 Uithuizen (Gr.); 4. 123.7 mm, 4 juli 1952 Steenbergen (N.B.); 5. 117.2 mm, 4 juli 1952 Mookhoek (L.)6. 117.0 mm, 8 augustus 1918 Ruinen (Dr.); 7. 112.0 mm, 4 juli 1952 Nu- mansdorp (Z.H.); 8. 110.0 mm, 3 augustus 1948 Putten (G.); 9. 109.4 mm, 11 augustus 1877 (Hollum (Fr.); 10. 109.3 mm, 12 juli 1942 Sappemeer; 11. 105.3 1 augustus 1951 Boskoop (Z.H.); 12. 101.5 mm, 4 juli 1952, Klundert (N.B.); 13. 102.0 mm, 4 juli 1952 Oud Alblas (Z.H.); 14. 100.6 mm, 8 juli 1906 Veldhoven (N.B.); 15. 100.5 mm ,4 juli 1914 Megen (N.B.). Ook dit jaar werd op de ochtend van 9 juli met 95 rnm te Pieterzijl (Gr.) de 100 bijna bereikt. Een record over de hele maand staat op naam van Zandvoort waar in oktober 1932 321.4 mm regen viel, op de tweede plaats Voorthuizen met 292.4 mm in augustus 1948 gemeten waaraan die bij zonder grote dagsom van 208 mm (tot dus ver een record) debet is. HET K.N.M.I. HEEFT, over het gehele land verspreid, ruim 325 regenmeters op gesteld. De laatste jaren, nadat er eenvou dige en goedkopere regenglazen in de han del zijn gekomen met een millimeterschaal, hebben ook tal van amateurs, landbou wers. tuinders enz. een eigen regenmeter in hun tuin. Dit aantal overschrijd momen teel de 2000 in ons land zodat wij steeds beter op de hoogte komen van extremen betreffende de buien en de regenval. De natste maanden zijn in het binnenland juli en augustus met 75 tot 90 mm neerslag, in de kustprovincies zijn de herfstmaanden met 70 tot 80 mm de natste maanden. Le zers die zich voor zware buien en de regenval in het algemeen interesseren kun nen wij adviseren een eenvoudig regenglas aan te schaffen en dit op een open plek in de tuin te plaatsen. Twee deskundigen van het adviesbureau voor ingenieurswerk in het buitenland Ne- deco hebben kortgeleden op verzoek van de Unesco een door het ministerie van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen ge subsidieerd onderzoek ingesteld naar de mogelijkheden om de Egyptisch-Nubische oudheidkundige monumenten in het Asoe- andam-gebied voor inundatie door 't Nijl- water te behoeden. Zij zullen over enkele weken een rapport over hun bevindingen uitbrengen. Ir. C. Th. de Beaufort en de geoloog C. Vouthe hebben op het Nijl-eiland Philae, waar een belangwekkende verzameling tempels en monumenten waaronder de beroemde tempel van Isis uit de Ptole- meïsche periode van 380 v. Chr. tot 80 n. Chr. staat, waarnemingen gedaan. Ten einde dit eiland te behoeden voor het wa ter, dat door de grote Assoeandammen zal worden opgestuwd, zal volgens de Unesco een kunstwerk van dijken moeten worden opgebouwd. Negen maanden per jaar verdwijnen de oudheidkundige schatten hier onder het water, dat bij de kleine Assoean-dam wordt opgestuwd. De monumenten hebben voorlopig niet al te zeer te lijden van de ze inundatie, maar deze situatie zal vol gens de Unesco verergeren, wanneer het Assoeanproject zal zijn voltooid, en het eiland tussen de bestaande en de nieuwe stuw-dammen zal komen te liggen. Binnen drie jaar zal de overstroming van Philae het gehele jaar door constant zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 15