JANE ABBAMS
Vestdijk's fabuleuze parate kennis
de „Heilige van Amerika
een eeuw geleden geboren
discoucs
Echt tropische regenval komt
in ons land niet zelden voor
„TRIEST, DAT EEN
ZO GROTE VROUW
ZO VERGETEN LIJKT"
Erbij
De bescherming van de
Nubische tempels
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1960
PAGINA DRIE
MEN VINDT WEINIG gegevens
over Jane Addams, slechts enkele
geschriften werden haar gewijd. Haar
naam zegt, althans in Nederland,
weinigen meer iets. Encyclopedieën
geven haar levensbijzonderheden
zeer summier, in enkele regels. De
enige biografie die over haar werd
gepubliceerd, is in geen enkele open
bare bibliotheek in Nederland aan
wezig. En toch is er een tijd geweest
dat het werk van Jane Addams we
reldvermaardheid bezat, dat duizen
den en nogmaals duizenden haar
zegenden; een tijd dat men over haar
sprak als over „de enige Heilige die
de Verenigde Staten bezitten"; dat
haar de Nobelprijs voor de vrede
werd toegekend. Honderd jaar ge
leden, op 6 september 1860, werd
Jane Addams geboren als jongste
van de talrijke kinderschare die haar
moeder haar vader schonk. Die
vader zonder zijn dochter zou zijn
naam volkomen vergeten zijn. Maar
met evenveel recht kan men zeggen:
zonder deze vader zou Jane Addams
zich nimmer hebben ontwikkeld tot
de vrouw die zij geworden is. Hij
begon zijn loopbaan als hulpje van de
dorpsmolenaar: om drie uur 's mor
gens op, molenstenen draaien, jaren
lang. Later werd hij zelf molenaar,
een welgesteld man, senator in de
staat Illinois. Een self made man,
zoals Amerika ze bij miljoenen ge
kend heeft en in dat opzicht dus zeker
geen uitzonderlijk man. Maar deze
Addams was meer dan een door de
fortuin bevoorrechte. Hij was een
Quaker, een prediker van Gods
woord, met de daad. De voordeur van
zijn huis was ook 's nachts nimmer
op slot. Hij was een tot in het kleinste
volstrekt eerlijk man en stelde in zijn
medemensen een onbeperkt vertrou
wen. Typerend voor zijn mentaliteit
is het volgende verhaaltje, door zijn
dochter in een interview medege
deeld: „Ik herinner me dat ik een
mooie nieuwe jurk had gekregen en
die aandeed om er mee naar Zondags
school te gaan. Toen zei vader: „Zou
je je oude jurk niet aandoen? Die is
even warm en de ander kinderen
zullen het misschien prettiger vinden,
omdat ze zelf geen nieuwe jurk kun
nen krijgen". Op die manier, vervolg
de Jane Addams, plaatste vader het
probleem der armoede voor mijn
ogen en het heeft me niet meer los
gelaten".
HET IS BEGRIJPELIJK dat Jange als
jong meisje roeping gevoelde zendelinge te
worden. Daarna kwam het verlangen in
haar op als arts de armen te helpen. Zij
studeerde medicijnen, maar een langdurige
en ernstige ziekte belette haar zich te ves
tigen. Tot herstel van haar gezondheid
maakte zij een grote reis door Europa en
het was toen, tijdens een bezoek aan Lon
den, dat haar roeping plotseling helder
voor haar ogen stond. Er zijn twee lezin
gen: de ene is dat zij Toynbee-Hall bezocht
en dacht: dat voorbeeld kan ik volgen. De
tweede is dat zij van een omnibus af in het
East End van Londen het gevecht van een
groep mannen en vrouwen zag die allen
trachtten een stuk te pakken te krijgen van
een voor consumptie ongeschikte worm
stekige bloemkool die zij rauw verslonden.
Toen zou Jane begrepen hebben dat het
niet haar taak was „van boven af" hulp te
bieden aan de armen en misdeelden; dat zij
van haar bevoorrechte plaats in de samen
leving afstand moest doen en „als soldaat
moest dienstnemen in de gelederen der
menselijke ellende". En waar waren die
gelederen triester en rampzaliger dan in
Chicago, de stad die 8000 inwoners telde
in 1844 en in 1889 tot een miljoen was aan
gegroeid, waarvan drie vierde bestond uit
immigranten, Russen, Polen, Joden, Ieren,
Italianen, Zwitsers, Tsjechenonge
schoolde werklieden voornamelijk, onont-
wikkelden tevens, beladen met vooroordeel
en wanbegrip, maar ook en dat was de
grote stimulans voor Jane Addams met
de hoop, de verwachting, de droom van
honderd nationaliteiten die in de Nieuwe
Wereld de vrijheid en de voorspoed wilden
vinden, hun door de Oude Wereld ontzegd.
IN EEN DER DEPLORABELSTE WIJ
KEN van Chicago, daar waar geen Ameri
kaanse arbeider wilde wonen, huurde Jane
Addams een huis. Zij noemde het Hull-
House, naar de architect en vroegere be
woner. Hull-House moest een oase worden
in deze woestijn van menselijke verlaten
heid, ellende en verderf. Het werd inge
richt met eenvoud en goede smaak; er
kwamen boekenkasten en gemakkelijke
stoelen, een open haard en schilderijen. En
voorbeeld haar door haar vader inge
geven de deur van Hull-House was nim
mer op slot. Komt binnen, gij die hongerig
zijt en eet; komt binnen, gij vermoeiden
en rust. Dat was de leuze van Chicago's
Jane Addams
(Vervolg van pag. 1
ALVORENS TOT EEN ENIGZINS zake
lijke bespreking van de negende symfonie
te komen, besteedt de schrijver eerst tien
pagina's aan het hoe en waarom van zijn
voorkeur voor het eerst deel van deze
eerste buurthuis. Aanvankelijk stond de
bevolking natuurlijk afwijzend tegenover
deze gril ener rijke dame. Men wist niet
wat men er van denken moest en was vol
argwaan en wantrouwen. Maar de per
soonlijkheid der leidster, die er niet mee
volstond leiding te geven, doch zelf ook
de handen uit de mouwen stak, veroverde
hen weldra. En wat haar de grootste vol
doening schonk, was dat de bezoekers van
Hull-House weldra evenveel belangstelling
toonden voor haar schilderijen als voor
haar keuken. „Het is niet voor brood alleen
dat de Europese emigranten naar Amerika
zijn gekomen", placht zij te zeggen.
ALS EEN HARER VOORNAAMSTE
taken beschouwde zij het met elkaar in
aanraking brengen van de verschillende
nationaliteiten. De mensen moesten erva
ren dat verschillen in taal, in huidskleur,
in ras wegvielen, als men elkaar maar
beter leerde kennen. Niet altijd was het
gemakkelijk dergelijke contact-bijeenkom
sten te doen slagen. Eens had Jane Addams
een groep Ierse vrouwen ertoe gebracht,
een groep Italiaanse vrouwen uit te nodi
gen samen een avond in Hull-House door
te brengen. Maar de Italiaanse vrouwen,
nog vrijwel oosters in haar gebruiken,
bleven, ofschoon zij de uitnodiging hadden
aanvaard, op de avond zelf thuis en zonden
hun mannen naar de bijeenkomst. Er
dreigde een reeks van misverstanden en
vervreemdingen, tot een paar Italianen het
komische van de situatie inzagen en be
sloten de avond te redden. Ze voerden een
paar wilde Italiaanse dansen uit, ze zongen
Napolitaanse liedjes, ze vertoonden goo-
chel-trucs en gingen zelfs zo ver dat ze
Simon Vestdijk
symfonie dat hij, mèt de finale van de
zesde, als de top van Mahler's symfoni
sch oeuvre beschouwt. En in het algemeen
wekt het vèr doorvoeren van Vestdijk's
eigen methode voor het afwegen en bepa
len van waarde-verschillen ook in dit boek
een zekere wrevel op. Natuurlijk staat
daar tegenover dat een man-van-de-taal
als Vestdijk tot formuleringen kan komen
die een verfrissing brengen in het afgesle
ten muziekcritische jargon. Als voorbeeld
(onder zeer veel andere) noem ik de term
„pakhuisfinale" voor een type slotdeel
waarin motief-ontleningen uit voorgaande
delen tot een, dikwijls wat geforceerde,
apotheose moeten voeren.
VESTDIJK HEEFT in het registreren
en onder-woorden-brengen van waarde
verschillen in de muziek 'n opmerkelijke
hoogte bereikt. Men kan zich onmogelijk
schouderophalend uitlaten over hetgeen hij
te berde brengt; hij bewijst een enorme
kennis van zijn onderwerp te bezitten,
men bewondert zijn vermogen het materi
aal zelfstandig te hanteren en van een
bepaalde visie getuigenis af te leggen.
Maar het is de vraag wie er nu eigenlijk
erg gelukkig met al deze uiteenzettingen
zal zijn. De muziekliefhebber heeft genoeg
aan de sobere inlichtingen die een pro
gramma-toelichting of platenhoes hem
verstrekt. En de vakmusicus zal nog altijd
in de eerste plaats op zijn gehoor en op
het partituurbeeld zelf afgaan. Voor zover
hij daarbij gesteund wil worden door een
theoretische beschouwing, zal hij wel niet
grijpen naar een boek als dat van Vest
dijk dat door geen enkel muziekvoorbeeld
verlevendigd wordt.
Sas Bunge
de lekkernijen die de Ierse vrouwen voor
haar Italiaanse vriendinnen hadden ge
reedgemaakt, opaten en nog zeiden dat zij
ze lekker vonden ook. Op de volgende
avond kwamen de Italiaanse vrouwen wel
en deden de ontdekking die altijd weer ge
daan wordt: vreemdelingen zijn eigenlijk
heel gewone mensen, als je ze maar leert
kennen.
ZO WAS JANE ADDAMS de pionier van
het streven honderd nationaliteiten tot één
democratie samen te smelten, in de hoop
dat zo een gelukkiger mensheid zou ont
staan. Uit haar dagelijks werk vloeide on
middellijk haar strijd tegen de kinderar
beid voort; indirect haar strijd voor de
wereldvrede. Wanneer in Amerika al die
tie-ruimten waar de kunstnijverheid van
vele landen werd tentoongesteld. Buiten
Chicago ligt een landgoed waar de bezoe
kers van Hull-House een vakantie kunnen
doorbrengen. Men moet dit niet zien als
liefdadigheid, heeft Jane Addams steeds
weer betoogd: ieder betaalt aan dit alles
naar draagkracht. Het is niet de bedoeling
dat de rijken de armen opheffen tot hun
niveau, maar dat mensen leren van men
sen. De medewerkers en medewerksters
werden niet gehonoreerd, voeding en on
derdak was al wat zij ontvingen en toch
melden zich steeds voldoende helpers aan.
Velen verdienden elders en wijdden hun
vrije uren aan dit werk: de steun aan al
deze mensen die van her en der samenge
stroomd, dikwijls aangespoeld waren en
die, zo zij al een onderdak bezaten, hun
kerden naar een plekje dat wat vriendelijk
was, waar bloemen stonden en waar zij
wisten welkom te zijn.
VIJFENTWINTIG JAAR GELEDEN, in
mei 1935, is Amerika's „grand old woman"
overleden. Vijftigduizend mensen defileer
den langs haar baar, vijftigduizend mensen
gaven uiting aan hun droefheid over het
heengaan van de vrouw die als eerste, als
enige, hun de hand had gereikt, toen zij in
het vreemde land aankwamen, waarvan
zij niets wisten behalve dat zij er niet zou
den worden vervolgd om hun ras of hun
geloof, waarvan zij dikwijls de taal niet of
nauwelijks verstonden. Van Jane Addams
hebben zij geleerd hoeveel menselijke
vriendelijkheid waard is.
Buiten Chicago, in de kringen vooral
van de vele vrouwenorganisaties, is de
dood van Jane Addams gevoeld als een
zwaar verlies >n de strijd voor een beter
bewoonbare wereld, die door de vrou
wen gestreden is en gestreden zal wor
den. Deze vrouw die nooit moeder is
geweest, was voor duizenden en nog
maals duizenden vrouwen de incarnatie
van het moederschap, de moederliefde,
niet slechts voor het eigen kind, maar
voor alle kinderen dezer aarde. En
daarom stemt het zo triest, dat zij zó
volkomen vergeten schijnt.
P. H. Schröder
nationaliteiten vreedzaam naast en met
elkaar konden leven, waarom zouden de
volkeren der aarde dat dan niet kunnen?
Uitgaande van deze wat naïeve redenering
had zij de moed zich bij het uitbreken van
de eerste wereldoorlog tegen deelneming
van de Verenigde Staten te verklaren. Zij
sprak als haar overtuiging uit dat oorlog
geen middel is om vrede te bevorderen en
laadde daardoor het odium van Duitsge
zindheid op zich. Toch nodigde men haar
uit als presidente op te treden van een
internationaal vrouwenvredescongres, te
beleggen in het oorlogsjaar 1915 in de
Haagse Dierentuin. Jane Addams kwam
met veertig congressisten uit Amerika op
het laatste nippertje in Den Haag aan: de
Engelse regering had de „Noorddam" in
Dover opgehouden. Diezelfde regering had
aanvankelijk geweigerd aan Engelse vrou
wen die aan het congres wilden deelnemen
er haddden zich 180 opgegeven visa te
verstrekken. Tenslotte zijn na een inter
pellatie in het Lagerhuis toch enige vrou
wen in de gelegenheid gesteld de bespre
kingen bij te wonen. Hier, op neutraal ter
rein, spraken Engelse, Duitse, Franse en
Nederlandse vrouwen over internationale
arbitrage en beperking van bewapening,
terwijl hun zonen in de loopgraven eikaars
leven bedreigden. Ook in 1919 in Wenen en
in 1922. wederom in Den Haag, hanteerde
Jane Addams de voorzittershamer, eenvou
dig, waardig, rustig en beslist. Allerlei na
tionale en internationale vrouwencontac
ten zijn van die besprekingen het resultaat
geweest. Na 1933 is dit allemaal ver
schrompeld en verdroogd.
INMIDDELS VERWAARLOOSDE Jane
Addams Hull-House niet. Ook in de tijd
van haar grote internationale faam, ook in
1931, toen haar de Nobelprijs voor de
Vrede werd toegekend, bleef zij haar oor
spronkelijke werk trouw. Hull-House om
vatte toen twaalf grote woningen, die één
geheel vormden, een complex met een zui
gelingenkliniek, kinderspeelplaatsen, ad
viesbureaus, een schouwburg, een concert
zaal met muziekschool, leslokalen, exposi-
IN EEN GOEDKOPE uitgave brengt
DECCA (BR 3037) het trompetconcert
in Es van Haydn en het Fluitconcert
in D, KV 314, van Mozart. Een bijzon
der aardige plaat van deze twee klas
sieke concerten voor blaas-instrumen-
ten, niet in de laatste plaats om de
goede en smaakvolle samenwerking
tussen de solisten en het Orchestre de
la Suisse Romande, onder leiding van
Ernest Ansermet. De trompettist Pao
lo Longinotti spreidt een opgewekte vir
tuositeit ten toon, en overwint enkele
ornamentale, weinig trompettistische,
passages met groot gemak; in het lang
zame deel verwijdt hij de grenzen van
zijn instrument tot een bijkans bemin
nelijke lyriek. De fluitist André Pepin
munt uit in het Fluitconcert van iVIo-
zart oorspronkelijk voor hobo ge-
schi-even door een dunne, „Franse"
toonvorming waarmee hij echter een
zeer genuanceerde voordracht bereik
te. Alles bijeen dus een plezierige plaat
in de midden-prijsklasse.
ZOETGEVOOISDE strijkersklanken
uit het gebied der Russische romantiek
vindt U op MERCURY MM A 11091,een
ook opname-technisch zeer goed geluk
te opname. Het strijkorkest van de
Philharmonia Hungarica, een orkest
dat gevormd is uit naar het Westen
uitgeweken Hongaarse musici, laat on
der leiding van de Hongaars-Ameri
kaanse dirigent Antal Dorati horen de
populaire Serenade in C van Tsjaikofs-
ky (met de geliefde Wals en Elegie die
men dikwijls afzonderlijk hoort uitvoe
ren), gekoppeld met de Variaties over
een thema van Tsjaikovsky, van de
hand van diens late tijdgenoot Antonin
Arensky. Allebei probleemloze, bij uit
stek melodieuze muziek waarvan het
beluisteren geen enkele eis stelt aan on
ze vermogens tot aandacht en concen
tratie; ook zachtjes op de achtergrond
kabbelend een stemmige en beschaaf
de omlijsting after-dinner. Arensky was
een academisch wèl-ontwikkelde epi
goon van de reeds zo verwesterde
Tsjaikofsky. Zijn variaties zijn vlekke
loos van verwerking en instrumentatie
en bij eerste aanhoren innemend. De
vertolking door de Hongaarse strijkers
Hieronder worden opnamen besproken van
soloconcerten voor blazers van Haydn en Mo
zart, werken voor strijkorkest van Ts.iaikofski
en Arensky en balletmuziek van Prokofjef.
onder Dorati heeft die kwaliteit van
perfecte gepolijstheid die door de Ame
rikaanse, of Amerikaans-geworden di
rigenten met zoveel succes wordt be
oefend. Het is een stijl die deze post-
Biedermeier-muziek bepaald niet mis
staat.
RUSSISCH IN EEN moderner idioom
vindt men op VOX PL 9180; het groot
ste gedeelte van de plaat wordt in be
slag genomen door een Suite uit het
ballet „Chout" van Prokofjef. Deze
componist is in de catalogussen der
platenmaatschappijen goed vertegen
woordigd met vier van zijn vijf piano
concerten, de beide vioolconcerten,
twee symfonieën, het celloconcert, als
mede een aantal andere orkestwerken
en ook kamermuziek. Blijkbaar zien de
producenten in zijn virtuoos-geschre
ven, gemakkelijk aansprekende en ook
wel „eigen" muziek afzetmogelijkhe
den. Men kan er over twisten of het
talent van de componist een dergelijke
belangstelling rechtvaardigt. Er is bij
Prokofjef altijd bijzonder weinig achter
de noten gaande, en de geneugten dei-
speelsheid vindt men bij hem meestal
in de vorm van zelfspot en bizarrerie
die net genoeg „modern" aandoen om
de afkomst van bepaalde romantische
patronen te verhullen, en toch ook weer
niet modern genoeg om de gedachte
aan iets waarlijk nieuws te doen op
komen. De balletmuziek bij „Chout" is
typerend voor deze overgangsfiguur en
men vindt in dit uit 1915 daterende
werk dezelfde vermenging van het bur-
lesk-capricieuze met het stoere en ly
rische als in het bekende eerste viool
concert en de opera „De liefde der drie
sinaasappelen," beide uit dezelfde pe
riode. Opvallend is hier en daar de ver
wantschap met Strawinsky (Petroesj-
ka). De tweede plaatzijde wordt ge
completeerd door een uit de Russische
film „Luitenant Kijé" samengestelde
suite. Deze vijf klankschilderende,
boertige stukken doen enigszins denken
aan de Hary Janos-suite van Kodaly, al
klinken ze iets minder smeuig. De uit
voering van beide werken door het Pa-
rijse Philharmonia Orkest onder Jascha
Horenstein verenigt clownerie, bra
voure en pathos, in de geest van de
auteur.
Sas Bunge
(Van onze weerkundige medewerker)
OOK IN ONS LAND is af
en toe in de zomermaanden
sprake van een tropische
regenval waarbij in korte
tijd grote hoeveelheden wa
ter vallen. Het is begrijpe
lijk dat men onder anders
bij de aanleg van riolerin
gen, draineringen, afwate
ringssystemen, aanleg van
putten en dergelijke dik
wijls geïnteresseerd is in de
mogelijke maximumregen
val in bepaalde tijdsduur.
Hierdoor worden door het
K.N.M.I. te De Bilt zclf-
registrerende regenmeters
(pluviografen) gebruikt
waarmee de intensiteit van
de regen op een bepaald
tijdstip nauwkeurig kan
worden gemeten. Voor het
meten van regensommen
over bijvoorbeeld een et
maal bewijst de normale
regenmeter goede diensten
Zo behoren een intensiteit
van 4 mm regen per minuut
en een etmaalsom van ruim
200 mm momenteel in ons
land tot de records. Het is
moeilijk om een antwoord
te geven op bijvoorbeeld de
vraag welke maximum
hoeveelheid regen kan in
vijf minuten of een half uur
worden verwacht, want de
natuur stelt ons ieder ogen
blik voor een nieuwe ver
rassing. Was bijvoorbeeld
de dagregensom (24 uur)
van 128 mm in Schagen ge
meten in 1930 gedurende
achttien, jaar een record
voor ons land, dit cijfer
werd in augustus 1948 door Voorthuizen
(Veluwe) overtroffen met 80 mm want de
etmaalsom kwam daar op 208 mm. Gaan
wij uit van gegevens die tot op heden be
kend zijn dan kan het K.N.M.I. zeker vrij
nauwkeurige richtlijnen geven van welke
men bij aanleg van werken gebruik kan
maken. Nemen wij eerst de intensiteit on
der de loep dan blijkt dat een regenval
van 1 mm per minuut, hetgeen overeen zou
komen met 30 mm per half uur al tot een
zeer zware regen kan worden beschouwd
waarbij in de meeste steden de straten bij
grote delen blank komen te staan. Nu du
ren bijzonder zware regens (in de volks-
weerkunde vaak wolkbreuken genoemd) in
de regel niet lang. Zo komt bijvoorbeeld
een regenval van meer dan 35 mm in een
half uur in ons land gemiddeld ééns in de
vijftig jaar voor. Meer dan 15 mm in 10 mi
nuten wordt gemiddeld eens in de tien jaar
gemeten. De grootste hoeveelheid regen
die er tot nu toe in een uur in Nederland
viel ligt tussen 50 en 60 mm. Elke mm komt
overeen met 1 liter water op een vierkante
meter.
LANGE TIJD HEEFT de zware regen
val van 7 juli 1936, wat de intensiteit be
treft, als een record voor ons land bekend
gestaan. Er viel die middag in Amsterdam
(Hortus Botanicus) 53 mm waarvan 42 mm
in dertig minuten en zelfs 10 mm in drie
minuten hetgeen een intensiteit van 3.3 mm
per minuut betekende. Het bestaande re-
Aan het tijdschrift Hemel en Dampkring
van juni 1952 ontlenen wij dit kaartje dat
de regenval weergeeft tussen 14 juli 8 uur
en 15 juli 8 uur in 1930 gevallen. Op
merkelijk is de strook van grote dag
sommen pal achter de duinen van Alk
maar tot Goeree met een maximum in de
omgeving van Lisse waar ruim 60 mm.
viel.
cord van 3.0 mm per minuut, te Nijmegen
gemeten, werd toen gebroken. Een nieuwe
bewerking van de pluviograaf-registratie
betreffende de zware regen op 14 juli 1930
te Lisse waargenomen, dit door dr. C. Le
vert van het K.N.M.I., bracht aan het licht
dat daar een intensiteit van ongeveer 4 mm
per minuut moet zijn voorgekomen. Daar
bij valt het water werkelijk met bakken
vol uit de lucht. Ook de bijzonder zware
bui van 9 augustus 1951 gaf in Amsterdam
op de filiaalinrichting aan Het IJ een in
tensiteit van 3.5 mm per minuut. Resu
merend kan worden gezegd dat een inten
siteit van 2 mm per minuut al tot de bij
zonderheden mag worden gerekend.
STAPPEN WIJ NU OVER op de neer
slag berekend op wat langere termijn, na
melijk dagsommen, dan zien wij dat gemid
deld in ons land eens in de tien jaar ergens
in Nederland een dagsom van 100 mm
wordt overschreden. Eerst hier nog een
pa?'- cüfers van grote hoeveelheden in een
kortere tijd zoals 86 mm in een uur op
15 juli 1932 in Groningen, 30 mm in een
kwartier te Stramproy op 31 juli 1944. Hier
volgen de dagsommen van meer dan 100
mm die tussen 1866 en heden in ons land
zijn gemeten: 1. 208.0 mm, 3 augustus 1948
Voorthuizen (G.)2. 128.5 mm, 3 juni 1930
Schagen (N.H.); 3. 126.0 mm, 15 juli 1915
Uithuizen (Gr.); 4. 123.7 mm, 4 juli 1952
Steenbergen (N.B.); 5. 117.2 mm, 4 juli 1952
Mookhoek (L.)6. 117.0 mm, 8 augustus 1918
Ruinen (Dr.); 7. 112.0 mm, 4 juli 1952 Nu-
mansdorp (Z.H.); 8. 110.0 mm, 3 augustus
1948 Putten (G.); 9. 109.4 mm, 11 augustus
1877 (Hollum (Fr.); 10. 109.3 mm, 12 juli
1942 Sappemeer; 11. 105.3 1 augustus 1951
Boskoop (Z.H.); 12. 101.5 mm, 4 juli 1952,
Klundert (N.B.); 13. 102.0 mm, 4 juli 1952
Oud Alblas (Z.H.); 14. 100.6 mm, 8 juli 1906
Veldhoven (N.B.); 15. 100.5 mm ,4 juli 1914
Megen (N.B.).
Ook dit jaar werd op de ochtend van
9 juli met 95 rnm te Pieterzijl (Gr.) de 100
bijna bereikt. Een record over de hele
maand staat op naam van Zandvoort waar
in oktober 1932 321.4 mm regen viel, op
de tweede plaats Voorthuizen met 292.4 mm
in augustus 1948 gemeten waaraan die bij
zonder grote dagsom van 208 mm (tot dus
ver een record) debet is.
HET K.N.M.I. HEEFT, over het gehele
land verspreid, ruim 325 regenmeters op
gesteld. De laatste jaren, nadat er eenvou
dige en goedkopere regenglazen in de han
del zijn gekomen met een millimeterschaal,
hebben ook tal van amateurs, landbou
wers. tuinders enz. een eigen regenmeter in
hun tuin. Dit aantal overschrijd momen
teel de 2000 in ons land zodat wij steeds
beter op de hoogte komen van extremen
betreffende de buien en de regenval. De
natste maanden zijn in het binnenland juli
en augustus met 75 tot 90 mm neerslag,
in de kustprovincies zijn de herfstmaanden
met 70 tot 80 mm de natste maanden. Le
zers die zich voor zware buien en de
regenval in het algemeen interesseren kun
nen wij adviseren een eenvoudig regenglas
aan te schaffen en dit op een open plek
in de tuin te plaatsen.
Twee deskundigen van het adviesbureau
voor ingenieurswerk in het buitenland Ne-
deco hebben kortgeleden op verzoek van
de Unesco een door het ministerie van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen ge
subsidieerd onderzoek ingesteld naar de
mogelijkheden om de Egyptisch-Nubische
oudheidkundige monumenten in het Asoe-
andam-gebied voor inundatie door 't Nijl-
water te behoeden. Zij zullen over enkele
weken een rapport over hun bevindingen
uitbrengen.
Ir. C. Th. de Beaufort en de geoloog C.
Vouthe hebben op het Nijl-eiland Philae,
waar een belangwekkende verzameling
tempels en monumenten waaronder de
beroemde tempel van Isis uit de Ptole-
meïsche periode van 380 v. Chr. tot 80
n. Chr. staat, waarnemingen gedaan. Ten
einde dit eiland te behoeden voor het wa
ter, dat door de grote Assoeandammen
zal worden opgestuwd, zal volgens de
Unesco een kunstwerk van dijken moeten
worden opgebouwd.
Negen maanden per jaar verdwijnen de
oudheidkundige schatten hier onder het
water, dat bij de kleine Assoean-dam
wordt opgestuwd. De monumenten hebben
voorlopig niet al te zeer te lijden van de
ze inundatie, maar deze situatie zal vol
gens de Unesco verergeren, wanneer het
Assoeanproject zal zijn voltooid, en het
eiland tussen de bestaande en de nieuwe
stuw-dammen zal komen te liggen. Binnen
drie jaar zal de overstroming van Philae
het gehele jaar door constant zijn.