Venetiaans filmfestival handhaaft
bijzondere karakter
Zie Boven
ECHO: van sikkel tot vol
Publiek maakt er zo nu en dan
een soort Prinsjesdag van
J. C. TADEMA
NEGENTIG JAAR
Het Nederlands Dans
theater in het nieuwe
seizoen
De negen muzen
„CYPRIENNE" VAN SARDOU BIJ
DE NEDERLANDSE COMEDIE
N.Ph.O. beëindigde
de zomerserie
Jongeren van Rotterdams Toneel gaan
moderne werken opvoeren
Studentenfilmfestival
in Amsterdam
4
E t
VERHOLLANDST BOULEVARDTONEEL
Meer moderne werken bij
het Brabants Orkest
Kerkelijk Nieuws
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1960
(Van onze medewerker Jan Koomen)
LIDO Dl VENEZIA In de overvloed
van filmfestivals blijft de Venetiaanse
Mostra Internazionale d'Arte Cenemato-
grafica", oftewel „internationale tentoon
stelling van cinematografische kunst" zich
onderscheiden.
Dit jaar zijn er, nauwelijks vijf maan
den voor het festival moest beginnen, moei
lykheden geweest: de keuzecommissie
trad namelijk en bloc af als protest tegen
het feit, dat de directeur van het festival
werd vervangen door een ander. Van de
nieuweling, dr. Emilio Lonero, verwachtte
men minder tolerantie ten aanzien van de
inhoud der films dan van de vorige direc
teur, die inderdaad gestruikeld is over
de toelating in 1959 van een Franse film,
welke nogal wat stof heeft doen opwaaien
en ook in Nederland de keuring nog steeds
niet heeft kunnen passeren: „Les Amants".
De selectiecommissie en met haar een aan
tal organisaties op filmgebied, zoals die
der critici en die der filmauteurs, bene
vens een aantal dagbladen, vreesde dat
strengere morele maatstaven het artistieke
peil van het festival zouden aantasten. Op
het ogenblik, dat ik dit artikel verzend,
is het nog niet te zeggen of dit festival
in artistiek opzicht minder aan de nor
men zal voldoen dan in moreel opzicht,
maar ik elk geval is er althans gestreefd
naar een programma van artistiek niveau.
Italiaanse „nouvelle vague".
Hoe men zo in allerijl, aan het eind van
het festivalseizoen, nog een veertien films
bijeen heeft gekregen, waarmee men voor
het zeer critische internationale forum kan
treden, mag een raadsel heten, temeer om
dat de ruzie nog steeds doorgaat. Mis
schien vindt men een deel van de oplos
sing van dat raadsel in het feit, dat in
Italië zelf, evenals in Frankrijk het geval
is, in de laatste tijd een „nouvelle va
gue" een golf van jonge filmers naar vo
ren is gekomen, hier waarschijnlijk als
reactie op de al te kinderlijke zogenaam
de „massaproducties" over historische fi
guren uit het begin van onze jaartelling,
een filmgenre dat in de laatste tijd in de
Italiaanse cinematografie hoogtij vierde.
Van zulke jonge Italiaanse filmers heeft
De eerste ontmoeting, die ik met de
heer J. C. Tad,erna had, vond plaats in
zijn huis op het Nassauplein, in het jaar
1920.
De sollicitanten, waaronder mijn per
soon, naar de betrekking van leraar aan
.de Toonkunstmuziekschool, warén uit
genodigd in het studeervertrek van de
heer Tadema proeven van bekwaamheid
af te leggen.
Hierbij waren de directeur der muziek
school, de heer A. de Vogel en andere
deskundigen aanwezig.
Nog heel goed herinner ik mij, dat de
heer Tadema mij verschillende vragen
stelde over versieringen, die in de door
mij gespeelde chromatische fantasie en
fuga van Bach voorkwamen. Deze vragen
getuigden niet alleen van grote deskun
digheid, maar bewezen tevens dat hij deze
moeilijke materie van verschillende zijden
had bestudeerd.
Onmiddellijk viel het mij op, dat hij
een andere mening dan de zijne ten volle
kon waarderen. De heer Tadema had een
grote en warme belangstelling voor de
muziek; hij was een uitstekende pianist
en voortreffelijke begeleider, voor wie
zelfs een kunstenaar als Dirk Schafer,
wiens liederen de heer en mevrouw Ta
dema dikwijls vertolkten, oprechte be
wondering had.
Bovendien was de heer Tadem,a een
knap theoreticus, die de harmonieleer en
aanverwante vakken grondig had bestu
deerd. De sonates van L. v. Beethoven
(hij was hiervan een vootreffelijke ver
tolker) hadden weinig geheimen voor
hem.
Als componist heeft de heer Tadema
verschillende zeer goede liederen ge
schreven.
Voor het muziekonderwijs had hij een
grotebelangstelling.
Als voorzitter van het bestuur van de
muziekschool heeft de heer Tadema vele
moeilijkheden moeten overwinnen, onder
andere toen na het overlijden van de
directeur van de school, de heer Willem
Robert, het zeer moeilijk bleek een op
volger te vinden. Tezamen met de heer
Emrik gaf hij toen vele uren van zijn vrije
tijd aan de school, hij nam de spreekuren
van de directeur waar en deelde, in over
leg met de weinige leerkrachten die toen
nog aan de school verbonden waren, de
nieuwe leerlingen in.
Hij heeft hierbij dikwijls merkwaardige
ervaringen opgedaan.
Een enkele gebeurtenis: Een meisje
kwam op het spreekuur om zich als leer
linge van de school te laten inschrijven.
Op de vraag van de heer Tadema wat
zij gespeeld had, antwoordde de aanstaan
de leerlinge: „Bij mijn lerares heb ik
alle sonates van v. Beethoven op het
rijtje af gestudeerd".
Na het voorspelen kwam de beslissing:
„U kunt uw lessen in de elementaire af
deling voortzetten."
Als voorzitter van de Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst (afd. Haar
lem) verzorgde hij met zijn bestuursleden
gedurende vele jaren de concerten en
zanguitvoeringen van deze afdeling.
Als vice-voorzitter van het hoofdbestuur
heeft hij zeer veel bijgedragen tot bloei
van het muziekleven in ons blad.
Wanneer wij dit overdenken is een woord
van oprechte dank voor alles wat door
deze zeer begaafde man voor het muziek
leven in Haarlem en elders werd gedaan
zeker op zijn plaats. Hij heeft zijn zoon
Jelt-e, de huidige voorzitter van Toon
kunst en zijn dochter Greet tot uitstekende
instrumentalisten (resp. piano en viool)
zien opgroeien.
Zeer van harte hopen wij, dat hij nog
véle jaren in goede gezondheid van zijn
rust zal mogen genieten
Hij heeft dit ten volle verdiend.
Piet Vincent
het festival niet minder dan drie werken
voor de internationale wedstrijd geaccep
teerd! Er is in de wedstrijd nog een vierde
Italiaanse film, van Visconti.
De belangstelling van het publiek is op
het Lido iets geringer dan op andere festi
vals waar te nemen is. Dat heeft minder
te maken met de gelijktijdig gehouden
Olympische Spelen in Rome al nemen
die in de Italiaanse pers natuurlijk een
groot deel van de ruimte in beslag
dan met de omstandigheid, dat het Lido
circa twintig minuten varen is van Vene
tië zelf, dat op dat Lido het festival-cen
trum, het Palazzo del Cinema, dan nog
enigszins afgelegen is en dat bovendien de
galavoorstellingen aanvangen op een uur,
waarop de gewone man al over slapen
gaan begint te denken. Niettemin waren
er op de openingsavond toch duizenden
op de been, zodat de mensen vele rijen
dik stonden op de korte afstand tussen
het hotel waarin de filmsterren logeren en
het Palazzo del Cinema. Nu is zulk een
openingsvoorstelling inderdaad een uiterst
attractieve geschiedenis, want dan rijden
er carabinieri in mooie witte uniformen
te paard, dan staan er andere carabinieri
in nog mooiere gala-uniformen met steek
en degen roerloos bij de ingang en in de
hal van het Palazzo, dan zijn radio, tele
visie en filmjournaal present met came
ra's, microfoons, technici en vlugge pra
ters, die voor blikseminterviews zorgen en
vooraldan kan men tal van filmsterren
van dichtbij zien. Wij in Nederland plegen
nogal nuchter te zijn als het gaat om het
bekijken van filmsterren, maar bij het
festival in Italië veroorzaakt de komst van
filmberoemdheden een soort Prinsjesdag
feestelijkheid. Er waren dan ook filmster
ren van de eerste grootte, zoals Folco Lul-
li, Giulietta Masina, Serge Bondarsjoek, en
velen van wat mindere grootte, die toch
stormen van enthousiasme verwekten, zo
als Cyd Charisse, Zizi Jeanmaire, Rossan-
na Schiaffino, enz. Zo vormden zich bij
voorbeeld hier en daar onder het publiek
hele spreekkoren om de mooie Rossanna
(van wie bij ons vrijwel niemand ooit ge
hoord heeft) te bewegen, althans éven de
kant van dat publiek uit te kijken.Op
de volgende dagen concentreerde de be
langstelling zich om Curd Jiirgens, Belinda
Lee, Shirley MacLaine, enz.
In de avondvoorstellingen, waarin avond
toilet steeds verplicht is, zijn vrijwel steeds
de regisseur en de hoofdrolspelers van de
te vertonen film aanwezig. Ze verschijnen
niet op het toneel, maar het publiek ap
plaudisseert met min of meer nadruk in
de richting van hun logeplaatsen. Alleen
in die avondvoorstellingen lopen de films,
die toegelaten zijn tot de internationale
wedstrijd. Overdag zijn er vertoningen van
andere films, die ofwel artistiek wat min
der belangrijk zijn dan wel reeds op een
ander festival vertoond werden, zoals bij
voorbeeld Ben Hur. Waarom Herman van
der Horsts Fa ja Lobbi daarbij ontbreekt
is mij niet duidelijk dat werk zou stel
lig geaccepteerd zijn en omdat ook het
Venetiaanse festival niet alleen een artis
tieke manifestatie is, maar bovendien een
centrum van de internationale filmhandel,
had men die gelegenheid m.i. moeten aan
grijpen. Er lopen overigens overdag soms
films, waarvan men zich verwondert, dat
ze niet voor de internationale wedstrijd zij
verkoren. Enfin, smaken verschillen nu
eenmaal.
Overdag zijn er ook persconferenties en
recepties. Persconferenties waren er tot
nu toe o.a. van de Tsjechen, die 'n prach
tige, poëtische film vertoonden, De Witte
Duif waarop ik nog hoop terug te ko
men, als ik in een tweede artikel een
aantal van de filmische hoogtepunten van
het festival zal bespreken van de Joe-
goslaven, die het ditmaal met een film
over de atoomoorlog echt lieten afweten,
van de Duitsers, wier film Schachnovelle
(Een verhaal over het schaken) nogal te
genviel, maar wier hoofdrolspeler, Curd
Jürgens, een gevat debater bleek, van de
Amerikanen, die een gezellige comedie ver
toonden, The Apartment, met Shirley Mac
Laine. Shirley, een zeer apart type, zonder
de gewone Amerikaanse „glamour", maar
every inch een persoonlijkheid", vertoon
de in haar persconferentie die charmante
mengeling van zelfverzekerdheid en verle
genheid, waarvan zij het geheim lijkt te
bezitten. Ze gaf zeer gevatte antwoorden,
maar meestal pas na enig nadenken. We
kregen een prima indruk van haar, maar
toen ze moest antwoorden op de vraag,
waarvoor ze buiten de film om, belangstel
ling heeft, sloeg ze net even de plank mis:
„Voor alles, de mensen, de politiek en de
wetenschap" zei ze! „De wetenschap"
was net teveel
Twee hoofdfiguren uit „De witte duif",
waarmee de Tsjechen te Venetie de
beste indruk maakten.
Het tweede seizoen van het Nederlands
Danstheater wordt geopend met een voor
stelling in de Rotterdamse schouwburg op
donderdag 15 september. Per 1 septem
ber 1960 maken Hans van Manen, Gérard
Lemaitre, Mabel Alter en Han Ebbelaar
deel uit van het gezelschap, dat in het
aanstaand seizoen uit twintig dansers zal
bestaan. Hans van Manen, die als danser
en choreograaf aan het Danstheater ver
bonden is, heeft van de gemeente Amster
dam opdracht ontvangen om een ballet te
ontwerpen dat in december bij het dans
theater in première zal gaan. De kos
tuums en decors van dit ballet getiteld:
„Orpheus en Euridyce",, worden ontwor
pen door Jean-Paul Vroom.
Gérard Lemaitre is als solist verbonden
geweest agn het gezelschap van Roland
Petit in Parijs. Mabel Alter is eerder ge-
engageerd geweest bij het Nederlands Bal
let en het ballet van de Nederlandse Ope
ra. Voorts was zij gedurende één seizoen
werkzaam in Italië. Han Ebbelaar heeft
zijn eerste opleiding ontvangen aan de
Scapino Balletschool en is in het afgelo
pen seizoen als leerling aan het Dans
theater verbonden geweest.
Het Nederlands Danstheater zal een
groot aandeel hebben in de film „Destina
tion Universe", een gedramatiseerde do
cumentaire over de metaalindustrie van
de cineast Jan Schefer, waarvoor Rudi
van Dantzig opdracht kreeg choreogra
fieën te ontwerpen. Jaap Flier is al ruim
een maand in Stockholm, waar thans de
opnamen plaatsvinden van een Zweedse
balletfilm, waarin hij de hoofdrol vertolkt.
Medio september zal Jaap Flier naar Hol
land terugkeren.
In het seizoen 1959-60 werd een reper
toire opgebouwd van eenentwintig ver
schillende balletten. Naast vier klassieke
pas de deux werden vier balletten door
buitenlandse choreografen ingestudeerd
(door Anna Sokolow en Ivo Cramér); de
overige dertien balletten werden door
eigen medewerkers ontworpen en bij het
Danstheater ingestudeerd.
Kröller-Müller. De directeur van het
Kröller-Müller Museum te Otterlo heeft
besloten de tentoonstelling Vorm en Kleur
in Beeldhouwwerken uit Afrika en Ocea-
nië te verlengen tot 12 september.
Z 3
Blote ogen kunnen
ook scherp zien. Iemand
die bepaald geen des
kundige is op astrono
misch gebied, maar
blijkbaar wel een goede
waarnemer, had in de
gaten gekregen dat de
ballonsatelliet Echo
's avonds helderder
scheen te worden naar
mate zij op haar tocht
langs het firmament
oostivaarts vorderde.
Helemaal niet gek
voor een amateur de
man heeft namelijk ge
lijk. Wie geen sterke
telescoop ter beschikking
heeft om zo te kunnen
vaststellen dat de Echo
bij haar opkomst een
sikkel is en gaandeweg
via half naar vol loopt,
kan door het bekijken
van bijgaand schetsje
zien, hoe de helderheids-
wisseling van deze
kunstmaan in haar werk
gaat.
In deze tekening be
vindt de waarnemer zich
op de plaats van het
zwarte driehoekje. De
flauw gebogen lijn stelt
het aardoppervlak voor.
Op de plaats waar onze
waarnemer staat, is de
zon kort tevoren onder
gegaan; voor hem is het
dus avond geworden,
zoals blijkt uit het feit,
dat hij zich op het be
schaduwde deel van de
aarde bevindt.
De pijlen rechts geven
de richting aan, waaruit
de zonnestralen komen.
De kleine cirkel, drie
keer getekend, is de
Echo. De ballon wordt
voor de helft door de
zon beschenen, de
andere helft is donker.
Bij E 1 is de Echo in de
positie waarin onze
waarnemer hem ziet op
doemen uit de nevelen
boven de horizon. Hij
kijkt tegen een groten
deels donkere ballon
helft aan. De schijn
gestalte waarin de satel
liet zich aan hem voor
doet is die van een
sikkel.
Een paar minuten la
ter neemt onze kunst
maan de positie E 2 in;
zij bevindt zich voor de
waarnemer nu hoger aan
de hemel en hij ziet nu
veel meer van het ver
lichte deel ervan. In een
sterke telescoop zou de
satelliet zich vertonen
als een schijfje, waarvan
de helft verlicht is, zoals
de maan bij Eerste
Kwartier.
In de derde fase, hier
getekend (E 3), is de
ballonsatelliet alweer in
oostelijke richting aan
het verdwijnen. Maar
het valt de waarnemer
op, dat het stipje ge
ruime tijd zichtbaar
blijft, ook al neemt de
afstand tot zijn oog
voortdurend toe. Met
het groeien van die af
stand wordt namelijk de
hoek waaronder de
satelliet de zonnestralen
naar het oog van de
waarnemer kaatst steeds
scherper; met andere
woorden: de schijnge
stalte van de satelliet is
nu practisch die van een
volle (kunst-) maan ge
worden. Daardoor is
haar schijnsel aanzien
lijk helderder dan toen
zij, een kwartier tevo
ren, op dezelfde afstand
van de waarnemer, in
het westen zichtbaar
werd.
G.
v.VLj
VOOR DE MARY DRESSELHUYS-FANS (waar ik mijzelf met hartstocht toe
reken) heeft de Nederlandse Comedie gisteravond weer eens een intiem feest
georganiseerd. Dat had plaats in het De la Mar-theater in Amsterdam, tijdens de
première van Victorien Sardou's „Cyprienne". Wie de aankondigingen had ge
lezen en leergierig in het verzameld werk ging snuffelen kwam bedrogen uit.
Het oorspronke stuk heet „Divorgons"!, wat in het Nederlands iets had kunnen
worden als „Scheiden maar!". Maar Mary Dresselhuys, die het stuk en op het
eerste gehoor heel goed vertaalde moét geméend hèbbén dat dat na tachtig jaar
nog altijd te frivool en te zuiderbuurachtig zou.klinken.
En dat brengt ons meteen tot ons enige
belangrijke bezwaar tegen de voorstelling.
Het stuk behoort namelijk tot het meest
typische boulevardtoneel, waar men met
een zekere veronachtzaming van details
in een razend tempo naar een aantal hoog
tepunten toespeelt. Bij confetti gaat men
ook niet ieder vlokje apart bekijken. Met
oer-Noordhollandse degelijkheid heeft re
gisseur Ko van Dijk echter ieder zinnetje
en ieder stiltetje zitten uitregisseren: hij
vulde alles aan met kluchtige gebaartjes
en intonatietjes, knipoogjes etcetera. Het
HET NOORDHOLLANDS Philhar-
monisch Orkest verzorgde donderdag
orfder leiding van Marinus Adam het
zevende, laatste concert van de zomer
serie. Het programma bevatte drie wer
ken, alle van een schilderachtige, bevat
telijke romantische herkomst. Allereerst
de „Meistersinger '-ouverture van Wag
ner waarvan de verschillende onderdelen
door de dirigent goed tegen elkaar waren
afgewogen, zodat het pompeuze, het
amoureuze en het ambachtelijke element
ieder voor zich en in vereniging duidelijk
tot hun recht kwamen. Wel had men te
kampen met het bekende euvel dat uit
een te geringe bezetting van het strij
kerskorps voortkomt: waar het koper een
bijzonder triomfantelijke noot aan een
climax verleende, werden de strijkers
met hun tegenstemmen bijna geheel
overstemd. Maar daarvan kan men uiter
aard noch de dirigent, noch het orkest
een verwijt van maken.
De pianist Willem Hielkëma. was de so
list van de avond in het populaire piano
concert van Grieg. Hij is een leerling van
Cor de Groot, een pianistische afstamming
die men kon opmerken aan de gave tech
niek, de ietwat metalige aanslag en de
allure van de voordracht. Het is moeilijk
dit eertijds zo veelgespeelde pianoconcert,
dat inmiddels als folkolristisch-getinte va
riant van het zogenaamde Leipziger aca
demisme (Mendelshon en Schumann)
zijn fleur wel wat verloren heeft, nog
tot een belevenis te maken. Het elan van
de pianist en het goed sluitende samen
spel met het orkest vergoedden echter
veel, al had de klank in de lyrische pas
sages wellicht wat glanzender en inne
mender kunnen zijn.
Beethoven's zesde symfonie, de „Pasto
rale", besloot dit concert. Adam had ge
lukkig het inllustratieve element niet te
zeer aangedikt, zodat men een uitvoering
kon horen die, zonder het pittoreske ge
heel te ontberen, zich onderscheidde door
een behoud van de zuiver-symfonische
waarden.
En hiermee is de serie zomerconcerten
van ons orkest weer ten einde. Het wach
ten is nu op de opening van het nieuwe
abonnementsseizoen op 4 oktober aan
staande. Maar eerst krijgt men nog de
gelegenheid om met een zestal orkest-
Rotterdams Toneel is het nieuwe seizoen
ingegaan met Ton Lutz en Abraham van
der Vies als directie en de eerste ook als
regisseur. Tevens zullen regie voeren Max
Croiset, Pim Dikkers en Luc Lutz. In de
plaats van Karl Guttmann zal geen
nieuwe dramaturg worden benoemd. De
regisseurs zullen samen met de directie
en de acteur Steye van Brandenburg zijn
taak overnemen.
Ina van Faassen zal nog tot het eind
van dit jaar aan het gezelschap verbonden
blijven. Daarna gaat zij naar Ensemble,
waaraan ook haar man verbonden is. Het
optreden van Elisabeth Andersen kan pas
het volgend jaar worden verwacht.
Uit de jongeren van Rotterdams Toneel
is een werkgroep gevormd, ontstaan na
het succes in januari van dit jaar met de
lezing van Genêt's „Het Balcon". Zij
streeft naar een viertal opvoeringen, die
door hun aard of door de voorstelling een
min of meer experimenteel karakter dra
gen. Deze groep wordt geschraagd door
Hans Croiset, André van den Heuvel, Onno
Molenkamp en Hans Boswinkel. Reeds is
in studie „De Gelijkbenigen" van Piet
Sterckx. De première ervan zal waar
schijnlijk 's middags op 1 oktober gaan.
Omdat de groep er in de eerste plaats
naar streeft Nederlands werk te brengen,
heeft men ook op het oog een nieuw stuk
van Eric Schneider. Voorts is nog gedacht
aan „Les Nègres" van Genét. De groep
zal spelen in het nieuwe repetitielokaal
van „Rotterdams Toneel", dat tot een
klein intiem theatertje voor negentig toe
schouwers is te maken. De leden van de
groep zullen zich op uitnodiging van de
Rotterdamse Kunstcommissie voor de
Jeugd belasten met het geven van een
twintigtal voordrachten voor de jeugd.
Rotterdams Toneel heeft nog meer plan
nen. Het wil zoals Ensemble dat al
doet een eigen periodiek gaan uitgeven,
waarvan de naam echter nog niet vast
staat. Daarin zal de aandacht gevestigd
worden op komende premières en op bij
zondere voorstellingen van andere gezel
schappen in ons land.
Voor dit jaar staan de premières van
het gezelschap reeds vast Op 17 septem-
werken van eigen bodem kennis te ma
ken tijdens een geheel aan de Neder
landse muziek gewijd concert, dat zal
plaats hebben op dinsdag 20 september,
ter gelegenheid van 't 50-jarig bestaan van
het Genootschap van Nederlandse Compo
nisten.
Sa-s Bunge
ber gaat het blijspel „Huwelijkslessen"
(The Marriage-go-round) van Leslie Ste
vens, op 14 oktober het toneelspel „L'an-
née du Back" van J. A. Lacour. Verder
wordt in studie genomen „De eeuwige
Echtgenoot" (L'Eternel Mari) naar Dosto-
jewski's roman bewerkt door Jacques
Mauclair, „Le Jeu de l'Amour en du
Hassard" van Marivaux, een toneelspel
van Robert Bolt „A Man for all Seasons"
en een blijspel van N. F. Simpson „One
way Pendulum". Over een nieuw stuk van
Hugo Claus wordt nog onderhandeld. Ten
slotte wordt nog gedacht aan een klassiek
stuk.
Het Brabants Orkest heeft zijn plan
nen voor het nieuwe seizoen gepubliceerd.
Het orkest zal zich meer dan andere jaren
op de vertolking van werken van heden
daagse componisten gaan toeleggen. Onder
meer zullen worden uitgevoerd de werken
die Otto Ketting en Hans Kox hebben ge
schreven in opdracht van het vijftig jaar
bestaande Genootschap van Nederlandse
Componisten, de psalm, die Louis Toe
bosch gaat schrijven ter gelegenheid van
de officiële opening van de stadsschouw
burg te Tilburg in 1961 en het „Musische
Spel", dat door Herman Strategier ge
componeerd is ter uitvoering bij het af
scheid van de burgemeester van 's Her
togenbosch.
Voor het eerst zullen twee Brabantse ko
ren in de programma's van het orkest wor
den ingeschakeld en wel het Philips Fil
harmonisch Koor uit Eindhoven voor de
vertolking van de Carmina Burana van
Carl Orff en het mannenkoor „La bonne
Esperance" uit Eindhoven, dat samen met
de alt Aafje Heynis de Altrhapsodie van
Brahms zal zingen.
Ook verschillende kleinere plaatsen in
Brabant zullen deze winter van de uitvoe
ring van eigentijdse werken kunnen ge
nieten.
Geref. Kerken
Beroepen te Andel (N.Br.) I. Vergeer,
kand. te Woerden.
Chr. Geref. Kerken
Beroepen te Zaamslag D. Slagboom te
's-Gravenzande. Bedankt voor Maassluis
G. Blom te Meerkerk; voor Wormerveer
P. N. Ribbers te Noordscheschut (Dr.).
eerste half uur van de avond vooral we
melde het van deze zogenaamde regie
vondsten, waardoor het erg lang duurde
eer de intrige op gang kwam. Van Dijks
vorige regie: „Eerste liefde?" kenmerkte
zich trouwens door precies dezelfde fout.
Kan de Nederlandse Comedie dan nooit
eens een echte blijspelregisseur in eigen
gelederen ontdekken? Een grote naam
(Van Dijk, Van der Moer) is in ieder ge
val niet voldoende.
Het stuk behelst uiteraard een
driehoeksverhouding en ontleent zijn es
sentie aan de rake, dikwijls paradoxale
waarheden clie er gezegd worden over de
functie van de liefde in een echtelijke en
in een buitenechtelijke verhouding, welke
laatste door het jonge vrouwtje Cyprienne
voor zoveel romantischer en boeiender
wordt gehouden. Haar man speelt het spel
met haar mee, dringt haar haar vroegere
minnaar voorlopig als echtgenoot op waar
door hijzelf in de zoveel gunstiger positie
van verboden minnaar komt. Van deze si
tuatie weten hij en Sardou handig gebruik
te maken om de hemel zij dank de
echtelijke liefde te laten triomferen.
Hoogtepunten uit het stuk zijn de uiterst
handig geschreven dialogen tussen de ech
telieden Cyprienne en Henri de Prunel.
Daarin krijgen we met een komisch maar
koud cynisme, dat aan Shaw doet denken,
een beeld voor ogen van de onmondige
positie van de vrouw in de tweede helft
van de vorige eeuw in Frankrijk. Sardou,
die dit stuk 1880 schreef, kon wat tech
nische perfectie betreft voor scènestruc
tuur en opbouw van een dialoog trouwens
voortbouwen op een lange traditie van
uitgekookt boulevardtoneel (Scribe, Sue,
Labiche), maar bij hem is voor wie horen
wil achter het virtuoze geschermutsel ook
al een enkele maal iets te beluisteren van
psychologische verfijning en een duidelij
ker en individueler karaktertekening dan
Allard van de Scheer, Mary Dressel
huys en Joan Remmelts in „Cyprienne"
van Sardou. Op de achtergrond
Will van Seist.
De „Cinestud 1960", het studentenfilm
festival dat in de eerste week van oktober
in de Amsterdamse studentenbioscoop
Kriterion wordt gehouden, blijkt wat het
aantal inzendingen betreft een groot suc
ces te worden. Burgemeester G. van Hall
zal 30 september dit festival, dat wordt
gehouden ter ere van de jubilerende alge
mene studenten vereniging Amsterdam,
openen.
In totaal zijn er nu 82 films uit de vol
gende dertien landen bijeen gebracht:
Australië 1, Denemarken 2, West-Duitsland
6, Oost-Duitslar.d 4, Frankrijk 2, Groot-
Brittannië 16, Japan 1, Nederland 14, Noor
wegen 2, Polen 10, Tsjechoslowakije 4,
Rusland 4 en de Verenigde Staten 16.
Een groot filmbal zal op 8 oktober in
hotel Krasnapolsky de „Cinestud 1960" be
sluiten. Voor het flimbal begint, zullen de
bekroonde films vertoond en de prijzen
uitgereikt worden.
tot dusver. En in dat voetspoor zal dan
later weer Sacha Guitry treden, fijnzinni
ger, geestiger, maar vol van hetzelfde
boulevard-raffinement.
Zoals gezegd, Mary Dresselhuys in de
hoofdrol heeft uiteraard de erepalm weg
gedragen. Wie op haar manier van spelen
is ingesteld, vindt haar altijd voortreffe
lijk maar ook in de ogen van hen, die
niet van het „toontje" houden, bewees ze
weer een van onze allerbeste blijspelactri
ces te zijn. Zeer exact en rap acterend
verbergt ze onder iedere intonatie en
ieder gebaar een dubbele bodem van pa
rodie die haar spel tot een ven-ukking ma
ken. Joan Remmelts' metamorfose van
knorrige echtgenoot naar olijk minnaar
ging hem buitengewoon goed af. Wanneer
hij binnenkort ook zijn tekst geheel zal
kennen, kan dit de zoveelste mooie rol van
hem worden. Allard van der Scheer als
de minnaar had niet de moeite genomen
om eens een ander type te spelen en we
zagen dus weer een van zijn drukke, ijde-
le halve-garens. Alle kleinere rollen wer
den dragelijk gespeeld, behalve door Mips
Versteeg die zich als een vriendin volsla
gen belachelijk maakte.
De decors der eerste twee bedrijven
suggereerden eerder een kas van de Hor
tus dan een Franse salon, maar met zijn
prachtige kostuums maakte Harry Wich
dit ruimschoots goed. En wat Ko van Dijk
betreft: dit is mijns inziens zijn derde
weinig geslaagde regie. Misschien kan
iemand hem eens tot het inzicht brengen
dat hij bij uitstek tot die toneelkunste
naars behoort die het van het directe con
tact met de zaal moeten hebben maar die
niet in staat zijn door die gave hun col
lega's te inspireren.
Hans van den Bergli