Venetiaans filmfestival handhaaft bijzondere karakter Zie Boven ECHO: van sikkel tot vol Publiek maakt er zo nu en dan een soort Prinsjesdag van J. C. TADEMA NEGENTIG JAAR Het Nederlands Dans theater in het nieuwe seizoen De negen muzen „CYPRIENNE" VAN SARDOU BIJ DE NEDERLANDSE COMEDIE N.Ph.O. beëindigde de zomerserie Jongeren van Rotterdams Toneel gaan moderne werken opvoeren Studentenfilmfestival in Amsterdam 4 E t VERHOLLANDST BOULEVARDTONEEL Meer moderne werken bij het Brabants Orkest Kerkelijk Nieuws ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1960 (Van onze medewerker Jan Koomen) LIDO Dl VENEZIA In de overvloed van filmfestivals blijft de Venetiaanse Mostra Internazionale d'Arte Cenemato- grafica", oftewel „internationale tentoon stelling van cinematografische kunst" zich onderscheiden. Dit jaar zijn er, nauwelijks vijf maan den voor het festival moest beginnen, moei lykheden geweest: de keuzecommissie trad namelijk en bloc af als protest tegen het feit, dat de directeur van het festival werd vervangen door een ander. Van de nieuweling, dr. Emilio Lonero, verwachtte men minder tolerantie ten aanzien van de inhoud der films dan van de vorige direc teur, die inderdaad gestruikeld is over de toelating in 1959 van een Franse film, welke nogal wat stof heeft doen opwaaien en ook in Nederland de keuring nog steeds niet heeft kunnen passeren: „Les Amants". De selectiecommissie en met haar een aan tal organisaties op filmgebied, zoals die der critici en die der filmauteurs, bene vens een aantal dagbladen, vreesde dat strengere morele maatstaven het artistieke peil van het festival zouden aantasten. Op het ogenblik, dat ik dit artikel verzend, is het nog niet te zeggen of dit festival in artistiek opzicht minder aan de nor men zal voldoen dan in moreel opzicht, maar ik elk geval is er althans gestreefd naar een programma van artistiek niveau. Italiaanse „nouvelle vague". Hoe men zo in allerijl, aan het eind van het festivalseizoen, nog een veertien films bijeen heeft gekregen, waarmee men voor het zeer critische internationale forum kan treden, mag een raadsel heten, temeer om dat de ruzie nog steeds doorgaat. Mis schien vindt men een deel van de oplos sing van dat raadsel in het feit, dat in Italië zelf, evenals in Frankrijk het geval is, in de laatste tijd een „nouvelle va gue" een golf van jonge filmers naar vo ren is gekomen, hier waarschijnlijk als reactie op de al te kinderlijke zogenaam de „massaproducties" over historische fi guren uit het begin van onze jaartelling, een filmgenre dat in de laatste tijd in de Italiaanse cinematografie hoogtij vierde. Van zulke jonge Italiaanse filmers heeft De eerste ontmoeting, die ik met de heer J. C. Tad,erna had, vond plaats in zijn huis op het Nassauplein, in het jaar 1920. De sollicitanten, waaronder mijn per soon, naar de betrekking van leraar aan .de Toonkunstmuziekschool, warén uit genodigd in het studeervertrek van de heer Tadema proeven van bekwaamheid af te leggen. Hierbij waren de directeur der muziek school, de heer A. de Vogel en andere deskundigen aanwezig. Nog heel goed herinner ik mij, dat de heer Tadema mij verschillende vragen stelde over versieringen, die in de door mij gespeelde chromatische fantasie en fuga van Bach voorkwamen. Deze vragen getuigden niet alleen van grote deskun digheid, maar bewezen tevens dat hij deze moeilijke materie van verschillende zijden had bestudeerd. Onmiddellijk viel het mij op, dat hij een andere mening dan de zijne ten volle kon waarderen. De heer Tadema had een grote en warme belangstelling voor de muziek; hij was een uitstekende pianist en voortreffelijke begeleider, voor wie zelfs een kunstenaar als Dirk Schafer, wiens liederen de heer en mevrouw Ta dema dikwijls vertolkten, oprechte be wondering had. Bovendien was de heer Tadem,a een knap theoreticus, die de harmonieleer en aanverwante vakken grondig had bestu deerd. De sonates van L. v. Beethoven (hij was hiervan een vootreffelijke ver tolker) hadden weinig geheimen voor hem. Als componist heeft de heer Tadema verschillende zeer goede liederen ge schreven. Voor het muziekonderwijs had hij een grotebelangstelling. Als voorzitter van het bestuur van de muziekschool heeft de heer Tadema vele moeilijkheden moeten overwinnen, onder andere toen na het overlijden van de directeur van de school, de heer Willem Robert, het zeer moeilijk bleek een op volger te vinden. Tezamen met de heer Emrik gaf hij toen vele uren van zijn vrije tijd aan de school, hij nam de spreekuren van de directeur waar en deelde, in over leg met de weinige leerkrachten die toen nog aan de school verbonden waren, de nieuwe leerlingen in. Hij heeft hierbij dikwijls merkwaardige ervaringen opgedaan. Een enkele gebeurtenis: Een meisje kwam op het spreekuur om zich als leer linge van de school te laten inschrijven. Op de vraag van de heer Tadema wat zij gespeeld had, antwoordde de aanstaan de leerlinge: „Bij mijn lerares heb ik alle sonates van v. Beethoven op het rijtje af gestudeerd". Na het voorspelen kwam de beslissing: „U kunt uw lessen in de elementaire af deling voortzetten." Als voorzitter van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst (afd. Haar lem) verzorgde hij met zijn bestuursleden gedurende vele jaren de concerten en zanguitvoeringen van deze afdeling. Als vice-voorzitter van het hoofdbestuur heeft hij zeer veel bijgedragen tot bloei van het muziekleven in ons blad. Wanneer wij dit overdenken is een woord van oprechte dank voor alles wat door deze zeer begaafde man voor het muziek leven in Haarlem en elders werd gedaan zeker op zijn plaats. Hij heeft zijn zoon Jelt-e, de huidige voorzitter van Toon kunst en zijn dochter Greet tot uitstekende instrumentalisten (resp. piano en viool) zien opgroeien. Zeer van harte hopen wij, dat hij nog véle jaren in goede gezondheid van zijn rust zal mogen genieten Hij heeft dit ten volle verdiend. Piet Vincent het festival niet minder dan drie werken voor de internationale wedstrijd geaccep teerd! Er is in de wedstrijd nog een vierde Italiaanse film, van Visconti. De belangstelling van het publiek is op het Lido iets geringer dan op andere festi vals waar te nemen is. Dat heeft minder te maken met de gelijktijdig gehouden Olympische Spelen in Rome al nemen die in de Italiaanse pers natuurlijk een groot deel van de ruimte in beslag dan met de omstandigheid, dat het Lido circa twintig minuten varen is van Vene tië zelf, dat op dat Lido het festival-cen trum, het Palazzo del Cinema, dan nog enigszins afgelegen is en dat bovendien de galavoorstellingen aanvangen op een uur, waarop de gewone man al over slapen gaan begint te denken. Niettemin waren er op de openingsavond toch duizenden op de been, zodat de mensen vele rijen dik stonden op de korte afstand tussen het hotel waarin de filmsterren logeren en het Palazzo del Cinema. Nu is zulk een openingsvoorstelling inderdaad een uiterst attractieve geschiedenis, want dan rijden er carabinieri in mooie witte uniformen te paard, dan staan er andere carabinieri in nog mooiere gala-uniformen met steek en degen roerloos bij de ingang en in de hal van het Palazzo, dan zijn radio, tele visie en filmjournaal present met came ra's, microfoons, technici en vlugge pra ters, die voor blikseminterviews zorgen en vooraldan kan men tal van filmsterren van dichtbij zien. Wij in Nederland plegen nogal nuchter te zijn als het gaat om het bekijken van filmsterren, maar bij het festival in Italië veroorzaakt de komst van filmberoemdheden een soort Prinsjesdag feestelijkheid. Er waren dan ook filmster ren van de eerste grootte, zoals Folco Lul- li, Giulietta Masina, Serge Bondarsjoek, en velen van wat mindere grootte, die toch stormen van enthousiasme verwekten, zo als Cyd Charisse, Zizi Jeanmaire, Rossan- na Schiaffino, enz. Zo vormden zich bij voorbeeld hier en daar onder het publiek hele spreekkoren om de mooie Rossanna (van wie bij ons vrijwel niemand ooit ge hoord heeft) te bewegen, althans éven de kant van dat publiek uit te kijken.Op de volgende dagen concentreerde de be langstelling zich om Curd Jiirgens, Belinda Lee, Shirley MacLaine, enz. In de avondvoorstellingen, waarin avond toilet steeds verplicht is, zijn vrijwel steeds de regisseur en de hoofdrolspelers van de te vertonen film aanwezig. Ze verschijnen niet op het toneel, maar het publiek ap plaudisseert met min of meer nadruk in de richting van hun logeplaatsen. Alleen in die avondvoorstellingen lopen de films, die toegelaten zijn tot de internationale wedstrijd. Overdag zijn er vertoningen van andere films, die ofwel artistiek wat min der belangrijk zijn dan wel reeds op een ander festival vertoond werden, zoals bij voorbeeld Ben Hur. Waarom Herman van der Horsts Fa ja Lobbi daarbij ontbreekt is mij niet duidelijk dat werk zou stel lig geaccepteerd zijn en omdat ook het Venetiaanse festival niet alleen een artis tieke manifestatie is, maar bovendien een centrum van de internationale filmhandel, had men die gelegenheid m.i. moeten aan grijpen. Er lopen overigens overdag soms films, waarvan men zich verwondert, dat ze niet voor de internationale wedstrijd zij verkoren. Enfin, smaken verschillen nu eenmaal. Overdag zijn er ook persconferenties en recepties. Persconferenties waren er tot nu toe o.a. van de Tsjechen, die 'n prach tige, poëtische film vertoonden, De Witte Duif waarop ik nog hoop terug te ko men, als ik in een tweede artikel een aantal van de filmische hoogtepunten van het festival zal bespreken van de Joe- goslaven, die het ditmaal met een film over de atoomoorlog echt lieten afweten, van de Duitsers, wier film Schachnovelle (Een verhaal over het schaken) nogal te genviel, maar wier hoofdrolspeler, Curd Jürgens, een gevat debater bleek, van de Amerikanen, die een gezellige comedie ver toonden, The Apartment, met Shirley Mac Laine. Shirley, een zeer apart type, zonder de gewone Amerikaanse „glamour", maar every inch een persoonlijkheid", vertoon de in haar persconferentie die charmante mengeling van zelfverzekerdheid en verle genheid, waarvan zij het geheim lijkt te bezitten. Ze gaf zeer gevatte antwoorden, maar meestal pas na enig nadenken. We kregen een prima indruk van haar, maar toen ze moest antwoorden op de vraag, waarvoor ze buiten de film om, belangstel ling heeft, sloeg ze net even de plank mis: „Voor alles, de mensen, de politiek en de wetenschap" zei ze! „De wetenschap" was net teveel Twee hoofdfiguren uit „De witte duif", waarmee de Tsjechen te Venetie de beste indruk maakten. Het tweede seizoen van het Nederlands Danstheater wordt geopend met een voor stelling in de Rotterdamse schouwburg op donderdag 15 september. Per 1 septem ber 1960 maken Hans van Manen, Gérard Lemaitre, Mabel Alter en Han Ebbelaar deel uit van het gezelschap, dat in het aanstaand seizoen uit twintig dansers zal bestaan. Hans van Manen, die als danser en choreograaf aan het Danstheater ver bonden is, heeft van de gemeente Amster dam opdracht ontvangen om een ballet te ontwerpen dat in december bij het dans theater in première zal gaan. De kos tuums en decors van dit ballet getiteld: „Orpheus en Euridyce",, worden ontwor pen door Jean-Paul Vroom. Gérard Lemaitre is als solist verbonden geweest agn het gezelschap van Roland Petit in Parijs. Mabel Alter is eerder ge- engageerd geweest bij het Nederlands Bal let en het ballet van de Nederlandse Ope ra. Voorts was zij gedurende één seizoen werkzaam in Italië. Han Ebbelaar heeft zijn eerste opleiding ontvangen aan de Scapino Balletschool en is in het afgelo pen seizoen als leerling aan het Dans theater verbonden geweest. Het Nederlands Danstheater zal een groot aandeel hebben in de film „Destina tion Universe", een gedramatiseerde do cumentaire over de metaalindustrie van de cineast Jan Schefer, waarvoor Rudi van Dantzig opdracht kreeg choreogra fieën te ontwerpen. Jaap Flier is al ruim een maand in Stockholm, waar thans de opnamen plaatsvinden van een Zweedse balletfilm, waarin hij de hoofdrol vertolkt. Medio september zal Jaap Flier naar Hol land terugkeren. In het seizoen 1959-60 werd een reper toire opgebouwd van eenentwintig ver schillende balletten. Naast vier klassieke pas de deux werden vier balletten door buitenlandse choreografen ingestudeerd (door Anna Sokolow en Ivo Cramér); de overige dertien balletten werden door eigen medewerkers ontworpen en bij het Danstheater ingestudeerd. Kröller-Müller. De directeur van het Kröller-Müller Museum te Otterlo heeft besloten de tentoonstelling Vorm en Kleur in Beeldhouwwerken uit Afrika en Ocea- nië te verlengen tot 12 september. Z 3 Blote ogen kunnen ook scherp zien. Iemand die bepaald geen des kundige is op astrono misch gebied, maar blijkbaar wel een goede waarnemer, had in de gaten gekregen dat de ballonsatelliet Echo 's avonds helderder scheen te worden naar mate zij op haar tocht langs het firmament oostivaarts vorderde. Helemaal niet gek voor een amateur de man heeft namelijk ge lijk. Wie geen sterke telescoop ter beschikking heeft om zo te kunnen vaststellen dat de Echo bij haar opkomst een sikkel is en gaandeweg via half naar vol loopt, kan door het bekijken van bijgaand schetsje zien, hoe de helderheids- wisseling van deze kunstmaan in haar werk gaat. In deze tekening be vindt de waarnemer zich op de plaats van het zwarte driehoekje. De flauw gebogen lijn stelt het aardoppervlak voor. Op de plaats waar onze waarnemer staat, is de zon kort tevoren onder gegaan; voor hem is het dus avond geworden, zoals blijkt uit het feit, dat hij zich op het be schaduwde deel van de aarde bevindt. De pijlen rechts geven de richting aan, waaruit de zonnestralen komen. De kleine cirkel, drie keer getekend, is de Echo. De ballon wordt voor de helft door de zon beschenen, de andere helft is donker. Bij E 1 is de Echo in de positie waarin onze waarnemer hem ziet op doemen uit de nevelen boven de horizon. Hij kijkt tegen een groten deels donkere ballon helft aan. De schijn gestalte waarin de satel liet zich aan hem voor doet is die van een sikkel. Een paar minuten la ter neemt onze kunst maan de positie E 2 in; zij bevindt zich voor de waarnemer nu hoger aan de hemel en hij ziet nu veel meer van het ver lichte deel ervan. In een sterke telescoop zou de satelliet zich vertonen als een schijfje, waarvan de helft verlicht is, zoals de maan bij Eerste Kwartier. In de derde fase, hier getekend (E 3), is de ballonsatelliet alweer in oostelijke richting aan het verdwijnen. Maar het valt de waarnemer op, dat het stipje ge ruime tijd zichtbaar blijft, ook al neemt de afstand tot zijn oog voortdurend toe. Met het groeien van die af stand wordt namelijk de hoek waaronder de satelliet de zonnestralen naar het oog van de waarnemer kaatst steeds scherper; met andere woorden: de schijnge stalte van de satelliet is nu practisch die van een volle (kunst-) maan ge worden. Daardoor is haar schijnsel aanzien lijk helderder dan toen zij, een kwartier tevo ren, op dezelfde afstand van de waarnemer, in het westen zichtbaar werd. G. v.VLj VOOR DE MARY DRESSELHUYS-FANS (waar ik mijzelf met hartstocht toe reken) heeft de Nederlandse Comedie gisteravond weer eens een intiem feest georganiseerd. Dat had plaats in het De la Mar-theater in Amsterdam, tijdens de première van Victorien Sardou's „Cyprienne". Wie de aankondigingen had ge lezen en leergierig in het verzameld werk ging snuffelen kwam bedrogen uit. Het oorspronke stuk heet „Divorgons"!, wat in het Nederlands iets had kunnen worden als „Scheiden maar!". Maar Mary Dresselhuys, die het stuk en op het eerste gehoor heel goed vertaalde moét geméend hèbbén dat dat na tachtig jaar nog altijd te frivool en te zuiderbuurachtig zou.klinken. En dat brengt ons meteen tot ons enige belangrijke bezwaar tegen de voorstelling. Het stuk behoort namelijk tot het meest typische boulevardtoneel, waar men met een zekere veronachtzaming van details in een razend tempo naar een aantal hoog tepunten toespeelt. Bij confetti gaat men ook niet ieder vlokje apart bekijken. Met oer-Noordhollandse degelijkheid heeft re gisseur Ko van Dijk echter ieder zinnetje en ieder stiltetje zitten uitregisseren: hij vulde alles aan met kluchtige gebaartjes en intonatietjes, knipoogjes etcetera. Het HET NOORDHOLLANDS Philhar- monisch Orkest verzorgde donderdag orfder leiding van Marinus Adam het zevende, laatste concert van de zomer serie. Het programma bevatte drie wer ken, alle van een schilderachtige, bevat telijke romantische herkomst. Allereerst de „Meistersinger '-ouverture van Wag ner waarvan de verschillende onderdelen door de dirigent goed tegen elkaar waren afgewogen, zodat het pompeuze, het amoureuze en het ambachtelijke element ieder voor zich en in vereniging duidelijk tot hun recht kwamen. Wel had men te kampen met het bekende euvel dat uit een te geringe bezetting van het strij kerskorps voortkomt: waar het koper een bijzonder triomfantelijke noot aan een climax verleende, werden de strijkers met hun tegenstemmen bijna geheel overstemd. Maar daarvan kan men uiter aard noch de dirigent, noch het orkest een verwijt van maken. De pianist Willem Hielkëma. was de so list van de avond in het populaire piano concert van Grieg. Hij is een leerling van Cor de Groot, een pianistische afstamming die men kon opmerken aan de gave tech niek, de ietwat metalige aanslag en de allure van de voordracht. Het is moeilijk dit eertijds zo veelgespeelde pianoconcert, dat inmiddels als folkolristisch-getinte va riant van het zogenaamde Leipziger aca demisme (Mendelshon en Schumann) zijn fleur wel wat verloren heeft, nog tot een belevenis te maken. Het elan van de pianist en het goed sluitende samen spel met het orkest vergoedden echter veel, al had de klank in de lyrische pas sages wellicht wat glanzender en inne mender kunnen zijn. Beethoven's zesde symfonie, de „Pasto rale", besloot dit concert. Adam had ge lukkig het inllustratieve element niet te zeer aangedikt, zodat men een uitvoering kon horen die, zonder het pittoreske ge heel te ontberen, zich onderscheidde door een behoud van de zuiver-symfonische waarden. En hiermee is de serie zomerconcerten van ons orkest weer ten einde. Het wach ten is nu op de opening van het nieuwe abonnementsseizoen op 4 oktober aan staande. Maar eerst krijgt men nog de gelegenheid om met een zestal orkest- Rotterdams Toneel is het nieuwe seizoen ingegaan met Ton Lutz en Abraham van der Vies als directie en de eerste ook als regisseur. Tevens zullen regie voeren Max Croiset, Pim Dikkers en Luc Lutz. In de plaats van Karl Guttmann zal geen nieuwe dramaturg worden benoemd. De regisseurs zullen samen met de directie en de acteur Steye van Brandenburg zijn taak overnemen. Ina van Faassen zal nog tot het eind van dit jaar aan het gezelschap verbonden blijven. Daarna gaat zij naar Ensemble, waaraan ook haar man verbonden is. Het optreden van Elisabeth Andersen kan pas het volgend jaar worden verwacht. Uit de jongeren van Rotterdams Toneel is een werkgroep gevormd, ontstaan na het succes in januari van dit jaar met de lezing van Genêt's „Het Balcon". Zij streeft naar een viertal opvoeringen, die door hun aard of door de voorstelling een min of meer experimenteel karakter dra gen. Deze groep wordt geschraagd door Hans Croiset, André van den Heuvel, Onno Molenkamp en Hans Boswinkel. Reeds is in studie „De Gelijkbenigen" van Piet Sterckx. De première ervan zal waar schijnlijk 's middags op 1 oktober gaan. Omdat de groep er in de eerste plaats naar streeft Nederlands werk te brengen, heeft men ook op het oog een nieuw stuk van Eric Schneider. Voorts is nog gedacht aan „Les Nègres" van Genét. De groep zal spelen in het nieuwe repetitielokaal van „Rotterdams Toneel", dat tot een klein intiem theatertje voor negentig toe schouwers is te maken. De leden van de groep zullen zich op uitnodiging van de Rotterdamse Kunstcommissie voor de Jeugd belasten met het geven van een twintigtal voordrachten voor de jeugd. Rotterdams Toneel heeft nog meer plan nen. Het wil zoals Ensemble dat al doet een eigen periodiek gaan uitgeven, waarvan de naam echter nog niet vast staat. Daarin zal de aandacht gevestigd worden op komende premières en op bij zondere voorstellingen van andere gezel schappen in ons land. Voor dit jaar staan de premières van het gezelschap reeds vast Op 17 septem- werken van eigen bodem kennis te ma ken tijdens een geheel aan de Neder landse muziek gewijd concert, dat zal plaats hebben op dinsdag 20 september, ter gelegenheid van 't 50-jarig bestaan van het Genootschap van Nederlandse Compo nisten. Sa-s Bunge ber gaat het blijspel „Huwelijkslessen" (The Marriage-go-round) van Leslie Ste vens, op 14 oktober het toneelspel „L'an- née du Back" van J. A. Lacour. Verder wordt in studie genomen „De eeuwige Echtgenoot" (L'Eternel Mari) naar Dosto- jewski's roman bewerkt door Jacques Mauclair, „Le Jeu de l'Amour en du Hassard" van Marivaux, een toneelspel van Robert Bolt „A Man for all Seasons" en een blijspel van N. F. Simpson „One way Pendulum". Over een nieuw stuk van Hugo Claus wordt nog onderhandeld. Ten slotte wordt nog gedacht aan een klassiek stuk. Het Brabants Orkest heeft zijn plan nen voor het nieuwe seizoen gepubliceerd. Het orkest zal zich meer dan andere jaren op de vertolking van werken van heden daagse componisten gaan toeleggen. Onder meer zullen worden uitgevoerd de werken die Otto Ketting en Hans Kox hebben ge schreven in opdracht van het vijftig jaar bestaande Genootschap van Nederlandse Componisten, de psalm, die Louis Toe bosch gaat schrijven ter gelegenheid van de officiële opening van de stadsschouw burg te Tilburg in 1961 en het „Musische Spel", dat door Herman Strategier ge componeerd is ter uitvoering bij het af scheid van de burgemeester van 's Her togenbosch. Voor het eerst zullen twee Brabantse ko ren in de programma's van het orkest wor den ingeschakeld en wel het Philips Fil harmonisch Koor uit Eindhoven voor de vertolking van de Carmina Burana van Carl Orff en het mannenkoor „La bonne Esperance" uit Eindhoven, dat samen met de alt Aafje Heynis de Altrhapsodie van Brahms zal zingen. Ook verschillende kleinere plaatsen in Brabant zullen deze winter van de uitvoe ring van eigentijdse werken kunnen ge nieten. Geref. Kerken Beroepen te Andel (N.Br.) I. Vergeer, kand. te Woerden. Chr. Geref. Kerken Beroepen te Zaamslag D. Slagboom te 's-Gravenzande. Bedankt voor Maassluis G. Blom te Meerkerk; voor Wormerveer P. N. Ribbers te Noordscheschut (Dr.). eerste half uur van de avond vooral we melde het van deze zogenaamde regie vondsten, waardoor het erg lang duurde eer de intrige op gang kwam. Van Dijks vorige regie: „Eerste liefde?" kenmerkte zich trouwens door precies dezelfde fout. Kan de Nederlandse Comedie dan nooit eens een echte blijspelregisseur in eigen gelederen ontdekken? Een grote naam (Van Dijk, Van der Moer) is in ieder ge val niet voldoende. Het stuk behelst uiteraard een driehoeksverhouding en ontleent zijn es sentie aan de rake, dikwijls paradoxale waarheden clie er gezegd worden over de functie van de liefde in een echtelijke en in een buitenechtelijke verhouding, welke laatste door het jonge vrouwtje Cyprienne voor zoveel romantischer en boeiender wordt gehouden. Haar man speelt het spel met haar mee, dringt haar haar vroegere minnaar voorlopig als echtgenoot op waar door hijzelf in de zoveel gunstiger positie van verboden minnaar komt. Van deze si tuatie weten hij en Sardou handig gebruik te maken om de hemel zij dank de echtelijke liefde te laten triomferen. Hoogtepunten uit het stuk zijn de uiterst handig geschreven dialogen tussen de ech telieden Cyprienne en Henri de Prunel. Daarin krijgen we met een komisch maar koud cynisme, dat aan Shaw doet denken, een beeld voor ogen van de onmondige positie van de vrouw in de tweede helft van de vorige eeuw in Frankrijk. Sardou, die dit stuk 1880 schreef, kon wat tech nische perfectie betreft voor scènestruc tuur en opbouw van een dialoog trouwens voortbouwen op een lange traditie van uitgekookt boulevardtoneel (Scribe, Sue, Labiche), maar bij hem is voor wie horen wil achter het virtuoze geschermutsel ook al een enkele maal iets te beluisteren van psychologische verfijning en een duidelij ker en individueler karaktertekening dan Allard van de Scheer, Mary Dressel huys en Joan Remmelts in „Cyprienne" van Sardou. Op de achtergrond Will van Seist. De „Cinestud 1960", het studentenfilm festival dat in de eerste week van oktober in de Amsterdamse studentenbioscoop Kriterion wordt gehouden, blijkt wat het aantal inzendingen betreft een groot suc ces te worden. Burgemeester G. van Hall zal 30 september dit festival, dat wordt gehouden ter ere van de jubilerende alge mene studenten vereniging Amsterdam, openen. In totaal zijn er nu 82 films uit de vol gende dertien landen bijeen gebracht: Australië 1, Denemarken 2, West-Duitsland 6, Oost-Duitslar.d 4, Frankrijk 2, Groot- Brittannië 16, Japan 1, Nederland 14, Noor wegen 2, Polen 10, Tsjechoslowakije 4, Rusland 4 en de Verenigde Staten 16. Een groot filmbal zal op 8 oktober in hotel Krasnapolsky de „Cinestud 1960" be sluiten. Voor het flimbal begint, zullen de bekroonde films vertoond en de prijzen uitgereikt worden. tot dusver. En in dat voetspoor zal dan later weer Sacha Guitry treden, fijnzinni ger, geestiger, maar vol van hetzelfde boulevard-raffinement. Zoals gezegd, Mary Dresselhuys in de hoofdrol heeft uiteraard de erepalm weg gedragen. Wie op haar manier van spelen is ingesteld, vindt haar altijd voortreffe lijk maar ook in de ogen van hen, die niet van het „toontje" houden, bewees ze weer een van onze allerbeste blijspelactri ces te zijn. Zeer exact en rap acterend verbergt ze onder iedere intonatie en ieder gebaar een dubbele bodem van pa rodie die haar spel tot een ven-ukking ma ken. Joan Remmelts' metamorfose van knorrige echtgenoot naar olijk minnaar ging hem buitengewoon goed af. Wanneer hij binnenkort ook zijn tekst geheel zal kennen, kan dit de zoveelste mooie rol van hem worden. Allard van der Scheer als de minnaar had niet de moeite genomen om eens een ander type te spelen en we zagen dus weer een van zijn drukke, ijde- le halve-garens. Alle kleinere rollen wer den dragelijk gespeeld, behalve door Mips Versteeg die zich als een vriendin volsla gen belachelijk maakte. De decors der eerste twee bedrijven suggereerden eerder een kas van de Hor tus dan een Franse salon, maar met zijn prachtige kostuums maakte Harry Wich dit ruimschoots goed. En wat Ko van Dijk betreft: dit is mijns inziens zijn derde weinig geslaagde regie. Misschien kan iemand hem eens tot het inzicht brengen dat hij bij uitstek tot die toneelkunste naars behoort die het van het directe con tact met de zaal moeten hebben maar die niet in staat zijn door die gave hun col lega's te inspireren. Hans van den Bergli

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 4