Horen en zien
„Nederlandse kapitalisten
welkom op Sovjetmarkt..'
.Een nacht op
Boekenhoekje J
PANDA EN DE JACHT OP DE MILJOENENHOED
Auto's brengen „Amsterdamse
tram" f 9 miljoen schade toe
DE REIS VAN KOEN EN LINNIE
^Hoe is het ontstaan A
VS
Langer dan een
winterslaap
J
WOENSDAG 7 SEPTEMBER 1960
9
radioed
AANKONDIGINGEN EN
NABESCHOUWINGEN
Dank aan schooljongen
FA. E. DE GRAAFF
De radio geeft donderdag
Televisieprogramma
Kerkelijk Nieuws
RUSSISCHE JOURNALIST:
A peldoorn binnenkort
grootste gemeente af
Charles
Exbrayat
FELISOL
écht kleurecht
Dit woord:
NIEUWLICHTER
29. Boko de zwerver schrok geweldig
toen allen de hoed opeisten. Inplaats van
een aalmoes te krijgen, dreigde hij zijn
pas gevonden schat te verliezen. „Het is
mijn eigen geluksdoppie!" riep hij, voor
de graaiende handen terugdeinzend, „eer
lijk gevonden!" „Maar wat je vindt is niet
van jou!" riep Panda. „Zeer juist," zei
Joris, „uw aanspraken zijn niet wettelijk
verantwoord. Indien ge u die hoed weder
rechtelijk wilt toeëigenen, komt ge in
moeilijkheden met de Wet en dat is on
aangenaam. „JURIS PRUDENTIE!"
waarschuwen de juristen, waarmee ze
zeggen willen, dat men met: de justitie
voorzichtig moet zijn. Geef mij dus die
hoed en.„Nee! Geef hem mij!" riep
Palmer, Joris opzij dringend. Boko voelde
hier niets voor. Met een snelle beweging
ontweek hij zijn belagers en keerde zich
om, teneinde van de wagon te springen.
Maar nu merkte hij tot zijn schrik, dat de
trein zich inmiddels weer in beweging had
gezet en in snelle vaart over de rails gleed.
Ternauwernood kon hij nog zijn sprong in
houden. Een zwerver laat zich echter niet
zo makkelijk vangen. Weer wist hij zijn
achtervolgers te ontwijken en met koene
sprong wipte hij over naar een andere wa
gon.
De minister van Sociale Zaken en Volks
gezondheid, mr. dr. Ch. J. M. A. van
Rooy, heeft dinsdag de elfjarige Robert
Ouwerkerk uit Rotterdam ontvangen om
hem te bedanken voor het feit, dat men
dank zij hem tot de slotsom is gekomen,
dat de „Planta"-margarine de oorzaak
moest zijn van de huidziekte. Toen Robert
bij dokter W. A. Treurniet kwam, vertel
de hij, dat alle kinderen uit het gezin
Ouwerkerk die ziek waren de nieuwe mar
garine hadden gegeten. Zijn zesjarig broer
tje. dat niet ziek was geworden, had alleen
maar roomboter gekregen. Dokter Treur
niet bracht de geneeskundige dienst van
Rotterdam op de hoogte van zijn bevin
dingen, waarop een nader onderzoek werd
ingesteld.
Minister Van Rooy zei het bijzonder ple
zierig te vinden, dat hij in de gelegenheid
was Robert te bedanken en overhandigde
hem een schooltas en een vulpenhouder.
Ook kreeg Robert een oorkonde, onderte
kend door de minister en door de directeur
generaal van de Volksgezondheid, prof. dr.
P. Muntendam.
Prof. Muntendam die getuige was van
de ontmoeting, verklaarde tenslotte het
zeer op prijs te stellen, dat de huisartsen
in de persoon van dokter Treurniet zo'n
belangrijk aandeel hebben gehad in het
vinden van de oorzaak van de huidziekte.
De Franse documentaire-film „Lourdes
en zijn wonderen" is door de K.R.O. met
veel voorzichtigheid aangekondigd. Het is
dan ook een subtiel onderwerp, waarvan
de verfilming het gevaar opriep van sub
jectiviteit en profanatie. Doch deze film
is zo beheerst vervaardigd en zo nadruk
kelijk van alle mogelijke voorbehouden
voorzien, dat de feiten de feiten blijven
en de conclusie volkomen ongesuggereerd
aan de kijker wordt overgelaten. En daar
om is het een interessant document, dat
een visueel dossier zou kunnen heten van
een wonderlijk, zo niet wonderbaarlijk ver
schijnsel.
Beeldschermer
Advertentie
EEN AUTO OM TE HEBBEN
Koninginneweg 48 - Haarlem - Tel. 13609
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO.
8.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 910 De groen
teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij
ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 1100
Tussen de wal en het schip, lezing. 11.15 Zang
recital. 11.35 Gram. 11.45 Boekjes voor bezige
handen, praatje. 1200 Lichte muz 12.30 Land- en
tuinb.meded. 12.33 Gram. 12.45 Onbekend. 13.00
Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Promenade-
ork. en omroepkoor. 13.55 Beursber. 14.00 Gram.
14.30 Voordr. 15.00 Orgel en viool. 15.30 Voor de
vrouw. 16.00 Zangrecital. 16.30 Voordr. 16.45 Lich
te muz 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Lichte muziek.
18.00 Amus.muz. 18.45 Journaal. 19.00 Gram. 20.00
Nieuws. 20.05 Filharm.ork. en solist 21.10 Groen
land, zwarte mensen, lezing. 21.25 Lichte muziek.
21.45 Gram. 22.00 Saxofoon en piano. 22.30 Nieuws,
beursber. v. New York en S.O.S.-ber. 22.45 Gram.
23.10 Dagboek van een grootvader, hoorsp. 23.45
Gram. 23.55—24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV.
11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV.
KRO: 7.00 Nieuws 7.15 Gram. 7.45 Morgengebed
en overweging. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram 8.25 Inlei
ding Hoogmis. 8.30 Hoogmis. NCRV: 10.00 Gram.
10.30 Morgendienst. KRO: 11.00 Voor de zieken.
11.45 Gewijde muz. 12.00 Middagklok - noodklok.
12.03 Gram. 12.25 Wij van het land, praatje. 12.35
Land- en tuinb.meded. 12.38 Gram. 12.45 Olymp.
Spelen. 13.00 Nieuws 13.15 Zonnewijzer. 13.20 Pia
nospel. 13.35 Lichte muz. NCRV: 14.00 Metropole-
ork. en klein koor. 14.35 Groninger orkestvereni
ging en solist. 16.00 Verkenningen in de Bijbel.
13.20 Gram. 16.30 Mezzo-sopraan en piano. 17.00
Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45
Olvmp. Spelen 18.00 Jazzmuz. 18.15 Sportrubriek.
18.30 Gram. 18.40 Olymp. Spelen. 19.00 Nieuws en
weerber. 19.10 Liederen. 19.30 Radiokrant. 19.50
Pol. lezing. 20.00 Gram. 20.50 Een tuin van zand
en stenen, lezing. 21.05 Koperorkest. 21.20 Perio
diekenparade. 21.30 Lichte muziek. 22.00 Olymp.
Spelen. 22.30 Nieuws en S.O.S.-ber. 22.40 Gram.
22.45 Avondoverdenking. 23.00 Kerkorgel. 23.30
Gram. 23.45 Olymp. Spelen. 23.55—24.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Amus.muziek. 12.30 Weerber. 12.35 Gram.
12.50 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 en 14.00 Gram.
15.00 Kamermuiekz. (Tussen 15.00 en 15.45 Olymp.
Spelen. 15.45 Gram. 16.00 Koersen. 16.06 Gram.
16 30 Gram. 17.00 Nieuws. 17.10 Gram. 17.30 Licht
progr. 18.00 Gram. 18.30 Voor de soldaten. 19.00
Nieuws. 19.40 Gram. 20.00 Hoorspel. 21.10 en 21.30
Gram. 22.00 Nieuws. 22.15 en 22.30 Gram. 22.55-
23.00 Nieuws.
VOOR WOENSDAG
NTS: 14.00 Intern, jeugdjourn. KRO: 14.10 Voor
de kinderen. NTS: 14.55—18.30 Eurovisie: Olymp.
Spelen. 19.00-19.15 Idem. 20.00 Journaal en week
overzicht. 20.20 Film Olymp Spelen. VARA; 20.30
Act. 20.45 Bezoek aan Dora Paulsen. 21.15 Forum.
NTS: 22.35 Eurovisie: Olympische Spelen.
VOOR DONDERDAG
NTS: 145518-30 Eurovisie: Olymp. Spelen. 20.00
Journ. en weeroverz. 20.20 Olymp. allerlei. KRO:
20.30 Documentaire. 20.40 Theaterkron. 21.00 De
vijf kruisjes, TV-spel. NTS: 22.30-23.00 Eurovi
sie: Olymp. Spelen.
(Van onze Amsterdamse redacteur
Iedere autobezitter, die geregeld in de
Amsterdamse straten rijdt, pleegt van tijd
tot tijd onvriendelijke dingen te zeggen
over de tram. De straten van de binnen
stad zijn over het algemeen smal en de
tram wordt door velen als een enorm ob
stakel beschouwd.
Maar men kan de zaak ook omdraaien.
En dan blijkt dat juist de tram het slacht
offer is van die auto's. Directeur Ybema
van het vervoerbedrijf heeft ons voorge
rekend: overdag zijn de tramwagens voor
30 percent bezet. De spitsuren leveren een
verdrievoudiging van het aantal passa
giers. Zijn de tramwagens dan precies
vol? Erger: op de spitsuren moeten er
60 percent meer tramwagens worden ge
bruikt, omdat het auto- en fietsverkeer op
die drukke uren een vlotte afwikkeling
van de trams verhindert.
Marlies van Alcmaar en John Lanting
vervullen de „jonge rollen" in het spel
„De vijf kruisjes" dat donderdagavond
in het t.v.-programm.a van de K.R.O.
wordt opgevoerd.
Het op de weg brengen van 60 percent
meer materieel (en personeel) betekent
een enorme verliespost van circa 9 mil
joen gulden per jaar. Die negen miljoen
is precies het verlies, dat het trambedrijf
oplevert. Een vrije trambaan zou zonder
tariefsverhoging een rendabel trambedrijf
mogelijk maken. Maar de auto's brengen
negen miljoen gulden schade.
Hoe houdt men die auto's van de tram
rails af? Omdat men nu eenmaal geen be
tonnen muurtjes midden op de weg kan
optrekken zal nu worden overwogen witte
strepen langs de rails te trekken in de
hoop, dat de automobilisten zo vriendelijk
zullen zijn rechts van die streep te blij
ven rijden.
Er wordt wel eens gezegd, dat Amster
damse trams kunnen worden vergeleken
met honden: zij stoppen haast bij iedere
boom. De vele haltes zijn een rem op de
vlotte afwikkeling van het tramverkeer.
Zijn die halteplaatsen allemaal zo nodig?
De Parijse metro, die als voorbeeld geldt
voor een bijna volmaakt openbaar vervoer
telt soms afstanden tussen de haltes van
een kilometer. De ervaring in Amsterdam
is, dat wanneer er ergens een tramhalte
wordt opgeheven, onmiddellijk stapels
brieven van omwonenden binnenkomen
met klachten over het tekort aan service.
Het is echter niet uitgesloten, dat het aan
tal haltes in de toekomst toch iets wordt
verminderd. Daarnaast zijn de ervaringen
met de snelbussen van het Centraal Sta
tion naar de westelijke tuinsteden van
dien aard, dat overwogen wordt dergelijke
sneldiensten ook naar andere stadsdelen te
laten gaan. 'Of al deze maatregelen de
Amsterdamse tram populair zullen maken
bij de hoofdstedeling staat nog te bezien.
Want hoewel de invoering van zeer goed
kope abonnementen en weekkaarten de fi
nanciële bezwaren tegen het tramvervoer
al uit de weg heeft geruimd, zweert de
Amsterdammer bij zijn fiets. En sléchts
storm, sneeuw en zware" regenbuien kun
nen hem doen besluiten zijn trouwe twee-
wieler te ruilen voor de tram.
Aangenomen naar Grijpskerk (Gron.) G.
van den Berg te Wetsing-Sauwerd naar
Blacktown (New South Wales) rev. H. D.
Hoving te Hamilton (Ontario, Canada).
Beroepen te Melbourne (Australië) rev.
J. F. H. van der Bom te Sydney (Austra
lië). voorheen predikant te Groningen.
Beroepen te Lekkerkerk G. Clements,
kand. te Rotterdam.
Baptisten Gemeenten
Bedankt voor Muntendam A. H. Agte-
reek te Den Helder.
Onder de titel „Het bekoorlijke en tegen
strijdige Nederland" is in de „Literatoer-
naja Gazeta" een artikel verschenen van
de Russische journalist B. Leontjev, die
enige tijd geleden een bezoek aan ons land
heeft gebracht. „Evenals in elk ander land
van West-Europa is in Nederland het oude
en het nieuwe dooreengevlochten", aldus
het artikel. „Men vindt er een verzameling
van alles wat men ook kan vinden in
Frankrijk, België, Zwitserland, Scandina
vië of Italië. Maar dat is alleen de buitan-
kant. Dwars dóór alles heen treedt het vol
wassen, grondig vernieuwde gezicht van
't kapitalistische land van de tweede helft
van de twintigste eeuw naar voren", zo
schrijft Leontjev, die Nederland „een ken
merkend voorbeeld van de na-oorlogse
herleving van West-Europa" noemt.
De schrijver vermeldt „met dankbaar
heid" de door de Nederlandse autoriteiten
betoonde gastvrijheid. De ondervinding
met he geval-Smirnof (de Russische stu
dent die, verdacht van spionage, werd ge
arresteerd en uitgewezen) dat met het be
gin van Leontjevs bezoek samenviel en vol
gens de Russische journalist „op Ameri
kaanse instigatie berustte", brengt Leon
tjev ertoe te constateren dat „de vriend
schap met Amerika en het lidmaatschap
van de NAVO kolossale militaire uitgaven
vereist en ook de voortdurende verhoging
van deze zinloze, en door niets te recht
vaardigen uitgaven: Voor het komende
jaar heeft de Nederlandse regering al weer
een verhoging geraamd van het militaire
budget ten bedrage van 200 miljoen gul
den. Daarmede loopt dit budget op tot het
enorme bedrag van 1850 miljoen gulden
per jaar".
„Geld dat weggesmeten wordt, maar be
halve dat hebben het Pentagon, er. ook de
zakenlieden in Nederland zelf er baat bij,
want een bepaald deel van de winst op de
militaire orders (en die is niet gering)
vloeit in hun zakken".
„Realisme krijgt overhand"
„Het realisme echter en de nuchterheid
van de Nederlandse kapitalisten die de
feitelijke leiders zijn van de buitenlandse
politiek van het land moeten de over
hand krijgen op de „argumenten", die tot
in het jongste verleden gangbaar waren.
Deze „argumenten" en overwegingen wa
ren de volgende: het kleine Nederland
staat als het ware onbeschermd tegenover
de machtige Sovjet-Unie, het kan tegen
niemand anders „aanleunen" als tegen het
verre Amerika. Vandaar ook de drukkende
militaire uitgaven, vandaar ook van alle
NAVO-landen de meeste toewijding en ge
dienstigheid om aan iedere Amerikaanse
eis te voldoen: Wilt u een basis op Neder
lands gebied, met alle soorten van genoe
gen, wilt u een startplaats voor raketten,
alstublieft, hebt u behoefte aan een nieu
we, al is het dan niet erg geschikte anti-
Sovjetprovocaite, met alle genoegen".
„Maar de tijd dat men zich door dex-ge-
lijke „argumenten" laat meeslepen gaat
voorbij", aldus Leontjef. „Geen welden
kende Westeuropeaan hecht verder nog ge
loof aan de sprookjes over agressiviteit van
de Sovjet-Unie en andere socialistische
staten. Bovendien zal de „beschermer" van
over de oceaan Nederland zijn vroegere
koloniale rijk niet teruggeven".
De Russische journalist zegt dan dat
de markt van de socialistische landen,
die zich onstuimig ontwikkelt „de be
trouwbaarste en meest soliede com
pagnon en klant voor de „talrijke
Westeuropese maatschappijen, indus
triëlen en handelslieden" is. „Het ver
overen van de socialistische markt, dat
is het waarover zich tegenwoordig tal
rijke westelijke concurrenten van Ne
derland zorgen maken. Indien de Ne
derlandse kapitalisten niet achter wen
sen te blijven, is hun succes verzekerd.
De vurige wens is immers reeds de
halve overwinning".
De kans bestaat dat Apeldoorn met zijn
oppervlakte van 33.845 ha. binnen afzien
bare tijd niet meer de grootste gemeente
van Nederland zal zijn. Het is namelijk
mogelijk dat een nog grotere gemeente zal
worden gevormd, wanneer óf de Noord
oostpolder of het hele gebied van Noord-
west-Overijsel tof één gemeente zou wor
den samengevoegd.
De Noordoostpolder-gemeente zou dan
Emmeloord zijn met een oppervlakte van
50.364 ha en de Noordwest-Overijselse
gemeente Steenwijk met een oppervlakte
van 34158 ha.
Het vraagstuk van deze gemeentelijke
herindeling in Noordwest-Overijsel is
thans actueel geworden door de uitnodi
ging van Gedeputeerde Staten van Over-
ijsel aan de besturen van de tien gemeen
ten in dit gebied, om vóór 1 november
hun gevoelen omtrent een gemeentelijke
herindeling kenbaar te maken.
10810.9. Nu het vlot zover klaar was, begonnen ze aan het huisje. Dat was ook
een heel stuk werk, maar ze hadden de tijd.
Terwijl Koen en Pobbel werkten, zorgde Linnie voor het huishoudentje; ze maakte
op tijd eten klaar en zorgde voor thee. En zo deden ze allemaal hun best.
Drie weken lang werkten ze zo voort, en toen was het eindelijk zover: hun woonschip
was klaar!
Trots liepen ze er aan alle kanten omheen en voldaan keken ze naar het mooie
werkstuk.
Morgen brengen we de meubelen over!, zei Pobbel vrolijk.
Vertaling;
Margot
Bakker
47)
Wij brachten een paar rustige uren in de zaak door en
aten er ook iets behoorlijks. Tijdens de maaltijd stond
ik eenmaal op om Fernandez te bellen. Ik kwam te
weten dat de vrachtauto pas om elf uur uit Sanlucar la
Mayor was vertrokken en verzocht de commissaris te
gen Lucero te zeggen dat ik omstreeks half drie
's nachts aanwezig hoopte te zijn. Van de gelegenheid
gebruik makend ging ik een kijkje buiten de deur ne
men, waar de De Soto klaarstond. Het was een voor
treffelijke wagen. De chauffeur vertelde ik, dat Juan op
mijn verzoek meeging en ik gaf de man opdracht na
het instappen even te wachten met wegrijden, zodat
Juan de gelegenheid zou hebben zich in de koffer te in
stalleren.
Tegen één uur rekenden wij af en Arbuthnot vroeg of
wij voornemens waren naar onze hotelkamers te gaan.
Zo niet, of wij andere plannen hadden, waarbij wij prijs
op zijn gezelschap stelden. Al bij voorbaat genietend
van hun verbazing zei ik:
Jullie mogen met mij mee naar Huelva.
Naar Huelva?
Midden in de nacht?
Ja, wij gaan de bende van Lajolette inrekenen
Zeggen deden zij niets, wel keken zij mij met open
gesperde ogen aan. Ik was niet ontevreden.
vannacht wo;-dt er een partij verdovende middelen
ingescheept, met bestemming Cuba. Vandaar is het niet
ver meer naar Florida, zoals jullie weten!
Zij waren werkelijk geslagen, mijn beide collega's.
Charley was de eerste die tot zichzelf kwam.
Zeg, maak ons wat wijs
Maak ik jullie wat wijs?
Alonso vroeg opeens:
Hoe weet jij dat eigenlijk?
Dat vertel ik later wel eens. Wij moeten er nu
vandoor.
Gaan we wandelen?
Nee, de wagen staat voor.
Spottend zei Arbuthnot:
Je hebt werkelijk aan alles gedacht. Mijn geluk
wensen met zo'n breinJe bent ons te glad af
geweest, wat jij, Maquil?
Alonso bleef sportief.
José is een van onze beste agenten, ik had niet
anders van hem verwacht.
Gaan we nu eindelijk?
Charley, die toch iets moest doen om zijn figuur te
redden, zei achteloos:
Ik kan jullie ook nog iets vertellen, dat zelfs José
misschien niet weetLajolette is enkele dagen ge
leden al uit Barcelona vertrokken. Ik had vanmiddag
onze agent aan de telefoon
Niets ter wereld had mij meer genoegen kunnen doen.
Laten wij hopen dat wij hem straks in Huelva
ontmoeten.
Toen wij weggingen zei Charley, die het als eerzuch
tig Brit blijkbaar moeilijk kon verkroppen op de tweede
plaats te zijn gedrongen, niet zonder verbittering:
Ik neem aan, dat ik je moet bedanken voor je
uitnodiging het slotbedrijf bij te wonen?
Als Lajolette zijn revolver op je richt, zul je mis
schien geen behoefte meer hebben mij te bedanken.
Hij haalde de schouders op.
Tot dusver ben ik de dans altijd ontsprongen. Ik
zie niet in waarom ik me nu juist door Lajolette moet
laten neerschieten.
Er viel onderweg niets bijzonders voor. De wagen
deed het uitstekend. Mijn collega's hadden mijn triomf
nog niet kunnen verwerken en toonden zich weinig toe
schietelijk. Wij reden door een slapend Sanlucar la
Mayor en staken de Guandiamar over. Wij passeerden
de wijngaarden van Manzanilla, die ik met dankbaar
heid gedacht. In de straten van Palma del Condado
troffen wij nog publiek, ondanks het vergevorderde uur.
De Andalusiërs houden er nu eenmaal andere tijds
begrippen op na dan de overige Europeanen. Daarna
hadden wij al gauw San Juan del Puerto bereikt en
even later reden wij Huelva binnen. Wij hadden de
afstand van achtentachtig kilometer binnen de vijf
kwartier afgelegd. De wagen lieten wij op respectabele
afstand van de haven achter, wij wilden niet onnodig
de aandacht op ons vestigen. Ik hield mij, alsof ik van
geen Juan in de koffer wist en rekende erop, dat hij
mij wel zou volgen.
Wij bleven doodverschrikt staan, toen er onverwacht
een man op ons toesprong, met de revolver in de hand.
Wij hadden hem niet zien of horen komen. Gelukkig
was het Lucero.
Prachtig op tijd, senor. Wie zijn die heren?
Ik stelde voor:
Alonso Maquil van het FBI.. Charley Arbuthnot
van Soctland Yard.. Inspecteur Lucero van de politie
van Sevilla.
De Engelsman keek mij kwaadaardig aan:
Je hebt de Spaanse politie dus toch in de zaak be
trokken, Moralès? En natuurlijk zijn wij ook daar buiten
gehouden.
Ook Alonso leek weinig gelukkig met de nieuwe stand
van zaken.
Eerlijk gezegd, José, kan ik hierin niet meer mee
gaan.Waarom zijn wij niet tijdig op de hoogte gesteld?
Moeten wij per se een figuur slaan tegenover onze supe
rieuren?
Ik voelde er weinig voor jullie verwijten aan te
horenEn of ik jullie had kunnen overtuigen is voor mij
de vraag. Maar het is nu eenmaal zo, dat wij zonder de
officiële politie geen schijn van kans zouden hebben aan
boord van een vaartuig te komen, waar wij Lajolette
hopen te treffen.
Alonso gluurde naar Charley.
Eigenlijk heeft hij gelijk.
Arbuthnot gaf dat toe, zij het niet van harte.
Kan zijn, maar de manier waarop staat mij niet
aan.
Er naderde een politieagent, die Lucero iets influister
de. De inspecteur stelde ons van het bericht op de hoogte
Heren, wij gaan tot de aanval over. Wij moeten dat
vrachtschip ginds hebben., daar, links.. La Caridad is
het, het vaart onder Panamese vlag. Om complicaties
te vermijden verzoek ik u niet aan de overval deel te
nemen. Ik neem aan dat u alle drie gewapend bent en
omdat u hier in de eerste plaats bent terwille van een
bepaalde man en niet terwille van verdovende midde
len verzoek ik u, senor Moralès, tussen deze balen de
wacht te betrekken. Senor Maquil kan zich tussen die
partij vaten opstellen en senor Arbuthnot wil wel dek
king zoeken achter die stapel balken? U hebt niets an
ders te doen dan het schip in het oog te houden. Mocht
er iemand aan ons ontsnappen, dan wilt u wel schieten.
Wij verzekeren hem dat hij op ons kon rekenen.
Als Lajolette zich aan boord van „La Caridad" bevond
zou hij stellig proberen te ontsnappen. Ik smeekte de
Macai'ena hem in mijn richting te zenden.
Wij namen de ons toegewezen stellingen in en onze
blikken zogen zich aan het schip vast. Ik kende dit
lijdzaam wachten, ofschoon ik nog nooit de kans had
gekregen een zo belangrijke prooi als Lajolette onder
schot te houden. Het was dan ook een kans waar elke
politieman van zou watertanden.
Het was die nacht heerlijk weer. Ik kon „La Caridad"
zowel als de wacht op de boeg duidelijk onderscheiden.
Opeens luisterde ik scherp: iemand besloop mij van
achteren, zo voorzichtig, dat ik het gerucht meer raad
de dan hoorde. Ik hield mij gereed op te springen en
mijn vingers sloten zich krachtig om de revolver-. Voor
ik tot handelen overging hoorde ik fluisteren:
Don José?
Ben jij het, Juan?
Ja.
Geen leven maken
Maria's broer sloop tot vlak bij mij.
Hoe ben je langs de posten gekomen?
Ik ken dit soort werkZouden ze Lajolettè in
handen krijgen?
Ik heb goede hoop.
Dan ga ik maar weer..
Waar ga je naar toe?
U in de rug dekken. Wat mij is gelukt zou een
ander ook kunnen gelukken
Hij loste zich in de duisternis op voor ik hem had
kunnen tegenhouden. Ik kreeg voor het eerst respect
voor de jongenCliff Anderson zou een bruikbare
kracht aan hem hebben, later.
De gebeurtenissen aan de waterkant lieten mij overi
gens geen tijd over Juan na te denken. Ik zag de
schimmen van Lucero's mannen, die het vaartuig
naderden zonder de aandacht te trekken. Ik schrok
bijna, toen er schel werd gefloten.
(Wordt vervolgd),
Wie zich nog eens te goed wil doen aan
de lafenis der klassieken, kan terecht bij
de bron. In de Prisma-reeks van de uit
geverij Het Spectrum te Utrecht, Antwer
pen, verschenen twee voortreffelijke stu
dies. De eerste van de hand van R. H.
Barrow „DE ROMEINEN EN DE WES
TERSE BESCHAVING,,, een speurtocht
naar de wezenskenmerken van het Ro
meinse rijk, getoetst aan de Romeinse
mens. Er staan zeer behartigenswaardige
conclusies in dit boekje, dat voortdurende
concentratie vraagt en zeker niet in een
adem wordt uitgelezen, maar de gymna
siast van vroeger een verhelderend in
zicht verschaft in zaken, welke als het
ware onder de grammaticale structuur
van zijn opleiding verborgen bleven. Ook
de niet-gymnasiast, indien geïnteresseerd,
doet een hoeveelheid van wetenswaardig
heden op, welke hem een beter begrip
verschaft in de ontwikkeling der westelijke
cultuur en haar samenhang met de Ro
meinse. Verhalenderwijze komt dat begrip
ook tot gelding in de „OUDE OOSTERSE
VERHALEN" van Herodotos, die door dr.
O. Damsté vertaald en ingeleid, eveneens
bij Het Spectrum zijn uitgegeven. Hier
krijgt de Griekse cultuur een verhelderend
aanschijn, maar omdat Herodotos niet al
leen een goed geschiedsschrijver, maar
ook een stoutmoedig onderzoeker was, die
zich grondig oriënteerde op de plaatsen
zelf, waar de gebeurtenissen plaats had
den, strekt de kennis, welke hij vergaar
de, verder dan de grenzen van Hellas al
leen. Dat maakt Herodotos tot een boeiend
man, die van verre reizen veel kan ver
halen en zijn anekdotes veelvuldig en gre
tig spuit tot genoegen van wie hem leest.
Dr. Damsté zorgt telkens voor de nodige
verklaringen, wanneer de lezer soms het
historisch verband mocht kwijtraken of de
betekenis van het verhaalde onderschat
ten.
Het derde boekje in de Prisma-reeks is
„DE WERELD VAN ODYSSEUS" van
M. I. Finney, een commentaar op de si
tuaties en omstandigheden in de dagen,
waarin het heroïsch epos van Homerus
ontstond, een analyse van het dichtwerk
zelf, dat nooit aflaat de schoolse verering
te laden met diepere emoties van per
soonlijke bewondering. Tenslotte maken wij
de lezer ook nog attent op een uitgave
van De Kern te Amsterdam en wel
„GRIEKSE HELDENVERHALEN", zijnde
een verzameling van de mooiste en be
kendste mythen en heldenverhalen, die
door hun volgorde elkaar verklaren en op
die manier de soms chaotische indruk,
welke zij bij het eerste gehoor op dege
nen, die er kennis van nemen, maken, ge
leidelijk wegnemen. Hetgeen men alleen
maar kan toejuichen.
Advertentie
Textiel stoffen met
hetFELISOL-etiket
zijn kleurecht!
Let U dus voortaan
op FELISOL.
LONDEN (UPI) Aan de prettige le
venswijze van Richard Pennyfather is 1
september een einde gekomen. De 73-jari-
ge Pennyfather had het allemaal goed uit
gekiend. Al vijftig jaren lang oefende hij
het beroep uit, dat hij had gekozen, name
lijk diefstal, en hij kiende het zo bit, dat
hij iedere winter behagelijk in de gevan
genis kon doorbrengen om net voor het
zomerseizoen weer vrij te komen.
Iedere winter als het koud en mistig
werd pleegde hij een kraakje en liet zich
betrappen. Elke lente, zodra hij de bloe
mengeur in zijn cel kon ruiken, liep zijn
vonnis af.
Soms kwamen er kinken in de kabel.
In 1911 bij voorbeeld werd hij slechts tot
1 dag gevangenisstraf veroordeeld. Een
andere keer kreeg hij 18 maanden en liep
zo de zomer mis. In de Eex-ste Wereldoor
log was hij in dienst en leed 4 jaar lang
onder winterseizoenen.
Verder ging het allemaal goed tot dit
jaar. Dit voorjaar kwam hij na een straf
van drie maanden uitgezeten te hebben
weer vrij. Hij genoot van een warme mei
maand. In juni echter begon het te rege
nen en de regen hield maar aan. Penny
father voelde zich ongelukkig en toen het
ook in juli niet ophield met regenen be
sloot hij dat er maar een einde aan moest
komen; dit was geen leven. Hij liep een
winkel binnen en kondigde aan, dat hij
wat kousen ging stelen. Toen hij genoeg
getuigen om zich heen verzameld had,
stak hij tien paar kousen in zijn zak, te
vreden lachend liet hij zich arresteren.
Een reclasseringsambtenaar deed ech
ter zijn mooie plan in duigen vallen. Hij
vertelde de politierechter, dat Pennyfa
ther 107 maal in een instelling te Londen
opgesloten was geweest en dat geen van
deze instellingen hem terug wilde zien.
De politierechter overwoog de feiten en
besloot dat Pennyfather weer terug moet
naar de gevangenis. Pennyfather lachte
al tevreden. Toen kwam het vonnis: zeven
jaar. Zeven jaar gevangenisstraf voor
de 73-jarige Pennyfather is deze natte zo
mer van 1960 misschien wel de laatste die
hij in vrijheid heeft doorgebracht.
Een nieuwlichter is een man of vrouw
van „het nieuwe licht", een aanhan
ger van een godsdienstige groep die een
„nieuw licht" heeft ontstoken, door een
„nieuw licht" de waarheid kent. Reeds
in de Middeleeuwen komt het woord
„nieuwlicht" voor, bepaaldelijk als de
naam van een klooster. Zo moet er een
Karthuizerklooster in de buurt van de
stad Utrecht hebben bestaan, dat. de
naam Nieuwlicht droeg. Het woord
nieuwlichter is echter voor het eerst in
1816 gebruikt voor de leden van de
Zwijndrechtse Broederschap en daarna
ook voor personen of verenigingen die
van de orthodoxe leer afweken, bijvoor
beeld van de zogenaamde Afgeschei
denen. Schertsend wordt het woord
nieuwlichter ook gebezigd voor aanhan
gers van nieuwe opvattingen en denk
beelden in het algemeen.