Horen en zien „Nederlandse kapitalisten welkom op Sovjetmarkt..' .Een nacht op Boekenhoekje J PANDA EN DE JACHT OP DE MILJOENENHOED Auto's brengen „Amsterdamse tram" f 9 miljoen schade toe DE REIS VAN KOEN EN LINNIE ^Hoe is het ontstaan A VS Langer dan een winterslaap J WOENSDAG 7 SEPTEMBER 1960 9 radioed AANKONDIGINGEN EN NABESCHOUWINGEN Dank aan schooljongen FA. E. DE GRAAFF De radio geeft donderdag Televisieprogramma Kerkelijk Nieuws RUSSISCHE JOURNALIST: A peldoorn binnenkort grootste gemeente af Charles Exbrayat FELISOL écht kleurecht Dit woord: NIEUWLICHTER 29. Boko de zwerver schrok geweldig toen allen de hoed opeisten. Inplaats van een aalmoes te krijgen, dreigde hij zijn pas gevonden schat te verliezen. „Het is mijn eigen geluksdoppie!" riep hij, voor de graaiende handen terugdeinzend, „eer lijk gevonden!" „Maar wat je vindt is niet van jou!" riep Panda. „Zeer juist," zei Joris, „uw aanspraken zijn niet wettelijk verantwoord. Indien ge u die hoed weder rechtelijk wilt toeëigenen, komt ge in moeilijkheden met de Wet en dat is on aangenaam. „JURIS PRUDENTIE!" waarschuwen de juristen, waarmee ze zeggen willen, dat men met: de justitie voorzichtig moet zijn. Geef mij dus die hoed en.„Nee! Geef hem mij!" riep Palmer, Joris opzij dringend. Boko voelde hier niets voor. Met een snelle beweging ontweek hij zijn belagers en keerde zich om, teneinde van de wagon te springen. Maar nu merkte hij tot zijn schrik, dat de trein zich inmiddels weer in beweging had gezet en in snelle vaart over de rails gleed. Ternauwernood kon hij nog zijn sprong in houden. Een zwerver laat zich echter niet zo makkelijk vangen. Weer wist hij zijn achtervolgers te ontwijken en met koene sprong wipte hij over naar een andere wa gon. De minister van Sociale Zaken en Volks gezondheid, mr. dr. Ch. J. M. A. van Rooy, heeft dinsdag de elfjarige Robert Ouwerkerk uit Rotterdam ontvangen om hem te bedanken voor het feit, dat men dank zij hem tot de slotsom is gekomen, dat de „Planta"-margarine de oorzaak moest zijn van de huidziekte. Toen Robert bij dokter W. A. Treurniet kwam, vertel de hij, dat alle kinderen uit het gezin Ouwerkerk die ziek waren de nieuwe mar garine hadden gegeten. Zijn zesjarig broer tje. dat niet ziek was geworden, had alleen maar roomboter gekregen. Dokter Treur niet bracht de geneeskundige dienst van Rotterdam op de hoogte van zijn bevin dingen, waarop een nader onderzoek werd ingesteld. Minister Van Rooy zei het bijzonder ple zierig te vinden, dat hij in de gelegenheid was Robert te bedanken en overhandigde hem een schooltas en een vulpenhouder. Ook kreeg Robert een oorkonde, onderte kend door de minister en door de directeur generaal van de Volksgezondheid, prof. dr. P. Muntendam. Prof. Muntendam die getuige was van de ontmoeting, verklaarde tenslotte het zeer op prijs te stellen, dat de huisartsen in de persoon van dokter Treurniet zo'n belangrijk aandeel hebben gehad in het vinden van de oorzaak van de huidziekte. De Franse documentaire-film „Lourdes en zijn wonderen" is door de K.R.O. met veel voorzichtigheid aangekondigd. Het is dan ook een subtiel onderwerp, waarvan de verfilming het gevaar opriep van sub jectiviteit en profanatie. Doch deze film is zo beheerst vervaardigd en zo nadruk kelijk van alle mogelijke voorbehouden voorzien, dat de feiten de feiten blijven en de conclusie volkomen ongesuggereerd aan de kijker wordt overgelaten. En daar om is het een interessant document, dat een visueel dossier zou kunnen heten van een wonderlijk, zo niet wonderbaarlijk ver schijnsel. Beeldschermer Advertentie EEN AUTO OM TE HEBBEN Koninginneweg 48 - Haarlem - Tel. 13609 HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 910 De groen teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 1100 Tussen de wal en het schip, lezing. 11.15 Zang recital. 11.35 Gram. 11.45 Boekjes voor bezige handen, praatje. 1200 Lichte muz 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Gram. 12.45 Onbekend. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Promenade- ork. en omroepkoor. 13.55 Beursber. 14.00 Gram. 14.30 Voordr. 15.00 Orgel en viool. 15.30 Voor de vrouw. 16.00 Zangrecital. 16.30 Voordr. 16.45 Lich te muz 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Lichte muziek. 18.00 Amus.muz. 18.45 Journaal. 19.00 Gram. 20.00 Nieuws. 20.05 Filharm.ork. en solist 21.10 Groen land, zwarte mensen, lezing. 21.25 Lichte muziek. 21.45 Gram. 22.00 Saxofoon en piano. 22.30 Nieuws, beursber. v. New York en S.O.S.-ber. 22.45 Gram. 23.10 Dagboek van een grootvader, hoorsp. 23.45 Gram. 23.55—24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV. KRO: 7.00 Nieuws 7.15 Gram. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram 8.25 Inlei ding Hoogmis. 8.30 Hoogmis. NCRV: 10.00 Gram. 10.30 Morgendienst. KRO: 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gewijde muz. 12.00 Middagklok - noodklok. 12.03 Gram. 12.25 Wij van het land, praatje. 12.35 Land- en tuinb.meded. 12.38 Gram. 12.45 Olymp. Spelen. 13.00 Nieuws 13.15 Zonnewijzer. 13.20 Pia nospel. 13.35 Lichte muz. NCRV: 14.00 Metropole- ork. en klein koor. 14.35 Groninger orkestvereni ging en solist. 16.00 Verkenningen in de Bijbel. 13.20 Gram. 16.30 Mezzo-sopraan en piano. 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Olvmp. Spelen 18.00 Jazzmuz. 18.15 Sportrubriek. 18.30 Gram. 18.40 Olymp. Spelen. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Liederen. 19.30 Radiokrant. 19.50 Pol. lezing. 20.00 Gram. 20.50 Een tuin van zand en stenen, lezing. 21.05 Koperorkest. 21.20 Perio diekenparade. 21.30 Lichte muziek. 22.00 Olymp. Spelen. 22.30 Nieuws en S.O.S.-ber. 22.40 Gram. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Kerkorgel. 23.30 Gram. 23.45 Olymp. Spelen. 23.55—24.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Amus.muziek. 12.30 Weerber. 12.35 Gram. 12.50 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 en 14.00 Gram. 15.00 Kamermuiekz. (Tussen 15.00 en 15.45 Olymp. Spelen. 15.45 Gram. 16.00 Koersen. 16.06 Gram. 16 30 Gram. 17.00 Nieuws. 17.10 Gram. 17.30 Licht progr. 18.00 Gram. 18.30 Voor de soldaten. 19.00 Nieuws. 19.40 Gram. 20.00 Hoorspel. 21.10 en 21.30 Gram. 22.00 Nieuws. 22.15 en 22.30 Gram. 22.55- 23.00 Nieuws. VOOR WOENSDAG NTS: 14.00 Intern, jeugdjourn. KRO: 14.10 Voor de kinderen. NTS: 14.55—18.30 Eurovisie: Olymp. Spelen. 19.00-19.15 Idem. 20.00 Journaal en week overzicht. 20.20 Film Olymp Spelen. VARA; 20.30 Act. 20.45 Bezoek aan Dora Paulsen. 21.15 Forum. NTS: 22.35 Eurovisie: Olympische Spelen. VOOR DONDERDAG NTS: 145518-30 Eurovisie: Olymp. Spelen. 20.00 Journ. en weeroverz. 20.20 Olymp. allerlei. KRO: 20.30 Documentaire. 20.40 Theaterkron. 21.00 De vijf kruisjes, TV-spel. NTS: 22.30-23.00 Eurovi sie: Olymp. Spelen. (Van onze Amsterdamse redacteur Iedere autobezitter, die geregeld in de Amsterdamse straten rijdt, pleegt van tijd tot tijd onvriendelijke dingen te zeggen over de tram. De straten van de binnen stad zijn over het algemeen smal en de tram wordt door velen als een enorm ob stakel beschouwd. Maar men kan de zaak ook omdraaien. En dan blijkt dat juist de tram het slacht offer is van die auto's. Directeur Ybema van het vervoerbedrijf heeft ons voorge rekend: overdag zijn de tramwagens voor 30 percent bezet. De spitsuren leveren een verdrievoudiging van het aantal passa giers. Zijn de tramwagens dan precies vol? Erger: op de spitsuren moeten er 60 percent meer tramwagens worden ge bruikt, omdat het auto- en fietsverkeer op die drukke uren een vlotte afwikkeling van de trams verhindert. Marlies van Alcmaar en John Lanting vervullen de „jonge rollen" in het spel „De vijf kruisjes" dat donderdagavond in het t.v.-programm.a van de K.R.O. wordt opgevoerd. Het op de weg brengen van 60 percent meer materieel (en personeel) betekent een enorme verliespost van circa 9 mil joen gulden per jaar. Die negen miljoen is precies het verlies, dat het trambedrijf oplevert. Een vrije trambaan zou zonder tariefsverhoging een rendabel trambedrijf mogelijk maken. Maar de auto's brengen negen miljoen gulden schade. Hoe houdt men die auto's van de tram rails af? Omdat men nu eenmaal geen be tonnen muurtjes midden op de weg kan optrekken zal nu worden overwogen witte strepen langs de rails te trekken in de hoop, dat de automobilisten zo vriendelijk zullen zijn rechts van die streep te blij ven rijden. Er wordt wel eens gezegd, dat Amster damse trams kunnen worden vergeleken met honden: zij stoppen haast bij iedere boom. De vele haltes zijn een rem op de vlotte afwikkeling van het tramverkeer. Zijn die halteplaatsen allemaal zo nodig? De Parijse metro, die als voorbeeld geldt voor een bijna volmaakt openbaar vervoer telt soms afstanden tussen de haltes van een kilometer. De ervaring in Amsterdam is, dat wanneer er ergens een tramhalte wordt opgeheven, onmiddellijk stapels brieven van omwonenden binnenkomen met klachten over het tekort aan service. Het is echter niet uitgesloten, dat het aan tal haltes in de toekomst toch iets wordt verminderd. Daarnaast zijn de ervaringen met de snelbussen van het Centraal Sta tion naar de westelijke tuinsteden van dien aard, dat overwogen wordt dergelijke sneldiensten ook naar andere stadsdelen te laten gaan. 'Of al deze maatregelen de Amsterdamse tram populair zullen maken bij de hoofdstedeling staat nog te bezien. Want hoewel de invoering van zeer goed kope abonnementen en weekkaarten de fi nanciële bezwaren tegen het tramvervoer al uit de weg heeft geruimd, zweert de Amsterdammer bij zijn fiets. En sléchts storm, sneeuw en zware" regenbuien kun nen hem doen besluiten zijn trouwe twee- wieler te ruilen voor de tram. Aangenomen naar Grijpskerk (Gron.) G. van den Berg te Wetsing-Sauwerd naar Blacktown (New South Wales) rev. H. D. Hoving te Hamilton (Ontario, Canada). Beroepen te Melbourne (Australië) rev. J. F. H. van der Bom te Sydney (Austra lië). voorheen predikant te Groningen. Beroepen te Lekkerkerk G. Clements, kand. te Rotterdam. Baptisten Gemeenten Bedankt voor Muntendam A. H. Agte- reek te Den Helder. Onder de titel „Het bekoorlijke en tegen strijdige Nederland" is in de „Literatoer- naja Gazeta" een artikel verschenen van de Russische journalist B. Leontjev, die enige tijd geleden een bezoek aan ons land heeft gebracht. „Evenals in elk ander land van West-Europa is in Nederland het oude en het nieuwe dooreengevlochten", aldus het artikel. „Men vindt er een verzameling van alles wat men ook kan vinden in Frankrijk, België, Zwitserland, Scandina vië of Italië. Maar dat is alleen de buitan- kant. Dwars dóór alles heen treedt het vol wassen, grondig vernieuwde gezicht van 't kapitalistische land van de tweede helft van de twintigste eeuw naar voren", zo schrijft Leontjev, die Nederland „een ken merkend voorbeeld van de na-oorlogse herleving van West-Europa" noemt. De schrijver vermeldt „met dankbaar heid" de door de Nederlandse autoriteiten betoonde gastvrijheid. De ondervinding met he geval-Smirnof (de Russische stu dent die, verdacht van spionage, werd ge arresteerd en uitgewezen) dat met het be gin van Leontjevs bezoek samenviel en vol gens de Russische journalist „op Ameri kaanse instigatie berustte", brengt Leon tjev ertoe te constateren dat „de vriend schap met Amerika en het lidmaatschap van de NAVO kolossale militaire uitgaven vereist en ook de voortdurende verhoging van deze zinloze, en door niets te recht vaardigen uitgaven: Voor het komende jaar heeft de Nederlandse regering al weer een verhoging geraamd van het militaire budget ten bedrage van 200 miljoen gul den. Daarmede loopt dit budget op tot het enorme bedrag van 1850 miljoen gulden per jaar". „Geld dat weggesmeten wordt, maar be halve dat hebben het Pentagon, er. ook de zakenlieden in Nederland zelf er baat bij, want een bepaald deel van de winst op de militaire orders (en die is niet gering) vloeit in hun zakken". „Realisme krijgt overhand" „Het realisme echter en de nuchterheid van de Nederlandse kapitalisten die de feitelijke leiders zijn van de buitenlandse politiek van het land moeten de over hand krijgen op de „argumenten", die tot in het jongste verleden gangbaar waren. Deze „argumenten" en overwegingen wa ren de volgende: het kleine Nederland staat als het ware onbeschermd tegenover de machtige Sovjet-Unie, het kan tegen niemand anders „aanleunen" als tegen het verre Amerika. Vandaar ook de drukkende militaire uitgaven, vandaar ook van alle NAVO-landen de meeste toewijding en ge dienstigheid om aan iedere Amerikaanse eis te voldoen: Wilt u een basis op Neder lands gebied, met alle soorten van genoe gen, wilt u een startplaats voor raketten, alstublieft, hebt u behoefte aan een nieu we, al is het dan niet erg geschikte anti- Sovjetprovocaite, met alle genoegen". „Maar de tijd dat men zich door dex-ge- lijke „argumenten" laat meeslepen gaat voorbij", aldus Leontjef. „Geen welden kende Westeuropeaan hecht verder nog ge loof aan de sprookjes over agressiviteit van de Sovjet-Unie en andere socialistische staten. Bovendien zal de „beschermer" van over de oceaan Nederland zijn vroegere koloniale rijk niet teruggeven". De Russische journalist zegt dan dat de markt van de socialistische landen, die zich onstuimig ontwikkelt „de be trouwbaarste en meest soliede com pagnon en klant voor de „talrijke Westeuropese maatschappijen, indus triëlen en handelslieden" is. „Het ver overen van de socialistische markt, dat is het waarover zich tegenwoordig tal rijke westelijke concurrenten van Ne derland zorgen maken. Indien de Ne derlandse kapitalisten niet achter wen sen te blijven, is hun succes verzekerd. De vurige wens is immers reeds de halve overwinning". De kans bestaat dat Apeldoorn met zijn oppervlakte van 33.845 ha. binnen afzien bare tijd niet meer de grootste gemeente van Nederland zal zijn. Het is namelijk mogelijk dat een nog grotere gemeente zal worden gevormd, wanneer óf de Noord oostpolder of het hele gebied van Noord- west-Overijsel tof één gemeente zou wor den samengevoegd. De Noordoostpolder-gemeente zou dan Emmeloord zijn met een oppervlakte van 50.364 ha en de Noordwest-Overijselse gemeente Steenwijk met een oppervlakte van 34158 ha. Het vraagstuk van deze gemeentelijke herindeling in Noordwest-Overijsel is thans actueel geworden door de uitnodi ging van Gedeputeerde Staten van Over- ijsel aan de besturen van de tien gemeen ten in dit gebied, om vóór 1 november hun gevoelen omtrent een gemeentelijke herindeling kenbaar te maken. 10810.9. Nu het vlot zover klaar was, begonnen ze aan het huisje. Dat was ook een heel stuk werk, maar ze hadden de tijd. Terwijl Koen en Pobbel werkten, zorgde Linnie voor het huishoudentje; ze maakte op tijd eten klaar en zorgde voor thee. En zo deden ze allemaal hun best. Drie weken lang werkten ze zo voort, en toen was het eindelijk zover: hun woonschip was klaar! Trots liepen ze er aan alle kanten omheen en voldaan keken ze naar het mooie werkstuk. Morgen brengen we de meubelen over!, zei Pobbel vrolijk. Vertaling; Margot Bakker 47) Wij brachten een paar rustige uren in de zaak door en aten er ook iets behoorlijks. Tijdens de maaltijd stond ik eenmaal op om Fernandez te bellen. Ik kwam te weten dat de vrachtauto pas om elf uur uit Sanlucar la Mayor was vertrokken en verzocht de commissaris te gen Lucero te zeggen dat ik omstreeks half drie 's nachts aanwezig hoopte te zijn. Van de gelegenheid gebruik makend ging ik een kijkje buiten de deur ne men, waar de De Soto klaarstond. Het was een voor treffelijke wagen. De chauffeur vertelde ik, dat Juan op mijn verzoek meeging en ik gaf de man opdracht na het instappen even te wachten met wegrijden, zodat Juan de gelegenheid zou hebben zich in de koffer te in stalleren. Tegen één uur rekenden wij af en Arbuthnot vroeg of wij voornemens waren naar onze hotelkamers te gaan. Zo niet, of wij andere plannen hadden, waarbij wij prijs op zijn gezelschap stelden. Al bij voorbaat genietend van hun verbazing zei ik: Jullie mogen met mij mee naar Huelva. Naar Huelva? Midden in de nacht? Ja, wij gaan de bende van Lajolette inrekenen Zeggen deden zij niets, wel keken zij mij met open gesperde ogen aan. Ik was niet ontevreden. vannacht wo;-dt er een partij verdovende middelen ingescheept, met bestemming Cuba. Vandaar is het niet ver meer naar Florida, zoals jullie weten! Zij waren werkelijk geslagen, mijn beide collega's. Charley was de eerste die tot zichzelf kwam. Zeg, maak ons wat wijs Maak ik jullie wat wijs? Alonso vroeg opeens: Hoe weet jij dat eigenlijk? Dat vertel ik later wel eens. Wij moeten er nu vandoor. Gaan we wandelen? Nee, de wagen staat voor. Spottend zei Arbuthnot: Je hebt werkelijk aan alles gedacht. Mijn geluk wensen met zo'n breinJe bent ons te glad af geweest, wat jij, Maquil? Alonso bleef sportief. José is een van onze beste agenten, ik had niet anders van hem verwacht. Gaan we nu eindelijk? Charley, die toch iets moest doen om zijn figuur te redden, zei achteloos: Ik kan jullie ook nog iets vertellen, dat zelfs José misschien niet weetLajolette is enkele dagen ge leden al uit Barcelona vertrokken. Ik had vanmiddag onze agent aan de telefoon Niets ter wereld had mij meer genoegen kunnen doen. Laten wij hopen dat wij hem straks in Huelva ontmoeten. Toen wij weggingen zei Charley, die het als eerzuch tig Brit blijkbaar moeilijk kon verkroppen op de tweede plaats te zijn gedrongen, niet zonder verbittering: Ik neem aan, dat ik je moet bedanken voor je uitnodiging het slotbedrijf bij te wonen? Als Lajolette zijn revolver op je richt, zul je mis schien geen behoefte meer hebben mij te bedanken. Hij haalde de schouders op. Tot dusver ben ik de dans altijd ontsprongen. Ik zie niet in waarom ik me nu juist door Lajolette moet laten neerschieten. Er viel onderweg niets bijzonders voor. De wagen deed het uitstekend. Mijn collega's hadden mijn triomf nog niet kunnen verwerken en toonden zich weinig toe schietelijk. Wij reden door een slapend Sanlucar la Mayor en staken de Guandiamar over. Wij passeerden de wijngaarden van Manzanilla, die ik met dankbaar heid gedacht. In de straten van Palma del Condado troffen wij nog publiek, ondanks het vergevorderde uur. De Andalusiërs houden er nu eenmaal andere tijds begrippen op na dan de overige Europeanen. Daarna hadden wij al gauw San Juan del Puerto bereikt en even later reden wij Huelva binnen. Wij hadden de afstand van achtentachtig kilometer binnen de vijf kwartier afgelegd. De wagen lieten wij op respectabele afstand van de haven achter, wij wilden niet onnodig de aandacht op ons vestigen. Ik hield mij, alsof ik van geen Juan in de koffer wist en rekende erop, dat hij mij wel zou volgen. Wij bleven doodverschrikt staan, toen er onverwacht een man op ons toesprong, met de revolver in de hand. Wij hadden hem niet zien of horen komen. Gelukkig was het Lucero. Prachtig op tijd, senor. Wie zijn die heren? Ik stelde voor: Alonso Maquil van het FBI.. Charley Arbuthnot van Soctland Yard.. Inspecteur Lucero van de politie van Sevilla. De Engelsman keek mij kwaadaardig aan: Je hebt de Spaanse politie dus toch in de zaak be trokken, Moralès? En natuurlijk zijn wij ook daar buiten gehouden. Ook Alonso leek weinig gelukkig met de nieuwe stand van zaken. Eerlijk gezegd, José, kan ik hierin niet meer mee gaan.Waarom zijn wij niet tijdig op de hoogte gesteld? Moeten wij per se een figuur slaan tegenover onze supe rieuren? Ik voelde er weinig voor jullie verwijten aan te horenEn of ik jullie had kunnen overtuigen is voor mij de vraag. Maar het is nu eenmaal zo, dat wij zonder de officiële politie geen schijn van kans zouden hebben aan boord van een vaartuig te komen, waar wij Lajolette hopen te treffen. Alonso gluurde naar Charley. Eigenlijk heeft hij gelijk. Arbuthnot gaf dat toe, zij het niet van harte. Kan zijn, maar de manier waarop staat mij niet aan. Er naderde een politieagent, die Lucero iets influister de. De inspecteur stelde ons van het bericht op de hoogte Heren, wij gaan tot de aanval over. Wij moeten dat vrachtschip ginds hebben., daar, links.. La Caridad is het, het vaart onder Panamese vlag. Om complicaties te vermijden verzoek ik u niet aan de overval deel te nemen. Ik neem aan dat u alle drie gewapend bent en omdat u hier in de eerste plaats bent terwille van een bepaalde man en niet terwille van verdovende midde len verzoek ik u, senor Moralès, tussen deze balen de wacht te betrekken. Senor Maquil kan zich tussen die partij vaten opstellen en senor Arbuthnot wil wel dek king zoeken achter die stapel balken? U hebt niets an ders te doen dan het schip in het oog te houden. Mocht er iemand aan ons ontsnappen, dan wilt u wel schieten. Wij verzekeren hem dat hij op ons kon rekenen. Als Lajolette zich aan boord van „La Caridad" bevond zou hij stellig proberen te ontsnappen. Ik smeekte de Macai'ena hem in mijn richting te zenden. Wij namen de ons toegewezen stellingen in en onze blikken zogen zich aan het schip vast. Ik kende dit lijdzaam wachten, ofschoon ik nog nooit de kans had gekregen een zo belangrijke prooi als Lajolette onder schot te houden. Het was dan ook een kans waar elke politieman van zou watertanden. Het was die nacht heerlijk weer. Ik kon „La Caridad" zowel als de wacht op de boeg duidelijk onderscheiden. Opeens luisterde ik scherp: iemand besloop mij van achteren, zo voorzichtig, dat ik het gerucht meer raad de dan hoorde. Ik hield mij gereed op te springen en mijn vingers sloten zich krachtig om de revolver-. Voor ik tot handelen overging hoorde ik fluisteren: Don José? Ben jij het, Juan? Ja. Geen leven maken Maria's broer sloop tot vlak bij mij. Hoe ben je langs de posten gekomen? Ik ken dit soort werkZouden ze Lajolettè in handen krijgen? Ik heb goede hoop. Dan ga ik maar weer.. Waar ga je naar toe? U in de rug dekken. Wat mij is gelukt zou een ander ook kunnen gelukken Hij loste zich in de duisternis op voor ik hem had kunnen tegenhouden. Ik kreeg voor het eerst respect voor de jongenCliff Anderson zou een bruikbare kracht aan hem hebben, later. De gebeurtenissen aan de waterkant lieten mij overi gens geen tijd over Juan na te denken. Ik zag de schimmen van Lucero's mannen, die het vaartuig naderden zonder de aandacht te trekken. Ik schrok bijna, toen er schel werd gefloten. (Wordt vervolgd), Wie zich nog eens te goed wil doen aan de lafenis der klassieken, kan terecht bij de bron. In de Prisma-reeks van de uit geverij Het Spectrum te Utrecht, Antwer pen, verschenen twee voortreffelijke stu dies. De eerste van de hand van R. H. Barrow „DE ROMEINEN EN DE WES TERSE BESCHAVING,,, een speurtocht naar de wezenskenmerken van het Ro meinse rijk, getoetst aan de Romeinse mens. Er staan zeer behartigenswaardige conclusies in dit boekje, dat voortdurende concentratie vraagt en zeker niet in een adem wordt uitgelezen, maar de gymna siast van vroeger een verhelderend in zicht verschaft in zaken, welke als het ware onder de grammaticale structuur van zijn opleiding verborgen bleven. Ook de niet-gymnasiast, indien geïnteresseerd, doet een hoeveelheid van wetenswaardig heden op, welke hem een beter begrip verschaft in de ontwikkeling der westelijke cultuur en haar samenhang met de Ro meinse. Verhalenderwijze komt dat begrip ook tot gelding in de „OUDE OOSTERSE VERHALEN" van Herodotos, die door dr. O. Damsté vertaald en ingeleid, eveneens bij Het Spectrum zijn uitgegeven. Hier krijgt de Griekse cultuur een verhelderend aanschijn, maar omdat Herodotos niet al leen een goed geschiedsschrijver, maar ook een stoutmoedig onderzoeker was, die zich grondig oriënteerde op de plaatsen zelf, waar de gebeurtenissen plaats had den, strekt de kennis, welke hij vergaar de, verder dan de grenzen van Hellas al leen. Dat maakt Herodotos tot een boeiend man, die van verre reizen veel kan ver halen en zijn anekdotes veelvuldig en gre tig spuit tot genoegen van wie hem leest. Dr. Damsté zorgt telkens voor de nodige verklaringen, wanneer de lezer soms het historisch verband mocht kwijtraken of de betekenis van het verhaalde onderschat ten. Het derde boekje in de Prisma-reeks is „DE WERELD VAN ODYSSEUS" van M. I. Finney, een commentaar op de si tuaties en omstandigheden in de dagen, waarin het heroïsch epos van Homerus ontstond, een analyse van het dichtwerk zelf, dat nooit aflaat de schoolse verering te laden met diepere emoties van per soonlijke bewondering. Tenslotte maken wij de lezer ook nog attent op een uitgave van De Kern te Amsterdam en wel „GRIEKSE HELDENVERHALEN", zijnde een verzameling van de mooiste en be kendste mythen en heldenverhalen, die door hun volgorde elkaar verklaren en op die manier de soms chaotische indruk, welke zij bij het eerste gehoor op dege nen, die er kennis van nemen, maken, ge leidelijk wegnemen. Hetgeen men alleen maar kan toejuichen. Advertentie Textiel stoffen met hetFELISOL-etiket zijn kleurecht! Let U dus voortaan op FELISOL. LONDEN (UPI) Aan de prettige le venswijze van Richard Pennyfather is 1 september een einde gekomen. De 73-jari- ge Pennyfather had het allemaal goed uit gekiend. Al vijftig jaren lang oefende hij het beroep uit, dat hij had gekozen, name lijk diefstal, en hij kiende het zo bit, dat hij iedere winter behagelijk in de gevan genis kon doorbrengen om net voor het zomerseizoen weer vrij te komen. Iedere winter als het koud en mistig werd pleegde hij een kraakje en liet zich betrappen. Elke lente, zodra hij de bloe mengeur in zijn cel kon ruiken, liep zijn vonnis af. Soms kwamen er kinken in de kabel. In 1911 bij voorbeeld werd hij slechts tot 1 dag gevangenisstraf veroordeeld. Een andere keer kreeg hij 18 maanden en liep zo de zomer mis. In de Eex-ste Wereldoor log was hij in dienst en leed 4 jaar lang onder winterseizoenen. Verder ging het allemaal goed tot dit jaar. Dit voorjaar kwam hij na een straf van drie maanden uitgezeten te hebben weer vrij. Hij genoot van een warme mei maand. In juni echter begon het te rege nen en de regen hield maar aan. Penny father voelde zich ongelukkig en toen het ook in juli niet ophield met regenen be sloot hij dat er maar een einde aan moest komen; dit was geen leven. Hij liep een winkel binnen en kondigde aan, dat hij wat kousen ging stelen. Toen hij genoeg getuigen om zich heen verzameld had, stak hij tien paar kousen in zijn zak, te vreden lachend liet hij zich arresteren. Een reclasseringsambtenaar deed ech ter zijn mooie plan in duigen vallen. Hij vertelde de politierechter, dat Pennyfa ther 107 maal in een instelling te Londen opgesloten was geweest en dat geen van deze instellingen hem terug wilde zien. De politierechter overwoog de feiten en besloot dat Pennyfather weer terug moet naar de gevangenis. Pennyfather lachte al tevreden. Toen kwam het vonnis: zeven jaar. Zeven jaar gevangenisstraf voor de 73-jarige Pennyfather is deze natte zo mer van 1960 misschien wel de laatste die hij in vrijheid heeft doorgebracht. Een nieuwlichter is een man of vrouw van „het nieuwe licht", een aanhan ger van een godsdienstige groep die een „nieuw licht" heeft ontstoken, door een „nieuw licht" de waarheid kent. Reeds in de Middeleeuwen komt het woord „nieuwlicht" voor, bepaaldelijk als de naam van een klooster. Zo moet er een Karthuizerklooster in de buurt van de stad Utrecht hebben bestaan, dat. de naam Nieuwlicht droeg. Het woord nieuwlichter is echter voor het eerst in 1816 gebruikt voor de leden van de Zwijndrechtse Broederschap en daarna ook voor personen of verenigingen die van de orthodoxe leer afweken, bijvoor beeld van de zogenaamde Afgeschei denen. Schertsend wordt het woord nieuwlichter ook gebezigd voor aanhan gers van nieuwe opvattingen en denk beelden in het algemeen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 9