VOOR JULLIE - FILATELIE - m m 8 B 8 B I BA B I i iii 4 B u Hf 83 11 pp 1 B B S s .7, B B Üj B H Pi H! m§ m in lü B S3 8 Éi Hf fci Él Bf jj 8 8 B B B B SP PP m§ B B Éi 1 p HF Het ondeugende konijntje Schaken Dammen ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1960 Erbij PAGINA VIER V Él PP Éi j§ éi fl HP m ut Hf pp Éi ÉI jjf fl fl- Broodje met gras Mijnheer De Boer ISRAEL. Ter gelegenheid van de na tionale postzegelrentoonstelling, die van 9 tot 19 oktober onder de naam TA- VIV" in Tel Aviv zal worden gehouden, zal binnenkort, een postzegel van 25 agorot (donkerolvf en olijf gr ijs) in cir culatie worden gebracht. De zegel ver toont een Joodse postruiter uit Praag, ontleend aan een kopergravure, ver vaardigd in deze stad in 174.1. Het ont werp is gemaakt door P. Kor uit Tel Aviv. Een souvenir vellet je met deze ze gel zal evereens worden uitgegeven. Het velletje is uitsluitend verkrijgbaar op het tencoonstellingspostkantoor. DENEMAP KEN. Op 25 oktober zal een postzegel van 30 ore (rood) worden uitgegeven omdai de Deense koningin vijfentwintig jaar padvindster is. Op de zegel komt het portret van koningin Ingrid in padvindstersuniform voor. De toeslag komt ten goede aan het pad vindersfonds voor gebrekkige en zieke kinderen. De zegel is ontworpen door Viggo Bang en gegraveerd door Birger Ekholm. ARGENTINIë. Ten bate van de slachtoffers van de aardbeving in Chili zijn twee luchtpostzegels verkrijgbaar gesteld. Hei zijn een 6 3 pesos met de Seibo de nationale bloem van Argenti nië en een 10,70 5,30 pesos met de Copihuede nationale bloem van Chili. De kleumen van beide zegels zijn ver miljoen en rood. GROENLAND. Vijftig jaar geleden vestigde de Poolreiziger Knud Rasmus sen (1879-1933) een nederzetting op het eiland Thuie in de Atlantische Oceaan. Ter herinnering aan dit feit zal op 24 november een postzegel van 30 öre (rood) in omloop worden gebracht met zijn portret. Het ontwerp is van Viggo Bang en de gravure van Bent Jacobsen. NATIONALISTISCH CHINA. Drie postzegels, 1, 2 en 3 dollars, zijn uitge geven naar aanleiding van het vijfde weréldbosbouwcongres, dat in Seattle (Verenigde Staten) is gehouden. De zegel van 1 dollai heeft betrekking op de aan planting van bos, de 2 dollar op de bos bescherming en de 3 dollar op de hout- produktie. De drie waarden zijn ook in een minialuurvedetje verschenen. ATJSTRAl.lë. Voor de honderdste wedstrijd om de Melbourne-beker zal op 12 oktober a s een postzegel van 5 d. (sepia) verschijnen. De zegel laat de huidige beker en het paard Archer zien, dat in 1861 de eerste race om de Mel bourne-beker heeft gewonnen. KONGO IVoormalig Frans Kongo). Ter gelegenheid van de proclamatie van de onafhankelijkheid is een serie van twee waarden, 15 en 85 fr. uitgekomen, elk met een velschillend portret van president Fulbert Youlou. OPPER-VOLTA. Ook in deze Afri kaanse republiek is de onafhankelijk heid gevierd door de uitgifte van een postzegel. De waarde is 25 fr. (zwart, geelbruin en rood), ontworpen en ge graveerd door Decaris. Afgebeeld zijn tegen een achtergrond van een dorp de nationale vlag en twee inlanders. Het opschrift luidt ZJnité - Travail - Justice. Toernooiboeken zijn als foto-albums. Zij kunnen ons de vreugde schenken van het ophalen van herinneringen. Maar er zijn ook grote verschillen. Met enige ijver en voortvarendheid is een foto-album snel samengesteld. Het gereedmaken van een toernooiboek daarentegen is een stuk le venswerk, zelfs voor een vakman van klasse. Deze overwegingen gingen ons door het hoofd, toen wij onlangs ter bespreking „Das Zonenturnier Wageningen 1957" ont vingen. Want weliswaar ligt menig mo ment van dit toernooi, dat wij als „Kiebitz" herhaaldelijk van nabij mochten mee maken, ons nog vers in het geheugen, maar toch zijn er inmiddels al zo te naastebij weer drie jaren verstreken. Nieuwe jonge krach ten kwamen in die tijd naar voren, vele belangrijke andere schaakgebeurtenissen vroegen sindsdien de aandacht, menige modevariant werd intussen versterkt of weerlegt; in één woord: Wageningen werd reeds historie en het thans voor ons lig gende boek is een naslagwerk geworden. Zeker, een werk dat er zijn mag. De auteur Hans Bouwmeester analyseerde alle 153 partijen op de hem eigen heldere wijze, Theo van Scheltinga verzorgde het syste matische openingsoverzicht, Withuis schreef de rondenberichten, Slavekoorde van het bureau van Statistiek de tabellen, meester Teschner vervaardigde de foto's en de veel besproken Diemer vertaalde het geheel in zijn hoogdravende Duits. Dit alles ontvangt u voor slechts 12.90 in een prachtige uitgave van de n.v. Ten Have. Maar we zouden een dergelijk werkstuk zo graag veel eerder hebben, niet drie jaar, doch ten hoogste drie maanden na het ein de van de strijd. Het zal vermoedelijk wel niet anders kunnen. Want de omvang van de arbeid (153 partijen analyseren!) kan nauwelijks worden overschat. En alles moet in vrije uren geschieden, daar het te weinig lucratief is voor een volledig ge honoreerde dagtaak. Toch zou het mis schien sneller kunnen, met name door aan stonds na iedere ronde de commentaren van de spelers zelf vast te leggen. Een flink brok denkwerk zou daarmede reeds zijn verricht. Voor het toernooiboek overigens niets dan lof. Het doet ons de spannende uren van de laatste twee ronden opnieuw be leven. De vraag was toen of onze landge noot Donner de Deen Larsen nog zou kun nen overvleugelen en zich zodoende zou plaatsen in het interzonale toernooi. Hij lag slechts een half punt achter en onder de druk van deze situatie maakte Larsen de wonderlijkste capriolen. In de 16de ron de kwam hij glad verloren te staan tegen een van de hekkesluiters, Hanninen, die echter tenslotte de draad kwijtraakte en het nog bedierf, voor zichzelf en voor Don ner, En wat er toen op Larsen's bord in de laatste ronde gebeurde, dient aan de ver getelheid te worden ontrukt. Men spreekt wel eens van „geluk" of „pech" bij het schaken. Eigenlijk is dit dwaasheid. Want een blunder in tijdnoot bv. behoort bij iemands speelsterkte. Maar in casu had Larsen toch echt pech. Men oordele: Wit: B. Larsen. Zwart: R. Teschner. Sla vische verdediging. 1) d2-d4 d7-d5, 2) c2-c4 c7-c6, 3) Pgl-f3 Pg8-f6, 4) Pbl-c3 d5xc4, 5) a2-a4 Rc8-f5, 6) Pf3-h4 Rf5-c8, 7) e2-e4 De inlei ding van een riskant plan. Veiliger is 7) e3, 7)e7-e5, 8) Rflxc4? En dit is bepaald te gewaagd. Beter: 8) de5: Ddl:f, 9) Kdl Pg4, 10) Kei Pe5:, 11) f4 met onge veer gelijke kansen. Maar zelfs een Larsen kon de nu volgende complicaties(en nog iets anders) niet voorzien. 8 )e5xd4, 9) e4-e5Practisch ge dwongen, daarna een zet van Pc3 eenvou dig Pe4: volgt, waarna Ph4 ook nog in staat. Na de tekstzet volgt een van de aan trekkelijkste verwikkelingen, die wij ooit op het schaakbord zagen. 9 )d4xc3! De inleiding van een zeer diepe combinatie, waarbij zwart zijn dame offert. 19) Rc4xf7t Ke8xf7, 11) Ddlxd8 Wit heeft een dame gewonnen voor twee stukken, maar na zwart's volgende zet: 11) c3xb2 beschikt zwart over meerdere dreigingen, n.l. 12) bal: D en 12) Rb4f met herovering van de dame. Toch schijnt het dat wit zich vrij gemakkelijk kan verdedigen, nl. door eerst op c7 schaak te geven en daarna op b2 te slaan. Zonder aarzelen speelde Larsen dan ook 12) Dd8- c7f 'WW, ars/s,'ft. Hoe hij met kunst- en vliegwerk toch nog het noodzakelijke halve puntje uit de thans ontstane stelling toverde, moge vol gende week worden vertoond. Mr. Ed. Spanjaard Niet slechts volgens de kalender was het gedurende het vorige weekeinde nog echt zomer ook de Nederlandse Bridgebond deed in Scheveningen een, enigszins ver laat, „zomertoernooi" plaatsvinden. Van heinde en ver waren de bridgers naar dit evenement gekomen, waarin tenslotte 7 van de 10 hoogste plaatsen voor Neder landse paren waren. Het toernooi werd gespeeld op basis van het zg. barometerschema d.w.z. dat over een zeer groot aantal paren dezelfde spel len werden gespeeld, zodat elk spel hier zelfs 59 malen gewaardeerd kon worden. Hoewel dit wedstrijdschema veel van de organisatoren vereist, is het oneindig veel aantrekkelijker dan de wedstrijden in klei ne wedstrijdgroepjes, die men naar de ontwerper daarvan vaak met de naam „Howell" aanduidt. Er waren zeer vele interessante spellen die de deelnemers met elkaar konden be spreken en in het onderstaande spel ziet u hoe dicht in bridge het succes en de ca tastrofe soms bij elkaar staan. Deze bijzon der geestige combinatie is wel een van de aardigste spellen die ik in mijn bridge- loopbaan heb gezien: H B 10 7 5 9 B 10 3 6 4 4» V 7 4 *63 9 H 3 A H B 4» H B 6 2 9 8 N W O Z A V 8 4 7 2 0 V 6 3 A 10 8 5 Alles lijkt nu in orde te zijn. Na b.v. 12) Pf d7, 13) Rb2: Pa6, volgt 14) e6f en de witte dame keert langs de diagonaal h2 b8 huiswaarts. Er volgt echter een verbluf fende verrasing: 12) Kf7-e6ü Onge looflijk, maar deze koningswandeling naar het open veld brengt zwart in een gewon nen positie, omdat de witte dame na het voor de hand liggende 13) Rb2: wordt ge vangen. Zie: a. 13) Pa6, 14) Da5 Rb4f enz. b. 13) Pa6, 14) Dc8:f Tc8:, 15) ef6: Rb4f, 16) Ke2 gf6: met gunstig eind spel voor zwart. Een wondermens die Teschner? Neen, een geluksvogel. Achteraf bleek n.l. dat bovenstaande geheel onbekende en onge bruikelijke variant tot hier toe uitgekiend werd in een Engels schaaktijdschrift, dat jaren later toevallig via een inmiddels overleden Duitse theoreticus in handen kwam vanTeschner! De fortuinlijke zwartspeler behoefde tij dens de onderhavige partij slechts zijn ge heugen op te frissen, terwijl pechvogel Larsen alles voor het bord moest bedenken en na zwart's koningszet bovendien op verlies stond. wk. m pi V7777Z/, Onder het dammerspubliek in de oude Militiezaal te Amsterdam ontstond enige deining toen dr. Molimard een offer bracht. 1) 34-30 15-20. 2) 30-24 20x29. 3) 39-33 3-9. 4) 33x24 19x30. 5) 28x10 30-34. 6) 40x29 9-14. 7) 10x19 13x22. Springer won daarna knap het eindspel. Het laatste toernooi waaraan Springer deelnam en winnaar.werd was het Harte- velt-toernooi in januari 1960 te IJmuiden. In twee korte winstpartijen versloeg de grootmeester de opkomende jeugd. T. Tielrooy (wit)Springer (zwart). 1) 32-28 20-25. 2) 37-32 15-20. 3) 41-37 10- 15. 4) 46-41 5-10. 5) 32-27 17-21. 6) 28-22 21x32. 7) 37x28 18x27. 8) 31x22 19-24. 9) 41- 37 12-17. 10) 34-29 16-21. 11) 40-34 13-19. 12) 38-32 9-13. 13) 43-38 4-9. 14) 45-40 8-12. 15) 50-45 2-8. 16) 49-43 12-18. 17) 47-41 18x27. 18) 28-23 19x28. 19) 33x31 24x33. 20) 39x28 21-26. 21) 31-27 20-24. 22) 38-33 14-19. 23) 44-39 10-14. Stand na de 23ste zet: SPRINGER (zwart) 9 2 9 AV95 10 7 5 4 2 *93 Noord was gever en OW stonden kwets baar. Noord paste, oost opende 1 klaveren, mijn partner volgde als zuid met 1 harten wat op de noordplaats géén onplezierig gehoor was. West bood 2 ruiten, noord paste (in de hoop wat méér van belang te horen), oost 2 schoppen, zuid paste en west bood na lang denken 3 harten een mancheforcing. Noord bood hierna 4 ruiten een bod dat aanzienlijke verdiensten had kun nen hebben, want ziehier wat er verder gebeurde. Oost doubleerde, zuid en west pasten noord 4 harten, waarop na pas sen van oost en zuid de westspeler 5 kla veren bood. Noord en oost pasten daarop en wat deed zuid?? Zuid wist nu, dat noord renonce in ruiten was en daar zuid zelf zou moeten uitkomen tegen 5 klaveren, wasset speelplan zonne klaar: ruiten uitkomen, noord troeft noord speelt harten na en zuid neemt 9? Aas zuid speelt wéér ruiten en OW gaan één down. Daar OW reeds hun meest redelijke con tract (met dichte kaarten) van 3 SA over schreden hadden, had zuid met de te ver wachten score van +100 zeer tevreden mo gen zijn. Helaas echter bezit de mens be halve verstand, óók nog een dosis heb zucht en onze zuid meende de score van 100 tot +200 te kunnen verhogen door een doublet. Dit gaf oost aanleiding om de vlucht te nemen naar 5 ruiten, die zuid met smaak eveneens doubleerde. Iedereen paste, noord speelde 9?Boer voor en zuid maakte de Aas. Daar hierna de westspeler iedere snit die maar te nemen viel goed nam, maakten OW.... 12 slagen! Dat beteken de een score van +950 voor OW en dus van 950 voor NZ. Het succes van +100 was omgetoverd in een catastrofe van 950; de arme zuid parelden de druppel tjes op het voorhoofd toen dit spel tot zijn sensationele einde was gekomen. H. W. Filarski Bridgevraag dezer week: Zuid gever, allen kwetsbaar, parenwedstrijd. Zuid heeft: B 6 9H83 A V 10 9 6 H 8 5 Zuid opent 1 ruiten OW passen noord 2 schoppen (sterk, manche-forcing) zuid 2 Sansatout noord 3 ruiten. Wat moet zuid bieden? Spel uit het zomertoernooi van de Ned. Bridgebond. Antwoord elders op deze bladzijde. TIELROOY (wit) Listig dreigt zwart met verschillende slagzetten. In dit stadium van de partij had ik de voorkeur gegeven aan 27-22. Theo werd de dupe door 24) 36-31! 24-29. 25) 34x 23 A 14-20. 26) 23x14 13-19. 27) 10x23 25-?0. Zwart won. Op A 25) 33x24 19x30. 26) 35x24 17-21. 27) 27x16 7-12. 28) 26x18 13x35. Zwart wint vrij gemakkelijk. De jonge Zaanse kampioen Eddie Holst- voogd deed het ook te wild tegen de groot meester. Eddie, wit; Springer, zwart. 1) 33-29 17-21. 2) 32-28 21-26. 3) 28-23 19x28. 4) 29-24 20x29. 5) 34x32 11-17. 6) 32-28 14-19. 7) 39-33 10-14. 8) 44-39 5-10. 9) 40-34 7-11. 10) 34-30 15-20. 11) 30-25 20-24. 12) 50-44*1-7. 13) 44-40 17-21. 14) 28-22? 18x27. 15) 31x22 19-23. 16) 33-28 23x32. 17) 38x27 21x32. 18) 37x28 12-18. 19) 41-37 18x27. 20) 37-31 26x37. 21) 42x22 7-12. 22) 39-33 12-18. 23) 22-17 11x22. 24) 28x17 2-7. 25) 40-34 7-12. 26) 34-29 12x21. 27) 29x20 10-15. Zwart won een stuk en daarmede de partij. Springer zal in onze herinnering blijven voortleven. B. Dukel Correspondentieadres: Wijk aan Zeeër- weg 125, IJmuiden. Op 63-jarige leeftijd is te Parijs plotse ling overleden de oud-wereldkampioen dammen Ben Springer. Eind augustus ging Springer naar zijn tweede vaderland waar de grootmeesters van Frankrijk elk jaar in rondtoernooi om het kampioenschap van Frankrijk spelen. Springer trad dan als wedstrijdleider op. Tijdens zijn 50-jarige dammersloopbaan bezocht deze Nederland se grootmeester Rusland, Amerika, Afrika, Italië, Spanje en geheel Europa om aan damtoernooien deel te nemen. Verscheidene damwerken verschenen van zijn hand. Hij was voorzitter van DAMAS en was een ge waardeerd raadsman van de Koninklijke Nederlandse Dambond. Een topman ging van ons heen. Op donderdag 1 september is de heer Springer te Parijs begraven. Op zijn laatste tocht waren namens de KNDB de hei'en Kruiswijk, Roozenburg en Van Dam aanwezig; de heer P. Roozenburg ver tegenwoordigde DCIJ, de heer Van Dam DAMAS en de damclub Gezellig Samenzijn, de heer Buller de damclub Constant; de kring voor Damproblematiek was vertegen woordigd door de heer A. Kruiswijk, de Internationale Dambond door de heer Lu- cot; voorts waren daar de Franse meesters King, Hissard, Serf, Dionis en de Neder landse consul in Parijs. In het jaar 1928 veroverde Springer de wereldtitel. De onderstaande stelling kwam voor in de ontmoeting tussen dr. A. Molimard (Fr.) met wit en B. Springer (zwart). •poquiajs apaog oz }aq do sjajads-ZN uaurcMq 'uaaaq 0g ap U8A ua(Bui aaAV) s^qoats 'uageAv a} sues 8 uaApq uaAai unq uio uapuiA §eej a^ ua;und gt aip '(Isjana}ua;und" uba poq ;aq st VS 8 'jnapijaoj; apao§ uaa ua saj -oj^uoo a§oq ajeqqtnaq paog }aui guiuado apuozag uaa ;jaaq pmz (uapieq g „poquas -sn}" sje jo) uapaiq uaqnj qoop VS 8 uaag 'uaqqaq a; uazaMagje spaaa eu ';jooq -aq Ciq uaAag pjnqas ap ueAjeep pmz uauunq 'ua;siui uiajs aip uaaed aa 01 uad -doqos uba uaqBA gipfi; aoop ufiz uapnoz pgeejsag uaddoqos 9 jo ino;esues 9 IfTAua; 'ufiz uaqnj 9 noz poqpuia ajeapf ;an S0IV 8 8 H O LV Co S86AH* :peq paooM -ap -gipuia uapaiq }aq apauueeM 'VS 8 spaa;s IomCua sjaiadspinz ap uapoq 'pjaA\ uapoq -ag oz uagutuaAaqos u! I^ds :qp }ep uafeui aqfuqe:) 3Q :S«BJAaSpuq ap do pjooM;ny LONDEN (UPI) Volgens een gézag- hebbend biochemicus in Engeland zou men bladeren en gras veel beter voor menselijk voedsel kunnen gebruiken dan voor veevoer, zoals thans wordt gedaan. N. W. Pirie, hoofd van een biochemisch laboratorium in Rothamsted meent, dat bladeren en grassen na een zekere be werking te hebben ondergaan, weinig of geen smaak van zichzelf zouden hebben en in verschillende vormen zouden kun nen worden genuttigd. Hij denkt daarbij in de eerste plaats aan verwerking in brood. Volgens Pirie worden namelijk te veel voedingsstoffen ofwel geheel genegeerd ofwel onvoldoende gebruikt. Hij voorspelt, dat micro-organismen veel meer dan vlees en dierlijke vetten in de toekomst zullen worden gebruikt om de wereld te voeden. ER WAS EENS EEN HEEL erg on deugend konijntje. Het had groene oog jes in plaats van blauwe of rode, zoals gewone konijntjes hebben. En het was heel erg ondeugend. Dat ondeugende konijntje gooide ande re konijntjes met denneappels. Of het trok de eekhoorn aan zijn mooie pluim staart. Of het beet de haasjes in hun lange oren. Of.ofhet deed eigenlijk de hele dag niets anders dan ondeugen de dingen. Op een morgen kwam het ondeugende konijntje een kleine jongen tegen in het bos. Een jongetje met een vuurrode step. „Mag ik even steppen", vroeg het ko nijntje, „heel even maar. Tot die dik ke eik en dan weer terug. Toe, ik heb nog nooit in mijn leven gestept en ik zou het zó graag eens willen.En het on deugende konijntje keek het jongetje heel lief aan met zijn 'groene oogjes. Zo lief, dat het jongetje hem de step gaf en zei: „Ja hoor. Je mag best even." Het jongetje wist natuurlijk niet dat dat konijntje een ondeugend konijntje was, want anders had hij hem vast en zeker niet zijn step gegeven. HET KONIJNTJE stepte naar de dikke eik en wat dacht je dat het ondeugend konijntje toen deed? Weer naar 't jon getje terug gaan? Nee hoor! Het on deugend konijntje ging er vliegensvlug met de step vandoor. „Ho, wacht even!" riep het jongetje. „Wacht even!" En het jongetje holde achter het konijntje aan. Maar 't ko nijntje kon natuurlijk veel vlugger step pen dan het jongetje hollen. En het on deugend konijntje verdween achter de grote heuvel in het bos met de step van het jongetje. Het jongetje rende de heuvel op en keek toen hij op het allerhoogste punt van de heuvel was gekomen, of hij het ondeu gende konijntje nog zak. Maar hij zag het ondeugende konijntje nergens meer. Toen rende hij aan de andere kant de heuvel weer af, steeds maar kijkend en zoekend. EN PLOTSELING STOND HIJ voor een heel groot konijnenhol. Voor het hol zat een oud konijn wat in de zon te suffen. „Ach meneer konijn", zei het jongetje, „hebt u hier ook een klein konijntje op een step voorbij zien komen?" „Ja", zei het oude konijn, „ik heb wel een klein konijntje op een step gezien". „Dat was mijn step", zei het jonge tje. „en., en., hoe moet ik nu mijn step weer terug krijgen? Ik., ik kan lang niet zo hard hollen als dat ko nijn." En het jongetje moest plotse ling een beetje huilen van verdriet. „Kom", zei het oude konijn, „nou niet gaan huilen. Wij zullen je wel helpen." Het oude konijn stond op, wipte het grote konijnenhol in en kwam even later terug met nog een konijntje en nog een konijntje en nog een en nóg een met nog wel tien andere konijntjes! EN AL DIE KONIJNTJES gingen Het jongetje helpen zoeken. Al die konijn tjes gingen zoeken naar dat ene ondeu gend konijntje met zijn groene oogjes en met de step van het jongetje. Het ene konijntje ging in het weiland zoeken en dat was heel gevaarlijk, want er was ook een jager in het weiland. En het andere konijntje ging op de hei de zoeken en dat was óók gevaarlijk, want op de heide was een grote ver giftige slang. En weer een ander konijntje trok heel diep het bos in en dat was óók heel ge vaarlijk, want heel diep in het bos woonde een hongerige wolf. Maar na een poosje kwamen alle ko nijntjes weer terug. En wat hadden ze tussen zich in? De vuurrode step van het jongetje! En omdat ze allemaal zo blij waren dat ze de step terug gevon den hadden, hadden ze een mooie zil veren denneappel aan 't stuur van de step gebonden. Je weet wel, zo'n zil veren denneappel als wel eens in de kerstboom hangt. HET JONGETJE DANSTE van blijd schap, toen hij zijn step terug zag. „Wat lieve konijntjes zijn jullie",zei hij, „en omdat jullie mijn step terug ge bracht hebben, wil ik iets voor jullie doen. Zeggen jullie maar wat jullie het liefst wilt.." Alle konijntjes keken het jongetje heel, héél lief aan. En in hun ogen stond te lezen wat ze het liefst wilden. Dit stond er in hun ogen te lezen: Wij willen zo graag ook eventjes, heel eventjes op je step. Tenminste dat stond duidelijk in bijna alle oogjes te lezen. Maar er was één ko nijntje bij, dat zijn oogjes stijf dicht- nijntje bij, dat zijn oogjes stijf dicht hield. O., stel je voor dat dat konijn tje g ro ene oogjes had! Ferdinand Langen In het huis van de oude Mijnheer de [Boer Daar staan de boeken op de vloer. En in de grote boekenkast De etensborden en de kwast. Gordijnen hangen niet voor 't glas Maar liggen op het bed. De was die drogen moet, dient als gordijn. Op stoelen uit de achterkamer ligt het gereedschap, een zaag en een [hamer. Een beitel wat spijkers een vijl en [een bijl Een kapotte melkfles liggen op 't zeil. En zo in de keuken, vlak bij het gas, daar liggen de kolen, niet lang maar pas. Met de trap naar de zolder? Dat kan [niet meer Je moet nu steeds aan een touw op [en neer De kolenbak hangt aan de zolder als [lamp En de stofzuiger werkt niet meer, [da's een ramp. Maar hoevaak je ook zegt dat het an- [ders moet zijn. Mijnheer de Boer blijft er, want die [vindt het fijn. Jo Paap

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 16