VOOR JULLIE
- FILATELIE -
m
m
8
B
8
B
I
BA
B
I
i
iii
4
B
u
Hf
83
11
pp
1
B
B
S
s
.7,
B
B
Üj
B
H
Pi
H!
m§
m
in
lü
B
S3
8
Éi
Hf
fci
Él
Bf
jj
8
8
B
B
B
B
SP
PP
m§
B
B
Éi
1 p
HF
Het ondeugende konijntje
Schaken
Dammen
ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1960
Erbij
PAGINA VIER
V
Él
PP
Éi
j§
éi
fl
HP
m
ut
Hf
pp
Éi
ÉI
jjf
fl
fl-
Broodje met gras
Mijnheer De Boer
ISRAEL. Ter gelegenheid van de na
tionale postzegelrentoonstelling, die van
9 tot 19 oktober onder de naam TA-
VIV" in Tel Aviv zal worden gehouden,
zal binnenkort, een postzegel van 25
agorot (donkerolvf en olijf gr ijs) in cir
culatie worden gebracht. De zegel ver
toont een Joodse postruiter uit Praag,
ontleend aan een kopergravure, ver
vaardigd in deze stad in 174.1. Het ont
werp is gemaakt door P. Kor uit Tel
Aviv. Een souvenir vellet je met deze ze
gel zal evereens worden uitgegeven.
Het velletje is uitsluitend verkrijgbaar
op het tencoonstellingspostkantoor.
DENEMAP KEN. Op 25 oktober zal
een postzegel van 30 ore (rood) worden
uitgegeven omdai de Deense koningin
vijfentwintig jaar padvindster is. Op de
zegel komt het portret van koningin
Ingrid in padvindstersuniform voor. De
toeslag komt ten goede aan het pad
vindersfonds voor gebrekkige en zieke
kinderen. De zegel is ontworpen door
Viggo Bang en gegraveerd door Birger
Ekholm.
ARGENTINIë. Ten bate van de
slachtoffers van de aardbeving in Chili
zijn twee luchtpostzegels verkrijgbaar
gesteld. Hei zijn een 6 3 pesos met de
Seibo de nationale bloem van Argenti
nië en een 10,70 5,30 pesos met de
Copihuede nationale bloem van Chili.
De kleumen van beide zegels zijn ver
miljoen en rood.
GROENLAND. Vijftig jaar geleden
vestigde de Poolreiziger Knud Rasmus
sen (1879-1933) een nederzetting op het
eiland Thuie in de Atlantische Oceaan.
Ter herinnering aan dit feit zal op 24
november een postzegel van 30 öre
(rood) in omloop worden gebracht met
zijn portret. Het ontwerp is van Viggo
Bang en de gravure van Bent Jacobsen.
NATIONALISTISCH CHINA. Drie
postzegels, 1, 2 en 3 dollars, zijn uitge
geven naar aanleiding van het vijfde
weréldbosbouwcongres, dat in Seattle
(Verenigde Staten) is gehouden. De zegel
van 1 dollai heeft betrekking op de aan
planting van bos, de 2 dollar op de bos
bescherming en de 3 dollar op de hout-
produktie. De drie waarden zijn ook in
een minialuurvedetje verschenen.
ATJSTRAl.lë. Voor de honderdste
wedstrijd om de Melbourne-beker zal
op 12 oktober a s een postzegel van 5
d. (sepia) verschijnen. De zegel laat de
huidige beker en het paard Archer zien,
dat in 1861 de eerste race om de Mel
bourne-beker heeft gewonnen.
KONGO IVoormalig Frans Kongo).
Ter gelegenheid van de proclamatie van
de onafhankelijkheid is een serie van
twee waarden, 15 en 85 fr. uitgekomen,
elk met een velschillend portret van
president Fulbert Youlou.
OPPER-VOLTA. Ook in deze Afri
kaanse republiek is de onafhankelijk
heid gevierd door de uitgifte van een
postzegel. De waarde is 25 fr. (zwart,
geelbruin en rood), ontworpen en ge
graveerd door Decaris. Afgebeeld zijn
tegen een achtergrond van een dorp de
nationale vlag en twee inlanders. Het
opschrift luidt ZJnité - Travail - Justice.
Toernooiboeken zijn als foto-albums. Zij
kunnen ons de vreugde schenken van het
ophalen van herinneringen. Maar er zijn
ook grote verschillen. Met enige ijver en
voortvarendheid is een foto-album snel
samengesteld. Het gereedmaken van een
toernooiboek daarentegen is een stuk le
venswerk, zelfs voor een vakman van
klasse.
Deze overwegingen gingen ons door het
hoofd, toen wij onlangs ter bespreking
„Das Zonenturnier Wageningen 1957" ont
vingen. Want weliswaar ligt menig mo
ment van dit toernooi, dat wij als „Kiebitz"
herhaaldelijk van nabij mochten mee
maken, ons nog vers in het geheugen, maar
toch zijn er inmiddels al zo te naastebij weer
drie jaren verstreken. Nieuwe jonge krach
ten kwamen in die tijd naar voren, vele
belangrijke andere schaakgebeurtenissen
vroegen sindsdien de aandacht, menige
modevariant werd intussen versterkt of
weerlegt; in één woord: Wageningen werd
reeds historie en het thans voor ons lig
gende boek is een naslagwerk geworden.
Zeker, een werk dat er zijn mag. De auteur
Hans Bouwmeester analyseerde alle 153
partijen op de hem eigen heldere wijze,
Theo van Scheltinga verzorgde het syste
matische openingsoverzicht, Withuis
schreef de rondenberichten, Slavekoorde
van het bureau van Statistiek de tabellen,
meester Teschner vervaardigde de foto's
en de veel besproken Diemer vertaalde het
geheel in zijn hoogdravende Duits. Dit alles
ontvangt u voor slechts 12.90 in een
prachtige uitgave van de n.v. Ten Have.
Maar we zouden een dergelijk werkstuk
zo graag veel eerder hebben, niet drie jaar,
doch ten hoogste drie maanden na het ein
de van de strijd. Het zal vermoedelijk wel
niet anders kunnen. Want de omvang van
de arbeid (153 partijen analyseren!) kan
nauwelijks worden overschat. En alles
moet in vrije uren geschieden, daar het te
weinig lucratief is voor een volledig ge
honoreerde dagtaak. Toch zou het mis
schien sneller kunnen, met name door aan
stonds na iedere ronde de commentaren
van de spelers zelf vast te leggen. Een
flink brok denkwerk zou daarmede reeds
zijn verricht.
Voor het toernooiboek overigens niets
dan lof. Het doet ons de spannende uren
van de laatste twee ronden opnieuw be
leven. De vraag was toen of onze landge
noot Donner de Deen Larsen nog zou kun
nen overvleugelen en zich zodoende zou
plaatsen in het interzonale toernooi. Hij
lag slechts een half punt achter en onder
de druk van deze situatie maakte Larsen
de wonderlijkste capriolen. In de 16de ron
de kwam hij glad verloren te staan tegen
een van de hekkesluiters, Hanninen, die
echter tenslotte de draad kwijtraakte en
het nog bedierf, voor zichzelf en voor Don
ner, En wat er toen op Larsen's bord in de
laatste ronde gebeurde, dient aan de ver
getelheid te worden ontrukt. Men spreekt
wel eens van „geluk" of „pech" bij het
schaken. Eigenlijk is dit dwaasheid. Want
een blunder in tijdnoot bv. behoort bij
iemands speelsterkte. Maar in casu had
Larsen toch echt pech. Men oordele:
Wit: B. Larsen. Zwart: R. Teschner. Sla
vische verdediging.
1) d2-d4 d7-d5, 2) c2-c4 c7-c6, 3) Pgl-f3
Pg8-f6, 4) Pbl-c3 d5xc4, 5) a2-a4 Rc8-f5,
6) Pf3-h4 Rf5-c8, 7) e2-e4 De inlei
ding van een riskant plan. Veiliger is 7)
e3, 7)e7-e5, 8) Rflxc4? En dit is
bepaald te gewaagd. Beter: 8) de5: Ddl:f,
9) Kdl Pg4, 10) Kei Pe5:, 11) f4 met onge
veer gelijke kansen. Maar zelfs een Larsen
kon de nu volgende complicaties(en
nog iets anders) niet voorzien.
8 )e5xd4, 9) e4-e5Practisch ge
dwongen, daarna een zet van Pc3 eenvou
dig Pe4: volgt, waarna Ph4 ook nog in
staat. Na de tekstzet volgt een van de aan
trekkelijkste verwikkelingen, die wij ooit
op het schaakbord zagen.
9 )d4xc3! De inleiding van een zeer
diepe combinatie, waarbij zwart zijn dame
offert. 19) Rc4xf7t Ke8xf7, 11) Ddlxd8
Wit heeft een dame gewonnen voor twee
stukken, maar na zwart's volgende zet: 11)
c3xb2 beschikt zwart over meerdere
dreigingen, n.l. 12) bal: D en 12)
Rb4f met herovering van de dame. Toch
schijnt het dat wit zich vrij gemakkelijk
kan verdedigen, nl. door eerst op c7 schaak
te geven en daarna op b2 te slaan. Zonder
aarzelen speelde Larsen dan ook 12) Dd8-
c7f
'WW,
ars/s,'ft.
Hoe hij met kunst- en vliegwerk toch
nog het noodzakelijke halve puntje uit de
thans ontstane stelling toverde, moge vol
gende week worden vertoond.
Mr. Ed. Spanjaard
Niet slechts volgens de kalender was het
gedurende het vorige weekeinde nog echt
zomer ook de Nederlandse Bridgebond
deed in Scheveningen een, enigszins ver
laat, „zomertoernooi" plaatsvinden. Van
heinde en ver waren de bridgers naar dit
evenement gekomen, waarin tenslotte 7
van de 10 hoogste plaatsen voor Neder
landse paren waren.
Het toernooi werd gespeeld op basis van
het zg. barometerschema d.w.z. dat over
een zeer groot aantal paren dezelfde spel
len werden gespeeld, zodat elk spel hier
zelfs 59 malen gewaardeerd kon worden.
Hoewel dit wedstrijdschema veel van de
organisatoren vereist, is het oneindig veel
aantrekkelijker dan de wedstrijden in klei
ne wedstrijdgroepjes, die men naar de
ontwerper daarvan vaak met de naam
„Howell" aanduidt.
Er waren zeer vele interessante spellen
die de deelnemers met elkaar konden be
spreken en in het onderstaande spel ziet
u hoe dicht in bridge het succes en de ca
tastrofe soms bij elkaar staan. Deze bijzon
der geestige combinatie is wel een van de
aardigste spellen die ik in mijn bridge-
loopbaan heb gezien:
H B 10 7 5
9 B 10 3 6 4
4» V 7 4
*63
9 H 3
A H B
4» H B 6 2
9 8
N
W O
Z
A
V 8 4
7
2
0
V
6 3
A
10 8 5
Alles lijkt nu in orde te zijn. Na b.v. 12)
Pf d7, 13) Rb2: Pa6, volgt 14) e6f en
de witte dame keert langs de diagonaal h2
b8 huiswaarts. Er volgt echter een verbluf
fende verrasing: 12) Kf7-e6ü Onge
looflijk, maar deze koningswandeling naar
het open veld brengt zwart in een gewon
nen positie, omdat de witte dame na het
voor de hand liggende 13) Rb2: wordt ge
vangen. Zie: a. 13) Pa6, 14) Da5 Rb4f
enz. b. 13) Pa6, 14) Dc8:f Tc8:, 15)
ef6: Rb4f, 16) Ke2 gf6: met gunstig eind
spel voor zwart.
Een wondermens die Teschner? Neen,
een geluksvogel. Achteraf bleek n.l. dat
bovenstaande geheel onbekende en onge
bruikelijke variant tot hier toe uitgekiend
werd in een Engels schaaktijdschrift, dat
jaren later toevallig via een inmiddels
overleden Duitse theoreticus in handen
kwam vanTeschner!
De fortuinlijke zwartspeler behoefde tij
dens de onderhavige partij slechts zijn ge
heugen op te frissen, terwijl pechvogel
Larsen alles voor het bord moest bedenken
en na zwart's koningszet bovendien op
verlies stond.
wk.
m
pi
V7777Z/,
Onder het dammerspubliek in de oude
Militiezaal te Amsterdam ontstond enige
deining toen dr. Molimard een offer bracht.
1) 34-30 15-20. 2) 30-24 20x29. 3) 39-33 3-9.
4) 33x24 19x30. 5) 28x10 30-34. 6) 40x29 9-14.
7) 10x19 13x22. Springer won daarna knap
het eindspel.
Het laatste toernooi waaraan Springer
deelnam en winnaar.werd was het Harte-
velt-toernooi in januari 1960 te IJmuiden.
In twee korte winstpartijen versloeg de
grootmeester de opkomende jeugd.
T. Tielrooy (wit)Springer (zwart).
1) 32-28 20-25. 2) 37-32 15-20. 3) 41-37 10-
15. 4) 46-41 5-10. 5) 32-27 17-21. 6) 28-22
21x32. 7) 37x28 18x27. 8) 31x22 19-24. 9) 41-
37 12-17. 10) 34-29 16-21. 11) 40-34 13-19.
12) 38-32 9-13. 13) 43-38 4-9. 14) 45-40 8-12.
15) 50-45 2-8. 16) 49-43 12-18. 17) 47-41
18x27. 18) 28-23 19x28. 19) 33x31 24x33. 20)
39x28 21-26. 21) 31-27 20-24. 22) 38-33 14-19.
23) 44-39 10-14. Stand na de 23ste zet:
SPRINGER (zwart)
9 2
9 AV95
10 7 5 4 2
*93
Noord was gever en OW stonden kwets
baar.
Noord paste, oost opende 1 klaveren,
mijn partner volgde als zuid met 1 harten
wat op de noordplaats géén onplezierig
gehoor was. West bood 2 ruiten, noord
paste (in de hoop wat méér van belang te
horen), oost 2 schoppen, zuid paste en west
bood na lang denken 3 harten een
mancheforcing.
Noord bood hierna 4 ruiten een bod
dat aanzienlijke verdiensten had kun
nen hebben, want ziehier wat er verder
gebeurde. Oost doubleerde, zuid en west
pasten noord 4 harten, waarop na pas
sen van oost en zuid de westspeler 5 kla
veren bood. Noord en oost pasten daarop
en wat deed zuid??
Zuid wist nu, dat noord renonce in ruiten
was en daar zuid zelf zou moeten uitkomen
tegen 5 klaveren, wasset speelplan zonne
klaar: ruiten uitkomen, noord troeft
noord speelt harten na en zuid neemt 9?
Aas zuid speelt wéér ruiten en OW gaan
één down.
Daar OW reeds hun meest redelijke con
tract (met dichte kaarten) van 3 SA over
schreden hadden, had zuid met de te ver
wachten score van +100 zeer tevreden mo
gen zijn. Helaas echter bezit de mens be
halve verstand, óók nog een dosis heb
zucht en onze zuid meende de score van
100 tot +200 te kunnen verhogen door
een doublet.
Dit gaf oost aanleiding om de vlucht te
nemen naar 5 ruiten, die zuid met smaak
eveneens doubleerde. Iedereen paste, noord
speelde 9?Boer voor en zuid maakte de
Aas. Daar hierna de westspeler iedere
snit die maar te nemen viel goed nam,
maakten OW.... 12 slagen! Dat beteken
de een score van +950 voor OW en dus
van 950 voor NZ. Het succes van +100
was omgetoverd in een catastrofe van
950; de arme zuid parelden de druppel
tjes op het voorhoofd toen dit spel tot zijn
sensationele einde was gekomen.
H. W. Filarski
Bridgevraag dezer week: Zuid gever,
allen kwetsbaar, parenwedstrijd. Zuid
heeft:
B 6 9H83 A V 10 9 6 H 8 5
Zuid opent 1 ruiten OW passen
noord 2 schoppen (sterk, manche-forcing)
zuid 2 Sansatout noord 3 ruiten. Wat
moet zuid bieden?
Spel uit het zomertoernooi van de Ned.
Bridgebond. Antwoord elders op deze
bladzijde.
TIELROOY (wit)
Listig dreigt zwart met verschillende
slagzetten. In dit stadium van de partij had
ik de voorkeur gegeven aan 27-22. Theo
werd de dupe door 24) 36-31! 24-29. 25) 34x
23 A 14-20. 26) 23x14 13-19. 27) 10x23 25-?0.
Zwart won. Op A 25) 33x24 19x30. 26) 35x24
17-21. 27) 27x16 7-12. 28) 26x18 13x35. Zwart
wint vrij gemakkelijk.
De jonge Zaanse kampioen Eddie Holst-
voogd deed het ook te wild tegen de groot
meester.
Eddie, wit; Springer, zwart.
1) 33-29 17-21. 2) 32-28 21-26. 3) 28-23
19x28. 4) 29-24 20x29. 5) 34x32 11-17. 6) 32-28
14-19. 7) 39-33 10-14. 8) 44-39 5-10. 9) 40-34
7-11. 10) 34-30 15-20. 11) 30-25 20-24. 12)
50-44*1-7. 13) 44-40 17-21. 14) 28-22? 18x27.
15) 31x22 19-23. 16) 33-28 23x32. 17) 38x27
21x32. 18) 37x28 12-18. 19) 41-37 18x27. 20)
37-31 26x37. 21) 42x22 7-12. 22) 39-33 12-18.
23) 22-17 11x22. 24) 28x17 2-7. 25) 40-34
7-12. 26) 34-29 12x21. 27) 29x20 10-15.
Zwart won een stuk en daarmede de
partij.
Springer zal in onze herinnering blijven
voortleven.
B. Dukel
Correspondentieadres: Wijk aan Zeeër-
weg 125, IJmuiden.
Op 63-jarige leeftijd is te Parijs plotse
ling overleden de oud-wereldkampioen
dammen Ben Springer. Eind augustus ging
Springer naar zijn tweede vaderland waar
de grootmeesters van Frankrijk elk jaar
in rondtoernooi om het kampioenschap van
Frankrijk spelen. Springer trad dan als
wedstrijdleider op. Tijdens zijn 50-jarige
dammersloopbaan bezocht deze Nederland
se grootmeester Rusland, Amerika, Afrika,
Italië, Spanje en geheel Europa om aan
damtoernooien deel te nemen. Verscheidene
damwerken verschenen van zijn hand. Hij
was voorzitter van DAMAS en was een ge
waardeerd raadsman van de Koninklijke
Nederlandse Dambond. Een topman ging
van ons heen. Op donderdag 1 september
is de heer Springer te Parijs begraven. Op
zijn laatste tocht waren namens de KNDB
de hei'en Kruiswijk, Roozenburg en Van
Dam aanwezig; de heer P. Roozenburg ver
tegenwoordigde DCIJ, de heer Van Dam
DAMAS en de damclub Gezellig Samenzijn,
de heer Buller de damclub Constant; de
kring voor Damproblematiek was vertegen
woordigd door de heer A. Kruiswijk, de
Internationale Dambond door de heer Lu-
cot; voorts waren daar de Franse meesters
King, Hissard, Serf, Dionis en de Neder
landse consul in Parijs. In het jaar 1928
veroverde Springer de wereldtitel.
De onderstaande stelling kwam voor in
de ontmoeting tussen dr. A. Molimard (Fr.)
met wit en B. Springer (zwart).
•poquiajs
apaog oz }aq do sjajads-ZN uaurcMq 'uaaaq
0g ap U8A ua(Bui aaAV) s^qoats 'uageAv a}
sues 8 uaApq uaAai unq uio uapuiA §eej
a^ ua;und gt aip '(Isjana}ua;und" uba poq
;aq st VS 8 'jnapijaoj; apao§ uaa ua saj
-oj^uoo a§oq ajeqqtnaq paog }aui guiuado
apuozag uaa ;jaaq pmz (uapieq g „poquas
-sn}" sje jo) uapaiq uaqnj qoop VS 8
uaag 'uaqqaq a; uazaMagje spaaa eu ';jooq
-aq Ciq uaAag pjnqas ap ueAjeep pmz
uauunq 'ua;siui uiajs aip uaaed aa 01 uad
-doqos uba uaqBA gipfi; aoop ufiz uapnoz
pgeejsag uaddoqos 9 jo ino;esues 9 IfTAua;
'ufiz uaqnj 9 noz poqpuia ajeapf ;an
S0IV 8 8 H O LV Co S86AH*
:peq paooM -ap
-gipuia uapaiq }aq apauueeM 'VS 8 spaa;s
IomCua sjaiadspinz ap uapoq 'pjaA\ uapoq
-ag oz uagutuaAaqos u! I^ds :qp }ep uafeui
aqfuqe:) 3Q :S«BJAaSpuq ap do pjooM;ny
LONDEN (UPI) Volgens een gézag-
hebbend biochemicus in Engeland zou
men bladeren en gras veel beter voor
menselijk voedsel kunnen gebruiken dan
voor veevoer, zoals thans wordt gedaan.
N. W. Pirie, hoofd van een biochemisch
laboratorium in Rothamsted meent, dat
bladeren en grassen na een zekere be
werking te hebben ondergaan, weinig of
geen smaak van zichzelf zouden hebben
en in verschillende vormen zouden kun
nen worden genuttigd. Hij denkt daarbij
in de eerste plaats aan verwerking in
brood. Volgens Pirie worden namelijk te
veel voedingsstoffen ofwel geheel genegeerd
ofwel onvoldoende gebruikt.
Hij voorspelt, dat micro-organismen
veel meer dan vlees en dierlijke vetten
in de toekomst zullen worden gebruikt
om de wereld te voeden.
ER WAS EENS EEN HEEL erg on
deugend konijntje. Het had groene oog
jes in plaats van blauwe of rode, zoals
gewone konijntjes hebben. En het was
heel erg ondeugend.
Dat ondeugende konijntje gooide ande
re konijntjes met denneappels. Of het
trok de eekhoorn aan zijn mooie pluim
staart. Of het beet de haasjes in hun
lange oren. Of.ofhet deed eigenlijk
de hele dag niets anders dan ondeugen
de dingen.
Op een morgen kwam het ondeugende
konijntje een kleine jongen tegen in het
bos. Een jongetje met een vuurrode
step.
„Mag ik even steppen", vroeg het ko
nijntje, „heel even maar. Tot die dik
ke eik en dan weer terug. Toe, ik heb
nog nooit in mijn leven gestept en ik zou
het zó graag eens willen.En het on
deugende konijntje keek het jongetje
heel lief aan met zijn 'groene oogjes.
Zo lief, dat het jongetje hem de step
gaf en zei: „Ja hoor. Je mag best
even."
Het jongetje wist natuurlijk niet dat
dat konijntje een ondeugend konijntje
was, want anders had hij hem vast en
zeker niet zijn step gegeven.
HET KONIJNTJE stepte naar de dikke
eik en wat dacht je dat het ondeugend
konijntje toen deed? Weer naar 't jon
getje terug gaan? Nee hoor! Het on
deugend konijntje ging er vliegensvlug
met de step vandoor.
„Ho, wacht even!" riep het jongetje.
„Wacht even!" En het jongetje holde
achter het konijntje aan. Maar 't ko
nijntje kon natuurlijk veel vlugger step
pen dan het jongetje hollen. En het on
deugend konijntje verdween achter de
grote heuvel in het bos met de step van
het jongetje.
Het jongetje rende de heuvel op en keek
toen hij op het allerhoogste punt van de
heuvel was gekomen, of hij het ondeu
gende konijntje nog zak. Maar hij zag
het ondeugende konijntje nergens meer.
Toen rende hij aan de andere kant de
heuvel weer af, steeds maar kijkend
en zoekend.
EN PLOTSELING STOND HIJ voor
een heel groot konijnenhol. Voor het
hol zat een oud konijn wat in de zon te
suffen.
„Ach meneer konijn", zei het jongetje,
„hebt u hier ook een klein konijntje op
een step voorbij zien komen?"
„Ja", zei het oude konijn, „ik heb wel
een klein konijntje op een step gezien".
„Dat was mijn step", zei het jonge
tje. „en., en., hoe moet ik nu mijn
step weer terug krijgen? Ik., ik kan
lang niet zo hard hollen als dat ko
nijn." En het jongetje moest plotse
ling een beetje huilen van verdriet.
„Kom", zei het oude konijn, „nou niet
gaan huilen. Wij zullen je wel helpen."
Het oude konijn stond op, wipte het
grote konijnenhol in en kwam even
later terug met nog een konijntje en
nog een konijntje en nog een en nóg een
met nog wel tien andere konijntjes!
EN AL DIE KONIJNTJES gingen Het
jongetje helpen zoeken. Al die konijn
tjes gingen zoeken naar dat ene ondeu
gend konijntje met zijn groene oogjes
en met de step van het jongetje.
Het ene konijntje ging in het weiland
zoeken en dat was heel gevaarlijk, want
er was ook een jager in het weiland.
En het andere konijntje ging op de hei
de zoeken en dat was óók gevaarlijk,
want op de heide was een grote ver
giftige slang.
En weer een ander konijntje trok heel
diep het bos in en dat was óók heel ge
vaarlijk, want heel diep in het bos
woonde een hongerige wolf.
Maar na een poosje kwamen alle ko
nijntjes weer terug. En wat hadden ze
tussen zich in? De vuurrode step van
het jongetje! En omdat ze allemaal zo
blij waren dat ze de step terug gevon
den hadden, hadden ze een mooie zil
veren denneappel aan 't stuur van de
step gebonden. Je weet wel, zo'n zil
veren denneappel als wel eens in de
kerstboom hangt.
HET JONGETJE DANSTE van blijd
schap, toen hij zijn step terug zag.
„Wat lieve konijntjes zijn jullie",zei hij,
„en omdat jullie mijn step terug ge
bracht hebben, wil ik iets voor jullie
doen. Zeggen jullie maar wat jullie het
liefst wilt.."
Alle konijntjes keken het jongetje heel,
héél lief aan. En in hun ogen stond
te lezen wat ze het liefst wilden.
Dit stond er in hun ogen te lezen:
Wij willen zo graag ook eventjes, heel
eventjes op je step.
Tenminste dat stond duidelijk in bijna
alle oogjes te lezen. Maar er was één ko
nijntje bij, dat zijn oogjes stijf dicht-
nijntje bij, dat zijn oogjes stijf dicht
hield. O., stel je voor dat dat konijn
tje g ro ene oogjes had!
Ferdinand Langen
In het huis van de oude Mijnheer de
[Boer
Daar staan de boeken op de vloer.
En in de grote boekenkast
De etensborden en de kwast.
Gordijnen hangen niet voor 't glas
Maar liggen op het bed. De was
die drogen moet, dient als gordijn.
Op stoelen uit de achterkamer
ligt het gereedschap, een zaag en een
[hamer.
Een beitel wat spijkers een vijl en
[een bijl
Een kapotte melkfles liggen op 't zeil.
En zo in de keuken, vlak bij het gas,
daar liggen de kolen, niet lang maar pas.
Met de trap naar de zolder? Dat kan
[niet meer
Je moet nu steeds aan een touw op
[en neer
De kolenbak hangt aan de zolder als
[lamp
En de stofzuiger werkt niet meer,
[da's een ramp.
Maar hoevaak je ook zegt dat het an-
[ders moet zijn.
Mijnheer de Boer blijft er, want die
[vindt het fijn.
Jo Paap