Albert de Klerk opent de orgelbespelingen Exposities in Amsterdam „PLAYBOY OF THE WESTERN WORLD" Film „PORGY AND BESS" perfecte opera-reproductie Feike Asma weer op tournee door Amerika Kees van Bruggen overleden Richard Attenborough gokte en won VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1960 7 Boeiende Ierse voorstelling van Tetman en Jarich bij Gysbert Japicx Schildersechtpaar in Italië van doeken beroofd Kort nieuws Haarlems gemengd koor zingt volgens traditie het „Weihnachtsoratorium" Rotterdamse koren gaan fusie aan „De zaak M.P." naar Amerika en Canada Uitreiking Wedgwood prijs in Amsterdam Gemeente Amsterdam gaat kunstwerken aankopen DE JONG-GESTORVEN Ierse toneel schrijver John Millington Synge heeft, evenals zijn vriend en kunstbroeder Wil liam B. Yeats, het recht op oneindige dank baarheid van zijn volk verworven door via het toneel de Ierse volksziel te hel pen wakkerschudden uit een slaap van eeuwen. De stukken van Synge en de jeugdwerken van Yeats (want deze laatste heeft de Ierse onafhankelijkheidsstrijd vele jaren overleefd) moet men dan ook vooral zien tegen de achtergrond van dat ont wakende nationalisme. In de periode die ook het begin zag van de Ierse separatis tische beweging („Sinn Fein") was elk nieuw werk van deze schrijvers een roep tot bezinning op het eigen volkskarakter en daarmee indirect een betoging voor het recht op een eigen nationaal leven. Werken als „Cathleen ni Houlihan" van Yeats en „Riders to the sea" van Synge zijn daar onsterfelijke voorbeelden van. De oprich ting van het Abbey Theatre in Dublin had danook voornamelijk ten doel, stukken van dit genre tot het publiek te brengen, en de artistieke zowel als politieke inspiratie, die van dat theater is uitgegaan, is inderdaad buitengewoon geweest. Synge's „The Playboy of the western world", hoewel van heel andere aard dan bovengenoemde stukken, dient men even eens te beschouwen als een bijdrage tot dit soort van nationalistisch toneel. Maar het beroep op de legendarische oerkrachten is hier vervangen door een beroep op het al gemene Ierse volkskarakter zoals zich dat overal en dagelijks demonstreert dat volkskarakter dat schijnt te bestaan uit een wonderlijke mengeling van christen dom en heidendom, van bidden en vloeken, van diepen en vechten, van dichterlijkheid en rauwheid En daardoor is de „Playboy" een stuk echt volkstoneel van de beste soort geworden, volkstoneel met dichter lijke hoogtepunten, maar ook met laag-bij- de-grondse clownerieën, een stuk dat mo gelijkheden biedt voor sublieme creaties Siobhan Mckenna maar daarnaast ook voor overdreven ko- miekdoenerij; Het is-volkstoneel van het soort waartoe ook verscheidene stukken van onze eigen Heyermans (die niet alleen een tijdgenoot en in sommige opzichten ook een geestverwant van Synge was) behoor- den.'en evenals vele werken van de Neder landse auteur begint de „Playboy" toch ook wel ouderdomsverschijnselen te ver tonen althans voor niet-Ierse toeschou wers. Zoals ook de stijl, waarin een derge lijk stuk moet worden gespeeld, en in dit geval danook gespeeld wórdt, ons nu wel als ietwat verouderd begint aan te doen. MISSCHIEN LAG HET WEL HIERAAN, en bovendien aan de moeite die een Ne derlands publiek heeft met het volgen van de Iers-Engelse tekst en uitspraak, dat de toeschouwers gisteravond in de Haarlemse Stadsschouwburg (die lang niet uitverkocht was) in 't begin wat stijf jes reageerden. Maar naarmate de avond vorderde en men minder onwennig begon te staan tegenover stuk, stijl en taal, werd de geestdrift groter, zodat de Dublin Fes tival Company aan het slot met een ware ovatie kon worden beloond. En die ovatie was verdiend, want heeft men die merk- waardig-ouderwetse speeltrant, die het stuk ongegeneerd plaatst in zijn ontstaans periode aan het begin van deze eeuw, een maal geaccepteeerd, dan kan men niet an ders dan lof hebben voor de prestaties van de hoofdrolspelers en de regisseuse Shelah Richards. Siöbhan McKenna, die men verleden jaar in ons land bewonderd heeft als Saint Joan, kon in de rol van de herbergiers dochter Pegeen Mike alle registers van haar rijk talent bespelen en zij deed dit inderdaad op virtuoze wijze, met een fas cinerende beheersing en nuancering van dictie, mimiek en plastiek. Haar tegenspe- De organist Feike Asma is wederom uitgenodigd voor een toernee door Cana da en Noord-Amerika, xoaar hem in be langrijke centra de beste en grootste or gels ter beschikking zijn gesteld. Gedurende de periode van 18 oktober tot 5 december zal hij ongeveer veertig recitals geven in steden als Toronto (St. Paul's met het grootste orgel van Cana da), Ottawa, Montral (Notre Dame), Ha milton, Winnipeg, Edmonton, Lethbridge, Vancouver, New York, Newark, Grand Ra pids én Topeka (Texas). Ook in een plaats als Fort William, gelegen in het hoge, bar re noorden van Canada zal worden ge speeld. Van 6 tot 18 december zijn er speciale, kerstconcerten georganiseerd, waarbij Feike Asma niet alleen als solist, maar ook als dirigent de gezamenlijke plaatselijke koren zal leiden in „hymn- singing", met eigen bewerkingen van Ca nadese Christmas carols. Gedurende deze toernee, waaraan ook diverse radiouitzen dingen zijn verbonden, wordt een drietal programma's gebracht. Het eerste pro gramma vermeldt werken van Vivaldi- Bach, Stanley, Handel, Mendelssohn, Guil- mant, Boellmann, Mudde en Zwart; het tweede brengt werken van Bach, Handel, Franck, Widor, Vierne, Andriessen en Zwart. Het derde programma geeft uit sluitend werken van Nederlandse compo nisten. Feike Asma zal in deze acht weken bij- deel per vliegtuig. Deze toernee wordt we derom georganiseerd door „The Feike As ma organ tour committee" in Hamilton. Ier Donal Donnelly als de „playboy" uit wiens leugenverhaal min of meer ondanks hemzelf een kortstondig heldendom groeit, liet zijn spel prachtig met die ontwikke ling méé-groeien zodat er een zeer boeien de creatie ontstond, waarop hoogstens viel aan te merken dat hij het (overigens ont zaglijk moeilijke) slot niet tot een indruk wekkend hoogtepunt wist te maken. Eith- ne Dunne was kostelijk als de manzieke weduwe Quin. De twee vaders, John Cow ley en Brian O'Higgins, sloegen de komi sche noot wel wat erg fors aan en boden daardoor volkstoneel van iets goedkopere allure, maar men diende dit te aanvaar den als onderdeel van de speeltrant waar in dit stuk in Ierland nu eenmaal bij tra ditie wordt opgevoerd. De rest van het ensemble sloot zich hier goed bij aan en zo is dit optreden van de Ieren in Haar lem toch wel een gebeurtenis geworden waaraan we veel genoegen hebben kunnen beleven. Simon Koster 99 99 De Friese vereniging „Gysbert Japicx" is het nieuwe seizoen met een hoogtepunt begonnen: een voorstelling van het be faamde gezelschap Tetman en Jarich de Vries, dat in een nagenoeg geheel met Friezen en Friezinnen gevulde Stad- schouwburg de revue „Sa is't en net oars" over het voetlicht bracht. De revue's van dit gezelschap zijn beroemd in Friesland en ook daarbuiten. Het succes begon enkele jaren geleden met „De Tiid haldt gjin skoft", gevolgd door „De Tiid sil 't leare". De Haarlemse Friezen kregen nu de derde revue in deze serie te zien, die ongeveer honderdzeventig voorstellingen heeft be leefd en waarmee de tweelingbroers Tet man en Jarich zelfs een tournee in Ame rika hebben gemaakt. Het is niet moeilijk na te speuren waar aan deze revue's hun succes te danken hebben. Auteur Tetman is een goed men senkenner en een man die de menselijke reacties op allerlei situaties goed weet te observeren. Het leven-van-alle-dag en het gedragspatroon van gewone mensen leve ren hem de stof voor zijn revuescènes, waarin hij zijn publiek eigenlijk een spie gel voorhoudt, waarin iedereen wel een stukje van zichzelf terugziet. Het is niet toevallig dat de hoofdpersoon Manus van Alles heet, een man die ook van alles doet dat met het leven in de kleins dorpsge meenschap te maken heeft: kranten bezor gen, verzekeringen afsluiten, „leed omsiz- zen" en voor de zieken de zaken van het Groene Kruis uitreiken. En in zijn gezin is die gemeenschap weerspiegeld: zoon en dochter vertegenwoordigen de mo derne jeugd, die nog wel eens in opstand wil komen tegen de „ouderwetse" opvattin gen van „heit en mem". „Pake" is van een nog oudere generatie. Hij heeft over alle problemen in het gezin zo zijn eigen filo sofie. Zijn aspiraties gaan niet verder meer dan de zorg voor zijn konijnen. Tetman de Vries zet de belevenissen van al deze mensen op het toneel, waarbij hij bovenal "het accént op de vrolijke kant légt. Zijn teksten zijn in de loop der jaren steeds beter geworden en het is ook góed te mer ken dat hij in deze laatste revue assisten tie heeft gehad van Rients Gratama. Diens aandeel is gemakkelijk herkenbaar en hij is niet alleen als auteur, maar ook als acteur een aanwinst voor het ensemble. Voortreffelijk was hij in het liedje „Ik moat der hinne" en kostelijk speelde hij de schuchtere vrijer, die voor het eerst bij de ouders van zijn aangebedene op bezoek komt en door zijn ontactische opmerkin gen zijn toch al geringe kansen hopeloos verknoeit. Andere hoogtepunten waren o.a. het liedje van de „buurman" over Ame land en de scène met de drie oude manne tjes over het, tehuis „Avondrust". Het gezelschap had ook bij deze opvoe ring in Haarlem één van de laatste, want er staat alweer een nieuwe revue op stapel een daverend succes. De Friezen en Friezinnen hebben vaak zitten huilen van het lachen. Sjoerd Kuipei Scène uit „Porgy and Bess" Een Nederlands schildersechtpaar ver trekt vrijdag zwaar gedesillusioneerd uit Italië naar Nederland. 75 kunstwerken, waaraan zij vijf jaar lang in een geheel nieuwe kunsttechniek gewerkt hebben zijn namelijk gestolen. Half juli kwamen de 46-jarige Bruno Mertens en zijn 43-jarige vrouw Susanna die onder haar meisjesnaam Susanna Burki schildert uit Bilthoven naar Italië en gaven in de beroemde „Grattacielo" gallerij te Milaan een expositie van hun werk. Op een tocht langs de kunstcentra van Italië, parkeerden zij op een avond hun auto met caravan bij de historische stad Herculaneum. Zij kregen van _>en parkeer wachter de verzekering, dat zij hier vol komen veilig waren, omdat de plaats al tijd door de politie wordt bewaakt. 's Nachts hoorden zij enig geluid, maar- namen aan, dat dit een poltiepatrouille was en schonken er geen aandacht aan. 's Morgens kwamen zij echter tot de ont dekking, dat er was ingebroken in hun aanhangwagen en dat al hun bagage, kle ding en een duur fototoestel was gestolen. De politie die een onderzoek instelde, heeft geen spoor van de dader(s) kunnen vinden. Wanhopig over het verlies van hun schilderijen, wendden zij zich tot de plaat selijke pers, die het verhaal over de dief stal in de kranten publiceerde. Er werd de nadruk gelegd op het feit, dat de schil derijen experimenteel en zonder waarde waren, maar alles tevergeefs. „In feite zijn de schilderijen heel waar devol", verklaarde het schildersechtpaar donderdag, „Maar voor ons is het ver lies veel groter dan indien er geld was gestolen. „De schilderijen laten de ontwikkeling zien van een volkomen nit^uw procédé van eenkleurige lithografieën, waar wij vijf jaar aan hebben gewerkt". Het echtpaar heeft verscheidene malen in Parijs, in Scandinavië en in Italië tentoon stellingen gehouden. Het door hun gebruik te procédé begint in Europese kunstkrin gen bekendheid te krijgen onder de naam van „pintografie". Het echtpaar is nu van plan terug te keren naar hun atelier in Scheveningen en weer helemaal opnieuw te beginnen. Diefstal. Bij de bekende Londense an tiekzaak Thomas Lumley is woensdag an tiek zilver ter waarde van 100.000 a 150.000 gulden gestolen. Tot de buit behoort een antieke kandelaar, vervaardigd door de Franse zilversmid .Jean le Sage. De inbraak is waarschijnlijk het werk van amateurs. Er is althans geen poging gedaan de kluis te forceren. DE ENGELSE ORGANIST John Stan ley, die tijdens zijn leven een beroemd kunstenaar was, is voor onze generatie tot voort kort een onbekende figuur. Enkelen zijn bij 't naslaan van 'n lexicon over mu ziek misschien toevallig zijn naam tegenge komen en hebben door de vermelde bij zonderheden vernomen, dat John Stanley een aan de genialiteit grenzende muzikale begaafdheid had en dat hij niet alleen als componist, maar ook als organist, violist en, niettegenstaande de grote handicap van blindheid, eveneens als dirigent, uitmuntte. Zijn geheugen moet fabelachtig geweest zijn. Bij de opsomming, die gegeven .vordf van zijn uitgegeven werken, worden wel composities voor strijkinstrumenten en voor „harpsichord" genoemd, maar geen enkel orgelwerk. Pas in de laatste tijd is men ook aan Stanley's orgelmuziek aan dacht gaan besteden. Orgelcomposities van zijn hand werden gepubliceerd en als een verheugende aanwinst voor de orgellitte ratuur begroet. Eén van deze werken, diende als inlei ding van de eerste gemeentelijke orgel bespeling in dit seizoen, welke donderdag avond door de organist Albert de Klerk in de gemeentelijke concertzaal gegeven werd. Het was een driedelige Voluntary, die ten gehore werd gebracht, een werk ka rakteristiek voor de muzikale omwente ling, die zich in de 18e eeuw in Europa en ook in het betrekkelijk geïsoleerde Enge land voltrok. Stanley, die leefde van 1713 tot 1786 heeft Handel gekend en in muzikaal op zicht zijn machtige invloed ondergaan. De vrij vele toehoorders bij de orgelbespeling hebben dit kunnen horen bij de uitvoering van de twee snelle delen van de Volun tary. Maar in het langzame middendeel hebben zij ongetwijfeld ook een ander stijl element kunnen ontdekken, dat bepaald werd door de homofonie der muziek en dat getuigde van een nieuwe koers voor de 18e eeuwse muziek, een richting, die ook Bachs geniale zoon Johann Christian pro pageerde toen hij in 1762 naar Londen kwam. Albert de Klerk vertolkte de Voluntary met transparante klank, duidelijke teke ning en voor de beide Allegros met een kernachtige ritmiek. Een flinke stap terug in de tijd, maar zeker niet voor wat be treft muzikaal gehalte werd gedaan met de aansluitende voordracht van de Partita „Herr Jesu Christ dich zu uns wend" van Georg Böhm (16611733), wederom een beroemde organist. Met rijke fantasie in vrije gebondenheid aan de orde der contra- punktiek verenigde Böhm in deze partita zes variaties van het schone koraalthema en met even rijke fantasie voor wat be treft de registratie-mogelijkheden ver tolkte Albert de Klerk dit prachtige voor beeld van liturgische orgelkunst. EN DAARNA volgde de eerste uitvoe ring voor Haarlem van het in 1959 in Enge land ontdekte orgelwerk van Johann Se bastian Bach: Prelude, Trio en Fuga in Bes. Over dit werk heeft men in ons blad van woensdag een voorbespreking kunnen aantreffen. De uitvoering door Albert de Klerk heeft bijzonder verheugende muzi kale ervaringen geschonken zowel voor het logisch ontwikkelde Prelude, het Trio met zijn fugatische opzet en zijn verras sende contrasterende „cantabile" melo die, als voor de hecht geconstrueerde, fraaie Fuga met zijn machtige climax. Het tweede gedeelte van de avond werd bestemd voor de vertolking van het monu mentale orgelwerk „Ad nos ad salutarem undam" van Franz Liszt. Albert de Klerk toonde zich met deze voordracht als een magistraal kunstenaar, die niet alleen kon voldoen aan de ontzaglijk zware eisen voor de technische beheersing, maar in artis tieke zin door de vorming van een onver breekbare synthese tussen constructieve bouw en de onmiskenbare romantische be wogenheid tot een prachtige prestatie kwam. Hartelijke bijval van opgetogen toehoorders was hiervoor een gerechtvaar digde beloning. Maar bij alle bewondering voor het spel van Albert be Klerk, hebben we toch onze oren niet kunnen sluiten voor de bedenke lijke medewerking van het orgel, dat dik wijls allesbehalve zuiver klonk en waar van de pedaal-tractuur met opvallende vertragingen te kampen had. P. Zwaanswijk Het Haarlems gemengd koor zal onder leiding van Anton de Beer volgens traditie op tweede kerstdag des middags het Weih nachtsoratorium van Bach uitvoeren. Als solisten zullen hieraan medewerken de sopraaan Bep van Zutphen-Wagener, de alt Annie Hermes, de tenor Simon v. d. Geest en de Bas Herman Schey. Het Noordhollands Philharmonisch Orkest ver leent zijn medewerking aan dit program ma, evenals de organist Klaas Bolt. Het afdelingskoor van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst en het Rot terdams Philharmonisch koor hebben tot fusie besloten, omdat daardoor naar hun mening het belang van beide koren in ver schillend opzicht gediend wordt. Het bestuur vertrouwt dat de samen werking die tot nu toe bestond tussen het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het koor met die naam onder de nieuwe ver houdingen kan worden bestendigd. Het nieuwe koor heeft de naam Toon kunstkoor Rotterdam gekregen. NU IS DAN OOK „Porgy and Bes" verfilmd. Sinds Gei-shwin in 1935 zijn ope ra voltooide is er verwoed gestreden om de filmrechten tot Samuel Goldwyn ze uit eindelijk verwierf. Hij moest er 650.000 dollar voor op tafel leggen. Nog eens ze ven miljoen kostte hem de produktie. Bij testementaire beschikking had de compo nist vastgelegd dat er niets wezenlijks aan het oorspronkelijke libretto en de muziek veranderd mocht worden, zodat regisseur Otto Preminger, toen hem de verfilming van „Porgy and Bess" werd opgedragen, geen keus had: hij diende een reproduktie te leveren, die de bioscoopbezoeker de il lusie gaf van de schouwburgbezoeker op de eerste rij: alles volmaakt goed te kun nen zien alleen het orkest zag hij niet spelen. Maar dat zagen de acteurs in de film ook niet, want muzikaal was de film al gereed twee maanden voor de opna men begonnen. De film is dus geheel na gesynchroniseerd. De acteur, die de rol van Porgy speelt (de befaamde Sydney Poitier, die wij kennen uit „ketenen van de haat") kan nauwelijks zingen, de Bess (Dorothy Dandudge) zingt niet onver dienstelijk, maar blijkbaar naar Gold- wyns opvattingen toch niet goed genoeg. Doch dat betekent bij de huidige stand van zaken in de technische perfectione ring van het filmwezen niets meer. De filmrechten van „Porgy and Bess" waren aangekocht. De opera moest verfilmd wor den! WIJ MOETEN ONS DUS TEVREDEN stellen met een reproduktie. Is dat een bezwaar? Ik geloof niet, dat Otto Premin ger tot veel betere resultaten zou zijn ge komen, wanneer hij minder gebonden was geweest, want men tast niet ongestraft het wezen van een kunstvorm aan, die geen wezenlijke eigenschappen voor de film heeft. Men reproduceert of men blijft er van af. Wat Preminger met „Porgy and Bess" heeft gedaan is een integrale weer geving tot stand brengen, die de kwalitei ten van het muziekwerk als op de beste langspeelplaat vastlegt. Het beeld corres pondeert daarmee. Anders gezegd: de dramatische actie wordt nergens zo vi sueel versterkt dat er voor de muziek geen ruimte overblijft. Wel is die drama tische actie zo zuiver mogelijk afgestemc (Van onze Amsterdamse redacteur) De journalist en schrijver Kees van Bruggen is maandagmorgen in de Valerius- kliniek te Amsterdam, waar hy werd ver pleegd, op 85- jarige leeftijd overleden. Het wa's zjjn wens dat zijn overlijden pas zou worden bekend gemaakt na de crematie die gistermiddag te Westerveld is geschied. Cornelis Johannis Anthonius van Brug gen werd in 1874 in Den Helder geboren. Als toneelrecensent en kunstredacteur was hij achtereenvolgens werkzaam bij het Algemeen Handelsblad, Het Volk, De Deli- courant en opnieuw het Handelsblad. Zijn op de verwezenlijking in de muzikale ex pressie. Daartoe werden die acteurs en actrices aangetrokken, van wie men ver wachten mocht, dat zij de ideale karak ters vertegenwoordigden en daartoe ook handhaafde Preminger een strenge mise en scène, waarin de natuur soms de taak overnam van het geschilderde decor, maar waarbij men toch zelden de ruimte begrenzingen van het toneel overschreed. Het was de enige juiste oplossing. Pre minger moest de reproduktie tot stand brengen en hij creëerde de reproduktie. GEGEVEN DE VOORGESCHREVEN beperkingen en uitgaande van hun juist heid zal wel niemand kunnen ontkennen, dat de film „Porgy and Bess" een boeiend en fraai stuk werk is, dat men pas dan kan genieten als men Gershwin genietbaar vindt, maar waarin dan toch de schoon heid van deze opera als het ware langs de weg van de documentaire wordt vast gehouden en uitgedragen. De film werd gemaakt volgens het Todd-A-O-systeem en dat betekent een bijzonder spectaculaire verfilming, waarin de massa-scenes en de panoramische effecten volop tot gelding komen. Het houdt anderszijds in, dat men deze film voor wat Haarlem en omgeving betreft alleen kan gaan zien in het Du Midi theater te Amsterdam, dat met de kostbare apparatuur voor projectie vol gens dit systeem is uitgerust. Ik geloof wel, dat niemand, die zich tot de opera van Gershwin voelt aangetrokken, daar van spijt zal hebben. De bijna tweeëneen half uur, die het u kost, lijken mij wel besteed. P. W. Franse Go-Pictures ine. te New York, heeft van de nieuwe film van Bert Haanstra „de zaak M.P." de rechten voor Amerika en Canada gekocht. Deze maatschappij heeft destijds ook de film „Glas" van Bert Haan stra in Amerika uitgebracht. Op 30 septembr wordt in museum Fodor te Amsterdam een expositie geopend, die een keuze bevat uit de werken die voor de eerste Wedgwood-prijs zijn ingezonden. Deze prijs werd ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van Josiah Wedgwood en Sons Ltd. te Barlaston in Engeland en ter bevordering van de schil - derkunst in Nederland ingesteld door de firma N F. van Gelder en Co te Amster dam, als vertegenwoordiger van het Wedg wood aardewerk. De prijs bedraagt vierduizend gulden en wordt dit jaar toegekendd door een jury bestaande uit de heren Edgar Fernhout. kunstschilder, Hans Redeker, kunstcriticus, prof. G. V. A. Röling, H. M. van der Spoel, kunstschilder en dr. A. B. de Vries, direc teur van het Mauritshuis. Tijdens de opening van de expositie in het museum Fodor zal de prijswinnaar be kend worden gemaakt. The angry silence", film in onafhankelijke produktie „Onafhankelijk films produceren is een opwindende bezigheid"De man, die dit zegt is 37 jaar oud, heeft een enigszins ge drongen gestalte, een bolrond gezicht, dat geen leeftijd verraadt, beweeglijke ogen en een levendige manier van praten met on- Engelse gebaren en typisch Engelse under statements. Het is Richard Attenborough, hoofdrolspeler, en een der producenten van „The Angry silence", die gisteren Amster dam bezocht om zijn film ten doop te houden. „The angry silence", een film die handelt over een man, die niet wilde meedoen aan een zijns inziens onzinnige staking en als gevolg van die houding door zijn kame raden wordt „doodverklaard", is tot stand gekomen als een onafhankelijke produktie, omdat de belangrijke maatschappijen het onderwerp te weinig interessant vonden voor een groot publiek. Het idee ervoor was afkomstig van de acteur Michael Graig, die al spoedig zijn collega's Atten borough en Bryan Forbes en regisseur Guy Green ervoor wist te winnen. Allen, die bij de vervaardiging van deze film betrokken waren, hebben kapitaal bijgedragen en ieder heeft een aandeel in de winst, dat overeenkomt met het door hem gestorte percentage. Dat ge)dt ook voor Pier Angeli, die de vrouwelijke hoofdrol de mooiste vond, die zij na haar vertrek uit Italië ooit heeft gespeeld, „Toen zijn haar Amerikaanse agent, vertelde dat zij ongesalarieerd een hoofdrol ging spelen in „The angry silence" verklaarde hij haar voor gek", vertelt At tenborough, maar waarschijnlijk zal de man nu wel van gedachten veranderd zijn, want met enige trots voegt de kleine Engelsman er aan toe: „Het ziet er naar uit dat iedereen nu twee of drie maal zo veel verdient dan wanneer hij op salaris basis had meegewerkt". Niet alleen zakelijk is deze film een succes, maar ook artistiek. Op het film festival van Berlijn viel hij niet in de prijzen, doch behaalde wel de belangrijke onderscheiding van de internationale film kritiek Toch schijnen velen aan de film een andere strekking te verbinden dan de makers hebben bedoeld. „Het thema is niet in de eerste plaats misbruik van het sta kingsrecht of sabotage van de industriële produktie, maar de eenzaamheid van een mens en de persoonlijke vrijheid. Dit pro bleem hebben wij een pakkende heden daagse achtergrond willen geven." In onze filmbespreking zullen wij op de kwaliteiten van „The angry silence" wel dra uitvoerig ingaan. Dat de film van zo'n aparte allure is, dankt ze niet in het minst aan het idealisme, dat er achter steekt. Het is een kwestie van mens tot mens, zegt Attenborough, die overigens de scenario schrijver een belangrijker rol in het pro- duktieproces van de film toekent dan de regisseur en „graag opnieuw het risico neemt van een onafhankelijke produktie als het onderwerp de mensen iets te zeg gen heeft". besprekingen waren dikwijls vinnig van toon, doch getuigden steeds van een eer lijke liefde voor het toneel. Hij schreef een groot aantal romans, waarvan sommige zeer fantasierijk en grillig: „Het verstoor de mierennest" (1916), en „Als ge niet dan!" (1917). In andere boeken was hij ironisch en humoristisch: „De geschiedenis van het huis" (1929), „De droge koetjes" (1931) en „Plasland" (1932). Voorts schreef hij een aantal verzen, o.a. „Herrijzing" (1929), die in enkele bundels zijn uitge geven. Zijn laatste roman was „Fontana Marina" (1949). Zijn werk onderscheidde zich door humoristische verbeeldingskracht en critische speurzin. In de Kunstzaal Magdalene Sothmann worden tot 30 september tekeningen ge- exposeerd die Mart Kempers maakte in opdracht van het Nederlands Bijbelge nootschap voor een geïllustreerde uitga ve van de Bijbel, en enige litho's van de zelfde kunstenaar die hij maakte bij het apocriefe boek Judith. Ik kan zeggen dat „mijn" bijbel ook door Kempers geïllu streerd had mogen worden, want ik houd van deze bescheiden en kundige artiest. Kempers visie laat ruimte aan eigen ge dachten en fantasie. Kempers is trouwens intelligent genoeg om te weten wat in een geval als dit wel en wat niet gesteld kan worden. Men ziet dat op deze expositie. Genoemde litho's maakte hij voor zich zelf. In dit werk spreekt Kempers' be wogenheid. Hij leidt niet af, maar geeft rustpunten. Hij deed niet anders dan Rem brandt, zij het uiteraard naar eigen ver mogen. Kempers is vooral werkzaam als gra fisch ontwerper en weet wat bij clicheren mogelijk is, wat naast en tussen de tekst gedaan kan worden. Bij Santee Landweer exposeert tot 29 sep tember de te Wenen geboren schilderes, bheaterdecor- en kostuumontwerpster Reny Lohner schilderijen, tekeningen en mono types. Hier past weer een waarschuwing in verband met de op de uitnodiging ge plaatste reproduktie naar een van Reny Lohners schilderijen. Men denkt direct aan dat enge surrealisme, dat mij zo lang zamerhand als verouderd gaat voorko men. Reny Lohners werk blijkt van een andere geest. Men zou het enigszins kun nen vergelijken met het werk van de ten onzent meer bekende Nederlander Melle, waarbij dan nog geldt dat Reny Lohner bewuster op een bepaald doel lijkt af te gaan en haar kleur beslist innemender is. Waarbij direct gezegd moet worden dat Melle zijn eigen te waarderen kwaliteiten bezit. Reny Lohners tekeningen boeien, maar ontroeren weinig. Haar monotypes zijn van weer andere aard en naar vorm sterk bepaald door de mogelijkheden van deze techniek. Ik werd het meest aange trokken tot de schilderijen door duidelij ker doelstelling, vakbekwaamheid, kleur; eigenlijk door heel de grotere inzet hier toe. Bob Buys B. en W. van Amsterdam hebben, over eenkomstig het advies van de Amsterdam se kunstraad, besloten de aankoop van werken van beeldende kunst ten behoeve van het gemeentelijk kunstbezit, ook dit jaar te doen geschieden volgens de proce dure van algemene inzending. B. en W. verwachten, dat alle in Amster dam en de randgemeenten wonende en/of werkende beeldende kunstenaars hun bes te oude dan wel nieuwe werken zul len inzenden, opdat de gemeente een keu ze kan doen uit werken van hoog gehalte, waarvan het verwerven een verrijking van haar kunstbezit betekent. Iedere beeldende kunstenaar zal ge rechtigd zijn in te zenden: A. Ten hoogste drie schilderijen of ten hoogste drie stuks klein plastiek, b. Ten hoogste twaalf stuks grafiek of ten hoogste zes tekeningen en zes stuks grafiek. Voor de aankoop is in I960 totaal be schikbaar een bedrag van tachtigduizend gulden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 7