Horen en zien De Schaduw speelt verstoppertje N.Ph.O. opende abonnementscyclus met Rudolf Firkusny als solist Westduitse televisie verdringt de film SAMEN NAAR DE FILM... JA, GEZELLIG PANDA E.N DE JACHT OP DE MILJOENENHOED De Speelkamer met „Adèle" in Heemstede DE REIS VAN KOEN EN LINNIE <-Hoe is het ontstaan ?-\ 7 Haarlems Bach Ensemble in Bakenesserkerk radio •televisie AANKONDIGINGEN EN NABESCHOUWINGEN De radio geeft donderdag T elevisieprogramma Marionettentheater van Bert Brugman in Minerva Dagboek van Anne Frank bij „De Schouwspelers" WERK VAN POPPE DAMAVE IN ,,'T GOEDE UUR" Nog een protest tegen de Japanse film ROMAN VAN ALAIN PACE Vertaling uit het Frans door Margot Bakker id Frankrijk nog zonder Prins der dichters Dit woord: GERUCHT WOENSDAG 5 OKTOBER 1960 53. Zodra de dikke gewichtheffer was verschenen, ontbrandde de twist met nieu we felheid. Het begon de agent te duize len. „Stilte!" loeide hij, „en nu een voor een spreken! Wat, voor den drommel is dat voor een hoed, waar jullie het alle maal over hebben? En van wie is die hoed?!" „Van mij!" riep Boko, „mijn ge- luksdoppie, dat ik eerlijk had gevonden!" „Dan was hij niet van U," stelde de agent vast, „want gevonden voorwerpen mag m,en zich niet toeëigenen." „Precies," zei de dikzak, „de hoed was van mij. Ik had hem als prijs bij het schieten gewonnen, maar toen heeft deze slungel hem gesto len." En bij die laatste woorden schudde hij de ongelukkige Joris nog eens flink dooreen. „Een prijs.ja, dat is een gel dig eigendomsrecht," mompelde de agent. „Niets daarvan!" viel Palmer nu in, „die schiettent had het recht niet, die hoed als prijs uit te loven, want hij was mijn eigen dom." „Ja!" viel Panda de miljonair bij, „hij was in die schiettent gewaaid en tus sen de prijzen terecht gekomen." Joris, die tot nog toe had, gezwegen, oordeelde het nu verstandig, om Palmers recht te ondersteunen. Want als daarm.ee bewezen werd, dat de hoed niet van de dikzak was, kon die moeilijk beweren, dat Joris hem zijn eigendom had ontstolen. „Juist, de hoed is van die meneer," sprak hij dus, op Palmer wijzend. Hiermee ondersteun de de meerderheid Palmers rechten, dus wendde de agent zich lot hem. „Zo, kunt U me dan vertellen, wat er, voor den drommel, met die hoed aan de hand is?" „Zeker, agent," zei de miljonair. En, zich naar de politieman toebuigend, fluisterde hij hem. in het oor: „Mijn fortuin is er in verborgen. Tien miljoen." „Asjemenou! zei de agent. Kunt TJ dat bewijzen?" „De Speelkamer" uit Amsterdam heeft in het vorige seizoen met „De gevaarlijke bocht" van Priestley onder spelleiding van Bert Dijkstra een bijzonder aantrekkelijke beurt gemaakt. Men begon daardoor met belangstelling naar de volgende manifes tatie van deze jonge en ongesubsidieerde toneelgroep uit te zien. Blijkens een op voering in het Minerva Theater te Heem stede, waar dinsdagavond vrij veel mensen naar zijn komen kijken, heeft dezelfde (voornamelijk door zijn radiowerk, beken de) regisseur met de enscenering van „Adèle" een heel wat minder gelukkige, althans te slappe hand gehad. Dit blijspel over een helderziende dienst bode door de Franse heren Barillet en Grédy jaren geleden als „Een vreemd meisje" met Myra Ward in de titelrol voor het eerst in ons land vertoond en nadien in de ook nu gebruikte vertaling van James Yoland snel overgegaan in het repertoire voor amateurs vermag kennelijk nog al tijd kluchtige hilariteit te verwekken Het doet een gemakkelijk beroep op het voor stellingsvermogen van het publiek. Maar het wordt een onuitstaanbare flauwiteit als de medewerkenden zich niet houden aan de regels van de dramatische waarschijn lijkheidsleer, zoals hier gebeurde. In de voornaamste partijen stonden Maya Bouma en Dini de Neef voortdurend te vergeten, dat een komedie iets anders is als revue of cabaret. Met een dergelijke ongenuanceer de overdrijving van toon in grove typerin gen zou er zelfs van een sterker blijspel niet veel heel zijn gebleven. De eerstge noemde heeft een onmiskenbaar talent, dat echter op het toneel sterke leiding behoeft. Robert Sobels en Frans Vasen vormden met Betsy Smeets de verdere bezetting. David Koning Het Haarlems Bach Ensemble onder leiding van George Robert verleent zon dag 9 oktober medewerking aan de dienst van zeven uur in de Bakenesserkerk te Haarlem. Het ensemble geeft tijdens deze dienst een uitvoering van de Cantate nr. 70 van Joh. Seb. Bach: „Wachet, betet". HILVERSUM I. 402 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV. KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor cïe jeugd. 7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.35 Wa terstanden. 9.40 Schoolradio. NCRV: 10.00 Gram. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gram. KRO: 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gewijde muz. 12.00 Middagklok noodklok. 12.03 Zang met gitaarbegeleiding.. 12.25 Wij van het land, praatje. 12.35 Land- en tuinb.- meded. 12.38 Chansons. 12.50 Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Zonnewijzer. 13.2 Pianospel. 13.40 Gram. NCRV: 14.00 City-Theater-ork. en sol. 14.30 Gram. 15.30 Kerkmuz. 16.00 Verkenningen in de Bijbel. 16.20 Kamermuz. 16:50 Gram. 17.00 Voor de jeugd. 17.25 Gram. voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45 Promenade-ork. 18.15 Sportrubr. 18.30 Gram. 18.50 Sociaal perspectief. 19.0 Nieuws en weerber. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radio krant. 19.50 Polit. lezing. 20.00 Gevar. progr. 21.30 Orgelconc. 22.00 Periodiekenparade. 22.10 Vocaal ens. 22.30 Nieuws. 22.40 Avondoverdenking. 22.55 Gram. 23.30 Gesproken portret. 23.55—24.0 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.4 Morgenwijding. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Kookpraatje. 11.15 Gram. 11.55 Lezing over Canada. 12.00 Orgel en piano. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Lichte muz. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Lichte muz. 13.55 Beursber. 14.00 Viool en piano. 14.30 Voor de vrouw. 15.10 Gram. 15.30 Voordr. 15.45 Promenade-ork. 16.15 Pianospel. 16.30 Metro- pole-ork. 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Jazzmuziek. 13.00 Nieuws. 18.15 Voor de jeugd. 18.30 Lichte muziek. 18.45 Sportpraatje. 18.55 Gesproken brief. 19.00 Voor de kinderen. 19.05 Gevar. progr. 20.00 Nieuws. 20.05 Radio-philharm.ork. 21.15 Het ge sticht, of: Het eindstation van de verantwoorde lijkheid, hoorspel. 22.30 Nieuws en beursber. van New York. 22.45 Act. 23.00 Sportact. 23.10 Disco- taria. 23.55—24.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Amus.ork. 12.30 Weerbericht. 12.35 Lichte muziek. 12.55 Beursber. 13.00 Nieuws. 13.15 Klass. gram. 14.00 Schoolradio.. 16.00 Beursber. 16.06 Franse les. 16.21 Gram. 17.00 Nieuws. 17.15 Voor de kinderen. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Gram. 19.00 Nieuws. 19.40 Pianomuz. 19.50 Polit. lezing. 20.0 Hoorspel. 21.15 Operamuz. 22.00 Nieuws. 22.15 Muzikale lezing. 22.55-23.00 Nieuws. VOOR WOENSDAG KRO: 17.00—17.30 Voor de kinderen, NTS: 20.00 Journ. en weeroverz. VARA: 20.20 Act. 20.35 Foto reportage. 21.00 Kronkelwegen, toneelfragmenten. 21.30 Forum. NTS: 22.55—23.45 Eurovisie: Sport- VOOR DONDERDAG NTS: Journ. en weeroverz. KRO: 20.20 Docu mentaire over het kerkgebouwa. 20.30 Rep. van de uitreiking van de Televisieprijs Prins Bern- hard Fonds". 21.00 De brug der zuchten, TV-spel. Door een met bloemen en tapijten versierd podium en een enigszins extra „gekleed" publiek kreeg het eerste dins dagavondconcert van het Noordhollands Philharmonisch Orkest het cachet dat aan een openingsconcert van de abonne mentscyclus toekomt. Op het muzikale plan werd deze start gemarkeerd door de „Intrada Festiva" van Otto Ketting, één van de drie werken die als onderdeel van het Nederlands programma op 20 september door het orkest „besteld" waren. Hoewel misschien iets weemoedi ger getint dan de titel zou doen ver moeden, trof deze koperfanfare met slagwerk opnieuw door een welover wogen opbouw die evenzeer steunt op pittige ritmische impulsen als op fijne harmonische schakeringen. Hierop sloot aan de Symfonie van César Franck, een vertolking die door Arends vakkundig geleid werd, waarbij men zijn vermogen om bijna afgespeelde reper toirestukken een nieuw gezicht te geven kon bewonderen. In het eerste deel liet hij de architectuur goed uitkomen door een volledig uitzingen van de melodische lijnen en door veel aandacht te geven aan contrastwerking en een geleidelijk opwer ken naar de climaxen. Het elegische alle gretto kreeg karakter door een fraai ge nuanceerde en klankrijke solo van de alt hobo, terwijl de finale de gewenste apo theose bracht, voox-al door een paar gloed volle tutti, waarin de violen met grote homogeniteit het hoogste lied zongen in de regionen der extase. Een plezierig speelstuk, zij het niet van hoog soortelijk gewicht, was na de pauze de Tweede Rhapsodie van George Enesco, de Roemeense violist, dirigent en compo nist die, onder meer, naam maakte als leraar van Menuhin. Het is een niet bijster sterke poging om volgens geijkt recept de klassiek-romantische vorm te verlevendi gen met kruiden van het Oost-Europese boerenland. Het blijft echter bij een wat halfslachtig resultaat, te vergelijken met de geadapteerde zigeunermuziek van Brahms' „Hongaarse dansen", maar zon der de zwierigheid vandien, en ook ge speend van de fantasierijke transmutaties die Bartók het onbewerkte materiaal van semi-primitieve ritmen en dansen deed ondergaan. Een helaas ook niet geheel overtuigende noviteit op het programma was het uit 1876 daterende Pianoconcert van Dvors- jak, een onbekend gebleven werk, hetgeen gedeeltelijk is toe te schrijven aan een weinig idiomatische solo-partij.Hierinheeft de solist van deze avond, de Tsjechisch- Amerikaanse pianist Rudolf Firkusny voorzien door een revisie van de piano partij te verzorgen. Het bleef niettemin een wat matte aangelegenheid, wel ver van de warme melancholie en de stoere verheffing van het viool- of violoncelcon cert. Aan Firkusny lag het niet, zijn be heersing van het instrument gaat samen met een even markante als nobele expres sie. Maar er viel, leek het, niet veel goed te maken aan deze onevenwichtige en zelfs onpersoonlijke compositie. (Een eigenaardig Mozart-achtig tweede thema in het eerste deel, fiorituren a la Chopin in het tweede). Alleen in de finale her vindt de componist iets van zijn eigen karakteristieke toon, wanneer hij weer Slavische grond onder de voeten krijgt. De samenwerking met het orkest maakte de indruk dat de solist zich wel eens een vrijere poëzie wilde veroorloven dan de dirigent kon toestaan. Het succes was aan zienlijk. Sas Bunge Het Nederlands Marionettentheater van Bert Brugman geeft woensdag 12 oktober twee voorstellingen in het Minerva the ater. Des avonds een opvoering van Giu seppe Verdi's opera in vier bedrijven „La Traviata". De muzikale begeleiding ge schiedt met opnamen van koor en orkest van het Scala theater te Milaan, onder leiding van Tullio Serafin. Tevens zal men onder meer de stemmen kunnen beluiste ren van de solisten Antonietta Stella (Vio- leta), Elvira Galassi (Flora Bervoix), Giu seppe di Stefano (Alfred Germont), Tito Gobbi (George Germont) en Giuseppe Zam- pieri (Gaston, Graaf de Létorières). Ma rionetten, decors en kostuums werden op eigen atelier vervaardigd, naar ontwerpen van Jean Duvier. De algehele leiding be rust bij Bert Brugman, 's Middags geeft het theater een kindervoorstelling „De avonturen van Tom Poes en Ollie B. Bom mel". Het bioscoopwezen in West-Duitsland heeft een felle strijd te leveren tegen de televisie en volgens de cijfers, die door de filmverhuurders zijn bekendgemaakt, wint de televisie het. Fabrikanten van ra dio- en televisietoestellen verdienen kapi talen en de bioscooptheaters zien het aan tal bezoekers zienderogen verminderen. In de eerste zes maanden van dit jaar zijn er 114,3 miljoen Duitsers naar de bioscoop gegaan. Dat is maar liefst 15,3 miljoen minder dan in de eerste helft van 1959. Bovendien moesten gedurende de eer ste helft van dit jaar tien bioscopen hun deuren sluiten. In de overeenkomstige pe riode van het vorige jaar kwamen er 27 nieuwe bioscopen bij. Het aantal bios- coopgangers is het sterkst verminderd in streken, waar de meeste televisietoestel len staan, in Frankfort en omgeving en in het dichtbevolkte Ruhrgebied. In West-Duitsland staan thans meer dan vieren half miljoen televisietoestellen. Al leen al gedurende de Olympische Spelen kwamen er een miljoen toestellen bij. Men schrijft de populariteit van televi sie niet zozeer toe aan de aantrekke lijkheid van de programma's als wel aan de kosten. Een kaartje voor een filmthe ater kost ongeveer de helft van wat men per maand aan televisiegeld moet betalen. Bovendien is de prijs van de televisie- gestadig lager geworden. Men kan er thans een kopen voor vierhonderd mark, waar van men er slechts veertig bij aankoop betaalt en de rest over een periode van twee jaar. De zaak zal er voor de filmwereld nog somberder uitzien, wanneer er op 1 januari een tweede televisieprogramma komt en de mogelijkheid bestaat dat over ongeveer twee jaar zelfs een derde televisiepro gramma zal komen. De stichting toneelgroep „De Schouw spelers" heeft beslag kunnen leggen op de vertoningsrechten van „Het Dagboek van Anne Frank", in de toneelbewerking van het'Amerikaanse echtpaar F. Good- rich-A. Hackett en vertaald door Anty Westerling. De première, onder regie van Coba Kelling, wordt gegeven op 12 novem ber in „De Nobelaer" in Etten-Leur. In het nieuwe repertoire is onder meer opgenomen „Nonkel en de Jukebox" van de Vlaamse auteur Tone Brulin, dat ge regisseerd zal worden door F. Sterneberg. In het jeugdprogramma zijn opgenomen „Het Wonderpaard van Marjolijntje" door Rolf Petersen en „Repelsteeltje" in de bewerking van Cruys Voorbergh. Van 1 oktober af treedt de heer J. C. Isselman op als zakelijk leider. Voor de tweede keer exposeert Poppe Damave „In 't Goede Uur". Hij is on langs weer op reis geweest en heeft een grote hoeveelheid werk meegebracht. Het is altijd plezierig zijn werk te ontmoeten maar dat alleen motiveert nog niet een expositie. Deze tentoonstelling is belang rijk door een vooruitgang in Damave's werk. Damave won aan beheersing van zijn teken- en aquarelleertechniek. Op boeiende wijze weet hij het lastige houts kool te hanteren. Maar zelfbeheersing toont hij in de kleurgeving van zijn zo ruimtevolle aquarellen, die men zou wil len vergelijken met aquarellen uit de op dit gebied grote Engelse school. Misschien dat het onderwerp hem enigszins hielp bij die kleur. Geheel zeker is dat niet, want we weten dat die Franse vissersha vens aan de Atlantische kust de mogelijk heid bieden tot een sterkere kleurgeving uit het werk dat Otto B. de Kat hier „in 't Goede Uur" liet zien en thans weer vertoont op de expositie van de Hollandse Aquarellistenkring te Alkmaar. Zeker is dat Damave enige koketterie, waaraan Ook het hoofdbestuur van de N.I.B.E.G. (Nederlands Indische Bond van Krijgsge vangenen en Geïnterneerden) heeft ge protesteerd tegen de Japanse film „Blan ke huid en gele commandant". Deze speelt zich af in een vrouwenkamp in Celebes. De N.I.B.E.G. heeft een telegram aan de minister-president gezonden, waarin ge vraagd wordt waarom de regering naar aanleiding van deze film geen stappen on derneemt. Tegenover het A.N.P. verklaar de de secretaris van de bond, dat verto ning in Nederland van deze film zeker de woede zou opwekken en demonstraties zou uitlokken van de 164.000 oud-krijgsge vangenen. 157158. Linnie keek op van haar boek, toen Koen daar zo opeens 'n uitroep van schrik liet horen Wat is er aan de hand, Koen? vroeg ze. Koen wees ontdaan naar de beek. Een waterval! riep hij. Jongens, pas op! Ook Pobbel kwam om 'n hoek kijken, toen hij Koen hoorde roepen. En toen zag hij ook het gevaar, waarin ze verkeerden. Ja, gevaarlijk was hetDaar voor hen uit stroomde de beek opeens over 'n soort drempel, waardoor een kleine waterval ontstond. Daar viel het water recht naar beneden... en dat was heel gevaarlijk voor hun vlotje! Terence stak een sigaret op en blies de lucifer om slachtig uit. „U dwaalt af, inspecteur". Twintig minuten later belde Jane aan. Terence zelf deed haar open. En Drayton liep niet mee naar de voordeui'. Lane liet Jane Gladstone in een gemakkelijke stoel plaatsnemen en stelde Drayton aan haar voor. „Een inspecteur van Scotland Yard. Vertel hem de waarheid, Jane. Denk er aan: niets dan de waarheid". Jane keek Terence bevreemd aan. en bepaalde haar aandacht daarna tot de inspecteur. „Ik had al eens eerder bezoek van de Schaduw gehad, inspecteur, de nacht tevoren". „Waarom hebt u de politie daarvan niet op de hoogte gesteld?" „Er was mij geen overlast aangedaan, ik had geen reden een klacht in te dienen. Maar vannacht is hij nog eens geweest." Ze wendde zich tot Terence, ze lachte tegen hem. „Je had gelijk, Terence, avonturiers zien er andèrs uit dan men gewoonlijk denkt. Jouw beschrijving was dichter bij de waarheid dan mijn fantasie." „Wilt u daarmee zeggen," kwam Drayton tussenbei de, „dat u deze avonturier gezien hebt?" „Inderdaad, precies zo goed als ik u nu zie, en ik kan u verzekex-en, dat het geen verheffende ervaring was". Drayton trok zijn aantekenboekje uit zijn zak en ging voorover zitten. „Geeft u mij eens een zo nauwkeurig mogelijk sig nalement van deze man." „Hij is opvallend groot, heeft brede schouders en een afgrijselijk gezicht." Lane keek de inspecteur spottend aan en die grijnsde maar eens. „Ja, gaat u door." „Hij is blind aan een oog, zijn ene oog leek door éen grote wondkorst te zijn bedekt. Hij heeft een heel lang gezicht. En gouden snijtanden." Drayton keek haar zonder al te veel overtuiging aan. „Bent u er zeker van, dat u hem goed hebt gezien, juffrouw Gladstone?" „Denkt u soms, dat Jane zit te liegen, inspecteur?" „Het signalement doet een beetje eh onwezen lijk aan." „Toch ziet de man er zo uit en niet anders," viel Jane hem verontwaardigd in de rede. „Ik geloof u graag", zei Drayton kalmerend. „Maar kan hij geen masker hebben gedragen?" „Als ik hem nog eens ontmoet zal ik hem om een foto vragen, inspecteur", zei Jane uit de hoogte. „U moet niet boos worden. Maar volgens uw be schrijving is het niet bepaald een aantrekkelijk man." „Afgrijselijk was hij." De teleurstelling was in haar stem nog te beluisteren. En ook de inspecteur maakte een ontgoochelde indruk. Hij kon de mededelingen van Jane moeilijk in twijfel trekken, daartoe bestond eigenlijk geen enkele reden. Hij stond op. Lane boog zich over het meisje en zei met een glimlach: „Mijn vriend Drayton koesterde een zware verden king: hij hield mij voor die geheimzinnige avonturier." „Jou?" zei ze lachend. „Waarom, in vredesnaam?" Terence legde zijn vinger tegen zijn lippen en trok een geheimzinnig gezicht. „Als je het mij vraagt heeft hij een afdoend middel gevonden om de Schaduw in handen te krijgen. Hij neemt alle Londenaren onder het mes tot hij er een vindt die door de mand valt en beschaamd bekent: Ja, ik ben het." Drayton haalde zijn schouders op en Jane voegde hem toe: „Ik kan u verzekeren, inspecteur, dat ik vannacht bezoek gehad heb van een man, die in geen enkel opzicht op de heer Lane leek". Haar stem klonk oprecht en was geschikt om Drayton te overtuigen. Lane kwam op hem af. „Dat noem ik geluk hebben, inspecteur." „Deksels veel geluk", snauwde Drayton. Lane vergezelde hem tot aan de buitendeur. „En hoe staat het met de huiszoeking?" „We zullen maar aannemen dat ik me vergist heb." Zij gaven elkaar een koele hand en Lane ging terug naar de zitkamer. Jane kwam overeind. Hij sloeg zijn ax-men om haar heen. „O, Terence, vannacht was ik haast bang geworden." „Je bent bang geworden, lief kind, anders was je niet flauwgevallen." Jane duwde hem van zich af. „Hoe weet jij dat?" „Dat weet ik", zei Terence met een milde glimlach, „omdat een vrouw niet in staat is midden in de nacht een dergelijk monster te aanschouwen zonder flauw te vallen." Jane ging weer zitten. Ditmaal nam zij een sigaret van Lane aan. „Die inspecteur was absoluut niet overtuigd", zei ze. „Het is een fantast." „Waax-om verdenkt hij jou juist?" Lane vertelde haar in het kox-t wat er zich de avond tevoren en die nacht had afgespeeld. Jane schudde het hoofd. „Maar welke verklaring heb jij zelf voor dit alles?" „Geen enkele", zei Lane lachend. Hij deed alsof hij het smetteloze plafond bewonderde en zei opeens: „Wat denk je van een lange tocht?" „Waarheen?" „De kant van Attow uit, bijvoorbeeld." „O ja", zei Jane, „dat vex-geet ik nog. Daar zullen ze het testament van mijn oom vinden." Terence keek haar spottend aan. „Zo, heeft de Schaduw zich aan zijn belofte ge houden?" „Zij kreeg een kleur. „Ja, Terence „Hm, hm?" Zij weifelde, beét op haar onderlip, en vroeg onzeker: „Waax-om had de Schaduw vannacht een heel andere stem?" Terence stond op. Hij boog zich over haar heen en gaf haar een vluchtige zoen. „Dat kan ik je werkelijk niet zeggen, liefste." Hij leek haar uit te lachen. HOOFDSTUK VIII De krachtige auto was de Towerbridge al enige tijd gepasseerd en suisde met grote snelheid in de richting van Taunton, de hoofdplaats van Somersetshire. Met zijn elleboog op het portier zat Lane achteloos aan het wiel. Er lag een glimlach om zijn lippen. Naast hem zat Jane, in een lichtgrijze spox-tjas, met half ge sloten ogen van de snelheid te genieten. Zij voelde zich naast deze chauffeur volkomen op haar gemak. Enkele kilometers buiten Taunton stak zij een sigaret voor hem aan. „Terence?" zei ze opeens, vragend. „Heb je er enig idee van waarom die Schaduw zich als een soort roman tische ridder gedraagt?" Lane keek haar aan en leek plezier te hebben. „Kwestie van psychologisch inzicht, liefste. Met een voudige middelen, die overigens niet iedereen zou weten te hanteren, verschaft hij zich de reputatie van een soox-t Uebermensch. Niemand twijfelt er meer aan, dat hij alles kan. Werken op de fantasie is altijd een uit stekende methode. Hij hoeft inmiddels maar ex-gens te verschijnen en zich voor te stellen als de Schaduw en hij krijgt gedaan wat hij wil." Lane zei dit alles op tamelijk onvex-schillige toon en onwillekeurig kreeg Jane respect voor hem. Hij liet zich niet door de Schaduw overbluffen, dat bleek uit alles. „Toch vind ik het een beetje kinderachtig," zei ze met een strakke mond. Lane keek opzij. Jane ving zijn stralende blik op. Daar lag spot in en humor misschien, maar toch vx-oeg zij zich op dat ogenblik af, of diezelfde blik op andere ogenblikken niet wreed zou kunnen zijn, of zelfs boos aardig. „Vertrouw niet te veel op die kinderachtigheid," zei hij. „Ik ben ervan overtuigd, dat deze avonturier onder bepaalde omstandigheden uiterst wreed kan zijn." Hij minderde vaart, zij hadden Taunton bereikt (Wordt vervolgd) Aquarel van Poppe Damave zijn aquarellen niet geheel vrij waren, heeft v/eten weg te werken. Op de Alkmaarse expositie valt Dama ve's werk nog wat te weinig op. Het is moeilijk te zeggen of hij het beste voor Haarlem bewaarde of dat de Aquarellis tenkring niet eens een expositie moest ma ken van klein werk, opdat Damave's pres taties gemakkelijker te vergelijken zijn. Maar ook in Alkmaar blijkt zijn vooruit gang door zijn grotere beheersing van de fijnere nuanceringen. Dat Damave knap is bewees hij al met grotere aquarellen van overvolle atelierinterieurs. Maar nu valt zijn gei-affineerde techniek niet meer in de eerste plaats op omdat de techni sche problemen ovex-wonnen lijken en de visie op het onderwerp vx-ijer doorbreekt. Het is nu of men voor Damave's werk vrijer gaat ademen. Er is wijdheid in en nei-gens stokt de blik op deze gave gehe len. Damave's tentoonstelling is er niet een voor hen die vooral nieuws willen zien. Maar toch geloof ik dat ook de nieuwsgierigen in Damave's werk een rustpunt kunnen vinden. Bob Buys De titel „Prins der dichters" is indei-tijd in Frankrijk uitgevonden ten behoeve van Paul Fort, die begin van dit jaar op hoge leeftijd overleed. Van de zomer werd door een groep letterlievenden Jean Cocteau tot Paul Fort's groot opvolger gekroond. Op democratische gronden werd volgens hun zeggen door een groep dichters die opvol ging een paar weken later echter weer bestreden. Tegenacties werden georgani seerd en tegenkandidaturen ingediend, die dan onlangs in een café op de Champs Elysées aan een gecontroleex'de stemming zouden worden onderworpen. Jean Cocteau kwam bij die ceremonie met 86 stemmen als nr, 2 uit de bus, terwijl Saint John Perse, achter welk pseudoniem zich de diplomaat en voormalige secretaris-gene raal van de Quai d'Orsay Alexis Léger vex'schuilt met 96 tegen 6 stemmen een betrekkelijke meerderheid verwierf. Aan gezien dus niemand een absolute meerder heid haalde, zal de troon in het prinsdom der Franse poëzie vooxdopig nog onbezet blijven. Tijdens groot tumult werd door Isidore Isou, stichter en enige adept van de lit- tex-aire school, die hij lettrisme heeft ge doopt, een Kongolese „republiek der dicht kunst" uitgeroepen waarin hij, na zich zelf tot keizer en oppergod te hebben ge proclameerd, elk der ruim vijftig duizend Franse poëten een titel van graaf, baron, hertog en zelfs van volkscommissaris in het uitzicht stelde. Sonata da Camera. Het ensemble So nata da Camera, bestaande uit de violisten Willem Noske en Piet Nijland, de gambist Carel van Leeuwen Boomkamp en de cem balist Hans Schouwman, is uitgenodigd op 5 oktober in de Wigmore Hall te Londen te concertex-en. Tevens zal Sonata da Camera voor het Third Programme van de B.B.C. optreden. Nederlandse composities uit de 17e en 18e eeuw zullen worden uitgevoerd. De woorden berucht en gerucht zijn beide familie van het werkwoord roe pen. Dat vóór c h t de klinker wordt verkort, is heel gewoon: men denke aan zocht naast zoeken, kocht naast kopen, verknocht naast knopen. Gerucht is dus: het geroep en van daar: datgene wat de mensen zeggen, een praatje dat in omloop is. Wij spreken van een los gerucht en kennen de zegswijze: wee de wolf die in een kwaad gerucht staat voor: wie eenmaal een slechte naam heeft, houdt die altijd. Maar gerucht betekent ook: geluid,ge raas lawaai. Voor geen klein gerucht vervaard zijn, oorspronkelijk gezegd van een paard, wil zeggen: zich geen vrees laten aanjagen, in het bijzonder door krijgsrumoex'. Een oud versje zegt: Hij was een goed trompetterspaard: y^Hij was van geen gerucht vervaard^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 7