Horen en zien
De Schaduw speelt verstoppertje
N.Ph.O. opende abonnementscyclus
met Rudolf Firkusny als solist
Westduitse televisie
verdringt de film
SAMEN
NAAR
DE FILM...
JA, GEZELLIG
PANDA E.N DE JACHT OP DE MILJOENENHOED
De Speelkamer met
„Adèle" in Heemstede
DE REIS VAN KOEN EN LINNIE
<-Hoe is het ontstaan ?-\
7
Haarlems Bach Ensemble
in Bakenesserkerk
radio •televisie
AANKONDIGINGEN EN
NABESCHOUWINGEN
De radio geeft donderdag
T elevisieprogramma
Marionettentheater van
Bert Brugman in Minerva
Dagboek van Anne Frank
bij „De Schouwspelers"
WERK VAN POPPE DAMAVE IN ,,'T GOEDE UUR"
Nog een protest tegen
de Japanse film
ROMAN VAN ALAIN PACE
Vertaling uit het Frans
door Margot Bakker
id
Frankrijk nog zonder
Prins der dichters
Dit woord:
GERUCHT
WOENSDAG 5 OKTOBER 1960
53. Zodra de dikke gewichtheffer was
verschenen, ontbrandde de twist met nieu
we felheid. Het begon de agent te duize
len. „Stilte!" loeide hij, „en nu een voor
een spreken! Wat, voor den drommel is
dat voor een hoed, waar jullie het alle
maal over hebben? En van wie is die
hoed?!" „Van mij!" riep Boko, „mijn ge-
luksdoppie, dat ik eerlijk had gevonden!"
„Dan was hij niet van U," stelde de agent
vast, „want gevonden voorwerpen mag
m,en zich niet toeëigenen." „Precies," zei
de dikzak, „de hoed was van mij. Ik had
hem als prijs bij het schieten gewonnen,
maar toen heeft deze slungel hem gesto
len." En bij die laatste woorden schudde
hij de ongelukkige Joris nog eens flink
dooreen. „Een prijs.ja, dat is een gel
dig eigendomsrecht," mompelde de agent.
„Niets daarvan!" viel Palmer nu in, „die
schiettent had het recht niet, die hoed als
prijs uit te loven, want hij was mijn eigen
dom." „Ja!" viel Panda de miljonair bij,
„hij was in die schiettent gewaaid en tus
sen de prijzen terecht gekomen." Joris,
die tot nog toe had, gezwegen, oordeelde
het nu verstandig, om Palmers recht te
ondersteunen. Want als daarm.ee bewezen
werd, dat de hoed niet van de dikzak was,
kon die moeilijk beweren, dat Joris hem
zijn eigendom had ontstolen. „Juist, de
hoed is van die meneer," sprak hij dus,
op Palmer wijzend. Hiermee ondersteun
de de meerderheid Palmers rechten, dus
wendde de agent zich lot hem. „Zo, kunt
U me dan vertellen, wat er, voor den
drommel, met die hoed aan de hand is?"
„Zeker, agent," zei de miljonair. En, zich
naar de politieman toebuigend, fluisterde
hij hem. in het oor: „Mijn fortuin is er in
verborgen. Tien miljoen." „Asjemenou!
zei de agent. Kunt TJ dat bewijzen?"
„De Speelkamer" uit Amsterdam heeft
in het vorige seizoen met „De gevaarlijke
bocht" van Priestley onder spelleiding van
Bert Dijkstra een bijzonder aantrekkelijke
beurt gemaakt. Men begon daardoor met
belangstelling naar de volgende manifes
tatie van deze jonge en ongesubsidieerde
toneelgroep uit te zien. Blijkens een op
voering in het Minerva Theater te Heem
stede, waar dinsdagavond vrij veel mensen
naar zijn komen kijken, heeft dezelfde
(voornamelijk door zijn radiowerk, beken
de) regisseur met de enscenering van
„Adèle" een heel wat minder gelukkige,
althans te slappe hand gehad.
Dit blijspel over een helderziende dienst
bode door de Franse heren Barillet en
Grédy jaren geleden als „Een vreemd
meisje" met Myra Ward in de titelrol voor
het eerst in ons land vertoond en nadien
in de ook nu gebruikte vertaling van James
Yoland snel overgegaan in het repertoire
voor amateurs vermag kennelijk nog al
tijd kluchtige hilariteit te verwekken Het
doet een gemakkelijk beroep op het voor
stellingsvermogen van het publiek. Maar
het wordt een onuitstaanbare flauwiteit als
de medewerkenden zich niet houden aan
de regels van de dramatische waarschijn
lijkheidsleer, zoals hier gebeurde. In de
voornaamste partijen stonden Maya Bouma
en Dini de Neef voortdurend te vergeten,
dat een komedie iets anders is als revue of
cabaret. Met een dergelijke ongenuanceer
de overdrijving van toon in grove typerin
gen zou er zelfs van een sterker blijspel
niet veel heel zijn gebleven. De eerstge
noemde heeft een onmiskenbaar talent, dat
echter op het toneel sterke leiding behoeft.
Robert Sobels en Frans Vasen vormden
met Betsy Smeets de verdere bezetting.
David Koning
Het Haarlems Bach Ensemble onder
leiding van George Robert verleent zon
dag 9 oktober medewerking aan de dienst
van zeven uur in de Bakenesserkerk te
Haarlem.
Het ensemble geeft tijdens deze dienst een
uitvoering van de Cantate nr. 70 van Joh.
Seb. Bach: „Wachet, betet".
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV.
11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor cïe jeugd.
7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00
Nieuws. 8.15 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.35 Wa
terstanden. 9.40 Schoolradio. NCRV: 10.00 Gram.
10.15 Morgendienst. 10.45 Gram. KRO: 11.00 Voor
de zieken. 11.45 Gewijde muz. 12.00 Middagklok
noodklok. 12.03 Zang met gitaarbegeleiding.. 12.25
Wij van het land, praatje. 12.35 Land- en tuinb.-
meded. 12.38 Chansons. 12.50 Act. 13.00 Nieuws.
13.15 Zonnewijzer. 13.2 Pianospel. 13.40 Gram.
NCRV: 14.00 City-Theater-ork. en sol. 14.30 Gram.
15.30 Kerkmuz. 16.00 Verkenningen in de Bijbel.
16.20 Kamermuz. 16:50 Gram. 17.00 Voor de jeugd.
17.25 Gram. voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45
Promenade-ork. 18.15 Sportrubr. 18.30 Gram. 18.50
Sociaal perspectief. 19.0 Nieuws en weerber. 19.10
Op de man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radio
krant. 19.50 Polit. lezing. 20.00 Gevar. progr. 21.30
Orgelconc. 22.00 Periodiekenparade. 22.10 Vocaal
ens. 22.30 Nieuws. 22.40 Avondoverdenking. 22.55
Gram. 23.30 Gesproken portret. 23.55—24.0 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO.
8.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen
teman. 9.15 Gram. 9.4 Morgenwijding. 10.00 Gram.
10.50 Voor de kleuters. 11.00 Kookpraatje. 11.15
Gram. 11.55 Lezing over Canada. 12.00 Orgel en
piano. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Lichte
muz. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20
Lichte muz. 13.55 Beursber. 14.00 Viool en piano.
14.30 Voor de vrouw. 15.10 Gram. 15.30 Voordr.
15.45 Promenade-ork. 16.15 Pianospel. 16.30 Metro-
pole-ork. 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Jazzmuziek.
13.00 Nieuws. 18.15 Voor de jeugd. 18.30 Lichte
muziek. 18.45 Sportpraatje. 18.55 Gesproken brief.
19.00 Voor de kinderen. 19.05 Gevar. progr. 20.00
Nieuws. 20.05 Radio-philharm.ork. 21.15 Het ge
sticht, of: Het eindstation van de verantwoorde
lijkheid, hoorspel. 22.30 Nieuws en beursber. van
New York. 22.45 Act. 23.00 Sportact. 23.10 Disco-
taria. 23.55—24.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Amus.ork. 12.30 Weerbericht. 12.35 Lichte
muziek. 12.55 Beursber. 13.00 Nieuws. 13.15 Klass.
gram. 14.00 Schoolradio.. 16.00 Beursber. 16.06
Franse les. 16.21 Gram. 17.00 Nieuws. 17.15 Voor
de kinderen. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Gram.
19.00 Nieuws. 19.40 Pianomuz. 19.50 Polit. lezing.
20.0 Hoorspel. 21.15 Operamuz. 22.00 Nieuws. 22.15
Muzikale lezing. 22.55-23.00 Nieuws.
VOOR WOENSDAG
KRO: 17.00—17.30 Voor de kinderen, NTS: 20.00
Journ. en weeroverz. VARA: 20.20 Act. 20.35 Foto
reportage. 21.00 Kronkelwegen, toneelfragmenten.
21.30 Forum. NTS: 22.55—23.45 Eurovisie: Sport-
VOOR DONDERDAG
NTS: Journ. en weeroverz. KRO: 20.20 Docu
mentaire over het kerkgebouwa. 20.30 Rep. van
de uitreiking van de Televisieprijs Prins Bern-
hard Fonds". 21.00 De brug der zuchten, TV-spel.
Door een met bloemen en tapijten
versierd podium en een enigszins extra
„gekleed" publiek kreeg het eerste dins
dagavondconcert van het Noordhollands
Philharmonisch Orkest het cachet dat
aan een openingsconcert van de abonne
mentscyclus toekomt. Op het muzikale
plan werd deze start gemarkeerd door de
„Intrada Festiva" van Otto Ketting, één
van de drie werken die als onderdeel
van het Nederlands programma op
20 september door het orkest „besteld"
waren. Hoewel misschien iets weemoedi
ger getint dan de titel zou doen ver
moeden, trof deze koperfanfare met
slagwerk opnieuw door een welover
wogen opbouw die evenzeer steunt op
pittige ritmische impulsen als op fijne
harmonische schakeringen.
Hierop sloot aan de Symfonie van César
Franck, een vertolking die door Arends
vakkundig geleid werd, waarbij men zijn
vermogen om bijna afgespeelde reper
toirestukken een nieuw gezicht te geven
kon bewonderen. In het eerste deel liet hij
de architectuur goed uitkomen door een
volledig uitzingen van de melodische
lijnen en door veel aandacht te geven aan
contrastwerking en een geleidelijk opwer
ken naar de climaxen. Het elegische alle
gretto kreeg karakter door een fraai ge
nuanceerde en klankrijke solo van de alt
hobo, terwijl de finale de gewenste apo
theose bracht, voox-al door een paar gloed
volle tutti, waarin de violen met grote
homogeniteit het hoogste lied zongen in de
regionen der extase.
Een plezierig speelstuk, zij het niet van
hoog soortelijk gewicht, was na de pauze
de Tweede Rhapsodie van George Enesco,
de Roemeense violist, dirigent en compo
nist die, onder meer, naam maakte als
leraar van Menuhin. Het is een niet bijster
sterke poging om volgens geijkt recept de
klassiek-romantische vorm te verlevendi
gen met kruiden van het Oost-Europese
boerenland. Het blijft echter bij een wat
halfslachtig resultaat, te vergelijken met
de geadapteerde zigeunermuziek van
Brahms' „Hongaarse dansen", maar zon
der de zwierigheid vandien, en ook ge
speend van de fantasierijke transmutaties
die Bartók het onbewerkte materiaal van
semi-primitieve ritmen en dansen deed
ondergaan.
Een helaas ook niet geheel overtuigende
noviteit op het programma was het uit
1876 daterende Pianoconcert van Dvors-
jak, een onbekend gebleven werk, hetgeen
gedeeltelijk is toe te schrijven aan een
weinig idiomatische solo-partij.Hierinheeft
de solist van deze avond, de Tsjechisch-
Amerikaanse pianist Rudolf Firkusny
voorzien door een revisie van de piano
partij te verzorgen. Het bleef niettemin
een wat matte aangelegenheid, wel ver
van de warme melancholie en de stoere
verheffing van het viool- of violoncelcon
cert. Aan Firkusny lag het niet, zijn be
heersing van het instrument gaat samen
met een even markante als nobele expres
sie. Maar er viel, leek het, niet veel goed
te maken aan deze onevenwichtige en
zelfs onpersoonlijke compositie. (Een
eigenaardig Mozart-achtig tweede thema
in het eerste deel, fiorituren a la Chopin
in het tweede). Alleen in de finale her
vindt de componist iets van zijn eigen
karakteristieke toon, wanneer hij weer
Slavische grond onder de voeten krijgt.
De samenwerking met het orkest maakte
de indruk dat de solist zich wel eens een
vrijere poëzie wilde veroorloven dan de
dirigent kon toestaan. Het succes was aan
zienlijk.
Sas Bunge
Het Nederlands Marionettentheater van
Bert Brugman geeft woensdag 12 oktober
twee voorstellingen in het Minerva the
ater. Des avonds een opvoering van Giu
seppe Verdi's opera in vier bedrijven „La
Traviata". De muzikale begeleiding ge
schiedt met opnamen van koor en orkest
van het Scala theater te Milaan, onder
leiding van Tullio Serafin. Tevens zal men
onder meer de stemmen kunnen beluiste
ren van de solisten Antonietta Stella (Vio-
leta), Elvira Galassi (Flora Bervoix), Giu
seppe di Stefano (Alfred Germont), Tito
Gobbi (George Germont) en Giuseppe Zam-
pieri (Gaston, Graaf de Létorières). Ma
rionetten, decors en kostuums werden op
eigen atelier vervaardigd, naar ontwerpen
van Jean Duvier. De algehele leiding be
rust bij Bert Brugman, 's Middags geeft
het theater een kindervoorstelling „De
avonturen van Tom Poes en Ollie B. Bom
mel".
Het bioscoopwezen in West-Duitsland
heeft een felle strijd te leveren tegen de
televisie en volgens de cijfers, die door
de filmverhuurders zijn bekendgemaakt,
wint de televisie het. Fabrikanten van ra
dio- en televisietoestellen verdienen kapi
talen en de bioscooptheaters zien het aan
tal bezoekers zienderogen verminderen. In
de eerste zes maanden van dit jaar zijn
er 114,3 miljoen Duitsers naar de bioscoop
gegaan. Dat is maar liefst 15,3 miljoen
minder dan in de eerste helft van 1959.
Bovendien moesten gedurende de eer
ste helft van dit jaar tien bioscopen hun
deuren sluiten. In de overeenkomstige pe
riode van het vorige jaar kwamen er 27
nieuwe bioscopen bij. Het aantal bios-
coopgangers is het sterkst verminderd in
streken, waar de meeste televisietoestel
len staan, in Frankfort en omgeving en
in het dichtbevolkte Ruhrgebied.
In West-Duitsland staan thans meer dan
vieren half miljoen televisietoestellen. Al
leen al gedurende de Olympische Spelen
kwamen er een miljoen toestellen bij.
Men schrijft de populariteit van televi
sie niet zozeer toe aan de aantrekke
lijkheid van de programma's als wel aan
de kosten. Een kaartje voor een filmthe
ater kost ongeveer de helft van wat men
per maand aan televisiegeld moet betalen.
Bovendien is de prijs van de televisie-
gestadig lager geworden. Men kan er thans
een kopen voor vierhonderd mark, waar
van men er slechts veertig bij aankoop
betaalt en de rest over een periode van
twee jaar.
De zaak zal er voor de filmwereld nog
somberder uitzien, wanneer er op 1 januari
een tweede televisieprogramma komt en
de mogelijkheid bestaat dat over ongeveer
twee jaar zelfs een derde televisiepro
gramma zal komen.
De stichting toneelgroep „De Schouw
spelers" heeft beslag kunnen leggen op
de vertoningsrechten van „Het Dagboek
van Anne Frank", in de toneelbewerking
van het'Amerikaanse echtpaar F. Good-
rich-A. Hackett en vertaald door Anty
Westerling. De première, onder regie van
Coba Kelling, wordt gegeven op 12 novem
ber in „De Nobelaer" in Etten-Leur.
In het nieuwe repertoire is onder meer
opgenomen „Nonkel en de Jukebox" van
de Vlaamse auteur Tone Brulin, dat ge
regisseerd zal worden door F. Sterneberg.
In het jeugdprogramma zijn opgenomen
„Het Wonderpaard van Marjolijntje" door
Rolf Petersen en „Repelsteeltje" in de
bewerking van Cruys Voorbergh.
Van 1 oktober af treedt de heer J. C.
Isselman op als zakelijk leider.
Voor de tweede keer exposeert Poppe
Damave „In 't Goede Uur". Hij is on
langs weer op reis geweest en heeft een
grote hoeveelheid werk meegebracht. Het
is altijd plezierig zijn werk te ontmoeten
maar dat alleen motiveert nog niet een
expositie. Deze tentoonstelling is belang
rijk door een vooruitgang in Damave's
werk. Damave won aan beheersing van
zijn teken- en aquarelleertechniek. Op
boeiende wijze weet hij het lastige houts
kool te hanteren. Maar zelfbeheersing
toont hij in de kleurgeving van zijn zo
ruimtevolle aquarellen, die men zou wil
len vergelijken met aquarellen uit de op
dit gebied grote Engelse school. Misschien
dat het onderwerp hem enigszins hielp
bij die kleur. Geheel zeker is dat niet,
want we weten dat die Franse vissersha
vens aan de Atlantische kust de mogelijk
heid bieden tot een sterkere kleurgeving
uit het werk dat Otto B. de Kat hier
„in 't Goede Uur" liet zien en thans weer
vertoont op de expositie van de Hollandse
Aquarellistenkring te Alkmaar. Zeker is
dat Damave enige koketterie, waaraan
Ook het hoofdbestuur van de N.I.B.E.G.
(Nederlands Indische Bond van Krijgsge
vangenen en Geïnterneerden) heeft ge
protesteerd tegen de Japanse film „Blan
ke huid en gele commandant". Deze speelt
zich af in een vrouwenkamp in Celebes.
De N.I.B.E.G. heeft een telegram aan
de minister-president gezonden, waarin ge
vraagd wordt waarom de regering naar
aanleiding van deze film geen stappen on
derneemt. Tegenover het A.N.P. verklaar
de de secretaris van de bond, dat verto
ning in Nederland van deze film zeker
de woede zou opwekken en demonstraties
zou uitlokken van de 164.000 oud-krijgsge
vangenen.
157158. Linnie keek op van haar boek, toen Koen daar zo opeens 'n uitroep van
schrik liet horen
Wat is er aan de hand, Koen? vroeg ze.
Koen wees ontdaan naar de beek.
Een waterval! riep hij. Jongens, pas op!
Ook Pobbel kwam om 'n hoek kijken, toen hij Koen hoorde roepen. En toen zag hij
ook het gevaar, waarin ze verkeerden.
Ja, gevaarlijk was hetDaar voor hen uit stroomde de beek opeens over 'n soort
drempel, waardoor een kleine waterval ontstond. Daar viel het water recht naar
beneden... en dat was heel gevaarlijk voor hun vlotje!
Terence stak een sigaret op en blies de lucifer om
slachtig uit.
„U dwaalt af, inspecteur".
Twintig minuten later belde Jane aan. Terence zelf
deed haar open. En Drayton liep niet mee naar de
voordeui'.
Lane liet Jane Gladstone in een gemakkelijke stoel
plaatsnemen en stelde Drayton aan haar voor.
„Een inspecteur van Scotland Yard. Vertel hem de
waarheid, Jane. Denk er aan: niets dan de waarheid".
Jane keek Terence bevreemd aan. en bepaalde haar
aandacht daarna tot de inspecteur.
„Ik had al eens eerder bezoek van de Schaduw
gehad, inspecteur, de nacht tevoren".
„Waarom hebt u de politie daarvan niet op de hoogte
gesteld?"
„Er was mij geen overlast aangedaan, ik had geen
reden een klacht in te dienen. Maar vannacht is hij
nog eens geweest."
Ze wendde zich tot Terence, ze lachte tegen hem.
„Je had gelijk, Terence, avonturiers zien er andèrs
uit dan men gewoonlijk denkt. Jouw beschrijving was
dichter bij de waarheid dan mijn fantasie."
„Wilt u daarmee zeggen," kwam Drayton tussenbei
de, „dat u deze avonturier gezien hebt?"
„Inderdaad, precies zo goed als ik u nu zie, en ik
kan u verzekex-en, dat het geen verheffende ervaring
was".
Drayton trok zijn aantekenboekje uit zijn zak en ging
voorover zitten.
„Geeft u mij eens een zo nauwkeurig mogelijk sig
nalement van deze man."
„Hij is opvallend groot, heeft brede schouders en een
afgrijselijk gezicht."
Lane keek de inspecteur spottend aan en die grijnsde
maar eens.
„Ja, gaat u door."
„Hij is blind aan een oog, zijn ene oog leek door éen
grote wondkorst te zijn bedekt. Hij heeft een heel
lang gezicht. En gouden snijtanden."
Drayton keek haar zonder al te veel overtuiging aan.
„Bent u er zeker van, dat u hem goed hebt gezien,
juffrouw Gladstone?"
„Denkt u soms, dat Jane zit te liegen, inspecteur?"
„Het signalement doet een beetje eh onwezen
lijk aan."
„Toch ziet de man er zo uit en niet anders," viel
Jane hem verontwaardigd in de rede.
„Ik geloof u graag", zei Drayton kalmerend. „Maar
kan hij geen masker hebben gedragen?"
„Als ik hem nog eens ontmoet zal ik hem om een
foto vragen, inspecteur", zei Jane uit de hoogte.
„U moet niet boos worden. Maar volgens uw be
schrijving is het niet bepaald een aantrekkelijk man."
„Afgrijselijk was hij."
De teleurstelling was in haar stem nog te beluisteren.
En ook de inspecteur maakte een ontgoochelde indruk.
Hij kon de mededelingen van Jane moeilijk in twijfel
trekken, daartoe bestond eigenlijk geen enkele reden.
Hij stond op. Lane boog zich over het meisje en zei
met een glimlach:
„Mijn vriend Drayton koesterde een zware verden
king: hij hield mij voor die geheimzinnige avonturier."
„Jou?" zei ze lachend. „Waarom, in vredesnaam?"
Terence legde zijn vinger tegen zijn lippen en trok
een geheimzinnig gezicht.
„Als je het mij vraagt heeft hij een afdoend middel
gevonden om de Schaduw in handen te krijgen. Hij
neemt alle Londenaren onder het mes tot hij er een
vindt die door de mand valt en beschaamd bekent:
Ja, ik ben het."
Drayton haalde zijn schouders op en Jane voegde
hem toe:
„Ik kan u verzekeren, inspecteur, dat ik vannacht
bezoek gehad heb van een man, die in geen enkel
opzicht op de heer Lane leek".
Haar stem klonk oprecht en was geschikt om Drayton
te overtuigen. Lane kwam op hem af.
„Dat noem ik geluk hebben, inspecteur."
„Deksels veel geluk", snauwde Drayton.
Lane vergezelde hem tot aan de buitendeur.
„En hoe staat het met de huiszoeking?"
„We zullen maar aannemen dat ik me vergist heb."
Zij gaven elkaar een koele hand en Lane ging terug
naar de zitkamer. Jane kwam overeind. Hij sloeg zijn
ax-men om haar heen.
„O, Terence, vannacht was ik haast bang geworden."
„Je bent bang geworden, lief kind, anders was je
niet flauwgevallen."
Jane duwde hem van zich af.
„Hoe weet jij dat?"
„Dat weet ik", zei Terence met een milde glimlach,
„omdat een vrouw niet in staat is midden in de nacht
een dergelijk monster te aanschouwen zonder flauw te
vallen."
Jane ging weer zitten. Ditmaal nam zij een sigaret
van Lane aan.
„Die inspecteur was absoluut niet overtuigd", zei ze.
„Het is een fantast."
„Waax-om verdenkt hij jou juist?"
Lane vertelde haar in het kox-t wat er zich de avond
tevoren en die nacht had afgespeeld. Jane schudde het
hoofd.
„Maar welke verklaring heb jij zelf voor dit alles?"
„Geen enkele", zei Lane lachend.
Hij deed alsof hij het smetteloze plafond bewonderde
en zei opeens:
„Wat denk je van een lange tocht?"
„Waarheen?"
„De kant van Attow uit, bijvoorbeeld."
„O ja", zei Jane, „dat vex-geet ik nog. Daar zullen ze
het testament van mijn oom vinden."
Terence keek haar spottend aan.
„Zo, heeft de Schaduw zich aan zijn belofte ge
houden?"
„Zij kreeg een kleur. „Ja, Terence
„Hm, hm?"
Zij weifelde, beét op haar onderlip, en vroeg onzeker:
„Waax-om had de Schaduw vannacht een heel andere
stem?"
Terence stond op. Hij boog zich over haar heen en
gaf haar een vluchtige zoen.
„Dat kan ik je werkelijk niet zeggen, liefste."
Hij leek haar uit te lachen.
HOOFDSTUK VIII
De krachtige auto was de Towerbridge al enige tijd
gepasseerd en suisde met grote snelheid in de richting
van Taunton, de hoofdplaats van Somersetshire.
Met zijn elleboog op het portier zat Lane achteloos
aan het wiel. Er lag een glimlach om zijn lippen. Naast
hem zat Jane, in een lichtgrijze spox-tjas, met half ge
sloten ogen van de snelheid te genieten.
Zij voelde zich naast deze chauffeur volkomen op haar
gemak. Enkele kilometers buiten Taunton stak zij een
sigaret voor hem aan.
„Terence?" zei ze opeens, vragend. „Heb je er enig
idee van waarom die Schaduw zich als een soort roman
tische ridder gedraagt?"
Lane keek haar aan en leek plezier te hebben.
„Kwestie van psychologisch inzicht, liefste. Met een
voudige middelen, die overigens niet iedereen zou weten
te hanteren, verschaft hij zich de reputatie van een
soox-t Uebermensch. Niemand twijfelt er meer aan, dat
hij alles kan. Werken op de fantasie is altijd een uit
stekende methode. Hij hoeft inmiddels maar ex-gens te
verschijnen en zich voor te stellen als de Schaduw en
hij krijgt gedaan wat hij wil."
Lane zei dit alles op tamelijk onvex-schillige toon en
onwillekeurig kreeg Jane respect voor hem. Hij liet
zich niet door de Schaduw overbluffen, dat bleek uit
alles.
„Toch vind ik het een beetje kinderachtig," zei ze
met een strakke mond.
Lane keek opzij. Jane ving zijn stralende blik op.
Daar lag spot in en humor misschien, maar toch vx-oeg
zij zich op dat ogenblik af, of diezelfde blik op andere
ogenblikken niet wreed zou kunnen zijn, of zelfs boos
aardig.
„Vertrouw niet te veel op die kinderachtigheid," zei
hij. „Ik ben ervan overtuigd, dat deze avonturier onder
bepaalde omstandigheden uiterst wreed kan zijn."
Hij minderde vaart, zij hadden Taunton bereikt
(Wordt vervolgd)
Aquarel van Poppe Damave
zijn aquarellen niet geheel vrij waren,
heeft v/eten weg te werken.
Op de Alkmaarse expositie valt Dama
ve's werk nog wat te weinig op. Het is
moeilijk te zeggen of hij het beste voor
Haarlem bewaarde of dat de Aquarellis
tenkring niet eens een expositie moest ma
ken van klein werk, opdat Damave's pres
taties gemakkelijker te vergelijken zijn.
Maar ook in Alkmaar blijkt zijn vooruit
gang door zijn grotere beheersing van de
fijnere nuanceringen. Dat Damave knap
is bewees hij al met grotere aquarellen
van overvolle atelierinterieurs. Maar nu
valt zijn gei-affineerde techniek niet meer
in de eerste plaats op omdat de techni
sche problemen ovex-wonnen lijken en de
visie op het onderwerp vx-ijer doorbreekt.
Het is nu of men voor Damave's werk
vrijer gaat ademen. Er is wijdheid in en
nei-gens stokt de blik op deze gave gehe
len. Damave's tentoonstelling is er niet
een voor hen die vooral nieuws willen
zien. Maar toch geloof ik dat ook de
nieuwsgierigen in Damave's werk een
rustpunt kunnen vinden.
Bob Buys
De titel „Prins der dichters" is indei-tijd
in Frankrijk uitgevonden ten behoeve van
Paul Fort, die begin van dit jaar op hoge
leeftijd overleed. Van de zomer werd door
een groep letterlievenden Jean Cocteau tot
Paul Fort's groot opvolger gekroond. Op
democratische gronden werd volgens hun
zeggen door een groep dichters die opvol
ging een paar weken later echter weer
bestreden. Tegenacties werden georgani
seerd en tegenkandidaturen ingediend, die
dan onlangs in een café op de Champs
Elysées aan een gecontroleex'de stemming
zouden worden onderworpen. Jean Cocteau
kwam bij die ceremonie met 86 stemmen
als nr, 2 uit de bus, terwijl Saint John
Perse, achter welk pseudoniem zich de
diplomaat en voormalige secretaris-gene
raal van de Quai d'Orsay Alexis Léger
vex'schuilt met 96 tegen 6 stemmen een
betrekkelijke meerderheid verwierf. Aan
gezien dus niemand een absolute meerder
heid haalde, zal de troon in het prinsdom
der Franse poëzie vooxdopig nog onbezet
blijven.
Tijdens groot tumult werd door Isidore
Isou, stichter en enige adept van de lit-
tex-aire school, die hij lettrisme heeft ge
doopt, een Kongolese „republiek der dicht
kunst" uitgeroepen waarin hij, na zich
zelf tot keizer en oppergod te hebben ge
proclameerd, elk der ruim vijftig duizend
Franse poëten een titel van graaf, baron,
hertog en zelfs van volkscommissaris in
het uitzicht stelde.
Sonata da Camera. Het ensemble So
nata da Camera, bestaande uit de violisten
Willem Noske en Piet Nijland, de gambist
Carel van Leeuwen Boomkamp en de cem
balist Hans Schouwman, is uitgenodigd op
5 oktober in de Wigmore Hall te Londen te
concertex-en. Tevens zal Sonata da Camera
voor het Third Programme van de B.B.C.
optreden. Nederlandse composities uit de
17e en 18e eeuw zullen worden uitgevoerd.
De woorden berucht en gerucht zijn
beide familie van het werkwoord roe
pen. Dat vóór c h t de klinker wordt
verkort, is heel gewoon: men denke aan
zocht naast zoeken, kocht naast kopen,
verknocht naast knopen.
Gerucht is dus: het geroep en van
daar: datgene wat de mensen zeggen,
een praatje dat in omloop is. Wij
spreken van een los gerucht en kennen
de zegswijze: wee de wolf die in een
kwaad gerucht staat voor: wie eenmaal
een slechte naam heeft, houdt die altijd.
Maar gerucht betekent ook: geluid,ge
raas lawaai. Voor geen klein gerucht
vervaard zijn, oorspronkelijk gezegd van
een paard, wil zeggen: zich geen vrees
laten aanjagen, in het bijzonder door
krijgsrumoex'. Een oud versje zegt:
Hij was een goed trompetterspaard:
y^Hij was van geen gerucht vervaard^