„DE WILDE AARDBEIEN" Uitstekende opvoering van „Wiener Blut" Cabaret Lurelei Eerste jeugdconcert van het N.Ph.O. Expositie van werk van Joost van Santen Biografie van Plesman door Anth. van Kampen Nederlandse film onderscheiden De negen Muzen 18 Hoofdstad Operette in Haarlem Ingrid Haebler speelt in concert van N.Ph.O. een film van -s mensen loutering Nederlands Kamerorkest begint nieuwe seizoen op gezonde financiële basis Orgel van St. Jansbasiliek Zwitserland niet van plan Jeanson uit te leveren Hulp aan Sint Maarten N. A. Rockefeller ZATERDAG 8 OKTOBER 1960 DE HOOFDSTAD OPERETTE, die in 1945 als voortzetting van de befaamde Fritz Hirsch-operette werd opgericht, heeft voor de viering van haar derde lus trum de operette „Wiener Blut" op haar programma voor dit seizoen geplaatst. Zonder voorbehoud kan de keuze van dit vrolijke spel bijzonder gelukkig genoemd worden. Want in de eerste plaats is „Wiener Blut" een operette, die ver uitgaat boven de meeste werken in het luchtige genre en bovendien bestaat de Hoofdstad Operre thans uit voortreffelijke krachten, die een waarborg zijn voor een voorbeeldig resultaat. De operette „Wiener Blut" heeft een merkwaardige wordingsgeschiedenis. Twee in het theatervak doorknede tekstdichters: Victor Léon en Leo Stein, schreven het pittig voortreffelijk opgebouwde libretto voor de componist-dirigent Adolf Muller, een kunstenaar, die minstens even. goed vertrouwd was met de geheimen van de operette-kunst als Léon en Stein. Hij schreef muziek voor toneel en componeer de ook enige operettes. Een bijzonder knappe prestatie leverde hij met het sa menstellen van de operette „Wiener Blut" met het hiervoor genoemde libretto en met zorgvuldig geselecteerde muziek van Johann Strauss. Men kan terecht vaak be- zwareji hebben tegen een bewerking in de ze zin. Maar hetgeen Adolf Miiller tot stand bracht onttrekt zich aan alle cri- tiek. „Wiener Blut" werd onder zijn han den een model-operette met een opvallend hoog mitzikaal niveau. Vrijdagavond heeft de operette bij de opvoering, die de „Hoofdstad Operette" in de Stadsschouwburg te Haarlem heeft gegeven, aan een behoorlijk aantal toe schouwers een overvloed van kostelijk amusement en muzikaal genoegen ge schonken. Voor deze perfecte opvoering had echter het theater volledig uitver kocht moeten zijn. Zelden heb ik bij een operettevertoning de muziek zo verzorgd horen uitvoeren door vocalisten en instrumentalisten met behoud bovendien van een sprankelende, vlotte spelontwikkeling en typering dei- rollen. Een daarbij kwamen de geestig ge vonden actie of dialoogwendingen als een verfijnde of krachtig werkende specerij voor de talrijke vermakelijke situaties. Inderdaad, het Weense bloed heeft zich la ten gelden en dat was verkwikkend en bevrijdend. Mij houdend aan de volgorde van het programma en het „honneur aux dames" noem ik dan eerst Lilo Wollner, die een bewuste, begrijpende gravin Zedlau was en aan haar spel een charmante waar digheid verleende. Uitstekend waren ook haar vocale prestaties. Even voortreffelijk acteerde ook Rosy Parrish als Franziska Cagliairi. Met haar fraaie dramatisch getinte sopraanstem kon zij zich bijzon der onderscheiden. Lizzi Schöffmann was de derde zangeres, die door uitnemende natuurlijke actie en innemende bevallig heid vaak tot een middelpunt van de to neel-situatie werd. Haar heldere zang har monieerde goed met de rol van de manne quin Pepi, die zij moest uitbeelden. Ver der heeft ook Dolores Janoroskaja ver dienstelijk werk geleverd als het. kamer meisje Anna. In vocaal opzicht kwam zij tot een nog veel belovende, goede presta tie in het laatste bedrijf. Van de heren zorgde Otto Aurich als vorst Ypsheim doorgaans voor onbedaar lijke vrolijkheid. Graaf Zedlau werd met jeugdig elan, be schaafd en beheerst getypeerd door Jan Handerson, wiens verzorgde zang even eens viel te loven. Rudolf Volger was Het Noordhollands Philharmonisch Or kest geeft 14 oktober onder leiding van Henri Arends een concert in de Haarlemse concertzaal, waaraan de Weense painiste Ingrid Haebler medewerking verleent. Op het programma staan werken van Cherubini, Beethoven en Schubert. De pianiste Ingrid Haebler werd in 1929 te Wenen geboren. Zij studeerde daar aan het conservatorium en aan het Mozarteum in Salzburg. Aan het conservatorium te Genève volgde zij een meestercursus. Op elfjarige leeftijd trad zij voor het eerst in het openbaar op. Vele malen heeft zij ge speeld op de Salzburger Festspiele, boven dien concerteerde zij in vele landen van Europa. Een jaar geleden maakte zij een toernee door Australië en Noord-Amerika. EXPOSITIE VAN WERK VAN MARI ANDRIESSEN IN „BLOEMENHEUVEL" De tentoonstelling van beeldhouwwerken van de Haarlemse beeldhouwer Mari An- driessen zal van woensdag 19 oktober tot dinsdag 1 november in „Bloemenheuvel" aan de Bloemendaalseweg 158 in Bloemen- daal gehouden worden. Dinsdagavond 18 oktober om acht uur zal prof. Otto B. de Kat uit Overveen de expositie officieel openen. Lizzi Schöffmann (Pepi) en Rudolf Vogler (Joseph) in de operette Wiener Blut. waarlijk onverbeterlijk als de vertolker van Joseph, de kamerdienaar van Graaf Zedlau. Hij is een prachtige aanwinst voor de Hoofdstad Operette. Een joviale, sym pathieke Kagler zag men van de onge dwongen, uitstekend spelende Herman Valsner. Voorts weerde Karl Frey zich goed als de oude charmeur Graaf Bitowski. Het koor, eigenlijk een gemengd dubbel- kwartet, kon men zowel om de zang als om de actie prijzen, evenals het orkest, dat onder de rustige, beheerste en vaste leiding van de dirigent, Ger Terwiel, de frisse muziek van Johann Strauss voor treffelijk diende en zo medewerkte aan het succes, dat deze opvoering, die vanavond herhaald zal worden, verkreeg. P. Zwaan.sic ijk Het eerste concert voor de rijpere schooljeugd door het Noordhollands Phil harmonisch Orkest werd vrijdag gegeven onder leiding van Marinus Adam. Het Pianoconcert in A,KV 488, was het eerste nummer van het programma. De dirigent-inleider vertelde wat de be tekenis van die letters: K.V. was, (Köchels Verzeichnis, naar de musicoloog Köchel die het eerst een chronologische lijst van Mozart's werken opstelde), voorts vermeld de hij dat het eerste deel van het solo- concei't twee thema's had. dat het tweede deel een sicilliano-ritme vertoonde, en dat het laatste deel weer op twee thema's ge baseerd was. De solist Gerard Hengeveld liet de verschillende thema's op de piano horen. Daarna kreeg men dus het gehele werk te horen, mijns inziens voor kindei-en een iets te zware opgave; waarom had men niet volstaan met één deel? Hoe 't zij, de jonge luisteraars gedroegen zich, over eenkomstig de wens van de dirigent, keu rig. Volgden enkele deeltjes uit Tsjaikows- ki's Notenkraker-Suite, aan de uitvoering waarvan Marinus Adam een korte samen vatting van de inhoud van het ballet liet voorafgaan. Bij de Trepak vermeldde hij onder andere dat Tsjaikofski als Russisch componist een bijzondere aanleg had voor het componeren van een dergelijke Russi sche dans. En natuurlijk wees hij op het verband tussen de suikerfee en de celesta in de „Dans van de Suikerfee". Jammer dat aan deze toelichting geen klinkende illustraties uit het orkest werden toege voegd. Tot slot van dit pedagogisch con cert de „Moldau" van Smetana, ook altijd een dankbaar stuk voor dergelijke gelegen heden. De illustratieve momenten bieden de mogelijkheid van gemakkelijke herken ningen. Het is de vraag of men door steeds op deze programmatische werken terug te grijpen, de kinderen niet tezeer het idee geeft dat muziek een verhaaltje in noten is. Sas Bunge Een expositie van schilderijenen teke ningen van de Amsterdamse kunstenaar Joost van Santen is morgen, zondag 9 ok tober, van 2 tot 5 uur voor het publiek te bezichtigen in Walserij Oost van de Hoogovens te IJmuiden. De expositie zal daarna rondgaan door de schaflokalen van Hoogovens en aanverwante bedrijven. De 31-jarige Joost van Santen is zich, na de voltooiing van zijn ingenieursstudie te Delft, geheel op de schilderkunst gaan toeleggen. Hij is leerling van Jos Rovers en heeft gedurende twee jaar in Frankrijk en Italië gewerkt. SNEL NA ELKAAR komen thans de films van Ingmar Bergman in de Nedei"- landse bioscopen. Toch zijn het er altijd nog te weinig. Van de tweeëntwintig die deze Zweedse cineast op zijn naam heeft staan, zijn er tot nu toe slechts vijf in vertoning geweest: „Een les in liefde" (1954), „Glimlach van een zomernacht" (1955), „Het zevende zegel" (1956), „De wilde aardbeien" (1957) en „De Maagde bron" (1959). Te weinig inderdaad, omdat zij ons geen volledig beeld verschaffen van de uitzonderlijke figuur, die Ingmar Bergman is. Men komt maar zelden een filmer te gen, die in zijn films zichzelf uitvecht. Die ermee probeert uit te drukken hoe hij het leven ziet, hoe hij het tracht te aanvaar den, wat hij er niet in wenst te aanvaar den. Men ziet zelden een filmer zichzelf, zijn gedachten, zijn ideeën, projecteren in zijn films. Nog zeldzamer is de verschij ning van een man, die dat doet met zo veel oprechtheid, met zoveel eerlijkheid en vooral met zoveel zuiverheid als Ing mar Bergman. Wanneer zijn werk de laatste jaren dei-mate in de belangstelling is gekomen dat er zelfs een soort Berg- man-cultus is ontstaan ja, het een mode is geworden Ingmar Bergman te bewonde ren, dan moet er een serieus beginsel be staan voor die bewondering, een principe, dat steunt op dezelfde integriteit als Berg man's films. Dat beginsel te ontdekken is de eerste taak van de filmrecensent. Daarmee beantwoordt hij aan het verlan gen van de filmliefhebber, die evenzeer uit de films van Bergman probeert te ont dekken wat het nu is waarom zij zich on derscheiden van zoveel wat op de film- markt wordt aangeboden. Ik geloof dat die vraag niet moeilijk is te beantwoorden, ook al hebben wij dan te weinig films van Bergman gezien. Het is zijn persoon lijkheid, die de inzet is van iedere nieuwe film, die hij maakt. Het is de mens, die het leven wil ontraadselen en zoekt en tast, lijdt en wanhoopt, die de innerlijke vrede wil deelachtig worden, de vervul ling van een verlangen naar geluk. (Van onze Amsterdamse redacteur) Na vijf moeilijke jaren te hebben door worsteld, waarbij men steeds in een fi nancieel moeras dreigde te verzinken, heeft het Nederlands Kamerorkest dank zij particuliere en overheidssteun vaste grond onder de voeten gekregen. Daar mee is het voortbestaan van dit orkest, dat in de Nederlandse muziekwereld een eigen plaats heeft veroverd en in het bui tenland een zeer gezien ensemble is, in ieder geval verzekerd. De positie van de musici is eveneens verbeterd. Het programma voor het nieuwe seizoen omvat voor Haarlem twee donderdag avond-concerten in het Concertgebouw; op 20 oktober onder Szymon Goldberg werken van Vivaldi, Beethoven, Mozart en Bar- tók (solisten Lili Kraus en Thom de Klerk) en op 9 febrari onder Paul Sacher werk van Haydn, Mozart en een hedendaags werk (solist Claude Frank). Het programma bevat voorts concerten in Den Haag, Amsterdam, Leeuwarden, Hoorn, Amstelveen, Den Helder, Delft, Utrecht en Tilburg. In de maanden okto ber en december worden wederom enige grammofoonplaten gemaakt. De platen van het Nederlands Kamerorkest vinden gretig aftrek ook in het buitenland en in het bijzonder zelfs in Engeland en Amerika. Bijzonder vererend is dat het orkest is uitgenodigd om van 10 tot 15 november tijdens de Amerikaanse toernee van het Israel Philharmonic Orchestra een aantal concerten in Israel te geven. Dirigent is dan Szymon Goldberg. In December zal voor de zesde maal een bezoek aan Italië worden gebracht. In April zal onder Ben jamin Britten worden gemusiceerd in en kele Duitse steden en tenslotte zal in juli wederom worden meegewerkt aan het fes tival te Aix en Provende in Frankrijk. Uit nodigingen uit talrijke andere landen waar onder Engeland, Frankrijk, Griekenland en Turkije konden wegens tijdgebrek niet worden aangenomen. Voor zover mogelijk zal in het seizoen 1961-62 gevolg worden gegeven aan deze uitnodigingen. Voor het najaar 1961 heeft het Nederlands Kamer orkest een uitnodiging ontvangen tot deel neming aan het Bartók-festival te Boeda pest. Het repertoire van het Nederlands Ka merorkest bestaat thans uit 150 werken, waarvan 25 van tijdgenoten. Als gastdiri- genten treden onder andere op Henri Arends, Benjamin Britten, Leo Driehuys, Anton Kersjes, Willem van Otterloo en de Zwitser Paul Sacher. Een aantal so listen wordt uit het eenentwintig musici tellende orkest gerecruteerd. IN ZIJN ONTWIKKELING hebben wij Ingmar Bergman alleen kunnen volgen uit de films, welke ik hierboven noemde. Daarvan geeft „Glimlach van een zomer nacht" een op het oog geheel tegenstrijdig beeld met de werkelijke Bergman, zijn ernst, zijn innerlijk verscheurd-zijn, zijn zelfkwelling wanneer men deze film niet ziet als een schakel in de keten. Achter alle erotiek, heel de ironische vorm van deze speelse komedie, leeft de eerlijke aandacht voor de grote vragen van leven en dood, liefde, die beiden verbindt of scheidt, jeugd en ouderdom, haat en een zaamheid. Het wordt alles veel duidelij ker in „Een les in liefde". Nog is de dia loog zo intrigerend dat ze soms het beeld overweegt vandaar de nogal eens to neelmatig aandoende scènes maar ook in de beheersing van zijn medium groeit Bergman verder naar de perfectie om de ze te veroveren in „Het zevende zegel" en als een rustpunt in zijn vermoeiende strijd te kristalliseren in „Wilde aard beien". In deze film vindt Bergman een positieve beantwoording op klemmende vragen, zij het niet alle. Hij vindt vrede met zichzelf en er ontstaat een naar vorm en inhoud zuiver en ontroerend kunstwerk van een oude professor die in één dag leert zien dat zijn egoïsme hem heeft ver stoten tot eenzaamheid. De belevenissen van die dag, zijn dromen, zijn herinne ringen, louteren hem. Die loutering maakt hem tot een mens, die ook geluk kan ge ven aan anderen. De glimlach, waarmee hij na die dag inslaapt is er een van on uitsprekelijke berusting en verzoening: de glimlach van een oud man bereid voor de dood èn het leven. Het zou onze glim lach moeten zijn.. MISSCHIEN zal de filmliefhebber uit de films, die Bergman maakte, niet .willen afleiden wat de recensent consciëntieus duikend in Bergman's „verleden" als de leidraad tot begrip van zijn werk meen de te moeten vaststellen. Toch zal nie mand ongevoelig kunnen blijven voor de sfeer van dit werk. De kennismaking met zijn jongste film „De maagdenbron", wel ke in deze rubriek weldra aan de orde zal komen, zal ons de gelegenheid ver schaffen wat meer te vertellen over Berg man's leven en zijn werkwijze, zijn me ningen en zijn visie op de dingen, voor zo- „Over deze veelzijdige man, een Neder lander van ongewoon groot formaat, is zoveel te vertellen, dat een trilogie nauwe lijks voldoende zou zijn. Het materiaal, dat de K.L.M. naar mijn huis in Bergen afzond, vervulde mij eerst met vreugde, daarna raakte ik onthutst en tenslotte va rieerden mijn gevoelens van verbijstering tot wanhoop". Aldus schetste de auteur Anthony van Kampen gisteren in het hoofdgebouw van de K.L.M. de arbeid, die hij heeft moeten verrichten om te komen tot een biografie over dr. Albert Plesman, grondlegger en bouwer van de K.L.M. Het boek „Plesman", uitgegeven door drukkerij en uitgeverij v.h. C. de Boer jr. n.v. te Hilversum, is op de eenenveer tigste verjaardag van de K.L.M. in de openbaarheid gebracht. Twee luxe-exem plaren werden overhandigd aan de echt genote van de grote luchtreder, mevr. S. J. Plesman-Van Eijk en aan de pre sident-directeur van de K.L.M., de heer I. A. Aler. De foto toont de beide begif tigden en de auteur. De heer Van Kampen heeft het drie honderd pagina's tellende boek in zes we ken geschreven nadat hij langer dan een half jaar documenten, brieven en geschrif ten had bestudeerd en ongeveer vijftig mensen, die Plesman van zeer nabij heb ben gekend, had geïnterviewd. Alleen al uit die gesprekken kwamen vijftig ver schillende portretten tevoorschijn met maar één factor gemeen: de vrijwel al gemene bewondering voor dr. Plesman. Viktor Sjöström als professor Izak Borg en Ingrid Thulin als zijn schoon dochter Marianne in „De wilde aardbeien". ver die in zijn films niet zijn uitgespro ken. Of, om Bergman zelf aan te halen: „Vergeet niet wat ik hier nadrukkelijk O'Neill nazeg: er bestaat geen dramati sche kunst, die naam waardig, die zich niet allereerst, impliciet of uitdrukkelijk om de verhouding van de mens met God bekommert." P. W. Franse Het beroemde orgel van de imposante, laat-gotische kruisbasiliek te Gouda zal binnenkort op een wydingsavond na een restauratieperiode van drie jaren, in volle glorie aan de hervormde gemeente van de „kaarsenstad" gepresenteerd worden. De restauratie is uitgevoerd door de firma Flentrop uit Zaandam. In 1955 constateerde de toenmalige or ganist der kerk, de heer W. Goedhart, dat het uit 1736 daterende orgel ernstige slij- tagetekenen begon te vertonen. Het mecha nisme bleek voor een groot deel versleten te zijn, waardoor het bespelen van het in strument een vrij zware aangelegenheid was geworden. Voorts was aan de dispo sitie van het door Jean Francois Moreau gebouwde orgel bij vorige herstellings werkzaamheden danig geknoeid Als ge volg van lekkage was bovendien 't volume sterk afgenomen. Bij de restauratie kosten 70.000 gul den is men wel zeer radicaal te werk gegaan. Men was hiertoe in staat gesteld doordat zowel het rijk als de provincie en de gemeente subsidies hebben verleend. Het orgel is volledig gedemonteerd ge weest. Het gehele pijpwerk is schoonge maakt, de constructie der windbladen af doende beschermd tegen temperatuurwis selingen. Het gehele werk heeft, namens de kerkvoogdij onder toezicht gestaan van de bekende, thans aan de Laurenskerk te Rot terdam verbonden organist George Stam. wiens grote ervaring bijzonder waardevol is geweest. Hij is opgevolgd door de orga nist Klaas Boersma. Drie avonden in de week en wel op vrijdag, zaterdag en zondag is dit sei zoen de cabaretgroep „Lurelei" in het cen trum van de hoofdstad werkzaam. De Ca- veau Paloni, naast en onder Bellevue aan de Leidsekade, biedt de bezoekers meer sfeer en comfort dan de bespelers, die echter het voordeel hebben van de moge lijkheid tot direct contact. Het toneel is zo laag, dat de laatsten zelfs bij de ge ringste verheffing van niveau hun hoofden verliezen. Het etablissement maakt enigs zins de indruk van een nachtclub voor gas ten met volslagen pretentieloze levensge woonten. Misschien komt het mede daar door, dat het voornamelijk antiburgerlij ke programma bij de gratie van opgewek te contrastwerking zo plezierig aandoet. Het draagt de merkwaardige titel „Niet Sexpres" en het bestaat vrijwel geheel uit liedjes, afgewisseld met een paar panto mimes door Eric Herfst, die vooral met zijn rake volksdansparodie en het pikante spel van verliefde handen (een voortref felijke vondst en grappig uitgewerkt) bij de première terecht veel succes behaal de. De andere medewerkenden Jaspe- rina de Jong', Kathe Schatborn, Pier van Brakel en Ben Rowold vullen met durf en geestdrift aan wat zij qua geoefend vakmanschap ontberen. Als zij op dit ge bied iets willen bereiken, zullen zij hun zangtechniek en verdere middelen van ex pressie aanzienlijk moeten ontwikkelen. Alleen bij een eerste kennismaking neemt men graag genoegen met jeugdige char me en fris enthousiasme zonder veel meer. Overigens wil ik graag bekennen, dat ik mij bijzonder heb geamuseerd. In de prille lente van hun carrière verrassen zij herhaaldelijk met het slaken van een nieuw geluid, waarmee geenszins gezegd wil zijn dat alles even oorspronkelijk is. Vooral de laatste naam lijkt mij een belofte in te houden, niet in de eerste plaats als uitvoerend artiest maar voor al als tekstdichter. Zulke nummers als „Zondagmiddag" en speciaal „Barkruk" zijn zeer gelukkig geslaagde toonbeelden van persiflages, waarvan het effect te danken is aan een scherpzinnig vermogen tot associatie in woord en beeld. Ook „Collecte" moet daarbij worden genoemd. De bijdragen der anderen (Marijke van Dalen, Ernst van Altena, Piet Heil en Guus Vleugel vermeld ik in het voorbij gaan) bevatten twee uitschieters: de in genieuze vertaling van „Let's do it" van Cole Porter met Nederlandse voorbeelden van liefkozerij door Jaap van de Merwe en het felle „Bruine rozen" door Emile Lopez, waarvan ook de vertolkingen prij zenswaardig zijn. Binnen de beperkte mogelijkheden van het genre zijn er weinig concessies gedaan aan modieuze voorkeuren. Daar staat te genover dat men soms nauwelijks uitkomt boven het studentikoze. Afzonderlijke ver melding verdient nog de absurditeit van een klein drama, waarvan de dialogen ge heel bestaan uit aardrijkskundige namen in allerlei toonaarden. Kees Bergman be speelt bekwaam de vleugel van het ge zang. David Koning GENèVE (Reuter) In Zwitserse rege ringskringen is gezegd, dat Jeanson die in Parijs bij verstek tot tien jaar gevan genisstraf is veroordeeld, niet aan Frank rijk zal worden uitgeleverd, daar de Fran se beschuldigingen tegen hem van poli tieke en niet van criminele aard zijn. BELGRADO (Tanjug). De jury van het internationale festival van wetenschap pelijke en technische films in Belgrado heeft Bert Haanstra's „Glas" onderschei den met de gouden medaille van Nikola Tesla. De zilveren onderscheiding ging naar de Engelse film „Steel out of stone". De Franse film „Automanu" en een Rus sische film werden respectievelijk met de gouden en zilveren medaille van Voris Ki- dric onderscheiden. Op 18 september heeft het I.K.O.R.(in terkerkelijk Overleg in Radio-aangele genheden) een extra „wilde ganzen"- oproep uitgezonden voor het geteisterde Antilleneiland Sint Maarten, waar grote schade was aangericht door de orkaan „Don na". De „wilde ganzen" is de naam van een oecomenisch hulpfonds, dat de solida riteit van christenen van verschillende ker ken tot uiting wil brengen voor mensen, die in nood verkeren, waar ook ter wereld. Als gevolg van de oproep voor onze rijks genoten op het kleine Sint Maarten in de Caraibische Zee, kan dezer dagen een be drag van 10.000 worden overgemaakt op de speciale bankrekening, die de gevol machtigde minister der Nederlandse An tillen voor dit doel heeft geopend. De Koningin heeft de heer Nelson A. Rockefeller, gouverneur van de staat New York, de hoogste Nederlandse onderschei ding toegekend, die aan buitenlandse staatsburgers ten deel kan vallen. Het. grootofficierschap van de Orde van Oranje Nassau kreeg gouverneur Rocke feller uit waardering voor zijn aandeel in de organisatie en voorbereiding van de viering ter gelegenheid van het driehon derdvijftig jarig bestaan van New York vorig jaar, welke door Prinses Beatrix werd bijgewoond. Riskant vakDe Poolse pianist Sta nislas Niedzielsky is door een Parijse rechtbank veroordeeld tot een boete van 2000 (nieuwe) francs, wegens mishandeling van de muziekrecensent van de „Figaro", Bernard Gavoty. Op 23 oktober 1957 speel de de Poolse pianist in de Salie Pleyel. Hij gaf de recensent een daverende oorvijg, omdat deze in een beoordeling van Nied- zielsky's eerdere optreden verklaard had dat de Pool Chopin en diens muziek had vertrapt. Behalve de boete moet de pianist ook een schadevergoeding van 20.000 (nieuwe) francs betalen, want de recensent heeft een trommelvlies verloren door de klap op 23 oktober 1957 Cruys Voorbergh. Het stuk „Lady Bar ker's last Appearance" van Hans Keuls met* Cruys Voorbergh in de hoofdrol heeft dezer dagen het recette-record van het Pembroke Theatre in Londen gebroken. Het stuk is thans aangekocht voor een West End presentatie, die zal worden voorafgegaan door een tournee langs enige grote provin ciesteden, te beginnen in februari 1961. De hoofdrol zal wederom gespeeld worden door Cruys Voorberg. Ook zijn Peggy Thorpe-Bates en Basil Lord gecontracteerd. De 32-jarige sergeant Hans Joachim Ludwig, van het transport-squadron van de Duitse luchtmacht op 't vlieg veld Wahn, heeft zonder enige hulp een eigen vliegtuigje gebouwd. Hij kocht alleen de motor en de propellor kant en klaar. Het toestel heeft een kruissnelheid van 160 km/u bij een brandstofverbruik van 10 Itr/u. De actieradius bedraagt 450 hm.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 18