Water wordt ook van Italië de erfvijand Oostduitse protestanten spreken met marxisten Het maanlicht door de Tamarisk y Ontbossing en wegenaanleg hebben de natuurlijke afvoer verstoord Communistische pressie leidt tot ontdekking van nieuwe wegen J eugdop voeding een probleem 11 Onbetaalbaar Oeroude wegen Onvermijdelijk lapwerk Lijkje van baby gevonden „Elbe" brengt Noorse tanker naar Schiedam Nieuwe religie Jugendweihe Veel verboden Nieuwe opdracht Begrip gevraagd VRIJDAG 14.OKTOBER 1960 (Van onze correspondent) ROME. De vraag wat de oorzaak is van de rampen, die Italië de laatste weken hebben geteisterd, wordt tegenwoordig veelvuldig gesteld. Welnu: er I.lijken twee hoofdoorzaken te zijn: een voor het bergachtige land en een voor de vlakten. In de middelmatig hoge bergen, de vooralpen maar vooral de Apen nijnen, is de mens schuld aan deze onheilen, die van jaar tot jaar ernstiger worden. Italië is in hoge mate overbevolkt, al is het aantal inwoners per vierkante kilo meter veel geringer dan in ons land. Tegen de hellingen van de heuvels en ber gen trachten de mensen uit kleine lapjes grond, die door de gezinsgrootte en de Voortdurende vernippering bij overlijden van de eigenaar, steeds kleiner worden, een oogst te halen, waarvan zij bestaan kunnen. De verleiding is daarom groot elk stukje bos of kreupelhout om te hakken en tot bouwland te maken. Dit gaat nu reeds eeuwen lang zo door met het gevolg, dat de dichte bossen, die in de oudheid het schiereiland bedekten, vrijwel geheel verdwenen zijn. Met de bossen gaat ook de ondergroei verloren en tenslotte is de gehele, uit planten en kleine gewassen bestaande, „mat", die eenmaal het overtollige hemelwater lange tijd vasthield en langzaam liet doorsijpelen, verdwenen. De naakte rots komt bloot. Het water dringt niet langer in de aarde door, doch vloeit langs de bergwanden onmiddellijk naar beneden, zodat de kleine stroompjes, in de dalen plotseling aanzwellen tot machtige rivieren, die alles wat ze op hun weg ontmoeten mee slepen en vernielen. Naarmate de toestand langer duurt en le rotsen kaler worden, neemt het gevaar •oor aardverschuivingen toe. Vooral wan- leer zich in de spleten en smalle ravij nen wat humus ophoopt, zodat daar weer ilanten met sterke wortels gaan groeien, vorden de rotsketen gespleten en dan kan 'iet voorkomen, dat gehele bergwanden ilotseling naar beneden storten, de be- ■uchte „frane", die in deze dagen öp me nige plaats wegen en spoorlijnen onder broken hebben. Is het in de bergen de armoe die oor- naak is van ontbossing en de daaruit voort- bloeiende rampen, in de vlakte heeft de betrekkelijke welvaart een zelfde gevolg. Waar eenmaal bomen groeiden of be bouwd land zich uitstrekte, komen steeds •neer wegen, het ergst van al asfaltwegen, die ook al geen regenwater opnemen. De steden en dorpen breiden zich uit en de regen die op de straten valt, wordt dooi de riolering onmiddellijk op de rivieren geloosd. De rivieren, toch al gezwollen door de talrijke stroompjes die van de na bije berghellingen neerdalen, krijgen dus steeds meer water te verwerken en be ginnen te overstromen. Daar komt nog bij, dat men in Italië, vooral langs de kust van de Thyrreense zee veel vlakten vindt (de Maremmen tussen Pisa en Rome, de Pontijnse moerassen tussen Rome en Na pels bij voorbeeld) die een slechte afwa tering hebben. Zij zijn ingesloten door aan de ene zijde de hoge bergen van de Apen- nijnse bergrug en aan de andere zijde door lagere heuvels, die ze van de zee scheiden. Tot voor kort waren die vlakten moerassen, waar de malariamug alle menselijk leven onmogelijk maakte. Het is nog maar een dertig jaar geleden, dat het strafbaar was, wanneer men per trein van Rome naar Pisa en Genua reisde om in het gebied van de Maremmen het ven ster van de coupé te openen. De malaria is nu overwonnen en de afwatering van het gebied is veel verbeterd, maar bij een sterke regenval, zoals we die in deze dagen hebben gehad, krijgt dat gebied toch gemakkelijk last van overstromin gen. En doordat de moerasplanten die veel water opnamen, verdwenen zijn, is dat euvel tegenwoordig meer te duchten dan vroeger. Is er nu geen middel om dusdanige ram pen In de toekomst te voorkomen? In theorie zou het mogelijk zijn het gevaar vrijwel op te heffen, maar daartoe zou den zo kostbare en tijdrovende werken nodig zijn dat het er zeer zeker nooit van komen zal. Men zou moeten beginnen ve le miljoenen bomen te planten en op dat gebied wordt ook wel iets gedaan, maar het is heel moeilijk, juist omdat de ber gen reeds zo kaal zijn. Verder zouden al die bergstroompjes (het zijn er tiendui zenden) in een vaste bedding moeten wor den geleid en van stevige dijken voor zien. Dat zou vele duizenden miljarden li res kosten, terwijl de bergen toch onver mijdelijk steeds meer ontvolkt worden. In Italië hebben niet alleen die berg stroompjes een willekeurige bedding, maar zelfs grote rivieren, de Tiber, de Arno en de Po hebben alleen op enkele, als gevaarlijk beschouwde, plaatsen dij ken, die bovendien lang niet altijd stevig genoeg zijn. Die dijken zal men moeten versterken en als het geld er voor gevon den kan worden, zal men ook nieuwe dij ken moeten leggen op plaatsen, waar ze tot nu toe ontbraken. De technici raden verder aan de rivieren van tijd tot tijd uit te baggeren, zoals dat in andere lan den gebruikelijk is. Het spreekt vanzelf, dat de grote massa's stenen en aarde, die van de bergen naar beneden komen en in de rivieren belanden, de beddingen ten dele opvullen en dus de kans op hoog wa ter doen toenemen. Verder dient men te bedenken, dat de wegen in Italië doorgaans heel oud zijn, twintig eeuwen en meer. Die wegen vol gen veelal de rivieren of in ieder geval de dalen en zijn daardoor gemakkelijk blootgesteld aan overstromingen en „fra ne". Toen in de tweede helft der vorige eeuw de spoorwegen werden aangelegd, volgde men in de regel dezelfde methode en, behalve waar ze door tunnels gaan, zijn ook de spoorlijnen op veel plaatsen blootgesteld aan dezelfde gevaren. Van daar dat het elk jaar voorkomt, dat er gens de spoorlijn wordt weggespoeld. Dit jaar is het nu op vele plaatsen tegelijk gebeurd, zodat bij voorbeeld Rome dagen lang nog slechts door middel van een, hoogst onvoldoende spoorlijn (die over Terni, Spoleto, Ancona, langs de Adriati- sche Zee) met Nooi-d-Italië en met het buitenland verbonden was. De belangrijk ste lijn van- het land, die welke Napels en Rome met Florence, Bologna en Mi laan verbindt was verbroken, precies als de bijna even belangrijke van Rome over Pisa en Genua naar Turijn en naar de Franse Rivièra. Ook per auto was Rome alleen nog door Umbrië bereikbaar. Van daar dat er dit jaar meer dan in andere jaren o«- ansicht op werd gevestigd. Maar dat neemt nift weg, dat er elk jaar onderbrekingen zijn, vooral ten zuiden van Napels. Men weet nooit waar de zware herfstregens zich zullen ontladen, zodat om het ongerief geheel uit de wereld te helpen Italië niet alleen zijn rivieren zou moeten normaliseren, maar ook het gehe le wegennet en vrijwel alle spoorlijnen zou moeten vernieuwen. Het spreekt vanzelf, dat geen enkel land en zeker niet een betrekkelijk arm land als Italië, zo iets kan ondernemen. Het blijft dus onvermijdelijk bij lapwerk: een dijkje hier, een nieuwe brug daar, kana lisering van een rivier op een derde plaats. Dat alles kan de toestand enigs zins verbeteren, mits., de werken worden uitgevoerd door betrouwbare firma's en in een niet al te haastig tempo. Het feit, dat de (door niet al te deskundige weggebrui kers) hooggeprezen Olympische weg in Rome zwaar geleden heeft van de regen, terwijl het oude, ten dele vier eeuwen en meer oude, stratennet van de binnenstad geen enkel letsel leed, is daarbij niet zon der betekenis. De voornaamste taak blijft voor alles het aanplanten van bomen en nog eens bomen en dat is een heel moeilijke taak. Toch kunnen alle nieuwe bomen voorko men, dat de vruchtbare humuslaag van Midden- en Zuid-Italië op den duur in de zee verzinkt en dat na de bergen, die nu reeds door de bevolking worden verlaten, ook het heuvelland onbewoonbaar zal wor den. In het befaamde Schotse dorpje Gretna Green wordt binnenkort het huwelijk voltrokken tussen mejuffrouw Annie Klein uit Curasao en de heer F. Kui per uit Kortenhoef. Het jonge paar is al in het dorp omdat het drie weken moet wachten voor het door de legen darische smid in de echt verbonden kan worden. De huwelijksaankondiging is al aangeplakt. De recherche van de gemeentepolitie in Oss stelt een onderzoek in naar de dood van een baby, een meisje, waarvan het stoffelijk overschot in een straat aan de rand van de stad werd gevonden. Dr. Zeldenrust uit Den Haag heeft sectie verricht. Daarbij zijn sterke aanwijzingen verkregen, dat het hier een geval van moord betreft. De sleepboot „Elbe" van L. Smit en Co's Internationale Sleepdienst heeft koers gezet naar Goosebay in noordelijk Labra dor, waar het noorse tankschip „Troma", 10.429 b.r.t. met machineschade ligt. De rederij, Ludwig Mowinckels in Bergen, heeft besloten het te laten repearen bij Wilton Fyenoord in Schiedam en gaf L. Smit en Co opdracht het daarheen te sle pen. De „Elbe", die via St. Johns op New Foundland gaat om te bunkeren, komt 18 oktober in Goosebay aan. Dan begint een sleepreis van 2900 mijl. Goosebay ligt zo noordelijk, dat een kans op invriezen bestaat. Ook komen er in de ze tijd van het jaar vaak mistbanken of zware stormen voor. De „Elbe" staat onder commando van kapitein K. van der Hoek. De „Troma" houdt de eigen bemanning aan boord. (Van een bijzondere medewerker) Ogenschijnlijk heeft een kerk In een land, waar de overheid de godsdienst zo snel mogelijk wil laten verdwijnen, niet veel van de toekomst te verwachten. Ogenschijn lijk, want de kerk is van oorsprong optimistisch. Zy predikt immers Christus, de Heer, die reeds overwonnen heeft. In Oost-Duitsland komt daar nog iets by. In alles wordt de bevolking daar gewezen op Rusland, het voorbeeld van een socialistische staat. Ook de kerk kijkt naar Rusland. Om te ontdekken dat de kerk daar na by na 45 jaar communistische overheersing nog lang niet dood is. Al moet meteen worden toe gegeven dat de Russische kerk sterk naar binnen is gekeerd en zich onthoudt van alle activiteiten in het leven buiten de kerkmuren. De kerk in Oost-Duitsland is ondanks alles optimistisch. Ze gaat bovendien meer en meer beseffen dat ze een taak heeft in de situatie waarin het land verkeert. De christenen hebben het in de Duitse Democratische Republiek niet gemakkelijk. Op velerlei terrein heerst onzekerheid en angst. Men is bezorgd over de opvoeding van de kinderen die een groot deel van de dag in de invloedssfeer van de overheid verkeren. Dan is er de zorg over het gods dienstonderricht. In Duitsland worden pro testantse jongeren al heel vroeg lid van de kerk. Eigenlijk meteen na de lagere school. Vandaar dat in het oosten, waar de- bin ding tussen kerk en staat heel nauw was vroeger, op alle scholen godsdienstonder richt werd gegeven. Dat is nu niet meer mogelijk. Dat onderricht mag niet meer onder de schooltijd worden gegeven, maar ook niet vlak er na. Er moeten tenminste twee uren verlopen opdat de kinderen kun nen uitrusten. De kunst is nu maar om de schooltijd zo lang mogelijk te rekken! Een andere zorg is de communistische jeugdbeweging. De overheid heeft voor de veer tien jarigen (de leeftijd van de belijde nis!) de „Jugendweihe" min of meer ver plicht gesteld. Men kan er zich aan ont trekken, maar, wie geen socialistische ge lofte aflegd kan niet verder studeren. Die is niet geschikt voor een goede positie in de maatschappij van morgen. Diens vader kan ook moeilijk in die maatschappij pro moties maken. Voelt u het gewetenscon flict? Temeer daar de kerk belijdenis en Jugendweihe niet wenst te verenigen, niet kan verenigen? Ja, die regering van de Duitse Democra tische Republiek speelt het spel ernstig en handig. Ernstig omdat zij gelooft in de noodzakelijkheid van haar maatregelen. Zij ziet de mens als een wezen, dat terug moet naar de oertijd toen alle mensen gelijk wa ren. Onafhankelijk van een heer en mees ter, onafhankelijk ook van een hogere macht. Het is haar bittere ernst als ze in (Compleet verhaal door D. J. Cilshenan) We moeten opstappen, fluisterde Nicholas. Langzaam schoof Marjorie iets opzij. In haar ogen straalde geluk en zijn kus lag nog warm op haar lippen. Ze streelde het ruwe tweed van zijn jasje. Ja, jammer genoeg wel, zei ze zuchtend. Het was voor 't eerst, dat Nicholas haar had gekust. Het was zelfs de eerste keer geweest, dat iemand haar een kus had gegevensedert zij en Jack uit elkaar waren ge gaan. Ze moest even aan hem denken, enkele ogenblik ken maar. We zijn al laat, zei Nicholaas. Laten we maar de kortste weg nemen. Langs Gunter. Goed. Ze kwam half overeind en kuste hem op 't puntje van z'n neus. Ze begon te lachen. Marjorie gaf Nicholas een arm. In het zachte maanlicht liepen ze ever de velden. Het weggetje, dat langs Gunter's huisje liep, volgde de rivieroever, die 's zomers druk bevolkt was met in vro lijke jurkjes gestoken meisjes en witte overhemden dra gende jongens, maar nu tekenden de wilgen zich zwart af tegen de sterrehemel en snelde het ijskoude water over de steentjes, die de bodem bedekten. De daklijst van Gunter's huisje was nog vaag zichtbaar boven de hoog opgeschoten heg aan hnr. linkerkant. Marjorie huiverde ploteseling. Koud'', \roeg Nicholas meteen bezorgd. Nee, ik heb 't niet koud, antwoordde ze, maar ik dacht ev juist aan hoe eenzaam het moet zijn om he lemaal alleen te wonen zoals mijnheer Gunter. Heb je hem weieens gezien? Nicholas bc-gon te lachten. Nee. zei hij. Ik geloof dat niemand hem meer gezien heeft na de dood van zijn vrouw, maar de men sen hebben wel eens meer rare ideeën. Ik zou me daar maar geen zorgen over maken. Tijdens de stilte die daarop inviel, vroeg ze zich af hoe veel ze eigenlijk wel voor Nicholas voelde. Het beang stigde haar bijkans. Hoe langer hun samenzijn had geduurd, hoe duidelijker ze de grond onder haar voeten had voelen wegzinken. De zachte, strelende warmte van zijn stem en zijn rustig optreden hadden haar naar hem toegetrokken. Na de breuk met Jack, wilde ze zich niet voor een tweede keer vergissen, maar ze wist al dat ze op* 't punt stond verliefd te worden. Overviel iedereen dit verlangen om zich remmingsloos aan een ander te geven? Moest iedereen dit moment van overgave mee maken en daarna blij zijn, dat de eigen onafhankelijk heid was verdwenen, dat je je eigen leven met een ander moest delen? Ze beefde bijkans van opwinding, nu ze op de drempel van deze ontdekking stond. Ze waren nu vlak bij het hek van de tuin rond Gunter's huisje gekomen. Marjorie werd door vrees overvallen, een vrees die gelijk een fluwelen mantel rond haar schouders gleed. De tamarisk, die naast het hek stond, wiegde zacht heen en weer in de stille nacht. Haar adem ging sneller. Nicholas bleef staan en keek haar aan. Wat is er? Ik ben bang, fluisterde ze. Ik ben bang Nicho las. Haar gezicht was angstig bleek geworden: een witte vlek in de duisternis. Laten we opschieten. Laten we weggaan van hier. Hij greep haar stevig bij de schouders. Maar je hoeft toch niet bang te zijn voor een spook huis? Een spookhuis?, fluisterde ze. Misschien, maar als dat écht zo is, spoken er slechts herinneringen rond. Je hoeft nergens bang voor te zijn! Ze was bijkans door een panische angst overvallen. Alsjeblieft, Nicholas, laten we toch weggaan! Hij haalde de schouders op en glimlachte. Zoals mevrouw beveelt! Ze hield hem stevig vast en snel liepen ze verder. Angst volgde haar op de hielen. Nicholas ging enkele dagen voor zaken weg. Hij was vertegenwoordiger en moest vaak op reis. Marjorie mis te hem verschrikkelijk en ze vroeg zich af of ze ooit wel de onzekerheid zou kwijt raken, die bleef zweven aan de oever van de rivier der liefde. Overdag was ze druk bezig op het kantoor van Scoble Yames, advocaten, en de avonden bracht ze gezellig en rustig door bij haar ouders. Het was haar moeder wel opgevallen, dat ze veranderd was, maar ze zweeg er over en bewaarde haar goede raad totdat deze nodig zou zijn. Woensdagavond ging Marjorie naar de bijeenkomst van de Amateur Toneel Vereniging. De grond was droog, maar een koude wind joeg door de verlaten straten en enkele wolken deden hun best het spookachtige maan licht te versluieren. De bijeenkomst duurde nogal lang en 't was al laat, toen men tenslotte opbrak. Marjorie was blij weer de frisse lucht in te kunnen ademen en haar benen te kunnen strekken. Mary Bowen liep een eind met haar mee, maar hun wegen scheidden zich bij de brug. Marjorie liep snel verder, verzonken in gedachten, totdat ze plotseling merkte dat een hondje op haar toe kwam lopen. Het dier bleef voor haar staan en begon te blaffen. Toen draaide 't zich om en liep voor haar uit. Het beest herhaalde deze manoeuvre, totdat Marjorie plotseling begreep dat het hondje wilde dat zij 't zou volgen. Ze keek rond, maar 't waren alleen de straatlantaarns, die met de duisternis een gesprek voerden. Ze aarzelde even, maar volgde toen het hondje. Plotseling was 't dier verdwenen. Angst overviel haar toen ze begreep, dat het dier het weggetje had ingeslagen dat langs Gunter's huisje liep. Aarzelend bleef ze staan bij de silhouet van een wilg, terwijl het dier steeds maar weer terugkwam. Tenslot te volgde ze de hond. Terwijl ze door de duisternis voortliep, kwam de maan door de wolken gluren, wierp witte strepen over het gras, streelde de bomen en danste over het water. Vreemd, maar ze was niet bang. Bij iedere stap, die ze deed, ebde haar angst weg en werd ze rustiger. Toen ze ter hoogte van Gunter's hek was gekomen, kwam de hond niet meer terug. De maan had zich weer verscholen en de duisternis ontvouwde zijn vleugels. Vanuit het donker achter het hek riep iemand: Is daar iemand? Ja, antwoordde Marjorie luid. Ze was verbaasd over de resolute klank in haar stem. Helpt u mij alstublieft. M'n voet zit klem. Ze duwde het hek open en ging naar binnen. Een schaduw aan haar rechterzijde nam de vorm aan van een man. De hond holde tussen hen beiden heen en weer. Marjorie begreep dat 't een oude man was en ze verbaasde zich nogmaals over het gevoel van warmte en vriendelijkheid, dat haar omgaf. Snel liep ze op hem toe. Zelfs in de duisternis kon ze zien dat een zware spoorwegdwarsligger over z'n enkel lag en dat hij zichzelf staande hield door tegen een boom te leunen. Ze greep het einde van de dwars ligger en met inzet van al haar krachten tilde ze de zware balk een klein stukje op. De oude man trok z'n voet er onder vandaan. Dank u hartelijk, juffrouw. Ik zou werkelijk niet geweten hebben wat te doen, als u niet zo vriendelijk was geweest Punch te volgen. U bent toch wel helemaal in orde?, vroeg Marjo rie bezorgd. Heeft u niets gebroken? Nee, gelukkig niet. Het gewicht van de dwarslig ger werd opgevangen door een steen; maar ik kon m'n voet niet uit die nauwe opening trekken. Maar mag ik mij nu even voorstellen? Gunter! Marjorie Bennett! Ze voelde zich niet verbaasd, dat ze op deze vreemde wijze de geheimzinninge mijnheer Gunter had leren ken nen. En ze wist reeds dat ze die kennismaking op prijs stelde! Mag ik u soms een kop chocolade aanbieden?, vroeg hij. Komt u toch even binnen. Heel graag, antwoordde ze en liep met hem mee naar het huisje. De maan scheen langs de hoge schoor stenen, verlichtte het gras en wierp een brede scha duw achter de tamarisk. Majorie was meteen gecharmeerd van het huisje, de warme chintz-gordijnen, het blinkend gepoetste koper Punch op het haardkleedje lag, zei Marjorie: Toen ze met een kop chocolade voor zich zaten en en het vrolijke houtvuur. Laatst liep ik 's avonds laat voorbij uw huis en voelde me toen plotseling bang worden. Gek hè? De oude man staarde nadenkend in de vlammen. Als u zich angstig heeft gevoeld, zei hij tenslotte dan moet het kwaad dichtbij zijn geweest. Marjorie keek verbaasd op. Ja, ging hij verder. Mijn vrouw en ik zijn hier zó gelukkig geweest, dat het huis iets van de lieflijk heid, die van haar uitstraalde, heeft overgenomen. Het herkent kwaad en vervult de lucht ermee als 't nabij is. Het probeert je te waarschuwen. Hij zag haar vragende blik en begon te glimlachen Vreemd, vindt u niet? Er viel een prettig aandoende stilte in. Toen zei hij: Het is al erg laat. Als u thuis telefoon heeft, zou ik graag even uw moeder opbellen om voor te stellen dat iemand u komt halen. M'n vader zal me wel willen halen, antwoordde Marjorie glimlachend. Ze was getroffen door z'n ouder wetse hoffelijkheid en gaf haar nummer op. Enkele ogenblikken later was hij weer terug in de kamer. Hij glimlachte. Uw moeder stuurt iemand, die ze Jack noemde en die toevallig op bezoek was. Marjorie deed haar best haar verbazing te verbergen Jack! Hoe durft hij! Ze verborg haar gevoelens onder vriendelijke woor den, maar ze was verbaasd hoe rustig ze zich voelde Het was een vredig huis! Plotseling verstarde ze. Punch ging staan en begon te grommen. De oude man luisterde. Angst vervulde de kamer en drong door tot in de uiterste hoeken, zweefde rond het haardvuur en danste met grijpende vingers uit de boekenkast. Angst omhulde hen in een afschuwelijke greep. De bel van de voordeur ging over. De oude man keek haar droevig aan. Het spijt mij, zei hij vriendelijk. Dat moet Jack zijn. Ik ga wel even, zei ze een beetje vinnig en liep de hal in. Hier, in het sombere half-duister, was de angst sterk en vasthoudend. Ze trok de deur open en het zwakke licht bescheen.... Nicholas! Ze staarde hem sprakeloos aan. Ga weg!, schreeuwde ze. Ga weg! Ik wil je nooit meer zien. Versta je me? Ga weg! Maar liefste.. Ga weg! Ga weg! Ze sloeg de deur voor z'n neus dicht en schoof de grendel er voor. De telefoon begon te bellen. Mechanisch greep ze de hoorn. Het was haar moeder. Ik hoop, dat ik de dingen niet al te gecompli ceerd heb gemaakt, zei mevrouw Bennett bezorgd, maar Nicholas kwam juist langs toen Jack vertrokken was. Ik vertelde hem waar je was. Hij had z'n auto bij zich. Ik hoop nu maar dat hij en Jack elkaar niet ontmoet hebben. Marjorie begon te lachen. U heeft 't beste gedaan, wat u kon doen! Ze verbrak de verbinding en liet haar moeder zowel verbaasd als vergenoegd achter. De vrees ebde uit het huis weg en vluchtte de nacht in. Verslagen en verbijsterd. Mijnheer Gunter vroeg nieuwsgierig: Was 't Jack? Nee, antwoordde Marjorie. 't Was Jack niet Daar ben ik blij om. Ik ook, antwoordde ze dankbaar. Jack kwam tien minuten later. Punch bleef rustig op 't haardkleedje liggen. De klok tikte zachtjes. Jack en Marjorie liepen samen de maneschijn in. Mijnheer Gunter glimlachte. Berlijn de sectorengrens afsluit om de gang naar Billy Graham te verhinderen! De staat speelt het spel handig omdat ze inhaakt op traditionele gebruiken. Het merkwaardige bij dit alles is dat de staat eigenlijk een nieuwe religie schiep. Met een soort doopplechtigheid, de reeds genoemde Jugendweihe, de socialistische huwelijks viering en begrafenis, schuldbekentenis en boetedoening voor de partij en schuldver geving door de partij. Heel sterk ervaart men in Oost-Berlijn, die nieuwe religie staande in een soort kapel op de Russische militaire begraafplaats. In het midden op een tafel een boek met namen van gevalle nen. Als een bijbel op een altaar. Langs de wanden, in overigens prachtig mozaïek, de strijd en het lijden van de Russische soldaat. Als een kruisgang. Boven in het gewelf brandt altijd een lampje achter een doorzichtige Sovjet-ster. De plechtigheden bij doop en huwelijk verlopen geheel vol gens kerkelijke stijl: met klokgelui en orgelmuziek, alles via een bandapparaat. De „Jugendweihe" was overigens oor spronkelijk ook een godsdienstige aange legenheid. In de tijd van de reveil ontstonden in de kerken liberale tegenstromingen, als acties tegen het volgens velen te starre bewind. Eerst was dit een kerkelijke beweging, later een politieke, nog later een sociale. Deze zogeheten vrije gemeenten die wer den gevormd, keerden zich meer en meer van de kerken af. Ze schoven de bediening van de sacramenten terzijde, vervingen de belijdenis door een „Jugendaufnahme" of „Jugendweihe" wisten het in 1847 van de toenmalige vorst gedaan te krijgen dat haar leden niet langer kerkelijk behoefden te trouwen (in 1874 werd voor een ieder mogelijk alleen voor de burgerlijke stand te trouwen), kregen in de tijd van de op komst van het socialisme een meer sociaal karakter waarna deze vrije gemeenten uit eindelijk anti-kerkelijk en anti-christelijk werden. Een merkwaardige ontwikkeling dus. Zo'n „Jugendweihe", die men hier en daar ook in West-Duitsland wel kent, ver loopt in Oost-Duitsland geheel volgens het geijkte patroon: massaal, muziekkorpsen, vaandels, spreekkoren. Echt Duits dus. Op de weg, die het Oostduitse volk moet gaan, is de kerk een hinderpaal. Die draagt, evenals het kapitalisme, weliswaar een do delijke kiem in zich, maar dat proces van uitsterven moet versneld worden. Daarom wordt de kerk veel verboden: geen eigen pers, geen mogelijkheden voor radio of televisie, geen gedrukte convocaties, na genoeg geen herstel van verwoeste ge bouwen. Van deze ontwikkeling zijn de kerken geschrokken. Vele tientallen jaren zijn ze, althans voor ons gevóel, in dè watten ge legd. De overheid inde de bijdragen, zorg de voor veel materiële zaken. Uit traditie was bijna iedereen lid. Zo'n 85 percent van de bevolking was protestant. Het was van zelfsprekend, dat men werd gedoopt, dat men na de lagere school lid werd. dat men in de kerk trouwde, dat de dominee voor de begrafenis zorgde. Men was echter het zicht op het werke lijk gemeente-van-Christus-zijn min of meer kwijt geraakt. De kerk was voor velen slechts een decoratie voor hoogtij dagen geworden. Voor de kerken betekent dit enerzijds een geweldig functieverlies en een ver mindering van leden. Ook al omdat het in de D.D.R. zo langzamerhand een waagstuk gaat worden lid vari de kerk te zijn. Maar er is ook een winstpunt. Zy, die bleven, gaan namelijk meer en meer de waarde van hun geloof ervaren. De kwaliteit van de leden wordt om zo te zeggen beter. Daarnaast zoekt de kerk naar nieuwe mogelijkheden in de veranderde situatie. Dit zijn zo in een notedop de problemen van de christenen in Oost-Duitsland. Pro blemen die diep in het leven ingrijpen. Er is echter hier en daar een opmerke lijke ontwikkeling gaande. Staande in het geloof willen velen in gesprek raken en in gesprek blijven met de aanhangers van het nieuwe regime. Men wil hen ervan over tuigen dat de kerk, dat het geloof, iets an ders, meer is dan wordt gedacht. Hier en daar bleek het zelfs al mogelijk gespreks- kringen te vormen, waarin concrete zaken aan de orde komen. Uitgaande van de si tuatie waarin men thans verkeert, willen deze kerkleden contacten leggen en be houden, ook met de partijfunctionarissen. Wil men positief in de nieuwe situatie staan. En dan blijkt waar het op hoog ni veau bijna niet meer mogelijk is het ge sprek te voeren omdat de kerk door de overheid niet meer als gesprekspartner wordt erkend, dit bij de partijfunctionaris thuis wèl mogelijk is. Men ziet, er worden in Oost-Duitsland nieuwe wegen gezocht. De kerk wordt door eigen leden met andere ogen bekeken maar wordt ook anders aan de buitenwereld duidelijk gemaakt. .•We zeggen neen tegen het marxisme, maar ja tegen de marxist", zo vertelde men ons. Nogmaals, de situatie van de kerken en de christenen in de Duitse Democratische Republiek is vol angsten, zorgen en pro blemen. Maar ook vol nieuwe ontdek kingen, nieuwe mogelijkheden, perspec tieven, opdrachten. Met ons medelijden be gint men er niet veel. Men vraagt de ker ken in Nederland: bekijk uw eigen ge meenteleven eens of dat ook zo vol tra dities zit, of men er ook het zicht op het werkelijk gemeente-van-Christus-zijn heeft verloren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 11