Water wordt ook van
Italië de erfvijand
Oostduitse protestanten
spreken met marxisten
Het maanlicht door de Tamarisk
y
Ontbossing en wegenaanleg hebben
de natuurlijke afvoer verstoord
Communistische pressie leidt tot
ontdekking van nieuwe wegen
J eugdop voeding
een probleem
11
Onbetaalbaar
Oeroude wegen
Onvermijdelijk lapwerk
Lijkje van baby gevonden
„Elbe" brengt Noorse
tanker naar Schiedam
Nieuwe religie
Jugendweihe
Veel verboden
Nieuwe opdracht
Begrip gevraagd
VRIJDAG 14.OKTOBER 1960
(Van onze correspondent)
ROME. De vraag wat de oorzaak is van de rampen, die Italië de laatste
weken hebben geteisterd, wordt tegenwoordig veelvuldig gesteld. Welnu: er
I.lijken twee hoofdoorzaken te zijn: een voor het bergachtige land en een voor de
vlakten. In de middelmatig hoge bergen, de vooralpen maar vooral de Apen
nijnen, is de mens schuld aan deze onheilen, die van jaar tot jaar ernstiger worden.
Italië is in hoge mate overbevolkt, al is het aantal inwoners per vierkante kilo
meter veel geringer dan in ons land. Tegen de hellingen van de heuvels en ber
gen trachten de mensen uit kleine lapjes grond, die door de gezinsgrootte en de
Voortdurende vernippering bij overlijden van de eigenaar, steeds kleiner worden,
een oogst te halen, waarvan zij bestaan kunnen. De verleiding is daarom groot
elk stukje bos of kreupelhout om te hakken en tot bouwland te maken. Dit gaat
nu reeds eeuwen lang zo door met het gevolg, dat de dichte bossen, die in de
oudheid het schiereiland bedekten, vrijwel geheel verdwenen zijn. Met de bossen
gaat ook de ondergroei verloren en tenslotte is de gehele, uit planten en kleine
gewassen bestaande, „mat", die eenmaal het overtollige hemelwater lange tijd
vasthield en langzaam liet doorsijpelen, verdwenen. De naakte rots komt bloot.
Het water dringt niet langer in de aarde door, doch vloeit langs de bergwanden
onmiddellijk naar beneden, zodat de kleine stroompjes, in de dalen plotseling
aanzwellen tot machtige rivieren, die alles wat ze op hun weg ontmoeten mee
slepen en vernielen.
Naarmate de toestand langer duurt en
le rotsen kaler worden, neemt het gevaar
•oor aardverschuivingen toe. Vooral wan-
leer zich in de spleten en smalle ravij
nen wat humus ophoopt, zodat daar weer
ilanten met sterke wortels gaan groeien,
vorden de rotsketen gespleten en dan kan
'iet voorkomen, dat gehele bergwanden
ilotseling naar beneden storten, de be-
■uchte „frane", die in deze dagen öp me
nige plaats wegen en spoorlijnen onder
broken hebben.
Is het in de bergen de armoe die oor-
naak is van ontbossing en de daaruit voort-
bloeiende rampen, in de vlakte heeft de
betrekkelijke welvaart een zelfde gevolg.
Waar eenmaal bomen groeiden of be
bouwd land zich uitstrekte, komen steeds
•neer wegen, het ergst van al asfaltwegen,
die ook al geen regenwater opnemen. De
steden en dorpen breiden zich uit en de
regen die op de straten valt, wordt dooi
de riolering onmiddellijk op de rivieren
geloosd. De rivieren, toch al gezwollen
door de talrijke stroompjes die van de na
bije berghellingen neerdalen, krijgen dus
steeds meer water te verwerken en be
ginnen te overstromen. Daar komt nog bij,
dat men in Italië, vooral langs de kust
van de Thyrreense zee veel vlakten vindt
(de Maremmen tussen Pisa en Rome, de
Pontijnse moerassen tussen Rome en Na
pels bij voorbeeld) die een slechte afwa
tering hebben. Zij zijn ingesloten door aan
de ene zijde de hoge bergen van de Apen-
nijnse bergrug en aan de andere zijde
door lagere heuvels, die ze van de zee
scheiden. Tot voor kort waren die vlakten
moerassen, waar de malariamug alle
menselijk leven onmogelijk maakte. Het
is nog maar een dertig jaar geleden, dat
het strafbaar was, wanneer men per trein
van Rome naar Pisa en Genua reisde om
in het gebied van de Maremmen het ven
ster van de coupé te openen. De malaria
is nu overwonnen en de afwatering van
het gebied is veel verbeterd, maar bij
een sterke regenval, zoals we die in deze
dagen hebben gehad, krijgt dat gebied
toch gemakkelijk last van overstromin
gen. En doordat de moerasplanten die
veel water opnamen, verdwenen zijn, is
dat euvel tegenwoordig meer te duchten
dan vroeger.
Is er nu geen middel om dusdanige ram
pen In de toekomst te voorkomen? In
theorie zou het mogelijk zijn het gevaar
vrijwel op te heffen, maar daartoe zou
den zo kostbare en tijdrovende werken
nodig zijn dat het er zeer zeker nooit van
komen zal. Men zou moeten beginnen ve
le miljoenen bomen te planten en op dat
gebied wordt ook wel iets gedaan, maar
het is heel moeilijk, juist omdat de ber
gen reeds zo kaal zijn. Verder zouden al
die bergstroompjes (het zijn er tiendui
zenden) in een vaste bedding moeten wor
den geleid en van stevige dijken voor
zien. Dat zou vele duizenden miljarden li
res kosten, terwijl de bergen toch onver
mijdelijk steeds meer ontvolkt worden.
In Italië hebben niet alleen die berg
stroompjes een willekeurige bedding,
maar zelfs grote rivieren, de Tiber, de
Arno en de Po hebben alleen op enkele,
als gevaarlijk beschouwde, plaatsen dij
ken, die bovendien lang niet altijd stevig
genoeg zijn. Die dijken zal men moeten
versterken en als het geld er voor gevon
den kan worden, zal men ook nieuwe dij
ken moeten leggen op plaatsen, waar ze
tot nu toe ontbraken. De technici raden
verder aan de rivieren van tijd tot tijd
uit te baggeren, zoals dat in andere lan
den gebruikelijk is. Het spreekt vanzelf,
dat de grote massa's stenen en aarde, die
van de bergen naar beneden komen en
in de rivieren belanden, de beddingen ten
dele opvullen en dus de kans op hoog wa
ter doen toenemen.
Verder dient men te bedenken, dat de
wegen in Italië doorgaans heel oud zijn,
twintig eeuwen en meer. Die wegen vol
gen veelal de rivieren of in ieder geval
de dalen en zijn daardoor gemakkelijk
blootgesteld aan overstromingen en „fra
ne". Toen in de tweede helft der vorige
eeuw de spoorwegen werden aangelegd,
volgde men in de regel dezelfde methode
en, behalve waar ze door tunnels gaan,
zijn ook de spoorlijnen op veel plaatsen
blootgesteld aan dezelfde gevaren. Van
daar dat het elk jaar voorkomt, dat er
gens de spoorlijn wordt weggespoeld. Dit
jaar is het nu op vele plaatsen tegelijk
gebeurd, zodat bij voorbeeld Rome dagen
lang nog slechts door middel van een,
hoogst onvoldoende spoorlijn (die over
Terni, Spoleto, Ancona, langs de Adriati-
sche Zee) met Nooi-d-Italië en met het
buitenland verbonden was. De belangrijk
ste lijn van- het land, die welke Napels
en Rome met Florence, Bologna en Mi
laan verbindt was verbroken, precies als
de bijna even belangrijke van Rome over
Pisa en Genua naar Turijn en naar de
Franse Rivièra. Ook per auto was Rome
alleen nog door Umbrië bereikbaar. Van
daar dat er dit jaar meer dan in andere
jaren o«- ansicht op werd gevestigd.
Maar dat neemt nift weg, dat er elk jaar
onderbrekingen zijn, vooral ten zuiden van
Napels. Men weet nooit waar de zware
herfstregens zich zullen ontladen, zodat
om het ongerief geheel uit de wereld te
helpen Italië niet alleen zijn rivieren zou
moeten normaliseren, maar ook het gehe
le wegennet en vrijwel alle spoorlijnen
zou moeten vernieuwen.
Het spreekt vanzelf, dat geen enkel land
en zeker niet een betrekkelijk arm land
als Italië, zo iets kan ondernemen. Het
blijft dus onvermijdelijk bij lapwerk: een
dijkje hier, een nieuwe brug daar, kana
lisering van een rivier op een derde
plaats. Dat alles kan de toestand enigs
zins verbeteren, mits., de werken worden
uitgevoerd door betrouwbare firma's en in
een niet al te haastig tempo. Het feit, dat
de (door niet al te deskundige weggebrui
kers) hooggeprezen Olympische weg in
Rome zwaar geleden heeft van de regen,
terwijl het oude, ten dele vier eeuwen en
meer oude, stratennet van de binnenstad
geen enkel letsel leed, is daarbij niet zon
der betekenis.
De voornaamste taak blijft voor alles
het aanplanten van bomen en nog eens
bomen en dat is een heel moeilijke taak.
Toch kunnen alle nieuwe bomen voorko
men, dat de vruchtbare humuslaag van
Midden- en Zuid-Italië op den duur in de
zee verzinkt en dat na de bergen, die nu
reeds door de bevolking worden verlaten,
ook het heuvelland onbewoonbaar zal wor
den.
In het befaamde Schotse dorpje Gretna
Green wordt binnenkort het huwelijk
voltrokken tussen mejuffrouw Annie
Klein uit Curasao en de heer F. Kui
per uit Kortenhoef. Het jonge paar is
al in het dorp omdat het drie weken
moet wachten voor het door de legen
darische smid in de echt verbonden
kan worden. De huwelijksaankondiging
is al aangeplakt.
De recherche van de gemeentepolitie in
Oss stelt een onderzoek in naar de dood
van een baby, een meisje, waarvan het
stoffelijk overschot in een straat aan de
rand van de stad werd gevonden.
Dr. Zeldenrust uit Den Haag heeft sectie
verricht. Daarbij zijn sterke aanwijzingen
verkregen, dat het hier een geval van
moord betreft.
De sleepboot „Elbe" van L. Smit en
Co's Internationale Sleepdienst heeft koers
gezet naar Goosebay in noordelijk Labra
dor, waar het noorse tankschip „Troma",
10.429 b.r.t. met machineschade ligt. De
rederij, Ludwig Mowinckels in Bergen,
heeft besloten het te laten repearen bij
Wilton Fyenoord in Schiedam en gaf L.
Smit en Co opdracht het daarheen te sle
pen. De „Elbe", die via St. Johns op New
Foundland gaat om te bunkeren, komt 18
oktober in Goosebay aan.
Dan begint een sleepreis van 2900 mijl.
Goosebay ligt zo noordelijk, dat een kans
op invriezen bestaat. Ook komen er in de
ze tijd van het jaar vaak mistbanken of
zware stormen voor.
De „Elbe" staat onder commando van
kapitein K. van der Hoek. De „Troma"
houdt de eigen bemanning aan boord.
(Van een bijzondere medewerker)
Ogenschijnlijk heeft een kerk In een land, waar de overheid de godsdienst zo snel
mogelijk wil laten verdwijnen, niet veel van de toekomst te verwachten. Ogenschijn
lijk, want de kerk is van oorsprong optimistisch. Zy predikt immers Christus, de Heer,
die reeds overwonnen heeft. In Oost-Duitsland komt daar nog iets by. In alles wordt
de bevolking daar gewezen op Rusland, het voorbeeld van een socialistische staat.
Ook de kerk kijkt naar Rusland. Om te ontdekken dat de kerk daar na by na 45 jaar
communistische overheersing nog lang niet dood is. Al moet meteen worden toe
gegeven dat de Russische kerk sterk naar binnen is gekeerd en zich onthoudt van alle
activiteiten in het leven buiten de kerkmuren. De kerk in Oost-Duitsland is ondanks
alles optimistisch. Ze gaat bovendien meer en meer beseffen dat ze een taak heeft
in de situatie waarin het land verkeert.
De christenen hebben het in de Duitse
Democratische Republiek niet gemakkelijk.
Op velerlei terrein heerst onzekerheid en
angst. Men is bezorgd over de opvoeding
van de kinderen die een groot deel van
de dag in de invloedssfeer van de overheid
verkeren. Dan is er de zorg over het gods
dienstonderricht. In Duitsland worden pro
testantse jongeren al heel vroeg lid van de
kerk. Eigenlijk meteen na de lagere school.
Vandaar dat in het oosten, waar de- bin
ding tussen kerk en staat heel nauw was
vroeger, op alle scholen godsdienstonder
richt werd gegeven. Dat is nu niet meer
mogelijk. Dat onderricht mag niet meer
onder de schooltijd worden gegeven, maar
ook niet vlak er na. Er moeten tenminste
twee uren verlopen opdat de kinderen kun
nen uitrusten. De kunst is nu maar om de
schooltijd zo lang mogelijk te rekken!
Een andere zorg is de communistische
jeugdbeweging. De overheid heeft voor de
veer tien jarigen (de leeftijd van de belijde
nis!) de „Jugendweihe" min of meer ver
plicht gesteld. Men kan er zich aan ont
trekken, maar, wie geen socialistische ge
lofte aflegd kan niet verder studeren. Die
is niet geschikt voor een goede positie in
de maatschappij van morgen. Diens vader
kan ook moeilijk in die maatschappij pro
moties maken. Voelt u het gewetenscon
flict? Temeer daar de kerk belijdenis en
Jugendweihe niet wenst te verenigen, niet
kan verenigen?
Ja, die regering van de Duitse Democra
tische Republiek speelt het spel ernstig en
handig. Ernstig omdat zij gelooft in de
noodzakelijkheid van haar maatregelen. Zij
ziet de mens als een wezen, dat terug moet
naar de oertijd toen alle mensen gelijk wa
ren. Onafhankelijk van een heer en mees
ter, onafhankelijk ook van een hogere
macht. Het is haar bittere ernst als ze in
(Compleet verhaal
door D. J. Cilshenan)
We moeten opstappen, fluisterde Nicholas.
Langzaam schoof Marjorie iets opzij. In haar ogen
straalde geluk en zijn kus lag nog warm op haar lippen.
Ze streelde het ruwe tweed van zijn jasje.
Ja, jammer genoeg wel, zei ze zuchtend. Het was
voor 't eerst, dat Nicholas haar had gekust. Het was
zelfs de eerste keer geweest, dat iemand haar een kus
had gegevensedert zij en Jack uit elkaar waren ge
gaan. Ze moest even aan hem denken, enkele ogenblik
ken maar.
We zijn al laat, zei Nicholaas. Laten we maar
de kortste weg nemen. Langs Gunter.
Goed.
Ze kwam half overeind en kuste hem op 't puntje van
z'n neus.
Ze begon te lachen.
Marjorie gaf Nicholas een arm. In het zachte maanlicht
liepen ze ever de velden.
Het weggetje, dat langs Gunter's huisje liep, volgde de
rivieroever, die 's zomers druk bevolkt was met in vro
lijke jurkjes gestoken meisjes en witte overhemden dra
gende jongens, maar nu tekenden de wilgen zich zwart
af tegen de sterrehemel en snelde het ijskoude water
over de steentjes, die de bodem bedekten.
De daklijst van Gunter's huisje was nog vaag zichtbaar
boven de hoog opgeschoten heg aan hnr. linkerkant.
Marjorie huiverde ploteseling.
Koud'', \roeg Nicholas meteen bezorgd.
Nee, ik heb 't niet koud, antwoordde ze, maar
ik dacht ev juist aan hoe eenzaam het moet zijn om he
lemaal alleen te wonen zoals mijnheer Gunter. Heb je
hem weieens gezien?
Nicholas bc-gon te lachten.
Nee. zei hij. Ik geloof dat niemand hem meer
gezien heeft na de dood van zijn vrouw, maar de men
sen hebben wel eens meer rare ideeën.
Ik zou me daar maar geen zorgen over maken.
Tijdens de stilte die daarop inviel, vroeg ze zich af hoe
veel ze eigenlijk wel voor Nicholas voelde. Het beang
stigde haar bijkans. Hoe langer hun samenzijn had
geduurd, hoe duidelijker ze de grond onder haar voeten
had voelen wegzinken. De zachte, strelende warmte van
zijn stem en zijn rustig optreden hadden haar naar hem
toegetrokken. Na de breuk met Jack, wilde ze zich niet
voor een tweede keer vergissen, maar ze wist al dat ze
op* 't punt stond verliefd te worden. Overviel iedereen
dit verlangen om zich remmingsloos aan een ander te
geven? Moest iedereen dit moment van overgave mee
maken en daarna blij zijn, dat de eigen onafhankelijk
heid was verdwenen, dat je je eigen leven met een ander
moest delen?
Ze beefde bijkans van opwinding, nu ze op de drempel
van deze ontdekking stond. Ze waren nu vlak bij het
hek van de tuin rond Gunter's huisje gekomen. Marjorie
werd door vrees overvallen, een vrees die gelijk een
fluwelen mantel rond haar schouders gleed.
De tamarisk, die naast het hek stond, wiegde zacht heen
en weer in de stille nacht.
Haar adem ging sneller.
Nicholas bleef staan en keek haar aan.
Wat is er?
Ik ben bang, fluisterde ze. Ik ben bang Nicho
las.
Haar gezicht was angstig bleek geworden: een witte
vlek in de duisternis.
Laten we opschieten. Laten we weggaan van hier.
Hij greep haar stevig bij de schouders.
Maar je hoeft toch niet bang te zijn voor een spook
huis?
Een spookhuis?, fluisterde ze.
Misschien, maar als dat écht zo is, spoken er slechts
herinneringen rond. Je hoeft nergens bang voor te zijn!
Ze was bijkans door een panische angst overvallen.
Alsjeblieft, Nicholas, laten we toch weggaan!
Hij haalde de schouders op en glimlachte.
Zoals mevrouw beveelt!
Ze hield hem stevig vast en snel liepen ze verder.
Angst volgde haar op de hielen.
Nicholas ging enkele dagen voor zaken weg. Hij was
vertegenwoordiger en moest vaak op reis. Marjorie mis
te hem verschrikkelijk en ze vroeg zich af of ze ooit wel
de onzekerheid zou kwijt raken, die bleef zweven aan de
oever van de rivier der liefde.
Overdag was ze druk bezig op het kantoor van Scoble
Yames, advocaten, en de avonden bracht ze gezellig
en rustig door bij haar ouders. Het was haar moeder
wel opgevallen, dat ze veranderd was, maar ze zweeg
er over en bewaarde haar goede raad totdat deze nodig
zou zijn.
Woensdagavond ging Marjorie naar de bijeenkomst van
de Amateur Toneel Vereniging. De grond was droog,
maar een koude wind joeg door de verlaten straten en
enkele wolken deden hun best het spookachtige maan
licht te versluieren.
De bijeenkomst duurde nogal lang en 't was al laat, toen
men tenslotte opbrak. Marjorie was blij weer de frisse
lucht in te kunnen ademen en haar benen te kunnen
strekken. Mary Bowen liep een eind met haar mee, maar
hun wegen scheidden zich bij de brug. Marjorie liep snel
verder, verzonken in gedachten, totdat ze plotseling
merkte dat een hondje op haar toe kwam lopen. Het dier
bleef voor haar staan en begon te blaffen. Toen draaide
't zich om en liep voor haar uit. Het beest herhaalde
deze manoeuvre, totdat Marjorie plotseling begreep dat
het hondje wilde dat zij 't zou volgen.
Ze keek rond, maar 't waren alleen de straatlantaarns,
die met de duisternis een gesprek voerden. Ze aarzelde
even, maar volgde toen het hondje. Plotseling was 't
dier verdwenen.
Angst overviel haar toen ze begreep, dat het dier het
weggetje had ingeslagen dat langs Gunter's huisje liep.
Aarzelend bleef ze staan bij de silhouet van een wilg,
terwijl het dier steeds maar weer terugkwam. Tenslot
te volgde ze de hond.
Terwijl ze door de duisternis voortliep, kwam de maan
door de wolken gluren, wierp witte strepen over het
gras, streelde de bomen en danste over het water.
Vreemd, maar ze was niet bang. Bij iedere stap,
die ze deed, ebde haar angst weg en werd ze rustiger.
Toen ze ter hoogte van Gunter's hek was gekomen,
kwam de hond niet meer terug. De maan had zich weer
verscholen en de duisternis ontvouwde zijn vleugels.
Vanuit het donker achter het hek riep iemand:
Is daar iemand?
Ja, antwoordde Marjorie luid. Ze was verbaasd
over de resolute klank in haar stem.
Helpt u mij alstublieft. M'n voet zit klem.
Ze duwde het hek open en ging naar binnen. Een
schaduw aan haar rechterzijde nam de vorm aan van
een man. De hond holde tussen hen beiden heen en
weer.
Marjorie begreep dat 't een oude man was en ze
verbaasde zich nogmaals over het gevoel van warmte
en vriendelijkheid, dat haar omgaf.
Snel liep ze op hem toe. Zelfs in de duisternis kon
ze zien dat een zware spoorwegdwarsligger over z'n
enkel lag en dat hij zichzelf staande hield door tegen
een boom te leunen. Ze greep het einde van de dwars
ligger en met inzet van al haar krachten tilde ze de
zware balk een klein stukje op. De oude man trok
z'n voet er onder vandaan.
Dank u hartelijk, juffrouw. Ik zou werkelijk niet
geweten hebben wat te doen, als u niet zo vriendelijk
was geweest Punch te volgen.
U bent toch wel helemaal in orde?, vroeg Marjo
rie bezorgd.
Heeft u niets gebroken?
Nee, gelukkig niet. Het gewicht van de dwarslig
ger werd opgevangen door een steen; maar ik kon
m'n voet niet uit die nauwe opening trekken. Maar mag
ik mij nu even voorstellen? Gunter!
Marjorie Bennett!
Ze voelde zich niet verbaasd, dat ze op deze vreemde
wijze de geheimzinninge mijnheer Gunter had leren ken
nen. En ze wist reeds dat ze die kennismaking op
prijs stelde!
Mag ik u soms een kop chocolade aanbieden?,
vroeg hij. Komt u toch even binnen.
Heel graag, antwoordde ze en liep met hem mee
naar het huisje. De maan scheen langs de hoge schoor
stenen, verlichtte het gras en wierp een brede scha
duw achter de tamarisk.
Majorie was meteen gecharmeerd van het huisje, de
warme chintz-gordijnen, het blinkend gepoetste koper
Punch op het haardkleedje lag, zei Marjorie:
Toen ze met een kop chocolade voor zich zaten en
en het vrolijke houtvuur.
Laatst liep ik 's avonds laat voorbij uw huis en
voelde me toen plotseling bang worden. Gek hè?
De oude man staarde nadenkend in de vlammen.
Als u zich angstig heeft gevoeld, zei hij tenslotte
dan moet het kwaad dichtbij zijn geweest.
Marjorie keek verbaasd op.
Ja, ging hij verder. Mijn vrouw en ik zijn hier
zó gelukkig geweest, dat het huis iets van de lieflijk
heid, die van haar uitstraalde, heeft overgenomen. Het
herkent kwaad en vervult de lucht ermee als 't nabij
is. Het probeert je te waarschuwen.
Hij zag haar vragende blik en begon te glimlachen
Vreemd, vindt u niet?
Er viel een prettig aandoende stilte in.
Toen zei hij:
Het is al erg laat. Als u thuis telefoon heeft, zou
ik graag even uw moeder opbellen om voor te stellen
dat iemand u komt halen.
M'n vader zal me wel willen halen, antwoordde
Marjorie glimlachend. Ze was getroffen door z'n ouder
wetse hoffelijkheid en gaf haar nummer op.
Enkele ogenblikken later was hij weer terug in de
kamer. Hij glimlachte.
Uw moeder stuurt iemand, die ze Jack noemde en
die toevallig op bezoek was.
Marjorie deed haar best haar verbazing te verbergen
Jack! Hoe durft hij!
Ze verborg haar gevoelens onder vriendelijke woor
den, maar ze was verbaasd hoe rustig ze zich voelde
Het was een vredig huis!
Plotseling verstarde ze.
Punch ging staan en begon te grommen. De oude
man luisterde. Angst vervulde de kamer en drong door
tot in de uiterste hoeken, zweefde rond het haardvuur
en danste met grijpende vingers uit de boekenkast.
Angst omhulde hen in een afschuwelijke greep.
De bel van de voordeur ging over.
De oude man keek haar droevig aan.
Het spijt mij, zei hij vriendelijk. Dat moet Jack
zijn.
Ik ga wel even, zei ze een beetje vinnig en liep
de hal in.
Hier, in het sombere half-duister, was de angst sterk
en vasthoudend. Ze trok de deur open en het zwakke
licht bescheen.... Nicholas! Ze staarde hem sprakeloos
aan.
Ga weg!, schreeuwde ze. Ga weg! Ik wil je
nooit meer zien. Versta je me? Ga weg!
Maar liefste..
Ga weg! Ga weg!
Ze sloeg de deur voor z'n neus dicht en schoof de
grendel er voor. De telefoon begon te bellen. Mechanisch
greep ze de hoorn. Het was haar moeder.
Ik hoop, dat ik de dingen niet al te gecompli
ceerd heb gemaakt, zei mevrouw Bennett bezorgd,
maar Nicholas kwam juist langs toen Jack vertrokken
was. Ik vertelde hem waar je was. Hij had z'n auto
bij zich. Ik hoop nu maar dat hij en Jack elkaar niet
ontmoet hebben.
Marjorie begon te lachen.
U heeft 't beste gedaan, wat u kon doen!
Ze verbrak de verbinding en liet haar moeder zowel
verbaasd als vergenoegd achter.
De vrees ebde uit het huis weg en vluchtte de nacht
in. Verslagen en verbijsterd.
Mijnheer Gunter vroeg nieuwsgierig:
Was 't Jack?
Nee, antwoordde Marjorie. 't Was Jack niet
Daar ben ik blij om.
Ik ook, antwoordde ze dankbaar.
Jack kwam tien minuten later. Punch bleef rustig op
't haardkleedje liggen.
De klok tikte zachtjes.
Jack en Marjorie liepen samen de maneschijn in.
Mijnheer Gunter glimlachte.
Berlijn de sectorengrens afsluit om de gang
naar Billy Graham te verhinderen!
De staat speelt het spel handig omdat ze
inhaakt op traditionele gebruiken. Het
merkwaardige bij dit alles is dat de staat
eigenlijk een nieuwe religie schiep. Met een
soort doopplechtigheid, de reeds genoemde
Jugendweihe, de socialistische huwelijks
viering en begrafenis, schuldbekentenis en
boetedoening voor de partij en schuldver
geving door de partij. Heel sterk ervaart
men in Oost-Berlijn, die nieuwe religie
staande in een soort kapel op de Russische
militaire begraafplaats. In het midden op
een tafel een boek met namen van gevalle
nen. Als een bijbel op een altaar. Langs de
wanden, in overigens prachtig mozaïek,
de strijd en het lijden van de Russische
soldaat. Als een kruisgang. Boven in het
gewelf brandt altijd een lampje achter een
doorzichtige Sovjet-ster. De plechtigheden
bij doop en huwelijk verlopen geheel vol
gens kerkelijke stijl: met klokgelui en
orgelmuziek, alles via een bandapparaat.
De „Jugendweihe" was overigens oor
spronkelijk ook een godsdienstige aange
legenheid.
In de tijd van de reveil ontstonden in de
kerken liberale tegenstromingen, als acties
tegen het volgens velen te starre bewind.
Eerst was dit een kerkelijke beweging,
later een politieke, nog later een sociale.
Deze zogeheten vrije gemeenten die wer
den gevormd, keerden zich meer en meer
van de kerken af. Ze schoven de bediening
van de sacramenten terzijde, vervingen de
belijdenis door een „Jugendaufnahme" of
„Jugendweihe" wisten het in 1847 van de
toenmalige vorst gedaan te krijgen dat
haar leden niet langer kerkelijk behoefden
te trouwen (in 1874 werd voor een ieder
mogelijk alleen voor de burgerlijke stand
te trouwen), kregen in de tijd van de op
komst van het socialisme een meer sociaal
karakter waarna deze vrije gemeenten uit
eindelijk anti-kerkelijk en anti-christelijk
werden. Een merkwaardige ontwikkeling
dus. Zo'n „Jugendweihe", die men hier en
daar ook in West-Duitsland wel kent, ver
loopt in Oost-Duitsland geheel volgens het
geijkte patroon: massaal, muziekkorpsen,
vaandels, spreekkoren. Echt Duits dus.
Op de weg, die het Oostduitse volk moet
gaan, is de kerk een hinderpaal. Die draagt,
evenals het kapitalisme, weliswaar een do
delijke kiem in zich, maar dat proces van
uitsterven moet versneld worden. Daarom
wordt de kerk veel verboden: geen eigen
pers, geen mogelijkheden voor radio of
televisie, geen gedrukte convocaties, na
genoeg geen herstel van verwoeste ge
bouwen.
Van deze ontwikkeling zijn de kerken
geschrokken. Vele tientallen jaren zijn ze,
althans voor ons gevóel, in dè watten ge
legd. De overheid inde de bijdragen, zorg
de voor veel materiële zaken. Uit traditie
was bijna iedereen lid. Zo'n 85 percent van
de bevolking was protestant. Het was van
zelfsprekend, dat men werd gedoopt, dat
men na de lagere school lid werd. dat men
in de kerk trouwde, dat de dominee voor
de begrafenis zorgde.
Men was echter het zicht op het werke
lijk gemeente-van-Christus-zijn min of
meer kwijt geraakt. De kerk was voor
velen slechts een decoratie voor hoogtij
dagen geworden.
Voor de kerken betekent dit enerzijds
een geweldig functieverlies en een ver
mindering van leden. Ook al omdat het in
de D.D.R. zo langzamerhand een waagstuk
gaat worden lid vari de kerk te zijn. Maar
er is ook een winstpunt. Zy, die bleven,
gaan namelijk meer en meer de waarde
van hun geloof ervaren. De kwaliteit van
de leden wordt om zo te zeggen beter.
Daarnaast zoekt de kerk naar nieuwe
mogelijkheden in de veranderde situatie.
Dit zijn zo in een notedop de problemen
van de christenen in Oost-Duitsland. Pro
blemen die diep in het leven ingrijpen.
Er is echter hier en daar een opmerke
lijke ontwikkeling gaande. Staande in het
geloof willen velen in gesprek raken en in
gesprek blijven met de aanhangers van het
nieuwe regime. Men wil hen ervan over
tuigen dat de kerk, dat het geloof, iets an
ders, meer is dan wordt gedacht. Hier en
daar bleek het zelfs al mogelijk gespreks-
kringen te vormen, waarin concrete zaken
aan de orde komen. Uitgaande van de si
tuatie waarin men thans verkeert, willen
deze kerkleden contacten leggen en be
houden, ook met de partijfunctionarissen.
Wil men positief in de nieuwe situatie
staan. En dan blijkt waar het op hoog ni
veau bijna niet meer mogelijk is het ge
sprek te voeren omdat de kerk door de
overheid niet meer als gesprekspartner
wordt erkend, dit bij de partijfunctionaris
thuis wèl mogelijk is. Men ziet, er worden
in Oost-Duitsland nieuwe wegen gezocht.
De kerk wordt door eigen leden met andere
ogen bekeken maar wordt ook anders aan
de buitenwereld duidelijk gemaakt.
.•We zeggen neen tegen het marxisme,
maar ja tegen de marxist", zo vertelde men
ons.
Nogmaals, de situatie van de kerken en
de christenen in de Duitse Democratische
Republiek is vol angsten, zorgen en pro
blemen. Maar ook vol nieuwe ontdek
kingen, nieuwe mogelijkheden, perspec
tieven, opdrachten. Met ons medelijden be
gint men er niet veel. Men vraagt de ker
ken in Nederland: bekijk uw eigen ge
meenteleven eens of dat ook zo vol tra
dities zit, of men er ook het zicht op het
werkelijk gemeente-van-Christus-zijn heeft
verloren.