FILATELIE HP 11 A A s s u IP S 9 Hi IK 9 s 9 fill H 9 n s jU S 9 B B B 1 B B s Bf B B B JU 8 B B Hf ÉI B Hi B B HR fff B gg B B S H! S 9 IP B ill s 9 Éi 5 9 9 B 9 9 HP B B in 8 8 B S B B if B B B B NIEUWE STEDEN SECUUR A m m 9 11 H 11 Hf Hi A A jjj If III nu Hi ÜJ JJf s Hf PP iü IP A A Dammen ZATERDAG 15 OKTOBER 1960 Erbij PAGINA VIER HP WW HP WW HP PP fl Schooltje speleo BELGIë. Met toeslag ten bate van het Belgisch Comité voor UNICEF, het internationale noodfonds voor kinde ren, is een serie van zes postzegels ver schenen. De zegels geven verschillen de activiteiten van UNICEF weer. De waarden zijn: 40 c. -r 10 c., 1 f. 50 c., 2 f. 50 c., 2,50 f. 1 f., 3 f. 1 m. en 6 f. 2 f. Ze zullen tot 31 decem ber aanstaande op alle Belgische post kantoren worden verkocht. OOST-DUITSLAND. Voor de Dag van de postzegel 1960 is een serie van twee waarden, 20 pf. (rood, geel en zwart) en 25 pf. (blauw, grijs en zwart) in circulatie gebracht. De eerste zegel laat twee moderne postauto's zien en de tweede zegel (sperwaarde) een post- wagon uit de negentiende eeuw. De zegels zijn ontworpen door Alex Bengs uit Berlijn. SOMALIA (Voormalig Italiaans So- maliland). In de loop van de maand november zal een serie kinderzegels van vier waarden verschijnen: 0,10 so. een kind tekent een giraffe op een schoolbord, 0,15 so. zebra, 0,25 so. rhi noceros en 3 so. luipaard. De laatste waarde is een luchtpostzegel. TSJECHOSLOW AKIJE. Ter gele genheid van de wedstrijden om het eerste wereldkampioenschap lucht- acrobatiek te Bratislava is een post- yy v| zegel van 60 h. (blauw en blauwvio- violet) in omloop gebracht. De zegel toont een vliegtuig op zijn kop. Het ontwerp is van Karei Vysusil en de gravure van Jan Mracek. POLEN. Naar aanleiding van het vijfde farmaceutische congres in Poz- nan is een postzegel van 60 groszy uit gegeven met het portret van de chemi cus-farmaceut Ignacy Lukasiewicz (18221882). Voorts een zegel van 2,50 zloty voor de honderdste geboortedag van de staatsman en pianovirtuoos Ig nacy Jan Paderewski (18601941). Op de zegel ziet men hem aan de piano. HAÏTI. Honderd jaar geleden aan schouwde de Haïtische componist Oc- cide Jeanty (18601936) het levens licht. Dit feit zal worden herdacht door de uitgifte (op 19 oktober) van een se rie postzegels van vijf waarden. Voor de gewone post zijn het een 0,10, 0,20 en 0,50 gourde en voor de luchtpost een 0,50 en 1,50 gourde. Op alle zegels komt het portret van de componist voor. Er zijn twee achtergronden: de beginre gels van de door hem gecomponeerde militaire mars „1804" en het nationaal paleis. SOVJET-UNIE. Ter herinnering aan de lancering op 19 augustus j.l. van de Spoetnik V, het tweede ruimteschip met dieren, waaronder zich de hondjes „Belka" en „Strelka" bevonden, zijn twee postzegels in omloop gebracht. Op een 40 kop. en een 1 roebel ziet men het ruimteschip in zijn baan om de aar de en de beide hondjes. ARGENTINIë. Een serie van vier waarden is uitgegeven ter gelegenheid van het achtste congres van de post unie van de beide Amerika's en Spanje. De waarden zijn: 1 peso (donkergroen), 1,80 p. (rood), 5 p. (sepia) en 10,70 p. (blauw). Alle zegels dragen dezelfde voorstelling, n.l. het schip van Colum bus, de „Santa Maria", alsmede het embleem van de postunie. JOEGOSLAVIë. Een serie van drie postzegels zal op 23 augustus verschij nen bij gelegenheid van de opening van de eerste Joegoslavische expositie over atoomenergie. De 15 din. laat het cyclo tron „Jozef Stefan" te Ljubljana zien, de 20 din. de neutronen-reactor „Rudjer Boskovic" te Zagreb en de 40 din. de atoomreactor „Boris Kidric" te Belgrado Het Nederlandse schaakteam heeft afge lopen weekeinde op het nippertje van het Engelse gewonnen. Het was een „narrow escape" daar in Vlissingen. De cijfers IOV2 9V2 hadden gemakkelijk omgekeerd kun nen zijn. Maar de Nederlanders bleken net iets sterker te zijn in tijdnood en bovenal iets listiger in verloren stellingen. Twee frappante voorbeelden van het laatste. Kf4 22) Pg4: Ke5: en zwart loopt de witte koning achterna. Zodra deze op a6 slaat, volgt Kc6 en de witte koning is afgesloten. 21) g4-g3 22) Pe5-f3 Kf5-f4 23) Pf3- gl Kf4-e3! (sterker dan g2) 24) Kd5-e5 g3- g2 en wit accepteerde remise, daar zwart zijn paard blijft aanvallen. „Zwendelaar!", voegde een van de team leden ons na afloop toe. Belediging in functie? Het mocht wat! In schaakbargoens betekent dat woord de hoogste lof! w m PU m. WW, w Z/Z///Y/, WW WW, Dit was de afgebroken stand tussen Pen rose en Donner aan het eerste bord in de eerste ronde. Zwart aan zet schijnt voor een hopeloze taak te staan. De hele Neder landse „kolonie" werd ingeschakeld om in het uurtje pauze vóór de hervatting naar een redding te zoeken. Donner raffelde in een ijltempo analyses van 20 zetten diep af, maar kwam steeds een tempo te kort; Nederlands beste eindspelkenner. Cort- lever, schudde meewarig z'n hoofd en haastig te voorschijn getoverde eindspel- boeken brachten geen soulaas. De stelling is een studie waard. De zwarte koning en loper zijn gebonden aan het merkwaardige conglomeraat Rb5, pion a6-c6. Natuurlijk faalt Kb5: op a7. Voorts moet zwart oppassen voor grapjes als 1) c7 Kc7: 2) a7 Kb7 3) Raöf! en wit verovert de zwarte loper. Het ziet er dus naar uit, dat de witte koning straffeloos via d4-e5-f6 de zwarte pionnen op de Koningsvleugel kan gaan benaderen en oppeuzelen. Bovendien kan de koning desgewenst via e5-d6 „switchen" naar de dame-vleugel en dan (na a6-a7) binnendringen op c7. Bij nauwkeurige analyse zal er dan ook voor wit wel winst inzitten. Maar er is een verborgen ressource, welke pas enkele minuten vóór de hervatting vaste vorm kreeg. Het principe is, dat de witte h-pion (en zelfs een dubbelpion op de h-lijn) en de witte (konings) loper niet kunnen win nen tegen de zwarte koning alleen, mits deze tijdig het hoekveld h8 kan bereiken. Het gaat er nu dus om. de witte g-pion af te ruilen of naar de h-lijn te lokken, ver volgens de loper te offeren tegen de pion nen a6 en c6 en tenslotte op tijd op h8 te arriveren. Dit lukte als volgt: 1) h7- h5! 2) Ke3-d4 h5-h4! 3) Kd4-d5 h4-h3! 4) g2xh3 f5-f4 5) Rb5-fl f4-f3 6) Kd5-d6 (zie variant A). f3-f2 7) c6-c7 Rc8-f5. Zwart heeft nog net één tempo beschikbaar. Na tuurlijk faalt 7)Ra6:? 8) Ra6: Ka6: op 9) c8D met schaak. 8) Kd6-e5 Rf5-c8 9) Ke5-e4 Kb6xc7 19) Ke4-e3 Rc8xa6! 11) Rfl-a6 Kc7-d7 12) Ke3xf2 Kd7-e7 en de zwarte koning komt ruimschoots op tijd op h8, zodat wit remise gaf. Scherper is nog variant A, na 5) f3, n.l. als wit de f-pion achterna gaat, dus: 6) Ke4 f2 7) Ke3 Ra6:! 8) Ra6: Kc6: en weer komt de zwarte koning via f8 naar h8. Er zijn ontelbare variaties, maar boven genoemde twee varianten geven een aardig beeld van het principe der redding voor zwart. Wij zijn benieuwd of iemand een duidelijke winstvoortzetting voor wit ont dekt. PROBLEEM MET ZES KAARTEN. Het vorige weekeinde begon de compe titie der meesterklasse viertallen Ned. Bridgebond. Bij de Utrechtse Bridgeclub was de Rotterdamse Bridgekring 1935 op bezoek en in die wedstrijd bleek, hoe be langrijk ook de speeltechniek kan zijn. Enkele malen bleef het Utrechtse team in gebreke bij het vinden van 't goede tegen spel of bij het juiste afspel. Het meest pro blematische geval van de wedstrijd zag er als volgt uit: A B 8 7 9HB85 V H B 8 6 C 1) 31-26 11-17. 2) 43-39 18-23. 3) 40-34 3-9. 4) 35-30 24x35. 5) 33-29 19-24. 6) 29x7 8-12. 7) 7x18 13x42. Ook na C 1) 31-26 11-17 is de uitval 27-21 verloren door 18-22. D 1) 27-21 16x27. 2) 32x21 11-17. 3) 21-16 6-11. 4) 16x7 12x1. 5) 31-26 3-9. 6) 36-31 1-7. 7) 38-32 7-11. 8) 31-27 11-16 en wit staat verloren. Ook is nog mogelijk: D 1) 27-21 16x27. 2) 31x22 18x27. 3) 32x21 11-17. 4) 21-16 3-9. 5) 38-32 gedw. 12-18. 6) 36-31 8-12. 7) 31-26 Mr. Ed. Spanjaard of 43-38, of 43-39 na 6-11 staat wit reeds verloren. Een leerzame studie; wij zijn nieuwsgie rig of er lezers zijn die nog een remise variant kunnen ontdekken. Het tweede voorbeeld kwam voor aan het eerste bord van de competitiewedstrijd DSTODCIJ in 1960. Hierin had zwart belangrijk voordeel, hetgeen uiteindelijk stukwinst opleverde. Maar zwart kon op verschillende ma nieren het voordeel van het stuk af dwingen. En nu is het belangrijk om tijdens het spel te kunnen beoordelen met welke kansen het eindspel wordt ingegaan. 4» 10 6 5 2 C V 4 3 O A 10 9 7 5 5 N W O z 4HV43 9 A 9 7 6 O - 10 9 7 4 2 9 QP 10 2 OHB86432 A V 3 Noord was gever, NZ stonden kwetsbaar. Polak-Slavenburg boden als NZ: noord 1 schoppen - oost past - zuid 2 ruiten - noord 2 harten - zuid 2 SA - noord 3 SA. West speelde <0>10 voor - en oost (schrij ver dezes) moet één kaart opruimen, wat nog onbelangrijk leek - maar het niet was. De «?«2 die wegging had vermoedelijk beter de *3 kunnen zijn, doch misschien vindt een ijverig lezer toch nog een weg, om zuid dan 9 slagen te laten maken. Slavenburg nam ruitenvrouw met de heer over en speelde 4»9 na, oost maakte de 4» Vrouw. Hierna volgde genomen door •?»Aas, waarna zuid Q10 speelde, waarop vlot de QPVrouw, Heer en 7 verschenen. Dit tegenspel bracht de zuidspeler toch niet in de verleiding om met naar de hand te gaan en dan wéér harten te spelen - neen, NZ incasseerden hun slagen in kla veren en deze positie bleef over: 10 6 5 4 3 O A A WW WW m W:. WW éw. m NZ hebben thans 6 slagen, noord is aan slag (3 SA). Het is aardig dit probleem met 6 kaarten eens zelf op te lossen: kunnen NZ bij het beste tegenspel nog 3 slagen maken, of kunnen OW het contract down spelen? Het antwoord vindt u geheel onder de ru briek. Onderhand vertel ik u het resultaat van de andere wedstrijdtafel: noord had daar geopend met 1 harten - oost 1 schop pen - zuid 2 ruiten - west 3 schoppen - ge doubleerd door noord. In principe is nu een troefuitkomst te adviseren, waarna oost zéér blij mag zijn als hij 7 slagen maakt. Zuid koos echter de begrijpelijke uitkomst van CP10 en na duistere gebeurtenissen slaagde oost erin 9 slagen te maken voor een score 530 punten. Daar Slavenburg zijn kwetsbare 3 SA in de NZ-lijn had gewon nen, scoorden de Rotterdamers in totaal 1130 punten 8 matchpunten op dit spel. Antwoord elders op deze pagina. Zwart: 3, 6„ 8, 11, 12, 13, 16, 19, 20, 23, 24. Wit: 26, 27, 28, 32, 35, 36, 38, 39, 42, 44, 48. In de partij had wit als laatste zet 43-39? gespeeld, waarna zwart keurig winnend spel afdwong. 1) 23-29. 2) 39-33 20-25. 3) 48-43 12- 17. 4) 44-39. Het zetje 19-23, 25x34, 8-12, 13-19, 12-18, 17x39, is remise. 4) 29-34. 5) 39x30 25x34. 6) 43-39 gedw. 34x43. 7) 38x49 3-9. Hier is dan zo'n bekende stel ling. Wit heeft slechts een stuk (49) om mee te spelen. Op 42-38 volgt 24-29 16-21. 8) 49-44 8-12. 9) 42-37 gedw. (of 36-31?). Op 44-40 winst door 12-18, 40-34, 18-23 ge wonnen. 9) 12-18. 10) 37-31. Stand, zwart: 6, 9, 11, 13, 16, 17, 18, 19, 24; Wit: 26, 27, 28, 31, 32, 33, 35, 36, 44. Hier kan zwart op tweeërlei manieren stukwinst afdwingen. Winst en het sterkste is 9-14. 11) 44-40 of? 24-30. 12) 35x24 19x30. Waarna wit wel moet besluiten tot 28-23. In de partij offerde wit ook stuk doch het werd juist remise. 10) 37-31 24-29. 11) 33x24 19x30. 12) 35x24 17-21. 13) 26x17 11x33. 14) 31-26 6-11. 15) 32-28 33x31. 16) 36x27 18-23. 17) 44-39 23-28. 18) 24-20 13-19. 19) 39-34 remise. Na het stukoffer van wit en de slag 36x27 is de stand van het eindspel: zwart: 5 stuk ken, 9, 11, 13, 16, 18. Wit: 24, 26, 27, 44. In de partij 18-23. De ex-wereldkampioen P. Roozenburg geeft een scherpe winst aan met 18-22 27x18 13x22. 44-39 22-28. 39-34 28-32. 24-20 32-37 20-15 9-14 en wint. Ook kan nog 18-22 27x18 13x22 24-20 22-28 20-15 9-14 44-39 28-32. 39-33 32-37 33-29. 37-41 29-23 14-20 15x24 41-47 24-19 47-41 en wit kan opgeven. B. Dukel Onderstaande stelling is voorgekomen in de onderlinge wintercompetitie van DCIJ. Dit voorbeeld is leerzaam voor het klas sieke middenspel. WW. HP éi HP É1 HH m WW,: WW WW, WfW wk mm WW. HP Él HP WW. HP mm WW. pp Hi Wm WW HP wk WW Nog veel bonter dan Donner maakte uw schaakmedewerker het. Het paardeindspel van diagram 2 is natuurlijk met een minus pion glad verloren. Wit dreigt Pc5 bene vens een opmars van zijn koning, waarna de pluspion gemakkelijk wint. Zwart be sloot derhalve, een tweede pion te geven, om nog wat in troebel water te kunnen vissen. 1) c6-c5!? 2) b4xc5 Een voudiger was 2) Pc5: Pc5: 3) bc5: Kd7 4) f4! en wit wint het pionneneindspel, hoe wel dit niet bepaald voor de hand ligt. 2) Pd7-b8 3) Pb7-d6 Dit moet direct, omdat het witte paard na 3) Pc6 aan de dekking van a5 gekluisterd is. 3) Pb8-c6 4) Pd6-c4 Pc6-b4; zwart gooit er nog een derde pion tegenaan. 5) Pc4xe5 f7-f6 6) Pe5-c4 Pb4xd3 7) c5-c6 Pd3-b4 8) Kgl-fl Pb4xc6. Twee van de drie pionnen zijn heroverd, maar nog steeds is het witte overwicht voldoende. 9) Kfl-e2 Ke7-e6 10) f2-f4 g7-g6 11) Zwart aan zet staat in deze stelling ge- Ke2-e3 h7-h5 12) g2-g4 h5xg4 13) h3xg4 wonnen. In de partij vervolgde zwart ech- g6-g5! Zwart's beste kans. De overwegin- ter met 18-23 en wit forceerde na 33-29 gen zijn: a) Pc4 moet a5 blijven dekken; 24x42. 35-30 25x34. 40x9. 3x14 43-38 42x22. b) de invalspoorten b4. d4, f4 en h4 voor 27x7 16-21. 7x27 stuk winst. Het eindspel de witte koning zijn afgesloten; c) de is voor wit niet te winnen door 14-20. 45-40 zwarte koning heeft tempozetten op e6-f7- 20-25 enz. hoewel wit toch nog wel had e7-d7. Wit moet dus een pion offeren om moeten doorspelen, met zijn koning binnen te dringen. 14) f4-f5f Ke6-e7 15) e4-e5 f6xe5 16) Maar de (zeer leerzame) winst y/ordt Ke3-e4 Het pleit schijnt beslecht, vanuit de diagramstelling verkregen. Zwart kan het binnendringen van de witte 1) 2-8- Wit heeft vier voortzettingen. koning naar de dame-vleugel niet meer A 43-39. B 27-22 of 27x21. C 31-26. D 27-21 beletten. Maar nu gaat de reductie van het 16x27 31x22. nflcel-dfpcT-e^riT)' Kd5-c5PeTxf5! A 1} 43-39 18-23" 2) 40-34 12-17" 3) 31"26 Zwart's laatste kans. 19) g4x?5 Kf6xfl Wi! 26x17 11x31. 5) 36x27 6-11. 6) 28-22 kan nu niet aanstonds naar a6 gaan, omdat wint. zijn paard niet alleen de twee zwarte pion- B 1) 27-22 18x27. 2) 31x22 (op 32-21 16x27 nen kan tegenhouden. Dus: 20) Kc5-d5 g5- 31x22 wint 12-17). 2) 12-17. 3) 43-39 g4 21) Pc4xe5Onvoldoende is 21) Pe3f 19-23. 4) 23x30 25x43 en x37 wint. •pejjuoo ;aq snp uauunw ZN. ^uaqeui ;aiu nu AVO uannz ua§eisua:jJEq g uep jaan 'uaiaeq aaaM l^ajl ua paoou }uiaau uep '(aaaH 3P -jooA Ciq) eu :paaip 'uaqqaq a; uauiouag ajsaaa ap eu '}soo iiaads uaoquaddoqos ap }aui paoou ;§ioaj3A 'qaadsgnaa; eu ua sevc?) usp Ciq sje ua dooqpaog ;uiaau H W Filarski Is00 ^P-10011 l!n ua;jeq uaa uba uajads -jooA i si guuaoA^suiAv aaaqaz agiua aa •uagCtaq uagBisuad -doqos z apauisiB uajaeq ut geys uaa gou aisuiuiuai ZN uannz uep '.iaaH«j» ap ïaui jaogflj» 'jai;noj 'isoo luiaa^j -uagCuq uageis f >100 AVO -ioopjEBAY 'eu aaaH# Rasds ua dooqpaog isoo luiaau usp laui uaqqaq a; iqeBuiag aaog^ eu paoou igjoAjaA 'uag -bis f uaqeui AVO na uaiadsfiq aaaH«i» nep 'sbvv laui uep paoou ^gjoAjaA "uauiau ^aiu }soo laoux 'qaads aaogtj» paoou siv :(ua$mm 9 ?aui uiaaiqoid) ONISSOTdO Over een afstand van twintig kilometer langs de Rijn ontstaan langzaam maar zeker vier nieuwe steden, die nog geen naam hebben. Het begint ten noorden van Keulen met een nieuwe stad voor 100.000 inwoners, dan bij Dusseldorp-zuid (30.000), bij Steinbüchel (20.000) en tenslotte bij Le- verküsen (15.000). Deze satellietsteden moe ten de grote steden in het Ruhrgebied ont lasten en de steeds maar dikker worden de stroom mensen opvangen. Men is met de bouw van deze steden zo onopvallende mogelijk begonnen om te vermijden dat grondspeculanten hier hun slag zouden slaan. De vlak bij de Limburgse grens gelegen Westduitse stad Aken (160.000 inwoners) heeft secure rekenaars. Zij hebben uitge rekend dat er per jaar door de stedelijke werksters 6300 dweilen, 650 poetsdoeken, 450 zeemlerenlappen en 700 borstels ver bruikt worden. Voorts 620 emmers groene zeep, 3000 kg zeeppoeder en 730 flessen poetsspullen. De ambtenaren van de stad wassen zich met 4650 stukken zeep. Op de stedelijke toiletten zijn 45.000 rollen toilet papier nodig. Ook de paperclips werden niet vergeten: men heeft er per jaar 300.000 nodig. Heel lang geleden woonde er in het land van Hommeldam eens een koning. Koning Carolus heette hij. Erg wijs en goed was hij, maar één ding was een beetje vreemd. Koning Carolus hield niet van appelen. Hij had ze nog nooit geproefd, en hij wist ook niet hoe ze er uit zagen, maar hij vond ze naar. Als hij een reis door Hommeldam maak te, moesten de mensen alle appelen van hun bomen plukken en in grote zakken stoppen want de koning wilde ze zelfs niet zien. Dat was erg dom, want appe len zijn niet alleen erg lekker maar ook erg gezond, dat weten jullie na tuurlijk ook wel. En nu gebeurde het dat op een goe de of beter gezegd op een kwade dag, Koning Carolus ziek werd. Dok ter Wimpel werd geroepen, en toen de ze de koning onderzocht had zei hij: „Sire, 't spijt mij dat ik 't zeggen moet, maar er bestaan geen medicijnen die U beter kunnen maken. Alleen „Wat alleen.." vroeg de koning. Zeg het maar Wimpel." Even aarzelde Dok ter Wimpel nog, maar toen zei hij „Ap pelen Sire. Alleen appelen kunnen U beter maken„Loop rond" zei de koning kwaad. „Appelen, maar man, hoe verzin je het. Ik word al naar als ik er aan denk. Er is vast wel iets anders te vinden dat me beter kan ma ken. Vooruit Wimpel, denk nog eens goed na." „Ja, maar Sire," waagde Dokter Wimpel nog eens, „U weet niet eens hoe ze smaken.." „Denk na" be val Koning Carolus, „géén appelen brrr.Maar hoe Dokter Wimpel ook dacht en dacht, hij kon geen ander ge neesmiddel voor de zieke koning vinden En Koning Carolus, die anders altijd zo wijs was, -was nu dom. .oliedom.-Hij at geen appelen en werd zieker en zie ker. Hij probeerde het nog met wonder olie en levertraan, maar nee hoor. Hij was ziek en bleef ziek. Ja, het werd zelfs elke dag erger. De mensen van Hommeldam waren er erg verdrietig over, dat begrijpen jullie, maar nie mand of niets kon de koning helpen. Alleen appelen OP EEN DONKERE AVOND klopte er een vreemd mannetje op de deur van 't koninklijk paleis. Hij had lange grij ze haren en een mooie golvende baard. Een geruite zak hing op zijn rug. Toen een dienaar van de koning de deur open deed zie het vreemde mannetje: „Ik ben Stimpel uit Turmalije, en ik kom de koning beter maken." „Koning Caro- j| lus wordt niet beter" antwoordde de dienaar „want hij wil geen appelen eten" „Appelen, appelen" zei Stimpel verach telijk. „Wat zijn appelen? Hippels moet hij eten. Dat helpt altijd. Breng me bij de Koning!" En zo gebeurde het dat het vreem de mannetje met de geruite zak op zijn rug naar Koning Carolus werd gebracht. „Sire", zei de dienaar ter wijl hij een diepe buiging maakte, „hier is Stimpel uit Turmalije, en hij komt U beter maken." „Ik vind alles goed" sprak de koning, "als ik maar geen appelen behoef te eten". „Nee, nee Hoogheid" antwoordde Stimpel vlug. „Geen appelen. Hippels moet U eten. Heerlijke Hippels. Wilt U dat?" „Maken die hippels me werkelijk weer beter?" informeerde de koning voorzichtig. „Ab soluut zeker, Hoogheid. Ik ga ze direct voor U klaarmaken. Na het eerste bord je hippels zult U merken dat het beter gaat." En opgewekt stapte Stimpel ach ter de dienaar naar de keuken. „Allemaal weg jullie", zei hij ge wichtig tot de kok en de knechten. „Ik ga hippels klaar maken om de koning beter te maken." En omdat ze allemaal zo graag wilden dat hun koning beter werd, gingen ze gehoorzaam de keuken uit. Alleen gebleven pakte Stimpel drie hip pels uit zijn geruite zak, schilde ze en sneed ze toen in kleine stukjes. Hij deed ze op een bord en goot er toen frambo zenlimonade overheen. Het zag er smakelijk uit. „Ziezo" zei hij, en zet te het bord op een zilveren dienblad. Een gouden lepel uit de kast er naast en klaar was 't. Toen bracht hij het voorzichtig naar koning Carolus, die al ongeduldig lag te wachten, want al was hij dan zo dom om geen appelen te willen eten, hij wilde toch wel erg graag beter worden. „Ziehier Hoogheid", zei Stimpel, „Uw hippels". En hij boog daarbij zo diep, dat z'n baard haast in het bord terecht kwam, maar dat zag de koning gelukkig niet. Hij ging rechtop in bed zitten, pakte de lepel en nam een hapje. Hij proefde eens goed en nam nog een hapje en nog een.en nog een.„Ver rukkelijk Stimpel" zei hij genietend. „Werkelijk heerlijk.." en binnen vijf minuten was 't hele bord leeg. „Ik voel me nu al beter. Meer wil ik heb ben. Nog een bord van die hippels Stim pel!!!" En toen koning Carolus ook het tweede bord had leeggegeten stapte hij zijn bed uit en maakte een paar vro lijke danspassen. Hij was helemaal be ter. EN JUIST TOEN Koning Carolus zo vrolijk aan het dansen was ging de deur open en kwam Dokter Wimpel binnen „Ha, Dokter Wimpel!" riep de koning opgewekt. „En hoe vind je dat? Appelen moest ik eten hè om beter te worden. Maar wat zou je zeggen van hippels? Twee borden hippels, en ik ben weer beter!!" „Ja," beaamde Stim pel. „Dat is waar. Hippels zijn heer lijk en gezond en helpen voor alles". „Hippels?" vroeg Dokter Wimpel. „Wat zijn dat?" „Ik ga ze halen, ik laat ze u zien", zei Stimpel en rende met wap perende haren de kamer uit. Twee mi nuten later was hij weer terug en met een blij gezicht liet hij de hippels aan Dokter Wimpel zien. „Hippels?" vroeg deze verbaasd. „Hip pels? Maar m'n goeie man dat zijn im mers appelen? „Wat appelen", zei Stim pel. „Dat zijn heerlijke hippels uit mijn eigen tuin in Turmalije! „Appelen" hield Dokter Wimpel vol. „Hippels" zei Stimpel. „Stil eens, jullie" zei toen koning Caro lus. Haal mijn wijze raadsman. Hij zal weten wat het zijn. De raadsman kwam en toen hij even gekeken had begon hij te lachen. „Waren de hippels lekker Si re? vroeg hij. „Erg lekker" zei de ko ning. „Verrukkelijk!" „Nu dan," zei de raadsman. „Hippels uit Turmalije zijn appelen uit Hommel dam, 't Zijn dezelfde vruchten, alleen heten ze hier anders dan in het land van Stimpel. „Nee maarzei Stimpel ver baasd. „Det wist ik niet. Mijn heerlijke hippels-appelen? Hoe bestaat het." „Hoe bestaat het", zei ook Koning Carolus zacht. „Ik heb dus appelen ge geten. Wat ben ik altijd dom geweest. Hippels of appelenze zijn ver rukkelijk En zo leerde Koning Carolus appelen eten. Hij at ze 's morgens en 's mid dags en 's avonds, en hij is nooit meer ziek geweest. Matty van der Burgh-Aüeda Zitten de poppen op een rij? Ziezo, dan komt de juf erbij. Kijk, wat is die juffrouw nét! Ze heeft haar bril al opgezet. Beertje, vlug, vertel eens even Hoeveel is nu drie en zeven Maar, ach jeetje, wat verdriet 't Arme beertje weet het niet. „Kom" zegt de juf „jij berenbeest!" Ze is nog nooit zo streng geweest En beertje wordt een beetje bang. Een traan loopt langs zijn berewang. Ach, lieve help, de juffrouw vindt Hem maar een heel klein berekind. Ze fluistert vlug in beertjes oor „Het geeft niet, hoor, het geeft niet hoor Het was toch immers maar een spel! Ach, beertje, kom, dat weet je wel. Heus, schooltje spelen is zo fijn, Maar jij bent echt nog wat te klein! Marjan van Beek

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 16