FILATELIE
HP
11
A
A
s
s
u
IP
S
9
Hi
IK
9
s
9
fill
H
9
n
s
jU
S
9
B
B
B
1
B
B
s
Bf
B
B
B
JU
8
B
B
Hf
ÉI
B
Hi
B
B
HR
fff
B
gg
B
B
S
H!
S
9
IP
B
ill
s
9
Éi
5
9
9
B
9
9
HP
B
B
in
8
8
B
S
B
B
if
B
B
B
B
NIEUWE STEDEN
SECUUR
A
m
m
9
11
H
11
Hf
Hi
A
A
jjj
If
III
nu
Hi
ÜJ
JJf
s
Hf
PP
iü
IP
A
A
Dammen
ZATERDAG 15 OKTOBER 1960
Erbij
PAGINA VIER
HP
WW
HP
WW
HP
PP
fl
Schooltje speleo
BELGIë. Met toeslag ten bate van
het Belgisch Comité voor UNICEF, het
internationale noodfonds voor kinde
ren, is een serie van zes postzegels ver
schenen. De zegels geven verschillen
de activiteiten van UNICEF weer. De
waarden zijn: 40 c. -r 10 c., 1 f. 50 c.,
2 f. 50 c., 2,50 f. 1 f., 3 f. 1 m.
en 6 f. 2 f. Ze zullen tot 31 decem
ber aanstaande op alle Belgische post
kantoren worden verkocht.
OOST-DUITSLAND. Voor de Dag
van de postzegel 1960 is een serie van
twee waarden, 20 pf. (rood, geel en
zwart) en 25 pf. (blauw, grijs en zwart)
in circulatie gebracht. De eerste zegel
laat twee moderne postauto's zien en
de tweede zegel (sperwaarde) een post-
wagon uit de negentiende eeuw. De
zegels zijn ontworpen door Alex Bengs
uit Berlijn.
SOMALIA (Voormalig Italiaans So-
maliland). In de loop van de maand
november zal een serie kinderzegels
van vier waarden verschijnen: 0,10 so.
een kind tekent een giraffe op een
schoolbord, 0,15 so. zebra, 0,25 so. rhi
noceros en 3 so. luipaard. De laatste
waarde is een luchtpostzegel.
TSJECHOSLOW AKIJE. Ter gele
genheid van de wedstrijden om het
eerste wereldkampioenschap lucht-
acrobatiek te Bratislava is een post-
yy v|
zegel van 60 h. (blauw en blauwvio-
violet) in omloop gebracht. De zegel
toont een vliegtuig op zijn kop. Het
ontwerp is van Karei Vysusil en de
gravure van Jan Mracek.
POLEN. Naar aanleiding van het
vijfde farmaceutische congres in Poz-
nan is een postzegel van 60 groszy uit
gegeven met het portret van de chemi
cus-farmaceut Ignacy Lukasiewicz
(18221882). Voorts een zegel van 2,50
zloty voor de honderdste geboortedag
van de staatsman en pianovirtuoos Ig
nacy Jan Paderewski (18601941). Op
de zegel ziet men hem aan de piano.
HAÏTI. Honderd jaar geleden aan
schouwde de Haïtische componist Oc-
cide Jeanty (18601936) het levens
licht. Dit feit zal worden herdacht door
de uitgifte (op 19 oktober) van een se
rie postzegels van vijf waarden. Voor
de gewone post zijn het een 0,10, 0,20
en 0,50 gourde en voor de luchtpost een
0,50 en 1,50 gourde. Op alle zegels komt
het portret van de componist voor. Er
zijn twee achtergronden: de beginre
gels van de door hem gecomponeerde
militaire mars „1804" en het nationaal
paleis.
SOVJET-UNIE. Ter herinnering aan
de lancering op 19 augustus j.l. van de
Spoetnik V, het tweede ruimteschip met
dieren, waaronder zich de hondjes
„Belka" en „Strelka" bevonden, zijn
twee postzegels in omloop gebracht. Op
een 40 kop. en een 1 roebel ziet men
het ruimteschip in zijn baan om de aar
de en de beide hondjes.
ARGENTINIë. Een serie van vier
waarden is uitgegeven ter gelegenheid
van het achtste congres van de post
unie van de beide Amerika's en Spanje.
De waarden zijn: 1 peso (donkergroen),
1,80 p. (rood), 5 p. (sepia) en 10,70 p.
(blauw). Alle zegels dragen dezelfde
voorstelling, n.l. het schip van Colum
bus, de „Santa Maria", alsmede het
embleem van de postunie.
JOEGOSLAVIë. Een serie van drie
postzegels zal op 23 augustus verschij
nen bij gelegenheid van de opening van
de eerste Joegoslavische expositie over
atoomenergie. De 15 din. laat het cyclo
tron „Jozef Stefan" te Ljubljana zien,
de 20 din. de neutronen-reactor „Rudjer
Boskovic" te Zagreb en de 40 din. de
atoomreactor „Boris Kidric" te Belgrado
Het Nederlandse schaakteam heeft afge
lopen weekeinde op het nippertje van het
Engelse gewonnen. Het was een „narrow
escape" daar in Vlissingen. De cijfers IOV2
9V2 hadden gemakkelijk omgekeerd kun
nen zijn. Maar de Nederlanders bleken net
iets sterker te zijn in tijdnood en bovenal
iets listiger in verloren stellingen.
Twee frappante voorbeelden van het
laatste.
Kf4 22) Pg4: Ke5: en zwart loopt de witte
koning achterna. Zodra deze op a6 slaat,
volgt Kc6 en de witte koning is afgesloten.
21) g4-g3 22) Pe5-f3 Kf5-f4 23) Pf3-
gl Kf4-e3! (sterker dan g2) 24) Kd5-e5 g3-
g2 en wit accepteerde remise, daar zwart
zijn paard blijft aanvallen.
„Zwendelaar!", voegde een van de team
leden ons na afloop toe. Belediging in
functie? Het mocht wat! In schaakbargoens
betekent dat woord de hoogste lof!
w
m
PU
m.
WW,
w
Z/Z///Y/,
WW
WW,
Dit was de afgebroken stand tussen Pen
rose en Donner aan het eerste bord in de
eerste ronde. Zwart aan zet schijnt voor
een hopeloze taak te staan. De hele Neder
landse „kolonie" werd ingeschakeld om in
het uurtje pauze vóór de hervatting naar
een redding te zoeken. Donner raffelde in
een ijltempo analyses van 20 zetten diep af,
maar kwam steeds een tempo te kort;
Nederlands beste eindspelkenner. Cort-
lever, schudde meewarig z'n hoofd en
haastig te voorschijn getoverde eindspel-
boeken brachten geen soulaas.
De stelling is een studie waard. De
zwarte koning en loper zijn gebonden aan
het merkwaardige conglomeraat Rb5, pion
a6-c6. Natuurlijk faalt Kb5: op a7. Voorts
moet zwart oppassen voor grapjes als 1)
c7 Kc7: 2) a7 Kb7 3) Raöf! en wit verovert
de zwarte loper.
Het ziet er dus naar uit, dat de witte
koning straffeloos via d4-e5-f6 de zwarte
pionnen op de Koningsvleugel kan gaan
benaderen en oppeuzelen. Bovendien kan
de koning desgewenst via e5-d6 „switchen"
naar de dame-vleugel en dan (na a6-a7)
binnendringen op c7.
Bij nauwkeurige analyse zal er dan ook
voor wit wel winst inzitten. Maar er is
een verborgen ressource, welke pas enkele
minuten vóór de hervatting vaste vorm
kreeg. Het principe is, dat de witte h-pion
(en zelfs een dubbelpion op de h-lijn) en
de witte (konings) loper niet kunnen win
nen tegen de zwarte koning alleen, mits
deze tijdig het hoekveld h8 kan bereiken.
Het gaat er nu dus om. de witte g-pion af
te ruilen of naar de h-lijn te lokken, ver
volgens de loper te offeren tegen de pion
nen a6 en c6 en tenslotte op tijd op h8 te
arriveren. Dit lukte als volgt: 1) h7-
h5! 2) Ke3-d4 h5-h4! 3) Kd4-d5 h4-h3! 4)
g2xh3 f5-f4 5) Rb5-fl f4-f3 6) Kd5-d6 (zie
variant A). f3-f2 7) c6-c7 Rc8-f5. Zwart
heeft nog net één tempo beschikbaar. Na
tuurlijk faalt 7)Ra6:? 8) Ra6: Ka6: op
9) c8D met schaak. 8) Kd6-e5 Rf5-c8 9)
Ke5-e4 Kb6xc7 19) Ke4-e3 Rc8xa6! 11)
Rfl-a6 Kc7-d7 12) Ke3xf2 Kd7-e7 en de
zwarte koning komt ruimschoots op tijd op
h8, zodat wit remise gaf. Scherper is nog
variant A, na 5) f3, n.l. als wit de
f-pion achterna gaat, dus: 6) Ke4 f2 7) Ke3
Ra6:! 8) Ra6: Kc6: en weer komt de zwarte
koning via f8 naar h8.
Er zijn ontelbare variaties, maar boven
genoemde twee varianten geven een aardig
beeld van het principe der redding voor
zwart. Wij zijn benieuwd of iemand een
duidelijke winstvoortzetting voor wit ont
dekt.
PROBLEEM MET ZES KAARTEN.
Het vorige weekeinde begon de compe
titie der meesterklasse viertallen Ned.
Bridgebond. Bij de Utrechtse Bridgeclub
was de Rotterdamse Bridgekring 1935 op
bezoek en in die wedstrijd bleek, hoe be
langrijk ook de speeltechniek kan zijn.
Enkele malen bleef het Utrechtse team in
gebreke bij het vinden van 't goede tegen
spel of bij het juiste afspel. Het meest pro
blematische geval van de wedstrijd zag er
als volgt uit:
A B 8 7
9HB85
V
H B 8 6
C 1) 31-26 11-17. 2) 43-39 18-23. 3) 40-34
3-9. 4) 35-30 24x35. 5) 33-29 19-24. 6) 29x7
8-12. 7) 7x18 13x42. Ook na C 1) 31-26 11-17
is de uitval 27-21 verloren door 18-22.
D 1) 27-21 16x27. 2) 32x21 11-17. 3) 21-16
6-11. 4) 16x7 12x1. 5) 31-26 3-9. 6) 36-31 1-7.
7) 38-32 7-11. 8) 31-27 11-16 en wit staat
verloren.
Ook is nog mogelijk: D 1) 27-21 16x27.
2) 31x22 18x27. 3) 32x21 11-17. 4) 21-16 3-9.
5) 38-32 gedw. 12-18. 6) 36-31 8-12. 7) 31-26
Mr. Ed. Spanjaard of 43-38, of 43-39 na 6-11 staat wit reeds
verloren.
Een leerzame studie; wij zijn nieuwsgie
rig of er lezers zijn die nog een remise
variant kunnen ontdekken.
Het tweede voorbeeld kwam voor aan
het eerste bord van de competitiewedstrijd
DSTODCIJ in 1960. Hierin had zwart
belangrijk voordeel, hetgeen uiteindelijk
stukwinst opleverde.
Maar zwart kon op verschillende ma
nieren het voordeel van het stuk af
dwingen. En nu is het belangrijk om tijdens
het spel te kunnen beoordelen met welke
kansen het eindspel wordt ingegaan.
4» 10 6 5 2
C V 4 3
O A 10 9 7 5
5
N
W O
z
4HV43
9 A 9 7 6
O -
10 9 7 4 2
9
QP 10 2
OHB86432
A V 3
Noord was gever, NZ stonden kwetsbaar.
Polak-Slavenburg boden als NZ: noord 1
schoppen - oost past - zuid 2 ruiten - noord
2 harten - zuid 2 SA - noord 3 SA.
West speelde <0>10 voor - en oost (schrij
ver dezes) moet één kaart opruimen, wat
nog onbelangrijk leek - maar het niet was.
De «?«2 die wegging had vermoedelijk beter
de *3 kunnen zijn, doch misschien vindt
een ijverig lezer toch nog een weg, om zuid
dan 9 slagen te laten maken.
Slavenburg nam ruitenvrouw met de
heer over en speelde 4»9 na, oost maakte de
4» Vrouw. Hierna volgde genomen door
•?»Aas, waarna zuid Q10 speelde, waarop
vlot de QPVrouw, Heer en 7 verschenen. Dit
tegenspel bracht de zuidspeler toch niet
in de verleiding om met naar de hand
te gaan en dan wéér harten te spelen -
neen, NZ incasseerden hun slagen in kla
veren en deze positie bleef over:
10 6 5
4 3
O A
A
WW
WW
m
W:.
WW
éw.
m
NZ hebben thans 6 slagen, noord is aan
slag (3 SA). Het is aardig dit probleem met
6 kaarten eens zelf op te lossen: kunnen NZ
bij het beste tegenspel nog 3 slagen maken,
of kunnen OW het contract down spelen?
Het antwoord vindt u geheel onder de ru
briek. Onderhand vertel ik u het resultaat
van de andere wedstrijdtafel: noord had
daar geopend met 1 harten - oost 1 schop
pen - zuid 2 ruiten - west 3 schoppen - ge
doubleerd door noord. In principe is nu een
troefuitkomst te adviseren, waarna oost
zéér blij mag zijn als hij 7 slagen maakt.
Zuid koos echter de begrijpelijke uitkomst
van CP10 en na duistere gebeurtenissen
slaagde oost erin 9 slagen te maken voor
een score 530 punten. Daar Slavenburg zijn
kwetsbare 3 SA in de NZ-lijn had gewon
nen, scoorden de Rotterdamers in totaal
1130 punten 8 matchpunten op dit spel.
Antwoord elders op deze pagina.
Zwart: 3, 6„ 8, 11, 12, 13, 16, 19, 20, 23, 24.
Wit: 26, 27, 28, 32, 35, 36, 38, 39, 42, 44, 48.
In de partij had wit als laatste zet 43-39?
gespeeld, waarna zwart keurig winnend
spel afdwong.
1) 23-29. 2) 39-33 20-25. 3) 48-43 12-
17. 4) 44-39. Het zetje 19-23, 25x34, 8-12,
13-19, 12-18, 17x39, is remise. 4) 29-34.
5) 39x30 25x34. 6) 43-39 gedw. 34x43. 7)
38x49 3-9. Hier is dan zo'n bekende stel
ling. Wit heeft slechts een stuk (49) om mee
te spelen. Op 42-38 volgt 24-29 16-21. 8)
49-44 8-12. 9) 42-37 gedw. (of 36-31?). Op
44-40 winst door 12-18, 40-34, 18-23 ge
wonnen. 9) 12-18. 10) 37-31. Stand,
zwart: 6, 9, 11, 13, 16, 17, 18, 19, 24; Wit:
26, 27, 28, 31, 32, 33, 35, 36, 44.
Hier kan zwart op tweeërlei manieren
stukwinst afdwingen. Winst en het sterkste
is 9-14. 11) 44-40 of? 24-30. 12) 35x24 19x30.
Waarna wit wel moet besluiten tot 28-23.
In de partij offerde wit ook stuk doch het
werd juist remise. 10) 37-31 24-29. 11) 33x24
19x30. 12) 35x24 17-21. 13) 26x17 11x33. 14)
31-26 6-11. 15) 32-28 33x31. 16) 36x27 18-23.
17) 44-39 23-28. 18) 24-20 13-19. 19) 39-34
remise.
Na het stukoffer van wit en de slag 36x27
is de stand van het eindspel: zwart: 5 stuk
ken, 9, 11, 13, 16, 18. Wit: 24, 26, 27, 44. In
de partij 18-23. De ex-wereldkampioen P.
Roozenburg geeft een scherpe winst aan
met 18-22 27x18 13x22. 44-39 22-28. 39-34
28-32. 24-20 32-37 20-15 9-14 en wint. Ook
kan nog 18-22 27x18 13x22 24-20 22-28 20-15
9-14 44-39 28-32. 39-33 32-37 33-29. 37-41
29-23 14-20 15x24 41-47 24-19 47-41 en wit
kan opgeven.
B. Dukel
Onderstaande stelling is voorgekomen in
de onderlinge wintercompetitie van DCIJ.
Dit voorbeeld is leerzaam voor het klas
sieke middenspel.
WW.
HP
éi
HP
É1
HH
m
WW,:
WW
WW,
WfW
wk
mm
WW.
HP
Él
HP
WW.
HP
mm
WW.
pp
Hi
Wm
WW
HP
wk
WW
Nog veel bonter dan Donner maakte uw
schaakmedewerker het. Het paardeindspel
van diagram 2 is natuurlijk met een minus
pion glad verloren. Wit dreigt Pc5 bene
vens een opmars van zijn koning, waarna
de pluspion gemakkelijk wint. Zwart be
sloot derhalve, een tweede pion te geven,
om nog wat in troebel water te kunnen
vissen.
1) c6-c5!? 2) b4xc5 Een
voudiger was 2) Pc5: Pc5: 3) bc5: Kd7 4)
f4! en wit wint het pionneneindspel, hoe
wel dit niet bepaald voor de hand ligt.
2) Pd7-b8 3) Pb7-d6 Dit moet
direct, omdat het witte paard na 3)
Pc6 aan de dekking van a5 gekluisterd is.
3) Pb8-c6 4) Pd6-c4 Pc6-b4; zwart
gooit er nog een derde pion tegenaan. 5)
Pc4xe5 f7-f6 6) Pe5-c4 Pb4xd3 7) c5-c6
Pd3-b4 8) Kgl-fl Pb4xc6. Twee van de
drie pionnen zijn heroverd, maar nog
steeds is het witte overwicht voldoende.
9) Kfl-e2 Ke7-e6 10) f2-f4 g7-g6 11) Zwart aan zet staat in deze stelling ge-
Ke2-e3 h7-h5 12) g2-g4 h5xg4 13) h3xg4 wonnen. In de partij vervolgde zwart ech-
g6-g5! Zwart's beste kans. De overwegin- ter met 18-23 en wit forceerde na 33-29
gen zijn: a) Pc4 moet a5 blijven dekken; 24x42. 35-30 25x34. 40x9. 3x14 43-38 42x22.
b) de invalspoorten b4. d4, f4 en h4 voor 27x7 16-21. 7x27 stuk winst. Het eindspel
de witte koning zijn afgesloten; c) de is voor wit niet te winnen door 14-20. 45-40
zwarte koning heeft tempozetten op e6-f7- 20-25 enz. hoewel wit toch nog wel had
e7-d7. Wit moet dus een pion offeren om moeten doorspelen,
met zijn koning binnen te dringen.
14) f4-f5f Ke6-e7 15) e4-e5 f6xe5 16) Maar de (zeer leerzame) winst y/ordt
Ke3-e4 Het pleit schijnt beslecht, vanuit de diagramstelling verkregen.
Zwart kan het binnendringen van de witte 1) 2-8- Wit heeft vier voortzettingen.
koning naar de dame-vleugel niet meer A 43-39. B 27-22 of 27x21. C 31-26. D 27-21
beletten. Maar nu gaat de reductie van het 16x27 31x22.
nflcel-dfpcT-e^riT)' Kd5-c5PeTxf5! A 1} 43-39 18-23" 2) 40-34 12-17" 3) 31"26
Zwart's laatste kans. 19) g4x?5 Kf6xfl Wi! 26x17 11x31. 5) 36x27 6-11. 6) 28-22
kan nu niet aanstonds naar a6 gaan, omdat wint.
zijn paard niet alleen de twee zwarte pion- B 1) 27-22 18x27. 2) 31x22 (op 32-21 16x27
nen kan tegenhouden. Dus: 20) Kc5-d5 g5- 31x22 wint 12-17). 2) 12-17. 3) 43-39
g4 21) Pc4xe5Onvoldoende is 21) Pe3f 19-23. 4) 23x30 25x43 en x37 wint.
•pejjuoo ;aq
snp uauunw ZN. ^uaqeui ;aiu nu AVO uannz
ua§eisua:jJEq g uep jaan 'uaiaeq aaaM
l^ajl ua paoou }uiaau uep '(aaaH 3P
-jooA Ciq) eu :paaip 'uaqqaq a; uauiouag
ajsaaa ap eu '}soo iiaads uaoquaddoqos
ap }aui paoou ;§ioaj3A 'qaadsgnaa; eu
ua sevc?) usp Ciq sje ua dooqpaog ;uiaau
H W Filarski Is00 ^P-10011 l!n ua;jeq uaa uba uajads
-jooA i si guuaoA^suiAv aaaqaz agiua aa
•uagCtaq uagBisuad
-doqos z apauisiB uajaeq ut geys uaa gou
aisuiuiuai ZN uannz uep '.iaaH«j» ap ïaui
jaogflj» 'jai;noj 'isoo luiaa^j -uagCuq uageis
f >100 AVO -ioopjEBAY 'eu aaaH# Rasds ua
dooqpaog isoo luiaau usp laui uaqqaq
a; iqeBuiag aaog^ eu paoou igjoAjaA 'uag
-bis f uaqeui AVO na uaiadsfiq aaaH«i» nep
'sbvv laui uep paoou ^gjoAjaA "uauiau
^aiu }soo laoux 'qaads aaogtj» paoou siv
:(ua$mm 9 ?aui uiaaiqoid) ONISSOTdO
Over een afstand van twintig kilometer
langs de Rijn ontstaan langzaam maar
zeker vier nieuwe steden, die nog geen
naam hebben. Het begint ten noorden van
Keulen met een nieuwe stad voor 100.000
inwoners, dan bij Dusseldorp-zuid (30.000),
bij Steinbüchel (20.000) en tenslotte bij Le-
verküsen (15.000). Deze satellietsteden moe
ten de grote steden in het Ruhrgebied ont
lasten en de steeds maar dikker worden
de stroom mensen opvangen. Men is met
de bouw van deze steden zo onopvallende
mogelijk begonnen om te vermijden dat
grondspeculanten hier hun slag zouden
slaan.
De vlak bij de Limburgse grens gelegen
Westduitse stad Aken (160.000 inwoners)
heeft secure rekenaars. Zij hebben uitge
rekend dat er per jaar door de stedelijke
werksters 6300 dweilen, 650 poetsdoeken,
450 zeemlerenlappen en 700 borstels ver
bruikt worden. Voorts 620 emmers groene
zeep, 3000 kg zeeppoeder en 730 flessen
poetsspullen. De ambtenaren van de stad
wassen zich met 4650 stukken zeep. Op de
stedelijke toiletten zijn 45.000 rollen toilet
papier nodig. Ook de paperclips werden
niet vergeten: men heeft er per jaar 300.000
nodig.
Heel lang geleden woonde er in het
land van Hommeldam eens een koning.
Koning Carolus heette hij. Erg wijs
en goed was hij, maar één ding was
een beetje vreemd. Koning Carolus hield
niet van appelen. Hij had ze nog nooit
geproefd, en hij wist ook niet hoe ze
er uit zagen, maar hij vond ze naar.
Als hij een reis door Hommeldam maak
te, moesten de mensen alle appelen van
hun bomen plukken en in grote zakken
stoppen want de koning wilde ze zelfs
niet zien. Dat was erg dom, want appe
len zijn niet alleen erg lekker maar
ook erg gezond, dat weten jullie na
tuurlijk ook wel.
En nu gebeurde het dat op een goe
de of beter gezegd op een kwade
dag, Koning Carolus ziek werd. Dok
ter Wimpel werd geroepen, en toen de
ze de koning onderzocht had zei hij:
„Sire, 't spijt mij dat ik 't zeggen moet,
maar er bestaan geen medicijnen die
U beter kunnen maken. Alleen
„Wat alleen.." vroeg de koning. Zeg
het maar Wimpel." Even aarzelde Dok
ter Wimpel nog, maar toen zei hij „Ap
pelen Sire. Alleen appelen kunnen U
beter maken„Loop rond" zei de
koning kwaad. „Appelen, maar man,
hoe verzin je het. Ik word al naar als
ik er aan denk. Er is vast wel iets
anders te vinden dat me beter kan ma
ken. Vooruit Wimpel, denk nog eens
goed na." „Ja, maar Sire," waagde
Dokter Wimpel nog eens, „U weet niet
eens hoe ze smaken.." „Denk na" be
val Koning Carolus, „géén appelen
brrr.Maar hoe Dokter Wimpel ook
dacht en dacht, hij kon geen ander ge
neesmiddel voor de zieke koning vinden
En Koning Carolus, die anders altijd
zo wijs was, -was nu dom. .oliedom.-Hij
at geen appelen en werd zieker en zie
ker. Hij probeerde het nog met wonder
olie en levertraan, maar nee hoor. Hij
was ziek en bleef ziek. Ja, het werd
zelfs elke dag erger. De mensen van
Hommeldam waren er erg verdrietig
over, dat begrijpen jullie, maar nie
mand of niets kon de koning helpen.
Alleen appelen
OP EEN DONKERE AVOND klopte
er een vreemd mannetje op de deur van
't koninklijk paleis. Hij had lange grij
ze haren en een mooie golvende baard.
Een geruite zak hing op zijn rug. Toen
een dienaar van de koning de deur open
deed zie het vreemde mannetje: „Ik
ben Stimpel uit Turmalije, en ik kom
de koning beter maken." „Koning Caro-
j| lus wordt niet beter" antwoordde de
dienaar „want hij wil geen appelen eten"
„Appelen, appelen" zei Stimpel verach
telijk. „Wat zijn appelen? Hippels moet
hij eten. Dat helpt altijd. Breng me
bij de Koning!"
En zo gebeurde het dat het vreem
de mannetje met de geruite zak op
zijn rug naar Koning Carolus werd
gebracht. „Sire", zei de dienaar ter
wijl hij een diepe buiging maakte, „hier
is Stimpel uit Turmalije, en hij komt
U beter maken." „Ik vind alles goed"
sprak de koning, "als ik maar geen
appelen behoef te eten". „Nee, nee
Hoogheid" antwoordde Stimpel vlug.
„Geen appelen. Hippels moet U eten.
Heerlijke Hippels. Wilt U dat?" „Maken
die hippels me werkelijk weer beter?"
informeerde de koning voorzichtig. „Ab
soluut zeker, Hoogheid. Ik ga ze direct
voor U klaarmaken. Na het eerste bord
je hippels zult U merken dat het beter
gaat." En opgewekt stapte Stimpel ach
ter de dienaar naar de keuken.
„Allemaal weg jullie", zei hij ge
wichtig tot de kok en de knechten. „Ik
ga hippels klaar maken om de koning
beter te maken." En omdat ze allemaal
zo graag wilden dat hun koning beter
werd, gingen ze gehoorzaam de keuken
uit.
Alleen gebleven pakte Stimpel drie hip
pels uit zijn geruite zak, schilde ze en
sneed ze toen in kleine stukjes. Hij deed
ze op een bord en goot er toen frambo
zenlimonade overheen. Het zag er
smakelijk uit. „Ziezo" zei hij, en zet
te het bord op een zilveren dienblad.
Een gouden lepel uit de kast er naast
en klaar was 't. Toen bracht hij het
voorzichtig naar koning Carolus, die
al ongeduldig lag te wachten, want al
was hij dan zo dom om geen appelen
te willen eten, hij wilde toch wel erg
graag beter worden.
„Ziehier Hoogheid", zei Stimpel,
„Uw hippels". En hij boog daarbij zo
diep, dat z'n baard haast in het bord
terecht kwam, maar dat zag de koning
gelukkig niet. Hij ging rechtop in bed
zitten, pakte de lepel en nam een hapje.
Hij proefde eens goed en nam nog een
hapje en nog een.en nog een.„Ver
rukkelijk Stimpel" zei hij genietend.
„Werkelijk heerlijk.." en binnen vijf
minuten was 't hele bord leeg. „Ik
voel me nu al beter. Meer wil ik heb
ben. Nog een bord van die hippels Stim
pel!!!" En toen koning Carolus ook het
tweede bord had leeggegeten stapte hij
zijn bed uit en maakte een paar vro
lijke danspassen. Hij was helemaal be
ter.
EN JUIST TOEN Koning Carolus zo
vrolijk aan het dansen was ging de
deur open en kwam Dokter Wimpel
binnen „Ha, Dokter Wimpel!" riep de
koning opgewekt. „En hoe vind je dat?
Appelen moest ik eten hè om beter te
worden. Maar wat zou je zeggen van
hippels? Twee borden hippels, en ik
ben weer beter!!" „Ja," beaamde Stim
pel. „Dat is waar. Hippels zijn heer
lijk en gezond en helpen voor alles".
„Hippels?" vroeg Dokter Wimpel. „Wat
zijn dat?" „Ik ga ze halen, ik laat ze u
zien", zei Stimpel en rende met wap
perende haren de kamer uit. Twee mi
nuten later was hij weer terug en met
een blij gezicht liet hij de hippels aan
Dokter Wimpel zien.
„Hippels?" vroeg deze verbaasd. „Hip
pels? Maar m'n goeie man dat zijn im
mers appelen? „Wat appelen", zei Stim
pel. „Dat zijn heerlijke hippels uit mijn
eigen tuin in Turmalije! „Appelen"
hield Dokter Wimpel vol. „Hippels"
zei Stimpel.
„Stil eens, jullie" zei toen koning Caro
lus. Haal mijn wijze raadsman. Hij zal
weten wat het zijn. De raadsman kwam
en toen hij even gekeken had begon hij
te lachen. „Waren de hippels lekker Si
re? vroeg hij. „Erg lekker" zei de ko
ning. „Verrukkelijk!"
„Nu dan," zei de raadsman. „Hippels
uit Turmalije zijn appelen uit Hommel
dam, 't Zijn dezelfde vruchten, alleen
heten ze hier anders dan in het land
van Stimpel.
„Nee maarzei Stimpel ver
baasd. „Det wist ik niet. Mijn heerlijke
hippels-appelen? Hoe bestaat het."
„Hoe bestaat het", zei ook Koning
Carolus zacht. „Ik heb dus appelen ge
geten. Wat ben ik altijd dom geweest.
Hippels of appelenze zijn ver
rukkelijk
En zo leerde Koning Carolus appelen
eten. Hij at ze 's morgens en 's mid
dags en 's avonds, en hij is nooit meer
ziek geweest.
Matty van der Burgh-Aüeda
Zitten de poppen op een rij?
Ziezo, dan komt de juf erbij.
Kijk, wat is die juffrouw nét!
Ze heeft haar bril al opgezet.
Beertje, vlug, vertel eens even
Hoeveel is nu drie en zeven
Maar, ach jeetje, wat verdriet
't Arme beertje weet het niet.
„Kom" zegt de juf „jij berenbeest!"
Ze is nog nooit zo streng geweest
En beertje wordt een beetje bang.
Een traan loopt langs zijn berewang.
Ach, lieve help, de juffrouw vindt
Hem maar een heel klein berekind.
Ze fluistert vlug in beertjes oor
„Het geeft niet, hoor, het geeft niet hoor
Het was toch immers maar een spel!
Ach, beertje, kom, dat weet je wel.
Heus, schooltje spelen is zo fijn,
Maar jij bent echt nog wat te klein!
Marjan van Beek