Horen en zien
MEDO-MEX
J
SCHIPBREUK
Boekenhoekje
PANDA EN DE MEESTER-VODDENRAPER
ENGEL
Toch ió Uet zo
Wenteling
DE REIS VAN KOEN EN LINNIE
't Gaat vanzelf
met
11
AANKONDIGINGEN EN
Geen drie stuivers waard
De radio geeft vrijdag
T elevisiepr ogramma
John Osborne s debuut
als Televisie-auteur
Judy Garland-uitzending
Wild West in Texas
J
Lijkjes van tweeling in
bankkluis gevonden
N
ONS VERVOLGVERHAAL DOOR
RUTH ASPINALL
Eind 1961 eerste ruimte-
reis van Amerikaan
DONDERDAG 3 NOVEMBER 1960
13. „Die deftige meneer vindt het vast
niet prettig, .dat opa hem herkent aan zijn
eierhoofd!" dacht Panda. Hij had het bij
het rechte eind. Houdt uw onbeleefd
heden voor u!" zei deze met sidderende
stem. „Krek zo'n piepstem als vroe
ger. stelde het oudje glimlachend vast
en hij weidde breed uit over Roeltjes eer
ste kinderjaren. „Johan!" riep de heer
met zijn laaste restje zelfbeheersing. „Zet
dit individu onmiddellijk het huis uit!"
„Individu?herhaalde opa verontwaar
digd. „Zeg ereis, snotaap! Wie heeft jou
geleerd om je vaders beste vrienden uit
te schelden! Wacht ik zal je eens over
de knie leggen.De heer deinsde ont
hutst achteruit en Panda haastte zich om
het oudje te kalmeren. „U mag zich niet
zo opwinden!" waarschuwde hij. „Denk
aan uw bloeddruk.laat mij u uw pille
tje geven!" Op de achtergrond draaide
Johan zenuwachtig het nummer van de
politie en begon mompelend in de hoorn
te spreken.
In 1927 voltooide de Duitse componist
Kurt Weill een kleine opera „Mahagonny'
genaamd, waarin hij zijn mismoedigheid
over de maatschappelijke toestanden na
de eerste wereldoorlog tot uitdrukking
bracht. Een jaar later volgde de eerste op
voering van een tweede opera met een
dergelijke tendenz: de „Dreigroschenoper"
waarin al het sarcasme van Kurt Weill en
van de tekstdichter Bert Brecht-zich uit
leefde. Striemend geselden beiden de
maatschappij met haar wanverhoudingen,
gehuichel, geldzucht, bedrog en misdaad in
allerlei vorm.
Als een weerspiegeling van de tijd kan
men „Die Dreigroschenoper" een tendenz-
stuk noemen. Maar het is een beperkte
kwalificatie, want duidelijk hebben Kurt
Weill en Bert Brecht met het werk een
onbarmhartige typering van de mens van
alle tijden en uit alle lagen van de maat
schappij willen geven, liefdeloos generali
serend onder het motto „alleen wie duiten
heeft kan wat doen". Eenzijdig wordt de
mens alleen verantwoordelijk gesteld en
beïnvloedende factoren als levensomstan
digheden, psychische en fysieke gesteld
heid worden bij het afmeten van die ver
antwoordelijkheid niet gesteld. „De mens
is slecht" en daarbij blijft het. Als politiek
tendenz-stuk heeft de „Dreigroschen-oper",
evenals „Mahagonny" vrijwel afgedaan.
Maar de waarde van de muziek met haar
originele verwerking van jazz-motieven,
haar sfeerscheppende betekenis en haar
karakteristieke instrumentatie is gebleven.
Bij de televisie-uitzending, die de VARA
woensdagavond van de opvoering van Kurt
Weills opera verzorgde, heeft men dit voor
de verschillende „songs", die het stuk be
vat en voor de orchestrale tussenspelen
met voldoening kunnen vaststellen. Over
wegend bleken echter de gesproken dialo
gen, die de kern vormen van het episch
ontwikkelde gebeuren op het toneel. De
regisseur Willy van Hemert had aan de
voorbereiding veel werk gehad, maar zijn
tekstvertaling was bepaald niet met z.org
gedaan. Die was erbarmelijk slecht en luk
raak. Joop Doderer speelde met nadrukke
lijke gangster-zwier de hoofdrol van
„Mackie Messer". Hans Kaart gaf een
voortreffelijke typering van Peachum, de
koning der bedelaars. Wisselende indruk
ken gaf Enny Mols-De Leeuwe. die als
vrouw Peachum moeilijk in de stijl van
het milieu kon blijven. Met veel dramatiek
speelde Ingeborg Elsevier Peachums doch-
HILVERSUM I. 402 m. .7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws en S.O.S.-ber. 7.10 Gram.
7.30 Een woord voor de dag. 7.40 Gewijde muziek.
8.00 Nieuws. 8.15 Radiokrant. 8.35 Gram. 9.00 Voor
de zieken. 9.35 Waterst. 9.40 Voor de vrouw. 10.10
Gram. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gram. 11.15 Progr.
voor de oudere luisteraars. 12.00 Gram. 12.30
Land- en tuinbouwmeded. 12.33 Carillonbespeling.
12.50 Gram. en act. 13.00 Nieuw. 13.15 Lichte muz.
13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.25 Kamerork. en
solist. 15.35 Blaasork. ,16.00 Duizendschoon, vraag
gesprek. 16.15 Pianoduo. 17.00 Voordracht. 17.20
Vocaal ens. 17.40 Beursbér. 17.45 Fanfaremuziek.
13.20 Licht progr. 18.50 Regeringsuitz.: de heer B.
M. van Griethuysen, chef afd. vrijetijdsbesteding
van het ministerie van O., K. en W., spreekt over:
Recreatie. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Op de
man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radiokrant.
19.50 Lichte muz. 20.15 Gevar. progr. 21.30 Samen
zang. 22.00 Gram. 22.25 Wereldkampioenschap
dammen. 22.30 Nieuws. 22.40 Wijd als de wereld,
lezingen. 23.00 Metropole-ork. en koor. 23.40 Gram.
23.55—24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO.
10.20 VARA. 12.00 AVRO. 16.00 VARA.
19.30 VPRO. 21.00 VARA. 22.40 VPRO.
23.00—24.00 VARA.
VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymn. 7.23 Gram. en
act. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. en act. 9.00 Gymn.
voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.40 Schoolradio. VPRO:
10.00 Dit en het andere, lezing. 10.05 Morgenwij
ding. VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Voor de
kleuters. 11.15 Kamerkoor. 11.30 Hammondorgel
en zang. AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.20 Regerings
uitz.: Uitz. voor de landb. 12.30 Land- en tuinb.-
meded. 12.33 Sport en prognose. 12.50 Pianospel.
13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Dans-
muz. 13.55 Beursber. 14.00 Kerkorgel. 14.20 Voor
dracht. 14.40 Gevar. progr. VARA: 16.00 Muzikale
lezing. 16.30 Voor de zieken. 17.00 Voor de jeugd.
17.53 Act. 18.00 Nieuws. 18.15 Polit. lezing. 18.25
Lichte muz. 18.50 De puntjes op de i, lezing. 19.00
Voor de kinderen. 19.10 Kinderkoor. VPRO: 19.30
De stad nu, lezing. 19.45 VPRO-nieuws. 20.00
Nieuws. 20.05 50 jaar kweek- en leerschool van
het Haagsch Genootschap, reportage. 20.20 Toneel-
kron. 20.30 Sopr. en piano. 20.50 Regeringsuitz.:
De wereld vergadert. VARA: 21.00 Quizprogr.
21.45 Lichte muz. 22.15 Buitenl. weekoverz. 22.30
Nieuws. VPRO: 22.40 Zorg om de mens, gesprek.
VARA: 23.00 Social, nieuws in Esperanto. 23.10
Vergelijkendei-wijs, muzikale lezing. 23.5524.00
Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Gevar. muziek. 12.30 Weerber. 12.35 Gram.
12.50 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Orgelspel. (In
de pauze: Gram.). 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram.
16.00 Koersen. 16.06 Gram. 16.15 Omr.ork. en sol.
17.00 Nieuws. 17.10 Lichte muz. 17.45 Operettemuz.
13.00 Balletmuz. 18.10 Voordr. 18.20 Voor de sold.
13.50 Sportkron. 19.00 Nieuws. 19.45 Lezing. 20.00
Symf.ork., koren en sol. 21.25 Kiinstkaleidoscoop.
21.40 Gram. 22.00 Nieuws. 22.15 Vocaal ens. 22.55—
23.00 Nieuws.
VOOR DONDERDAG
NTS: 20.00 Journaal. KRO: 20.20 Documentaire
2.30 Gesprekken. 21.00 De donkere kant van de
aarde, TV-spel.
VOOR VRIJDAG
NTS: 20.00 Journaal en weeroverz. AVRO: 20.30
De toestand in de wereld, lezing. 20.45 Met het
oog op.. 21.00 TV-kron. 21.30 Gevar. progr. over
genomen van de Amerikaanse TV. 22.00 Einde
„De donkere kant van de aarde", een
t.v.-spel over de Hongaarse opstand,
wordt vanavond voor de KRO op
gevoerd. Men ziet rechts op de voor
grond Albert van Dalsum en links
Ben Aerden. Soldaten zijn Hans Pie-
terse en Henk Dillewaard.
Advertentie
Transparante kleurlak
van Ceta-Bever
ter Polly. Een felle Lucy zag men van
Annemarie Heyligers. Annie de Lange gaf
een van juist inzicht getuigende vertolking
van de lichtekooi Jenny. Misschien met een
te veel accentueren van lamlendigheid en
onbetrouwbaarheid speelde Ben Groeniei
overigens aannemelijk de rol van hoofd
commissaris Brown. Een zwak punt in deze
uitzending was ook het onnatuurlijke of
ongeïnteresseerde optreden der figuranten,
de kerngroep van de toneelschool Arnhem
uitgezonderd.
Het was ongetwijfeld een gedurfde daad
van de VARA deze opera op het beeld
scherm te realiseren. De uitzending toonde
evenwel aan, dat er te weinig beweging
in deze televisie-weergeving zat. Die be
weging bleef namelijk een tempo achter bij
wat men op het beeldscherm verlangt. De
film, met haar montage-mogelijkheden
vangt dat bezwaar op. Van Hemert wilde
blijkbaar niet couperen en zo werd het een
eindeloze vertoning, die alleen in de sterke
speelscènes (van vooral Hans Kaart) vol
deed.
Beeldschermer
De oorspronkelijke „angry young man"
van de moderne Britse literatuur, John
Osborne, zal op 6 november zijn debuut
maken als schrijver van een televisiespel.
Het is getiteld „A Subject of Scandal and
Concern" en zal door de B.B.C. worden
uitgezonden. De acteur Richard Burton,
die zelden voor de televisie optreedt, zal
de hoofdrol in het televisiestuk vervullen.
Het zal worden geregisseerd door Tony
Richardson, die ook Osborne's „Look Back
in Anger" en „The Entertainer" heeft ge
regisseerd, zowel voor het toneel als voor
de film. Osborne's stuk is gebaseerd op
het proces dat in 1842 tegen George Jacob
Holyoake werd gevoerd, een arme jonge
onderwijzer en een energiek lid van de
Sociale Missionary Society die, in een le
zing voor deze vereniging, het bestaan van
God ontkent en terecht staat wegens god
lastering. Richard Burton, die ook in de
verfilming van „Look Back in Anger" op
trad zal de rol van Holyoake vervullen.
Advertentie
In de nacht van zaterdag 10 op zondag
11 december brengt de AVRO (met speci
ale toestemming van de staatssecretaris
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen) direct nadat de VARA om 24.00
uur haar uitzendingen heeft beëindigd
een rechtstreekse uitzending van de show,
die de vermaarde Amerikaanse zangeres
en filmster Judy Garland zal geven in
het Tuschinski-Theater te Amsterdam. De
uitzending van deze unieke gebeurtenis
zal tot 2 uur 's nachts mogen duren. Op
dat tijdstip zal het optreden van Miss
Showbusiness nog niet zijn afgelopen. De
show zal echter volledig worden opgeno
men en in zijn geheel nogmaals wor
den uitgezonden op dinsdag 13 december
van 20.05 tot 22.30 uur.
Judy Garland zal worden begeleid door
Jos Clebers dertig man sterke Cosmopoli-
tain-orkest onder leiding van de Engelse
gastdirigent Norrie Paramor.
Ageeth Scherphuis en Willem O. Duys
zullen tijdens de nachtelijke uitzending
vóórdat het programma begint en in de
pauze van de show hun eigen impressies
en die van anderen weergeven. Ook
AVRO's Reportagedienst zal aan de uit
zending, die onder produktie en regie van
Karei Prior staat, medewerken.
De streek van Laredo in Texas (V.S.) is
de afgelopen dagen het toneel geweest van
wild westtaferelen in de slechtste traditie.
De misdadiger was een zekere Curtiss Lee
Jones, die vorige week vrij kwam na een
vonnis van twintig jaar wegens moord td
hebben uitgezeten. In de eerste week van
zijn invrijheidstelling vermoordde hij een
oud-gevangene met wie hij nog een reke
ning te vereffenen had, randde enkele
vrouwen aan en pleegde enige roofover
vallen. Dinsdag drong hij een alleeenstaan-
de woning binnen en dwong de vrouw des
huizes onder bedreiging van een revolver,
hem een maal te bereiden. De vrouw wist
echter te ontsnappen en waarschuwde de
politie. Jones stal een paard en galoppeer
de, achterna gezeten door de politie, in de
richting van de Mexicaanse grens. Hij zou
Mexico zeker hebben bereikt wanneer hij
niet het slachtoffer was geworden van een
ongeluk: hij viel van zijn paard en liet zich
zonder enig verzet arresteren.
Advertentie
Grote Houtstraat 181
Haarlem - Tel. 14444
Het voorwiel van een fiets loopt zó licht,
dat we het zelfs met een enkele hand
beweging in snorrende wenteling kunnen
brengen. Hoe perfect de kogellagers echter
ook mogen zijn en hoe zorgvuldig we elk
onderdeel ook hebben geolied, desondanks
gaat het wiel steeds langzamer draaien en
tenslotte staat het geheel stil. Geen kind
dat zich daarover zal verbazen, dus waar
om zouden wij het doen? We weten heus
wel, dat een kleine kracht als de wrijving
elk voorwerp dat zich met eenparige snel
heid voortbeweegt tenslotte
tot stilstand noopt.
Tot zo ver hebben we dus
niets nieuws beweerd. Ook
niet, wanneer de hieraan toe
voegen, dat de aarde eveneens
een lichaam is dat zich ge
lijk het spinnende wiel met
grote snelheid om zijn as
wentelt. Maar hiermee zal naar uw smaak
wellicht, de vergelijking moeten eindigen,
want op het fietswiel werkt de wrijving
als remmende kracht zodat uiteindelijk
een stilstand intreedt, terwijl de aarde in
haar aswenteling door niets geremd wordt,
zodat door alle eeuwen heen de gelijk
matige ivisseling van dag en nacht ge
waarborgd is. Deze redenering is zeker
juist, zolang we haar bezien in het kort
stondige bestaan van het menselijk leven,
maar vanuit de astronomische gezichts
hoek is zij onjuist. En de hoofdschuldige
hieraan is onze trouwe maan.
We weten dat de maan twee getijden per
etmaal veroorzaakt. Niet alleen het water
der oceanen stuwt zij door haar aantrek
kingskracht op, maar zoals we vroeger
op deze plaats al eens hebben uiteengezet
A
ook het vasteland. De elastische schil
van de aarde wordt tweemaal daags 25 tot
50 cm opgeheven. Deze dagelijkse golf-
stuwingen veroorzaken uiteraard een
enorme wrijving, die energie aan de as
wenteling van de aarde onttrekt, waar
door de draaiing wordt geremd en daar
door vertraagd. Het verschil met het spin
nende fietswiel is dus alleen nog gelegen
in het feit, dat alles zich op geweldig grote
schaal voltrekt en dat de formidabele
wrijving, die de omhoog geheven oceanen
en de uitgerekte aardse bol
schil veroorzaken, toch nog
onbetekenend is in vergelij
king tot de kolossale aard-
massa. Daardoor zal géén
menselijke generatie iets kun
nen merken van het lang
zamer tempo waarin de aarde
gaat draaien.
Alleen de zeer verfijnde sterrenkundige
waarnemingen hebben overtuigend aan
getoond, dat de omwentelingssnelheid van
de aarde in de loop der tijden iets is af
genomen en berekeningen over de wrij
ving der getijdestromen in zee-engten
speciaal in de Beringstraat hebben het
aannemelijk gemaakt, dat deze vertraging
ook inderdaad aan de getij den-wrijving
moet worden toegeschreven. Tot zover
kloppen dus de waarnemingen met de
theorie. Wanneer de aarde langzamer gaat
draaien, brengt dit noodzakelijk met zich
mee dat de dagen langer worden. Maar
wat hebben we daar op den duur van te
verwachten?
Daarover een volgende keer.
H. Pétillon
Nadruk verboden
In de kluis van de Pajide Valley Bank
te Watsonville in Californië zijn tijdens
'n routine-onderzoek in een afdeling waar
zaken worden bewaard, die nooit meer
zijn opgehaald door de eigenaars, de lijk
jes van een Siamese tweeling-baby gevon
den.
De lichaampjes waren gemummificeerd.
Zij zouden reeds 52 jaar geleden in de
kluis zijn gebracht. Zij waren verpakt in
een handtas tezamen met het overlijdens-
bewijs en andere papieren. Het bewijs van
overlijden van de tweeling was gedateerd
op 10 april 1908, in Tucson, Arizona.
De naam van de moeder luidde mevr.
Maria Holguin Herrera. Het onderzoek in
de kluis geschiedde nadat kort geleden
een wet was uitgevaardigd waarbij werd
bepaald, dat een inventaris moest wor
den opgemaakt van alle kluizen, waarvan
de eigenaars langer dan zeven jaar niets
meer van zich hadden laten horen.
207208. Toen de drie kamertjes klaar waren en de meubeltjes erin stonden, vier
den de Poetels dat feestelijk. Er werd die dag niet gewerkt; er was een heleboel
lekkers en ze dronken zoete honinglimonade.
Welkom bij ons! riep Kipang. Voortaan zullen jullie bij ons horen en hier veilig
wonen!
Hoeraaaaaa! juichten de Poetels.
Koen, Linnie en Pobbel waren erg blij. Hun zorg om het verloren vlothuisje was
voorbij; nu zouden ze voortaan bij de vriendelijke Poetels wonen.
En zo kwam hun reis tot een goed
EINDE
'Advertentie
zelfgïanzende
was,
schoencrème,
wrijfwas,
WéCé Reiniger,
metaalpoets,
ontvlekker,
blanca.
Handelsonderneming Gerard Rooiers, Breda.
r
^Vertaling: Margot Bakker
li)
Het was maar al te vlug „morgen" geworden.
Eerst had zij de polikliniek moeten doen en er waren
heel wat meer patiënten dan gewoonlijk. De regelmatige
klanten waren uitgebreid met een aantal bleke en be
zorgde overlevenden van de schipbreuk, die in de stad
onderdak hadden gekregen. De meesten hadden aan
boord van Alexia niet alleen gereisd, bleek nu. Allen
wilden zij horen hoe het met familielid of vriend ging,
allen wilden zij gerustgesteld worden.
„Dokter, is er al iets over mijn nicht bekend? Zij is
blijkbaar niet in het ziekenhuis opgenomen". Er was
een weifelende hand op Valentines arm gelegd, die haar
verhinderde te doen wat zij probeerde te doen en zich
aan haar vastklampte, alsof zij juist degene was die
een gruwelijke waarheid kon tegenhouden. Zij had de
kleine bleke vrouw aangestaard en haar zo barmhartig
mogelijk verteld wat zij zelf nauwelijks wist.
„Wij hebben nog geen overzicht van de toestand. Wij
kunnen niet zeggen, wie hier al of niet is. Wij zullen
u zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen". Het was
het beste antwoord waartoe zij in staat was, maar wat
had de vrouw eraan? Toch leek het haar nog wreder
meer hoop te wekken en haar eigen hoop, dat deze
onbekende nicht tot de overlevenden zou behoren, was
zinloos. Hoe zinloos begreep Valentine pas, nadat zij nog
herhaaldelijk hetzelfde antwoord had moeten geven.
Het bezoek van mevrouw Stanley, de vrouw van een
van de bemanningsleden van de reddingboot, was zo
mogelijk nog pijnlijker.
,Het is eigenlijk te gek dokter, dat ik nog met die
ontstoken vinger kom, nu Sam zijn hele arm kapot
heeft. Weet u al of zij hem moeten amputeren?"
Valentine wist het niet. Zij mompelde, dat zij me
vrouw Stanley wel gauw van haar ontstoken vinger af
zou helpen, zodat zij in staat zou zijn haar man te
verplegen als die uit het ziekenhuis kwam.
Het liep al tegen de middagpauze toen de laatste
patiënt van de polikliniek de deur uitging, maar Valen
tine had nog twee dingen te doen. Zij had de directeur
van het ziekenhuis 's morgens al meegedeeld, dat Paul
Cleeve gewond bij haar thuis lag, maar nu moest zij
nog naar de sociaal werkster, die zijn familie mogelijk
kon opsporen. Daarmee moest zij niet langer wachten,
maar eerst wilde zij Nannie nog bellen om te vragen
hoe hij het maakte. Hij had er vroeg in de morgen iets
beter uitgezien en hij was de dag begonnen met een
regelmatiger pols en een heel wat gezonder uiterlijk. Zo
had zij hem achtergelaten. Bezorgd maakte zij zich
eigenlijk niet meer. Als hij
hij het nu wel halen. Maar
de telefoon.
Jammer genoeg moest zij
van de sociaal werkster, en
frouw Bruce, klampte haar aan.
„Dokter Manning
geen instorting kreeg zou
toch haastte zij zich naar
daarvoor langs de kamer
die sociaal werkster, juf-
„Ja?" Valentine bleef staan en keek om, geprikkeld
door de tegenvaller.
„Dat geval boven die ingedrukte borstkas er is
zeker geen kans zijn naam te weten te komen?"
„Geen enkele kans, zou ik zeggen", antwoordde Va
lentine. „Maar dat kunt u beter aan dokter Warner vra
gen. Het is zijn afdeling".
„Ik vind het heel moeilijk", zei juffrouw Bruce. Zij
liet Valentine niet zo maar gaan. „Ziet u, hij is er ern
stig aan toe en.
„Ja, dat weet ik ook wel. Hij zal vanmiddag geope
reerd worden".
„Maar ik heb gehoord, dat u hem in het Grote Huis
het eerst hebt onderzocht. Ik vroeg me af, of we daar
aan nog aanknopingspunten hebben misschien een
of ander middel tot identificatie?"
„Nee, ik heb hem onderzocht zoals hij hier binnenge
bracht is en hij heeft geen woord gezegd".
„Ach, juist". Juffrouw Bruce wilde haar kamer bin
nengaan, maar nu hield Valentine haar tegen.
„Ik heb thuis ook nog een patiënt liggen", zei zij.
„Zoudt u willen proberen zijn familie voor mij op te spo
ren?"
„Ook van de schipbreuk?"
„Nee, een auto-ongeluk".
„O, een auto-ongeluk", zei juffrouw Bruce.
Valentine gaf haar een briefje.
„Hier hebt u zijn naam en adres en het nummer van
zijn wagen. Meer weten wij niet. Hij is buiten kennis".
„Ik zal doen wat ik kan", zei de sociaal werkster.
„Maar ik heb al zoveel gevallen, dat begrijpt u wel. Ik
moet alles uitzoeken die mensen wachten erop".
Valentine bedacht, dat juffrouw Bruce misschien wel
de hele nacht niet naar bed was geweest. Zij liep door
met een haastig: „Ik hoor het dan wel".
Zij wachtte zich wel nog antwoord te geven, toen de
enigszins kribbige stem van de sociaal werkster haar
door de gang nariep: „Kunt u het hem niet beter zelf
vragen?" Juffrouw Bruce wist meestal na ongelukken
de familie vlot te vinden en het was geen wonder dat
zij vandaag enigszins uit haar humeur was.
De telefoon was gelukkig dadelijk aan het eind van de
gang, zodat zij niet meer door anderen werd aange
klampt voor zij er was. Valentine duwde de deur met de
zware veer open, dankbaar dot zij eindelijk met Nan
nie kon praten om haar eigen vraag te stellen.
Het duurde eindeloos lang voor zij verbinding kreeg.
Dat was regel in het ziekenhuis, waar zij via de centra
le telefoneerden, en ook de centrale had bovendien van
daag een goede verontschuldiging voor elke vertraging.
Maar eindelijk hoorde zij het belletje dan toch en even
later klonk de stem van Nannie, die vaag en officieel
klonk.
„Met Falzawn. U spreekt met juffrouw Foster".
„Ja, Nannie, met Valentine. Ik was al bang, dat ik
nooit verbinding zou krijgen. Hoe maakt de patiënt het?"
„Hij is nog maar half bij kennis", deelde Nannie be
daard mee. „Maar hij gaat geloof ik toch vooruit. Hij
praat in elk geval geen Duits meer, hij is op Engels
overgestapt. Hij zegt nu al die dingen, die bij zijn toe
stand horen. Je begrijpt me wel. „Waar ben ik?" en
„Ik ga weg". Zij giechelde. „Ik heb mijn handen vol
aan de man. Hij wil niet rustig blijven liggen".
„Dat willen ze nooit", zei Valentine nuchter.
„Precies. En de woorden, die de man gebruikt! Maar
dokter Moone en dokter Griffiths zijn er allebei al ge
weest. Zij leken nogal tevreden en zij komen straks te
rug. Hij heeft wat glucose en water gehad. Je hoeft je
eigenlijk niet bezorgd te maken".
„Prachtig, bedankt voor alles Nannie".
„Ik hoop dat je straks tijdig een stukje gaat eten",
zei Nannie.
Valentine keek enigszins schuldig op haar horloge.
Het was half twee en om twee uur moest zij in de opera
tiekamer zijn om narcose te geven, terwijl dokter Bel-
lairs de ingedrukte borstkas opereerde. Het speet haar
dat zij in plaats daarvan niet naar huis kon gaan, om
de last die Paul Cleeve gaf op zich te nemen.
„Wees maar gerust", zei zij, „ik zal ervoor zorgen".
Zij „at een stukje", zoals zij beloofd had, ofschoon heel
wat vlugger dan Nannie goedgevonden zou hebben. Zij
wilde een paar minuten overhouden om in de artsenka
mer rustig een sigaret te roken voor zij weer aan het
werk ging. Van rust was overigens in de artsenkamer
geen sprake, althans voor haar niet. Het ging net als
's morgens: nog voor zij de eerste trek aan haar siga
ret had gedaan moest zij alweer volop vragen beant
woorden.
Er waren vier artsen aanwezig. Maurice Thompson
zat in het gemakkelijke stoeltje, dat zij in gedachten al
voor zichzelf had bestemd. Hugh Downing zag er even
afgetobd en uitgeput uit als zijzelf waarschijnlijk. Ver
der waren er dokter Warner, de oudste inwonende arts
en dokter Smith, die haar vroegere functie overgeno
men had. Natuurlijk wisten zij alle vier al, dat zij thuis
een patiënt had liggen; dergelijke dingen waren in een
minimum van tijd bekend. Het lag zelfs voor de hand,
dat Warner en dokter Smith over deze zaak van gedach
ten hadden gewisseld tot aan het ogenblik waarop zij
binnenkwam. In elk geval was het dokter Warner, die
haar welwillend, nieuwsgierig en als altijd bezorgd over
„wat men al of niet deed" voorzover het anderen betrof,
begon te ondervragen zodra zij zich in de artsenkamer
liet zien.
Ja, er lag bij haar thuis een slachtoffer van een
auto-ongeluk, gaf Valentine toe. Zij keerde de bezorgd
starende ogen van dokter Warner en de spottend opge
trokken wenkbrauwen van dokter Smith de rug toe en
wijdde haar aandacht aan het uitzicht.
(Wordt vervolgd)
KERSTBOEK „Het Licht Schijnt Over
al". Uitg. Ploegsma Amsterdam. Een keur
van boeiende verhalen, uitstekend ge
ïllustreerd en gebundeld, in een sfeer van
feestelijk gedenken gekozen en voor lage
prijs verkrijgbaar kortom, een zeer ge
slaagde herhaling van de vorige „Kerst
boeken" en zeer aantrekkelijk voor de kin
deren in milieus, waar de lectuur met
zorg en pedagogische gevoeligheid wordt
gekozen.
HERBERT ASBURY'S beroemde boeken
„The Barbary Coast" en „The French
Quarter" zijn thans ook in Nederlandse
vertaling te verkrijgen. Zij verschenen bij
V.H. VAN DITMAR. Het eerste boek han
delt over de uiterst wilde toestanden
die heersten in San Francisco voor het
einde van de eerste wereldoorlog, toestan
den waarbij de huidige situatie op de Ree-
perbahn in Hamburg van zeer idyllische
aard is. In het tweede boek worden soort
gelijke zaken beschreven, maar nu zijn
we in New Orleans, de stad waar eens
de eerste jazz werd gespeeld, ongeveer in
dezelfde kroegen en bordelen, die Asbury
hier op zeer burleske wijze beschrijft. Hij
is niet alleen een voortreffelijk historicus,
met een scherp oog voor het anekdotisch
detail, maar hij weet geschiedenis te ver
tellen op een manier die moeder de gans
jaloers zou maken. Toegegeven dat zijn
onderwerpen zich bijzonder goed lenen
voor een Rabelais-achtige stijl hij be
hoeft' in feite niet veel meer te doen dan
de uithangborden van de amusementsbe
drijven van die dagen te citeren om het
gewenste effect te sorteren toch geeft
hij zijn verhalen een zodanig cachet dat
nergens de grens naar het obscene wordt
overschreden. Integendeel hij weet de pi
kantste en soms ook walgelijkste toestan
den uiterst lichtvoetig en lucide te behan
delen, zodat niemand zich gekwetst behoeft
te gevoelen. Deze wijze van schrijven
treft men ook in de beste voorbeelden van
Amerikaanse journalistiek aan. Het zijn
boeken die iedere libertijn met gevoel voor
humor een gezellige avond kunnen ver
schaffen.
Tegen het eind van 1961 zal de eerste
Amerikaanse ruimtevaarder een betrek
kelijk korte raketreis maken in een ruim
tecabine zóals het „Projekt Merkuur" die
heeft omschreven. Deze eerste ruimtereis
zal in hoofdzaak dienen om na te gaan wat
de invloeden van de radioactieve straling
en de terugkeer in de dampkring zijn op
de ruimtereiziger in zijn cabine, aldus dr.
Kuettner, directeur van het „Projekt Mer
kuur", dat in voorbereiding is bij het Red
stone Arsenaal.
Voorts is te Washington meegedeeld dat
men door het laten vervallen van een
reeks proefnemingen zes maanden zal be
sparen op de ontwikkeling van een atoom
raket voor ruimteschepen. De Nationale
raad voor lucht- en ruimtevaart heeft bij
statische proeven in de woestijn van Ne
vada zulke goede resultaten geboekt, dat
een half jaar voorbereidende proeven nu
kan worden overgeslagen. De eerste proef
vluchten met een atoomraket zullen in
1965 worden gemaakt.
„Projekt Rover" is de naam die men
heeft gegeven aan de ontwikkeling en de
bouw van een atoomraket voor bemande
ruimtereizen.