Horen en zien MEDO-MEX J SCHIPBREUK Boekenhoekje PANDA EN DE MEESTER-VODDENRAPER ENGEL Toch ió Uet zo Wenteling DE REIS VAN KOEN EN LINNIE 't Gaat vanzelf met 11 AANKONDIGINGEN EN Geen drie stuivers waard De radio geeft vrijdag T elevisiepr ogramma John Osborne s debuut als Televisie-auteur Judy Garland-uitzending Wild West in Texas J Lijkjes van tweeling in bankkluis gevonden N ONS VERVOLGVERHAAL DOOR RUTH ASPINALL Eind 1961 eerste ruimte- reis van Amerikaan DONDERDAG 3 NOVEMBER 1960 13. „Die deftige meneer vindt het vast niet prettig, .dat opa hem herkent aan zijn eierhoofd!" dacht Panda. Hij had het bij het rechte eind. Houdt uw onbeleefd heden voor u!" zei deze met sidderende stem. „Krek zo'n piepstem als vroe ger. stelde het oudje glimlachend vast en hij weidde breed uit over Roeltjes eer ste kinderjaren. „Johan!" riep de heer met zijn laaste restje zelfbeheersing. „Zet dit individu onmiddellijk het huis uit!" „Individu?herhaalde opa verontwaar digd. „Zeg ereis, snotaap! Wie heeft jou geleerd om je vaders beste vrienden uit te schelden! Wacht ik zal je eens over de knie leggen.De heer deinsde ont hutst achteruit en Panda haastte zich om het oudje te kalmeren. „U mag zich niet zo opwinden!" waarschuwde hij. „Denk aan uw bloeddruk.laat mij u uw pille tje geven!" Op de achtergrond draaide Johan zenuwachtig het nummer van de politie en begon mompelend in de hoorn te spreken. In 1927 voltooide de Duitse componist Kurt Weill een kleine opera „Mahagonny' genaamd, waarin hij zijn mismoedigheid over de maatschappelijke toestanden na de eerste wereldoorlog tot uitdrukking bracht. Een jaar later volgde de eerste op voering van een tweede opera met een dergelijke tendenz: de „Dreigroschenoper" waarin al het sarcasme van Kurt Weill en van de tekstdichter Bert Brecht-zich uit leefde. Striemend geselden beiden de maatschappij met haar wanverhoudingen, gehuichel, geldzucht, bedrog en misdaad in allerlei vorm. Als een weerspiegeling van de tijd kan men „Die Dreigroschenoper" een tendenz- stuk noemen. Maar het is een beperkte kwalificatie, want duidelijk hebben Kurt Weill en Bert Brecht met het werk een onbarmhartige typering van de mens van alle tijden en uit alle lagen van de maat schappij willen geven, liefdeloos generali serend onder het motto „alleen wie duiten heeft kan wat doen". Eenzijdig wordt de mens alleen verantwoordelijk gesteld en beïnvloedende factoren als levensomstan digheden, psychische en fysieke gesteld heid worden bij het afmeten van die ver antwoordelijkheid niet gesteld. „De mens is slecht" en daarbij blijft het. Als politiek tendenz-stuk heeft de „Dreigroschen-oper", evenals „Mahagonny" vrijwel afgedaan. Maar de waarde van de muziek met haar originele verwerking van jazz-motieven, haar sfeerscheppende betekenis en haar karakteristieke instrumentatie is gebleven. Bij de televisie-uitzending, die de VARA woensdagavond van de opvoering van Kurt Weills opera verzorgde, heeft men dit voor de verschillende „songs", die het stuk be vat en voor de orchestrale tussenspelen met voldoening kunnen vaststellen. Over wegend bleken echter de gesproken dialo gen, die de kern vormen van het episch ontwikkelde gebeuren op het toneel. De regisseur Willy van Hemert had aan de voorbereiding veel werk gehad, maar zijn tekstvertaling was bepaald niet met z.org gedaan. Die was erbarmelijk slecht en luk raak. Joop Doderer speelde met nadrukke lijke gangster-zwier de hoofdrol van „Mackie Messer". Hans Kaart gaf een voortreffelijke typering van Peachum, de koning der bedelaars. Wisselende indruk ken gaf Enny Mols-De Leeuwe. die als vrouw Peachum moeilijk in de stijl van het milieu kon blijven. Met veel dramatiek speelde Ingeborg Elsevier Peachums doch- HILVERSUM I. 402 m. .7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws en S.O.S.-ber. 7.10 Gram. 7.30 Een woord voor de dag. 7.40 Gewijde muziek. 8.00 Nieuws. 8.15 Radiokrant. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.35 Waterst. 9.40 Voor de vrouw. 10.10 Gram. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gram. 11.15 Progr. voor de oudere luisteraars. 12.00 Gram. 12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33 Carillonbespeling. 12.50 Gram. en act. 13.00 Nieuw. 13.15 Lichte muz. 13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.25 Kamerork. en solist. 15.35 Blaasork. ,16.00 Duizendschoon, vraag gesprek. 16.15 Pianoduo. 17.00 Voordracht. 17.20 Vocaal ens. 17.40 Beursbér. 17.45 Fanfaremuziek. 13.20 Licht progr. 18.50 Regeringsuitz.: de heer B. M. van Griethuysen, chef afd. vrijetijdsbesteding van het ministerie van O., K. en W., spreekt over: Recreatie. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radiokrant. 19.50 Lichte muz. 20.15 Gevar. progr. 21.30 Samen zang. 22.00 Gram. 22.25 Wereldkampioenschap dammen. 22.30 Nieuws. 22.40 Wijd als de wereld, lezingen. 23.00 Metropole-ork. en koor. 23.40 Gram. 23.55—24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 16.00 VARA. 19.30 VPRO. 21.00 VARA. 22.40 VPRO. 23.00—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymn. 7.23 Gram. en act. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. en act. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.40 Schoolradio. VPRO: 10.00 Dit en het andere, lezing. 10.05 Morgenwij ding. VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Voor de kleuters. 11.15 Kamerkoor. 11.30 Hammondorgel en zang. AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.20 Regerings uitz.: Uitz. voor de landb. 12.30 Land- en tuinb.- meded. 12.33 Sport en prognose. 12.50 Pianospel. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Dans- muz. 13.55 Beursber. 14.00 Kerkorgel. 14.20 Voor dracht. 14.40 Gevar. progr. VARA: 16.00 Muzikale lezing. 16.30 Voor de zieken. 17.00 Voor de jeugd. 17.53 Act. 18.00 Nieuws. 18.15 Polit. lezing. 18.25 Lichte muz. 18.50 De puntjes op de i, lezing. 19.00 Voor de kinderen. 19.10 Kinderkoor. VPRO: 19.30 De stad nu, lezing. 19.45 VPRO-nieuws. 20.00 Nieuws. 20.05 50 jaar kweek- en leerschool van het Haagsch Genootschap, reportage. 20.20 Toneel- kron. 20.30 Sopr. en piano. 20.50 Regeringsuitz.: De wereld vergadert. VARA: 21.00 Quizprogr. 21.45 Lichte muz. 22.15 Buitenl. weekoverz. 22.30 Nieuws. VPRO: 22.40 Zorg om de mens, gesprek. VARA: 23.00 Social, nieuws in Esperanto. 23.10 Vergelijkendei-wijs, muzikale lezing. 23.5524.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Gevar. muziek. 12.30 Weerber. 12.35 Gram. 12.50 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Orgelspel. (In de pauze: Gram.). 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram. 16.00 Koersen. 16.06 Gram. 16.15 Omr.ork. en sol. 17.00 Nieuws. 17.10 Lichte muz. 17.45 Operettemuz. 13.00 Balletmuz. 18.10 Voordr. 18.20 Voor de sold. 13.50 Sportkron. 19.00 Nieuws. 19.45 Lezing. 20.00 Symf.ork., koren en sol. 21.25 Kiinstkaleidoscoop. 21.40 Gram. 22.00 Nieuws. 22.15 Vocaal ens. 22.55— 23.00 Nieuws. VOOR DONDERDAG NTS: 20.00 Journaal. KRO: 20.20 Documentaire 2.30 Gesprekken. 21.00 De donkere kant van de aarde, TV-spel. VOOR VRIJDAG NTS: 20.00 Journaal en weeroverz. AVRO: 20.30 De toestand in de wereld, lezing. 20.45 Met het oog op.. 21.00 TV-kron. 21.30 Gevar. progr. over genomen van de Amerikaanse TV. 22.00 Einde „De donkere kant van de aarde", een t.v.-spel over de Hongaarse opstand, wordt vanavond voor de KRO op gevoerd. Men ziet rechts op de voor grond Albert van Dalsum en links Ben Aerden. Soldaten zijn Hans Pie- terse en Henk Dillewaard. Advertentie Transparante kleurlak van Ceta-Bever ter Polly. Een felle Lucy zag men van Annemarie Heyligers. Annie de Lange gaf een van juist inzicht getuigende vertolking van de lichtekooi Jenny. Misschien met een te veel accentueren van lamlendigheid en onbetrouwbaarheid speelde Ben Groeniei overigens aannemelijk de rol van hoofd commissaris Brown. Een zwak punt in deze uitzending was ook het onnatuurlijke of ongeïnteresseerde optreden der figuranten, de kerngroep van de toneelschool Arnhem uitgezonderd. Het was ongetwijfeld een gedurfde daad van de VARA deze opera op het beeld scherm te realiseren. De uitzending toonde evenwel aan, dat er te weinig beweging in deze televisie-weergeving zat. Die be weging bleef namelijk een tempo achter bij wat men op het beeldscherm verlangt. De film, met haar montage-mogelijkheden vangt dat bezwaar op. Van Hemert wilde blijkbaar niet couperen en zo werd het een eindeloze vertoning, die alleen in de sterke speelscènes (van vooral Hans Kaart) vol deed. Beeldschermer De oorspronkelijke „angry young man" van de moderne Britse literatuur, John Osborne, zal op 6 november zijn debuut maken als schrijver van een televisiespel. Het is getiteld „A Subject of Scandal and Concern" en zal door de B.B.C. worden uitgezonden. De acteur Richard Burton, die zelden voor de televisie optreedt, zal de hoofdrol in het televisiestuk vervullen. Het zal worden geregisseerd door Tony Richardson, die ook Osborne's „Look Back in Anger" en „The Entertainer" heeft ge regisseerd, zowel voor het toneel als voor de film. Osborne's stuk is gebaseerd op het proces dat in 1842 tegen George Jacob Holyoake werd gevoerd, een arme jonge onderwijzer en een energiek lid van de Sociale Missionary Society die, in een le zing voor deze vereniging, het bestaan van God ontkent en terecht staat wegens god lastering. Richard Burton, die ook in de verfilming van „Look Back in Anger" op trad zal de rol van Holyoake vervullen. Advertentie In de nacht van zaterdag 10 op zondag 11 december brengt de AVRO (met speci ale toestemming van de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen) direct nadat de VARA om 24.00 uur haar uitzendingen heeft beëindigd een rechtstreekse uitzending van de show, die de vermaarde Amerikaanse zangeres en filmster Judy Garland zal geven in het Tuschinski-Theater te Amsterdam. De uitzending van deze unieke gebeurtenis zal tot 2 uur 's nachts mogen duren. Op dat tijdstip zal het optreden van Miss Showbusiness nog niet zijn afgelopen. De show zal echter volledig worden opgeno men en in zijn geheel nogmaals wor den uitgezonden op dinsdag 13 december van 20.05 tot 22.30 uur. Judy Garland zal worden begeleid door Jos Clebers dertig man sterke Cosmopoli- tain-orkest onder leiding van de Engelse gastdirigent Norrie Paramor. Ageeth Scherphuis en Willem O. Duys zullen tijdens de nachtelijke uitzending vóórdat het programma begint en in de pauze van de show hun eigen impressies en die van anderen weergeven. Ook AVRO's Reportagedienst zal aan de uit zending, die onder produktie en regie van Karei Prior staat, medewerken. De streek van Laredo in Texas (V.S.) is de afgelopen dagen het toneel geweest van wild westtaferelen in de slechtste traditie. De misdadiger was een zekere Curtiss Lee Jones, die vorige week vrij kwam na een vonnis van twintig jaar wegens moord td hebben uitgezeten. In de eerste week van zijn invrijheidstelling vermoordde hij een oud-gevangene met wie hij nog een reke ning te vereffenen had, randde enkele vrouwen aan en pleegde enige roofover vallen. Dinsdag drong hij een alleeenstaan- de woning binnen en dwong de vrouw des huizes onder bedreiging van een revolver, hem een maal te bereiden. De vrouw wist echter te ontsnappen en waarschuwde de politie. Jones stal een paard en galoppeer de, achterna gezeten door de politie, in de richting van de Mexicaanse grens. Hij zou Mexico zeker hebben bereikt wanneer hij niet het slachtoffer was geworden van een ongeluk: hij viel van zijn paard en liet zich zonder enig verzet arresteren. Advertentie Grote Houtstraat 181 Haarlem - Tel. 14444 Het voorwiel van een fiets loopt zó licht, dat we het zelfs met een enkele hand beweging in snorrende wenteling kunnen brengen. Hoe perfect de kogellagers echter ook mogen zijn en hoe zorgvuldig we elk onderdeel ook hebben geolied, desondanks gaat het wiel steeds langzamer draaien en tenslotte staat het geheel stil. Geen kind dat zich daarover zal verbazen, dus waar om zouden wij het doen? We weten heus wel, dat een kleine kracht als de wrijving elk voorwerp dat zich met eenparige snel heid voortbeweegt tenslotte tot stilstand noopt. Tot zo ver hebben we dus niets nieuws beweerd. Ook niet, wanneer de hieraan toe voegen, dat de aarde eveneens een lichaam is dat zich ge lijk het spinnende wiel met grote snelheid om zijn as wentelt. Maar hiermee zal naar uw smaak wellicht, de vergelijking moeten eindigen, want op het fietswiel werkt de wrijving als remmende kracht zodat uiteindelijk een stilstand intreedt, terwijl de aarde in haar aswenteling door niets geremd wordt, zodat door alle eeuwen heen de gelijk matige ivisseling van dag en nacht ge waarborgd is. Deze redenering is zeker juist, zolang we haar bezien in het kort stondige bestaan van het menselijk leven, maar vanuit de astronomische gezichts hoek is zij onjuist. En de hoofdschuldige hieraan is onze trouwe maan. We weten dat de maan twee getijden per etmaal veroorzaakt. Niet alleen het water der oceanen stuwt zij door haar aantrek kingskracht op, maar zoals we vroeger op deze plaats al eens hebben uiteengezet A ook het vasteland. De elastische schil van de aarde wordt tweemaal daags 25 tot 50 cm opgeheven. Deze dagelijkse golf- stuwingen veroorzaken uiteraard een enorme wrijving, die energie aan de as wenteling van de aarde onttrekt, waar door de draaiing wordt geremd en daar door vertraagd. Het verschil met het spin nende fietswiel is dus alleen nog gelegen in het feit, dat alles zich op geweldig grote schaal voltrekt en dat de formidabele wrijving, die de omhoog geheven oceanen en de uitgerekte aardse bol schil veroorzaken, toch nog onbetekenend is in vergelij king tot de kolossale aard- massa. Daardoor zal géén menselijke generatie iets kun nen merken van het lang zamer tempo waarin de aarde gaat draaien. Alleen de zeer verfijnde sterrenkundige waarnemingen hebben overtuigend aan getoond, dat de omwentelingssnelheid van de aarde in de loop der tijden iets is af genomen en berekeningen over de wrij ving der getijdestromen in zee-engten speciaal in de Beringstraat hebben het aannemelijk gemaakt, dat deze vertraging ook inderdaad aan de getij den-wrijving moet worden toegeschreven. Tot zover kloppen dus de waarnemingen met de theorie. Wanneer de aarde langzamer gaat draaien, brengt dit noodzakelijk met zich mee dat de dagen langer worden. Maar wat hebben we daar op den duur van te verwachten? Daarover een volgende keer. H. Pétillon Nadruk verboden In de kluis van de Pajide Valley Bank te Watsonville in Californië zijn tijdens 'n routine-onderzoek in een afdeling waar zaken worden bewaard, die nooit meer zijn opgehaald door de eigenaars, de lijk jes van een Siamese tweeling-baby gevon den. De lichaampjes waren gemummificeerd. Zij zouden reeds 52 jaar geleden in de kluis zijn gebracht. Zij waren verpakt in een handtas tezamen met het overlijdens- bewijs en andere papieren. Het bewijs van overlijden van de tweeling was gedateerd op 10 april 1908, in Tucson, Arizona. De naam van de moeder luidde mevr. Maria Holguin Herrera. Het onderzoek in de kluis geschiedde nadat kort geleden een wet was uitgevaardigd waarbij werd bepaald, dat een inventaris moest wor den opgemaakt van alle kluizen, waarvan de eigenaars langer dan zeven jaar niets meer van zich hadden laten horen. 207208. Toen de drie kamertjes klaar waren en de meubeltjes erin stonden, vier den de Poetels dat feestelijk. Er werd die dag niet gewerkt; er was een heleboel lekkers en ze dronken zoete honinglimonade. Welkom bij ons! riep Kipang. Voortaan zullen jullie bij ons horen en hier veilig wonen! Hoeraaaaaa! juichten de Poetels. Koen, Linnie en Pobbel waren erg blij. Hun zorg om het verloren vlothuisje was voorbij; nu zouden ze voortaan bij de vriendelijke Poetels wonen. En zo kwam hun reis tot een goed EINDE 'Advertentie zelfgïanzende was, schoencrème, wrijfwas, WéCé Reiniger, metaalpoets, ontvlekker, blanca. Handelsonderneming Gerard Rooiers, Breda. r ^Vertaling: Margot Bakker li) Het was maar al te vlug „morgen" geworden. Eerst had zij de polikliniek moeten doen en er waren heel wat meer patiënten dan gewoonlijk. De regelmatige klanten waren uitgebreid met een aantal bleke en be zorgde overlevenden van de schipbreuk, die in de stad onderdak hadden gekregen. De meesten hadden aan boord van Alexia niet alleen gereisd, bleek nu. Allen wilden zij horen hoe het met familielid of vriend ging, allen wilden zij gerustgesteld worden. „Dokter, is er al iets over mijn nicht bekend? Zij is blijkbaar niet in het ziekenhuis opgenomen". Er was een weifelende hand op Valentines arm gelegd, die haar verhinderde te doen wat zij probeerde te doen en zich aan haar vastklampte, alsof zij juist degene was die een gruwelijke waarheid kon tegenhouden. Zij had de kleine bleke vrouw aangestaard en haar zo barmhartig mogelijk verteld wat zij zelf nauwelijks wist. „Wij hebben nog geen overzicht van de toestand. Wij kunnen niet zeggen, wie hier al of niet is. Wij zullen u zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen". Het was het beste antwoord waartoe zij in staat was, maar wat had de vrouw eraan? Toch leek het haar nog wreder meer hoop te wekken en haar eigen hoop, dat deze onbekende nicht tot de overlevenden zou behoren, was zinloos. Hoe zinloos begreep Valentine pas, nadat zij nog herhaaldelijk hetzelfde antwoord had moeten geven. Het bezoek van mevrouw Stanley, de vrouw van een van de bemanningsleden van de reddingboot, was zo mogelijk nog pijnlijker. ,Het is eigenlijk te gek dokter, dat ik nog met die ontstoken vinger kom, nu Sam zijn hele arm kapot heeft. Weet u al of zij hem moeten amputeren?" Valentine wist het niet. Zij mompelde, dat zij me vrouw Stanley wel gauw van haar ontstoken vinger af zou helpen, zodat zij in staat zou zijn haar man te verplegen als die uit het ziekenhuis kwam. Het liep al tegen de middagpauze toen de laatste patiënt van de polikliniek de deur uitging, maar Valen tine had nog twee dingen te doen. Zij had de directeur van het ziekenhuis 's morgens al meegedeeld, dat Paul Cleeve gewond bij haar thuis lag, maar nu moest zij nog naar de sociaal werkster, die zijn familie mogelijk kon opsporen. Daarmee moest zij niet langer wachten, maar eerst wilde zij Nannie nog bellen om te vragen hoe hij het maakte. Hij had er vroeg in de morgen iets beter uitgezien en hij was de dag begonnen met een regelmatiger pols en een heel wat gezonder uiterlijk. Zo had zij hem achtergelaten. Bezorgd maakte zij zich eigenlijk niet meer. Als hij hij het nu wel halen. Maar de telefoon. Jammer genoeg moest zij van de sociaal werkster, en frouw Bruce, klampte haar aan. „Dokter Manning geen instorting kreeg zou toch haastte zij zich naar daarvoor langs de kamer die sociaal werkster, juf- „Ja?" Valentine bleef staan en keek om, geprikkeld door de tegenvaller. „Dat geval boven die ingedrukte borstkas er is zeker geen kans zijn naam te weten te komen?" „Geen enkele kans, zou ik zeggen", antwoordde Va lentine. „Maar dat kunt u beter aan dokter Warner vra gen. Het is zijn afdeling". „Ik vind het heel moeilijk", zei juffrouw Bruce. Zij liet Valentine niet zo maar gaan. „Ziet u, hij is er ern stig aan toe en. „Ja, dat weet ik ook wel. Hij zal vanmiddag geope reerd worden". „Maar ik heb gehoord, dat u hem in het Grote Huis het eerst hebt onderzocht. Ik vroeg me af, of we daar aan nog aanknopingspunten hebben misschien een of ander middel tot identificatie?" „Nee, ik heb hem onderzocht zoals hij hier binnenge bracht is en hij heeft geen woord gezegd". „Ach, juist". Juffrouw Bruce wilde haar kamer bin nengaan, maar nu hield Valentine haar tegen. „Ik heb thuis ook nog een patiënt liggen", zei zij. „Zoudt u willen proberen zijn familie voor mij op te spo ren?" „Ook van de schipbreuk?" „Nee, een auto-ongeluk". „O, een auto-ongeluk", zei juffrouw Bruce. Valentine gaf haar een briefje. „Hier hebt u zijn naam en adres en het nummer van zijn wagen. Meer weten wij niet. Hij is buiten kennis". „Ik zal doen wat ik kan", zei de sociaal werkster. „Maar ik heb al zoveel gevallen, dat begrijpt u wel. Ik moet alles uitzoeken die mensen wachten erop". Valentine bedacht, dat juffrouw Bruce misschien wel de hele nacht niet naar bed was geweest. Zij liep door met een haastig: „Ik hoor het dan wel". Zij wachtte zich wel nog antwoord te geven, toen de enigszins kribbige stem van de sociaal werkster haar door de gang nariep: „Kunt u het hem niet beter zelf vragen?" Juffrouw Bruce wist meestal na ongelukken de familie vlot te vinden en het was geen wonder dat zij vandaag enigszins uit haar humeur was. De telefoon was gelukkig dadelijk aan het eind van de gang, zodat zij niet meer door anderen werd aange klampt voor zij er was. Valentine duwde de deur met de zware veer open, dankbaar dot zij eindelijk met Nan nie kon praten om haar eigen vraag te stellen. Het duurde eindeloos lang voor zij verbinding kreeg. Dat was regel in het ziekenhuis, waar zij via de centra le telefoneerden, en ook de centrale had bovendien van daag een goede verontschuldiging voor elke vertraging. Maar eindelijk hoorde zij het belletje dan toch en even later klonk de stem van Nannie, die vaag en officieel klonk. „Met Falzawn. U spreekt met juffrouw Foster". „Ja, Nannie, met Valentine. Ik was al bang, dat ik nooit verbinding zou krijgen. Hoe maakt de patiënt het?" „Hij is nog maar half bij kennis", deelde Nannie be daard mee. „Maar hij gaat geloof ik toch vooruit. Hij praat in elk geval geen Duits meer, hij is op Engels overgestapt. Hij zegt nu al die dingen, die bij zijn toe stand horen. Je begrijpt me wel. „Waar ben ik?" en „Ik ga weg". Zij giechelde. „Ik heb mijn handen vol aan de man. Hij wil niet rustig blijven liggen". „Dat willen ze nooit", zei Valentine nuchter. „Precies. En de woorden, die de man gebruikt! Maar dokter Moone en dokter Griffiths zijn er allebei al ge weest. Zij leken nogal tevreden en zij komen straks te rug. Hij heeft wat glucose en water gehad. Je hoeft je eigenlijk niet bezorgd te maken". „Prachtig, bedankt voor alles Nannie". „Ik hoop dat je straks tijdig een stukje gaat eten", zei Nannie. Valentine keek enigszins schuldig op haar horloge. Het was half twee en om twee uur moest zij in de opera tiekamer zijn om narcose te geven, terwijl dokter Bel- lairs de ingedrukte borstkas opereerde. Het speet haar dat zij in plaats daarvan niet naar huis kon gaan, om de last die Paul Cleeve gaf op zich te nemen. „Wees maar gerust", zei zij, „ik zal ervoor zorgen". Zij „at een stukje", zoals zij beloofd had, ofschoon heel wat vlugger dan Nannie goedgevonden zou hebben. Zij wilde een paar minuten overhouden om in de artsenka mer rustig een sigaret te roken voor zij weer aan het werk ging. Van rust was overigens in de artsenkamer geen sprake, althans voor haar niet. Het ging net als 's morgens: nog voor zij de eerste trek aan haar siga ret had gedaan moest zij alweer volop vragen beant woorden. Er waren vier artsen aanwezig. Maurice Thompson zat in het gemakkelijke stoeltje, dat zij in gedachten al voor zichzelf had bestemd. Hugh Downing zag er even afgetobd en uitgeput uit als zijzelf waarschijnlijk. Ver der waren er dokter Warner, de oudste inwonende arts en dokter Smith, die haar vroegere functie overgeno men had. Natuurlijk wisten zij alle vier al, dat zij thuis een patiënt had liggen; dergelijke dingen waren in een minimum van tijd bekend. Het lag zelfs voor de hand, dat Warner en dokter Smith over deze zaak van gedach ten hadden gewisseld tot aan het ogenblik waarop zij binnenkwam. In elk geval was het dokter Warner, die haar welwillend, nieuwsgierig en als altijd bezorgd over „wat men al of niet deed" voorzover het anderen betrof, begon te ondervragen zodra zij zich in de artsenkamer liet zien. Ja, er lag bij haar thuis een slachtoffer van een auto-ongeluk, gaf Valentine toe. Zij keerde de bezorgd starende ogen van dokter Warner en de spottend opge trokken wenkbrauwen van dokter Smith de rug toe en wijdde haar aandacht aan het uitzicht. (Wordt vervolgd) KERSTBOEK „Het Licht Schijnt Over al". Uitg. Ploegsma Amsterdam. Een keur van boeiende verhalen, uitstekend ge ïllustreerd en gebundeld, in een sfeer van feestelijk gedenken gekozen en voor lage prijs verkrijgbaar kortom, een zeer ge slaagde herhaling van de vorige „Kerst boeken" en zeer aantrekkelijk voor de kin deren in milieus, waar de lectuur met zorg en pedagogische gevoeligheid wordt gekozen. HERBERT ASBURY'S beroemde boeken „The Barbary Coast" en „The French Quarter" zijn thans ook in Nederlandse vertaling te verkrijgen. Zij verschenen bij V.H. VAN DITMAR. Het eerste boek han delt over de uiterst wilde toestanden die heersten in San Francisco voor het einde van de eerste wereldoorlog, toestan den waarbij de huidige situatie op de Ree- perbahn in Hamburg van zeer idyllische aard is. In het tweede boek worden soort gelijke zaken beschreven, maar nu zijn we in New Orleans, de stad waar eens de eerste jazz werd gespeeld, ongeveer in dezelfde kroegen en bordelen, die Asbury hier op zeer burleske wijze beschrijft. Hij is niet alleen een voortreffelijk historicus, met een scherp oog voor het anekdotisch detail, maar hij weet geschiedenis te ver tellen op een manier die moeder de gans jaloers zou maken. Toegegeven dat zijn onderwerpen zich bijzonder goed lenen voor een Rabelais-achtige stijl hij be hoeft' in feite niet veel meer te doen dan de uithangborden van de amusementsbe drijven van die dagen te citeren om het gewenste effect te sorteren toch geeft hij zijn verhalen een zodanig cachet dat nergens de grens naar het obscene wordt overschreden. Integendeel hij weet de pi kantste en soms ook walgelijkste toestan den uiterst lichtvoetig en lucide te behan delen, zodat niemand zich gekwetst behoeft te gevoelen. Deze wijze van schrijven treft men ook in de beste voorbeelden van Amerikaanse journalistiek aan. Het zijn boeken die iedere libertijn met gevoel voor humor een gezellige avond kunnen ver schaffen. Tegen het eind van 1961 zal de eerste Amerikaanse ruimtevaarder een betrek kelijk korte raketreis maken in een ruim tecabine zóals het „Projekt Merkuur" die heeft omschreven. Deze eerste ruimtereis zal in hoofdzaak dienen om na te gaan wat de invloeden van de radioactieve straling en de terugkeer in de dampkring zijn op de ruimtereiziger in zijn cabine, aldus dr. Kuettner, directeur van het „Projekt Mer kuur", dat in voorbereiding is bij het Red stone Arsenaal. Voorts is te Washington meegedeeld dat men door het laten vervallen van een reeks proefnemingen zes maanden zal be sparen op de ontwikkeling van een atoom raket voor ruimteschepen. De Nationale raad voor lucht- en ruimtevaart heeft bij statische proeven in de woestijn van Ne vada zulke goede resultaten geboekt, dat een half jaar voorbereidende proeven nu kan worden overgeslagen. De eerste proef vluchten met een atoomraket zullen in 1965 worden gemaakt. „Projekt Rover" is de naam die men heeft gegeven aan de ontwikkeling en de bouw van een atoomraket voor bemande ruimtereizen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 11