Puzzel nummer tien Moderne mensen leven blij opCOCOS Beethoven c.s. „made in Japan" door het Tokio's Filharmonisch Orkest Daniël Wayenberg virtuoze solist bij N.Ph.O.-concert onder Marinus Adam Minou Drouet in Amsterdam met een eigen programma N.O.G. vierde lustrum met opvoering van Strauss' „Een nacht in Venetië" JaaC-laiia „Politiek in de ban der geschiedenis" In Concertgebouw in Amsterdam Nationaal Jeugdorkest voor de televisie Josephine Baker treedt op in Nederland Cocos biedt volop keuze in moderne tinten en aparte dessins. Past in elk interieur. Is sterk en beslist niet duur! Aan deze onderscheiding herkent u de goede cocos 1 Hé wat is dat MARTIN UITTEN BOGAARD ZATERDAG 5 NOVEMBER 1960 IN DE (ZEER SLECHT BEZETTE) grote zaal van het Amsterdams Concertgebouw gaf het Filharmonisch Orkest uit Tokio zijn tweede en tevens laatste concert in Nederland, tijdens de Europese tournee die het ensemble thans maakt. Het is in 1951 opgericht door Hidemaro Konoye die sinds vijfendertig jaar de wegbereider is van de westerse muziek in zijn land; reeds in 1925 vormde hij het eerste beroepsorkest in de Japanse hoofdstad: „The New Symphony Orchestra", en nu stelde hij zich met zijn musici, merendeels jonge mensen, aan de betrekkelijk kleine schare voor die deze merkwaardige avond in Amsterdam kwam bijwonen. Merkwaardig niet zozeer om het uitgevoerde programma, om ons Leonore-drie, Tsjaikofsky's vioolconcert en de derde symfonie van Schumann te laten horen, behoeft men waarlijk niet de halve aardkloot om te trekken. Er moest dus iets bijzonders waarneembaar zijn, iets van de vrijwel onverklaarbare verhouding waarin een volk dat qua gografie, afstamming en traditie onze tegenvoeter is, zich bevindt ten opzichte van muzikale uitingen die stammen uit een totaal ander landschap van ziel en zinnen. Hierin is men niet teleurgesteld, het was, juist door de vertrouwdheid van de uitgevoerde werken, een avond van grote bevreemding en vervreemding, terwijl men zelfs door de uiterste nauwgezetheid der reprodukties (reproduktie is hier het woord, niet vertolking e.d.) een lichte grie zeling ervoer. Onder het luisteren schoot mij het historische verhaal te binnen waarvan een in ons land wonend en al gemeen zeer bewonderd violist de hoofd persoon is. Hij was tijdens de oorlog op concertreis in het toenmalige Indië en moest het lot delen der Europese bewo ners van dat land het internerings kamp. Op een dag liet de overste van het kamp hem met zijn instrument bij zich verschijnen en eiste van hem dat hij, in het bijzijn van een fotograaf, viool zou spelen en alle mogelijkheden van zijn in strument demonstreren. Na de oorlog ont ving de violist een opgetogen brief van een dankbare leerling die hij nooit gezien had: de zoon van de kampcommandant, die uitsluitend door bestudering van de hem toegezonden foto's die zijn vader voor hem had laten maken, een volleerd violist geworden was. Van de theeceremo nie tot de optische industrie kenmerkt zich de Japanse cultuur en nijverheid door een ongelooflijk vermogen tot nabootsing en assimilatie. Een figuur als Beethoven wordt in Tokio niet minder vereerd dan in Amsterdam of Wenen. En wat is het klinkend ï'esultaat van deze poging om het on-eigene eigen te maken? Voor onze oren bijzonder on eigenlijk, mag men wel zeggen. Het hoofd thema van de derde Leonore-ouverture, in plaats van de mannelijke veerkracht die men in 't oor heeft: de celli gereduceerd tot een troep krekels, zoals men ze wel in geïllustreerde kinderboeken aantreft, een holle kastanje aanstrijkend met een dennenaald. In Tsjaikofski's vioolconcert, overigens capabel vertolkt door de vijf entwintigjarige Shigeru Toyama, wordt het martiale element teruggebracht tot een glazige, heel precieze, heel metrische onverzettelijkheid; de nostalgie der step pen van de canzonette lost op in een wolk je van violet. In Schumann's derde, „Rhei- nische" symfonie (waarom in vredesnaam dit tamelijk zwakke werk van het sym fonisch repertoire?) is alles er ook weer zo fijntjes, zo kleintjes en met die nijvere inslag die zo gevaarlijk verwant lijkt aan een bekend soort „gründlichtkeit". Eén uitzondering deze avond: de. musici gaan de taal van hun land spreken, een koto, een citherachtig instrument met der tien snaren dat bespeeld wordt met ivo ren plectra aan de vingers bevestigd, wordt op het podium neergezet. Eerst hoort men nog een wat naar kitsch rie kende orkestbewerking van duizend jaar oude keizerlijke hofmuziek. Dan komt de bespeelster van de koto op, in kimono, en 'een klagende, eindeloze muziek vangt aan, hopeloos sereen, verliefd op de on eindigheid. Ze ontwikkelt zich niet, ze is nauwelijks in beweging, ze drijft in de ruimte als een lelieblad op een vijver. „Een glinsterend glimwormpje! Kijk 'dan, wilde ik roepen. Maar ach, ik was al leen!" Een gedicht in traditionele vers vorm dit, niet meer dan eenendertig let tergrepen, „Alleen, in het Slaapvertrek" heet het. Zo was deze stille, onbeweeg- iijk-bewogen muziek. Tenminste: zo ho ren wij ze. Maar misschien begrijpen wij er wel even weinig van als zij van onze Beethoven. Wat een treurige, raadselach tige misverstanden allemaal. Sos Bunge Ton Hasebos regisseert het V.P.R.O.- televisieprogramma over een orkestrepeti tie van het Nationaal Jeugdorkest, dat wordt uitgezonden vanuit het Amersfoorts Lyceum te Amersfoort. Dit programma, waarvan de opnamen op 5 november jl. zijn gemaakt, wordt ingeleid door Dick de Vilder. Het Nationaal Jeugdorkest ontstaan op initiatief van de heer Max Vredenburg gaf een eerste uitvoering op 12 april 1958 in het Concertgebouw. De heer Vre denburg besloot tot de oprichting van een Jeugdorkest, toen hij eens een muziek- congres in Madrid bijwoonde, waar plan nen werden gesmeed een internationaal jeugdconcert te houden op de Expo 1958 in Brussel. „Dan Nederland er ook bij", dacht de heer Vredenburg en dankzij zijn onverdroten ijver kwamen de leden van het Nationaal Jeugdorkest voor het eerst bijeen in de zomer van 1957 om te musi- seren in het Jeugdcentrum Jacobiberg te Arnhem. In 1959 ging het Nationaal Jeugdorkest voor het eerst naar het bui tenland en wel naar Dusseldorp; kort daarop naar Wenen. Joegoslavische en Israëlische uitnodin- gen zijn reeds ontvangen, maar de finan ciën zijn momenteel nog niet toereikend om deze verre reis te ondernemen. De leden van het Nationaal Jeugdorkest ko men drie maal per jaar bijeen en repe teren dan enige dagen onder leiding van hun dirigent Nico Hermans. Het jeugdor kest schuwt ook de moderne wei-ken niet; van tijd tot tijd wirden opdrachten ver strekt aan hedendaagse componisten. TER GELEGENHEID van zijn eer ste lustrum heelt het Nieuwe Uperette- gezelschap „N.U.G. donderdag- en vrij- uagavona de operette „Een nacht in Venetië" van Jonann Strauss in de Haar lemse Stadsschouwburg ten tonele ge voerd. Met deze aantrekkelijke operette heeft men een gelukkige greep gedaan, want in de muziek hoort men Strauss op zijn best, wanneer „Die Fledermaus" en „Der Zigeunerbaron" als allerbeste theaterstukken buiten beschouwing blij ven. Terecht zijn van „Een nacht in Venetië" fragmenten als de Lagunen- wals en het Gondellied wereldberoemd geworden. En bovendien onderscheidt het libretto van Richard Genée en F. Zeil (die eigenlijk Kamillo Walzel heette) zich gunstig van vele waardeloze prullen, die als tekst voor een zogenaam de operette werden geschreven. De regisseur Jan de Veer en de dirigent Matthijs de Vos hadden blijkbaar veel zorg aan de voorbereiding van deze jubileum opvoeringen besteed. Men kan daarop, al thans op die van vrijdagavond, welke in dit verslag besproken wordt, met een pret tig gevoel van voldoening terugzien. Het koor van de vereniging zong zijn aandeel in het werk met behoorlijke zeker heid, behoudens dan op het ogenblik, dat het, afgewend van de dirigent, met de orkestbegeleiding geen gelijke tred kon houden. De klank bleef beschaafd en over het algemeen ook wel zuiver. Het viel op hoe de spelers, die de rollen van betekenis moesten vertolken, in hun prestaties aan elkaar gewaagd waren. Dat bewerkte een goede speleenheid, waarin geen plaats werd gelaten voor operette- sterneigingen. Op een zelfde capaciteits niveau werkten de solisten in een voor beeldige teamgeest samen en dit maakte een bijzonder sympathieke indruk. Horizontaal: 1. bergweide; 3. groente; 10. />ers. voornaamwoord; 12. muzieknoot; 14. chouwspel, bep. voorstelling; 15. jongens- of meisjesnaam; 16. verlichtingsartikel; 19. verstand; 20. Europeaan, 21. volwassene; 73. vereerd overblijfsel; 26. misdaad; 28. en dergelijke; 29. element, afk.; 31. uitvoer baar; 33. reeds; 35. eveneens; 37. niet mooi; •8. echtgenoot van moeder; 40. watervogel; '3. ritueel gebruik; 44. mens; 45. met an dere afwisselend voorval; 48. gom; 49. den szer heil, afk.; 50. schade; 52. dit is (Lat. uk.); 53. broeder, afk.; 55. derde toon van grondtoon af; 57. te schande brengen; 61. •tad in Korea; 63. vreemd, gek; 64. vorm 'Tan zuurstof; 66. plant; 68. grappig zoog- :er; 69. plaatsen; 71. groente; 72. element, Jfk.; 73. hemellichaam; 74. boom. Verticaal: 1. zeevogel; 2. gemeen; 4. hei- ge, afk.; 5. duw, stomp; 6. van een; 7. Tijk; 8. bep. kleur; 9. lengtemaat; 10. rij "oldaten); 11. hevige; 13. godvruchtig; 15. lorm; 17. behoeftig; 18. stola; 20. element, fk.; 22. ernstiger; 24. pex-s. v.oornaam- 'oord; 25. verdrietige; 27. laagte; 30. land- ouwer; 32. zieke; 33. halm; 34. Duitse ha mstad; 36. groente; 39. foudraal; 41. ergo; inwoner van één onzer provincies; 45. ml gelezen hebbend: 46. ultimo, afk.; 47. "ven van, genoeg hebben aan; 51. meubel; 53. brandplek; 54. muzieknoot; 56. stel; 57. zilt; 58. titel, afk.; 59. opperste kerkel. ge rechtshof; 60. niet graag; 62. devies; 65. keurig; 67. deel v. h. gelaat; 69. -aap: deel v. h. hoofd; 70. element, afk. Inzenden voor donderdag per briefkaart. OPLOSSING PUZZEL No. 9 Prijswinnaars: 7.50: A. J. v. Wocnsel, Kr. Mijdrechtstraat 33, IJmuiden. 5. P. J. Kroon, Gen. Cronjéstraat 74 rd, Haar lem. 2.50: N. Duits, Nagtzaamplein 24, Haarlem. Een paar grappige vergissingen in de dialogen behoefde men niet zwaar te nemen. Wie vindt het nu erg, dat een aan staande bruidegom in zijn vux-ig enthou siasme over toekomstig geluk zich zelve de bruid noemt! Wie daarover valt is een kniesoor! Voor het vermelden van de in dividuele prestaties kan ik eigenlijk geen voorrang laten gelden. Ik begin maar met Leni Cramer, die een vlotte, pittige uit beelding gaf van het vissersmeisje Annina. Haar zang was lang niet onverdienstelijk. Aantrekkelijk was ook het spel van To Klein als de amoureuze Bai-bax-a, de jonge vi-ouw van de oudere Delaqua. Chai-mant en levenslustig speelde Tini Kok de rol van Delaquas keukenmeisje Ciboletta, waai-bij zij een heel goede stem kon laten horen. Agricola, de vi-ouw van senator Bax-buccio was in de uitbeelding van Mary Ley, een avontuuidijk juffertje, waai-mee men voorzichtig moest zijn. Zij werd goed bijgestaan door Bep v. d. Blom als Con- stancia. Theo Jansma speelde slagvaardig en zeer bewust de rol van hex-tog Guido, de geboren vrouwenvex-overaai-. Hij zong vaak bijzonder goed. Een compliment past voor Ton Vreeswijk, die senator Delaqua zonder kluchtige overdrijving, maar niette min zeer geestig typeei'de. Een zelfde waai-dei*ing verdient het spel van Jaap Steenstra en van Janus v. d. Blom als de vex'tolkex's van de x-ollen van de senatoren Barbuccio en Festaccio. Friedl' Ahx-endt maakte van de barbier Cax-amello een vlot levendig type. Zijn vooi-dracht van het Gondellied kon men waax-deren. Herman Woex-de was in zijn spaghetti-lent in zijn element en Huib Ipenbui-g was als Balbi op de hoogte van zijn taak. Er was een verdienstelijk ballet met Daisy Florin en Jan van Hemex-t als solisten. Van Jan van Hemert waren de decors, die zeer goed voldeden. Bijzonder geslaagd was de „aankondiging", die een mooi rustpunt voor het oog werd. toen het Haarlems Operette Oi-kest met de ouver- ture voor een loffelijke inzet zox-gde. Men werd er zowaar stil van en dat was zeker geen gex-ing succes! P. Zwaanswijk Shakespeare Memorial Theatre. Peter Hall, ae dix-ecteur van het Shakespeare Memorial Theatre, heeft een ambitieus pi-ogramma bekend gemaakt voor het eer ste seizoen in het Aldwych Theatx-e in Londen. De eerste vijf werken die zullen worden opgevoerd zijn een nieuw toneel stuk van John Whiting, „The Devils", een stuk naar Aldous Huiey's „The Devils of London", twee werken van Franse toneel- schrijvei's, Giraudoux's Ondine en Anouilh's Becket, die geen van beide nog in Londen zijn gegaan, en twee klassieken, Webster's „The Duchess of Malfi" en Sha kespeare's „Twelfth Night". Josephine Baker zal volgende week op treden in Amsterdam, Den Haag en Rot terdam. Josephine Baker treedt op tijdens een nachtvoorstelling zaterdag 12 novem ber in het Citytheater te Amstex-dam, zon dagavond 13 november in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag én maandagavond 14 november in Bristol te Rottex-dam. De artieste heeft net een toernee van drie weken door Italië achter de rug. Na haar bezoek aan Nederland zal zij nog een aantal voorstellingen in Duits land geven. Tot voor kort heeft Josephine Baker met haar revue nog andei-half jaar in het Olympiatheater in Parijs gestaan en an derhalf jaar lang waren de voorstellingen uitvei-kocht. Josephine Baker, die na de pauze optreedt, wox-dt begeleid door het orkest van Eddie de Latte. Voor de pauze vermeldt het programma het optreden van het showorkest van Roy Bradley. VEEL BEZOEKERS VAN THANS GESLOTEN ANDRIESSEN-EXPOSITIE IN „BLOEMENHEUVEL" De op 1 november gesloten expositie in „Bloemenheuvel" in Bloemendaal van werk van de beeldhouwer Mari Andries- sen is door 1849 personen bezocht. Tot deze bezoekers behoorden 762 scholieren van Bloemendaalse scholen die onder leiding van lerai'en het werk bezichtigden. llllilllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllll Hllli. TELLEN De Nieuwe Rotterdamse Courant schreef over een tele- visie-uitzending: H „Bert Bakker, Jeanne v. Schaick- Willing en Harry Mulisch dé ene op de- achter-, de ander op de H voorgrond maar allebei be- scheiden". Zo heb ik eens drie mensen gekend, waar-van de één onbescheiden en de ander bescheiden was, alle drie op de voox-gx-ond, maar béide (dat wil dus zeggen: alle twee) van zessen klaar, 't Was een aardig viertal. STRAFFEN §j „De straf", schreef het Algemeen Han- d e 1 s b 1 a d, „kon variëren tussen vrijheid en de doodstraf". „Als u mijn cliënt dan tóch wilt H straffen, edelachtbare heren", zo moet de vex-dediger hebben uitge- j= roepen'„geeft u hem dan de vrij- heid". SCHREEUWEN Het Algemeen Handels - blad schreef: ,;hij' liep luidkeels gesticulerend e= naar het spreekgestoelte toe". Eenvoudiger gezegd: Schreeuwend met z'ri handen. KLEUREN Welke kleur heeft vlijm? De T e 1 e - graaf geeft het antwoord. Een correspondent schreef in dat hoog- geachte blad over „Oranje-rode vruchtentrossen, vlijmgroene cactussen en allerlei mysterieus bloeiend struikgewas". REIKEN De Haagse Post heeft het over een dame, die '„bij het óverrijken van een bos anjers" een diepe knieval voor de koningin maakte. Het blad is blijkbaar niet ovex-rijk aan kennis van de Neder- landse taal. Talarius Advertentie Ster-cqcos is het collectieve merk van de leden van de Nederlandse Cocosconventie. Marinus Adam, die vrijdagavond in de Haarlemse Concertzaal het tweede V-con- cert van het Noordholla nds Philharmonisch Orkest leidde, bood zijn publiek een pro gramma d-at niet zonder verrassingen ivas. De belangrijkste dezer was buitenkijf de vertolking voor het geduchte derde Piano concert van Prokofjeff, met als solist Da niel Wayenberg, een pianist van de mees terklasse, zoals de moderen klavierlittera tuur die vereist, een virtuoos die zich kan meten met de grote Russen en Amerika nen, die via het toetsenbord hun menings verschillen uitvechten op hun muzikale topconferenties"Dit alles wil zeggen, dat Wayeiiberg,ook wat kracht en uithoudings vermogen betreft, het. Concert in C volko men aan kan en het in al zijn aspecten van Ixi het Internationaal Cultureel Centrum in Amsterdam heeft gisteren het 13-jarige Franse dichteresje Minou Drouet eigen verzen voorgedragen en chansons gezongen, zichzelf begeleidend op de gitaar. Ze opende haar programma met „Ciel de Paris", destijds in een apart kamertje als „examenstuk" geschreven voor de toelating tot de Société des Auteurs. Een verlegen kind dat met haar roze gelakte nageltjes nerveus aan lxaar jurkje plukte. Maar even later zong ze met haar heldere stemmetje „Le Jardinier d'Etoiles" als een volleerd actrice. Is het optreden spontaan of is hier sprake van een terdege voorbereide show? Zijn haar chansons spontaan of moeten haar lyrische ontboezemingen toch aan een ander worden toegeschreven, zoals haar ge dichten van vijf jaar geleden aan haar pleegmoeder mevrouw Claude Drouet werden toegeschreven? Uit het matte applaus sprak de verbazing, maar ook de twijfel. „Mainan" Drouet heeft meer met dat bijltje gehakt en tijdens het diner dat in aanwezigheid van enige tientallen gasten in een aangrenzende zaal had plaatsgehad had zij voor een stuntje gezorgd door Minou een gedicht over Amsterdam te la ten maken. In de vertaling die Drouet- bewonderaar Ernst van Altena later op de avond maakte luidt het vers: Amsterdam, voorname dame, uw vloeiend vlees slaat als een slagader, voorname dame, uw zingende armen gren- gen ons de hemel in een schaal van vlammend kristal, waarin hel leven hijgt Amsterdam, voorname dame met duizend luifelhoeden op, waarover de wind de tover van het wol kendek drapeert, ivaarop de vreemdeling als een heimelijke vlinder, het heimwee van zijn dromen speldt Amsterdam, gewikkeld in kristallen kleed, filigraanwerk van staal, onbekende cocktail van gisteren en morgen, golvendochter, stenen maagd, wij luisteren naar jou als naar een symfonie, wij ewaren je dicht tegen ons aan als een lichaam, ivaarvan warmte en geur voor altijd zul len horen bij ons lichaam. NA HAAR TWEEDE optreden van een kwartier troffen wij Minou Dx-ouet en haar moeder weer in de hal. Ze was weer het kinde vrolijk en onbezorgd. Ze klapte uit gelaten mee met het applaus dat uit de zaal doox-drong en het viel haar kennelijk niet op dat dit applaus bestemd voor Adèle Bloemendaal die met enige andere actrices het programma omlijstten veel luider klonk dan zijzelf had gekregen. Het kind veranderde nog even in een gevierde ster toen zij op vex-zoek handtekeningen plaatste in de exemplax-en van haar ge dichtenbundel „Ax-bre, mon Ami" (boom, mijn vriend) en bij het beantwoorden van de gebruikelijke interviewvragen. Minou plaagde nog een keer de bebaax-- de fotograaf die ze „Monsieur Camembert" noexnde en huppelde mét moeder mee naar de garderobe. „Ze is geestig en dal is haar redding", zei ons een Amsterdamse dame, een intieme vriendin van de familie Dx-ouet. „Voor ze naar Amstex-dam toe kwam schreef ze mij: de mensen denken een vex-pieterd meisje te zien en dan zijn ze vei-wonderd dat ze blij is, omdat wat je met plezier doet nooit vervelend of ver moeiend wordt." humoristische, lyrische, antiromantisch- motorische en briljant-virtuoze allure, overtuigend weet weer te geven. Maar het werk rekent tevens op een kordate tegen speler van de solist, op een orkest dat niet begeleidt, maar als gelijkgerechtigde meebouwt aan de herschepping. De indruk die het totaal maakte en de grote bijval die het ontketende mocht dan ook de prestatie van Adam en het- orkest gelden naast de solistische vertolking van Da niël Wayenberg, die t.routvens zijn part ners niet vergat in het succes te laten delen. Met de Suite no. - en 2 van Strawinsky, oox-spi-onkelijk geschreven voor piano quartre-mains en naderhand voor orkest gezet had Adam de avond ingeluid. Deze muzikale grappen, althans zeker die van de tweede suite, herinneren aan de door braak in het Franse kamp, onder de sug gestie van Jean Cocteau, op het eind van de eerste wereldoorlog, toen het mode werd opzettelijke kromschrijverijen te plegen en ondei-wex-pen te kiezen die steeds voor onbetamelijk gegolden hadden. De karikatuur kwam hiermee op de troon en Strawinsky toonde zich een geniale karikaturist, zelfs in het tragische, wat hij even later bewees met zijn „1' His- toire du soldat". Bij de aanvang van de Suite no 1 zou men overigens menen, dat zijn verblijf in Frankrijk hem de Rave- liaanse geest van een gedx-oomd aristo cratisch verleden had bijgebx-acht. Adam en de zijnen hadden van de verklanking van deze nog lang niet vex-bleekte schet sen (daarvoor zijn ze te scherp getekend en gekleux-d) de nodige zorg besteed. Ten slotte kregen wij Bruckners Sym- phonie no 1 te horen, die eigenlijk de twee de is, vermits er de zogenaamde „milde" (door de componist zelf afgekeurd, doch in onze tijd bij gelegenheid weer eens opgerakeld) aan voox-afgegaan was. Onze kennismaking met de symphonicus Bruck ner begint in de x-egel bij de Derde, die hij aan Wagner opdroeg. Daarom was het nu belangwekkend geconfronteerd te worden met dit oudere werk. Overigens wox-dt het bij die kennismaking al gauw duidelijk, dat de voorname muzikale kwaliteiten én de zwakke constructie van het betoog, die al zijn meer bekende Symphonieën ken merken, in deze Eerste ook aanwezig zijn. 't Is allemaal prachtig van melodie, kunst vaardig van contrapunt, veri-assend van hax-monie en kleui-rijk, soms zelfs magis- traal van klank; maar het loopt gere geld vast. De logische constructie die Schubert ondanks zijn ,Himmlische Sange' steeds in acht wist te nemen, werd bij Bruckner het zwakke punt. Gelukkig wordt het dan gecompenseex-d door mu zikale vondsten en echt bezielde momen ten. De finale van de Eex-ste kan echter de spanning niet onderhouden, te vaak stokt het betoog. Gelukkiger lijkt ons het aanvangsdeel, dat met zijn ritmisch mo tief van het hoofdthema een sterke ge bondenheid onderhoudt. En uiteraard is een dansvorm, als het Scherzo, een leid draad om breedsprakerigheid te vermij den, Jos. de Klerk Prof. dr. B. W. Schaper, die is benoemd tot hoogleraar in de algemene geschiede nis te Leiden, heeft gistermiddag in zijn intree-rede gespx-oken over: „Politiek in de ban der geschiedenis". Er is, zei hij, door de eeuwen heen heel wat misbruik van de geschiedenis gemaakt in de poli tiek. Actueler is de vraag naar de invloed, die omgekeerd de geschiedenis op de poli tiek heeft uitgeoefend en die evenmin al tijd gelukkig kan worden genoemd. De be schouwing van een aantal episodes uit het Engelse en Franse verleden, waarin poli tiek en historie nauw op elkaar betrokken wax-en, toont aan, dat de relatie, die de Engelsen tot de geschiedenis hebben ge vonden, politiek heel wat positiever is, dan die van het Franse volk. Het zo traditie getrouwe Engeland heeft tot in zijn jong ste verleden telkens tijdig de bakens weten te verzetten. In Frankrijk leeft men, vooral sedert de grote revolutie, in de ban der geschiedenis, die zich in een onvrucht baar heimwee naar een begoochelend verleden manifesteert. In de figuur van De Gaulle vindt deze nostalgie haar zuiverste expressie, maar toont zij tevens haar gevaarlijke aspecten. Voorzover deze Franse x-elatie tot het verleden represen tatief voor die van Europa is, behelst zij een ernstige waai schuwing, aldus prof. Schapei-, Zo mogelijk nog gevaarlijker voor de politiek is evenewei de opvatting van de historie als een zich met ijzeren noodzakelijkheid wetmatig voltrekkend proces, welke opvatting grote delen van onze hedendaagse wereld in haar boeien heeft geslagen. Voorzover de geschiedbe oefening een sociale functie heeft, zal die mede daaruit moeten bestaan, juist van het verleden als een drukkende last te bevrijden. Niet door dat verleden te ver loochenen, maar door het te doorlichten en voor het heden vruchtbaar te maken. Voor de geschiedbeoefenaar persoonlijk is de geschiedenis allereerst pax-ticipatie aan menselijk ervaren in het verleden, die des te rijker vrucht oplevert, naarmate de his toricus aan het leven van de eigen tijd intensief deelneemt. Zo weet hij eigen ar beid en bestaan in een perspectief te bren gen, dat vanuit het verleden via het heden tot in de toekomst reikt. Deze historische ax-beid vindt daax-bij een objectieve be paling in de mate, waarin hij zich op de mens en de mensheid oriënteert. Objecti viteit tegenover het gebeuren in het heden is trouwens xriede het gevolg van de dis tantie, die de beoefening der geschiedkun de ten aanzien van het eigentijdse schep pen kan. In een vex-stex-king van de zin voor die objectiviteit zou de historicus zijn bijdx-age kunnen vinden tot de vestiging van een vrede waarin alle hedendaagse politiek nu eenmaal moet culmineren en die ook de onmisbare voorwaarde voor de eigen ar beid van de historicus is, aldus prof. Schapei-. Prof Schaper-, die in 1907 in Voorburg is geboren, werd na zijn universitaire studie redacteur-buitenland van „Het Volk" Daarna was hij lei-aar aan het Vossius- gymnasium te Amsterdam. Na de oorlog werd hij redacteur van „Vrij Nederland". In 1953 promoveerde hij in Leiden cum laude tot doctor in de letteren en wijs begeerte. In 1956 kreeg di\ Schaper een onderwijsopdi-acht aan de Amstei-damse universiteit en in 1957 aan de Leidse uni versiteit. In juni werd hij in Leiden tot hoogleraar in de algemene geschiedenis benoemd. Advertentie f 24.00 besteden en je krijgt 'n mooi goed lopend klokje cadeau. Niet gek. Ja zelfs krijgt men er nog garantie op ook. Natuurlijk is het weer bij de zéér bekende Verlovingsringen specialist. Ja dames en heren de tijd is weer aangebroken, om elkander trouw te zweren, maarnatuurlijk met ringen van Martin. Maar ik heb nog veel meer. Prachtige gouden dames en heren fantasieringen. Ja en daar kunnen wij u bijzonder mee verrassen, want nog nooit is in Haarlem, zo'n grote collectie getoond. Wij hebben alleen echte stenen. Zo als carneool, Haematiet, Topaas, opaal en nog te veel om op te noemen. Maar het aar dige is, dat u van onze ringen 'n beschrijving van de steen kunt krijgen. Ook geheel koste loos. Wist u dat elke steen die echt is, 'n bij zondere betekenis heeft? Wij hebben toch ook zo'n prachtige sortering dames- en herenpols horloges en niet te vergeten onze Engelse Tafelklokken, Zaanse klokken, Friese- en Stoeltjesklokken, kortom te veel om op te noemen. Door onze grote omzet zijn wij in staat om 2000 klokjes cadeau te geven, buiten de duizenden, die wij al uitgereikt hebben. Ach ja waarom ook niet. U betaalt daar geen cent meer om; het is alles SERVICE. Geen grootspraak zult u zeggen, als u eerst de etalages maar eens komt zien. Dus dames en heren, u weet het adres en u was toch wel mal, als uniet van deze aanbieding profi teerde. Dus 'n bedrag van VIER TWINTIG gulden besteden en u krijgt 'n mooi klokje cadeau. Niet dat benauwde, daar houden wij niet van. Het is zo. dat in sommige zaken men bediend wordt als 'n gebogen knipmes, ja en dat heet dan étiquette, maar gaat het nu om de SERVICE, dan kunt u toch maar beter op de SERVICE letten. Ons adres weet u. de welbekende Verlovingsringenspecialist, Schoterweg, vanaf het Frans Halsplein de 2e zaak en 4 huizen voorbü de zaak met de klok buiten. Dus geen zaak met 'n buitenklok. Vraag dus even of u bij Uittenbogaard bent, dan zit het lOOVo goed. Hartelijk gegroet en tot ziens.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 13