Puzzel nummer tien
Moderne mensen leven blij
opCOCOS
Beethoven c.s. „made in Japan" door
het Tokio's Filharmonisch Orkest
Daniël Wayenberg virtuoze solist bij
N.Ph.O.-concert onder Marinus Adam
Minou Drouet in Amsterdam
met een eigen programma
N.O.G. vierde lustrum met opvoering
van Strauss' „Een nacht in Venetië"
JaaC-laiia
„Politiek in de ban
der geschiedenis"
In Concertgebouw in Amsterdam
Nationaal Jeugdorkest
voor de televisie
Josephine Baker treedt
op in Nederland
Cocos biedt volop keuze
in moderne tinten en aparte
dessins. Past in elk
interieur. Is sterk en
beslist niet duur!
Aan deze onderscheiding herkent u de goede cocos 1
Hé wat is dat
MARTIN UITTEN BOGAARD
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1960
IN DE (ZEER SLECHT BEZETTE) grote zaal van het Amsterdams Concertgebouw
gaf het Filharmonisch Orkest uit Tokio zijn tweede en tevens laatste concert in
Nederland, tijdens de Europese tournee die het ensemble thans maakt. Het is in 1951
opgericht door Hidemaro Konoye die sinds vijfendertig jaar de wegbereider is van
de westerse muziek in zijn land; reeds in 1925 vormde hij het eerste beroepsorkest
in de Japanse hoofdstad: „The New Symphony Orchestra", en nu stelde hij zich met
zijn musici, merendeels jonge mensen, aan de betrekkelijk kleine schare voor die deze
merkwaardige avond in Amsterdam kwam bijwonen. Merkwaardig niet zozeer om
het uitgevoerde programma, om ons Leonore-drie, Tsjaikofsky's vioolconcert en de
derde symfonie van Schumann te laten horen, behoeft men waarlijk niet de halve
aardkloot om te trekken. Er moest dus iets bijzonders waarneembaar zijn, iets van
de vrijwel onverklaarbare verhouding waarin een volk dat qua gografie, afstamming
en traditie onze tegenvoeter is, zich bevindt ten opzichte van muzikale uitingen die
stammen uit een totaal ander landschap van ziel en zinnen.
Hierin is men niet teleurgesteld, het
was, juist door de vertrouwdheid van de
uitgevoerde werken, een avond van grote
bevreemding en vervreemding, terwijl
men zelfs door de uiterste nauwgezetheid
der reprodukties (reproduktie is hier het
woord, niet vertolking e.d.) een lichte grie
zeling ervoer. Onder het luisteren schoot
mij het historische verhaal te binnen
waarvan een in ons land wonend en al
gemeen zeer bewonderd violist de hoofd
persoon is. Hij was tijdens de oorlog op
concertreis in het toenmalige Indië en
moest het lot delen der Europese bewo
ners van dat land het internerings
kamp. Op een dag liet de overste van
het kamp hem met zijn instrument bij
zich verschijnen en eiste van hem dat hij,
in het bijzijn van een fotograaf, viool zou
spelen en alle mogelijkheden van zijn in
strument demonstreren. Na de oorlog ont
ving de violist een opgetogen brief van
een dankbare leerling die hij nooit gezien
had: de zoon van de kampcommandant,
die uitsluitend door bestudering van de
hem toegezonden foto's die zijn vader
voor hem had laten maken, een volleerd
violist geworden was. Van de theeceremo
nie tot de optische industrie kenmerkt zich
de Japanse cultuur en nijverheid door een
ongelooflijk vermogen tot nabootsing en
assimilatie. Een figuur als Beethoven
wordt in Tokio niet minder vereerd dan
in Amsterdam of Wenen.
En wat is het klinkend ï'esultaat van
deze poging om het on-eigene eigen te
maken? Voor onze oren bijzonder on
eigenlijk, mag men wel zeggen. Het hoofd
thema van de derde Leonore-ouverture, in
plaats van de mannelijke veerkracht die
men in 't oor heeft: de celli gereduceerd
tot een troep krekels, zoals men ze wel
in geïllustreerde kinderboeken aantreft,
een holle kastanje aanstrijkend met een
dennenaald. In Tsjaikofski's vioolconcert,
overigens capabel vertolkt door de vijf
entwintigjarige Shigeru Toyama, wordt
het martiale element teruggebracht tot
een glazige, heel precieze, heel metrische
onverzettelijkheid; de nostalgie der step
pen van de canzonette lost op in een wolk
je van violet. In Schumann's derde, „Rhei-
nische" symfonie (waarom in vredesnaam
dit tamelijk zwakke werk van het sym
fonisch repertoire?) is alles er ook weer
zo fijntjes, zo kleintjes en met die nijvere
inslag die zo gevaarlijk verwant lijkt aan
een bekend soort „gründlichtkeit".
Eén uitzondering deze avond: de. musici
gaan de taal van hun land spreken, een
koto, een citherachtig instrument met der
tien snaren dat bespeeld wordt met ivo
ren plectra aan de vingers bevestigd,
wordt op het podium neergezet. Eerst
hoort men nog een wat naar kitsch rie
kende orkestbewerking van duizend jaar
oude keizerlijke hofmuziek. Dan komt de
bespeelster van de koto op, in kimono,
en 'een klagende, eindeloze muziek vangt
aan, hopeloos sereen, verliefd op de on
eindigheid. Ze ontwikkelt zich niet, ze is
nauwelijks in beweging, ze drijft in de
ruimte als een lelieblad op een vijver.
„Een glinsterend glimwormpje! Kijk 'dan,
wilde ik roepen. Maar ach, ik was al
leen!" Een gedicht in traditionele vers
vorm dit, niet meer dan eenendertig let
tergrepen, „Alleen, in het Slaapvertrek"
heet het. Zo was deze stille, onbeweeg-
iijk-bewogen muziek. Tenminste: zo ho
ren wij ze. Maar misschien begrijpen wij
er wel even weinig van als zij van onze
Beethoven. Wat een treurige, raadselach
tige misverstanden allemaal.
Sos Bunge
Ton Hasebos regisseert het V.P.R.O.-
televisieprogramma over een orkestrepeti
tie van het Nationaal Jeugdorkest, dat
wordt uitgezonden vanuit het Amersfoorts
Lyceum te Amersfoort. Dit programma,
waarvan de opnamen op 5 november jl.
zijn gemaakt, wordt ingeleid door Dick de
Vilder.
Het Nationaal Jeugdorkest ontstaan
op initiatief van de heer Max Vredenburg
gaf een eerste uitvoering op 12 april
1958 in het Concertgebouw. De heer Vre
denburg besloot tot de oprichting van een
Jeugdorkest, toen hij eens een muziek-
congres in Madrid bijwoonde, waar plan
nen werden gesmeed een internationaal
jeugdconcert te houden op de Expo 1958
in Brussel. „Dan Nederland er ook bij",
dacht de heer Vredenburg en dankzij zijn
onverdroten ijver kwamen de leden van
het Nationaal Jeugdorkest voor het eerst
bijeen in de zomer van 1957 om te musi-
seren in het Jeugdcentrum Jacobiberg te
Arnhem. In 1959 ging het Nationaal
Jeugdorkest voor het eerst naar het bui
tenland en wel naar Dusseldorp; kort
daarop naar Wenen.
Joegoslavische en Israëlische uitnodin-
gen zijn reeds ontvangen, maar de finan
ciën zijn momenteel nog niet toereikend
om deze verre reis te ondernemen. De
leden van het Nationaal Jeugdorkest ko
men drie maal per jaar bijeen en repe
teren dan enige dagen onder leiding van
hun dirigent Nico Hermans. Het jeugdor
kest schuwt ook de moderne wei-ken niet;
van tijd tot tijd wirden opdrachten ver
strekt aan hedendaagse componisten.
TER GELEGENHEID van zijn eer
ste lustrum heelt het Nieuwe Uperette-
gezelschap „N.U.G. donderdag- en vrij-
uagavona de operette „Een nacht in
Venetië" van Jonann Strauss in de Haar
lemse Stadsschouwburg ten tonele ge
voerd. Met deze aantrekkelijke operette
heeft men een gelukkige greep gedaan,
want in de muziek hoort men Strauss
op zijn best, wanneer „Die Fledermaus"
en „Der Zigeunerbaron" als allerbeste
theaterstukken buiten beschouwing blij
ven. Terecht zijn van „Een nacht in
Venetië" fragmenten als de Lagunen-
wals en het Gondellied wereldberoemd
geworden. En bovendien onderscheidt
het libretto van Richard Genée en
F. Zeil (die eigenlijk Kamillo Walzel
heette) zich gunstig van vele waardeloze
prullen, die als tekst voor een zogenaam
de operette werden geschreven.
De regisseur Jan de Veer en de dirigent
Matthijs de Vos hadden blijkbaar veel zorg
aan de voorbereiding van deze jubileum
opvoeringen besteed. Men kan daarop, al
thans op die van vrijdagavond, welke in
dit verslag besproken wordt, met een pret
tig gevoel van voldoening terugzien.
Het koor van de vereniging zong zijn
aandeel in het werk met behoorlijke zeker
heid, behoudens dan op het ogenblik, dat
het, afgewend van de dirigent, met de
orkestbegeleiding geen gelijke tred kon
houden. De klank bleef beschaafd en over
het algemeen ook wel zuiver.
Het viel op hoe de spelers, die de rollen
van betekenis moesten vertolken, in hun
prestaties aan elkaar gewaagd waren. Dat
bewerkte een goede speleenheid, waarin
geen plaats werd gelaten voor operette-
sterneigingen. Op een zelfde capaciteits
niveau werkten de solisten in een voor
beeldige teamgeest samen en dit maakte
een bijzonder sympathieke indruk.
Horizontaal: 1. bergweide; 3. groente; 10.
/>ers. voornaamwoord; 12. muzieknoot; 14.
chouwspel, bep. voorstelling; 15. jongens-
of meisjesnaam; 16. verlichtingsartikel; 19.
verstand; 20. Europeaan, 21. volwassene;
73. vereerd overblijfsel; 26. misdaad; 28. en
dergelijke; 29. element, afk.; 31. uitvoer
baar; 33. reeds; 35. eveneens; 37. niet mooi;
•8. echtgenoot van moeder; 40. watervogel;
'3. ritueel gebruik; 44. mens; 45. met an
dere afwisselend voorval; 48. gom; 49. den
szer heil, afk.; 50. schade; 52. dit is (Lat.
uk.); 53. broeder, afk.; 55. derde toon van
grondtoon af; 57. te schande brengen; 61.
•tad in Korea; 63. vreemd, gek; 64. vorm
'Tan zuurstof; 66. plant; 68. grappig zoog-
:er; 69. plaatsen; 71. groente; 72. element,
Jfk.; 73. hemellichaam; 74. boom.
Verticaal: 1. zeevogel; 2. gemeen; 4. hei-
ge, afk.; 5. duw, stomp; 6. van een; 7.
Tijk; 8. bep. kleur; 9. lengtemaat; 10. rij
"oldaten); 11. hevige; 13. godvruchtig; 15.
lorm; 17. behoeftig; 18. stola; 20. element,
fk.; 22. ernstiger; 24. pex-s. v.oornaam-
'oord; 25. verdrietige; 27. laagte; 30. land-
ouwer; 32. zieke; 33. halm; 34. Duitse ha
mstad; 36. groente; 39. foudraal; 41. ergo;
inwoner van één onzer provincies; 45.
ml gelezen hebbend: 46. ultimo, afk.; 47.
"ven van, genoeg hebben aan; 51. meubel;
53. brandplek; 54. muzieknoot; 56. stel; 57.
zilt; 58. titel, afk.; 59. opperste kerkel. ge
rechtshof; 60. niet graag; 62. devies; 65.
keurig; 67. deel v. h. gelaat; 69. -aap: deel
v. h. hoofd; 70. element, afk.
Inzenden voor donderdag per briefkaart.
OPLOSSING PUZZEL No. 9
Prijswinnaars: 7.50: A. J. v. Wocnsel,
Kr. Mijdrechtstraat 33, IJmuiden. 5.
P. J. Kroon, Gen. Cronjéstraat 74 rd, Haar
lem. 2.50: N. Duits, Nagtzaamplein 24,
Haarlem.
Een paar grappige vergissingen in de
dialogen behoefde men niet zwaar te
nemen. Wie vindt het nu erg, dat een aan
staande bruidegom in zijn vux-ig enthou
siasme over toekomstig geluk zich zelve
de bruid noemt! Wie daarover valt is een
kniesoor! Voor het vermelden van de in
dividuele prestaties kan ik eigenlijk geen
voorrang laten gelden. Ik begin maar met
Leni Cramer, die een vlotte, pittige uit
beelding gaf van het vissersmeisje Annina.
Haar zang was lang niet onverdienstelijk.
Aantrekkelijk was ook het spel van To
Klein als de amoureuze Bai-bax-a, de jonge
vi-ouw van de oudere Delaqua. Chai-mant
en levenslustig speelde Tini Kok de rol
van Delaquas keukenmeisje Ciboletta,
waai-bij zij een heel goede stem kon laten
horen. Agricola, de vi-ouw van senator
Bax-buccio was in de uitbeelding van Mary
Ley, een avontuuidijk juffertje, waai-mee
men voorzichtig moest zijn. Zij werd goed
bijgestaan door Bep v. d. Blom als Con-
stancia. Theo Jansma speelde slagvaardig
en zeer bewust de rol van hex-tog Guido,
de geboren vrouwenvex-overaai-. Hij zong
vaak bijzonder goed. Een compliment past
voor Ton Vreeswijk, die senator Delaqua
zonder kluchtige overdrijving, maar niette
min zeer geestig typeei'de. Een zelfde
waai-dei*ing verdient het spel van Jaap
Steenstra en van Janus v. d. Blom als de
vex'tolkex's van de x-ollen van de senatoren
Barbuccio en Festaccio.
Friedl' Ahx-endt maakte van de barbier
Cax-amello een vlot levendig type. Zijn
vooi-dracht van het Gondellied kon men
waax-deren. Herman Woex-de was in zijn
spaghetti-lent in zijn element en Huib
Ipenbui-g was als Balbi op de hoogte van
zijn taak. Er was een verdienstelijk ballet
met Daisy Florin en Jan van Hemex-t als
solisten. Van Jan van Hemert waren de
decors, die zeer goed voldeden. Bijzonder
geslaagd was de „aankondiging", die een
mooi rustpunt voor het oog werd. toen het
Haarlems Operette Oi-kest met de ouver-
ture voor een loffelijke inzet zox-gde. Men
werd er zowaar stil van en dat was zeker
geen gex-ing succes!
P. Zwaanswijk
Shakespeare Memorial Theatre. Peter
Hall, ae dix-ecteur van het Shakespeare
Memorial Theatre, heeft een ambitieus
pi-ogramma bekend gemaakt voor het eer
ste seizoen in het Aldwych Theatx-e in
Londen. De eerste vijf werken die zullen
worden opgevoerd zijn een nieuw toneel
stuk van John Whiting, „The Devils", een
stuk naar Aldous Huiey's „The Devils of
London", twee werken van Franse toneel-
schrijvei's, Giraudoux's Ondine en
Anouilh's Becket, die geen van beide nog
in Londen zijn gegaan, en twee klassieken,
Webster's „The Duchess of Malfi" en Sha
kespeare's „Twelfth Night".
Josephine Baker zal volgende week op
treden in Amsterdam, Den Haag en Rot
terdam. Josephine Baker treedt op tijdens
een nachtvoorstelling zaterdag 12 novem
ber in het Citytheater te Amstex-dam, zon
dagavond 13 november in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen in Den Haag
én maandagavond 14 november in Bristol
te Rottex-dam. De artieste heeft net een
toernee van drie weken door Italië achter
de rug. Na haar bezoek aan Nederland zal
zij nog een aantal voorstellingen in Duits
land geven.
Tot voor kort heeft Josephine Baker met
haar revue nog andei-half jaar in het
Olympiatheater in Parijs gestaan en an
derhalf jaar lang waren de voorstellingen
uitvei-kocht. Josephine Baker, die na de
pauze optreedt, wox-dt begeleid door het
orkest van Eddie de Latte. Voor de pauze
vermeldt het programma het optreden van
het showorkest van Roy Bradley.
VEEL BEZOEKERS VAN THANS
GESLOTEN ANDRIESSEN-EXPOSITIE
IN „BLOEMENHEUVEL"
De op 1 november gesloten expositie in
„Bloemenheuvel" in Bloemendaal van
werk van de beeldhouwer Mari Andries-
sen is door 1849 personen bezocht. Tot deze
bezoekers behoorden 762 scholieren van
Bloemendaalse scholen die onder leiding
van lerai'en het werk bezichtigden.
llllilllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllll Hllli.
TELLEN
De Nieuwe Rotterdamse
Courant schreef over een tele-
visie-uitzending:
H „Bert Bakker, Jeanne v. Schaick-
Willing en Harry Mulisch dé
ene op de- achter-, de ander op de
H voorgrond maar allebei be-
scheiden".
Zo heb ik eens drie mensen gekend,
waar-van de één onbescheiden en de
ander bescheiden was, alle drie op
de voox-gx-ond, maar béide (dat wil
dus zeggen: alle twee) van zessen
klaar, 't Was een aardig viertal.
STRAFFEN
§j „De straf",
schreef het Algemeen Han-
d e 1 s b 1 a d,
„kon variëren tussen vrijheid en
de doodstraf".
„Als u mijn cliënt dan tóch wilt
H straffen, edelachtbare heren", zo
moet de vex-dediger hebben uitge-
j= roepen'„geeft u hem dan de vrij-
heid".
SCHREEUWEN
Het Algemeen Handels -
blad schreef:
,;hij' liep luidkeels gesticulerend e=
naar het spreekgestoelte toe".
Eenvoudiger gezegd: Schreeuwend
met z'ri handen.
KLEUREN
Welke kleur heeft vlijm? De T e 1 e -
graaf geeft het antwoord. Een
correspondent schreef in dat hoog-
geachte blad over
„Oranje-rode vruchtentrossen,
vlijmgroene cactussen en allerlei
mysterieus bloeiend struikgewas".
REIKEN
De Haagse Post heeft het over
een dame, die
'„bij het óverrijken van een bos
anjers"
een diepe knieval voor de koningin
maakte. Het blad is blijkbaar niet
ovex-rijk aan kennis van de Neder-
landse taal.
Talarius
Advertentie
Ster-cqcos is het collectieve merk van de leden
van de Nederlandse Cocosconventie.
Marinus Adam, die vrijdagavond in de
Haarlemse Concertzaal het tweede V-con-
cert van het Noordholla nds Philharmonisch
Orkest leidde, bood zijn publiek een pro
gramma d-at niet zonder verrassingen ivas.
De belangrijkste dezer was buitenkijf de
vertolking voor het geduchte derde Piano
concert van Prokofjeff, met als solist Da
niel Wayenberg, een pianist van de mees
terklasse, zoals de moderen klavierlittera
tuur die vereist, een virtuoos die zich kan
meten met de grote Russen en Amerika
nen, die via het toetsenbord hun menings
verschillen uitvechten op hun muzikale
topconferenties"Dit alles wil zeggen, dat
Wayeiiberg,ook wat kracht en uithoudings
vermogen betreft, het. Concert in C volko
men aan kan en het in al zijn aspecten van
Ixi het Internationaal Cultureel Centrum in Amsterdam heeft gisteren het 13-jarige
Franse dichteresje Minou Drouet eigen verzen voorgedragen en chansons gezongen,
zichzelf begeleidend op de gitaar. Ze opende haar programma met „Ciel de Paris",
destijds in een apart kamertje als „examenstuk" geschreven voor de toelating tot de
Société des Auteurs. Een verlegen kind dat met haar roze gelakte nageltjes nerveus
aan lxaar jurkje plukte. Maar even later zong ze met haar heldere stemmetje „Le
Jardinier d'Etoiles" als een volleerd actrice. Is het optreden spontaan of is hier sprake
van een terdege voorbereide show? Zijn haar chansons spontaan of moeten haar
lyrische ontboezemingen toch aan een ander worden toegeschreven, zoals haar ge
dichten van vijf jaar geleden aan haar pleegmoeder mevrouw Claude Drouet werden
toegeschreven? Uit het matte applaus sprak de verbazing, maar ook de twijfel.
„Mainan" Drouet heeft meer met dat
bijltje gehakt en tijdens het diner dat in
aanwezigheid van enige tientallen gasten
in een aangrenzende zaal had plaatsgehad
had zij voor een stuntje gezorgd door
Minou een gedicht over Amsterdam te la
ten maken. In de vertaling die Drouet-
bewonderaar Ernst van Altena later op de
avond maakte luidt het vers:
Amsterdam, voorname dame, uw vloeiend
vlees slaat als een slagader,
voorname dame, uw zingende armen gren-
gen ons de hemel
in een schaal van vlammend kristal,
waarin hel leven hijgt
Amsterdam, voorname dame
met duizend luifelhoeden op,
waarover de wind de tover van het wol
kendek drapeert,
ivaarop de vreemdeling als een heimelijke
vlinder,
het heimwee van zijn dromen speldt
Amsterdam,
gewikkeld in kristallen kleed,
filigraanwerk van staal,
onbekende cocktail van gisteren en
morgen,
golvendochter,
stenen maagd,
wij luisteren naar jou als naar een
symfonie,
wij ewaren je dicht tegen ons aan als een
lichaam,
ivaarvan warmte en geur voor altijd zul
len horen bij ons lichaam.
NA HAAR TWEEDE optreden van een
kwartier troffen wij Minou Dx-ouet en haar
moeder weer in de hal. Ze was weer het
kinde vrolijk en onbezorgd. Ze klapte uit
gelaten mee met het applaus dat uit de
zaal doox-drong en het viel haar kennelijk
niet op dat dit applaus bestemd voor
Adèle Bloemendaal die met enige andere
actrices het programma omlijstten veel
luider klonk dan zijzelf had gekregen. Het
kind veranderde nog even in een gevierde
ster toen zij op vex-zoek handtekeningen
plaatste in de exemplax-en van haar ge
dichtenbundel „Ax-bre, mon Ami" (boom,
mijn vriend) en bij het beantwoorden van
de gebruikelijke interviewvragen.
Minou plaagde nog een keer de bebaax--
de fotograaf die ze „Monsieur Camembert"
noexnde en huppelde mét moeder mee
naar de garderobe. „Ze is geestig en dal
is haar redding", zei ons een Amsterdamse
dame, een intieme vriendin van de familie
Dx-ouet. „Voor ze naar Amstex-dam toe
kwam schreef ze mij: de mensen denken
een vex-pieterd meisje te zien en dan zijn
ze vei-wonderd dat ze blij is, omdat wat
je met plezier doet nooit vervelend of ver
moeiend wordt."
humoristische, lyrische, antiromantisch-
motorische en briljant-virtuoze allure,
overtuigend weet weer te geven. Maar het
werk rekent tevens op een kordate tegen
speler van de solist, op een orkest dat
niet begeleidt, maar als gelijkgerechtigde
meebouwt aan de herschepping. De indruk
die het totaal maakte en de grote bijval
die het ontketende mocht dan ook de
prestatie van Adam en het- orkest gelden
naast de solistische vertolking van Da
niël Wayenberg, die t.routvens zijn part
ners niet vergat in het succes te laten
delen.
Met de Suite no. - en 2 van Strawinsky,
oox-spi-onkelijk geschreven voor piano
quartre-mains en naderhand voor orkest
gezet had Adam de avond ingeluid. Deze
muzikale grappen, althans zeker die van
de tweede suite, herinneren aan de door
braak in het Franse kamp, onder de sug
gestie van Jean Cocteau, op het eind van
de eerste wereldoorlog, toen het mode
werd opzettelijke kromschrijverijen te
plegen en ondei-wex-pen te kiezen die
steeds voor onbetamelijk gegolden hadden.
De karikatuur kwam hiermee op de troon
en Strawinsky toonde zich een geniale
karikaturist, zelfs in het tragische, wat
hij even later bewees met zijn „1' His-
toire du soldat". Bij de aanvang van de
Suite no 1 zou men overigens menen, dat
zijn verblijf in Frankrijk hem de Rave-
liaanse geest van een gedx-oomd aristo
cratisch verleden had bijgebx-acht. Adam
en de zijnen hadden van de verklanking
van deze nog lang niet vex-bleekte schet
sen (daarvoor zijn ze te scherp getekend
en gekleux-d) de nodige zorg besteed.
Ten slotte kregen wij Bruckners Sym-
phonie no 1 te horen, die eigenlijk de twee
de is, vermits er de zogenaamde „milde"
(door de componist zelf afgekeurd, doch
in onze tijd bij gelegenheid weer eens
opgerakeld) aan voox-afgegaan was. Onze
kennismaking met de symphonicus Bruck
ner begint in de x-egel bij de Derde, die hij
aan Wagner opdroeg. Daarom was het nu
belangwekkend geconfronteerd te worden
met dit oudere werk. Overigens wox-dt het
bij die kennismaking al gauw duidelijk,
dat de voorname muzikale kwaliteiten én
de zwakke constructie van het betoog, die
al zijn meer bekende Symphonieën ken
merken, in deze Eerste ook aanwezig zijn.
't Is allemaal prachtig van melodie, kunst
vaardig van contrapunt, veri-assend van
hax-monie en kleui-rijk, soms zelfs magis-
traal van klank; maar het loopt gere
geld vast. De logische constructie die
Schubert ondanks zijn ,Himmlische Sange'
steeds in acht wist te nemen, werd bij
Bruckner het zwakke punt. Gelukkig
wordt het dan gecompenseex-d door mu
zikale vondsten en echt bezielde momen
ten. De finale van de Eex-ste kan echter
de spanning niet onderhouden, te vaak
stokt het betoog. Gelukkiger lijkt ons het
aanvangsdeel, dat met zijn ritmisch mo
tief van het hoofdthema een sterke ge
bondenheid onderhoudt. En uiteraard is
een dansvorm, als het Scherzo, een leid
draad om breedsprakerigheid te vermij
den, Jos. de Klerk
Prof. dr. B. W. Schaper, die is benoemd
tot hoogleraar in de algemene geschiede
nis te Leiden, heeft gistermiddag in zijn
intree-rede gespx-oken over: „Politiek in
de ban der geschiedenis". Er is, zei hij,
door de eeuwen heen heel wat misbruik
van de geschiedenis gemaakt in de poli
tiek. Actueler is de vraag naar de invloed,
die omgekeerd de geschiedenis op de poli
tiek heeft uitgeoefend en die evenmin al
tijd gelukkig kan worden genoemd. De be
schouwing van een aantal episodes uit het
Engelse en Franse verleden, waarin poli
tiek en historie nauw op elkaar betrokken
wax-en, toont aan, dat de relatie, die de
Engelsen tot de geschiedenis hebben ge
vonden, politiek heel wat positiever is, dan
die van het Franse volk. Het zo traditie
getrouwe Engeland heeft tot in zijn jong
ste verleden telkens tijdig de bakens
weten te verzetten. In Frankrijk leeft men,
vooral sedert de grote revolutie, in de ban
der geschiedenis, die zich in een onvrucht
baar heimwee naar een begoochelend
verleden manifesteert. In de figuur van
De Gaulle vindt deze nostalgie haar
zuiverste expressie, maar toont zij tevens
haar gevaarlijke aspecten. Voorzover deze
Franse x-elatie tot het verleden represen
tatief voor die van Europa is, behelst zij
een ernstige waai schuwing, aldus prof.
Schapei-, Zo mogelijk nog gevaarlijker
voor de politiek is evenewei de opvatting
van de historie als een zich met ijzeren
noodzakelijkheid wetmatig voltrekkend
proces, welke opvatting grote delen van
onze hedendaagse wereld in haar boeien
heeft geslagen. Voorzover de geschiedbe
oefening een sociale functie heeft, zal die
mede daaruit moeten bestaan, juist van
het verleden als een drukkende last te
bevrijden. Niet door dat verleden te ver
loochenen, maar door het te doorlichten
en voor het heden vruchtbaar te maken.
Voor de geschiedbeoefenaar persoonlijk is
de geschiedenis allereerst pax-ticipatie aan
menselijk ervaren in het verleden, die des
te rijker vrucht oplevert, naarmate de his
toricus aan het leven van de eigen tijd
intensief deelneemt. Zo weet hij eigen ar
beid en bestaan in een perspectief te bren
gen, dat vanuit het verleden via het heden
tot in de toekomst reikt. Deze historische
ax-beid vindt daax-bij een objectieve be
paling in de mate, waarin hij zich op de
mens en de mensheid oriënteert. Objecti
viteit tegenover het gebeuren in het heden
is trouwens xriede het gevolg van de dis
tantie, die de beoefening der geschiedkun
de ten aanzien van het eigentijdse schep
pen kan.
In een vex-stex-king van de zin voor die
objectiviteit zou de historicus zijn bijdx-age
kunnen vinden tot de vestiging van een
vrede waarin alle hedendaagse politiek nu
eenmaal moet culmineren en die ook de
onmisbare voorwaarde voor de eigen ar
beid van de historicus is, aldus prof.
Schapei-.
Prof Schaper-, die in 1907 in Voorburg is
geboren, werd na zijn universitaire studie
redacteur-buitenland van „Het Volk"
Daarna was hij lei-aar aan het Vossius-
gymnasium te Amsterdam. Na de oorlog
werd hij redacteur van „Vrij Nederland".
In 1953 promoveerde hij in Leiden cum
laude tot doctor in de letteren en wijs
begeerte. In 1956 kreeg di\ Schaper een
onderwijsopdi-acht aan de Amstei-damse
universiteit en in 1957 aan de Leidse uni
versiteit. In juni werd hij in Leiden tot
hoogleraar in de algemene geschiedenis
benoemd.
Advertentie
f 24.00 besteden en je krijgt 'n mooi goed
lopend klokje cadeau. Niet gek. Ja zelfs krijgt
men er nog garantie op ook. Natuurlijk is het
weer bij de zéér bekende Verlovingsringen
specialist. Ja dames en heren de tijd is weer
aangebroken, om elkander trouw te zweren,
maarnatuurlijk met ringen van Martin.
Maar ik heb nog veel meer. Prachtige gouden
dames en heren fantasieringen. Ja en daar
kunnen wij u bijzonder mee verrassen, want
nog nooit is in Haarlem, zo'n grote collectie
getoond. Wij hebben alleen echte stenen. Zo
als carneool, Haematiet, Topaas, opaal en
nog te veel om op te noemen. Maar het aar
dige is, dat u van onze ringen 'n beschrijving
van de steen kunt krijgen. Ook geheel koste
loos. Wist u dat elke steen die echt is, 'n bij
zondere betekenis heeft? Wij hebben toch ook
zo'n prachtige sortering dames- en herenpols
horloges en niet te vergeten onze Engelse
Tafelklokken, Zaanse klokken, Friese- en
Stoeltjesklokken, kortom te veel om op te
noemen. Door onze grote omzet zijn wij in
staat om 2000 klokjes cadeau te geven, buiten
de duizenden, die wij al uitgereikt hebben.
Ach ja waarom ook niet. U betaalt daar geen
cent meer om; het is alles SERVICE. Geen
grootspraak zult u zeggen, als u eerst de
etalages maar eens komt zien. Dus dames en
heren, u weet het adres en u was toch wel
mal, als uniet van deze aanbieding profi
teerde. Dus 'n bedrag van VIER TWINTIG
gulden besteden en u krijgt 'n mooi klokje
cadeau. Niet dat benauwde, daar houden
wij niet van. Het is zo. dat in sommige zaken
men bediend wordt als 'n gebogen knipmes,
ja en dat heet dan étiquette, maar gaat het
nu om de SERVICE, dan kunt u toch maar
beter op de SERVICE letten. Ons adres
weet u.
de welbekende Verlovingsringenspecialist,
Schoterweg, vanaf het Frans Halsplein de 2e
zaak en 4 huizen voorbü de zaak met de
klok buiten. Dus geen zaak met 'n buitenklok.
Vraag dus even of u bij Uittenbogaard bent,
dan zit het lOOVo goed.
Hartelijk gegroet en tot ziens.