Zal de anglicaanse aartsbisschop de
Vissersring van de Paus kussen?
In de vishal en op zee
Hervormde zending wil in Afrika
met gereformeerden samenwerken
Velerlei vragen bij een opzienbarend
protestants bezoek aan Rome
Indonesië hoopt in 1962 de
rebellie te overwinnen
Base-ball met een
Kunstmaan
Nieuwe toneelgroep
11
Dogma s
Diplomatie
Beleefdheid
Dr. Fisher vertrekt dinsdag
voor zijn pelgrimstocht
Ds. P. J. Mackaay: „De jonge
kerken klagen ons aan" m
Darul Islam vormt voornaamste haard van verzet
Contactavond C.B.C.
Raadsvergadering vervalt
ZATERDAG 19 NOVEMBER 196 0
(Van onze correspondent)
ROME In het Vaticaan, waar men
gewend is met de eeuwigheid te rekenen
en nooit haast heeft, reageert men voor
lopig nog weinig op de berichten over het
aanstaande bezoek van de aartsbisschop
van Canterbury, dr. Fisher. Natuurlijk
heeft de „Osservatore Romano" het be
richt geplaatst, maar het enige commen
taar dat er op gegeven werd, was niet
veel meer dan een vermaning aan de
Britse en Italiaanse pers om de betekenis
van dit gebaar niet te overdrijven, opdat
de lezers zich niet zouden verbeelden, dat
nu als bij toverslag alle moeilijkheden zou-
Dr. Geoffrey Fisher
den zijn opgelost. Het zou echter verkeerd
zijn, uit deze gereserveerde houding van
de Vaticaanse pers af te leiden, dat men
achter de bronzen deur de betekenis van
het bezoek zou onderschatten of er niet
mee ingenomen zou zijn. Het tegendeel is
waar. Maar, zoals onze Vaticaanse zegs
lieden ons zeiden: het is verstandig zich
voorlopig te houden aan de met zorg ge
kozen term: „een beleefdheids- en vrien
denbezoek".
En, zo voegden zij er onmiddellijk bij,
terugdenkend aan het verleden, is dat
iets van onmetelijk belang. Sedert eeuwen
was het eenvoudig ondenkbaar, dat de pri
maat van de anglicaanse kerk of van eni
ge andere protestantse kerk zich „beleefd"
laat staan „vriendschappelijk" zou gedra
gen jegens de Paus te Rome. Er is dus
heel wat veranderd en misschien zal er
nog meer veranderen. Ook al zal het stel
lig nog heel wat jaren duren voor men
weer van een eenheid der christelijke ge
meenschap kan spreken. In dezelfde geest
heeft zich al in juni kardinaal Agostino
Bea uitgelaten, die door de Paus tot hoofd
is benoemd van het voor kort opgerichte
„Secretariaat ter verstrekking van inlich
tingen over het werk van het oecumenisch
concilie aan de christenen, die niet in de
gemeenschap leven met de kerk van Ro
me". Volgens kardinaal Bea zouden op den
duur de meningsverschillen tussen rooms-
katholieke kerk en de protestantse kerken
overbrugd kunnen worden. „Maar men
moet niet denken, dat dit na zoveel eeuwen
van strijd in tien of twintig jaren kan wor
den verwezenlijkt", zo zei hij.
En hoe moeilijk dit alles is, bleek juist
terdege uit de rede van deze kerkvorst,
die natuurlijk niet op die post zou zijn
ingesteld indien hij niet tot de kardina
len behoorde, die de noodzaak van die her
eniging het sterkst voelen. Hij eindigde
zijn toespraak aldus: „De uiteindelijke
hereniging der christenheid zal neerko
men op het herstel der kerk, zoals die
bestond in de jaren voor de afscheiding
van Maarten Luther."
De thans bestaande geschilpunten be
treffen voornamelijk de dogmatische leer
stellingen en wat de dogma's betreft zal
en kan de rooms-katholieke kerk nimmer
enig compromis aanvaarden. Wat alle an
dere zaken aangaat, bestaat de mogelijk
heid „tot een voor allen aanvaardbaar ge
zichtspunt te komen." Dit betekent dus
dat Rome en daarover zal vyié de
rooms-katholieke kerk,, kent zich niét ver
wonderen aan geen enkel dogma tor
nen laat en dus de „hereniging der chris
tenheid" ziet als een terugkeer der ver
doolde schapen. Dat de protestantse ker
ken, zelfs de anglicaanse kerk, die wat
liturgie betreft zich nauwelijks onder
scheidt van de rooms-katholieke en dan
ook aanspraak maakt op de naam „angli
caans-katholiek", ooit dogma's zullen aan
vaarden als de onfeilbaarheid van de
Paus, de onbevlekte ontvangenis niet al
leen van Christus maar ook van Maria,
de hemelvaart met ziel en lichaam van
Maria en haar kroning tot hemelkoningin,
het middelaarschap van Maria (en tot op
zekere hoogte van de heiligen) tussen de
mens en zijn Schepper, lijkt ons heel on
waarschijnlijk. Ten slotte is natuurlijk al
les mogelijk, maar als kardinaal Bea van
„tien of twintig jaar" spreekt, geloven wij
veeleer, dat ook de allerjongste onder on
ze lezers dat niet meer beleven zullen.
Een heel andere zaak is natuurlijk een
zekere samenwerking der verschillende
kerkgenootschappen tegen de toenemende
ontkerstening van de westerse wereld en
tegen het atheïstische communisme, dat
niet zozeer Europa als wel Azië en Afrika
bedreigt. Op dat punt zal men het stel
lig veel gemakkelijker eens kunnen wor-
den en vermoedelijk zullen de besprekin
gen van de Britse aartsbisschop met de
Paus vooral gaan over dergelijke onder
werpen.
Met dat al blijft het aangekondigde be
zoek opzienbarend. Het zal interessant zijn
te zien, hoe het protocol (er bestaat ter
wereld geen hof, waar men meer aan vor
men hecht dan het pauselijke) wordt ge
regeld. Men moet er rekening mee hou
den, dat de aartsbisschop van Canterbury
voor de rooms-katholieke kerk geen
„priester" is. terwijl bij voorbeeld Grieks-
of Russisch-orthodoxe geestelijken wel de
gelijk ook door Rome als „priesters" be
schouwd worden.
Toen op 9 oktober 1845 een Anglicaans
geestelijke, John Henry Newman, over
ging tot de rooms-katholieke godsdienst,
werd hij in Rome tot „priester" gewijd.
Later in 1879, werd deze zelfde Newman,
tot grote vreugde der Britse rooms-katho-
lieken, zelfs kardinaal en dat niettegen
staande het feit, dat enkele van zijn ge
schriften hom min of meer tot de „vader
van het modernisme", het door Rome ver
foeide modernisme, maken. Newman heeft
ook als bisschop geen deel genomen aan
het oecumenisch concilie te Rome in 1869-
70 en was het niet eens met de „agres
sieve pleitbezorgers van de pauselijke on
feilbaarheid", die tijdens dat concilie werd
vastgesteld. Maar Leo XIII was een zeer
diplomatiek Paus en zijn beleid tegenover
Newman heeft heel wat Britten van de
Anglicaanse kerk doen overgaan tot de
rooms-katholieke.
Maar juist diezelfde Leo XIII heeft een
commissie van onderzoek benoemd om na
te gaan hoe het gesteld was met de bis-
schops- en priesterwijdingen in de Angli
caanse kerk en dat onderzoek viel nega
tief uit. Voor Rome gaan de Anglicaanse
bisschoppen niet in een ononderbroken lijn
terug tot de apostelen en zijn dus geen
waarachtige gewijde priesters. De bul
„Apostolicae Curae" van 15 september
1896 zet dit uiteen en Pius XI heeft in de
encycliek „Mortalium Animos" dat ge
zichtspunt opnieuw bevestigd. Onder ko
ning Eduard VI en nadien onder Elizabeth
I zijn er bisschoppen genoemd, onder an
dere Parker aartsbisschop van Canterbu
ry in de eerste regeringsjaren van Eliza
beth I, wier wijding Rome niet aanvaardt.
Dit houdt dus in, dat de huidige aarts
bisschop van Canterbury voor het Vati
caan geen „priester" is doch leek, mijn
heer Geoffrey Fisher. Maar de huidige
Paus is veel te veel man van de wereld
en ook vèel te menselijk om straks zijn
uitzonderlijke bezoeker, die dit heus wel
weel, dat eens extra te doen voelen. Wel
ke oplossing men zal vinden, moeten wij
afwachten. Het hoofd van de Russische
of van de Griekse kerk zou door de Paus
bijna als een gelijke worden ontvangen,
de Anglicaanse aartsbisschop zeer zeker
niet. In Rome vraagt men zich af, of
de aartsbisschop 's Pausen ring, de
„Vissersring" zal kussen. Wij nemen
bijna zeker aan van wel. Tal van pro
testanten plegen zich uit beleefdheid en
eerbied bij een bezoek aan de Paus te hou
den aan de in het Vaticaan geldende voor
schriften. Waarom zou de primaat van
Groot-Brittannië dit niet doen? Het gebaar
is in zijn geval geen teken van onderwor
penheid, van erkenning der suprematie
des Pausen, doch van beleefdheid.
Daarentegen is het natuurlijk uitgeslo
ten, dat de Paus de bisschoppelijke ring
van de Anglicaanse aartsbisschop kussen
zal.
LONDEN (Reuter) De aartsbisschop
van Canterbury, dr. Fisher, vertrekt dins
dag voor een pelgrimstocht naar het Hei
lige Land die gevolgd zal worden door be
langrijke ontmoeting met Paus Joannes
XXII en de patriarch Athenagoras
van Constantinopel.
De aartsbisschop zal van 29 november
tot 1 december in Istanboel zijn en van
1 tot 3 december in Rome.
De betekenis van dr. Fishers bezoek aan
Turkije is dat de patriarch Athenagoras
zal kunnen bijdragen tot het dichter tot
elkaar brengen van de Anglicaanse kerk
van Engeland en de rooms-katholieke
kerk van Rome.
HONOLULU (UPI) De Amerikaanse
piloten, die belast zijn met het in de lucht
opvangen van terugkerende kunstmanen,
hebben speciale regels ontwikkeld voor
dit „spelletje".
Naar goed Amerikaans gebruik zijn de
termen die daarbij gebruikt worden ont
leend aan de base-ball sport. Deze week
hebben de vliegers een goud-gepolijste
ruimtecapsule afgeleverd, die een succes
volle „home-run" gemaakt heeft: de bal
werd op ongeveer drieduizend meter hoog
te onderschept boven de Atlantische
Oceaan, vijfhonderd mijl ten noorden van
Haxvan-eilanden, het „stadion der ruimte
honkballers".
De capsule werd opgevangen door ka
pitein Gene Jones, 39 jaar oud. Volgens de
regels van deze sport mogen de piloten
om de beurt een poging doen. Dat wil zeg
gen, er worden meestal drie of vier vlieg
tuigen de lucht in gestuurd wanneer een
kunstmaan moet terugkeren. Elk vlieg
tuig mag tweemaal achtereen een duik
doen naar het dalende projectiel. Jones
begon zijn pogingen op elfduizend voet;
hij miste de capsule op een haar na en
dook er toen direct weer op af. Als hij
ook bij deze tweede poging de capsule ge
mist zou hebben, zou. hij „uit" (struck-
out) zijn geweest en zou het volgende
vliegtuig „aan slag" (to bat) geweest zijn.
Maar de kunstmaan bleef netjes hangen
in de nylonkabels die onder en achter het
vliegtuig hingen.
In de Raad voor de Zending der Ne
derlands hervormde kerk is de vraag ge
opperd of het mogelijk is samen met de
zending der gereformeerde kerken een
nieuwe missionaire verantwoordelijkhei
in Afrika te aanvaarden. Dat wil zeggen
om niet meer slechts vrijblijvend met el
kaar te spreken maar ook werkelijk sa
men aan het werk te gaan. De secretaris
van de Raad voor de Zending, ds. P. J.
Mackaay, heeft in overleg met zijn col
lega's onder de titel „Over alle grenzen
heen", een artikel geschreven in „Her
vormd Nederland" verschijnen.
Hieraan ontlenen wij het volgen
de. „Heeft het moderamen ook overwo
gen aan de gereformeerde zendingsdepu-
taten voor te stellen om gezamenlijk in
West-Afrika nieuwe missionaire verant
woordelijkheden te aanvaarden?"
Plotseling werd die vraag in de ver
gadering van de Raad voor de Zending
gesteld. Ter tafel was een voorstel om
in december twee secretarissen naar West-
Afrika te zenden om ter plaatse te onder
zoeken of er ook mogelijkheden zijn om
in dat deel van de wereld hervormde zen
dingsarbeiders in te zetten. Ter voorbe
reiding van deze reis waren twee afge
vaardigden van de raad naar Londen, Pa
rijs en Bazel gegaan. In de gesprekken
die daar met zendingsleiders zijn gevoerd,
was het wel duidelijk geworden dat er
nergens in Afrika een gebied zal zijn
waar de hervormden alleen en uitsluitend
op eigen verantwoordelijkheid aan de
gang kunnen gaan. Overal zal moeten wor
den samengewerkt met Afrikaanse ker
ken en met daar werkende zendelingen
uit Europa en Amerika. Anders gezegd:
iedere zending die zeker als nieuweling,
in Afrika aan het werk wil gaan, zal be
wust moeten zoeken naar wat tegenwoor
dig met een mooi woord „internationali
satie" der zending wordt genoemd.
Internationalisatie der zending betekent
dat het, doordat zendingsarbeiders van al
lerlei landen en allerlei kerken gaan sa
menwerken, duidelijk moet worden dat de
zending niet maar een zaak is van een
Sinds de geboorte van de Indonesische staat heeft zijn regering te kampen gehad
met gewelddadig optredende groepen, die een andere beleidsvorm soms extremer,
soms gematigder dan de centrale overheid voorstaan. Gedurende de eerste jaren
van de Republiek bleven de opstandige bewegingen in het land beperkt tot de Mo
hammedaanse Daroel Islam-eenheden in Atjeh (Noord-Sumatra), de omgeving van
Bandoeng (West-Java) en het zuiden van het eiland Celebes. Op de Zuid-Molukken,
vooral op het eilandje Ceram, hebben verder de voorstanders van een federaal ge
regeerd Indonesië de regering in Djakarta lange tijd handen vol werk gegeven.
Omstreeks de
jaarwisseling 1956
/'57 evenwel kre
gen President
Soekarno en zijn
getrouwen de eer
ste werkelijk gro
te gezagscrisis te
overwinnen, een
crisis die zich tot
op de dag van
vandaag voort
sleept. De „op
stand der kolo
nels" onttrok des
tijds grote delen
van het Rijk aan
de macht van Dja
karta. Op het
hierbij afgedrukte
kaartje kan men
zien waar de haar
den van het ver-
DATA EN NAMEN VAN MILIT.
COMMANDANTEN DIE DE
MACHT OVERNAMEN IN
DE AANGEGEVEN DELEN
Aanvoer van vrijdag
De aanvoer in IJmuiden was vrijdag
3300 kisten, waarvan 833 tong en tarbot, 1
heilbot, 5 tongschar en schartong, 515
schol, 45 schar, 1039 haring, 2 makreel, 402
schelvis, 238 wijting, 142 kabeljauw en gul,
31 haai, 17 poon, 10 koolvis, 20 diversen.
Pryzen van vrijdag
Per kilo: heilbot 2.60, grote tong 5
4.60, grootmiddel tong 4.103.70,
kleinmiddel tong 3.403.10, kleine tong
I 3.202.70, kleine tong II 1.82—
i.50, tarbot I 3,80-/3.
Per 50 kilo: tarbot II 130128, tar
bot III 106—/ 100, tarbot IV 96—66,
grote schol 78, grootmiddel schol 75,
kleinmiddel schol f 74, kleine schol I 77,
kleine schol II 70—33, schar 36—28,
verse haring 2520.40, makreel 24,
kleine schelvis I 90f 80, kleine schelvis
II 2213, wijting 218, grote gul
5443, middel gul 5143, kleine
gul f 3320, kleine haai 2113,
poontjes 2617, kleine rode poon 26
23.
Per 125 kilo: grote kabeljauw 208—
140, grote koolvis zwart 114.
Besommingen van vrydag
KW 161 9500, KW 129 2520, KW 122
15.840, IJM 67 10.050, IJM 211 11.790,
IJM 59 f 3910, IJM 206 6640, KW 21
1140, KW 9 f 10.900, KW 92 2390, KW
71 1600, KW 112 160, KW 102 9250,
KW 35 140, KW 119 270, WR 59 12640,
KW 78 7300, KW 9 9350, KW 7 7330,
KW 45 7770, KW 151 4850, TX 51
1400.
Aanvoer van zaterdag
De aanvoer van vis in IJmuiden was
zaterdag 2500 kisten, waarvan 200 radio,
100 wijting, 10 makreel, 650 schol, 75 tar
bot, 240 varia, 140 stuks kabeljauw, 45.000
kilo tong, 150 vleetharing, 170 trekharing.
IJM 79 Job Gouda (8 november) 425 kis
ten, waarvan 200 makreel, 5 wijting, 40
schelvis, 170 haring, 5 makreel, 5 varia, 10
stuks kabeljauw.
KW 73 150 kisten vleetharing.
Prijzen van zaterdag
Export: grote regels kabeljauw 84114,
kleine kabeljauw 4755, grote, middel,
zetschol en schol I 5574, grote tong 4.60
480, grootmiddel tong 3.704.00, kleinmid
del tong 3.00—3.30, tong I 2.80—3.10, slips
1.70—1.85, grote tarbot 3.30—3.60,
Binnenland: grote gul 4552, middel gul
4349, torren 2430, grote schelvis 78,
kleinmiddel schelvis 6266, pennen 6359.
braad 3632, schol III 2843, trekharing
2122, vleetharing 22.5024, makreel 20.
Besommingen van zaterdag
IJM 79 11.400, KW 162 9090, KW 175
f 10.600, KW 38 10.600, KW 19 2950,
KW 73 f 4190, IJM 14 f 4300, RO 2 8550,
KW 45 f 1010, KW 67 90, IJM 154
f 10.600, IJM 38 2390, IJM 210 f 6020,
IJM 221 f 6280, IJM 11 4470, IJM 42
f 4620, IJM 16 6560, IJM 64 4860, IJM
78 2930, IJM 81 f 3840, KW 90 15.700,
KW 68 3620, KW 118 f 2320, KW 130
f 3140, KW 27 2330, KW 72 5060, KW
160 f 3160, KW 164 6090. WR 56 f 4380,
WR 33 f 4990, WR 7 f 4660, WR 25 6330,
WR 34 7200, HD 125 6860.
Voor maandag
IJM 36 Jacoba Gesina 700 kisten, waar
van 120 schelvis, 290 haring,- 40 makreel,
115 wijting, 40 gul en kabeljauw, 85 radio,
10 varia, en verder 160 stuks kabeljauw en
300 kleine kisten haring.
Scheveningen
De aanvoer in Scheveningen was 250
pilchards, 100 trekharing, 600 vleetharing,
100 schol, 2000 kilo tong, 2300 kantjes.
Op zee
Het was goed weer om de noord. De
vangsten waren 100 tot 200 manden haring,
makreel, schelvis en koolvis per etmaal.
De Deining boekte een dagvangst van 60
manden hoops, De Golfstroom een trek
van 15 manden hoops, de Stadt Enckhuy-
sen een dagvangst van 60 manden hoops.
Op de kust was het weer veel slechter,
met aanvankelijk slechts windkracht 10.
De kotters vingen slechts 80 tot 100 kilo
tong en 8 tot 10 monden schol.
De loggers en kotters bij de p-boeien
hadden ook slecht weer. De vangsten wa
ren 150 tot 250 kilo tong en 8 tot 15 man
den schol en wijting.
De Maria van Hattem en de Albertha
Hendrika zijn naar zee vertrokken.
Haringvangsten
KW 16-75, 20-17, 74-65, 44-30, 22-10,
141-0, 95-6. Thuisstomend: KW 2-1, 5-40,
6-0, 7-95, 9-110, 23-0, 25-150, 15-0, 18-11,
130-15, 163-0, 40-90 (nog 40 netten).
Gemiddeld: Scheveningen 10, Katwijk 40.
Onderzoek in Ierland
In Galway (Ierland) zal een visserij-
onderzoekstation worden opgericht. Gal
way wordt ook de basis van het onderzoe
kingsvaartuig Cü Feasa. Zoals bekend,
wordt de plaats ontwikkeld tot een be
langrijke vissershaven.
Elektrische trawl
Een IJslandse elektro-ingenieur, Jakob
Gudjohnsen, heeft een elektrische pelagi-
sche trawl uitgevonden. Om de weerstand
van het net zo klein mogelijk te maken
bestaat de zware voorkant van het net
niet uit kleingemaasd netwerk, wat altijd
een aanzienlijke weerstand oproept, maar
uit een aantal draadelektroden. Er wordt
zo een sterk elektrisch veld opgewekt dat
zelfs zodanig kan worden geregeld dat
men kan bepalen welke soort vis men
vangt. Alleen achter in het net is een kuil
van geknoopt netwerk nodig.
Lowestoft
De trawlervloot van Lowestoft heeft in
tien maanden een opbrengst geboekt van
1.697.761 pond tegen 1.439.203 in 1959.
Dolfynen
In een zwembad te Devonsport zullen
twee dolfijnen in gevangenschap worden
gehouden. Dit zal de eerste maal zijn dat
dit in Groot-Brittannië gebeurt. De dolfij
nen moeten optreden in een TV-film.
Vriestrawler
De Griekse vriestrawler Evangelistra
IV, die over het hek vist, en een van de
modernste Europese vissersschepen is. is
de derde reis begonnen, ditmaal voor het
eerst naar het noorden van de Atlantische
Oceaan.
zet zich destijds consolideerden. Behalve
in de bovengenoemde gebieden moest nu
dus ook nog.strijd worden geleverd in
grote delen van West- en Zuid-Sumatra,
Borneo (waar de rebellie echter vrij spoe
dig de kop werd ingedrukt) en Noord-
Celebes, dat overste Ventje Soemoeal
spoedig als het meest geschikte terrein
voor zijn activiteiten uitkoos. Bijzonder
onaangenaam voor de regering in Djakar
ta was daarbij het feit, dat de rebellen hun
strijdmacht wisten te recruteren uit de ge
regelde eenheden van het Indonesische
leger, dat daardoor niet alleen aanmerke
lijk werd verzwakt maar ook nog een vrij
goed getrainde en bewapende vijand
tegenover zich kreeg.
Hoeveel schade dit eens zo welvarende
land door deze verschillende burgeroorlo
gen heeft geleden, is waarschynlyk niet
meer te schatten, maar blijft voor de be
volking daarom niet minder merkbaar.
Dank zy Russische en Amerikaanse hulp
is het overheidsapparaat in de loop der
jaren in zoverre intact gebleven dat het
een schim van gezag over de Indonesische
archipel heeft weten te handhaven. Lang
zamerhand schijnt nu een zekere „pacifi
catie" te worden doorgevoerd, want de
chef-staf van het Indonesische leger, Na-
soetiou, heeft kortgeleden laten weten, dat
hij alle opstandige bewegingen tegen het
jaar 1962 voor goed het zwijgen hoopt op
te leggen. Van de honderdduizend man, die
de opstandelingen drie jaar geleden in het
veld brachten, zouden slechts twintigdui
zend man over zijn.
Overigens moest Nasoetion bij die gele
genheid toegeven, dat ook nu nog het op
treden van het Indonesische leger plaat
selijk ernstige weerstand ondervindt, een
feit dat een bijzonder licht werpt op de
vasthoudendheid van de rebellen. Volgens
het Indonesische leger wordt het grootste
probleem thans gevormd door de fanatie
ke Daroel Islam-strijdkrachten, die vooral
op West-Java beschikken over een bijzon
der goed georganiseerd bolwerk, van
waaruit aanvallen worden ondernomen
op militaire posten onder de rook van
Bandoeng. Ondanks de successen, die Na-
soetion's soldaten ongetwijfeld hebben ge
boekt, blijft het dan ook een veeg teken
voor dit verdeelde land, dat de generaal
in een overzicht van de plaatsen, waar de
rebellen nog steeds actief zijn, op Borneo
na, geen enkel gebied ongenoemd kon la
ten, dat ook reeds in 1949 en 1956 als zo
danig werd opgegeven.
bepaalde kerk die op haar eentje aan de
arbeid gaat, maar dat zij de zaak is
van de Kerk van Christus, die, wanneer
zij met het Evangelie uitgaat naar de
„niet-Christelijke" wereld, wil laten zien,
dat zij zich over alle grenzen en scheids
muren heen, één weet in haar gehoor
zaamheid aan de éne Heer.
Ieder die wel eens kennis heeft geno
men van wat er op allerlei oecumenische
conferenties uit de jongere kerken te ber
de wordt gebracht, kan weten dat onze
broeders uit Azië en Afrika altijd weer
klagen over de verdeeldheid der westerse
kerken, die doordat zij alle los van el
kander, met eigen zendingsarbeiders ko
men, in tal van landen een heilloze ver
warring hebben gesticht. Eigenlijk is het
te zwak gezegd, wanneer ik schrijf dat
de jonge kerken klagen. Zij klagen ons
aan. Zij wijzen op de verwarring die wij
hebben gesticht en roepen ons op om toch
eindelijk eens, in Gods naam, ernst te
maken met de wil van de Heer, die im
mers bad dat wij één zullen zijn!
Het is goed om in deze jaren te mogen
ervaren dat ook de jonge mensen in onze
eigen kerken ongeduldig worden en steeds
luider met de kerken van Azië en Afrika
gaan vragen of de verschillen tussen on
ze kerken nu werkelijk wel zó groot zijn
dat wij niet gezamenlijk zouden kunnen
optrekken als dienstknechten van de ene
Heer!
Wij in „Oegstgeest" zijn er van over
tuigd dat het inderdaad zeer wel mogelijk
is om met Christenen uit andere kerken
en andere landen gezamenlijk op te trek
ken. Wij weten wel dat het niet altijd
eenvoudig is, zeker niet zo eenvoudig als
vele jonge mensen in hun enthousiasme
wel denken, maar het is nochtans zeer
wel mogelijk. Het gebeurt trouwens al! In
Nigeria, in Indonesië en Nieuw-Guinea.
Met de internationalisatie der zending
heeft de hervormde zending al bewust een
begin gemaakt. Met de Rijnse zending
„Barmen" en met „Bazel", maar ook met
de gereformeerde zendingsleiding in Baarn
en met de doopsgezinde zendingsraad in
Amsterdam draagt „Oegstgeest" reeds voor
allerlei takken van zendingsarbeid een ge
zamenlijke verantwoordelijkheid.
Door de politieke verwikkelingen zullen
geen Nederlandse zendingsarbeiders meer
naar Indonesië kunnen worden gezonden
en zij die er nog werk vinden, zullen bin
nen afzienbare tijd dit land moeten ver
laten. Verscheidene Nederlandse zendin
gen hebben noodgedwongen de consequen
tie hiervan getrokken. De vrij evange-
lischen gaan naar Zuid-West-Afrika, de ge
reformeerden naar Pakistan, naar Roean-
da Oeroendi en misschien naar Zuid-Ame-
rika. De hervormden denken aan West-
Afrika. Met „Bazel" zullen we daar in
ieder geval nauw samenwerken, wellicht
ook met Fransen en Engelsen.
Maar waarom wel. Waarom wel met de
broeders uit Zwitserland en niet met hen,
die ons toch eigenlijk het naaste zijn?
Het moderamen moest met schaamte
bekennen dat het wel aan de Zwitsers,
de Fransen en de Engelsen had gedacht
maar niet aan de gereformeerden in ons
eigen land! Unaniem besloot de Raad
voor de Zending deze zaak voor te leg
gen aan de generale zendingsdeputaten
van de gereformeerde kerken en hun te
vragen of zij zich er op willen beraden
hoe wij als Nederlandse christenen niet
slechts in de Nederlandse Zendingsraad
maar ook in de praktische arbeid over
zee nauw contact met elkander kunnen on
derhouden om aldus onder Gods zegen bij
te dragen tot heling van de breuk in de
kerkelijk zo zeer verdeelde christenheid
van Nederland, aldus ds. Mackaay.
„COMEDIE 1960", opgericht onder lei
ding van Rie Gilhuys en Ton Kuyl zal
zich op zaterdag 3 december a.s. in de
Stadsschouwburg te Haarlem voor de eer
ste maal aan het publiek voorstellen met
een komedie van Henri Bernstein „Cor
sica" (Le Voyage) in de vertaling van
Ton Kuyl.
Onder regie van Jan Retèl zullen op
treden: Rie Gilhuys, Ton Kuyl, Manon
Alving, Frits Butzelaar en Gerard Do
ting. Het decor is ontworpen door Johan
Greter. „COMEDIE 1960" is een toneel
groep zonder experimentele doelstellingen
doch stelt zich ten doel te voorzien in
een bestaande behoefte aan verantwoord
amusement in de grote steden en in de
provincie.
Het ligt in de bedoeling „Corsica" tot
het eind van dit seizoen door te spelen
in tournees door het gehele land en in
serie in de grote steden. Onder andere
zal in Amsterdam een serie opvoeringen
plaatsvinden in de eerste helft van april
Op vrijdag 25 november zal in het Her
vormd jeugdgebouw te IJmuiden-Oost het
bestuur van de Christelijke Bedrijfsgroe
pen Centrale (afdeling IJmuiden) een con
tactavond voor haar leden organiseren.
Medewerking verleent het toneelgezel
schap V.V.IJ. te IJmuiden, dat het toneel
stuk „Haar laatste wil" zal opvoeren. Dit
is een blijspel in drie bedrijven, geschre
ven door J. W. van der Heiden en Henk
Bakker. De regie berust bij J. van der
Plas. Het propagandistisch woord zal wor
den gesproken door de heer P. Broeksma,
assistent hoofdbestuurder.
In verband met de installatie van mr. J.
C. Biihrmann op 2 december komt de eer
der op 7 december vastgestelde raadsver
gadering te Velsen te vervallen.
Burgemeester Bührmann neemt 29
november te halfvier 's middags officieel
afscheid van de gemeenteraad van Weesp.
JAARVERGADERING P.v.d.A.
De afdeling Velsen-Noord van de Partij
van de Arbeid gaat de jaarvergadering
houden op dinsdag 22 november in het ge
meentelijk ontspanningslokaal aan de Van
Diepenstraat.
De Hoop in IJmuiden
Het hospitaalkerkschip „De Hoop" is
zaterdagmorgen in IJmuiden binnengelo
pen met een beschadigde schroefas. Aan
boord waren twee patiënten, de schipper
van de KW 153 Francina en een matroos
van de SCH 412. Volgende week vrijdag
zal de „De Hoop" vermoedelijk weer naar
zee vertrekken.