VLAK VOOR ZIJN DOOD - 21 NOVEMBER 1910 - TROK TOLSTOJ DE UITERSTE CONSEQUENTIE VAN ZIJN LEVEN NIEUWE BOEKEN in zakformaat Wekelijks toegevoegd aan alle edities van Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemse he Courant en IJmuider Courant WELK BEELD? Allereerst het beeld van de Rus met die eigenaardige trekken van „schuld en boete". Als jongen ran selt hij zijn paard en dan, bespeurend hoe het hijgt en hoe zijn flanken klop pen, slaat hij zijn armen om de hals van het dier en vraagt het snikkend om ver giffenis. Als jong schrijver stromen hem bij liet lezen van zijn eigen verhalen de tranen over de wangen. In zijn jonge jaren noteert hij in zijn dagboek zijn hoofdgebreken: speelzucht, hartstocht en ijdelheid en voegt er aan toe: de laatste is de vreselijkste duivel van alle. Ook Tolstoj de Christen staat voor ons, de Christen die de Kerk vaarwel zegde en door die Kerk werd geëxcommuni ceerd. Reeds als jongen van zestien jaar worstelde hij met het geloof. Hij wilde niet meer bidden, hij bezocht de kerk niet meer. Maar zijn religieus gevoel ver diepte zich voortdurend. En merkwaardi gerwijze waren het niet de dogma's, die hem van de Grieks-Katholieke kerk ver vreemdden, maar de problemen van prak tische aard. Hoe kan ik, vroeg Tolstoj zich af, behoren tot een Kerk die onver draagzaam, ja haatdragend is ten opzich te van andere Kerken? Hoe kan ik beho ren tot een Kerk die stilzwijgend en zelfs met zoveel woorden haar sanctie vexdeent aan moord, als die in een oorlog wordt gepleegd of in de vorm van een rechter lijk vonnis? In 1857 woonde hij in Parijs een openbare terechtstelling bij en in zijn Bekentenissen schrijft hij daarover: „Toen ik zag dat het hoofd van het lichaam werd gescheiden en in de mand rolde, wist ik met alle krachten van mijn wezen dot geen enkele theo rie die daad kon rechtvaardigen. Als alle mensen, steunend op de een of andere leer, deze daad noodzakelijk zouden achten, zou ik weten dat zij verkeerd was; want niet wat de men sen zeggen en doen beslist of iets goed dan wel verkeerd is, maar mij n har t". Zo komt er tussen de officiële Kerk en deze gelovige een kloof die wijder en wij der wordt. Tolstoj predikt een geloof zon der wonderen en zonder dogma's, een praktische godsdienst die niet het. goede hiex-namaals belooft, maar dié het geluk reeds hier op aarde zal brengen. Het was hem volkomen duidelijk dat de verwezen lijking lang op zich zou doen wachten, maar als het ene geslacht zijn denkbeel den maar zou overdragen aan het volgen de, zou het, meende hij, eens werkelijk heid worden. Wat men moest doen om een goed mens te worden? „Afstand doen van alle genietingen des levens, hard wer ken. deemoedig, duldzaam en bai-mhartig zijn", zeide Tolstoj. En jarenlang heeft hij zelf gestreden om zo te leven. Nie mand wist beter dan hij hoe ver hij van zijn ideaal verwijderd bleef, hoe dikwijls hij struikelde en viel. Ook als hij in een kaftan gekleed, met kaplaarzen aan en een zak op de rug door de dorpen trok, ook als hij het veld beploegde, zich be perkte tot vegetarisch voedsel en de ge boden van Mattheus V 21-48 opvolgde, voelde hij dat hij niet los was van zijn In 1901 werd Tolstoj in zijn villa in Yalta aan de Zwarte Zee bezocht door Tsjechov. De foto werd gemaakt op de veranda van Tolstoj's huis. boze neigingen, van zijn sensualiteit, van zijn trots en van zijn ijdelheid. Zelf stelde hij de eisen: wij mogen niet liegen tegen onszelf, wij moeten afstand doen van het besef dat wij gelijk hebben en wij moe ten door arbeid in ons ondei'houd voor zien. Dertig jaar van zijn leven heeft hij getracht het eerste beginsel: waarachtig heid te combineren met de opvatting dat hij niet meer was dan een ander en dus zijn overtuiging niet aan anderen mocht opdringen. Een hopeloze strijd waarin hij naar wij het thans zien, pas heeft gewon nen toen hij, weinige dagen voor zijn dood, de uiterste consequentie trok en de zijnen verliet om zijn woord tot een daad te ma ken. Het is het zwakke, en dus het men selijke in Tolstoj dat hij telkens weer tei'ug deinsde voor Gethsemane en Golgotha. ER IS OOK HET BEELD van Tolstoj de sociale hervox-mer. De spil van het kwaad is de eigendom, roept hij uit. Eigen dom is het middel om te genieten van werk dat andei-en hebben verricht. De haat en de vex-achting van het getrapte volk worden hoe langer hoe groter. Wij moeten werken met onze handen en af stompende genoegens, zoals alcohol en ta bak. mijden, evenals gewoonten die de dood ten gevolge hebben: vlees eten, ja gen, oorlogvoeren. In zijn Dagboek schrijft hij d.eze zin: „De vrouw van Jaremitsch bezit geen pels; haar man is doodgevroren; zij heeft niemand die voor haar het koren binnenbrengt en haar kind ligt op ster ven. ivij echter spelen Beethoven." En in zijn volksverhalen komt het mo tief van rijkdom en armoede telkens en telkens voor. Daar is het verhaal van de man die zoveel grond de zijne mag noe men als hij tussen zonsopgang en zons ondergang lopend kan omvamen en die van uitputting sterft als hij de ganse dag heeft gedraafd om het stuk zo groot moge lijk te doen zijn. Daar is Iwan de Dwaas wiens bx-oedex-s aan begeerte te gronde gaan. Toch was Tolstoj geen socialist, in tegendeel. Hij verafschuwde het socialis me, dat naar zijn mening gebaseex-d was op een dubbele leugen: die van de vrijheid en die van de wetenschap. De vrijheid zag hij als Westerse import en van zijn twee reizen naar West-Europa had hij, naar zijn eigen zeggen, „niets meegebracht dan walging over de plutocratische en matexïa- listische beschaving daar". En voor de wetenschap had hij even weinig goede wooi'den over. Dienaren der wetenschap vergeleek hij met dienaren der Kerk: Zij willen iedereen overtuigen dat zij de red ders der mensheid zijn; zij geloven alleen in hun eigen onfeilbaarheid; ze zijn het nooit met elkaar eens; ze bestrijden el kaar te vuur en te zwaard en zijn de ware oorzaak van de menselijke achter stand. Zo ooi-deelde Tolstoj over hen die zich onstei-felijke verdiensten hebben ver worven als geleerde HET SOCIALISME dat alleen het licha melijke welzijn der mensen nastreefde, dat revolutie predikte en geweldadig ver zet, kon in zijn ogen alleen verderfelijk zijn. Maar toch geloofde ook hij in een Revolutie, maar in een geheel andere: een revolutie van de geest, die in Rusland zou uitbreken, „omdat het Russische volk het meest van alle volkeren doordrongen is van ware Christelijke geest en van de wet der liefde. En die steunt weer op het Bijbelwoord: „Weersta de Boze niet." Tot zijn laatste ogenblikken is hij de verdedi ger gebleven van de leer der weerloos heid. Twee maanden voor zijn dood heeft hij de jonge Gandhi in Johannesbux-g uit voerig over zijn opvattingen geschreven. „Wat men geweldloosheid noemt," schrijft hij „is niets dan de wet der liefde, nog niet door leugenachtige in terpretaties misvormd, de liefde dus zoals wij die bij kinderen zien. Het grote gevaar is nu dat de mensen zich gerechtigd achten hun belangen te ver dedigen met geweld, dat ze m e t pas volledig kan bewonderen, wanneer men, de mens Tolstoj in de romans ont moetend, hem herkent of hij zich nu Pierre Bezoekov noemt of André Bolkons- ki (uit Oorlog en Vrede), Ljewin (uit Anna Karenina), Nekhludov (uit Opstanding) of Olenin (uit De Kozakken). En onder nog meer namen duikt hij op. Misschien is het meest tragische in Tolstoj dat hij na zijn „bekering" al deze werken, behalve Opstanding, heeft verworpen, met even- mogen terugnemen, wat hun met geweld vceI vuur en kracht als waarmee hij is ontnomen, kortom dat -ij mogen leven Shakespeare verwierp. Alleen zijn verha- volgens het recht van de sterkste. Zo \en in de volkstoon aanvaardde hij toen wordt het leven der Christelijke volke- nog en daar zjjn inderdaad heel mooie en ontroerende bij: De drie grijsaards bij voorbeeld die slechts één gebed kennen: „Gij zijt drie, wij zijn drie, ontferm u onzer", maar die heiliger zijn dan de bis schop die vergeefs tracht hun het Onze- Vader te leren. Maar vergeleken bij de uiteraard voornamelijk in zijn nihilistische werken uit de eerste periode valt zo'n Graaf Leo Tolstoj ren een volkomen tegenspraak tussen hun geloof en hun leefwijze, tussen lief de en geweld." Zulke uitspraken vindt men door het ge hele oeuvre van Tolstoj verspreid, maar schijnlijk de kleine Nicolaas een der helden zou zijn. NA ANNA KARENINA komt de periode. Het woord nihilist moet, wanneer voYksvêrtdling nmuurlij'rVoTkomen 'in'het j*' dalJ°Jfï°j Jn ,fX Jon ommekeer in Tolstoj's leven, die men ANNA KARENINA is eveneens een hoogtepunt in Tolstoj's oeuvre; de karak tertekening is zelfs nog indringender, maar het boek mist de brede wiekslag van Oorlog en Vrede. Het merkwaardige Bolkonsky vend mens gebleven in zijn liefde voor Kit ty. in zijn angst bij haar eerste bevalling, in zijn hartstocht voor de jacht en zijn die pe liefde voor de Russische boeren die niet leven voor zichzelf, maar voor God. niet. Ondanks Tolstoj zelf blijft hij voor ons de schrijver van Oorlog en Vrede en van Anna Karenina. man schreef, er zich innerlijk reeds van distancieerde In een brief van 1875 z,]h „bekering pleegt te noemen. ele schrijft hij: „Ik ga nu weer zwoegen aan werken heeft hij in de periode van om- die vei'velende en vulgaire Anna Kareni- na, met als enige hoop er gauw van ver- streeks dertig jaar die volgde, gepubli- MEN HEEFT Oorlog en Vrede lost te zijn^Maar men kan zo n uitlating ceerd, ook romans, ook toneelstukken, stand kan doorstaan. Het „verstandig er- vergeleken bij een zee. Fraaie vergelij- eigenlijk niet ernstig opvatten. Zij lijkt kennen" is steeds Tolstoj's norm geble- king index-daad. Er is een brede deining, mij meer het gevolg van een tijdelijke in- Maar telkens weer is de propagandist, ven. Gevolg daarvan is enerzijds geweest er is een wijd uitzicht, er zijn geweldige zinking of van een aanstellex-ige bui, zo- c]e belijder, de idealist, de hervormer. het voor Tolstoj wordt gebezigd, in zijn oorspx-onkelijke en niet-politieke betekenis worden genomen: een nihilist is iemand die niets op gezag aanneemt, die slechts aan datgene gelooft en datgene als reëel erkent, wat de toets van het eigen ver- de bevrijding uit talloze knellende ban den van maatschappij en geloof, ander zijds een verschrikkelijk doordragen, in het bijzonder wanneer hij zijn nieuwe stormen in dit boek, dat het meest grootse werk der wereldletterkunde genoemd mag worden. Het is gewoon om te huiveren van ontzag als men bedenkt dat deze roman als Tolstoj méér had. Zeker is dat zijn lezers anders, oordeelden dan de auteur. Het boek verscheen in aflevei-ingen en de deftige Moskouse dames zonden haar la- LFO TOLSTOJ werd in 1828 geboren op het land goed Jasnaja Poljana in het gouvernement Toela, ten zuiden van Moskou. Zijn ouders stierven toen hij nog een kind was; twee tantes voedden hem op. Hij studeerde enige jaren aan de universiteit van Kazan, leidde een vro lijk studentenleven en werd officier in het Russische leger. Ilij nam deel aan de Krim-oorlog, deed enige reizen naar West-Europa en vestigde zich toen weer op het familie-landgoed. Omstreeks 1876 trad de grote ommekeer in zyn leven in: het probleem van de dood en de religieuze rechtvaardiging van zijn aardse bestaan obsedeerden hem. De oplossing vond hij in het Evangelie van Mattheus 5:3.9: weersta de Boze niet. Tolstoj's vrouw en kinderen bleven vijandig tegenover zijn nieuwe leer, behalve zijn dochter Alexandra. Zij handhaafden hun houding, ook toen hij al zijn bezittingen en auteursrechten aan zijn vrouw ver maakte. In oktober 1910 verliet hij met Alexandra heime lijk zijn huis. zwierf enige weken doelloos rond en over leed op 21 november in de wachtkamer van een platte- landsstationnetje te Astapovo. Schetsen van Tolstoj de waarheidzoeker, in die werken ster ker dan de kunstenaar. Daardoor bieden zijn geschriften velen veel, maar de min naar van de psychologische roman min der. Voor hem is Tolstoj nooit groter ge weest dan in Oorlog en Vrede en in Anna Karenina. Alleen al daarvoor had hij de Nobelprijs verdiend. Maar die heeft hij nooit gekregen. Dr. V. H. Schröder GEZOND LEVEN door Edmond Nicolas (Prismapocket) „Wanneer wij in de kx-anten populaire weergaven lezen van wetenschappelijke ontdekkingen, dan blijkt de ontwikkeling van de doorsnee-joui-nalist onvoldoende om de draagwijdte te begrijpen en dat hij allerongelukkigst omspringt met soms heel eenvoudige vaktermen". Het ver baast dan echter temeer als men de auteur bezig ziet, die in het hoofdstuk over denkbeelden over Kunst ging uiteenzetten, in vier fox-se delen door de auteur werd keien naar de drukkerij om de zetters uit Dan debiteex-de hij soms enormiteiten die beschouwd als een onderdeel van een veel te horen over de verdere lotgevallen der de^pUsveVt^ri'ng' het bloedvat'1 dat'darmen ons paf doen staan. Over ballet zeide hij groter werk dat. zou beginnen met de tijd hoofdpersonen. Anna Karenina is de ro- g eens: „Dat is ook weer zo'n zogenaamde kunst. De een of andei-e juffer slingert haar benen tot boven haar hoofd en die dwaasheid wordt niet alleen niet als on fatsoenlijk beschouwd, maar zelfs hemel hoog geprezen en in de kranten besproken vlak naast de grootste politieke gebeurte nissen." Zo spreekt hij over „de ziekelij ke werken van de dode Beethoven" en zegt van Shakespeare dat hij zelfs geen van Peter de Grote en zijn einde zou vin- man ener noodlottige liefde. Venus is de den in de opstand der Dekabristen hoofdpex-soon. Zij bx-engt Anna en Wronski (december 1825), waarheen het slot van samen op het bal; zij smeedt beider leven Oorlog en Vx-ede verwijst. Van deze gewei- aaneen, ontneemt Anna haar zelfstandig dige onderneming is verder slechts een ooi-deel. haar tx-ots en haar pei-soonlijk- fragment „De Dekabristen" gex-ealiseerd. heid. Al wat zij wil is haar minaar be- Maar welk ontzagwekkend pièce de milieu hagen; daarvoor verliest zij zichzelf in schiep Tolstoj in Oorlog en Vrede, waarin jaloezie, veeleisende behaagzucht, uitda- enex-zijds het Russische volk de hoofdpex-- gende koketterie, prikkelbaarheid en ten- soon is. andex-zijds tientallen individuen slotte in morfine en wanhoop. En zij ein- met lever verbindt en dat iedere ontwik kelde leek kent als de poox-tader, tot twee maal toe passeei't om meteen de holader in te gaan (blz. 64-65). Melkprodukten schijnt de schrijver niet als kalkbron te kennen (blz. 50). Melk en kaas zijn altijd nog beter dan kalkpreparaten. Of het enig nut heeft de argeloze leek te vei-tellen dat het lichaam uit drie kiembladen is ont wikkeld. is de vraag. Maar het is onjuist om mee te delen dat het zenuwstelsel uit vierde-rangs schrijver was en als karak- hoofdrollen vertolken. Tolstoj schreef het digt haar leven onder de wielen van een hej. mesoderm ontwikkeld is. daar het ec- tertekenaar een prul. Dat Shakespeare zo boek in zijn eerste huwelijksjaren, toen tx-ein. bewonderd wordt, is, meent Tolstoj, het het vuur zijner liefde hoog oplaaide. Van- De compositie van Anna Karenina toont gevolg van een soort epidemische ziekte, daar liet optimisme, de levensvreugde die Tolstoj's volmaakte meestex-schap als ro- zoals ook de Kruistochten waren, het ge- ondanks sombere passages het geheel mancier, in het grote en in het kleine, loof aan heksen, net zoeken van de steen overheersen; vandaar zeker de liefdevolle De gehele opbouw is feilloos. Men kan het der wijzen, de windhandel in tulpen en.schildering van tal van vrouwenfiguren, stramien onderkennen zonder dat dit de zaak Dreyfus. Vooral het laatste is waarvan in de eerste plaats Natasja on- stoort. Anna en Wronski ontmoeten elkaar ontstellend en blijft een onbegrijpelijke vergefelijk blijft. Door deze tx-ekken, door voor het eerst op een pex-ron, waar een uitlating van de man wie de onderdrukte de afwisseling van oorlogsgeweld en in- ongeluk is gebeurd. Het afscheid van het en miskende zo na aan het hart lag. DAT TOLSTOJ zo wonderlijk dacht en schreef is echter wél te verklaren, of schoon niet te billijken. In het tweede deel van zijn leven, in de jaren dus na zijn „bekering", stond hij op het. standpunt dat sinds de Renaissance de kunst het mo nopolie van de rijken was geworden. En de emoties der rijken, aldus gaat de rede nering voort, zijn veel beperkter dan die tiem mensengeluk of dapper gedx-agen leven heeft eveneens plaats op een sta- mensenleed doet Oorlog en Vrede denken tion. Wronski flirtte aanvankelijk met Kit- aan dat andere weergaloze epos van strijd ty; Anna gaat de dood in na een bezoek en liefde: Homerus' Ilias. Ook daar aan Kitty, waarbij zij het gevoel krijgt, die brede deining, die machtige golfslag", dat zij door haar wordt veracht. Dat Anna het massale tegenover het individuele. toderm de moederbodem is. Over de func tie der amandelen heeft de schi-ijver ook een merkwaardig idee: ze dienen om de lucht vochtig te maken door de lymphe die ze afscheiden (wat moeten alle geknip- ten?). Bij de verkoudheid is het virus de schrijver onbekend. Slijmvliezen schijnen zich ook niet geheel juist aan zijn voor stellingsvermogen voor te doen. „De vol heid van het leven" is een hoofdstukje over geslachtsleven. Het staat index-daad vol met onvolledigheden. In plaats van een eenvoudige uitleg over de ovulatie, treft men op blz. 167 de opmex-king dat on plotseling. zonder enige voorbereiding haar vruchtbaarheid nogal makkelijk door een mf,n 'iaar liefde voor Wronski biecht, kleine ingi-eep (curetteren) tot verdwijnen Wonderbaarlijk is de zorg en de lielde wordt begrijpelijk en aanvaardbaar door gebracht kan worden! De schrijver is een waarmee de tientallen figux-en stuk voor de schok die Wronski's val van zijn voorstander van de consultatiebux-eaus stuk zijn geschilderd. Voor hen die slechts paax-d in haar tweegbrengt. En zo zou men Voor px-enatale zorg. Dit zwangerschaps- in enkele scènes optreden, is die zorg en kunnen doorgaan. Daaraan moet worden onderzoek is zeer eenvoudig en wordt door der armen. Zij bepex-ken zich tot trots* is die lielde even gx-oot als voor de spelers toegevoegd dat het menselijk hart van het merendeel der vroedvx-ouwen en artsen zinnelijkheid en levensmoeheid. Die gevoe- der hoofdrollen. Men denke aan de simpe- geen der optredenden voor Tolstoj nog met voldoende nauwkeurigheid gedaan. De lens en de vertakkingen ervan vormen le soldaat Platon Karatajev, de Russische enig geheim schijnt te hebben en dat bestaansgrond van de bureaus voor pre- bijna uitsluitend het onderwerp van de boer, onuitputtelijk in zijn verhalen, glim- de mannen, meer nog dan in Oorlog en natale zorg is dan ook nog steeds een kunst der rijken. Ware Kunst vindt men lachend tegen het leven en tegen de dood. Vrede, als levende wezens voor ons staan, vraagteken. Dat een vrouw van een mid- in Genesis, in de Gelijkenissen, in volks- Men denke aan Koetoesov, de aanvoerder zelfs al zijn zij de dragers van Tolstoj's denstander ook nog om andere reden dan verhalen, legenden en exempelen. Wax-e van het Russische leger, de eenogige grijs- denkbeelden over maatschappij en leven, het door de schrijver genoemde „snobis- Kunst vertolkt het religieus bewustzijn van aard die zich voortdurend aan veldslagen Stefan Oblonski is even menselijk in zijn me" naar haar dokter of vroedvrouw gaat, een tijdvak. In ons tijdvak, aldus besluit onttrekt, maar het Napoleontische leger oppervlakkige bonhommie en vriendelijk blijkt niet dienstig voor de tendens van Tolstoj, is dat religieuze bewustzijn ge- prikkelt als een vliegenzwerm een paard egoïsme als Karenin, de hoge ambtenaar de auteur. Het hoofdstuk besluit met een richt op het geluk dat de broederschap en wie de tranen over de gerimpelde wan- en middelmatige mens wiens gevoel pas stukje oude-bokkenpsychologie het der mensen zal brengen. Wat daartoe niet gen lopen als hij hoort dat de Franse spreekt als Anna in doodsgevaar vei-keex-t, beeld is van de auteur zelf dat nogal bijdraagt, is geen Kunst. keizer Moskou heeft verlaten. maar wiens stax-heid onmiddellijk weer onfi-is is. Men zou de schrijver willen i~a- Menigeen zal het slot van Ooi-log en de overhand krijgt als het gevaar geweken TENSLOTTE IS ER het beeld van Tol- Vi-ede wat eigenaardig vinden. Het werkt is. Konstantin Ljewin, de incarnatie van stoj de schrijver. Dat dit aan het slot van inderdaad enigszins als een anti-climax, de schrijver zelf, vertolkt natuurlijk de dit opstel wordt getekend vindt zijn grond maar men ziet eraan dat Tolstoj er zich denkbeelden die Tolstoj zelf koestex-de, den vooral de elementaii-e kennis nog eens door te nemen uit een modern boekje en de uitgever van boekjes als het onderha vige door een meer bevoegde te laten in het feit dat men de schrijver Tolstoj nog een vervolg aan dacht, waarin waar- maar is desondanks een waax-achtig-le- schrijven of controlex-en. EEN BREDE BAARD maakte zijn kop indrukwekkend, gaf hem het uiter lijk van een profeet uit het Oude Testament. Maar eigenlijk was Leo Nikolajewitsj Tolstoj een lelijke man met zijn kromme rug, zijn te lange armen, zijn vlezige neus, lage voorhoofd, dikke lippen en kleine, grijze ogen. „Niemand zal van je houden om je uiterlijk", schijnt zijn tante die hem opvoedde, eens tegen hem te hebben gezegd en jarenlang was het kind schuw en teruggetrokken om zijn lelijkheid. Ook bij zijn oudere broers stak hij ongunstig af. De gouverneur die het drietal les gaf Nicolaas, de oudste, was hem al ontgroeid zei van hen Serge wil en hij kan; Dimitri wil, maar hij kan niet; Leo wil niet en hij kan niet (wat ik volkomen juist uitgedrukt vind, voegt Tolstoj aan deze uitspraak heel eerlijk toe). Onze kennis van Leo Tolstoj is groot, want er zijn weinig schrijvers geweest die in zo sterke mate en zo bij voortduring autobiograaf waren Over zijn jeugd schreef hij in no- vellenvcrm drie boeken: Kinderjaren, Jongenstijd en Jeugd; in zijn romans herkennen wij hem in allerlei figuren en tenslotte publiceerde hij geschriften onder titels als: Bekentenissen, Biecht, Wat ik geloof, Wie ben ik?, waaruit telkens het beeld van de auteur voor ons oprijst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 15