VLAK VOOR ZIJN DOOD - 21 NOVEMBER 1910 - TROK
TOLSTOJ DE UITERSTE CONSEQUENTIE VAN ZIJN LEVEN
NIEUWE BOEKEN
in zakformaat
Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemse he Courant
en IJmuider Courant
WELK BEELD? Allereerst het beeld
van de Rus met die eigenaardige trekken
van „schuld en boete". Als jongen ran
selt hij zijn paard en dan, bespeurend
hoe het hijgt en hoe zijn flanken klop
pen, slaat hij zijn armen om de hals van
het dier en vraagt het snikkend om ver
giffenis. Als jong schrijver stromen hem
bij liet lezen van zijn eigen verhalen de
tranen over de wangen. In zijn jonge
jaren noteert hij in zijn dagboek zijn
hoofdgebreken: speelzucht, hartstocht
en ijdelheid en voegt er aan toe: de
laatste is de vreselijkste duivel van alle.
Ook Tolstoj de Christen staat voor ons,
de Christen die de Kerk vaarwel zegde
en door die Kerk werd geëxcommuni
ceerd. Reeds als jongen van zestien jaar
worstelde hij met het geloof. Hij wilde
niet meer bidden, hij bezocht de kerk
niet meer. Maar zijn religieus gevoel ver
diepte zich voortdurend. En merkwaardi
gerwijze waren het niet de dogma's, die
hem van de Grieks-Katholieke kerk ver
vreemdden, maar de problemen van prak
tische aard. Hoe kan ik, vroeg Tolstoj
zich af, behoren tot een Kerk die onver
draagzaam, ja haatdragend is ten opzich
te van andere Kerken? Hoe kan ik beho
ren tot een Kerk die stilzwijgend en zelfs
met zoveel woorden haar sanctie vexdeent
aan moord, als die in een oorlog wordt
gepleegd of in de vorm van een rechter
lijk vonnis? In 1857 woonde hij in Parijs
een openbare terechtstelling bij en in zijn
Bekentenissen schrijft hij daarover:
„Toen ik zag dat het hoofd van het
lichaam werd gescheiden en in de
mand rolde, wist ik met alle krachten
van mijn wezen dot geen enkele theo
rie die daad kon rechtvaardigen. Als
alle mensen, steunend op de een of
andere leer, deze daad noodzakelijk
zouden achten, zou ik weten dat zij
verkeerd was; want niet wat de men
sen zeggen en doen beslist of iets
goed dan wel verkeerd is, maar
mij n har t".
Zo komt er tussen de officiële Kerk en
deze gelovige een kloof die wijder en wij
der wordt. Tolstoj predikt een geloof zon
der wonderen en zonder dogma's, een
praktische godsdienst die niet het. goede
hiex-namaals belooft, maar dié het geluk
reeds hier op aarde zal brengen. Het was
hem volkomen duidelijk dat de verwezen
lijking lang op zich zou doen wachten,
maar als het ene geslacht zijn denkbeel
den maar zou overdragen aan het volgen
de, zou het, meende hij, eens werkelijk
heid worden. Wat men moest doen om
een goed mens te worden? „Afstand doen
van alle genietingen des levens, hard wer
ken. deemoedig, duldzaam en bai-mhartig
zijn", zeide Tolstoj. En jarenlang heeft
hij zelf gestreden om zo te leven. Nie
mand wist beter dan hij hoe ver hij van
zijn ideaal verwijderd bleef, hoe dikwijls
hij struikelde en viel. Ook als hij in een
kaftan gekleed, met kaplaarzen aan en
een zak op de rug door de dorpen trok,
ook als hij het veld beploegde, zich be
perkte tot vegetarisch voedsel en de ge
boden van Mattheus V 21-48 opvolgde,
voelde hij dat hij niet los was van zijn
In 1901 werd Tolstoj in zijn villa in Yalta
aan de Zwarte Zee bezocht door Tsjechov.
De foto werd gemaakt op de veranda van
Tolstoj's huis.
boze neigingen, van zijn sensualiteit, van
zijn trots en van zijn ijdelheid. Zelf stelde
hij de eisen: wij mogen niet liegen tegen
onszelf, wij moeten afstand doen van het
besef dat wij gelijk hebben en wij moe
ten door arbeid in ons ondei'houd voor
zien. Dertig jaar van zijn leven heeft hij
getracht het eerste beginsel: waarachtig
heid te combineren met de opvatting dat
hij niet meer was dan een ander en dus
zijn overtuiging niet aan anderen mocht
opdringen. Een hopeloze strijd waarin hij
naar wij het thans zien, pas heeft gewon
nen toen hij, weinige dagen voor zijn dood,
de uiterste consequentie trok en de zijnen
verliet om zijn woord tot een daad te ma
ken. Het is het zwakke, en dus het men
selijke in Tolstoj dat hij telkens weer tei'ug
deinsde voor Gethsemane en Golgotha.
ER IS OOK HET BEELD van Tolstoj
de sociale hervox-mer. De spil van het
kwaad is de eigendom, roept hij uit. Eigen
dom is het middel om te genieten van
werk dat andei-en hebben verricht. De
haat en de vex-achting van het getrapte
volk worden hoe langer hoe groter. Wij
moeten werken met onze handen en af
stompende genoegens, zoals alcohol en ta
bak. mijden, evenals gewoonten die de
dood ten gevolge hebben: vlees eten, ja
gen, oorlogvoeren.
In zijn Dagboek schrijft hij d.eze zin:
„De vrouw van Jaremitsch bezit geen
pels; haar man is doodgevroren; zij
heeft niemand die voor haar het koren
binnenbrengt en haar kind ligt op ster
ven. ivij echter spelen Beethoven."
En in zijn volksverhalen komt het mo
tief van rijkdom en armoede telkens en
telkens voor. Daar is het verhaal van de
man die zoveel grond de zijne mag noe
men als hij tussen zonsopgang en zons
ondergang lopend kan omvamen en die
van uitputting sterft als hij de ganse dag
heeft gedraafd om het stuk zo groot moge
lijk te doen zijn. Daar is Iwan de Dwaas
wiens bx-oedex-s aan begeerte te gronde
gaan. Toch was Tolstoj geen socialist, in
tegendeel. Hij verafschuwde het socialis
me, dat naar zijn mening gebaseex-d was
op een dubbele leugen: die van de vrijheid
en die van de wetenschap. De vrijheid zag
hij als Westerse import en van zijn twee
reizen naar West-Europa had hij, naar
zijn eigen zeggen, „niets meegebracht dan
walging over de plutocratische en matexïa-
listische beschaving daar". En voor de
wetenschap had hij even weinig goede
wooi'den over. Dienaren der wetenschap
vergeleek hij met dienaren der Kerk: Zij
willen iedereen overtuigen dat zij de red
ders der mensheid zijn; zij geloven alleen
in hun eigen onfeilbaarheid; ze zijn het
nooit met elkaar eens; ze bestrijden el
kaar te vuur en te zwaard en zijn de
ware oorzaak van de menselijke achter
stand. Zo ooi-deelde Tolstoj over hen die
zich onstei-felijke verdiensten hebben ver
worven als geleerde
HET SOCIALISME dat alleen het licha
melijke welzijn der mensen nastreefde,
dat revolutie predikte en geweldadig ver
zet, kon in zijn ogen alleen verderfelijk
zijn. Maar toch geloofde ook hij in een
Revolutie, maar in een geheel andere:
een revolutie van de geest, die in Rusland
zou uitbreken, „omdat het Russische volk
het meest van alle volkeren doordrongen
is van ware Christelijke geest en van de
wet der liefde. En die steunt weer op het
Bijbelwoord: „Weersta de Boze niet." Tot
zijn laatste ogenblikken is hij de verdedi
ger gebleven van de leer der weerloos
heid. Twee maanden voor zijn dood heeft
hij de jonge Gandhi in Johannesbux-g uit
voerig over zijn opvattingen geschreven.
„Wat men geweldloosheid noemt,"
schrijft hij „is niets dan de wet der
liefde, nog niet door leugenachtige in
terpretaties misvormd, de liefde dus
zoals wij die bij kinderen zien. Het
grote gevaar is nu dat de mensen zich
gerechtigd achten hun belangen te ver
dedigen met geweld, dat ze m e t
pas volledig kan bewonderen, wanneer
men, de mens Tolstoj in de romans ont
moetend, hem herkent of hij zich nu
Pierre Bezoekov noemt of André Bolkons-
ki (uit Oorlog en Vrede), Ljewin (uit Anna
Karenina), Nekhludov (uit Opstanding) of
Olenin (uit De Kozakken). En onder nog
meer namen duikt hij op. Misschien is
het meest tragische in Tolstoj dat hij na
zijn „bekering" al deze werken, behalve
Opstanding, heeft verworpen, met even-
mogen terugnemen, wat hun met geweld vceI vuur en kracht als waarmee hij
is ontnomen, kortom dat -ij mogen leven Shakespeare verwierp. Alleen zijn verha-
volgens het recht van de sterkste. Zo \en in de volkstoon aanvaardde hij toen
wordt het leven der Christelijke volke- nog en daar zjjn inderdaad heel mooie en
ontroerende bij: De drie grijsaards bij
voorbeeld die slechts één gebed kennen:
„Gij zijt drie, wij zijn drie, ontferm u
onzer", maar die heiliger zijn dan de bis
schop die vergeefs tracht hun het Onze-
Vader te leren. Maar vergeleken bij de
uiteraard voornamelijk in zijn nihilistische werken uit de eerste periode valt zo'n
Graaf Leo Tolstoj
ren een volkomen tegenspraak tussen
hun geloof en hun leefwijze, tussen lief
de en geweld."
Zulke uitspraken vindt men door het ge
hele oeuvre van Tolstoj verspreid, maar
schijnlijk de kleine Nicolaas
een der helden zou zijn.
NA ANNA KARENINA komt de
periode. Het woord nihilist moet, wanneer voYksvêrtdling nmuurlij'rVoTkomen 'in'het j*' dalJ°Jfï°j Jn ,fX Jon ommekeer in Tolstoj's leven, die men
ANNA KARENINA is eveneens een
hoogtepunt in Tolstoj's oeuvre; de karak
tertekening is zelfs nog indringender,
maar het boek mist de brede wiekslag
van Oorlog en Vrede. Het merkwaardige
Bolkonsky vend mens gebleven in zijn liefde voor Kit
ty. in zijn angst bij haar eerste bevalling,
in zijn hartstocht voor de jacht en zijn die
pe liefde voor de Russische boeren die
niet leven voor zichzelf, maar voor God.
niet. Ondanks Tolstoj zelf blijft hij voor
ons de schrijver van Oorlog en
Vrede en van Anna Karenina.
man schreef, er zich innerlijk reeds van
distancieerde In een brief van 1875 z,]h „bekering pleegt te noemen. ele
schrijft hij: „Ik ga nu weer zwoegen aan werken heeft hij in de periode van om-
die vei'velende en vulgaire Anna Kareni-
na, met als enige hoop er gauw van ver- streeks dertig jaar die volgde, gepubli-
MEN HEEFT Oorlog en Vrede lost te zijn^Maar men kan zo n uitlating ceerd, ook romans, ook toneelstukken,
stand kan doorstaan. Het „verstandig er- vergeleken bij een zee. Fraaie vergelij- eigenlijk niet ernstig opvatten. Zij lijkt
kennen" is steeds Tolstoj's norm geble- king index-daad. Er is een brede deining, mij meer het gevolg van een tijdelijke in- Maar telkens weer is de propagandist,
ven. Gevolg daarvan is enerzijds geweest er is een wijd uitzicht, er zijn geweldige zinking of van een aanstellex-ige bui, zo- c]e belijder, de idealist, de hervormer.
het voor Tolstoj wordt gebezigd, in zijn
oorspx-onkelijke en niet-politieke betekenis
worden genomen: een nihilist is iemand
die niets op gezag aanneemt, die slechts
aan datgene gelooft en datgene als reëel
erkent, wat de toets van het eigen ver-
de bevrijding uit talloze knellende ban
den van maatschappij en geloof, ander
zijds een verschrikkelijk doordragen, in
het bijzonder wanneer hij zijn nieuwe
stormen in dit boek, dat het meest grootse
werk der wereldletterkunde genoemd mag
worden. Het is gewoon om te huiveren van
ontzag als men bedenkt dat deze roman
als Tolstoj méér had. Zeker is dat zijn
lezers anders, oordeelden dan de auteur.
Het boek verscheen in aflevei-ingen en de
deftige Moskouse dames zonden haar la-
LFO TOLSTOJ werd in 1828 geboren op het land
goed Jasnaja Poljana in het gouvernement Toela, ten
zuiden van Moskou. Zijn ouders stierven toen hij nog een
kind was; twee tantes voedden hem op. Hij studeerde
enige jaren aan de universiteit van Kazan, leidde een vro
lijk studentenleven en werd officier in het Russische
leger. Ilij nam deel aan de Krim-oorlog, deed enige reizen
naar West-Europa en vestigde zich toen weer op het
familie-landgoed. Omstreeks 1876 trad de grote ommekeer
in zyn leven in: het probleem van de dood en de religieuze
rechtvaardiging van zijn aardse bestaan obsedeerden hem.
De oplossing vond hij in het Evangelie van Mattheus 5:3.9:
weersta de Boze niet. Tolstoj's vrouw en kinderen bleven
vijandig tegenover zijn nieuwe leer, behalve zijn dochter
Alexandra. Zij handhaafden hun houding, ook toen hij
al zijn bezittingen en auteursrechten aan zijn vrouw ver
maakte. In oktober 1910 verliet hij met Alexandra heime
lijk zijn huis. zwierf enige weken doelloos rond en over
leed op 21 november in de wachtkamer van een platte-
landsstationnetje te Astapovo.
Schetsen van Tolstoj
de waarheidzoeker, in die werken ster
ker dan de kunstenaar. Daardoor bieden
zijn geschriften velen veel, maar de min
naar van de psychologische roman min
der. Voor hem is Tolstoj nooit groter ge
weest dan in Oorlog en Vrede en in
Anna Karenina. Alleen al daarvoor had
hij de Nobelprijs verdiend. Maar die
heeft hij nooit gekregen.
Dr. V. H. Schröder
GEZOND LEVEN door Edmond Nicolas
(Prismapocket)
„Wanneer wij in de kx-anten populaire
weergaven lezen van wetenschappelijke
ontdekkingen, dan blijkt de ontwikkeling
van de doorsnee-joui-nalist onvoldoende
om de draagwijdte te begrijpen en dat hij
allerongelukkigst omspringt met soms
heel eenvoudige vaktermen". Het ver
baast dan echter temeer als men de
auteur bezig ziet, die in het hoofdstuk over
denkbeelden over Kunst ging uiteenzetten, in vier fox-se delen door de auteur werd keien naar de drukkerij om de zetters uit
Dan debiteex-de hij soms enormiteiten die beschouwd als een onderdeel van een veel te horen over de verdere lotgevallen der de^pUsveVt^ri'ng' het bloedvat'1 dat'darmen
ons paf doen staan. Over ballet zeide hij groter werk dat. zou beginnen met de tijd hoofdpersonen. Anna Karenina is de ro- g
eens: „Dat is ook weer zo'n zogenaamde
kunst. De een of andei-e juffer slingert
haar benen tot boven haar hoofd en die
dwaasheid wordt niet alleen niet als on
fatsoenlijk beschouwd, maar zelfs hemel
hoog geprezen en in de kranten besproken
vlak naast de grootste politieke gebeurte
nissen." Zo spreekt hij over „de ziekelij
ke werken van de dode Beethoven" en
zegt van Shakespeare dat hij zelfs geen
van Peter de Grote en zijn einde zou vin- man ener noodlottige liefde. Venus is de
den in de opstand der Dekabristen hoofdpex-soon. Zij bx-engt Anna en Wronski
(december 1825), waarheen het slot van samen op het bal; zij smeedt beider leven
Oorlog en Vx-ede verwijst. Van deze gewei- aaneen, ontneemt Anna haar zelfstandig
dige onderneming is verder slechts een ooi-deel. haar tx-ots en haar pei-soonlijk-
fragment „De Dekabristen" gex-ealiseerd. heid. Al wat zij wil is haar minaar be-
Maar welk ontzagwekkend pièce de milieu hagen; daarvoor verliest zij zichzelf in
schiep Tolstoj in Oorlog en Vrede, waarin jaloezie, veeleisende behaagzucht, uitda-
enex-zijds het Russische volk de hoofdpex-- gende koketterie, prikkelbaarheid en ten-
soon is. andex-zijds tientallen individuen slotte in morfine en wanhoop. En zij ein-
met lever verbindt en dat iedere ontwik
kelde leek kent als de poox-tader, tot twee
maal toe passeei't om meteen de holader
in te gaan (blz. 64-65). Melkprodukten
schijnt de schrijver niet als kalkbron te
kennen (blz. 50). Melk en kaas zijn altijd
nog beter dan kalkpreparaten. Of het enig
nut heeft de argeloze leek te vei-tellen dat
het lichaam uit drie kiembladen is ont
wikkeld. is de vraag. Maar het is onjuist
om mee te delen dat het zenuwstelsel uit
vierde-rangs schrijver was en als karak- hoofdrollen vertolken. Tolstoj schreef het digt haar leven onder de wielen van een hej. mesoderm ontwikkeld is. daar het ec-
tertekenaar een prul. Dat Shakespeare zo boek in zijn eerste huwelijksjaren, toen tx-ein.
bewonderd wordt, is, meent Tolstoj, het het vuur zijner liefde hoog oplaaide. Van- De compositie van Anna Karenina toont
gevolg van een soort epidemische ziekte, daar liet optimisme, de levensvreugde die Tolstoj's volmaakte meestex-schap als ro-
zoals ook de Kruistochten waren, het ge- ondanks sombere passages het geheel mancier, in het grote en in het kleine,
loof aan heksen, net zoeken van de steen overheersen; vandaar zeker de liefdevolle De gehele opbouw is feilloos. Men kan het
der wijzen, de windhandel in tulpen en.schildering van tal van vrouwenfiguren, stramien onderkennen zonder dat dit
de zaak Dreyfus. Vooral het laatste is waarvan in de eerste plaats Natasja on- stoort. Anna en Wronski ontmoeten elkaar
ontstellend en blijft een onbegrijpelijke vergefelijk blijft. Door deze tx-ekken, door voor het eerst op een pex-ron, waar een
uitlating van de man wie de onderdrukte de afwisseling van oorlogsgeweld en in- ongeluk is gebeurd. Het afscheid van het
en miskende zo na aan het hart lag.
DAT TOLSTOJ zo wonderlijk dacht en
schreef is echter wél te verklaren, of
schoon niet te billijken. In het tweede deel
van zijn leven, in de jaren dus na zijn
„bekering", stond hij op het. standpunt
dat sinds de Renaissance de kunst het mo
nopolie van de rijken was geworden. En
de emoties der rijken, aldus gaat de rede
nering voort, zijn veel beperkter dan die
tiem mensengeluk of dapper gedx-agen leven heeft eveneens plaats op een sta-
mensenleed doet Oorlog en Vrede denken tion. Wronski flirtte aanvankelijk met Kit-
aan dat andere weergaloze epos van strijd ty; Anna gaat de dood in na een bezoek
en liefde: Homerus' Ilias. Ook daar aan Kitty, waarbij zij het gevoel krijgt,
die brede deining, die machtige golfslag", dat zij door haar wordt veracht. Dat Anna
het massale tegenover het individuele.
toderm de moederbodem is. Over de func
tie der amandelen heeft de schi-ijver ook
een merkwaardig idee: ze dienen om de
lucht vochtig te maken door de lymphe
die ze afscheiden (wat moeten alle geknip-
ten?). Bij de verkoudheid is het virus de
schrijver onbekend. Slijmvliezen schijnen
zich ook niet geheel juist aan zijn voor
stellingsvermogen voor te doen. „De vol
heid van het leven" is een hoofdstukje
over geslachtsleven. Het staat index-daad
vol met onvolledigheden. In plaats van een
eenvoudige uitleg over de ovulatie, treft
men op blz. 167 de opmex-king dat on
plotseling. zonder enige voorbereiding haar vruchtbaarheid nogal makkelijk door een
mf,n 'iaar liefde voor Wronski biecht, kleine ingi-eep (curetteren) tot verdwijnen
Wonderbaarlijk is de zorg en de lielde wordt begrijpelijk en aanvaardbaar door gebracht kan worden! De schrijver is een
waarmee de tientallen figux-en stuk voor de schok die Wronski's val van zijn voorstander van de consultatiebux-eaus
stuk zijn geschilderd. Voor hen die slechts paax-d in haar tweegbrengt. En zo zou men Voor px-enatale zorg. Dit zwangerschaps-
in enkele scènes optreden, is die zorg en kunnen doorgaan. Daaraan moet worden onderzoek is zeer eenvoudig en wordt door
der armen. Zij bepex-ken zich tot trots* is die lielde even gx-oot als voor de spelers toegevoegd dat het menselijk hart van het merendeel der vroedvx-ouwen en artsen
zinnelijkheid en levensmoeheid. Die gevoe- der hoofdrollen. Men denke aan de simpe- geen der optredenden voor Tolstoj nog met voldoende nauwkeurigheid gedaan. De
lens en de vertakkingen ervan vormen le soldaat Platon Karatajev, de Russische enig geheim schijnt te hebben en dat bestaansgrond van de bureaus voor pre-
bijna uitsluitend het onderwerp van de boer, onuitputtelijk in zijn verhalen, glim- de mannen, meer nog dan in Oorlog en natale zorg is dan ook nog steeds een
kunst der rijken. Ware Kunst vindt men lachend tegen het leven en tegen de dood. Vrede, als levende wezens voor ons staan, vraagteken. Dat een vrouw van een mid-
in Genesis, in de Gelijkenissen, in volks- Men denke aan Koetoesov, de aanvoerder zelfs al zijn zij de dragers van Tolstoj's denstander ook nog om andere reden dan
verhalen, legenden en exempelen. Wax-e van het Russische leger, de eenogige grijs- denkbeelden over maatschappij en leven, het door de schrijver genoemde „snobis-
Kunst vertolkt het religieus bewustzijn van aard die zich voortdurend aan veldslagen Stefan Oblonski is even menselijk in zijn me" naar haar dokter of vroedvrouw gaat,
een tijdvak. In ons tijdvak, aldus besluit onttrekt, maar het Napoleontische leger oppervlakkige bonhommie en vriendelijk blijkt niet dienstig voor de tendens van
Tolstoj, is dat religieuze bewustzijn ge- prikkelt als een vliegenzwerm een paard egoïsme als Karenin, de hoge ambtenaar de auteur. Het hoofdstuk besluit met een
richt op het geluk dat de broederschap en wie de tranen over de gerimpelde wan- en middelmatige mens wiens gevoel pas stukje oude-bokkenpsychologie het
der mensen zal brengen. Wat daartoe niet gen lopen als hij hoort dat de Franse spreekt als Anna in doodsgevaar vei-keex-t, beeld is van de auteur zelf dat nogal
bijdraagt, is geen Kunst. keizer Moskou heeft verlaten. maar wiens stax-heid onmiddellijk weer onfi-is is. Men zou de schrijver willen i~a-
Menigeen zal het slot van Ooi-log en de overhand krijgt als het gevaar geweken
TENSLOTTE IS ER het beeld van Tol- Vi-ede wat eigenaardig vinden. Het werkt is. Konstantin Ljewin, de incarnatie van
stoj de schrijver. Dat dit aan het slot van inderdaad enigszins als een anti-climax, de schrijver zelf, vertolkt natuurlijk de
dit opstel wordt getekend vindt zijn grond maar men ziet eraan dat Tolstoj er zich denkbeelden die Tolstoj zelf koestex-de,
den vooral de elementaii-e kennis nog eens
door te nemen uit een modern boekje en
de uitgever van boekjes als het onderha
vige door een meer bevoegde te laten
in het feit dat men de schrijver Tolstoj nog een vervolg aan dacht, waarin waar- maar is desondanks een waax-achtig-le- schrijven of controlex-en.
EEN BREDE BAARD maakte zijn kop indrukwekkend, gaf hem het uiter
lijk van een profeet uit het Oude Testament. Maar eigenlijk was Leo
Nikolajewitsj Tolstoj een lelijke man met zijn kromme rug, zijn te lange
armen, zijn vlezige neus, lage voorhoofd, dikke lippen en kleine, grijze
ogen. „Niemand zal van je houden om je uiterlijk", schijnt zijn tante
die hem opvoedde, eens tegen hem te hebben gezegd en jarenlang
was het kind schuw en teruggetrokken om zijn lelijkheid. Ook bij zijn
oudere broers stak hij ongunstig af. De gouverneur die het drietal les
gaf Nicolaas, de oudste, was hem al ontgroeid zei van hen
Serge wil en hij kan; Dimitri wil, maar hij kan niet; Leo wil niet en hij kan
niet (wat ik volkomen juist uitgedrukt vind, voegt Tolstoj aan deze
uitspraak heel eerlijk toe). Onze kennis van Leo Tolstoj is groot, want
er zijn weinig schrijvers geweest die in zo sterke mate en zo bij
voortduring autobiograaf waren Over zijn jeugd schreef hij in no-
vellenvcrm drie boeken: Kinderjaren, Jongenstijd en Jeugd; in zijn
romans herkennen wij hem in allerlei figuren en tenslotte publiceerde
hij geschriften onder titels als: Bekentenissen, Biecht, Wat ik geloof,
Wie ben ik?, waaruit telkens het beeld van de auteur voor ons oprijst.