- F1T.ATF.1.TR -
m
m
mx
m
m
mm
Bridge
Schaken
Erbij
-
m
8
wm
m
8
Éi
Él
m
HP
US
8
B
s
Wm.
8
n
8
Él
m
Wm.
m
up
éi
wÊ.
s
UP
8
f
11
u
Él
ES
ES
jfj§
8
f§
BS
mm
Hf
5
11
SUx
SP
WW
m
ES
ÉI
ÜF
H
m,
8
8
HP
PU
8
8
H
8
8
1
S
i§P
Él
PSP
HP
Él
S
S
m
m
PSP
8
s
8
Pil
üf
B
8
Hif
fci
H
B
8
8
a
8
lÉÜ
X
ff
1
iff*
i
SU
i
8
4
B
i
i
pp
B
jg
B
8
üi
SI
„Oranje" gaat tweede
wereldreis maken
Dammen
V riendschapsuniversiteit
te Moskou geopend
ZATERDAG 19 NOVEMBER 1960
PAGINA VIJF
OOST-DUITSLAND. Naar aanleiding
van het honderdvijf tig jarig bestaan van
de Humboldt-universiteit te Berlijn en
van het tweehonderdvijftigjarig bestaan
van Charité Berlin is een serie van vijf
waarden uitgekomen: 5 pf. het portret
van Rudolf Virchow (1821-1902), 10 pf.
het portret van Robert Koch (1843-1910),
WmWmMWè.
20 pf. het gebouw van de Humboldt-
universiteit met de standbeelden van de
gebroeders Humboldt op de voorgrond,
25 pf. de voorzijde van een medaille met
de portretten van Wilhelm en Alexan
der von Humboldt en 40 pf. het portret
van Wilhelm Griesinger (1817-1868). De
zegel van 40 pf. is een z.g. sperwaarde.
ARGENTINIË. Voor het eerste Inter-
amerikaanse Mariacongres is een post
zegel van 1 peso (blauw) in circulatie
gebracht. Afgebeeld is de maagd van
Lujan, patrones van de Argentijnse re
publiek. De zegel, ontworpen door Hec
tor A. Viola, heeft een oplage van drie
miljoen exemplaren.
VERENIGDE ARABISCHE REPU
BLIEK. De Egyptische postadministra
tie heeft een tweede postzegel het licht
doen zien om de aandacht te vestigen
op het werk dat de UNESCO doet om
de kunstschatten in de Nubische woes
tijn te redden, die door de bouw van de
nieuwe stuwdam bij Assoean dreigen
te worden overstroomd. De zegel in de
waarde 10 mills vertoont een detail van
de rotstempel van Aboe Simbel.
SOVJET-UNIE. Ter herdenking van
de 43ste verjaardag van de grote socia
listische Oktoberrevolutie is een post
zegel van 40 kop. uitgegeven. De zegel
vertoont een fabriek en een hydro-
éléktrische centrale, waarboven de rode
waait. Voorts een postzegel van 40 kop.
voor de 120ste geboortedag van de
Georgische onderwijzer en publicist J.
S. Gogebashvïly. Op de zegel komt te
gen een achtergrond van een bergland
schap zijn portret voor.
TURKIJE. De vijftiende verjaardag
van de UNO is door de Turkse poste
rijen herdacht met twee postzegels. Het
zijn een 90 koeroes (licht- en donker
blauw) met het UNO-embleem en een
hand die een vlammende toorts vast
houdt en een 105 koeroes (groen en
bruin) met het UNO-gebouw te New
York en het embleem van de volken
organisatie.
JAPAN. Vijftien jaar geleden vond
de eerste Japanse expeditie naar de
Antarctic plaats onder commando van
luitenant Shirase. Dit feit wordt her
dacht door de uitgifte (op 29 november
a.s.) van een postzegel van 10 yen, die
het portret van Shirase en een kaart
van de Zuidpool vertoont. Er zijn acht
miljoen exemplaren gedrukt.
SPANJE. Ter herdenking van de
driehonderdste sterfdag van de Franse
heilige Vincentius a Paulo (1581-1660)
zijn twee postzegels, 25 cents (violet) en
1 peseta (oranje) uitgegeven. Op beide
waarden het portret van de heilige met
twee kinderen.
FRANKRIJK. Ter herdenking van de
politicus Andrè Iionnorat (1868-1950)
zal op 19 november a.s. een postzegel
van 0,30 fr. (zwart, groen en blauw)
verschijnen. De zegel is ontworpen en
gegraveerd door Munier. In de serie met
afbeeldingen van provinciale wapens is
een zegel van 0.05 fr. verschenen met
het wapen van O ran.
JfflU. w mmÊm
MARMIC.
Tussen 1950 en 1955 hadden Mario
Franco en Michele Giovine een bijzondere
naam in de internationale bridgewereld.
Niet alleen werd het Italiaanse team toen
een keer Europees kampioen en speelden
Mario en Michele mee in de wereldkam
pioenschappen, óók kregen zij vermaard
heid door het sensationele biedsysteem dat
bekend staat onder een naam, die men ver
krijgt als men de eerste drie letters hunner
voornamen samenvoegt: Mar-mic.
Oók volgens de cracks van het huidige
beroemde Italiaanse bridgeteam is Franco
nog steeds de grootste individuele bridge-
kunstenaar van Italië. Dat hij niet meer in
het nationale team speelt heeft als oor
zaakzijn humeur tegenover minder
begaafde teamgenoten een kwaal, die
niet alleen in Italië voorkomt.
Welk een voortreffelijke speler Franco is
kan men zien in het fraaie spel, dat onder
andere meegespeeld werd door onze land
genoot Slavenburg:
7 3
Q H V B 9 4
93
B 8 6 4
H V 10
9 A 10 5 3
V62
A 5 3
A B 9 6 2
O 8 6 2
O 10
V 9 7 2
4» 8 5 4
<?7
OAHB8754
H 10
Oost gever, niemand kwetsbaar. Bied-
verloop: oost pas - zuid 1 ruiten - west
doublet - noord 1 harten - oost 1 schoppen
- zuid 2 ruiten - west 2 schoppen - noord
pas - oost 3 schoppen - zuid pas - west 4
schoppen - allen passen.
Een vlekkeloos biedverloop, dat gevolgd
werd door een vuurwerk van fraaie speel-
figuren.
Zuid, Slavenburg, speelde <>Heer voor
en vervolgde in slag 2 met de C7; in west
werd direct CAas gelegd en Franco (oost)
had grote zorgen hóe het spel eventueel te
winnen. Hij vond de weg: in slagen 3, 4 en
5 werden de troeven gehaald waarbij noord
een kleine V) opruimde.
In slag 6 speelde wést «f»Aas - waarop
zuid de «?»Heer speelde! Had hij dat niet
gedaan, dan zou uit west zijn nagespeeld
en zuid was met de Heer aan slag gekomen.
Zuid speelt dan <>Aas - waarop oost een
hartentje afgooit! Hierna moét zuid wéér
O spelen, west maakt de OVrouw - er kan
hierna in worden gesneden op de 4»Boer
en oost maakt 10 slagen.
Zoals gezegd - onder 4»Aas speelde zuid
4» Heer - toch werd er 4» uit west nage
speeld; zou noord laag bijspelen, dan speelt
oost 4»7, die zuid moet nemen en dezelfde
spelfiguur ontstaat als genoemd in de
vorige alinea. Noord, een Italiaanse groot
meester, speelde echter 4*Boer en oost.
moest wel nemen. Nu bleef de volgende
situatie over:
O H VB
3
4» 8 6
-
O 10 n 3
O V 6
4» 5
89
O 8 6
-
4« 9 7
Oost is aan slag en heeft al 6 slagen ge
maakt. Tegen elke verdediging kan oost er
nu nog 4 maken. Moeilijk genoeg met open
kaarten, doch Franco vond de oplossing
met dichte! Probeert u het ook eens - in
dit fraaiste spel van 1961!
H. W. Filarski
Bridgcvraag dezer week: Oost, uw rech
ter buurman, is gèver en niemand staat
kwetsbaar. Oost opent met 1 Sansatout
(1315 punten), zuid past, west biedt 3
Sansatout, allen passen.
Waarmee moet zuid (parenwedstrijd) uit
komen van:
HV8 9 9 7 6 B 8 4 3 4*764
Het antwoord staat elders op deze blad
zijde.
denspel geen voordeel heeft verworven,
dat hij met zijn precisietechniek in winst
kan omzetten.
Dit moet ons inziens het lot van onze
schaakprimus geweest zijn in de afgelopen
weken. Hij heeft het nodig, zijn schaak
machinerie permanent te verzorgen te
smeren en in onderdelen te vernieuwen.
Vindt hij daartoe in de toekomst weer
eens de gelegenheid, dan zal hij weer met
hoofd en schouders boven al zijn land
genoten uitsteken.
En Prins? Die is Euwe's antipode. Hij is
de typische schaakavonturier. Soms wint
hij de meest fantastische partijen, maar hij
verliest ook wel eens als een kind van een
zwakkere. Een openingsrepertoire interes
seert hem nauwelijks; hij improviseert en
is daar trots op. Komt hij wat slechter te
staan, het deert hem met. want hij weet
dat geen tegenstander foutloos speelt en
bovenal: hij is eraan gewend en raakt dus
niet aanstonds uit zijn cadans. Hij heeft
slechts één schema: het schaakdoosje. Zó
door elkaar gooien dat de wederpartij wel
fouten móét gaan maken. Het spreekt wel
vanzelf dat een speler van dit type minder
gehandicapt wordt door het ontbreken van
training dan de systematicus, wiens tech
nische uitrusting de eerste troef is.
Interessant is het. deze visie eens te
toetsen aan de pennevruchten van de
meesters zelf.
In het enkele weken geleden hier be
sproken „Handboek voor de gevorderde
schaker" III schrijft Euwe in zijn voor
woord onder meer:
„Bij de keuze van de partijen heb ik mij
laten leiden door de nelderheid van de
strategische conceptie en door de conse
quentie bij de uitvoering van het plan.
Wie werkelijk schaak wil leren denken,
kan alleen in de geheimen van het spel
doordringen met behulp van eenvoudige
en heldere begrippen."
Bezien wij nu eens wat Prins betoogd in
zijn boekje: „Leer Schaken" (Weten en
Kunnen, n.v. Kosmos, 1.90.)
„Vogr de geoefende schaker is niets ge
vaarlijker dan ervaring. Hij dreigt er
mee te verstarren; de vooroordelen die
hij er zijns ondanks mee heeft opgedaan
kunnen een gevaarlijke keerzijde wor
den van zijn wapenschild.
„Vooral vóór ae oorlog waren zulke op
vattingen die van een roepende in de
woestijn. Omstreeks 1950 is de praktijk
meer en meer een richting ingeslagen
van improviseren en het tarten van de-
cenniën-oude vooroordelen. Een hoogte
punt was de tweekamp TaljBotwinnik,
waarin aan veel van de geldende voor
oordelen zware slagen werden toege
bracht. zo al misschien soms mathema
tisch weerlegbaar dan toch niet minder
welgemikt en fascinerend.
Plotseling was schaken van een industrie
weer een spel geworden met vreugde en
animo beoefend en vol lessen, die tegen
de tijd van hun formulering door wet-
tenstellers wel alweer in de levende be
weging der scbaakbeoefening zullen zijn
achterhaald. Het is een soort schaak dat-
niemand kan leren, maar dat met zijn
aanstekelijkheid vele generaties tot
geestdrift heeft gebracht. Gelijk een ver
kwikkende bries heeft Taljs fantasie haar
vlucht genomen door ons onder lood
zware wetboeken versukkeld schaak.
Laat ons de vruchten van honderd jaar
schaakonderzoek geenszins onderschat
ten er zal niet onbeperkt mee kunnen
worden gegekscheerd. Maar voor de
schaakwereld is het een verademing ge
weest toen die elektrisch geïnspireerde
jongeman het gevoel van bevrijding dat
zijn stijl van schaken schenkt met de
titel wereldkampioen bekroond heeft
mogen zien."
De voorkeur van de auteur dezer regels is
onmiskenbaar. Wat speelde hij met wit
(aan zet) in de volgende stelling en hoe
ging het verder?
28) 37-32 4-9. 29) 41-37 9-14. 30) 50-44 14-
19. 31) 32-27 3-9. 32) 44-40 19-23. 33) 49-43
9-14. 34) 37-32.
Stand na de 34ste zet van wit:
B. DUKEL
m
ÜP
Hf
SAINT-FORT
Er dreigt 32-28. Ook 14-19 is verhinderd
door 32-28. Om het contact tussen de twee
witte groepen te vergroten en de combina
ties op te heffen, forceerde zwart de ruil.
Met 11-17 39-33 vordert zwart niets. 34)
28-28. 35) 32x23 18x29. 36) 34x23 25-30.
37) 35x24 20x18. 38) 40-34 13-19. 39) 45-40
15-20. 40) 27-21 20-24. 41) 40-35 14-20? Moet
zwart 19-23? of 24-29 voortzetten. 42) 21-16
6-11. 43) 16x7 2x11. 44) 34-30 20-25. 45) 31-
27 25x34. 46) 39x30 18-23. 47) 30-25 23-29.
48) 35-30 24x35. 49) 25-20 35-40. 50) 20-15
40-45. 51) 43-39. Remise gegeven.
Baba SyKoeperman
BABA-SY
Él
éi
mé
m
m
in
Él
m
s
m
Él
m
wÊ
m
m
KOEPERMAN
Dit was het spel in de derde ronde met
Koeperman aan zet. De Senegalees staat
minder. Toch kreeg deze de kans zich een
zekere remise te verschaffen toen de Rus
40) 42-38? speelde. En Baba-Sy verzuimde
24-30 34x25. 17-22 27x20. 21-27 32x21 23x45
remise.
In de partij won de wereldkampioen
meesterlijk door: 40) 42-38 14-20. 41) 40-35
20-25. 42) 48-43 2-7 gedwongen. Op 2-8
volgt 27-22 en 8-12 is gedwongen waarna
37-31 stuk wint. 43) 34-30 25x34. 44) 39x30
23-29 of? 45) 43-39 1-12. 46) 30-25 12-18.
47) 25-20 24x15. 48) 33x24 19x30. 49) 35x24
17-22. 50) 28x17 21x12. 51) 32-28 12-17. 52)
38-32 en met deze zes om zes-stand gaf de
Afrikaan zich gewonnen. Een meesterlijke
winst een wereldkampioen waardig.
B. Dukèl
/i/W/
Wm
WM
7777777.
n
w/w/
Zondag zal het vlaggeschip van de
stoomvaartmaatschappij Nederland uit
Amsterdam vertrekken voor zijn tweede
reis om de wereld. Het schip zal dan een
record aantal zakken post aan boord heb
ben voor Australië, waar het op 19 decem
ber in Melbourne en op 23 december in
Sydney wordt verwacht. Voor vele Aus
traliërs en in Australië wonende Neder
landse emigranten neemt de „Oranje"
kerst- en nieuwjaarspost mee.
Voor de 22-jarige Nederlandse emigrant
Theo Kos zal de aankomst van de „Oran
je" in Melbourne tevens een gelukkig
weerzien met zijn ouders inhouden. Enige
maanden geleden won Theo Kos de hoofd
prijs in een loterij en nodigde hij zijn
ouders uit om met de feestdagen „even"
naar Australië over te wippen.
In de Australische wateren zal de „Oran
je" haar schema voor de reis om de we
reld onderbreken voor een kerst- en nieuw-
jaarsreis, die van Sydney via Auckland,
Papeete, Wellington en Melbourne weer
naar Sydney zal leiden. Op 15 januari be
ging van de tarieven op goederen ter
terugreis via het Panamakanaal.
Dr. Euwe. onze nationale schaaktrots. de
enige wereldkampioen die ons land ooit
voortbracht en vermoedelijk zo de eerste
honderd jaar zal voortbrengen, heeft in de
Olympiade relatief gefaald. Noblesse
oblige; men had van hem verwacht dat hij
te Leipzig topscorer zou worden van ons
team. maar hij verloor méér partijen dan
bij zijn schaakstand past
De verklaring is gauw gegeven; Euwe
deed de laatste iaren niets aan schaken en
miste dientengevolge zowel de noodzake
lijke training als de up to date gehouden
theoretische scholing, behorend bij het
Olympisch niveau.
Maar ook Prins speelde al geruime tijd
vrijwel niet. En toch boekte hij eén aantal
punten, waarop een ieder jaloers zou kun
nen zijn.
Hoe is deze tegenspraak te verklaren?
Wij menen dat het een kwestie van s t ij 1
is. Euwe. wel eens aangeduid als het genie
van de orde, is een schaakingenieur. Zijn
grote kracht scnuilt in de wijze waarop hij
zich het schaak-handwerk wist eigen te
maken. Op strikt systematische wijze
vormde hij zichzelf tot de perfecte kennis,
tot de supervakman, met een diepgaande
kennis van de openingen, de middenspel
strategie, het eindspel. Maar een dergelijk
vakmanskchap moet bijgehouden, verzorgd
worden; mist men een deel van een
openingsschema, nam men geen kennis van
de nieuwste nieuwtjes, dan voelt de vak
man, die in de eerste plaats bouwt op zijn,
men mag wel zeggen wetenschappelijk ge
vormde ondergrond, zich onzeker. Hij durft
geen varianten meer te spelen, welke hij
niet in finesses kent (want dat is eigenlijk
zijn fort) en wordt ontmoedigd doordat hij
in tegenstelling tot zijn ervaringen uit
zijn glanstijd bij het begin van het mid-
Diagram
Een week geduld en u zult ervan kun
nen genietèn.
Mr. Ed. Spanjaard
'si 5J.ISM paog 'yaaq pds ^eA\z uaa uaui
stb §rqs uaa uba uajadsCiJA jaq pft.i}spaA\
-ua.tHd uaa ui }ep 'iuaum§.iB uaa s?
qoo •uetsuroiiiin aqrna^qoiuBE §iuiaA\ ufiz
uaaaABiq jo uajmy -uaqqaq .majq aip ut
laaA 13M pjoou ;aoui uep 'uajjeq iaui pinz
}ui§ag -ufiz ua;Bi aj pao§ jsuioqjin azap
uio uaqqaq a; jaaA §.ia ;atu uueep yaoq
-aq pjoou - jaaquaddoqos jaui uauuiSaq
;aoui pinz "uajnajq a§Bi ap ui (aiSuaj ua)
iqaEJJi do lagaa sjb jsfiA\ ya -uauioq a; ua;
-jsq jo uaddoqos uj poq-fr uaa ioj ua;qoB.i}
a; uio uapja^saoq guinajsüutqaq uaa§
s.iapuB}sua§ai ap iep 'doaa jsCim uapaiq lay
:qaaM aazap SntuAaSpiaq do pjooMjuy
In de derde ronde van het wereldtoernooi
1960 heb ik een der merkwaardigste par
tijen gespeeld van mijn 33-jarige dammers
loopbaan. Te laat arriveerde de kampioen
van het eiland Haiti, de 28-jarige dove
meester Raymond Saint-Fort in de dam-
arena, er waren al twee ronden gespeeld.
Ik was de eerste die het tegen hem moest
opnemen. Alles wat ik van deze vreemde
ling wist, was dat hij een boek had ge
schreven om zijn reiskosten naar Amster
dam te kunnen betalen. De Frans spreken
de kleurling speelde met wit onderstaande
boeiende partij.
1) 32-28 19-23. 2) 28x19 14x23. 3) 37-32
10-14. 4) 41-37 12-19. 5) 46-41 5-10. 6) 33-28
17-22. 7) 28x17 11x22. 8) 31-26 10-14. 9) 36-31
6-11. 10) 41-36 11-17. 11) 34-29 23x34. 12)
40x29 20-25. 13) 44-40 14-20. 14) 39-33 1-6.
15) 47-41 19-24. Een vreemde opening met
beide een hekstelling-speelvorm. Op 32-27
volgt 25-30 en op 43-39 17-21 en 18-22. 16)
32-28 7-11. 17) 37-32 22-27. 18) 32x21 16x27.
19) 31x22 18x27. 20) 42-37 13-18. Op het
sterke 17-22 11x22 volgt de ruil met 38-32
en 33x42. 21) 37-31 9-13. 22) 31x22 18x27.
23) 40-34 12-18. Op 28-23 volgt verrassend
dam met 25-30 23x32 30x46. 24) 43-39 8-12.
25) 28-22 17x28. 26) 33x31 24x42. 27) 48x37
11-17. Het contact is verbroken, doch de
zwart-stand verdient de voorkeur.
In het verdere gedeelte van de partij
komt Saint-Fort op zijn best door het
uitgerekende tempospel.
MOSKOU (UPI) Premier Kroesjtsjev
heeft donderdag officieel de vriendschaps
universiteit te Moskou geopend die be
doeld is voor studenten uit Azië, Afrika en
Zuid-Amerika. Hij verklaarde, dat Rus
land niet zou trachten de studenten zijn
ideologie op te leggen. Studenten uit 60
landen volgen de colleges.
„Als u mijn opvattingen wilt weten, zal
ik ze u niet verborgen houden. Ik ben een
communist en het marxisme-leninisme is
de vooruitstrevendste ideologie ter we
reld", aldus Kroesjtsjev.
„Als een van u vindt, dat deze ideologie
hem past, dan zal ons dat niet spijten,
maar we zullen er ook niet om treuren
als u geen communist wordt, mits u hier
enige kennis vergaart, die nuttig is".
De rector magnificus, professor Rum-
yantsev heeft in een artikel in de Pravda
gezegd, 43.000 aanvragen ontvangen te
hebben. Er zijn echter maar vijfhonderd
plaatsen beschikbaar.
NIEUW DELHI (UPI) Premier Neh-
roe van India heeft gisteren gezegd dat
Indische studenten de vriendschapsuniver
siteit van Moskou zullen bezoeken „omdat
de technische en wetenschappelijke vor
ming in de Sovjet-Unie van de eerste orde
is".
Nehroe verzekerde het Indische parle
ment dat het Moskouse universitaire leer
programma geen politieke of ideologische
faculteiten omvat.
DOODSTIL ZATEN de kabouters in
een kring om kabouter Wasdat. Die
middag was Wasdat weer thuis geko
men, nadat hij wel een jaar lang was
weg geweest. „Ik ben dus," zo vertel
de Wasdat, „in het land van de mensen
geweest. Zóver is geloof ik nog nooit
een boskabouter geweest. Ja, het was
wel een heel waagstuk, maar ik ben
blij dat ik het gedaan heb.- Ik heb er
helemaal geen spijt van, want ik heb
zóveel schitterende dingen gezien, dat
ik er mijn hele leven wel over vertel
len kan geloof ik. Om te beginnen zijn
de mensen hééél groot. Er zouden wel
twintig kabouters boven op elkaar moe
ten gaan staan en dan zou de bovenste
nog maar net bij de neus van een mens
komen."
„Oóóóóó", riepen alle kabouters ver
baasd, „wat griezelig". Wasdat zette
een moedig gezicht; „Och", zei hij, „in
het begin schrik je even als je een mens
tegen komt, maar je went er gauw aan
hoor." De kabouters waren trots op
Wasdat, dat kon je wel aan hun ge
zichten zien, wat een moedige kabou
ter was die Wasdat. Hij zou vast wel
koning worden later. „Nee, voor de
mensen was ik niet bang, maar som
mige mensen stapten in huisjes op een
stel wielen, ik vond die huisjes èrg
groot, maar dat was niet gevaarlijk.
Weet je wat ik griezelig vond?" „Ver
tel eens gauw!", vroeg de dikke ka
bouterkok nieuwsgierig. „Nou, als zo'n
mens in het huis op wielen zat, dan
kwam er opeens een heleboel lawaai
uit en dan reed het zo maar uit zich
zelf weg." Ongelovig keken ze allemaal
naar Wasdat, hun mond viel open van
verbazing. Probeerde hij soms of ie ze
voor de mal kon houden? „Wasdat",
zei kabouter Poppelop, „je bent een
grapjas, maar wij geloven dat je een
beetje jokt. Als er iets wegrijdt, dan
staan er konijntjes voor die er aan
trekken, anders kan het niet." „Haha-
ha," lachte Wasdat, „ik zie het al, ko
nijntjes voor zo'n huis op wielen. Nee
Poppelop, dat gaat niet, want zo'n huis
is groter dan de kabouterberg. Ik heb
in het land van de mensen nog veel
gekkere dingen gezien, dat waren heel
grote vogels. Maar geen gewone vogels
dat kun je begrijpen, die mensen heb
ben alleen maar griezelige dingen. Het.
waren vogels waar de mensen zó maar
'in stapten, niet er op, maar er in. Ze
stapten in zijn buik en dan begon die
vogel heel hard en heel lelijk te zin
gen en dan vloog hij weg."
NU WERD HET de kabouters toch te
bar. „Wasdat je mag niet zo jokken",
zeiden ze. „We geloven je niet meer,
de grootste vogel die we kennen is de
kraai en die kan hoogstens twee kabou
ters tegelijk dragen en zéker niet in
zijn buik." „Ik jok nooit!", zei Wasdat
beledigd en het kan me helemaal niet
schelen of jullie me geloven. Ik heb
lekker nog veel meer gezien, maar dat
vertel ik niet meer, want jullie zeg
gen toch maar dat ik jok", en Wasdat
hield kwaad zijn mond dicht. Maar dat
was de bedoeling, van de kabouters niet,
want ze waren toch wel erg nieuwsgie
rig. „Ach Wasdat, we menen het toch
niet, vertel toch alsjeblieft door", vroe
gen ze. „Nou goed dan, maar dan mag
je me ook mét meer beledigen". Dat
beloofden ze graag en Wasdat ging ver
der met vertellen: „De mensen lopen
niet zoals wij, nee ze gaan op twee
wielen zitten, die met een heleboel
ijzeren stokken aan elkaar zitten. Dan
gaan ze met hun benen op en neer en
dan rollen ze weg. Weten jullie wat ik
nu ga doen? Ik ga voor mezelf zo'n
ding maken, dan hoef ik nóóit meer te
lopen".
JA, WASDAT GING een fiets maken.
Een echte fiets. Hij had heel goed op
gelet toen hij in het land van de men
sen was en wist precies hoe een fiets
in elkaar zat. In een klein zakje be
waarde hij zorgvuldig een bosje ijzer-
draad, twee wieltjes (van een speel
goedautootje, maar dat wist Wasdat na
tuurlijk niet) en 'n klein stukje echt
leer. Al die schatten had de kabouter
in het land van de mensen gevonden
en daarvan ging hij nu een echte, fijne
fiets maken. O, wat waren de andere
kabouters nieuwsgierig naar de fiets,
maar Wasdat deed vreselijk geheimzin
nig en sloot de deur van zijn huisje on
der de eeuwenoude kastanjeboom. Da
genlang kwam Wasdat niet buiten, hij
at bijna niet meer en van slapen kwam
óók al niet veel omdat hij steeds maar
met de fiets bezig was.
Maar eindelijk, na wel twee weken, ging
het deurtje van zijn huisje weer open
en daar.kwam Wasdat tevoorschijn
met zijn fiets. Een schitterende fiets
met twee wielen, een stuur, ja zelfs
met een bagagedrager. Die knappe Was
dat toch, het was hem toch maar ge
lukt!
Alle kabouters kwamen kijken en zelfs
waren er een paar, die de fiets even
mochten vasthouden.
Nu gingen ze in optocht naar de koning
om ook aan hèm de fiets te laten zien.
Wat was dieWasdat trots, met een kleur
van opwinding liep hij vooraan in de
stoet, zijn fiets aan de hand. Het viel
niet mee om de fiets in de troonzaal
te krijgen, want ze moesten een trap
op. Maar omdat de andere kabou
ters hielpen, stonden ze na een poosje
toch voor de troon van de kabouterko
ning.
DEZE ZETTE GROTE ogen op, toen
hij de vreemde stoet ineens de troon
zaal binnen zag komen, zo iets was nog
nooit gebeurd!
„Beste kabouters," zei de koning ver
schrikt, „wat is er aan de hand? Is er
oorlog uitgebroken of is onze schatka
mer geplunderd?" „Nee Sire, dat niet
gelukkig, maar Wasdat heeft een ma
chine gemaakt waarmee hij kan rijden
zonder dat konijntjes die machine hoe
ven te trekken", antwoordde kabouter
Babbelkous en hij duwde Wasdat voor
de troon.
Daar stond de fietsenmaker nu! Wat
was hij verlegen.
De koning wilde precies weten, waar
om Wasdat zijn karretje gemaakt had
en toen het kaboutertje vertelde dat je
dan niet meer hoefde te lopen, wilde
de koning dat Wasdat een stukje ging
fietsen.
De hele stoet ging weer naar buiten,
Wasdat voorop, dan de koning, die heel
langzaam liep, daarachter de andere
kabouters.
Het was een hele drukte daar voor
het paleis, want natuurlijk wilden alle
kabouters Wasdat zien rijden.
Voorzichtig stapte het ventje op zijn
fiets, maar o, wat viel dat fietsen te
gen. Als Wasdat rechtuit wilde, ging de
fiets naar links en als Wasdat naar links
wilde, dan ging die nare fiets juist naar
rechts.
Eerst vonden de kabouters het alle
maal reuzeleuk, maar toen Wasdat bij
na tegen de dikke kok opreed, werden
ze een beetje boos.
„Hij doet het met opzet", dachten ze,
maar Wasdat kreeg het zó benauwd van
angst dat hij bijna begon te huilen.
Ja, toen zagen de kabouters wel, dat
Wasdat per ongeluk bijna tegen ze op
reed.
„Stoppen Wasdat!!", riepen ze, „stop
pen anders maak je ongelukken!"
MAAR OWEE, dat was het juist, Was
dat kón niet stoppen, wanthij was
de rem vergeten! Zomaar de rem ver
geten die dom-oor.
Met een vaartje reed hij door het bos,
tussen de bomen en de kabouters door,
steeds harder, maar zónder rem!
„Ik kan niet stoppen!" schreeuwde hij
angstig toen hij rakelings langs de ko
ning schoot.
Het was een lastig geval. Wat moes
ten ze nu doen?
Maar gelukkig liep het allemaal nog
goed af, want ineens
Kraaaak, boem!!! daar vloog Wasdat
tegen een boom.
Hij had een dikke buil op zijn hoofd
en de fiets was helemaal kapot; het
stuur stond scheef, de wielen waren
krom en het zadel was eraf.
Verdrietig raapte Wasdat zijn kapotte
fiets op en hij wilde naar zijn huisje
gaan, maar de koning riep hem terug
en zei: „Beste Wasdat, laat de mensen
maar op zo'n gevaarlijk ding gaan zit
ten, kabouters kunnen beter blijven lo
pen Maar omdat je zo moedig bent
geweest om helemaal alleen naar het
land van de mensen te gaan en zo knap
om een kar op twee wielen te maken,
benoem ik je tot generaal, want daar
heb ik een héél moedige kabouter voor
nodig en dat bèn jij!"
Nu was Wasdat zijn verdriet gauw
vergeten, de kabouters begonnen te
juichen. En de fiets??? Die werd heel
goed verstopt en nooit is er meer een
kabouter op gaan zitten
Jan Nelissen
Welk poesje heeft met een kluwen wol
gespeeld? Volg vanaf de zwarte stippen
de lijnen en je weet het.