- F1T.ATF.1.TR - m m mx m m mm Bridge Schaken Erbij - m 8 wm m 8 Éi Él m HP US 8 B s Wm. 8 n 8 Él m Wm. m up éi wÊ. s UP 8 f 11 u Él ES ES jfj§ 8 f§ BS mm Hf 5 11 SUx SP WW m ES ÉI ÜF H m, 8 8 HP PU 8 8 H 8 8 1 S i§P Él PSP HP Él S S m m PSP 8 s 8 Pil üf B 8 Hif fci H B 8 8 a 8 lÉÜ X ff 1 iff* i SU i 8 4 B i i pp B jg B 8 üi SI „Oranje" gaat tweede wereldreis maken Dammen V riendschapsuniversiteit te Moskou geopend ZATERDAG 19 NOVEMBER 1960 PAGINA VIJF OOST-DUITSLAND. Naar aanleiding van het honderdvijf tig jarig bestaan van de Humboldt-universiteit te Berlijn en van het tweehonderdvijftigjarig bestaan van Charité Berlin is een serie van vijf waarden uitgekomen: 5 pf. het portret van Rudolf Virchow (1821-1902), 10 pf. het portret van Robert Koch (1843-1910), WmWmMWè. 20 pf. het gebouw van de Humboldt- universiteit met de standbeelden van de gebroeders Humboldt op de voorgrond, 25 pf. de voorzijde van een medaille met de portretten van Wilhelm en Alexan der von Humboldt en 40 pf. het portret van Wilhelm Griesinger (1817-1868). De zegel van 40 pf. is een z.g. sperwaarde. ARGENTINIË. Voor het eerste Inter- amerikaanse Mariacongres is een post zegel van 1 peso (blauw) in circulatie gebracht. Afgebeeld is de maagd van Lujan, patrones van de Argentijnse re publiek. De zegel, ontworpen door Hec tor A. Viola, heeft een oplage van drie miljoen exemplaren. VERENIGDE ARABISCHE REPU BLIEK. De Egyptische postadministra tie heeft een tweede postzegel het licht doen zien om de aandacht te vestigen op het werk dat de UNESCO doet om de kunstschatten in de Nubische woes tijn te redden, die door de bouw van de nieuwe stuwdam bij Assoean dreigen te worden overstroomd. De zegel in de waarde 10 mills vertoont een detail van de rotstempel van Aboe Simbel. SOVJET-UNIE. Ter herdenking van de 43ste verjaardag van de grote socia listische Oktoberrevolutie is een post zegel van 40 kop. uitgegeven. De zegel vertoont een fabriek en een hydro- éléktrische centrale, waarboven de rode waait. Voorts een postzegel van 40 kop. voor de 120ste geboortedag van de Georgische onderwijzer en publicist J. S. Gogebashvïly. Op de zegel komt te gen een achtergrond van een bergland schap zijn portret voor. TURKIJE. De vijftiende verjaardag van de UNO is door de Turkse poste rijen herdacht met twee postzegels. Het zijn een 90 koeroes (licht- en donker blauw) met het UNO-embleem en een hand die een vlammende toorts vast houdt en een 105 koeroes (groen en bruin) met het UNO-gebouw te New York en het embleem van de volken organisatie. JAPAN. Vijftien jaar geleden vond de eerste Japanse expeditie naar de Antarctic plaats onder commando van luitenant Shirase. Dit feit wordt her dacht door de uitgifte (op 29 november a.s.) van een postzegel van 10 yen, die het portret van Shirase en een kaart van de Zuidpool vertoont. Er zijn acht miljoen exemplaren gedrukt. SPANJE. Ter herdenking van de driehonderdste sterfdag van de Franse heilige Vincentius a Paulo (1581-1660) zijn twee postzegels, 25 cents (violet) en 1 peseta (oranje) uitgegeven. Op beide waarden het portret van de heilige met twee kinderen. FRANKRIJK. Ter herdenking van de politicus Andrè Iionnorat (1868-1950) zal op 19 november a.s. een postzegel van 0,30 fr. (zwart, groen en blauw) verschijnen. De zegel is ontworpen en gegraveerd door Munier. In de serie met afbeeldingen van provinciale wapens is een zegel van 0.05 fr. verschenen met het wapen van O ran. JfflU. w mmÊm MARMIC. Tussen 1950 en 1955 hadden Mario Franco en Michele Giovine een bijzondere naam in de internationale bridgewereld. Niet alleen werd het Italiaanse team toen een keer Europees kampioen en speelden Mario en Michele mee in de wereldkam pioenschappen, óók kregen zij vermaard heid door het sensationele biedsysteem dat bekend staat onder een naam, die men ver krijgt als men de eerste drie letters hunner voornamen samenvoegt: Mar-mic. Oók volgens de cracks van het huidige beroemde Italiaanse bridgeteam is Franco nog steeds de grootste individuele bridge- kunstenaar van Italië. Dat hij niet meer in het nationale team speelt heeft als oor zaakzijn humeur tegenover minder begaafde teamgenoten een kwaal, die niet alleen in Italië voorkomt. Welk een voortreffelijke speler Franco is kan men zien in het fraaie spel, dat onder andere meegespeeld werd door onze land genoot Slavenburg: 7 3 Q H V B 9 4 93 B 8 6 4 H V 10 9 A 10 5 3 V62 A 5 3 A B 9 6 2 O 8 6 2 O 10 V 9 7 2 4» 8 5 4 <?7 OAHB8754 H 10 Oost gever, niemand kwetsbaar. Bied- verloop: oost pas - zuid 1 ruiten - west doublet - noord 1 harten - oost 1 schoppen - zuid 2 ruiten - west 2 schoppen - noord pas - oost 3 schoppen - zuid pas - west 4 schoppen - allen passen. Een vlekkeloos biedverloop, dat gevolgd werd door een vuurwerk van fraaie speel- figuren. Zuid, Slavenburg, speelde <>Heer voor en vervolgde in slag 2 met de C7; in west werd direct CAas gelegd en Franco (oost) had grote zorgen hóe het spel eventueel te winnen. Hij vond de weg: in slagen 3, 4 en 5 werden de troeven gehaald waarbij noord een kleine V) opruimde. In slag 6 speelde wést «f»Aas - waarop zuid de «?»Heer speelde! Had hij dat niet gedaan, dan zou uit west zijn nagespeeld en zuid was met de Heer aan slag gekomen. Zuid speelt dan <>Aas - waarop oost een hartentje afgooit! Hierna moét zuid wéér O spelen, west maakt de OVrouw - er kan hierna in worden gesneden op de 4»Boer en oost maakt 10 slagen. Zoals gezegd - onder 4»Aas speelde zuid 4» Heer - toch werd er 4» uit west nage speeld; zou noord laag bijspelen, dan speelt oost 4»7, die zuid moet nemen en dezelfde spelfiguur ontstaat als genoemd in de vorige alinea. Noord, een Italiaanse groot meester, speelde echter 4*Boer en oost. moest wel nemen. Nu bleef de volgende situatie over: O H VB 3 4» 8 6 - O 10 n 3 O V 6 4» 5 89 O 8 6 - 4« 9 7 Oost is aan slag en heeft al 6 slagen ge maakt. Tegen elke verdediging kan oost er nu nog 4 maken. Moeilijk genoeg met open kaarten, doch Franco vond de oplossing met dichte! Probeert u het ook eens - in dit fraaiste spel van 1961! H. W. Filarski Bridgcvraag dezer week: Oost, uw rech ter buurman, is gèver en niemand staat kwetsbaar. Oost opent met 1 Sansatout (1315 punten), zuid past, west biedt 3 Sansatout, allen passen. Waarmee moet zuid (parenwedstrijd) uit komen van: HV8 9 9 7 6 B 8 4 3 4*764 Het antwoord staat elders op deze blad zijde. denspel geen voordeel heeft verworven, dat hij met zijn precisietechniek in winst kan omzetten. Dit moet ons inziens het lot van onze schaakprimus geweest zijn in de afgelopen weken. Hij heeft het nodig, zijn schaak machinerie permanent te verzorgen te smeren en in onderdelen te vernieuwen. Vindt hij daartoe in de toekomst weer eens de gelegenheid, dan zal hij weer met hoofd en schouders boven al zijn land genoten uitsteken. En Prins? Die is Euwe's antipode. Hij is de typische schaakavonturier. Soms wint hij de meest fantastische partijen, maar hij verliest ook wel eens als een kind van een zwakkere. Een openingsrepertoire interes seert hem nauwelijks; hij improviseert en is daar trots op. Komt hij wat slechter te staan, het deert hem met. want hij weet dat geen tegenstander foutloos speelt en bovenal: hij is eraan gewend en raakt dus niet aanstonds uit zijn cadans. Hij heeft slechts één schema: het schaakdoosje. Zó door elkaar gooien dat de wederpartij wel fouten móét gaan maken. Het spreekt wel vanzelf dat een speler van dit type minder gehandicapt wordt door het ontbreken van training dan de systematicus, wiens tech nische uitrusting de eerste troef is. Interessant is het. deze visie eens te toetsen aan de pennevruchten van de meesters zelf. In het enkele weken geleden hier be sproken „Handboek voor de gevorderde schaker" III schrijft Euwe in zijn voor woord onder meer: „Bij de keuze van de partijen heb ik mij laten leiden door de nelderheid van de strategische conceptie en door de conse quentie bij de uitvoering van het plan. Wie werkelijk schaak wil leren denken, kan alleen in de geheimen van het spel doordringen met behulp van eenvoudige en heldere begrippen." Bezien wij nu eens wat Prins betoogd in zijn boekje: „Leer Schaken" (Weten en Kunnen, n.v. Kosmos, 1.90.) „Vogr de geoefende schaker is niets ge vaarlijker dan ervaring. Hij dreigt er mee te verstarren; de vooroordelen die hij er zijns ondanks mee heeft opgedaan kunnen een gevaarlijke keerzijde wor den van zijn wapenschild. „Vooral vóór ae oorlog waren zulke op vattingen die van een roepende in de woestijn. Omstreeks 1950 is de praktijk meer en meer een richting ingeslagen van improviseren en het tarten van de- cenniën-oude vooroordelen. Een hoogte punt was de tweekamp TaljBotwinnik, waarin aan veel van de geldende voor oordelen zware slagen werden toege bracht. zo al misschien soms mathema tisch weerlegbaar dan toch niet minder welgemikt en fascinerend. Plotseling was schaken van een industrie weer een spel geworden met vreugde en animo beoefend en vol lessen, die tegen de tijd van hun formulering door wet- tenstellers wel alweer in de levende be weging der scbaakbeoefening zullen zijn achterhaald. Het is een soort schaak dat- niemand kan leren, maar dat met zijn aanstekelijkheid vele generaties tot geestdrift heeft gebracht. Gelijk een ver kwikkende bries heeft Taljs fantasie haar vlucht genomen door ons onder lood zware wetboeken versukkeld schaak. Laat ons de vruchten van honderd jaar schaakonderzoek geenszins onderschat ten er zal niet onbeperkt mee kunnen worden gegekscheerd. Maar voor de schaakwereld is het een verademing ge weest toen die elektrisch geïnspireerde jongeman het gevoel van bevrijding dat zijn stijl van schaken schenkt met de titel wereldkampioen bekroond heeft mogen zien." De voorkeur van de auteur dezer regels is onmiskenbaar. Wat speelde hij met wit (aan zet) in de volgende stelling en hoe ging het verder? 28) 37-32 4-9. 29) 41-37 9-14. 30) 50-44 14- 19. 31) 32-27 3-9. 32) 44-40 19-23. 33) 49-43 9-14. 34) 37-32. Stand na de 34ste zet van wit: B. DUKEL m ÜP Hf SAINT-FORT Er dreigt 32-28. Ook 14-19 is verhinderd door 32-28. Om het contact tussen de twee witte groepen te vergroten en de combina ties op te heffen, forceerde zwart de ruil. Met 11-17 39-33 vordert zwart niets. 34) 28-28. 35) 32x23 18x29. 36) 34x23 25-30. 37) 35x24 20x18. 38) 40-34 13-19. 39) 45-40 15-20. 40) 27-21 20-24. 41) 40-35 14-20? Moet zwart 19-23? of 24-29 voortzetten. 42) 21-16 6-11. 43) 16x7 2x11. 44) 34-30 20-25. 45) 31- 27 25x34. 46) 39x30 18-23. 47) 30-25 23-29. 48) 35-30 24x35. 49) 25-20 35-40. 50) 20-15 40-45. 51) 43-39. Remise gegeven. Baba SyKoeperman BABA-SY Él éi mé m m in Él m s m Él m wÊ m m KOEPERMAN Dit was het spel in de derde ronde met Koeperman aan zet. De Senegalees staat minder. Toch kreeg deze de kans zich een zekere remise te verschaffen toen de Rus 40) 42-38? speelde. En Baba-Sy verzuimde 24-30 34x25. 17-22 27x20. 21-27 32x21 23x45 remise. In de partij won de wereldkampioen meesterlijk door: 40) 42-38 14-20. 41) 40-35 20-25. 42) 48-43 2-7 gedwongen. Op 2-8 volgt 27-22 en 8-12 is gedwongen waarna 37-31 stuk wint. 43) 34-30 25x34. 44) 39x30 23-29 of? 45) 43-39 1-12. 46) 30-25 12-18. 47) 25-20 24x15. 48) 33x24 19x30. 49) 35x24 17-22. 50) 28x17 21x12. 51) 32-28 12-17. 52) 38-32 en met deze zes om zes-stand gaf de Afrikaan zich gewonnen. Een meesterlijke winst een wereldkampioen waardig. B. Dukèl /i/W/ Wm WM 7777777. n w/w/ Zondag zal het vlaggeschip van de stoomvaartmaatschappij Nederland uit Amsterdam vertrekken voor zijn tweede reis om de wereld. Het schip zal dan een record aantal zakken post aan boord heb ben voor Australië, waar het op 19 decem ber in Melbourne en op 23 december in Sydney wordt verwacht. Voor vele Aus traliërs en in Australië wonende Neder landse emigranten neemt de „Oranje" kerst- en nieuwjaarspost mee. Voor de 22-jarige Nederlandse emigrant Theo Kos zal de aankomst van de „Oran je" in Melbourne tevens een gelukkig weerzien met zijn ouders inhouden. Enige maanden geleden won Theo Kos de hoofd prijs in een loterij en nodigde hij zijn ouders uit om met de feestdagen „even" naar Australië over te wippen. In de Australische wateren zal de „Oran je" haar schema voor de reis om de we reld onderbreken voor een kerst- en nieuw- jaarsreis, die van Sydney via Auckland, Papeete, Wellington en Melbourne weer naar Sydney zal leiden. Op 15 januari be ging van de tarieven op goederen ter terugreis via het Panamakanaal. Dr. Euwe. onze nationale schaaktrots. de enige wereldkampioen die ons land ooit voortbracht en vermoedelijk zo de eerste honderd jaar zal voortbrengen, heeft in de Olympiade relatief gefaald. Noblesse oblige; men had van hem verwacht dat hij te Leipzig topscorer zou worden van ons team. maar hij verloor méér partijen dan bij zijn schaakstand past De verklaring is gauw gegeven; Euwe deed de laatste iaren niets aan schaken en miste dientengevolge zowel de noodzake lijke training als de up to date gehouden theoretische scholing, behorend bij het Olympisch niveau. Maar ook Prins speelde al geruime tijd vrijwel niet. En toch boekte hij eén aantal punten, waarop een ieder jaloers zou kun nen zijn. Hoe is deze tegenspraak te verklaren? Wij menen dat het een kwestie van s t ij 1 is. Euwe. wel eens aangeduid als het genie van de orde, is een schaakingenieur. Zijn grote kracht scnuilt in de wijze waarop hij zich het schaak-handwerk wist eigen te maken. Op strikt systematische wijze vormde hij zichzelf tot de perfecte kennis, tot de supervakman, met een diepgaande kennis van de openingen, de middenspel strategie, het eindspel. Maar een dergelijk vakmanskchap moet bijgehouden, verzorgd worden; mist men een deel van een openingsschema, nam men geen kennis van de nieuwste nieuwtjes, dan voelt de vak man, die in de eerste plaats bouwt op zijn, men mag wel zeggen wetenschappelijk ge vormde ondergrond, zich onzeker. Hij durft geen varianten meer te spelen, welke hij niet in finesses kent (want dat is eigenlijk zijn fort) en wordt ontmoedigd doordat hij in tegenstelling tot zijn ervaringen uit zijn glanstijd bij het begin van het mid- Diagram Een week geduld en u zult ervan kun nen genietèn. Mr. Ed. Spanjaard 'si 5J.ISM paog 'yaaq pds ^eA\z uaa uaui stb §rqs uaa uba uajadsCiJA jaq pft.i}spaA\ -ua.tHd uaa ui }ep 'iuaum§.iB uaa s? qoo •uetsuroiiiin aqrna^qoiuBE §iuiaA\ ufiz uaaaABiq jo uajmy -uaqqaq .majq aip ut laaA 13M pjoou ;aoui uep 'uajjeq iaui pinz }ui§ag -ufiz ua;Bi aj pao§ jsuioqjin azap uio uaqqaq a; jaaA §.ia ;atu uueep yaoq -aq pjoou - jaaquaddoqos jaui uauuiSaq ;aoui pinz "uajnajq a§Bi ap ui (aiSuaj ua) iqaEJJi do lagaa sjb jsfiA\ ya -uauioq a; ua; -jsq jo uaddoqos uj poq-fr uaa ioj ua;qoB.i} a; uio uapja^saoq guinajsüutqaq uaa§ s.iapuB}sua§ai ap iep 'doaa jsCim uapaiq lay :qaaM aazap SntuAaSpiaq do pjooMjuy In de derde ronde van het wereldtoernooi 1960 heb ik een der merkwaardigste par tijen gespeeld van mijn 33-jarige dammers loopbaan. Te laat arriveerde de kampioen van het eiland Haiti, de 28-jarige dove meester Raymond Saint-Fort in de dam- arena, er waren al twee ronden gespeeld. Ik was de eerste die het tegen hem moest opnemen. Alles wat ik van deze vreemde ling wist, was dat hij een boek had ge schreven om zijn reiskosten naar Amster dam te kunnen betalen. De Frans spreken de kleurling speelde met wit onderstaande boeiende partij. 1) 32-28 19-23. 2) 28x19 14x23. 3) 37-32 10-14. 4) 41-37 12-19. 5) 46-41 5-10. 6) 33-28 17-22. 7) 28x17 11x22. 8) 31-26 10-14. 9) 36-31 6-11. 10) 41-36 11-17. 11) 34-29 23x34. 12) 40x29 20-25. 13) 44-40 14-20. 14) 39-33 1-6. 15) 47-41 19-24. Een vreemde opening met beide een hekstelling-speelvorm. Op 32-27 volgt 25-30 en op 43-39 17-21 en 18-22. 16) 32-28 7-11. 17) 37-32 22-27. 18) 32x21 16x27. 19) 31x22 18x27. 20) 42-37 13-18. Op het sterke 17-22 11x22 volgt de ruil met 38-32 en 33x42. 21) 37-31 9-13. 22) 31x22 18x27. 23) 40-34 12-18. Op 28-23 volgt verrassend dam met 25-30 23x32 30x46. 24) 43-39 8-12. 25) 28-22 17x28. 26) 33x31 24x42. 27) 48x37 11-17. Het contact is verbroken, doch de zwart-stand verdient de voorkeur. In het verdere gedeelte van de partij komt Saint-Fort op zijn best door het uitgerekende tempospel. MOSKOU (UPI) Premier Kroesjtsjev heeft donderdag officieel de vriendschaps universiteit te Moskou geopend die be doeld is voor studenten uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Hij verklaarde, dat Rus land niet zou trachten de studenten zijn ideologie op te leggen. Studenten uit 60 landen volgen de colleges. „Als u mijn opvattingen wilt weten, zal ik ze u niet verborgen houden. Ik ben een communist en het marxisme-leninisme is de vooruitstrevendste ideologie ter we reld", aldus Kroesjtsjev. „Als een van u vindt, dat deze ideologie hem past, dan zal ons dat niet spijten, maar we zullen er ook niet om treuren als u geen communist wordt, mits u hier enige kennis vergaart, die nuttig is". De rector magnificus, professor Rum- yantsev heeft in een artikel in de Pravda gezegd, 43.000 aanvragen ontvangen te hebben. Er zijn echter maar vijfhonderd plaatsen beschikbaar. NIEUW DELHI (UPI) Premier Neh- roe van India heeft gisteren gezegd dat Indische studenten de vriendschapsuniver siteit van Moskou zullen bezoeken „omdat de technische en wetenschappelijke vor ming in de Sovjet-Unie van de eerste orde is". Nehroe verzekerde het Indische parle ment dat het Moskouse universitaire leer programma geen politieke of ideologische faculteiten omvat. DOODSTIL ZATEN de kabouters in een kring om kabouter Wasdat. Die middag was Wasdat weer thuis geko men, nadat hij wel een jaar lang was weg geweest. „Ik ben dus," zo vertel de Wasdat, „in het land van de mensen geweest. Zóver is geloof ik nog nooit een boskabouter geweest. Ja, het was wel een heel waagstuk, maar ik ben blij dat ik het gedaan heb.- Ik heb er helemaal geen spijt van, want ik heb zóveel schitterende dingen gezien, dat ik er mijn hele leven wel over vertel len kan geloof ik. Om te beginnen zijn de mensen hééél groot. Er zouden wel twintig kabouters boven op elkaar moe ten gaan staan en dan zou de bovenste nog maar net bij de neus van een mens komen." „Oóóóóó", riepen alle kabouters ver baasd, „wat griezelig". Wasdat zette een moedig gezicht; „Och", zei hij, „in het begin schrik je even als je een mens tegen komt, maar je went er gauw aan hoor." De kabouters waren trots op Wasdat, dat kon je wel aan hun ge zichten zien, wat een moedige kabou ter was die Wasdat. Hij zou vast wel koning worden later. „Nee, voor de mensen was ik niet bang, maar som mige mensen stapten in huisjes op een stel wielen, ik vond die huisjes èrg groot, maar dat was niet gevaarlijk. Weet je wat ik griezelig vond?" „Ver tel eens gauw!", vroeg de dikke ka bouterkok nieuwsgierig. „Nou, als zo'n mens in het huis op wielen zat, dan kwam er opeens een heleboel lawaai uit en dan reed het zo maar uit zich zelf weg." Ongelovig keken ze allemaal naar Wasdat, hun mond viel open van verbazing. Probeerde hij soms of ie ze voor de mal kon houden? „Wasdat", zei kabouter Poppelop, „je bent een grapjas, maar wij geloven dat je een beetje jokt. Als er iets wegrijdt, dan staan er konijntjes voor die er aan trekken, anders kan het niet." „Haha- ha," lachte Wasdat, „ik zie het al, ko nijntjes voor zo'n huis op wielen. Nee Poppelop, dat gaat niet, want zo'n huis is groter dan de kabouterberg. Ik heb in het land van de mensen nog veel gekkere dingen gezien, dat waren heel grote vogels. Maar geen gewone vogels dat kun je begrijpen, die mensen heb ben alleen maar griezelige dingen. Het. waren vogels waar de mensen zó maar 'in stapten, niet er op, maar er in. Ze stapten in zijn buik en dan begon die vogel heel hard en heel lelijk te zin gen en dan vloog hij weg." NU WERD HET de kabouters toch te bar. „Wasdat je mag niet zo jokken", zeiden ze. „We geloven je niet meer, de grootste vogel die we kennen is de kraai en die kan hoogstens twee kabou ters tegelijk dragen en zéker niet in zijn buik." „Ik jok nooit!", zei Wasdat beledigd en het kan me helemaal niet schelen of jullie me geloven. Ik heb lekker nog veel meer gezien, maar dat vertel ik niet meer, want jullie zeg gen toch maar dat ik jok", en Wasdat hield kwaad zijn mond dicht. Maar dat was de bedoeling, van de kabouters niet, want ze waren toch wel erg nieuwsgie rig. „Ach Wasdat, we menen het toch niet, vertel toch alsjeblieft door", vroe gen ze. „Nou goed dan, maar dan mag je me ook mét meer beledigen". Dat beloofden ze graag en Wasdat ging ver der met vertellen: „De mensen lopen niet zoals wij, nee ze gaan op twee wielen zitten, die met een heleboel ijzeren stokken aan elkaar zitten. Dan gaan ze met hun benen op en neer en dan rollen ze weg. Weten jullie wat ik nu ga doen? Ik ga voor mezelf zo'n ding maken, dan hoef ik nóóit meer te lopen". JA, WASDAT GING een fiets maken. Een echte fiets. Hij had heel goed op gelet toen hij in het land van de men sen was en wist precies hoe een fiets in elkaar zat. In een klein zakje be waarde hij zorgvuldig een bosje ijzer- draad, twee wieltjes (van een speel goedautootje, maar dat wist Wasdat na tuurlijk niet) en 'n klein stukje echt leer. Al die schatten had de kabouter in het land van de mensen gevonden en daarvan ging hij nu een echte, fijne fiets maken. O, wat waren de andere kabouters nieuwsgierig naar de fiets, maar Wasdat deed vreselijk geheimzin nig en sloot de deur van zijn huisje on der de eeuwenoude kastanjeboom. Da genlang kwam Wasdat niet buiten, hij at bijna niet meer en van slapen kwam óók al niet veel omdat hij steeds maar met de fiets bezig was. Maar eindelijk, na wel twee weken, ging het deurtje van zijn huisje weer open en daar.kwam Wasdat tevoorschijn met zijn fiets. Een schitterende fiets met twee wielen, een stuur, ja zelfs met een bagagedrager. Die knappe Was dat toch, het was hem toch maar ge lukt! Alle kabouters kwamen kijken en zelfs waren er een paar, die de fiets even mochten vasthouden. Nu gingen ze in optocht naar de koning om ook aan hèm de fiets te laten zien. Wat was dieWasdat trots, met een kleur van opwinding liep hij vooraan in de stoet, zijn fiets aan de hand. Het viel niet mee om de fiets in de troonzaal te krijgen, want ze moesten een trap op. Maar omdat de andere kabou ters hielpen, stonden ze na een poosje toch voor de troon van de kabouterko ning. DEZE ZETTE GROTE ogen op, toen hij de vreemde stoet ineens de troon zaal binnen zag komen, zo iets was nog nooit gebeurd! „Beste kabouters," zei de koning ver schrikt, „wat is er aan de hand? Is er oorlog uitgebroken of is onze schatka mer geplunderd?" „Nee Sire, dat niet gelukkig, maar Wasdat heeft een ma chine gemaakt waarmee hij kan rijden zonder dat konijntjes die machine hoe ven te trekken", antwoordde kabouter Babbelkous en hij duwde Wasdat voor de troon. Daar stond de fietsenmaker nu! Wat was hij verlegen. De koning wilde precies weten, waar om Wasdat zijn karretje gemaakt had en toen het kaboutertje vertelde dat je dan niet meer hoefde te lopen, wilde de koning dat Wasdat een stukje ging fietsen. De hele stoet ging weer naar buiten, Wasdat voorop, dan de koning, die heel langzaam liep, daarachter de andere kabouters. Het was een hele drukte daar voor het paleis, want natuurlijk wilden alle kabouters Wasdat zien rijden. Voorzichtig stapte het ventje op zijn fiets, maar o, wat viel dat fietsen te gen. Als Wasdat rechtuit wilde, ging de fiets naar links en als Wasdat naar links wilde, dan ging die nare fiets juist naar rechts. Eerst vonden de kabouters het alle maal reuzeleuk, maar toen Wasdat bij na tegen de dikke kok opreed, werden ze een beetje boos. „Hij doet het met opzet", dachten ze, maar Wasdat kreeg het zó benauwd van angst dat hij bijna begon te huilen. Ja, toen zagen de kabouters wel, dat Wasdat per ongeluk bijna tegen ze op reed. „Stoppen Wasdat!!", riepen ze, „stop pen anders maak je ongelukken!" MAAR OWEE, dat was het juist, Was dat kón niet stoppen, wanthij was de rem vergeten! Zomaar de rem ver geten die dom-oor. Met een vaartje reed hij door het bos, tussen de bomen en de kabouters door, steeds harder, maar zónder rem! „Ik kan niet stoppen!" schreeuwde hij angstig toen hij rakelings langs de ko ning schoot. Het was een lastig geval. Wat moes ten ze nu doen? Maar gelukkig liep het allemaal nog goed af, want ineens Kraaaak, boem!!! daar vloog Wasdat tegen een boom. Hij had een dikke buil op zijn hoofd en de fiets was helemaal kapot; het stuur stond scheef, de wielen waren krom en het zadel was eraf. Verdrietig raapte Wasdat zijn kapotte fiets op en hij wilde naar zijn huisje gaan, maar de koning riep hem terug en zei: „Beste Wasdat, laat de mensen maar op zo'n gevaarlijk ding gaan zit ten, kabouters kunnen beter blijven lo pen Maar omdat je zo moedig bent geweest om helemaal alleen naar het land van de mensen te gaan en zo knap om een kar op twee wielen te maken, benoem ik je tot generaal, want daar heb ik een héél moedige kabouter voor nodig en dat bèn jij!" Nu was Wasdat zijn verdriet gauw vergeten, de kabouters begonnen te juichen. En de fiets??? Die werd heel goed verstopt en nooit is er meer een kabouter op gaan zitten Jan Nelissen Welk poesje heeft met een kluwen wol gespeeld? Volg vanaf de zwarte stippen de lijnen en je weet het.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 19