De IJmond van streek tot stad
JEUGD EN EVANGELIE
iJMIHflCIIREf
Nederland en de West
JaaC-iatia
KERKELIJK LEVEN
WITTE KRUIS
WITTE KRUIS
5
Een onderzoek
Kistje met f 6500.- uit
vakbondskantoor gestolen
Japanners gaan wrakken
bergen bij Nieuw-Guinea
ZATERDAG 19 NOVEMBER 1960
Hedenmorgen heeft de Stichting Noordholland voor Maatschappelijk Werk
te Haarlem een boek, onder de titel „De IJmond van streek tot stad" doen ver
schijnen. Het is het resultaat van een wetenschappelijk onderzoek, dat door ge
noemde stichting in samenwerking met vier landelijke sociologische instituten
werd ingesteld naar de in de gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk voor
komende structuurveranderingen en de bedoeling ervan is de beleidsinstanties
clie ermee, te maken hebben richtlijnen aan te geven.
Het onderzoek werd
ingesteld op verzoek
van de gemeentebe
sturen, de directies
der grote bedrijven
en particuliere instel
lingen in de IJmond.
Het boek, in feite een
225 pagina's tellend
eindrapport, werd
vanmorgen door de
heer J. J. G. Boot,
voorzitter van de
Stichting Noordhol
land voor Maatschap
pelijk werk, in tegen
woordigheid van de
Commissaris der Ko
ningin. leden der Ge
deputeerde Staten
en gemeentebesturen
aangeboden. Na 'n be
schrijving van groei
en ontwikkeling der
drie IJmondgemeen-
ten werd een aantal
facetten vrij uitvoerig
behandeld. Voor de
wijze waarop dit is
eeschied, kan men
slechts grote waar
dering hebben: de
basisrapporten zijn
herschreven tot goed
leesbare, dikwijls
zelfs boeiende lectuur
Vele van de pro
blemen die zich in de
IJmondgemeenten
voordoen, kan men
elders in Nederland
ook aantreffen; ze
zijn dikwijls al eerder uitputtend be
handeld, zij het meestal zonder algemeen
aanvaardbare oplossing als resultaat.
Het is bepaald niet zo, dat alleen in
de IJmondgemeenten problemen zijn ont
staan door de infiltratie van immigranten
of door de overgang van de autochtone
bevolking. De ontmoeting van oude en
nieuwe bevolking en de aangename, min
der aangename en beslist onaangename
dingen die daarbij gebeuren zijn zeker
niet „specifiek IJmondens, Beverwijks of
Heemskerks". Waar geeft het wonen in
nieuwbouw eigenlijk geen problemen?
Over het voor en tegen van nachtarbeid
zijn dikke boeken geschreven en over het
nut van het verenigingsleven eveneens.
Waarom, zo zou men zich kunnen af
vragen, zijn ze dan in dit boek nog eens
onder de loep genomen, al deze „oude-
bekende-problemen"? Had niet beter kun
nen worden volstaan met de constatering,
dat ze ook in de IJmondgemeenten aan
wezig zijn?
Wie het boek aandachtig leest van het
begin tot het eind, dus niet hier en daar
een „sappig hoofdstuk" (waartoe men zou
kunnen rekenen het gedeelte waarin de
intensieve roddel en de gevolgen ervan in
de Oranjebuurt van Beverwijk worden be
handeld) er uit pikt, die zal tot de con
clusie komen, dat er in de IJmond wel
degelijk iets unieks gaande is. Nergens in
Nederland namelijk komen al deze proble
men tegelijk, zo geconcentreerd en zo in
elkander grijpend voor, als in het IJmond-
gebied. Het is daarom noodzakelijk die
per in te gaan op al deze facetten om tot
een goed begrip van de aanwezige facto
ren die tot een aanvaardbare oplossing
zouden kunnen leiden te kunnen komen.
Eén gebied
Prof. dr. Sj. Groenman, hoogleraar aan
de Rijksuniversiteiten te Leiden en Utrecht
voorzitter van de vijf-en-een-half jaar ge
leden geïnstalleerde Commissie-IJmond, is
er van overtuigd, dat de vraagstukken van
de IJmond slechts dan in het juiste licht
worden gesteld, als men ze beschouwt te
behoren tot het gebied-als-geheel. De ont
wikkeling in welke der drie gemeenten ook
is niet meer los te denken van de ontwik
keling der beide andere.
Hoe zal de toekomstige gemeentelijke
indeling van het gebied zijn?
Volgens prof. Groenman, spelen in de
keuze of er in de IJmond uiteindelijk een
of meer gemeenten zullen bestaan, argu
menten een rol, waarvan de weging af
hankelijk is van inzichten, die zich aan
wetenschappelijke toetsing ten dele ont
trekken. Die weging zelf verkrijgt, volgens
hem, daarmee een subjectief element. Hij
meent echter wel te kunnen zeggen, dat
het niet juist zou zijn indien ten aanzien
van de IJmond-problematiek een verbrok
keld beleid zou worden gevoerd.
Dit betekent, dat indien er noch een ge
meente, noch een bovengemeentelijk or
gaan met gezagsbevoegdheid zou komen,
de verschillende gemeenten op de hoofd
punten van het maatschappelijk beleid, zo
als planologie, industrialisatie, woning
bouw, recreatie en het opvangen van mi
granten, tot een verregaande vorm van
samenwerking zouden moeten geraken. Al
dus prof. Groenman.
Is die verregaande vorm van samenwer
king ook te verwachten, indien die samen
werking slechts op vrijwillige basis moet
(blijven) geschieden?
Ook hierop zal natuurlijk geen „weten
schappelijk antwoord" verkrijgbaar zijn.
Gezien de historie, kunnen de verwachtin
gen in deze echter bepaald niet optimis
tisch luiden. Een hechte samenwerking van
alleen maar organisaties buiten de sfeer
van de overheid, lijkt ons niet voldoende.
Er ontstaat een IJmondstad en deze
stad verkrijgt, volgens prof. Groenman,
haar samenhangende structuur door twee
dominerende elementen: de grootindustrie
en de verkeersvoorzieningen, zoals het
Noordzeekanaal, de Velser tunnel en de
toeleidingswegen. Functioneel moeten de
onderdelen van de IJmondstad aan deze
structuurelementen beantwoorden. In het
groot geldt dit voor industrieterreinen, we
gennet, woonwijken, recreatieterreinen en
Advertentie
De nieuwe spaarbank en daarachter
het eeuwenoude dorpskerkje van
Heemskerk.
agrarisch gebied; ook voor de verzor
gingscentra. Aard en grootte der bestem
mingen dienen niet onderling strijdig te
zijn, maar op elkaar afgestemd. De diffe
rentiatie der woonwijken moet worden ge
zien tegen de achtergrond van de gehele
stedelijke agglomeratie. Het maatschap
pelijk beleid zal zich steeds moeten af
vragen, of bepaalde maatregelen passen
in het totale beeld van de IJmondstad.
De eenheid, waarop zich een sociaal be
leid zal dienen te richten, is momenteel
nog in wording. Terwijl de objectieve voor
waarden voor een samenhangende struc
tuur aanwezig zijn in de vorm van de
verkeerssituatie en een snel groeiende
grootindustrie, ontbreekt een tegenwaarde
in de beleidssfeer. Deze lacune zal in de
kortst mogelijke termijn moeten worden
opgevuld.
Een groeiend besef van de noodzaak
ener zeer nauwe samenwerking valt wel
waar te nemen.
Wordt eenmaal de juistheid van het toe
komstbeeld ener IJmondstad erkend, dan
is er geen vrijheid meer om deze ontwik
keling in een andere richting te buigen,
zo meent prof. Groenman.
Het sociaal-wetenschappelijk onder
zoek dat in de IJmond werd ingesteld,
is verricht door: de Stichting Noord-
holland voor Maatschappelijk Werk;
het Sociologisch Instituut van de Ned.
Herv. Kerk; het Katholiek Sociaal-
Kerkelijk Instituut; het Gereformeerd
Sociologisch Instituut; het Humanistisch
Instituut voor Sociaal onderzoek en het
Instituut voor Sociaal Onderzoek van
het Nederlandse Volk, onder verant
woordelijkheid van een door boven
staande instituten ingestelde werk
groep, die geleid werd door prof. dr.
Sj. Groenman.
Daags voor de aanbieding van het
boek, zijn wij in de gelegenheid ge
weest te constateren, dat sedert de af
sluiting van de basisrapporten de bouw
activiteiten in Heemskerk, Beverwijk
en Velsen bpaald niet hebben stilge
staan. Vooral wat in de kleinste ge
meente, Heemskerk, in deze is gepres
teerd, dwingt bewondering af.
Prof. Groenman vonden wij ten slotte
bereid antwoord te geven op enkele
vragen.
J|H"
I WAT
Deze stond
land:
in Het Vader-
V.W. de Luxe 1958. 33000 km, le
eigenaar verwarmd gestald f 4500.
Br. no. 9393 Het Vaderland.
Dat is natuurlijk reuze-prettig voor
de le eigenaar, maar wat heeft de
(eventueel) tweede ermee te maken?
1 HAEGS
Ook deze stond in
land:
Het Vader-
In Vélsen-Noord is in een snel tempo
gebouwd. In „De Nilden" zijn vele
flats verrezen.
Alleen voor goed tehuis: Afgaanse
windhond met stamboom, kamp.
=j afst. Chique verschijning, 2 mnd.
125. Tel. 05292-3152.
H Afgezien dan nog van het feit dat
„chique" het Franse woord voor
tabakspruim is (maar dat komt zeker
omdat die sjieke verschijning bruin
is).
INMAAK
De Rotterdammer had het
over
H „een foto waarin de fotograaf
eigen heimwee heeft ingelegd".
Ondanks de azijn smaakt dat bitter.
El-El
Het was geen zacht maar een hard
ijtje dat Talarius door vele zijner
lezers werd te verorberen gegeven
over
„in het gevlij komen".
Het ligt hem nóg zwaar op de maag.
Zonder bij hen nu in het gevlij te
willen komen, noch zich zelf te wil-
len vleien, moge hij te zoveelsten j|
male constateren, dat zelfs Homeros
wel eens sliep.
MOEILIJK
Volgens De Telegraaf heeft |j
Jo Vincent gezegd:
„Zangeressen als Mieke Télkamp,
Greetje Kauffeld en Corry Brok-
ken moeten primair het zingen s
zien".
Met alle respect voor mevrouw Vin-
cent: het is een onmenselijke plicht.
SAMEN
„Islamieten en Christenen hadden
samenspreking"
deelt een kop in Haarlems|
Dagblad mede. Ik had gisteren
met een vriend een samenwandeling,
waarna wij een glaasje samendron-
ken voor dat wij gingen sameneten.
Talarius I
Uit het kantoor van de Amsterdamse
afdeling van de Nederlandse Bond van
Vervoerspersoneel is een geldkistje met
ongeveer 6500 en een hoeveelheid vakan
tiebonnen ter waarde van ongeveer 4000
gestolen. Het geldkistje stond in de ven
sterbank van het gelijkvloers gelegen kan
toor, dat dagelijks door tientallen arbei
ders wordt bezocht. De voordeur staat
overdag altijd open. De diefstal is ge
pleegd toen er gedurende 20 minuten nie
mand in het kantoor was. De politie neemt
aan dat de dader geen onbekende ter
plaatse is.
Omstreeks maart zal een Japanse ber-
gingsvloot beginnen met de berging van
talloze tijdens de oorlog in de wateren van
Nederlands Nieuw-Guinea gezonken sche
pen.
Alleen gezonken schepen die bij laag
water op een diepte tussen 20 en 50 meter
onder het wateroppervlak liggen, zullen
worden geborgen. Op diepten van meer
dan 50 meter wordt alleen gewerkt indien
de verwachting bestaat dat de wrakken
een kostbare lading bevatten. De werk
zaamheden die 5 tot 7 jaar in beslag zul
len nemen, zullen worden verricht bij Hol-
landia, Biak, Manokwari en Sorong. De
totale waarde van de wrakken wordt ge
schat op 25 miljoen gulden.
--o
Advertentie
N V. MD. „HOLSTER" - OVERVEEN
Tel. K 2500 - 60002, 57290 en 57833
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut. oliestook
KORT NIEUWS
„Italiaanse piloten". De politie te
Amsterdam heeft een eind gemaakt aan de
praktijken van een aantal Italianen, die
langs de huizen textielstoffen verkochten,
zonder dat zij over een ventvergunning
beschikken. De stoffen werden bovendien
tegen. te hoge prijzen verkocht. Vijf Italia
nen, die zich hieraan schuldig hebben ge
maakt, zijn aangehouden. Zij zijn als on
gewenste vreemdelingen over de grens ge
zet. Zij gaven zich uit als piloten.
Toen de tweede wereldoorlog nog maar
nauwelijks geëindigd was, kwam er uit
Amerika naar Europa een „opwekkings
beweging" speciaal bestemd voor jonge
mensen, onder het motto „Youth for
Christ". Langs methodistische weg pro
beerde men de jeugd voor Christus te
winnen en aanvankelijk voelden duizenden
jonge mensen zich tot deze beweging aan
getrokken. Naderhand werden de meetings
sporadischer en minder druk bezocht. Mo
menteel gaat het hierbij om een welis
waar enthousiaste, maar in vergelijking
met de beginperiode kleine groep, die de
„Youth for Christ" trouw is gebleven. Mo
gelijk zijn de methoden voor ons te Ame
rikaans van opzet.
Daarentegen groeit steeds meer en meer
de interkerkelijke (protestantse) jongeren
groep „Jeugd en Evangelie", een actie
Advertentie
DE £Chk PIJNSTILLER
Inderdaad, verlaat u rustig op Witte
Kruis. Zo gemakkelijk in te nemen
want verkrijgbaar in drie vormen
tabletten,
poeders
of cachets.
DUTIM N.V. - OEGSTGEEST
VERKOOP VAN ALLE MERKEN
DUS RUIME KEUZE
Ei^S ft ST I GROTE HOUTSTRAAT 18)
fity b EL TEL. 14444
De Nederlandse bindingen
met de West gaan meer dan
drie eeuwen terug. Ook voor
iemand met weinig historische
zin is dit steeds weer duidelijk
waarneembaar, wanneer hij de
overzeese delen van ons Ko
ninkrijk bezoekt. Het verklaart
heel veel van wat daar tegen
woordig leeft onder de bevol
king, ook al hebben zich hier
juist in de laatste jaren grote
veranderingen voltrokken.
Daarmee bedoelen wij niet te
zeggen, dat door die band van
driehonderd jaar de bevolking
van de Antillen en van Suri
name steeds meer aan Neder
land verknocht is geraakt en
als het ware geworden zou zijn
tot trouwe vazallen. Integen
deel, de band heeft meermalen
gekneld en misschien nog er
ger was het, dat er in dat
langdurige verleden zo vaak
sprake is geweest van onver
schilligheid, ja, van verwaar
lozing aan de Nederlandse
kant. De grote concentratie
van Nederlandse energie op
Indonesië heeft zeker de West
geen goed gedaan. Het was
lange tijd heel moeilijk om
Nederlanders van enig kaliber
te vinden die bereid waren om
in Suriname of op de Antillen
te gaan werken en de meer
malen gedane uiting van „laat
ons die West liever verkopen",
die bij ons alweer vergeten is
al heeft niemand minder
dan Colijn haar eens in de
mond genomen is ginds heel
hoog opgevat en men wordt er
daar nog altijd aan herinnerd.
De verhouding tot Suriname
heeft steeds wat anders ge
legen dan die tot wat men tot
voor kort Curagao noemde,
doch waarmee men de zes
Nederlandse Antillen bedoelde.
Suriname was een landbouw
kolonie, beslaat een gróót'op
pervlak, is zeer dun bevolkt en
is tot een zekere mate van ont
wikkeling gebracht door. mid
del van de slavernij, die hier
zeker niet minder hardvochtig
werd uitgeoefend dan dat des
tijds in de koloniën van andere
Europese mogendheden het ge
val was. Dit is diep gegroefd
in de herinnering van de Suri-
namers, grotendeels afstamme
lingen van de vroegere slaven.
De houding van Nederland ten
aanzien van Suriname veran
derde geleidelijk, toen de grote
landbouw er, na de afschaffing
van de slavernij, steeds meer
achteruit ging en Suriname
werd tot een „verliespost op
de Nederlandse begroting", zo
als men het met een ware
boekhoudersterminologie uit
drukte. Er werd in Suriname
een uiterst zuinig, ja een
schriel beheer gevoerd om dit
verlies zo klein mogelijk te
houden en in plaats van nieuw
geld in het uitgestrekte land
te investeren, vond er op grote
schaal vernietiging van kapi
taal plaats door de sluiting van
de ene plantage na de andere.
Suriname bevond zich, toen de
tweede wereldooi-log ten einde
liep, in een uitermate ver
waarloosde toestand, ook al
begon de ontginning van de
geweldige bauxiet-reserves
enige nieuwe hoop te brengen.
Maar als geheel genomen was
de aanblik van „de stad" en
van de districten in één woord
miserabel. Merkwaardig mocht
het heten, dat juist in deze zo
achterop gekomen Nederland
se kolonie iets was gebeurd
wat nergens anders ter wereld,
behalve dan in Zuid-Afrika, is
geschied: de Nederlandse taal
was vrij algemeen doorgedron
gen en tot dagelijkse spreek
taal geworden voor de gehele
Creoolse bovenlaag van de be
volking. Daardoor deed en
doet Suriname in allerlei op
zicht meer Nederlands aan dan
bijvoorbeeld Curagao.
De verschillen tussen Suri
name en de Antillen springen
ook in ander opzicht in het
oog. Curagao was een handels
kolonie, bestaande uit enige
slechts kleine en nogal dicht
bevolkte eilanden die weinig
natuurlijke hulpbronnen be
zaten, een droog klimaat had
den, en eigenlijk alleen hun
ligging, ten opzichte van het
naburige Zuidamerikaanse
vasteland, van de natuur had
den meegekregen. In die han
delskolonie bestond geen be
hoefte aan grote aantallen
slaven en degenen die er op
het eiland waren, maakten als
huisbedienden vaak min of
meer deel uit van het gezin
van de koopmansfamilies. Veel
van de bitterheid die in Suri
name ontstond door de slaver
nij is Curagao bespaard ge
bleven. Ook de Antillen zijn
lange tijd noodlijdend geweest
toen eenmaal de slavenhandel,
waarvoor Curagao een groot
centrum was, verdween en
toen alle naties x-echtstreeks
handel konden gaan drijven op
de onafhankelijk geworden
Spaanstalige landen van het
noorden van Zuid-Amerika. In
de koloniale tijd daarentegen
had Curacao een unieke positie
ingenomen ten aanzien van die
landen, en veel van hun bui
tenlandse handel liep toen over
de Nederlandse Antillen.
In de eerste wereldooi-log
ging opeens de positie van
Cui-agao en Aruba weer bij
zonder vooruit. Het Panama
kanaal was juist voltooid en
bracht deze eilanden, met hun
goede havens, in de onmiddel
lijke nabijheid van nieuwe
en belangrijke scheepsx-outes.
Maar vooral was van belang,
dat de exploitatie van petro-
leumbronnen in Venezuela op
grote schaal ter hand werd ge
nomen, en dat toen op de beide
Nedex-landse eilanden enorme
raffinaderijen werden ge
bouwd. Deze verzekerden een
welvaai-t welke snel toenam en
ook leidde tot grote immigra
tie. Het cosmopolitische karak
ter van de Antillen werd er
niet weinig door versterkt, en
ook de zelfverzekei-dheid van
de bevolking. Van een eenzij
dige oriëntex-ing op Nederland,
zoals die in Suriname steeds
had bestaan, was danook geen
sprake en onze taal werd ex-
door de meesten beschouwd
als een vreemde taal, zo goed
als Engels of Spaans. Het
papiamento werd gespx-oken
door allen van hoog tot laag,
met uitzondex-ing natuurlijk
van degenen die vanuit Neder
land erheen waren gezonden
en die met de weinig vriende
lijke benaming van macamba's
werden aangeduid. Toch zou
men hieruit ook weer niet de
conclusie mogen trekken dat
men op de Antillen geen prijs
zou stellen op de band met
Nederland. De bezetting van
het moederland door de Duit
sers, en alle ellende welke
daarop volgde, werden meege
leefd in de verte op de Antil
len. Zo goed als dat in Suri
name het geval was.
Na de bevrijding heeft men
gelukkig in Nedex-land snel be
grepen, dat er in de West veel
gedaan moest worden en
dat op een geheel andere wijze
dan tot dusverre het geval was
geweest. In politiek opdicht
moest men de bevolking zo
vrij mogelijk maken en haar
daardoor ook brengen tot zelf-
wei'kzaamheid. In economisch
opzicht kon Nederland bij
dragen tot grote verbetering
van de toestand van Suriname
door behoorlijke bedragen te
steken in ontwikkelingsplan
nen, waarvan het Tienjaren
plan het meest spectaculaire
maar geenszins het enige voor
beeld was. De Antillen hadden
aanvankelijk een dergelijke
investering niet nodig, maar
thans is dit, door de relatieve
achtex-uitgang van het raffi-
nagebedrijf aldaar en ook door
de snelle aanwas van de be
volking, anders geworden. In
Sux-iname daarentegen begint
zich langzamerhand de stijging
van de welvaart, en ook de
daarmee samengaande ver
betering op sociaal gebied,
duidelijk af te tekenen.
De politieke ontwikkeling
kon aansluiten bij wat reeds
van de jax-en vijftig van de vo
rige eeuw af aan was geschied
om in deze gewesten het zelf
bestuur voor te bex-eiden: men
kende reeds lang de Koloniale
Staten en de Raad van Advies
die de gouverneurs bij de uit
voering van hun taak terzijde
stonden. Een zonder twijfel
gunstige factor was ook dat in
de West het volksonderwijs al
gemeen door de jeugd werd
gevolgd zodat de invoex-ing van
het algemeen kiesrecht hier
niet behoefde te leiden tot ex
cessen zoals die bijvoorbeeld
zijn voorgekomen in Brits
Guyana. De vei-houding tot
Nederland, of liever de ver
houding tussen de verschillen
de rijksdelen onderling, werd
uitgewerkt in een statuut, dat
na lange en zoi-gvuldige voor
bereiding in 1954 tot stand
kwam. Zowel de interne auto
nomie als de gelijkgerechtigd
heid van de verschillende
delen van het Koninkrijk in
zaken van gemeenschappelijk
belang vormen daarvan de
grondslag. Niet zelden waren
de onderhandelingen moei
zaam en ook moeilijk, maar
het uiteindelijke x-esultaat
mocht toch bevredigend heten
en heeft in de loop van de zes
jaren, welke sedertdien alweer
gevolgd zijn, in het algemeen
goed voldaan.
Tot de gemeenschappelijke
taken van de regering van het
Koninkrijk behoren de defen
sie en de buitenlandse betrek
kingen beide nauw met el
kaar verbonden in onze weinig
vi-eedzame wereld. Een onvol
komenheid van het Statuut is,
dat deze algemene Konink-
rijks-aangelegenheden in feite
worden behartigd door Neder
landse ministeries en niet door
organen van het Koninkrijk.
De gevolmachtigde ministers
van Suriname en de Antillen
hebben een „droit de regard"
op de werkzaamheden, welke
aldus ten behoeve van het ge
hele Koninkrijk worden uitge
voerd, maar meer ook niet. In
bepaalde gevallen, met name
dan wanneer hun eigen speci
fieke belangen sterk in het ge
ding zijn, is dit niet voldoende.
Men denke bijvoorbeeld aan
de verhouding tot de Organi
satie van Amerikaanse Staten,
welke organisatie een steeds
grotere rol gaat spelen in lan
den gelegen nabij de Antillen
en Suriname. Een zekere
rechtstreekse binding met die
organisatie zou danook voor
beide overzeese rijksdelen van
groot belang zijn, doch die bin
ding zal moeilijk verkregen
kunnen worden door de tus
senkomst van een in Neder
land, en dus ver buiten het
Westelijk Halfrond zetelend,
ministerie. Nederland als zo
danig heeft nauwelijks recht
streeks belang bij de O.A.S.;
Suriname en vooral de An
tillen echter des te meer.
Zo bestaan er meer gerecht
vaardigde verlangens bij onze
partners in het Koninkrijk, en
het is zeer te hopen dat men
van Nederlandse zijde daaraan
tijdig tegemoet komt teneinde
de goede verhoudingen met de
West, welke juist in die laatste
vijftien jax-en zijn gegroeid, in
geen enkel opzicht te ver
storen. Het behoeft geen nader
betoog dat dit óók een Neder
lands belang is in een wereld
die nu eenmaal uiterst critisch
kijkt naar alle gedragingen
welke nog kunnen zwemen
naar kolonialisme.
van zuiver Nederlandse oorsprong. Men
is daarmee in 1945 in alle bescheidenheid
gestart met als ideaal „Wij willen niet
zijn een beweging in een kerk, maar de
kex-k in beweging". De jonge christenen
uit alle kerken worden opgeroepen om te
getuigen van hun geloof, om gesprekken
aan te knopen met hen voor wie Christus
nog geen realiteit in het leven is.
De initiatiefnemers hebben destijds na
melijk geconstateerd, dat er in hun naas
te omgeving talloze jonge ménsen zijn die
door allerlei omstandigheden weliswaar
buiten de kerk staan, maar die toch vol
strekt niet onverschillig zijn ten opzichte
van godsdienstige waarden. Een kerkdienst
echter of een meeting spreekt hen niet
voldoende aan. Zij vinden deze te plecht
statig, te liturgisch of in ieder geval te
onpersoonlijk. Zij zoeken het directe en
persoonlijke contact met hun eigen leef
tijdgenoten die een eenvoudige en eerlijke
christelijke levensovertuiging hebben. In
dit opzicht willen degenen, die zich bij
Jeugd en Evangelie hebben aangesloten,
een dienende taak verrichten.
Men komt daartoe in kringverband (elke
kring bestaat ten hoogste uit tien tot twaalf,
meestal vaste, deelnemers) eens in de
veertien dagen bijeen. Na een korte inlei
ding over een bepaald onderwerp volgt
een algemene bespreking, die een getui
gend karakter draagt. Op deze kringen
zijn zowel kerkelijken als buiten-kerkelij-
ken aanwezig.
Dit kx-ingwerk en het daarmee samen
hangende persoonlijke contact acht men
verx-eweg het belangrijkste in Jeugd en
Evangelie. Er zijn wel andere activiteiten,
zoals een gezamenlijk bezoek aan een mu
seum of een concert, de organisatie van
weekend- en zomerkampen, het vormen
van sport- en volksdansgroepen, maar
al deze dingen hebben uiteindelijk steeds
weer dezelfde bedoeling: persoonlijk con
tact met de naaste.
In het begin waren het uitsluitend jonge
mensen uit de Hervormde Kerk en de Ge-
reformeex-de Kerken, die hier samenwerk
ten. Later sloten er zich ook Baptisten,
doopsgezinden, vrij evangelischen, chris
telijk gerefox-meerden en anderen bij aan.
Men kan bij deze beweging dus spre
ken van een oecumenische samenwerking
Voortdurend wox-dt er in de kringen op
gewezen dat men toch vooral trouw moet
zijn ten opzichte van de kerk waartoe
men behoort, maar tegelijk acht men het
gewenst, mogelijk en zelfs noodzakelijk
om, ondanks de verschillende kerkmuren,
naast elkaar en gemeenschappelijk te ge
tuigen van het geloof in Christus.
Dat met name hervormde en gerefor
meerde jonge kerkleden elkaar in Jeugd
en Evangelie hebben gevonden om ge
meenschappelijk getuigen van Christus te
zijn, mag als een belangrijke bijdrage en
als een goed voorteken worden beschouwd
ten opzichte van het gesprek en het con
tact tussen deze kerken. In vergelijking
met de vooroorlogse situatie zijn de ver
houdingen tussen de Hervoxrmde kerk en
de gereformeerde kerken weliswaar in
menig opzicht vex-beterd, maar de officië
le betrekkingen zijn nog steeds moeizaam.
De jonge mensen uit Jeugd en Evangelie
vinden het een vreugde om gezamelijk
apostolair bezig te zijn.
Ook in Haarlem
De direkte aanleiding om u een en an
der mee te delen over het ontstaan, het
doel en de werkwijze van Jeugd en Evan
gelie hangt samen met een reeks activi
teiten waarmee de Haarlemse afdeling
binnenkoxt een begin zal maken. In een
onlangs gehouden bijeenkomst werd ons
ten aanzien van deze plannen het volgende
bekend gemaakt.
Op 7 december zal er in de Doopsge
zinde kerk te Haarlem een appèlavond
worden gehouden onder het motto: „Draai
er niet om heen". Op deze avond zal het
woox'd worden gevoerd door de hervormde
predikant dr. G. Snijders en door de ge-
refox-meerde ds. Okke Jager. De eerste
spreker zal een analyse geven van de hui
dige kerkelijke en geestelijke situatie in
onze dix-ecte omgeving, terwijl ds. Jager
zal uiteenzetten langs welke wegen een
reveil mogelijk is. Deze samenkomst is in
het bijzonder belegd voor jonge, bewuste
christenen en de bedoeling is dat zij zullen
worden uitgenodigd om actief deel te ne
men aan de Haarlemse afdeling van
„Jeugd en Evangelie".
De aandacht gaat vex-der uit naar een
reeks zondagmorgen-samenkomsten in een
van de Haarlemse bioscopen. Van de zij
de van de betrokken directie is in dit
opzicht alle medewerking toegezegd. Naar
analogie van wat er in andere steden
gebeurt, denkt men hier jonge mensen te
ontmoeten die buiten het kex-kelijk leven
staan. Wars van alle liturgische vor
men en kanseltaal wil men met deze jon
geren spreken over de betekenis en de
achtergrond van 't christelijk geloof. Over
deze en nog andere plannen, onder meer
de benadering van de „nozems", zal op
bovengenoemde avond in de Doopgezinde
Kex-k nader worden ingegaan.