De IJmond van streek tot stad JEUGD EN EVANGELIE iJMIHflCIIREf Nederland en de West JaaC-iatia KERKELIJK LEVEN WITTE KRUIS WITTE KRUIS 5 Een onderzoek Kistje met f 6500.- uit vakbondskantoor gestolen Japanners gaan wrakken bergen bij Nieuw-Guinea ZATERDAG 19 NOVEMBER 1960 Hedenmorgen heeft de Stichting Noordholland voor Maatschappelijk Werk te Haarlem een boek, onder de titel „De IJmond van streek tot stad" doen ver schijnen. Het is het resultaat van een wetenschappelijk onderzoek, dat door ge noemde stichting in samenwerking met vier landelijke sociologische instituten werd ingesteld naar de in de gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk voor komende structuurveranderingen en de bedoeling ervan is de beleidsinstanties clie ermee, te maken hebben richtlijnen aan te geven. Het onderzoek werd ingesteld op verzoek van de gemeentebe sturen, de directies der grote bedrijven en particuliere instel lingen in de IJmond. Het boek, in feite een 225 pagina's tellend eindrapport, werd vanmorgen door de heer J. J. G. Boot, voorzitter van de Stichting Noordhol land voor Maatschap pelijk werk, in tegen woordigheid van de Commissaris der Ko ningin. leden der Ge deputeerde Staten en gemeentebesturen aangeboden. Na 'n be schrijving van groei en ontwikkeling der drie IJmondgemeen- ten werd een aantal facetten vrij uitvoerig behandeld. Voor de wijze waarop dit is eeschied, kan men slechts grote waar dering hebben: de basisrapporten zijn herschreven tot goed leesbare, dikwijls zelfs boeiende lectuur Vele van de pro blemen die zich in de IJmondgemeenten voordoen, kan men elders in Nederland ook aantreffen; ze zijn dikwijls al eerder uitputtend be handeld, zij het meestal zonder algemeen aanvaardbare oplossing als resultaat. Het is bepaald niet zo, dat alleen in de IJmondgemeenten problemen zijn ont staan door de infiltratie van immigranten of door de overgang van de autochtone bevolking. De ontmoeting van oude en nieuwe bevolking en de aangename, min der aangename en beslist onaangename dingen die daarbij gebeuren zijn zeker niet „specifiek IJmondens, Beverwijks of Heemskerks". Waar geeft het wonen in nieuwbouw eigenlijk geen problemen? Over het voor en tegen van nachtarbeid zijn dikke boeken geschreven en over het nut van het verenigingsleven eveneens. Waarom, zo zou men zich kunnen af vragen, zijn ze dan in dit boek nog eens onder de loep genomen, al deze „oude- bekende-problemen"? Had niet beter kun nen worden volstaan met de constatering, dat ze ook in de IJmondgemeenten aan wezig zijn? Wie het boek aandachtig leest van het begin tot het eind, dus niet hier en daar een „sappig hoofdstuk" (waartoe men zou kunnen rekenen het gedeelte waarin de intensieve roddel en de gevolgen ervan in de Oranjebuurt van Beverwijk worden be handeld) er uit pikt, die zal tot de con clusie komen, dat er in de IJmond wel degelijk iets unieks gaande is. Nergens in Nederland namelijk komen al deze proble men tegelijk, zo geconcentreerd en zo in elkander grijpend voor, als in het IJmond- gebied. Het is daarom noodzakelijk die per in te gaan op al deze facetten om tot een goed begrip van de aanwezige facto ren die tot een aanvaardbare oplossing zouden kunnen leiden te kunnen komen. Eén gebied Prof. dr. Sj. Groenman, hoogleraar aan de Rijksuniversiteiten te Leiden en Utrecht voorzitter van de vijf-en-een-half jaar ge leden geïnstalleerde Commissie-IJmond, is er van overtuigd, dat de vraagstukken van de IJmond slechts dan in het juiste licht worden gesteld, als men ze beschouwt te behoren tot het gebied-als-geheel. De ont wikkeling in welke der drie gemeenten ook is niet meer los te denken van de ontwik keling der beide andere. Hoe zal de toekomstige gemeentelijke indeling van het gebied zijn? Volgens prof. Groenman, spelen in de keuze of er in de IJmond uiteindelijk een of meer gemeenten zullen bestaan, argu menten een rol, waarvan de weging af hankelijk is van inzichten, die zich aan wetenschappelijke toetsing ten dele ont trekken. Die weging zelf verkrijgt, volgens hem, daarmee een subjectief element. Hij meent echter wel te kunnen zeggen, dat het niet juist zou zijn indien ten aanzien van de IJmond-problematiek een verbrok keld beleid zou worden gevoerd. Dit betekent, dat indien er noch een ge meente, noch een bovengemeentelijk or gaan met gezagsbevoegdheid zou komen, de verschillende gemeenten op de hoofd punten van het maatschappelijk beleid, zo als planologie, industrialisatie, woning bouw, recreatie en het opvangen van mi granten, tot een verregaande vorm van samenwerking zouden moeten geraken. Al dus prof. Groenman. Is die verregaande vorm van samenwer king ook te verwachten, indien die samen werking slechts op vrijwillige basis moet (blijven) geschieden? Ook hierop zal natuurlijk geen „weten schappelijk antwoord" verkrijgbaar zijn. Gezien de historie, kunnen de verwachtin gen in deze echter bepaald niet optimis tisch luiden. Een hechte samenwerking van alleen maar organisaties buiten de sfeer van de overheid, lijkt ons niet voldoende. Er ontstaat een IJmondstad en deze stad verkrijgt, volgens prof. Groenman, haar samenhangende structuur door twee dominerende elementen: de grootindustrie en de verkeersvoorzieningen, zoals het Noordzeekanaal, de Velser tunnel en de toeleidingswegen. Functioneel moeten de onderdelen van de IJmondstad aan deze structuurelementen beantwoorden. In het groot geldt dit voor industrieterreinen, we gennet, woonwijken, recreatieterreinen en Advertentie De nieuwe spaarbank en daarachter het eeuwenoude dorpskerkje van Heemskerk. agrarisch gebied; ook voor de verzor gingscentra. Aard en grootte der bestem mingen dienen niet onderling strijdig te zijn, maar op elkaar afgestemd. De diffe rentiatie der woonwijken moet worden ge zien tegen de achtergrond van de gehele stedelijke agglomeratie. Het maatschap pelijk beleid zal zich steeds moeten af vragen, of bepaalde maatregelen passen in het totale beeld van de IJmondstad. De eenheid, waarop zich een sociaal be leid zal dienen te richten, is momenteel nog in wording. Terwijl de objectieve voor waarden voor een samenhangende struc tuur aanwezig zijn in de vorm van de verkeerssituatie en een snel groeiende grootindustrie, ontbreekt een tegenwaarde in de beleidssfeer. Deze lacune zal in de kortst mogelijke termijn moeten worden opgevuld. Een groeiend besef van de noodzaak ener zeer nauwe samenwerking valt wel waar te nemen. Wordt eenmaal de juistheid van het toe komstbeeld ener IJmondstad erkend, dan is er geen vrijheid meer om deze ontwik keling in een andere richting te buigen, zo meent prof. Groenman. Het sociaal-wetenschappelijk onder zoek dat in de IJmond werd ingesteld, is verricht door: de Stichting Noord- holland voor Maatschappelijk Werk; het Sociologisch Instituut van de Ned. Herv. Kerk; het Katholiek Sociaal- Kerkelijk Instituut; het Gereformeerd Sociologisch Instituut; het Humanistisch Instituut voor Sociaal onderzoek en het Instituut voor Sociaal Onderzoek van het Nederlandse Volk, onder verant woordelijkheid van een door boven staande instituten ingestelde werk groep, die geleid werd door prof. dr. Sj. Groenman. Daags voor de aanbieding van het boek, zijn wij in de gelegenheid ge weest te constateren, dat sedert de af sluiting van de basisrapporten de bouw activiteiten in Heemskerk, Beverwijk en Velsen bpaald niet hebben stilge staan. Vooral wat in de kleinste ge meente, Heemskerk, in deze is gepres teerd, dwingt bewondering af. Prof. Groenman vonden wij ten slotte bereid antwoord te geven op enkele vragen. J|H" I WAT Deze stond land: in Het Vader- V.W. de Luxe 1958. 33000 km, le eigenaar verwarmd gestald f 4500. Br. no. 9393 Het Vaderland. Dat is natuurlijk reuze-prettig voor de le eigenaar, maar wat heeft de (eventueel) tweede ermee te maken? 1 HAEGS Ook deze stond in land: Het Vader- In Vélsen-Noord is in een snel tempo gebouwd. In „De Nilden" zijn vele flats verrezen. Alleen voor goed tehuis: Afgaanse windhond met stamboom, kamp. =j afst. Chique verschijning, 2 mnd. 125. Tel. 05292-3152. H Afgezien dan nog van het feit dat „chique" het Franse woord voor tabakspruim is (maar dat komt zeker omdat die sjieke verschijning bruin is). INMAAK De Rotterdammer had het over H „een foto waarin de fotograaf eigen heimwee heeft ingelegd". Ondanks de azijn smaakt dat bitter. El-El Het was geen zacht maar een hard ijtje dat Talarius door vele zijner lezers werd te verorberen gegeven over „in het gevlij komen". Het ligt hem nóg zwaar op de maag. Zonder bij hen nu in het gevlij te willen komen, noch zich zelf te wil- len vleien, moge hij te zoveelsten j| male constateren, dat zelfs Homeros wel eens sliep. MOEILIJK Volgens De Telegraaf heeft |j Jo Vincent gezegd: „Zangeressen als Mieke Télkamp, Greetje Kauffeld en Corry Brok- ken moeten primair het zingen s zien". Met alle respect voor mevrouw Vin- cent: het is een onmenselijke plicht. SAMEN „Islamieten en Christenen hadden samenspreking" deelt een kop in Haarlems| Dagblad mede. Ik had gisteren met een vriend een samenwandeling, waarna wij een glaasje samendron- ken voor dat wij gingen sameneten. Talarius I Uit het kantoor van de Amsterdamse afdeling van de Nederlandse Bond van Vervoerspersoneel is een geldkistje met ongeveer 6500 en een hoeveelheid vakan tiebonnen ter waarde van ongeveer 4000 gestolen. Het geldkistje stond in de ven sterbank van het gelijkvloers gelegen kan toor, dat dagelijks door tientallen arbei ders wordt bezocht. De voordeur staat overdag altijd open. De diefstal is ge pleegd toen er gedurende 20 minuten nie mand in het kantoor was. De politie neemt aan dat de dader geen onbekende ter plaatse is. Omstreeks maart zal een Japanse ber- gingsvloot beginnen met de berging van talloze tijdens de oorlog in de wateren van Nederlands Nieuw-Guinea gezonken sche pen. Alleen gezonken schepen die bij laag water op een diepte tussen 20 en 50 meter onder het wateroppervlak liggen, zullen worden geborgen. Op diepten van meer dan 50 meter wordt alleen gewerkt indien de verwachting bestaat dat de wrakken een kostbare lading bevatten. De werk zaamheden die 5 tot 7 jaar in beslag zul len nemen, zullen worden verricht bij Hol- landia, Biak, Manokwari en Sorong. De totale waarde van de wrakken wordt ge schat op 25 miljoen gulden. --o Advertentie N V. MD. „HOLSTER" - OVERVEEN Tel. K 2500 - 60002, 57290 en 57833 Centrale verwarming Airconditioning Aut. oliestook KORT NIEUWS „Italiaanse piloten". De politie te Amsterdam heeft een eind gemaakt aan de praktijken van een aantal Italianen, die langs de huizen textielstoffen verkochten, zonder dat zij over een ventvergunning beschikken. De stoffen werden bovendien tegen. te hoge prijzen verkocht. Vijf Italia nen, die zich hieraan schuldig hebben ge maakt, zijn aangehouden. Zij zijn als on gewenste vreemdelingen over de grens ge zet. Zij gaven zich uit als piloten. Toen de tweede wereldoorlog nog maar nauwelijks geëindigd was, kwam er uit Amerika naar Europa een „opwekkings beweging" speciaal bestemd voor jonge mensen, onder het motto „Youth for Christ". Langs methodistische weg pro beerde men de jeugd voor Christus te winnen en aanvankelijk voelden duizenden jonge mensen zich tot deze beweging aan getrokken. Naderhand werden de meetings sporadischer en minder druk bezocht. Mo menteel gaat het hierbij om een welis waar enthousiaste, maar in vergelijking met de beginperiode kleine groep, die de „Youth for Christ" trouw is gebleven. Mo gelijk zijn de methoden voor ons te Ame rikaans van opzet. Daarentegen groeit steeds meer en meer de interkerkelijke (protestantse) jongeren groep „Jeugd en Evangelie", een actie Advertentie DE £Chk PIJNSTILLER Inderdaad, verlaat u rustig op Witte Kruis. Zo gemakkelijk in te nemen want verkrijgbaar in drie vormen tabletten, poeders of cachets. DUTIM N.V. - OEGSTGEEST VERKOOP VAN ALLE MERKEN DUS RUIME KEUZE Ei^S ft ST I GROTE HOUTSTRAAT 18) fity b EL TEL. 14444 De Nederlandse bindingen met de West gaan meer dan drie eeuwen terug. Ook voor iemand met weinig historische zin is dit steeds weer duidelijk waarneembaar, wanneer hij de overzeese delen van ons Ko ninkrijk bezoekt. Het verklaart heel veel van wat daar tegen woordig leeft onder de bevol king, ook al hebben zich hier juist in de laatste jaren grote veranderingen voltrokken. Daarmee bedoelen wij niet te zeggen, dat door die band van driehonderd jaar de bevolking van de Antillen en van Suri name steeds meer aan Neder land verknocht is geraakt en als het ware geworden zou zijn tot trouwe vazallen. Integen deel, de band heeft meermalen gekneld en misschien nog er ger was het, dat er in dat langdurige verleden zo vaak sprake is geweest van onver schilligheid, ja, van verwaar lozing aan de Nederlandse kant. De grote concentratie van Nederlandse energie op Indonesië heeft zeker de West geen goed gedaan. Het was lange tijd heel moeilijk om Nederlanders van enig kaliber te vinden die bereid waren om in Suriname of op de Antillen te gaan werken en de meer malen gedane uiting van „laat ons die West liever verkopen", die bij ons alweer vergeten is al heeft niemand minder dan Colijn haar eens in de mond genomen is ginds heel hoog opgevat en men wordt er daar nog altijd aan herinnerd. De verhouding tot Suriname heeft steeds wat anders ge legen dan die tot wat men tot voor kort Curagao noemde, doch waarmee men de zes Nederlandse Antillen bedoelde. Suriname was een landbouw kolonie, beslaat een gróót'op pervlak, is zeer dun bevolkt en is tot een zekere mate van ont wikkeling gebracht door. mid del van de slavernij, die hier zeker niet minder hardvochtig werd uitgeoefend dan dat des tijds in de koloniën van andere Europese mogendheden het ge val was. Dit is diep gegroefd in de herinnering van de Suri- namers, grotendeels afstamme lingen van de vroegere slaven. De houding van Nederland ten aanzien van Suriname veran derde geleidelijk, toen de grote landbouw er, na de afschaffing van de slavernij, steeds meer achteruit ging en Suriname werd tot een „verliespost op de Nederlandse begroting", zo als men het met een ware boekhoudersterminologie uit drukte. Er werd in Suriname een uiterst zuinig, ja een schriel beheer gevoerd om dit verlies zo klein mogelijk te houden en in plaats van nieuw geld in het uitgestrekte land te investeren, vond er op grote schaal vernietiging van kapi taal plaats door de sluiting van de ene plantage na de andere. Suriname bevond zich, toen de tweede wereldooi-log ten einde liep, in een uitermate ver waarloosde toestand, ook al begon de ontginning van de geweldige bauxiet-reserves enige nieuwe hoop te brengen. Maar als geheel genomen was de aanblik van „de stad" en van de districten in één woord miserabel. Merkwaardig mocht het heten, dat juist in deze zo achterop gekomen Nederland se kolonie iets was gebeurd wat nergens anders ter wereld, behalve dan in Zuid-Afrika, is geschied: de Nederlandse taal was vrij algemeen doorgedron gen en tot dagelijkse spreek taal geworden voor de gehele Creoolse bovenlaag van de be volking. Daardoor deed en doet Suriname in allerlei op zicht meer Nederlands aan dan bijvoorbeeld Curagao. De verschillen tussen Suri name en de Antillen springen ook in ander opzicht in het oog. Curagao was een handels kolonie, bestaande uit enige slechts kleine en nogal dicht bevolkte eilanden die weinig natuurlijke hulpbronnen be zaten, een droog klimaat had den, en eigenlijk alleen hun ligging, ten opzichte van het naburige Zuidamerikaanse vasteland, van de natuur had den meegekregen. In die han delskolonie bestond geen be hoefte aan grote aantallen slaven en degenen die er op het eiland waren, maakten als huisbedienden vaak min of meer deel uit van het gezin van de koopmansfamilies. Veel van de bitterheid die in Suri name ontstond door de slaver nij is Curagao bespaard ge bleven. Ook de Antillen zijn lange tijd noodlijdend geweest toen eenmaal de slavenhandel, waarvoor Curagao een groot centrum was, verdween en toen alle naties x-echtstreeks handel konden gaan drijven op de onafhankelijk geworden Spaanstalige landen van het noorden van Zuid-Amerika. In de koloniale tijd daarentegen had Curacao een unieke positie ingenomen ten aanzien van die landen, en veel van hun bui tenlandse handel liep toen over de Nederlandse Antillen. In de eerste wereldooi-log ging opeens de positie van Cui-agao en Aruba weer bij zonder vooruit. Het Panama kanaal was juist voltooid en bracht deze eilanden, met hun goede havens, in de onmiddel lijke nabijheid van nieuwe en belangrijke scheepsx-outes. Maar vooral was van belang, dat de exploitatie van petro- leumbronnen in Venezuela op grote schaal ter hand werd ge nomen, en dat toen op de beide Nedex-landse eilanden enorme raffinaderijen werden ge bouwd. Deze verzekerden een welvaai-t welke snel toenam en ook leidde tot grote immigra tie. Het cosmopolitische karak ter van de Antillen werd er niet weinig door versterkt, en ook de zelfverzekei-dheid van de bevolking. Van een eenzij dige oriëntex-ing op Nederland, zoals die in Suriname steeds had bestaan, was danook geen sprake en onze taal werd ex- door de meesten beschouwd als een vreemde taal, zo goed als Engels of Spaans. Het papiamento werd gespx-oken door allen van hoog tot laag, met uitzondex-ing natuurlijk van degenen die vanuit Neder land erheen waren gezonden en die met de weinig vriende lijke benaming van macamba's werden aangeduid. Toch zou men hieruit ook weer niet de conclusie mogen trekken dat men op de Antillen geen prijs zou stellen op de band met Nederland. De bezetting van het moederland door de Duit sers, en alle ellende welke daarop volgde, werden meege leefd in de verte op de Antil len. Zo goed als dat in Suri name het geval was. Na de bevrijding heeft men gelukkig in Nedex-land snel be grepen, dat er in de West veel gedaan moest worden en dat op een geheel andere wijze dan tot dusverre het geval was geweest. In politiek opdicht moest men de bevolking zo vrij mogelijk maken en haar daardoor ook brengen tot zelf- wei'kzaamheid. In economisch opzicht kon Nederland bij dragen tot grote verbetering van de toestand van Suriname door behoorlijke bedragen te steken in ontwikkelingsplan nen, waarvan het Tienjaren plan het meest spectaculaire maar geenszins het enige voor beeld was. De Antillen hadden aanvankelijk een dergelijke investering niet nodig, maar thans is dit, door de relatieve achtex-uitgang van het raffi- nagebedrijf aldaar en ook door de snelle aanwas van de be volking, anders geworden. In Sux-iname daarentegen begint zich langzamerhand de stijging van de welvaart, en ook de daarmee samengaande ver betering op sociaal gebied, duidelijk af te tekenen. De politieke ontwikkeling kon aansluiten bij wat reeds van de jax-en vijftig van de vo rige eeuw af aan was geschied om in deze gewesten het zelf bestuur voor te bex-eiden: men kende reeds lang de Koloniale Staten en de Raad van Advies die de gouverneurs bij de uit voering van hun taak terzijde stonden. Een zonder twijfel gunstige factor was ook dat in de West het volksonderwijs al gemeen door de jeugd werd gevolgd zodat de invoex-ing van het algemeen kiesrecht hier niet behoefde te leiden tot ex cessen zoals die bijvoorbeeld zijn voorgekomen in Brits Guyana. De vei-houding tot Nederland, of liever de ver houding tussen de verschillen de rijksdelen onderling, werd uitgewerkt in een statuut, dat na lange en zoi-gvuldige voor bereiding in 1954 tot stand kwam. Zowel de interne auto nomie als de gelijkgerechtigd heid van de verschillende delen van het Koninkrijk in zaken van gemeenschappelijk belang vormen daarvan de grondslag. Niet zelden waren de onderhandelingen moei zaam en ook moeilijk, maar het uiteindelijke x-esultaat mocht toch bevredigend heten en heeft in de loop van de zes jaren, welke sedertdien alweer gevolgd zijn, in het algemeen goed voldaan. Tot de gemeenschappelijke taken van de regering van het Koninkrijk behoren de defen sie en de buitenlandse betrek kingen beide nauw met el kaar verbonden in onze weinig vi-eedzame wereld. Een onvol komenheid van het Statuut is, dat deze algemene Konink- rijks-aangelegenheden in feite worden behartigd door Neder landse ministeries en niet door organen van het Koninkrijk. De gevolmachtigde ministers van Suriname en de Antillen hebben een „droit de regard" op de werkzaamheden, welke aldus ten behoeve van het ge hele Koninkrijk worden uitge voerd, maar meer ook niet. In bepaalde gevallen, met name dan wanneer hun eigen speci fieke belangen sterk in het ge ding zijn, is dit niet voldoende. Men denke bijvoorbeeld aan de verhouding tot de Organi satie van Amerikaanse Staten, welke organisatie een steeds grotere rol gaat spelen in lan den gelegen nabij de Antillen en Suriname. Een zekere rechtstreekse binding met die organisatie zou danook voor beide overzeese rijksdelen van groot belang zijn, doch die bin ding zal moeilijk verkregen kunnen worden door de tus senkomst van een in Neder land, en dus ver buiten het Westelijk Halfrond zetelend, ministerie. Nederland als zo danig heeft nauwelijks recht streeks belang bij de O.A.S.; Suriname en vooral de An tillen echter des te meer. Zo bestaan er meer gerecht vaardigde verlangens bij onze partners in het Koninkrijk, en het is zeer te hopen dat men van Nederlandse zijde daaraan tijdig tegemoet komt teneinde de goede verhoudingen met de West, welke juist in die laatste vijftien jax-en zijn gegroeid, in geen enkel opzicht te ver storen. Het behoeft geen nader betoog dat dit óók een Neder lands belang is in een wereld die nu eenmaal uiterst critisch kijkt naar alle gedragingen welke nog kunnen zwemen naar kolonialisme. van zuiver Nederlandse oorsprong. Men is daarmee in 1945 in alle bescheidenheid gestart met als ideaal „Wij willen niet zijn een beweging in een kerk, maar de kex-k in beweging". De jonge christenen uit alle kerken worden opgeroepen om te getuigen van hun geloof, om gesprekken aan te knopen met hen voor wie Christus nog geen realiteit in het leven is. De initiatiefnemers hebben destijds na melijk geconstateerd, dat er in hun naas te omgeving talloze jonge ménsen zijn die door allerlei omstandigheden weliswaar buiten de kerk staan, maar die toch vol strekt niet onverschillig zijn ten opzichte van godsdienstige waarden. Een kerkdienst echter of een meeting spreekt hen niet voldoende aan. Zij vinden deze te plecht statig, te liturgisch of in ieder geval te onpersoonlijk. Zij zoeken het directe en persoonlijke contact met hun eigen leef tijdgenoten die een eenvoudige en eerlijke christelijke levensovertuiging hebben. In dit opzicht willen degenen, die zich bij Jeugd en Evangelie hebben aangesloten, een dienende taak verrichten. Men komt daartoe in kringverband (elke kring bestaat ten hoogste uit tien tot twaalf, meestal vaste, deelnemers) eens in de veertien dagen bijeen. Na een korte inlei ding over een bepaald onderwerp volgt een algemene bespreking, die een getui gend karakter draagt. Op deze kringen zijn zowel kerkelijken als buiten-kerkelij- ken aanwezig. Dit kx-ingwerk en het daarmee samen hangende persoonlijke contact acht men verx-eweg het belangrijkste in Jeugd en Evangelie. Er zijn wel andere activiteiten, zoals een gezamenlijk bezoek aan een mu seum of een concert, de organisatie van weekend- en zomerkampen, het vormen van sport- en volksdansgroepen, maar al deze dingen hebben uiteindelijk steeds weer dezelfde bedoeling: persoonlijk con tact met de naaste. In het begin waren het uitsluitend jonge mensen uit de Hervormde Kerk en de Ge- reformeex-de Kerken, die hier samenwerk ten. Later sloten er zich ook Baptisten, doopsgezinden, vrij evangelischen, chris telijk gerefox-meerden en anderen bij aan. Men kan bij deze beweging dus spre ken van een oecumenische samenwerking Voortdurend wox-dt er in de kringen op gewezen dat men toch vooral trouw moet zijn ten opzichte van de kerk waartoe men behoort, maar tegelijk acht men het gewenst, mogelijk en zelfs noodzakelijk om, ondanks de verschillende kerkmuren, naast elkaar en gemeenschappelijk te ge tuigen van het geloof in Christus. Dat met name hervormde en gerefor meerde jonge kerkleden elkaar in Jeugd en Evangelie hebben gevonden om ge meenschappelijk getuigen van Christus te zijn, mag als een belangrijke bijdrage en als een goed voorteken worden beschouwd ten opzichte van het gesprek en het con tact tussen deze kerken. In vergelijking met de vooroorlogse situatie zijn de ver houdingen tussen de Hervoxrmde kerk en de gereformeerde kerken weliswaar in menig opzicht vex-beterd, maar de officië le betrekkingen zijn nog steeds moeizaam. De jonge mensen uit Jeugd en Evangelie vinden het een vreugde om gezamelijk apostolair bezig te zijn. Ook in Haarlem De direkte aanleiding om u een en an der mee te delen over het ontstaan, het doel en de werkwijze van Jeugd en Evan gelie hangt samen met een reeks activi teiten waarmee de Haarlemse afdeling binnenkoxt een begin zal maken. In een onlangs gehouden bijeenkomst werd ons ten aanzien van deze plannen het volgende bekend gemaakt. Op 7 december zal er in de Doopsge zinde kerk te Haarlem een appèlavond worden gehouden onder het motto: „Draai er niet om heen". Op deze avond zal het woox'd worden gevoerd door de hervormde predikant dr. G. Snijders en door de ge- refox-meerde ds. Okke Jager. De eerste spreker zal een analyse geven van de hui dige kerkelijke en geestelijke situatie in onze dix-ecte omgeving, terwijl ds. Jager zal uiteenzetten langs welke wegen een reveil mogelijk is. Deze samenkomst is in het bijzonder belegd voor jonge, bewuste christenen en de bedoeling is dat zij zullen worden uitgenodigd om actief deel te ne men aan de Haarlemse afdeling van „Jeugd en Evangelie". De aandacht gaat vex-der uit naar een reeks zondagmorgen-samenkomsten in een van de Haarlemse bioscopen. Van de zij de van de betrokken directie is in dit opzicht alle medewerking toegezegd. Naar analogie van wat er in andere steden gebeurt, denkt men hier jonge mensen te ontmoeten die buiten het kex-kelijk leven staan. Wars van alle liturgische vor men en kanseltaal wil men met deze jon geren spreken over de betekenis en de achtergrond van 't christelijk geloof. Over deze en nog andere plannen, onder meer de benadering van de „nozems", zal op bovengenoemde avond in de Doopgezinde Kex-k nader worden ingegaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 5