Ravage op spoorbaan bij Woerden
Geneesmiddelenwet hangt
op één kleinigheid
Straaljager op boerderij gestort
„Religieuze opdracht van de ouders
moet in hun naam worden vervuld"
Marihuana-schandaal
in Scandinavië
Werf actie om een „hoofduitvoerder
te vinden bleef vruchteloos
Infiltratiepoging op
Nieuw-Guinea
„Spul" kwam van
grossiers in Nederland
ANNEKE BEEKMAN 20 JAAR
Djakarta weet van niets
Nieuwe regeling voor
uitkeringen aan
oorlogsslachtoffers
Uitspraak in kort geding
om „Zwitserse horloges"
2 MG 2 2 NOVEMBER 196 0
Op aanwijzingen van de Deense politie,
die twee maanden geleden een waardevol
le aanwijzing kreeg, heeft de politie te
Stockholm twee buitenlanders en een
Zweed aangehouden die verdacht worden
van marihuana-smokkel. De politie heeft
geweigerd, over de buitenlanders medede
lingen te doen. Slechts is opgemerkt dat
de groep, waarvan zij deel uitmaakten,
vertakkingen heeft in Nederland en Dene
marken. Men verwacht nog meer arresta
ties.
Een week geleden heeft „Interpol" op
verzoek van de Deense justitie alarm ge
maakt en signalementen rondgeseind van
een aantal verdachten.
Twee hunner kwamen de vorige week
per auto in Zweden aan. Ze zijn tot gister
avond door de Zweede politie gescha
duwd. De aanhouding vond plaats in een
woning in het zuiden van Stockholm en
een Zweed, die marihuana zou kopen werd
tegelijkertijd aangehouden.
Twee maanden geleden had een vrouw
in Denemarken ontdekt dat haar dochter
sigaretten met marihuana rookte. Zij
waarschuwde de politie en stuurde enkele
sigaretten mee die zij haar dochter had
afgenomen.
De Deense politie ontdekte toen een in-
ternationale smokkelgroep. Het scheen
j dat de marihuana afkomstig was van
i „grossiers" in Nederland, die vertegen-
j woordigers hadden in Zweden en Dene-
marken.
De politie heeft de aktie tegen de smok
kelaars nog niet afgesloten en wenst daar
om op het ogenblik geen nadere inlichtin
gen te geven.
De auto waarin de twee buitenlanders
j naar Stockholm kwamen, droeg een bui-
tenlandse nummerplaat.
Van een onzer redacteuren)
Vorige week hebben wij, naar aanleiding
van een fout bij een farmaceutische indus
trie in Haarlem, de aandacht gevestigd op
het vreemde feit, dat de nieuwe wet op
de Geneesmiddelenvoorziening nu al twee
jaar en acht maanden op de noodzakelijke
uitvoeringsbeschikkingen wacht.
Waarom houdt de overheid deze brood
nodige wet, die een eind kan maken aan
de nu al jarenlange chaos op het gebied
van de geneesmiddelenvoorziening, nog
maar steeds in de ijskast?
Het zojuist verschenen jaarverslag 1959
van het ministerie van Sociale Zaken en
Volksgezondheid geeft op die vraag een
antwoord, dat een wonder van vaagheid
is: „In het verslagjaar werd de invoering
van de wet voorbereid, de concepten der
uitvoeringsmaatregelen zijn nagenoeg ge
reed en met de voorbereiding der in te
stellen commissies werd een aanvang ge
maakt", aldus dit verslag, waar men dus
niets wijzer van wordt.
De ware oorzaak zit dieper. De hele
zaak hangt eigenlijk op een financiële
kleinigheid: men kan geen geschikte
figuur vinden, die bereid is, het secre
tariaat van de drie commissies, waar
in de nieuwe wet voorziet, op zich te
nemen. Het honorarium dat de rege-
ring voor deze sleutelfiguur beschik
baar wil stellen, is namelijk zo schriel
dat er zich totnogtoe geen enkele aan
vaardbare kandidaat voor deze be
langrijke functie heeft aangemeld, om
dat zij, die de vereiste kwalificaties
bezitten, in het particuliere bedrijf veel
meer kunnen verdienen. Het oude
liedje dus weer.
Om precies te begrijpen hoe de vork in
de steel zit, moet men weten dat de nieu
we wet voorziet in de instelling van enkele
organen, die tezamen toezicht houden op
de naleving der wettelijke bepalingen. Het
algemene toezicht zal worden toever
trouwd aan een Geneesmiddelencommissie
samengesteld uit overheidsvertegenwoordi
gers en representanten van artsen, apo
thekers, industrie en handel. Ten tweede
komt er een college ter beoordeling van
verpakte geneesmiddelen dat belast is met
de registratie der spécialité's en met de
intrekking van die registratie ingeval van
overtreding der wettelijke bepalingen.
Tenslotte moet er een keuringsraad inge
steld worden die beoordeelt of de aanprij
zing der verpakte geneesmiddelen wel
door de beugel kan.
Alle drie deze oi-ganen hebben de be
voegdheid, overtreders van de bij de
nieuwe wet gestelde bepalingen te doen
bestraffen met uitsluiting of met hechte
nis of een geldboete van vijfduizend gul
den.
De regering zou in al deze organen ver
tegenwoordigd moeten worden door één
en dezelfde man die daarin dan de functie
van secretaris zou moeten vervullen. De
gedachten gingen dgarbij uit naar een al
wat oudére farmacoioog die een -brede
vakkennis zou paren aan een brede er-
varing in de omgang met mensen van
allerlei niveau en een evenredige dosis
tact.
Nu zijn zulke figuren stellig wel te vin
den, mits men hun een behoorlijke finan
ciële positie kan bieden, en dat kon Volks
gezondheid nu juist niet. Na een moeiza
me, langdurige procedure via het Bureau
Organisatie en de ministeries van Binnen
landse Zaken en van Financiën kwam er
eindelijk een machtiging om zulk een sleu
telfunctionaris aan te trekken en wel tegen
een geldelijke beloning van ongeveer 1200
gulden per maand. Volgens deze machti
ging moest de functie namelijk gelijkge
steld worden met die van een wetenschap
pelijk hoofdambtenaar A, wiens bezoldi-
gingsgrenzen zich bewegen tussen 1211
en 1472 per maand en voor dit bedrag
(Van onze Amsterdamse redacteur)
De Neder-landse Zionistische Studenten-
oi-ganisatie, afdeling Amsterdam, heeft ter
gelegenheid van de twintigste vei-jaardag
van het Joodse weesmeisje Anneke Beek
man een door achthonderd personen be
zochte bijeenkomst gehouden in Krasna-
polsky. De bijeenkomst stond onder vooi"-
zittex-schap van prof. mr. Ch. J. Enschedé,
hoogleraar aan de juridische faculteit van
de gemeente-universiteit van Amsterdam.
Prof. dr. E. L. Smelik, hoogleraar in de
theologie aan de universiteit van Amster
dam, sprak als vertegenwoordiger van het
protestantse volksdeel „Laten we er geen
anti-papistische rel van maken" zei hij.
„Het gaat niet om het winnen of veidiezen
van een zieltje, maar om een kind dat
dient te wórden teruggebracht in de sfeer
die de oudei's hebben gewild".
Px-of. Smelik achtte het onjuist dat de
dames Van Moorst zich zo hebben ge
hecht aan het kind, hoewel zij tevoren wis
ten dat het ging om een tijdelijk patx-o-
naat. Hij legde er in het bijzonder de na
druk op dat er geen volk is, dat zoveel
waarde hecht aan een godsdienstige op
voeding van het kind door de ouders als
juist het Joodse volk. De ouders van Anne
ke hadden een religieuze opdracht en die
opdracht dient thans in hun naam te wor
den vervuld. Prof. Smelik meende dat er
misbruik is gemaakt van de omstandig
heid dat de ouders de opvoeding niet kon
den voltooien.
De katholieke journalist P. M. Smedts
wees erop dat de meeste katholieken in de
ooi-log hun plicht goed hebben begrepen.
De dames Van Moorst zag hij als uitzon-
deringen bij wie eigenzinnige en bekrom
pen opvattingen over het geloof de liefde
voor het kind hebben overtroffen. Een
groot deel van de verontwaardiging van
het publiek heeft zich op de kex'kelijke
overheid gericht. De heer Smedts zei zeer
verwonderd te zijn over de houding van
het episcopaat, welke hij niet begreep.
Aan de andere kant betwijfelde hij of de
bisschoppen de dames Van Moorst tot an
dere gedachten zouden kunnen brengen.
„Niet-katholieken hebben vaak een hogere
dunk van bisschoppen dan de katholieken
zelf. Er zijn zelfs bisschoppen die hun
eigen gedachten nog wel eens willen zien
als ingeving van de Heilige Geest".
De heer Smedts vx-oeg zich af wat men
thans wil. Niemand weet waar Anneke is,
niemand weet hoe ze denkt. De kans is
niet uitgesloten dat ze de bekrompenheid
met haar pleegmoeders deelt. Het is geen
kind meer, ze is volwassen. Haar thans
weghalen uit haar milieu zal alleen maar
leiden tot verdere verwikkelingen voor dit
meisje."
De Joodse advocaat mr. H. R. Eyl ging
diep in op de juridische kant van de zaak-
Beekman. Een Joodse opvoeder kan het
belang van Anneke 't best begrijpen, zo stel
de hij. Gezien in het licht van afkomst
en historische gesteldheid is het een le
vensbelang voor haar, terug te keren in
het Joodse milieu. Wil haar ontwikkeling
zin hebben dan zal zij in een bepaalde fa
se van haar leven moeten pax-ticiperen in
het lot van haar ouders.
Evenals deze drie sprekers had prof.
Enschedé oog voor de tragiek van de da
mes Van Moorst. Voorts meende hij dat
men niet alleen moet stilstaan bij de zaak-
Anneke Beekman, maar vooral bij de jon
ge vrouw Anneke Beekman. Te zijner
tijd zal Anneke als jonge vrouw haar weg
naar een eigen keuze moeten zoeken en
vinden in de maatschappij. Ze moet ech
ter kiezen om te kunnen zoeken en vinden.
De vrees bestaat dat zij tot dusver in te
grote eenzijdigheid is opgevoed.
Prof. Enschedé hoopte dat het mogelijk
zal zijn dat de Joodse gemeenschap, die wet
telijke en morele verplichtingen heeft, de
kans zal krijgen zich met Anneke in ver
binding te stellen om haar te wijzen op de
mogelijkheid van een keuze en haar te la
ten weten wie haar ouders waren.
De bijeenkomst werd ondermeer bijge
woond door opperrabbijn Berlinger van
Utrecht, opperrabbijn Vórst van Rotter
dam, rabbijn Pels van Amsterdam, de
kerkeraadsleden van de Nederlands-Israe-
litische hoofdsynagoge en een zestal fami
lieleden van Anneke Beekman.
kan men tegenwoordig nauwelijks een pas-
af gestudeex-de farmaceut krijgen, laat
staan een man met een langjarige erva
ring op wetenschappelijk en maatschappe
lijk topniveau. Het resultaat was dan ook
dat er, ondanks hex'haaldelijke adverten
ties in de vakbladen, geen enkele geschik
te kandidaat kwam opdagen en dat er ook
nu ruim twee jaar na het begin van
deze wervingsactie, nog niemand gevon
den is.
Na veel heen en weer gepraat is er nu
eindelijk toestemming verleend om voor
deze functie het reservepotje, waarin arti
kel 19 van het Bezoldigingsbesluit voor
ziet, aan te spreken, waardoor de funtio-
naris in spe boven zijn genoemde salaris
nog een kleine maandelijkse toelage in
uitzicht gesteld kan worden.
Zou men er thans nog niet in slagen, de
geschikte man te vinden dan zal men of
zijn eisen ten aanzien van deze belangrij
ke functionaris aanzienlijk lager moeten
stellen met alle nadelen van dien of
de uitvoering van de Geneesmiddelenwet
opnieuw op de lange baan moeten schui
ven, hetgeen in verband met de eerder
gesignaleerde chaos op dit gebied, eigen
lijk een onmogelijkheid is. Ook hier
wreekt zich dus weer de schrielheid van
het bezoldigingsbeleid der overheid: Den
Haag zal eindelijk dienen in te zien, dat
kwaliteit nooit op een koopje te verwer
ven is!
Het ministerie van Binnenlandse Zaken
deelt thans mede, dat ongeveer een week
geleden op de zuidwestkust van Neder
lands Nieuw-Guinea een kleine doch goed
uitgeruste groep Indonesische militaire
infiltranten aan land is gekomen. Zij wa
ren voorzien van geweren, handgranaten
en ook van enkele automatische wapens.
Kort nadat zij gesignaleerd waren, had
een tegenactie plaats. Gevangen genomen
infiltranten verklaarden, dat binnenkort
nog andere groepen zouden volgen.
In officiële kringen in Den Haag ver
klaart men, dat dit Indonesische optreden
wel zeer in strijd is met de hex-haaldelijk
gegeven verzekering, dat Indonesië de ver
wezenlijking van zijn aanspraken ten aan
zien van Nieuw-Guinea slechts met vreed
zame middelen zou nastreven.
Djakarta verklaart niets te weten van
een landing in Nederlands Nieuw-Guinea.
Een woordvoerder, luitenant-kolonel Soe-
narjo, zei dat het hoofdkwartier van het
Indonesische leger geen berichten had ont
vangen over „enigerlei actie aan de gren
zen van West-Irian".
De woordvoerder zei over het desbetref
fend bericht uit Den Haag dat het zeer
onwaarschijnlijk was dat enigerlei actie
had plaatsgehad. Er was geen rapport
over militaire activiteiten in West-Irian
ontvangen in Djakarta van de „regionale
oorlogsadministrateur". Ook zei de woord
voerder dat er beslist geen invasie was.
(UPI).
De minister van Maatschappelijk Werk,
mej. dr. Klompé, heeft de Rijksgroepsre
geling Oorlogsslachtoffers 1940-1945 vast
gesteld, welke de Regeling Hulpverlening
Oorlogsslachtoffers met ingang van 1 ja
nuari 1961 zal vervangen. De wijzigingen
zijn in hoofdzaak van technische aard,
waardoor de uitvoering van deze rijks
groepsregeling door de gemeenten aan
merkelijk wordt vereenvoudigd.
De nieuwe regeling onderscheidt zich van
de oude door een geheel gewijzigde op
bouw om tot vaststelling te komen van de
periodieke uitkeringen voor levensonder
houd. Hierbij is o.m. van belang, dat de
regeling slechts één maximum normaal
inkomen basis voor de berekening van
een dergelijke uitkering kent.
In een brief aan de gemeentebesturen
vestigt de minister de aandacht op de be
langrijkste veranderingen. De regeling
volgt voortaan automatisch een eventue
le loonbeweging, omdat voor de vaststel
ling van het maximum, waarnaar een pe
riodieke uitkering wordt berekend, het
maximum dagloon is gekozen waarover
sociale verzekeringspremies zijn verschul-
digd (thans f 20,-). Als minimum voor de
berekening van een uitkering geldt het
loon van een ongeschoolde in de gemeen
te van hulpverlening. Wat de verstrekking
van bijzondere uitkeringen betreft, schept
de nieuwe regeling grotere mogelijkheden,
omdat ook een indirect causaal verband
met het oorlogsgebeuren in het vervolg
aanleiding daartoe kan zijn.
Tenslotte wijst minister Klompé in haar
brief aan de geineentebesturen op de slot
bepalingen van deze rijksgroepsi-egeling,
ten gevolge waarvan een belanghebbende
in geen geval een eventueel financieel na
deel van de invoering zal ondervinden.
Voor 1960 wordt het aantal periodieke
uitkeringen aan oorlogsslachtoffei-s op
grond van deze regeling geraamd op rond
5000. Op de begroting van het ministerie
van Maatschappelijk Werk is voor deze
rijksgroepsregeling voor 1960 uitgetrokken
7.325.000 en voor 1961 8.500.000.
Voor de groep gex-epatrieerden wordt
een nieuwe rijksgroepsregeling vastge
steld, welke binnenkort bekendgemaakt
wordt.
De president van de rechtbank in Am
sterdam heeft vonnis gewezen in het korte
geding dat de directeur van een importhuis
in Den Haag had aangespannen tegen een
Amsterdamse koopman, die handel drijft
onder de naam Polis en De Gouden Lan
taarn over het door de laatste in postox-der-
advertenties te koop aanbieden van niet-
Zwitserse uurwerken onder het predikaat
„origineel Zwitserse horloges".
De president achtte de handelwijze van
de gedaagde onrechtmatig jegens eiser en
verbood de Amstex-damse koopman het
naar buiten te doen voorkomen alsof zijn
handel uitsluitend Zwitserse horloges be
treft, dit onder een dwangsom van 1.000
per dag.
(Vervolg van pagina 1)
De enige die iets van het ongeluk zag
was de 24-jarige chauffeur van een
melkauto J. de Haan uit Baijum, die
op enige tientallen meters van de
boerderij juist de smalle landweg op
reed. Hij zag een geweldige vuurzuil
waax-mee de vliegtuigbenzine ontplofte,
hoorde de klap en voelde zich bijna
met auto en al van de weg afgedrukt.
Hij vloog de auto uit, hoewel hij bij de
verzengende vuurzee van de boerderij zelf
niets kon uitrichten. Maar in de stal kon
hij tenminste nog het vee losmaken. Acht
koeien holden naar buiten, maar stortten
zich daarna in de vlammen. Ze liepen
alle acht zoveel brandwonden op dat de
Rijkspolitie ze later moest doodschieten.
De in de stal achtergebleven koeien en
wat klein vee verkoolden in het vuur.
De klap werd ook verderop in het dox-p
en in andere dorpen in de omgeving van
Welsrijp gehoord, maar eerst begreep nie
mand wat er kon zijn gebeurd totdat de
grote vlammenzee het onheil deed ver
moeden.
Op slechts enkele tientallen meters af
stand van de plaats van de ramp staat
de boerderij van de veehouder S. Lykla-
ma a Nijeholt. Deze boerderij werd door
i'ondvliegende brokstukken licht bescha
digd. Mevrouw Lyklama a Nijeholt was
met haar ruim negentigjarige vader al
leen thuis. Haar man woonde de feest
avond van de christelijke boeren- en tuin-
dersbond in Franeker bij.
Toen mevrouw Lyklama a Nijeholt de
klap hoorde, x-ende zij naar buiten en zag
tot haar verbijstering, dat de boerderij
van het gezin Postma in een vuurzee was
veranderd. Zij belde haar man in Frane-
ker op. Daar werd de feestavond na het
bekend worden van de ramp afgebroken.
De luchtmacht heeft nog geen aanwijzin
gen dat het toestel in de lucht zou zijn
ontploft. Overigens tast zij over de oor
zaak van het verongelukken van het vlieg
tuig nog in het duister. De piloot heeft op
geen enkele wijze laten blijken dat er met
zijn toestel iets niet in orde zou zijn.
Toen luitenant-vlieger Snijders zich om
twaalf minuten voor acht met zijn toestel
boven Makkum bevond, vloog hij op circa
duizend meter hoogte. Hij zou daax-na in
de richting Emmen nog een di-iehonderd
meter stijgen. Kort daarna is het vliegtuig
verongelukt.
Vanmorgen is de minister van Defensie,
ir. S. H. Visser, in gezelschap van onder
meer de chef van de luchtmachtstaf, lui
tenant generaal H. Schaper, met een
„Friendship" van de Koninklijke lucht
macht van vliegbasis Ypenburg naar
Leeuwarden vertrokken en is vandaar naai
de plaats van het ongeluk gegaan.
(Vervolg van pagina 1)
De trein bestond uit elf wagens, waar-
v -."i cr negen ontspoorden en zwaar be-
r .Vd'gd werden. Zowel de baan als de
rische bovenleiding ter plaatse werd
vernield. Overal lagen koffers en tas
sen, die uit de wagons waren geslingerd.
Opruimingswerk
Ongeveer honderd man van de ongeval-
lendlenst der Nederlandse Spoorwegen be
gon reeds kort na het ongeluk met snij
branders de ravage van ingedrukte wa
gons en verwrongen bovenleidingmasten
op te ruimen. De locomotief van de ver
ongelukte trein stond nog in de rails even
als de eerste twee wagons. Zes van de
overige wagons waren gekanteld. Eén wa
gon lag gedeeltelijk in de sloot.
De gehele nacht is koortsachtig doorge
werkt. Pas tegen de morgen, toen het wat
lichter werd, kon men beginnen met het
opruimen van de gekantelde wagons. Sinds
zéven uur vanochtend kon tussen Gouda
en Utrecht over één spoor gereden wor
den. Er zijn bussen ingelegd tussen
Utrecht en Woerden, terwijl men per trein
weer verder kan van Woerden naar Lei
den.
Justitieel onderzoek
De justitie stelt een ondex-zoek in naar
dte oorzaak van de ontsporing. Op het
baanvak bij Woerden was in de nacht van
zaterdag op zondag een nieuwe wissel ge
legd. Van het feit dat op het baanvak
slechts met een snelheid van 40 kilometer
per uur gereden mocht worden waren de
machinisten op de hoogte gesteld. Elke
machinist, ontvangt in dergelijke gevallen
bij zijn dienstrooster een instructie, die
moet worden afgetekend. De officier van
Justitie in Utrecht heeft opdracht gegeven,
:m bij het depot Rotterdam van de Neder-
xndse Spoorwegen, tot welk depot de be-
-okken machinist behoort, te onderzoeken
de instructie ook afgetekend werd.
Op het baanvak was het gevaarlijke
- nt ook duidelijk aangegeven. Vermoed
■rdt, dat de machinist met een veel ho-
- 'e snelheid dan 40 kilometer heeft ge-
"en.
dek door de spoorwegen wordt een
-vzoek ingesteld. Hangende dit onder-
zal de machinist in de rangeerdienst
den geplaatst. Hij zal psychologisch en
sc'n worden onderzocht.
üe vernielingen waren enorm.
reddingswerk in volle gang bij het licht van schijnwerpers.
Een overzicht van de plek der ramp.