DREIGROSCHENOPER a.e u,tk«k.g*tro"*"
MUSICAL
BREFFORT SCHREEF
ALEXANDER
NIEUWE
VOOR
EEN
PATACHOU
Export verfijnt de smmmk
NA TELEVISIE-UITZENDING
HAGELT HET AANVRAGEN...
na na een kwart eeuw in
door een draaiverbod
NIEUWE UITGAVEN
Wekelijks toeg
aarlems Dasblad
GELT HET I
Onze tuin- en kamerplanten
EEN VOORAANSTAAND
Amerikaans zakenman be
sloot kc?rt na de oorlog om
een studiereis te maken
door enige Europese landen
om zich een oordeel te vor
men over de economische
situatie. Hij wilde de Euro
pese toestand uit eigen aan
schouwing leren kennen en
met leidende Europeanen
gesprekken voeren. Een
zeer vooraanstaand Frans
man bood hem in Parijs een
diner aan. Hij deed dat in
overleg met enige officiële
instanties. Er waren een
twaalftal gasten, allen be
langrijk voor de Amerikaan
om te ontmoeten, zoals de
Amerikaan voor hen een
belangrijke relatie kon wor
den. De maaltijd was goed
verzorgd en gezellig. Intus
sen vergat de gastheer het
zakelijke doel niet. Dit
bleek, toen hij opstond om
een toespraak te houden en
aldus de Franse belangen
onder de aandacht van zijn
Amerikaanse gast te bren
gen.
HIJ SPRAK overtuigend
en met vuur over de toe
stand in het na-oorlogse
Frankrijk. Hij wees op de
economische en financiële
moeilijkheden van zijn
zwaar getroffen vaderland.
Hoe gaarne had ik u (zei
hij) de prachtige produkten
van Franse bodem, onze
heerlijke kazen en onze
beste cognac willen aan
bieden. Helaas kan ik dat
echter niet doen, want, weet
u, wij zijn gedwongen, er
zoveel mogelijk van uit te
voeren om de beschikking
te verkrijgen over deviezen.
Maar ik hoop (besloot hij
zijn toespraak), dat u ge
noegen zult willen nemen
met de Engelse Stilton-kaas
en de Schotse whisky, die
wij u kunnen bieden. De
Amerikaan knikte glim
lachend „ja" en liet zich
later de ingevoerde kaas en
whisky voortreffelijk sma
ken.
EEN PAAR WEKEN later
bevond de Amerikaan zich
in Engeland. Hij bezocht
ook daar vele bedrijven en
voerde er tal van bespre
kingen. Natuurlijk zorgden
ook de Engelsen zo nu en
dan voor een passende ge
zellige sfeer. Als een der
hoogtepunten van die „ge
zelligheid" gold een diner,
te zijner ere gegeven door
een toonaangevende figuur.
Tegen het einde van de
maaltijd verhief zich een
man, die in de politieke
arena zijn mannetje stond,
van zijn zetel en hield een
toespraak. Hij wees op de
moeilijkheden in het na
oorlogse Engeland. Hij
pleitte voor hechte samen
werking met de Verenigde
Staten en voor dollarsteun
van Unclë Sam(De
Amerikaan, die dit liedje
reeds in vele toonaarden
had horen zingen, knikte
begrijpend)En be
sloot hij dat wij er alles
op zetten om te exporteren,
moge hieruit blijken, dat
wij u vanavond niet onze
beproefde Engelse kaas en
Schotse whisky kunnen
voorzetten wij voeren
vrijwel onze gehele produk-
tie uit maar wij hopen,
dat u met Franse cognac en
Franse kaas genoegen wilt
nemen. De Amerikaan
knikte glimlachend van „ja"
en liet zich de ingevoerde
cognac en kaas voortreffe
lijk smaken.
De Duitse schrijver Hans Hellmut Kirst is in de vertaling van Marius en Ans
tekent in zijn nieuwste roman MORGEN Broekmeyer verschenen „DE JOEGOSLA-
IS HET LEVEN ANDERS (De Boekerij, VISCHE VISIE", waarin is opgenomen
Baarn) de goedmoedige figuur Andreas Het programma van de Bond van Com-
Dreibaum, die zich door zijn koppige eer- munisten van Joegoslavië. Eigenlijk be-
lijkheid allerlei moeilijkheden op de hals hoort het land van Tito tot de neu-
haalt maar desondanks integer blijft en tralistische staten, als India, Indonesië en
van geen marchanderen weet. Dreibaum vele andere landen die eerst kortelings
is bedrijfsleider van een groothandel in hun zelfstandigheid hebben verworven,
groenten en is door zijn bekwaamheid bij Toch neemt Joegoslavië in deze groep een
deze zaak verreweg de belangrijkste man. afwijkende positie in, want het land is
Hij ontdekt een kastekort en wordt door door en door communistisch. Overigens
zijn niet al te scrupuleuze baas min of heeft men aan dit communisme een eigen
meer van fraude verdacht al verze- inhoud trachten te geven en daarover
kert deze onmiddellijk de zaak in der min- valt in dit boek veel wetenswaardigs te le-
ne te zullen regelen, omdat Dreibaum zen. Het is door Marius en Ans Broek
voor het bedrijf nu eenmaal zeer waar- meyer uit het Servokroatisch vertaald en
devol is. Daar wil de bedrijfsleider niet het is dus een werk waaraan de Joego-
van weten, hij doet zelf aangifte bij de Slavische regering haar goedkeuring heeft
politie en wil zijn betrouwbaarheid vastge- gehecht. Met andere woorden objectieve
steld zien. Als hij met „ziekteverlof" gaat, voorlichting over Joegoslavië en de daar
leert hij de ware aard van zijn vrienden heersende toestanden en opvattingen zoe-
pas goed kennen. Hij capituleert niet, ke men in dit boek niet, wel de partijvi-
doorstaat een moeilijke tijd en keert uit- sie, hetgeen iets anders is dan de Joego-
eindelijk op zegevierende wijze op zijn Slavische."
vroegere werkterrein, de markthallen, te- Na een algemene ideologische en poli
rug. Niet zonder geestigheid heeft Kirst tiek-filosofische inleiding wordt ingegaan
een onderhoudend verhaal over deze „klei- 0p verwezenlijking van de socialistische
ne oorlog" geschreven. Hij geeft geslaag- beginselen in alle facetten van het maat-
de typeringen van de integere bedrijfslei- schappelijk leven. .Dat Joegoslavië daar-
der, de keiharde en niet al te beschaaf- bij een eigen weg bewandelt valt niet te
de grote bazen en de rondborstige volks- ontkennen en dat die weg hier en daar aan
types. Gemoedelijk spottend bekijkt hij de vaardbaarder lijkt dan de zuiver bolsje-
verhoudingen tussen de grote jongens en wistische, is een feit. Maar Joegoslavië
kleine mensjes en vult zijn typeringen aan js een totalitaire staat, ondanks het fraaie
met eenvoudige levenswijsheden. beeld dat men in dit boek voorgescho-
Bij uitgeverij NIMO te Monnikendam teld krijgt.
„NA DE MISLUKTE televisie-uit
zending van de Dreigroschenoper
hagelt het thans aanvragen om de be
roemde film van Pabst weer op het
doek te brengen, maar we zitten he
laas met een draaiverbod", aldus de
heer W. Hulshof Pol, directeur van
het Amsterdamse f ilmtheater „De Uit
kijk", dat met deze rolprent een uniek
vertoningsrecord geboekt heeft. Er
zal wel geen theater ter wereld aan
te wijzen zijn, dat een film vijfen
twintig jaar sedert 1934 tot 1959
(met een onderbreking ten gevolge
van de oorlog) jaarlijks meerdere
weken heeft laten rouleren, waarbij
men op een trouwe vaste klantenT
kring kon rekenen. Hieronder waren
echte Mackie Messer-fans, die zelf
niet meer goed wisten, of ze de film
nu voor de tiende of twaalfde keer
zagen. Zowel de heer Hulshof Pol als
de directie van het betrokken Am
sterdamse filmverhuurkantoor „Ac
tueel" zijn zeer teleurgesteld over het
draaiverbod, dat samenhangt met
Oostduitse plannen om een nieuwe
versie van de „Dreigroschenoper" te
maken. Naar verluidt zouden de erf
genamen van de auteur Bert Brecht
en van de componist Kurt Weill zich
achter filmregisseur Ulbricht ge
schaard hebben, terwijl de Duitse
pers zich afvraagt, wie de verre van
makkelijke rollen zullen vervullen.
Daarbij is men zelfs zo ver gegaan,
dat voor Mackie Messer, in de oor
spronkelijke rolprent gespeeld door
Rudolf Forster, de naam van....
Frank Sinatra op 't tapijt gekomen is.
MAAR HOE DAN OOK de nieuwe
film laat almaar op zich wachten en het
is intussen zeer de vraag, of het „draai
verbod" wel voldoende rechtsgeldigheid
heeft. Het moeilijke punt in de hele af
faire is de vraag, wie nu eigenlijk de rech
ten van de Pabstfilm heeft. En hierbij ko
men we dan bij het merkwaardige re
laas van de heer Hulshof Pol, die zoveel
voor het filmische meesterwerk uit de der
tiger jaren gedaan heeft, dat men het bij
na een brok levenswerk van hem zou kun
nen noemen.
„De film werd oorspronkelijk over de
hele wereld uitgebracht door Warner Bro
thers en de première had niet plaats in
De Uitkijk, maar in 1933 in het Amster
damse Roxy-theater. Pas in 1934 begon
nen we de Dreigroschenoper jaarlijks in
roulatie te brengen. We gingen hiermede
door tot in 1940 ook nadat de nazi's
Brecht reeds tot verboden schrijver ge
proclameerd hadden. Daar bij de opsom
ming van zwarte lijst-films, die de Duit
sers lieten circuleren, abusievelijk deze
rolprent vergeten was, deden we, of ons
de neus bloedde en gingen weer verto
nen. Dit ging goed tot op de vrijdag van
de tweede speelweek, toen de S.D. ver
scheen om de film in beslag te nemen
en te vernietigen. Na de bevrijding pro
beerden we links en rechts een nieuwe ko
pie te pakken te krijgen, want hoewel het
negatief en alle kopieën verbrand sche-
De bedelaarskoning Peachum (Fritz Rasp)
in gesprek met de corrupte politiecommis
saris Tiger Brown (Reinhold Schünzel).
nen te zijn, veronderstelden we, dat er
gens in Europa nog wel een goede kopie
gevonden zou kunnen worden. Ten slotte
legden we de hand op een exemplaar uit
Tsjechoslowakije, dat echter in een te de
solate toestand verkeerde om te kunnen
draaien. Wij gaven de strijd echter niet
op en na lang zoeken kwamen we dan
aan de weet, dat de Russen in de Duitse
studio's van Neubabelsberg een goede ko
pie buit gemaakt hadden. Na onderhande
lingen lukte het overigens na inscha
keling van „Actueelfilm" om een af
druk van deze kopie naar Nederland te
krijgen. En zo verscheen dan in 1952 tot
grote vreugde der oude getrouwen de
„Dreigroschenoper" weer in De Uitkijk,
nadat we van dit herwonnen exemplaar
opnieuw een negatief voor het trekken van
verdere kopieën hadden gemaakt, want
iedere film is ten slotte na ongeveer 400
vertoningen versleten."
„DUIDELIJK WAS echter niet en is
het nog steeds niet of de rechten van
deze film als oorlogsbuit in Russische han
den gekomen waren of ergens anders thuis
hoorden. Dit beeld werd nog meer ver
troebeld door het feit, dat alle onderhan
delingen met Brecht over deze film na de
bevrijding op niets uitdraaiden, aangezien
hij zich na zijn aanvankelijke medewer
king achteraf van de rolprent distancieer-
de, omdat de meest bijtende en moge
lijk aanstoot gevende passages waren
weggelaten. Hij liet zich uit in de geest
van: Ik wil met deze film niets meer te
maken hebben; jullie doen er maar mee,
wat je wilt. Merkwaardig is ondertussen,
dat de Dreigroschenoper in Duitsland
nooit een groot succes is geweest en dat
men er in Nederland maar geen genoeg
van heeft kunnen krijgen".
„INDERDAAD STAAT men bij een
nieuwe verfilming voor het grote pro
bleem om de juiste mensen te vinden,
want men ontkomt bij een vertoning niet
aan het gevaar van een vergelijking met
het werk van Pabst, dat als een uiting
van filmkunst op eenzame hoogte staat.
Op de spelers, die toentertijd optraden,
kan men moeilijk nog een beroep doen.
want velen zijn overleden of inmiddels te
oud. Fritz Rasp, die de koning der bede
laars speelde Peachum leeft nog in
Oost-Duitsland en acteert nog wel eens,
evenals Ernst Busch, die als commenta
tor optrad en thans nog chansons brengt.
Lotte Lenja (Seerauberjenny) treedt nog
steeds als zangeres in de Ver. Staten op,
waarbij het merkwaardig is, dat haar
voordracht van het werk van Brecht
ik beluisterde gisteren nog een paar pla
ten van haar bij het behoud van een
voortreffelijke stijl toch minder bijtend en
milder is geworden
HET BEHOEFT OVERIGENS wel
geen betoog, dat men de filmkunst met
het verbod van het werk van Pabst,
die zo prachtig met licht en donker
wist te werken en die zijn types zo
feilloos koos, een zeer slechte dienst
bewijst. De regisseur heeft de sfeer
van het gegeven zeer goed weten te
treffen, zodat alle andere verfilmingen
steeds ver achter bleven. Daar het ge
geven van Brecht van Engelse origine
is (de „Beggars Opera" werd in het
begin der achttiende eeuw door John
Gray geschreven en zijn toneelstuk-
met-zang behandelde de grote mis
standen in de achterbuurten van Lon
den), kwam destijds ook een Engelse
versie met Laurence Olivier als Mac
kie Messer uit, maar de breed opgezet
te en kleurrijke enscenering kon het
volgens de fijnproevers niet halen bij
de manier, waarop Pabst zijn zwart
wit gehanteerd, had. Daarbij kwam
dan nog het feit, dat de teksten van
Brecht het slechts in het Duits „doen"
en bij een vertaling veel van hun es
prit verliezen.
BRECHT EN WEILL hebben de „Beg
gars Opera" na de eerste wereldoorlog uit
het vergeetboek gehaald, nadat het stuk
elk jaar op nieuwjaarsavond in de achter
buurten van Londen gegeven werd voor
boeven, bedelaars en de verdere bewoners
van de dokken, Hammersmith en Soho.
Daar de toegangsprijs 3 pence bedroeg,
kwam later de benaming „Driestuivers-
opera" in zwang.
Overigens vergaten we nog te vertellen,
dat Rudolf Forster. die op zo'n onnavolg
bare wijze aan Mackie Messer gestalte
gaf, ook nog in leven is en thans over
de 70 jaar oud is. Hij speelt af en toe
nog een bijrolletje in Oostenrijkse films
en wacht natuurlijk met spanning af, of
een nieuwe acteur straks de rol van zijn
leven zal kunnen overtreffen.
„HOE DAN OOK aldus de heer Huls
hof Pol ik wilde, dat ik de film thans
weer kon draaien, want dan was ik
vooral na deze televisieuitzending weer
voor weken onder de pannen. Voor mij
staat vast, dat men wel een nieuwe film
kan maken, maar nooit een betere. Per
soonlijk heb ik de film misschien wel
twintig keer gezien en ik kan me geen
enkele andere filmvoorstellen hoe goed
dan ook wier vertoning ik meer dan
drie of vier keer zou kunnen verdragen.
Zowel in cultureel opzicht als uit een oog
punt van filmhistorie is dit draaiverbod
zeer jammer. Hoezeer de film ook bij de
mensen leeft, blijkt uit de talloze aanvra
gen van filmliga's, studentenverenigingen
enzovoorts, die uit alle hoeken van het
land binnenkomen en die door Actueel
film met een bloedend hart afge
wezen moeten worden. Geen film door
wie ook gemaakt heeft ooit bewezen,
zoveel levenskracht te bezitten en, mede
als gevolg van een sobere filmstijl, totaal
niet te verouderen.
Jaap Stigter
PARIJS. Alexandre Breffort, gevierd auteur van „Irma la Douce", een blij
spel met liedjes waarin een Parisienne van de vlakte de geanimeerde hoofdrol
speelt, heeft een nieuwe stap gezet in de richting van de Franse musical. „Irma"
heeft intussen een mooie carrière gemaakt die haar zelfs tot op Broadway bracht,
en dat het voor Breffort bij dit enig kind niet zou blijven lag dus al wel voor de
hand. De musical blijft als moderne-vorm-van-amusemént die uit Amerika ge
ïmporteerd. werd, trouwens ook vele andere Fransen bestoken, zoals vorig jaar
nog bleek met Patronwaarvoor Marcel At/mé de tekst en Guy Béart de muziek
schreef, en waarmee Roland Petit en zijn vrouw Zizi Jeanmaire toen vergeefs
hoopten maanden, zo geen jarenhet publiek in Parijs, en misschien ook nog wel
elders, onder hun pannen te krijgen. Sedert het kortstondig leven dat. „Patron"
was toebedeeld, hebben we in het begin van dit seizoen ook nog een Frans-
Russische proeve „De kleine Datcha" in het. aanverwante domein van de
muzikale komedie mogen aanschouwen, een experiment dat. als een nachtkaars
nog eerder uitstierf. 7al Breffort met deze „Impasse de la F idélite" (De impasse
van de Trouw) nu ten tweede male wel op het goede paard hebben gewed?
Over een aantal troeven bleek hij zeker wel te beschikken, en ook voor deze
Franse musical moet de weg naar Broadway al geopend zijn.
OOK ZIJN NIEUWE
komedie speelt weer
in het Parijs der klei
ne neringdoenden,
van de bistro, de sla
ger. de apotheker, de
waarzegster, de loop
jongen, de kranten
vrouw, de gigolo, de
prostituées, en de
avonturiers op de
kleine en de grote
vaart. Een bont en
schilderachtig gezel
schap zoals dat niet
temin in en rond
haast ieder Parijs
buurtkroeg je wel te
vinden is en waarin
Breffort, die vroeger
zelf taxichauffeur
was alvoreps tot de
briljante journalistie
ke staf van de „Ca
nard Enschainé" te
behoren, het satiri
sche weekblad dat de
Franse spreektaal
met zoveel sappige
argot-termen heeft
verrijkt, zich thuis
voelt als de bekende
vis in het water. Een
soort Parijse folklore
had hij zich dus voor
af ten doel gesteld en
in de types die bij
hem over de planken
wandelen, herkent
men dan ook, in hun
voorkomen, hun
woordgebruik, hun
geintjes, hun opge
wekte levenshouding
en -visie, keer op keer
de eigen kruidenier of werkvrouw terug of
de caféhouder up de hoek van de straat.
En dat ze van tijd tot tijd hun kout en
kwinkslagen dan ook nog eens onderbre
ken met een refreintje of een liedje, ver
wondert eigenlijk voornamelijk alleen om
dat ze met uitzondering van Patachou
die de hoofdrol vervult voor die presta
ties wel wat te duidelijk ervaring missen.
IN TEGENSTELLING tot de dansen
vvaarvoor de zeer bedreven Amerikaanse
choreograaf Don Lurio was ingeschakeld,
die veel van Jerome Robbins moet hebben
geleerd, maakten de muziekjes een ietwat
het hof maakt en volgt tot in Zuid-Ame-
rika, waar haar fabuleuze rijkdommen
hem toch niet van zijn nostalgie naar
Parijs vermogen te genezen. Hij keert
dus terug naar zijn „Paname", ontmoet
weer al zijn kornuiten en bekenden, onder
wie ook de astrologe die hem weldra het
misverstand van tien jaar geleden onder
de ogen brengt. De vrouw die hem het
geluk wel zal doen proeven, woont nog
altijd in het quartier en ze verkoopt nu
bloemen om in het levensonderhoud van
haarzelf en van haar Jules, een Ameri
kaanse reus die haar uitbuit, te voorzien.
Ze heeft blond haar en twee moeder
vlekjes op de linkerschouder, en met die
kentekenen voor ogen begeeft René zich
op stap en op jacht om tenslotte, na een
macht van complicaties, toch die vrouw te
vinden: een ontmoeting waardoor dan te
vens de uitweg uit die beide impasses van
de trouw is gevonden.
HET VERHAALTJE is natuurlijk niet
meer dan een aanleiding voor een demon
stratie van dansspel, lied en vooral lokale
kleuren, en dat Breffort soms wel kenne
lijk met beide handen in de haren heeft
gezeten om na een zoveelste chanson de
handeling weer op gang te krijgen, dient
ge hem maar te vergeven, want voor dat
conflict is het verlossende en bevredigen
de woord nog nooit gevonden. Buitendien
krijgt ge bij al die tussenhaltes, royale
gelegenheden Patachou te zien. te horen
en te waarderen,
Frank Onnen
Patachou, voor wie Breffort zijn nieuwe
musical „Impasse van de Trouw" ontwierp.
bloedarme indruk, en potentiële „tophits"
heb ik onder de chansons dan ook niet
ontdekt (ofschoon men zich in die dingen
soms, en helaas, wel erg vergissen kan).
De titel „Impasse van de Trouw" heeft
betrekking op een man René en een vrouw
Dominique, tussen de dertig en de vijfen
dertig, die volgens madame Lucia, waar
zegster, elkander zijn voorbestemd, doch
elkaar voor 't eerst al mislopen na het
consult dat hem gegeven werd doordat
hij, per abuis, een andere dame aanklampt.
Palmen worden tegenwoordig niet zo
veel meer als kamerplanten gekweekt; ze
bloeien niet en het worden ook vrij om
vangrijke planten en daar heeft men te
genwoordig niet zo veel ruimte meer voor
ter beschikking. De Chamaedorea wordt
echter niet zo fors; die kweekt men voort
door middel van zaaien en hiervan kan
men best een exemplaar in de kamer
hebben. Deze palm houdt wel van een
vochtige atmosfeer; er zal dus veel met
lauw water gesproeid moeten worden; in
het stookseizoen zal men het blad elke
dag wel even vochtig mogen maken. De
potgrond moet men ook goed vochtig hou
den, doch men dient wel met lauw wa
ter te gieten. De palm kan vrij veel voed
sel hebben en het is wel nuttig haar we
kelijks een weinig te bemesten en voor dit
doel kan men het best gebruikmaken van
de bekende kamerplantkunstmest. Ze vol
doet wel in een normaal verwarmde ka
mer, maar kan ook wel met een beetje
minder warmte toe. TJ moet haar vooral
zo zetten dat er niet telkens tegen de
bladpunten wordt aangestoten; er zullen
anders allemaal dode bladpunten ontstaan.
G. Kromdijk
Stelende aanbidder. Een 16-jarige
jongen uit Rotterdam had deze zomer in
de Maasstad kennis gemaakt met een En
gels meisje. Hij beloofde met Kerstmis
naar haar toe te zullen komen. Om aan
geld te komen is hij met drie vrienden
gaan inbreken in kantoor- en fabrieks
panden. Zij gingen daarbij zeer ruw te
werk en richtten een enorme schade aan,
terwijl de buit heel gering was. De kna
pen hebben negen inbraken bekend. De
Engelse zal haar jonge aanbidder met
Kerstmis niet zien....