Horen en zien Cascais, stad van koningen en vissers CHIPBREUK PANDA EN DE MEESTER-VODDENRAPER Rijdende Vlaamse demonstratie tegen verfransing om Brussel Alphenaar Professor Zmipovsk en zijn vreemde avontuur Genève herdenkt „dag der bestorming 11 Autokaravaan van tien kilometer lengte trekt zondag door de Brusselse randgemeenten De radio geeft vrijdag T el evisie pro gramma Scholen beloond voor postzegelactie ONS VERVOLGVERHAAL DOOR RUTH ASPINALL Vertaling: Margot Bakker Honderd gulden per week om te slapen DONDERDAG 8 DECEMBER 1960 43. „Het is hier opeens erg kil gewor den, weet je!" stelde opa vast. „Hoe zou dat komen?" „Door die ijskoude wind na tuurlijk, die tegelijk met het spoo.be gon Panda, maar toen hield hij zich in. „Ik kan beter niet over dergelijke dingen praten," dacht hij. „Opa en Sammie mo gen zich allebei niet opwinden. En b-bo vendien geloof ik niet aan spoken. Terwijl de oudjes zich weer in hun spel verdiepten nam Panda een besluit en liep op de deur af, waarachter het spook van daan was gekomen. „Ik weet toch dat spoken niet bestaan.herhaalde hij nog eens flink bij zichzelf. „Er moet dus een eenvoudige verklaring voor te vinden zijn.Dit zeggend trok hij de deur open, maar toen werd zijn zelfvertrouwen op slag door dezelfde ijskoude luchtstroom weggeblazen. En tegelijk sprong de wild fladderende witte gedaante weer tevoor schijn (Van onze correspondent) BRUSSEL Zondag zal een karavaan auto's, motorfietsen en scooters van ten minste tien kilometer lengte in een wijde boog door de randgemeenten rondom Brussel rijden. Op die wijze willen de Vlamingen betogen tegen de verfransing van de Brusselse agglomeratie en tegen de zogeheten talentelling die de regering overigens, in wijs beleid, heeft uitgesteld tot over twee jaar. Inmiddels gaat echter de verfransing van de randgemeenten voort. Zij is eenvoudig te verklaren: steeds groter zijn de aantallen Franstalige Brus selaars, die, gedwongen door de vele af braken in de Brusselse binnenstad of aan gelokt door de nieuwere en gerieflijkere huizen, zich in de randgemeenten vesti gen. Die gemeenten zijn van oorsprong zuiver Vlaams zoals hun namen bijvoor beeld Zuun, Zaventem, Linkebeek, Beer- stel, Dilbeek reeds zeggen. Daar gaan de Vlamingen zich dan langzamerhand, als gevolg van die verschuiving in de minder heid voelen. Zij geraken het trouwens ook meestal in gemeenteraden en dergelijke. Onder het mom van de tweetaligheid, zo zeggen zij, verliezen wij de taal waarop wij recht hebben want de.taalgrens loopt duidelijk ten zuiden van Brussel. Vrolijke dag Het is nog maar een facet van de taal strijd, die in België sluimert en die slechts door de ernst van gebeurtenissen als in Kongo wat op de achtergrond is geraakt. Hoe het ook zij, de Vlamingen gaan beto gen en men krijgt uit het programma de indruk dat zij er tegelijk een vrolijke dag van maken. Met ontvangsten voor en in raadhuizen, muziek, middag- en avond maaltijden in twee van de dorpen, die men aandoet en vermoedelijk nog wel eens hiel en daar pleisteren onderweg teneinde de dorst met goed Vlaams, desnoods Waals, bier te bestrijden. Reeds hebben duizend automobilisten ingeschreven en men rekent op nog wel meer. De gehele zondag, van HILVERSUM I. 402 m. 7.00—24.00 KRO. KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd. 7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Schoolradio. 10.05 Gram. 11.00 Voor de zieken. 11.40 Gram. 11.50 Als de ziele luistert, lezing. 12.00 Middagklok - noodklok. 12.04 Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Lichte muziek. 12.50 Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Zonnewijzer. 13.20 Dansmuziek. 13.45 Vraagbaak voor vrouwen. 14.00 Gram. 14.15 Kamermuz. 15.00 Schoolradio. 15.30 Voor de zieken. 16.30 Pianorecital. 17.00 Boekbe spreking. 17.15 Kinderkoor. 17.40 Beursber. 17.45 Amateursprogr. 18.20 Overijsels halfuur. 18.50 Regeringsuitz.: Het emigratiepraatje van H. A. van Luyk. 19.00 Nieuws. 19.10 Act. 19.25 Memo randum. 19.30 Polit. lezing. 19.40 Verz.progr. voor de soldaten. 20.30 Avondcollege: Radiolessen. 21.00 Café chantant. 21.40 Godsd. gedachtenwisse- ling. 21.55 Bariton en piano. 22.25 Boekbespr. 22.30 Nieuws. 22.40 Een liefde die ontrouw overwon, lezing (II). 22.55 Gram. 23.5524.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 16.00 AVRO. 19.30 VPRO. 21.00 VARA. 22.40 VPRO. 23.00—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymn. 7.23 Gram. en act 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. en act. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.40 Schoolradio. VPRO: 10.00 Dit én het andere, lezing. 10.05 Mor genwijding. VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Voor de kleuters. 11.15 Fluiten piano. 11.35 Gram. AVRO: 12.00 Jazzmuz. 12.20 Regeringsuitz.: Uitz. voor de landb. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Sport en prognose. 12.50 Pianospel. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.25 Lichte muziek. 13.55 Beursber. 14.00 Volksliederen. 14.20 Voordr. 14.40 Kerkorgel. 15.00 Gram. 15.05 Volksliederen. 15.30 Gram. VARA. 16.00 Orgel en zang. 16.30 Voor de zieken. 17.00 Gram. 17.53 Act. 18.00 Nieuws. 18.15 Vlaamse notities. 18.20 Italiaanse muz. 18.50 De puntjes op de i, lezing. 19.00 Voor de kinderen. 19.10 Jazzmuziek. VPRO: 19.30 Het platteland nu, gesprek. 19.45 VPRO-nieuws. 20.00 Nieuws. 20.05 Kernvragen van ons geloof, lezing. 20.20 Boek bespr. 20.25 Filmrubr. 20.35 Religieuze muz. 20.50 De wereld vergadert, lezing. VARA: 21.00 Gram. 21.50 Quiz. 22.15 Buitenl. overzicht. 22.30 Nieuws. VPRO: 22.40 Zorg om de mens, gesprek. VARA: 23.00 Social, nieuws in Esperanto. 23.10 Muziek- revue. 23.55—24.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Nieuws. 12.03 Gram. 12.30 Weerber. 12.35 Gram. 12.5 Koersen. 13.00 Nieuws en weerbericht. 13.15 Orgelspel. 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram. 16.00 Koersen. 16.06 Gram. 17.00 Nieuws en weer ber. 17.05 Gram. 17.45 Duitse les. 18.00 Kamermuz. 13.10 Boekbespr. 18.20 Voor de sold. 18.50 Sport- kron. 19.00 Nieuws en weerbericht. 19.40 Liederen. 20.00 Ork.concert. (Om plm. 21.00 Kunstkaleido- scoop). 22.00 Nieuws. 22.15 Intern, congres voor jeugd en muziek, te Berlijn. 22.5523.00 Nieuws. VOOR DONDERDAG NTS: 20.00 Journ. AVRO: 20.20 Televizier. 20.30 Film. 21.30—22.20 The Great Sebastians, blijspel VOOR VRIJDAG NTS: 20.00 Weekjourn. en weeroverz NCRV: 20.30 Reportage. 20.55 Licht progr. 21.25 Actueel programma. 22.05 Dagsluiting. 's ochtens tot tien tot 's middags vijf zal de rondrit duren. Ziekenauto's zullen langs de weg worden gestationeerd voor on voorziene ziekten en reparatiewagens van de wegenwacht zullen ook van de partij zijn. De stichting „Voor het Kind" heeft de uitslag bekend gemaakt van de verloting der beloningen aan de schoolklassen, die meegedaan hebben aan de verkoopactie van kinderpostzegels en prentbriefkaarten „Door het kind voor het kind". De totale opbrengst der actie, waaraan ongeveer 18.000 schoolklassen deelnamen, staat nog niet vast, omdat de eigenlijke verkoop pas kortgeleden is begonnen en nog doorgaat tot half januari. De „hoofdprijs", veertien dagen vakantie in Nederland, gaat naar de vijfde klas van een r.-k. meisjesschool in Maastricht, de vakantie van zeven dagen naar een klas van een huishoudschool in Middelburg en het tweedaagse schoolreisje naar een klas van de christelijke school in Staveren. Wim. Kan is zich druk aan het voor bereiden voor zijn radio-optreden op oudejaarsavond. Zelfs als hij fietst in de buurt van zijn v)oning, willen hem wel eens goede ideeën invallen 5859. Tjonge, wat maakte professor Zmipovsk benen! Hij had van z'n leven nooit zo snel gelopen als op dit ogenblik. Maar hoe hard hij ook rende, het monster was vlak achter hem; de bodem dreunde van de zware sprongen die het maakte, en de professor hoorde het dreigende sissen vlak achter zich. Dit is een onaangename, om niet te zeggen gevaarlijke situatie! hijgde hij. Het zou mij wat waard zijn, als ik een schuilplaats wist, want ik vrees, dat mijn professorale benen het tegen dit onvriendelijke gedierte moeten afleggen! Toen kreeg professor Zmipovsk z'n maanschip in 't oog. dat aan de voet van de heu vel lag; nog net op tijd wist hij het te bereiken en zich in het deurtje te werken Mag ik in een tijd, waarin Den Helder een record van 88 mm regen in één etmaal meldt, alstublieft een ogenblik aan wat fleuriger streken denken? Is het dan ge oorloofd mij een paar jaar terug te wanen, ook op een dag in december, maar een laatste maand van het jaar gevuld met uitbundige zon? Mij prettig voelend door de gedachte dat u rillend van kou of naar van nattigheid aan de kerstboom begon te denken, liep ik in Coimbra verrukt naar de gele bolletjes van de mimosa te kijken, een héle straat vol. Ik had kort geleden nog bij Malaga in de Middellandse Zee gezwommen en was op weg naar Lissabon, niet bepaald langs de kortste route. En van de Portugese hoofdstad uit wilde ik zo snel mogelijk naar Estoril, naar het beroemde strand der (verbannen) koningen en staatshoofden.En daar kwam ik terecht, over de prachtige autostrada, langs het nationale stadion, gebouwd in een natuurlijk dal, waarna ik via een laatste bocht plotseling voor de zee stond. De zee? Pardon, het was nog steeds de Taag, die aan zijn monding zo breed is, dat men geneigd is de rivier voor een baai aan te zien. En vijf minuten later reed ik Estoril binnen. Ik was meer dan teleurgesteld. Het weer bleef (voor de tijd van het jaar) fantastisch, maar het badseizoen was toch wel afgelopen. En toen ik van de boulevard op het naar onze begrippen armzalig stukje strand neerkeek, voel de ik me eerlijk gezegd wel een beetje bekocht. Was deze reep zand, lang niet zo zuiver en fijn van samenstelling als het speelterrein aan onze kusten, wer kelijk dé attractie van Estoril? Ik schat te het op tweehonderdvijftig bij hoog- op veertig meter al dat ex-regerend volk moest er bijna bij elkaar op schoot zitten! Zelfs de palmen stonden er maar melancholiek bij. Het Casino had zijn deuren verzegeld, De strandboule- vard was akelig leeg. Nee, dan ging ik liever even verder, naar het vissers dorp Cascais. Gelukkig stelde dat me niet teleur, zodat het toch nog een goe de dag werd. Een ambtenaar van het gemeentehuis die graag zijn stukken een half uur liet liggen voor een praatje, lachte tevre den toen ik hem vertelde dat Estoril een grote desillusie voor me was ge weest. „In het seizoen is de plaats, voor wie van mondain leven houdt, aantrekkelijk genoeg," zei hij. „Maar Cascais is in alle jaargetijden interessant. Overigens mag ik niet te veel kwaad vertellen van Estoril, want ik val daarmee eigen lijk mijn eigen gemeente af." Mijn verwonderde blik gaf hem de gelegen heid aan te vullen: „Ja, Estoril behoort tot het gemeentelijk gebied van Cas cais." Weinig mensen buiten Portugal ken nen Cascais en ik vind dat het hoog tijd is een onbillijkheid recht te zetten. Wanneer men Cascais de plaats neemt ten westen van Estoril iedereen heeft immers wel eens van deze badplaats aan de Portugese Riviera gehoord begaat men een onrecht. Cascais zelf maakte ik al de fout het een vissers dorp te noemen bezit sinds 1159 stadsrechten. Heel wat Nederlandse steden kunnen niet een geschiedenis van achthonderd jaar afkijken. Estoril is echter een kind van de twintigste eeuw. Een kind, dat zijn moeder over het hoofd is gegroeid met zijn eerste klasse hotels, luxueuze winkels, dure restaurants en weelderige villa's. Ten tijde van de Romeinen was Cas cais al een plaats van enige betekenis. Veel omvang kan het echter niet heb ben gehad, wanneer ik in aanmerking neem, dat de stad in 1527 nog slechts honderdtweeënzeventig huizen telde. Ik verstrek u dit gegeven niet, omdat het op zichzelf zo interessant is. Het geeft alleen maar enige houvast voor het volgende feit, waaruit kan worden af geleid hoeveel de bewoners er voor over hadden om zich leden van een vrije gemeente te kunnen noemen. Ongeveer tweehonderd jaar na het verlenen van stadsrechten werd de gemeente zelf standig. Toen, in 1364, waren er stellig nog minder huizen (dus gezinnen) dan in het genoemde jaar 1527. De toenma lige koning, Dom Pedro I, verlangde in ruil voor zijn privilege een jaarlijks bedrag van niet minder dan vierentwin tighonderd gulden. Per gezin zal dat tussen de vijftien en twintig gulden hebben belopen in die tijd, toen een varken enkele stuivers kostte, een waar lijk formidabel bedrag. Wij voelen ons op slag verwant met de bevolking, als de gemeenteambte naar het verhaal vertelt van de inval der Spanjaarden in 1580 onder Alva. Midden tussen de beslommeringen van de tachtigjarige oorlog had hij dus nog tijd zich aan de verovering van Portu gal te wijden. Tweeduizend verdedigers boden het invasieleger van twintigdui zend man heroïeke weerstand, maar toen een verrader de poort van het fort opende, was er niet meer tegen te vechten. Een paar dagen later liet de ridderlijke Alva de dappere gouverneur van het fort, kapitein Diogo de Mene- zes, ophangen. Tevoren hadden de Spanjaarden de stad al radicaal leegge plunderd. Ik moet hier de woordenstroom van mijn informant stuiten, want ik wil ook nog wel wat van de stad en de omge ving zien. De eerste gang is (natuurlijk) naar de Boca do Inferno de Mond van de Hel. Aan de rotsige westkust staat men, enkele tientallen meters van de zee, aan een diep gat, waarin men het water in heftige beroering ziet. Het is een fascinerend schouwspel. „Maar dit is nog niets," vertelt mij een weg werker, die vlakbij aan de arbeid is. „Wanneer het stormt, slaat het water onder de uitholling in de rots door en spuit door het gat hoogop de lucht in. Als het zo ver is, gaan de vissers van Cascais er niet meer op uit. Het is een waarschuwing dat de zee niet meer kan worden bevaren." Ik zie de mannen nog wel in hun barkjes uitzeilen. Zij voorzien Cascaïs van „de beste vis ter wereld", een ty- pisch-Portugese overdrijving, hoewel ik moet bekennen, dat het restaurant Casa da Laura me diezelfde avond iets bij zonders weet voort te zetten. Maar eerst volg ik het boeiend bedrijf van de vis sers. Zij hebben hun netten uitgezet; zij worden drijvend gehouden door vrolijk gekleurde varkensblazen. Andere vissen in combinatie, op de manier zoals dat al op het meer van Galilea werd ge daan: in twee bootjes met het net er tussen in. In de late namiddag maak ik de lei- lao, de visafslag aan het strand mee. De vissersvrouwen en een legertje (zelfs nu nog) bruinverbrande kinde ren hebben zich al een uur tevoren aan het water verzameld. Zodra de boot jes binnen zijn, begint de afslag. De afslager roept in een razendsnel tem po de prijzen af, hoog beginnend en tel kens met enkele centavos dalend. Af en toe klinkt een korte uitroep of gaat een hand omhoog: verkocht. In een on gelooflijk korte tijd is de hele aanvoer aan de man gebracht. De avond valt over een Cascais, waar het nog lang bedrijvig.blijft in de stra ten. Terugrijden naar Lissabon pas seer ik weer een desolaat Estoril. Ik ben blij, dat ik het er zo slecht getrof fen heb daardoor kon ik tenminste een stuk kleurig volksleven bespieden. (Nadruk verboden) n)J De vredelievende burgers van Genève kopen in deze dagen van chocola gemaak te keteltjes om daarmee een beroemde dag in hun geschiedenis te vieren: „De dag der bestorming". Het gebeurde in 1602. De rooms-katholieke hertog Karei Emanuel van Savoije zond zijn krijgers over de bergen in de bitter koude nacht van 11 december, met de opdracht, de muren van Genève te bestormen en de protestantse stad voor Savoije te verove ren. Maar de helden en heldinnen van het rijke Genève sloegen de aanvallers terug, waarbij één vrouw zich onderscheidde door van de stadsmuur af uit ketels kokende soep op de Savoj aarden te gieten. Zo werd de aanval afgeslagen. Die van Genève hadden dertien vijanden gevangen genomen, die allen werden onthoofd. Vol gens de zeden van die tijd werden hun hoofden op staken geplant tot afschrikwek kend voorbeeld voor allen, die nog snode plannen tegètrGenève mochten koesteren Tenslotte zorgde koningin Elizabeth van Engeland er voor, dat er een vredesver drag tussen Genève en Savoije tot stand kwam. Sedertdien is Savoije een Franse provincie. De grote „dag der bestorming" wordt elk jaar gevierd met een grootse optocht in middeleeuws costuum, die voor het sta tionsgebouw wordt besloten met het ver delen van een enorme ketel van chocola de, die door de feestgangers wordt opge geten. De politie is er wel altijd bij, want al is de slag om Genève dan ook al drie eeuwen oud, de elfde december kan nog altijd ongewenste hartstochten oproepen tussen de protestantse meerderheid van de bevolking en de rooms-katholieke minder heid. 41) „Goed dan", zei Valentine. Zij stond op, ging naar hem toe en stak haar hand uit. Dokter Smith schoot overeind en bleef rijzig en kaars recht voor haar staan. Hij nam haar hand, drukte er een kus op, boog even en sloeg de hakken tegen el kaar. „Uw dienaar, gnadige Frau!" Lachend verliet Valentine de eetzaal. Haar maaltijd had door dit alles meer tijd in beslag genomen dan zij had voox-zien, maar er waren nog een paar minuten beschikbara, voor de werkzaamheden van de namiddag een aanvang namen. Zij besloot die voor een bezoek aan juffrouw Bruce te gebruiken. Zij stak de vestibule over en beklom de brede trap aan de achter zijde. Het schoot haar te binnen wat Paul had gezegd: „Die juffrouw Bruce vliegt erin voor zo'n kille genade loze preek van jou!" Grinnikend klopte zij bij de sociaal werkster aan en met een ernstig gezicht ging zij naar binnen. Juffrouw Bruce keek op en werd dadelijk vuur- x-ood. „Goedemiddag", zei zij en, kennelijk in de behoefte met haar eigen uitleg te komen voor Valentine iets had kunnen zeggen, ratelde zij door: „Ik had u al willen spreken. Ziet uMaar Valentine viel haar zonder meer in de rede. „Goedemiddag, juffrouw Bx-uce. Ja, ik wilde u ook spreken. Ik wilde u zeggen, dat u zich verder niet met Joe Smith hebt te bemoeien". „Ik ben er zaterdag naar toe gegaan omdat ik vond, dat iemand nu eindelijk toch eens licht in die duisternis moest bx-engen", zei juffrouw Bruce. Zij was nog roder geworden. „Dat neem ik aan", zei Valentine. „Maar ik had zelf al geprobeei'd licht in de duisternis te brengen en ik heb u, meen ik, ook gezegd, dat de jongen uiterst voor zichtig aangepakt moet worden. U begrijpt hoop ik dat uw bezoek hem niet bepaald goed heeft gedaan". „Ik heb wel gemerkt, dat hij tamelijk schrok van de vi-agen die ik hem moest stellen meer dan een onschuldige jongen zou hebben gedaan". De lucht zoog zwaar door de neus van juffrouw Bruce naar binnen en door haar dikke bx'illeglazen keek zij Valentine recht in de ogen. Valentine legde haar hand op de rugleuning van een gemakkelijke stoel en nam er de tijd voor. „Hij was zo overstuur", deelde zij omslachtig mee, „dat dokter Griffiths moest worden gewaarschuwd. Die heeft op dracht gegeven voorlopig niemand bij Joe toe te laten". „Ach, is het toch?" Omdat hij een man was en Valentine een vrouw maakte de mening van dokter Griffiths blijkbaar heel wat meer indruk op juffrouw Bruce. Valentine ergerde er zich aan, hoewel zij het had verwacht en er min of meer gebruik van maakte. Zij liet de stilte dan ook langer voortduren en zei ten slotte: „Ja heus. Dus u gaat er wel niet meer naar toe. Dokter Gx-iffiths behandelt deze patiënt". Daarna ontviel haar toch, wat zij niet had willen zeggen: „U kunt op zijn oordeel afgaan, ook al vertrouwt u het mijne niet". Het was er uit, al had zij het niet moeten zeggen. Juffrouw Bruce zag nu donkerrood. Onder andere om standigheden zou Valentine hierna de kamer hebben verlaten, met achterlating van de toestand die zij had geschapen, maar nu bleef zij om een of andere reden en voltooide wat zij was begonnen. „Ach, dokter Manning, ik verzeker uVerward zweeg juffrouw Bruce en tamelijk wreedaardig bleef Valentine wachten tot zij haar zin zou afmaken. Het duurde lang. Het spijt me, dat ik zo eigenmachtig opgetreden ben, dokter Manning", kwam er tenslotte. „Ik heb zoveel belangstelling voor die mensen gekregen en als er iets niet klopt zit mij dat dwars". „Daarvoor is geen reden", zei Valentine. Haar woede zakte weg. „Ik geloof, dat wij geen van allen Joe op de goede manier hebben aangepakt. Maar ik hoop, dat dokter Griffiths dat licht dan in de duisternis brengt". Juffrouw Bruce lachte opgelucht. „Ik zal er niet meer komen, dat beloof ik u, dokter Manning". „Prachtig", zei Valentine. Zij draaide zich om. „Maar ik hoor toch wel hoe het afloopt?" zei juf- frouw Bruce vlug. „Goed", zei Valentine. Zij trok de deur achter zich dicht en grinnikte weer. Juffrouw Bruce was, dank zij Pauls opmerking, aan haar ergste woede ontsnapt en Valentine had plotseling beter begrepen wie en wat juffrouw Bruce was. Het was haar nu duidelijk waaróm- jufïrouw Bruce zich zo hartstochtelijk voor haar wérk inspande. Het was de niet te bevx-edigen nieuwsgierig heid naar de manier „waarop het afliep", die haar voortdreef. Deze hartstocht in haar aard zou zich even goed openbaren als zij een bibliotheekboek kwijt was of een bioscoop moest verlaten voor de film was afgelo pen. Haar nieuwsgiex'igheid wist zij uitstekend te mas keren onder het mom van bezoi-gdheid voor degenen, van wie zij de moeilijkheden tot een gunstige afloop pi'obeerde te brengen. Maar zij had de behoefte, de afloop te snel op het begin te zien volgen en om die reden deed zij soms aan een schichtig paard denken, dat op het bit kauwde van ongeduld en de wagen snel ler naar het doel trachtte te trekken dan de omstan digheden veroorloofden. Valentine ging naar haar spreekkamer terug en begon aan haar administratie. De maandag bracht heel wat ongevallen. Een ongecompliceerde gebroken arm werd gevolgd door een ernstige beenbreuk van een van de verpleegsters, die van de trap viel en vrijwel aan Va lentines voeten terecht kwam. Daarna werd er een nieuwe patiënt voor opname binnengebracht, die zij ten gevolge van misverstand niet hadden verwacht. En te midden van de drukte belde Deryk op en nodigde Va lentine voor de volgende dag te eten. Zij sloeg zijn uitnodiging zo hals over kop af, dat hij aan de andere kant van de lijn nog opmerkte: „Maar Valentinetoen zij de hooi*n oplegde. Zij begon opnieuw aan haar rapporten en werd nog eens wegge roepen. Zij begon zich bezorgd te maken over Paul, die moe en koud, misschien zou moeten wachten als zij niet tijdig klaar was. Maar om vijf uur schreef zij toch in haar kleine, maar sierlijke, handschrift de laat ste zinnen neer, toen Maurice binnenkwam. Hij had 's ochtends de polikliniek voor haar -waargenomen en kwam verslag uitbrengen. „Wat een dag!" zei Maurice. „Heeft de polikliniek je de das omgedaan?" vroeg Valentine, grinnikend. „Reken maar", zei Maurice. „Ze wilden allemaal door jou geholpen worden en stonden zeer wantrouwend te genover alles wat ik deed. Ik zie er te jong üit, daar ligt het aan". „Het zou kunnen. Maar dat wordt met de jaren be ter. Nog iets bijzonders?" „Absoluut niets. De geregelde klanten". Maurice leek ook al haast te hebben. Misschien ging hij met Elisabeth uit. Valentine liet hem gaan en kon toen zelf ook gaan. Zij had afgesproken dat Paul bij het postkantoor op haar zou wachten. Hij had aange boden naar het ziekenhuis te komen, maar de wandeling tegen de heuvel op had haar te vermoeiend voor hem geleken. Desondanks was hij aan de uitgang van het ziekenhuis, waar hij op een bank zat te roken. „Paul, dat had je niet mogen doen!" Ben je erg moe geworden?" Het was maar goed, dacht zij vro lijk, dat zij veilig achter het stuur zat. Als zij naast de wagen had gestaan zou zij vermoedelijk niet tegen de verleiding, hem dadelijk een kus te géven, bestand zijn geweest. En in zicht van vijftig onbescheiden zie- kenhuisramen leek dat niet verstandig. „Ja, moe ben ik wel. Maar een beetje eerlijke licha melijke vermoeidheid is zo'n ramp niet. Ik heb geen hoofdpijn en ook geen last van mijn ogen". Hij greep haar hand- en hield die even vast, als" vergoeding voor de kus, die zij elkaar niet konden geven. „Maar jij ziet ,er niet al te voortreffelijk uit. Wel een prettige dag gèhad?" „Dat wel". Zij trok zacht haar hand los en bracht 'de wagen op gang. „Tamelijk druk overigens. Hoe heb jij het gehad?" „Ik ben echt met de bus gekomen", zei hij. „Dat had je niet van me venvacht wel?" „Het ging mij om die hoge instap", zei Valentine. „Tamelijk gevaarlijk in jouw omstandigheden". „De conducteur heeft me helpen instappen en het was een plezierige tocht. Ofschoon ik er nu wel zo geriefelijk kom". (Wordt vervolgd) Advertentie Miss Blanche herkent'u aan de goudgele tabak (Van onze Amsterdamse redacteur) Een werkloos geworden rijksambtenaar te Amsterdam is door het gewestelijk ar beidsbureau in de hoofdstad aan een be trekking geholpen, waarmee hij de af gunst van velen heeft opgewekt. De man is in dienst getreden van een aannemings maatschappij, die hem honderd gulden per week betaalt. Dat loon kan hij slapende verdienen. Zijn opdracht luidt namelijk om elke avond naar een bouwkeet te gaan en in een bed te gaan liggen dat daartoe in een klein slappkamertje is geplaatst. Boven het bed bevinden zich een bel en een telefoon. Enekele tientallen meters verder staat een pomp die een bouwput bemaalt. Als die pomp onverwacht mocht staken doordat de stroom uitvalt gaat de bel rinkelen. De „slapende waker" moet in dat geval een dieselmotor in werking stellen en kan dan weer slapen. Valt ook die dieselmotor uit dan dient hij een monteur op te bellen, maar ook dan kan hij weer slapen. Deze werkkring zal acht maanden duren. Daarna zal de man zich weer melden op het arbeidsbureau en als hij staat op het recht dat hem als werkzoekende wettelijk is gegeven, kan hij alle aangeboden werk weigeren dat niet overeenkomt met de werkkring die hij de laatste tijd heeft gehad Advertentie A KRUISWEG 47-49 HAARLEM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 11