N.Ph.O. met première van Meyer Tormin's „Impulsen" kOSRAM Amsterdamse amateurs met „Een bruid in de morgen" Concert in de Nieuwe Kerk PANDA EN DE MEESTER-VODDENRAPER Professor Zmipovsk en zijn vreemde avontuur Méér verkoopplaatsen voor goedkope boeken '"Hoe is het ontstaan)^ WOENSDAG 14 DECEMBER 1960 11 Geschiedschrijving Hedenavond schrijvers voor de televisie Hou je aan je woord De radio geeft donderdag T elevisieprogramma Anders dan Anderen Een Avond uit" van Harold Pinter ONS VERVOLGVERHAAL DOOR RUTH ASPINALL Vertaling: Margot Bakker P. W. F ranse Dit woord: ONWEER 48 De smokkelaars in hun lange spook- jurken naderden de tafel, waaraan opa en oude Sammy zaten te kaarten. En juist wilden zij zich onder ijselijk gegil op de beide oude baasjes werpen, toen er opeens iets gebeurde, dat dit boze plannetje in de rear stuurde. Een krachtige luchtstroom blies plotseling door het vertrek en deed hun gewaden bol staan. Opa en Sammy konden zich nog net tegen deze lucht stroom staande houden, maar de smokke laars werden hevig gehinderd door de wapperende witte lakens, waarin zij zich gewikkeld hadden. Op dat ogenblik ver scheen Panda, de krachtige ventilator voor zich uit duwend, die hij op de flap perende spoken gericht hield. Zo dreef hij ze allemaal in een hoekje bijeen. Daar krioelden zij in een slordige kluwen door een als wasgoed in de storm. „Gelukt!" riep Panda triomfantelijk. „Vlug opa! Vlug meneer Sammy! Knoop hun hemden aan elkaar, voor ze die uittrekken!" De navrante film over het leven van St. Vincentius a Paulo die de KRO gisteravond met uitdrukkelijke aanbeveling ook voor niet-katholieken presenteerde, was niet alleen als tijdsbeeld doch ook als historisch ontwikkelingssymptoom van de charitas zeer de moeite waard. Wat het voorpro gramma betreft, werden wij onaangenaam getroffen doo^ de toon van het documen taire overzicht der O.E.E.S.., de organi satie voor Europese economische samen werking. Het is niet veel minder dan ge schiedvervalsing om in een dergelijk kort bestek op een zo juichende toon over „het wonder van Europa" te spreken in ver band met deze organisatie en daarbij ook nog het Marschall-plan als een soort van bevrijding uit achterlijkheid en onderont wikkeling voor te stellen. De werkelijk heid is heel anders en heel wat minder vrolijk dan deze documentaire de goedge lovige filmkijker wil doen geloven! Beeldschermer In de vertrouwelijke sfeer van AVRO's- programma „De Kring" wisselen heden avond van 21.40 tot 22.20 uur de dichter Jan Bernlef, de schrijfster Hella S. Haase, de journalist en criticus H. A. Gomperts en de litterator Victor E. van Vriesland vrij postig van gedachten over „Wat is „roem" van een schrijver?". Gastheer in dit pro gramma, waarvan de regie berust bij Ans Herblot, is mr. E. Straat. Van 15.00 tot 16.00 uur zendt de A.V.R.O. op vrijdag 16 december een herhaling uit van de oorspronkelijk op dinsdag 22 november uitgezonden tweede aflevering van „Hou je aan je woord", een programma over woorden, waaraan onder voorzitter schap van Karei Jonckheere, wordt mede gewerkt door Hella S. Haase, Godfried Bomans, Harry Mulisch en dr. Victor E. van Vriesland. HILVERSUM I. 402 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV. KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd. 7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.35 Wa terstanden. 9.40 Schoolradio. NCRV: 10.00 Gram. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gram. KRO. 11.00 Gram. Plm. 11.25 Huwelijksplechtigheden te Brussel. NCRV: 14.00 Blaasork. 14.30 Gram. 15.30 Salzbur- ger Festspiele 1960: Te Deum. 16.00 Verkenningen in de Bijbel. 16.20 Kamermuz. 16.50 Gram. 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Kerstoratorium (fragm.). 18.15 Sportrubr. 18.30 Gram. 18.50 Sociaal perspectief, lezing. 19.00 Nws. en weerbericht. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15 Gram. 19.30 Radiokrant. 19.50 Polit. lezing. 20.00 Gevarieerd progr. 21.30 Gram. 21.50 Periodieken parade. 22.00 Brussel in bruilofsstemming. 22.30 Nieuws. 22.40 Avondoverdenking. 22.55 Boekbe spreking. 23.00 Gram. 23.15 Vlaams-Nederlandse gesprekken over letterkundige bloemlezingen. 23.55—24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gvmn. voor de vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.45 Huwelijk Kon. Boudewijn en Fabiola de Mora Y Aragon. 10.50 Voor de kleu ters. 11.00 Kookpraatje. 11.15 Gram. 11.45 Lezing over het Surinaamse dorp Dahomey. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33 Lichte muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Lichte muz. 13.55 Beursber. 14.00 Kamermuziek. 14.30 Voor de vrouw. 15.05 Kamermuziek. 15.35 Voordr. 15.55 Gram. 16.15 Gram. 17.00 Voor de jeugd. 17.30 Jazzmuz. 18.00 Nieuws. 18.15 Voordr. 18.30 Gram. 18.45 Sportpraatje. 18.55 Gesproken brief 19.00 Voor de kinderen. 19.05 Gevar. progr. 20.00 Nieuws. 20.05 Radio-filharm.orkest en solist. (In de pauze: 21.00—21.15 Koninkrijkdag 1960. klankbeeld: 21.15-21.25 Gram.). 22.15 Gram. 22.30 Nieuws, beursber. v. New York en meded. 22.45 Journ. 23.00 Sportact. 23.10 Nieuwe gram. 23.55— 2400 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 10.00 Rep. Kor.inkl. bruiloft. 13.00 Nieuws. 13.15 Liederen. 14.00 Spaanse muz. 14.25 Symf.ork. en sol. 15.00 Voordracht van Spaanse gedichten. 15.35 Gram. 16.00 Lichte muz. 16.06 Vrolijke muz. 17.00 Nieuws. 17.15 Voor de kinderen. 18.20 Voor de soldaten 18.50 Sportkroniek. 19.00 Nieuws. 19.40 Gram. 20.00 Omr.orkest en solist. 21.00 Zang en gitaar. 21.35 en 21.50 Gram. 22.00 Nieuws. 22.15 Amus.ork. 23.00 Nieuws. 23.05 Omr.orkest en sol. 23.55—24.00 Nieuws. VOOR WOENSDAG NCRV: 17.00 Voor de kinderen. NTS: 17.30 Int. ieugdjourn. 20.00 Journaal en weeroverz. AVRO 20.20 Televizier. 20.30 Sportpanorama. 21.00 Muz show met Fred Astaire. 21.45—22.20 Gedachten- wisseling tussen kunstenaars. VOOR DONDERDAG NTS: 9.50—13.00 Reportage uit Brussel van Ko ninklijk huwelijk. 19.00 Herh. rep. Kon. huwelijk 19.40—20.00 Uitz. t.gv Koninkrijksdag 20.00 Journ NCRV20.20 Actueel progr. 20.30 Filmbespreking 20.50 De vrouw, die Vader trouwde. TV-spel. 22.10 Dagsluiting. Met „Le Festin de l'Araignée", de concertversie van de door Albert Rous- sel onder deze titel gecomponeerde bal letmuziek, opende het vierde concert in de dinsdagavondserie van het Noordhol lands Philharmonisch Orkest. Roussel is altijd enigszins op de achtergrond geble ven op de programma's van onze orkes ten, in vergelijking met zijn land- en tijd genoten Debussy en Ravel. Ten onrechte, want hij was een prins der muziek, een toon-dichter in de ware zins des woords: een man die in klanken dacht en daaruit met beheerste vitaliteit onvermoede wer kingen wist te tovei-en. Zijn stijl is iets kantiger en zijn techniek schijnbaar aca demischer dan die van bijvoorbeeld Debus sy, maar hij bezat het vermogen een maxi mum aan kunstvaardigheid te doen uit monden in een lichtvoetigheid en speelse zwier die volkomen vanzelfsprekend zijn. Hetgeen altijd weer (de) kunst is. Men heeft de fijn-geciseleerde, zeer doorwerkte partituur in een verantwoorde weergave gehoord, waarbij in de dii-ectie van Henri Arends vooral de elasticiteit opviel waar mee de tempo-overgangen tussen de in el kaar doorlopende onderdelen verliepen. Al leen kreeg men de indruk dat het door zichtig gaas van de strijkersklank, door de componist in een soort „ajour"- techniek geweven, soms iets te dik was om de dansante lijnen van de blazers voldoen de te laten uitkomen. HET PROGRAMMA vertoonde hierna een nogal abrupt niveauverschil. Het Cel loconcert van Saint-Saëns is een van die relicten van het concertrepertoire die, door onze vaderen eens met liefde gekoesterd, nu nog ternauwernood levensvatbaar meer zijn. Een muziek vol opgedraaide snorren, crinolines en antimakassars. Een uitdragerswinkel vol salongrapjes met 'n baard. Dat men er nog naar kon luisteren dankte men aan de ongeëvenaarde vertol king van Paul Tortelier, die het fletse stuk voordroeg met een onnadrukkelijke virtuositeit, een nobele zangerigheid, een betere zaak waardig. Discrete, goed slui- BARITON JOHN CHARLES THOMAS OVERLEDEN John Charles Thomas, een van de groot ste bariton-zangers die ooit met het ge zelschap van de Metropolitan Opera Com pany heeft gezongen, is dinsdag na een slepende ziekte op 69-jarige leeftijd over leden te Apple Valley in Californië. Tho- was heeft gedurende zijn loopbaan ook ge zongen met het Koninklijk Operagezel schap van Brussel, en met verschillende Amerikaanse opera-gezelschappen. tende begeleiding van het orkest. Het suc ces was groot; voor zover het de uitvoe ring betreft is het niet moeilijk daarmee in te stemmen. NA DE PAUZE ging de aandacht in de eerste plaats uit naar een première te weten de „Impulsen" van de Duitse componist Wolfgang Meyer-Tormin, van wie Arends in het vorig seizoen een piano concert in Haarlem introduceerde. De be zetting is opmerkelijk: naast fluit, bas klarinet, trompet, trombone, viool, cello, contrabas (solistisch bezet) en piano werkt een uitgebreide slagwerkgroep mee waarvoor drie spelers in het geweer ko men. Aan deze sectie heeft de componist uitvoerige obligate passages toevertrouwd en zij is het vooral die de titel van het werk moet waarmaken. Telkens worden deze sfudies in ritmische geleding van klankkleuren onderbroken door flitsende streken en stoten van de strijk- en blaas instrumenten, volgens de „punctuele" op vatting van de Webern-school die in het hedendaagse componeren toonaangevend is. Het ontbreken van een duidelijke melodisch continuum maakt de plaatsing van deze puntsgewijs aangebrachte trek jes bijzonder hachelijk. De componist die in de zaal aanwezig was betoonde zich zeer dankbaar over de wijze waarop elf leden van ons orkest zich van hun taak gekweten hadden onder de doelbewuste leiding van Henri Arends. MET EEN DERGELIJK avantgardis- tisch opus was men inmiddels aan de te genpool gekomen van het pluchen Cello concert van Saint-Saëns. Men vraagt zich wel even af voor welke oren het orkest dan eigenlijk op zo'n avond musiceert: voor hen die in de concertzaal zuivere ontspanning zoeken bij dierbare klanken, of voor een handjevol belangstellenden onder het publiek die de mogelijkheid tot oriëntatie waarderen die de uitvoering van een hedendaags werk hen biedt. Het valt te betwijfelen of men verstandig doet zul ke „extreme" uitingen te brengen in een kader waar ze ten enemale bevreemdend moeten werken. De vernieuwing van het repertoire lijkt me beter gediend met wer ken die in het verlengde van een geves tigde traditie liggen een gedachte die dan ook gelukkig menigmaal spreekt uit het programmabeleid van het N.Ph.O. Gebrek aan plaatsruimte verbiedt mij verder nog in te gaan op de uitvoeringen van Debussy's „Prélude a l'après-midi d'un Faune" en van de populaire Tove naarsleerling van Dukas, die na de pauze het werk van Meyer-Tormin omlijstten. Sas Bun ge Dinsdagavond deed de organist Hen drik Lasschuit, die in de Nieuwe Kerk Haarlem's oudste orgel bespeelt, ander maal een beroep op belangstellenden voor het, wegens geldgebrek slechts ten dele gerestaureerde instrument, door het orga niseren van het orgelfonds. Hij had zich daartoe de medewerking verzekerd van het bekende Haarlemse harmoniekorps Kunstkring-Apollo, onder leiding van Jan Groot, zodat een zeer gevarieerd program ma geboden werd, waarin de majesteit van de orgelklank zich bijwijlen paarde aan de timbres van het blaasorkest. Dit was het geval bij de vertolking van' Bach's mooi gefigureerde koraal „Jesus, meiner Seelen Wonnen", dat, sinds Myra Hess het voor piano bewerkte en onder de titel „Jesu, joy of man's desiring" op de markt bracht, in allerhande arrange menten pasklaar wordt gemaakt. Daar is niets op tegen, behoudens de dwaasheid van de Engelse titel. De koraalmelodie werd nu mede in orgelklank gehoord. Het bleek een experiment waarin nog wel niet het gewenste evenwicht werd bereikt, doch dat op bepaalde punten, na meer erva ring van het blazersensemble in deze de licate materie, waarin de akoestische wer king een zeer voorname rol speelt, wel zeer aannemelijk kan worden. De Fantasie over drie Franse kerstlie deren, die Meindert Boekei componeerde voor harmonie-orkest en orgel, bevestig de de bruikbaarheid van de combinatie, vooral waar, aan het slot, het hymnisch karakter van het stuk verheven door breekt. Als solist toonde Henk Lasschuit met smaak zijn vaardigheid met twee klei ne preludiums en fuga's van Bach en met een fraaie koraalbewerking van Buxtehude op de kerstmelodie „Wie schön leuchtet der Morgenstern", blijkbaar een van zijn lievelingskoralen, gezien ook zijn aanpas sing ervan in de Abendmusik „Das jüng- ste Gericht". Lasschuit wist van de beperkte midde len, die het „Vrouwenorgel" vooralsnog biedt, een handig gebruik te maken om de composities van Bach en Buxtehude te Advertentie Anders dan anderen, een televisiebio grafie van een landgenoot, gepresenteerd door Bert Garthoff, zal opgenomen zijn in het televisieprogramma van de V.A.R.A., op maandag 19 december. Pier Tania regis seert deze uitzending, die geschiedt uit de Concertzaal Singer te Laren. kleuren. Mogen weldra de middelen toe reikend zijn, om het instrument te vol tooien en de organist de kans te geven zijn vleugels uit te slaan; wij willen het met hem hopen. Het harmonie-orkest trad zelfstandig op met een Suite van Grébry, die zich on danks haar danskarakter beter verhield tot de omgeving dan een Andante van Gounod, dat de balletsfeer kwalijk kon loochenen. De pastorale melodieën van de oude Grébry kregen een bijzondere aan gename mildheid in ongeforceerde klank. Jan Groot wist met zijn korps ook een mooie beurt te maken bij het verklanken van Symphonia VI van Torelli. Alle res pect verdiende vooral het mooie midden deel van deze compositie, waar hout en klein koper tot een treffend geheel vol be scheiden expressie samenwerkten. Jos. de Klerk In zijn televisiespel „Een avond uit" be handelt de jonge Engelse auteur Harold Pinter het conflict tussen een weduwe en haar enige zoon, die door haar kwasi-zorg- zame en -liefdevolle, maar in wezen zelf zuchtige en tyrannieke wijze van opvoeden in een geestelijke crisis verkeert. In de televisie-uitzending van de V.A.R.A. op donderdagavond 22 december zal dit stuk te zien en te horen zijn. Onder regie van Kees van Iersel spelen Wiesje Bouwmees ter en Henk' van Ulsen moeder en zoon, tussen wie het tot een uitbarsting komt, als de jongen een avondje uitgaat, en treden voorts nog vele anderen op, leden van de hoorspelkern van de N.R.U., die nu dus gelegenheid krijgen, eens kennis te maken met de televisie. De vertaling van het stuk is van Gerard K. van het Reve en Jan van der Does ontwierp het decor. Wat mij en zeker vele anderen het meest heeft geïntrigeerd bij de voorstelling, die Amstels toneelvereniging „Streven naar Kunst" dinsdagavond in de Stadsschouw burg gaf van Hugo Claus' spel „Een bruid in de morgen" was de keuze van dit stuk. Die keuze was zeer riskant. Men heeft niet alleen rekening te houden met de spelers, maar ook met de toeschouwers. Zo ooit dan is er bij dit stuk sprake van een we derzijdse beïnvloeding. De tijd. dat toneel spelers de zaal „de vierde muur" noemden is voorbij. Tegenwoordig beseft men dat de zaal meespeelt. Het publiek wordt dan alleen bij de handeling van ..Een bruid in de morgen" betrokken als de spelers in staat zijn zowel de situatie als de karakters volledig in zich op te nemen. Dat is geen geringe opgave, omdat Claus een lang niet zo sterke situatie creëert als in „Suiker" en veel van de tekst daaraan eerder af breuk doet wanneer de extreme contrasten in levensgevoel en levensnormen niet in hun bijna primitieve oorspronkelijkheid tot gelding komen. Het heeft, geen zin een discussie bij de toeschouwers op te wek ken waarom Claus nu juist zo'n gegeven uitwerkt. Het gaat er alleen om die toe schouwers erin te interesseren, hen des noods onder het juk door te laten gaan. Om nog even op die primitieve oorspron kelijkheid terug te komen: zij bestaat. De mensen van Claus bestaan. Dat hun situa ties niet helemaal aanvaardbaar zijn is een tweede, maar dat wordt in een goede voorstelling weggespeeld. Men komt er echter niet. wanneer men slechts bepaalde facetten van die mensen voor de dag 6869. Kapakipoeloebiklonk het volgende bevel. En alle maanwezentjes schoten hun bogen af; een regen van pijlen suisde op het monster af. Ze drongen met hun scherpe punten in de lange nek van het beest, dat door die aanval verrast werd. Het maakte 'n woedende sprong en brieste kwaad aardig. Maar toen het dreigend de bek met de verschrikkelijke tanden open sperde, liet het meteen het maanscheepje vallen. Oeioei! riep daarbinnen professor Zmipovsk. Help, help! ik val! Hij klemde zich met alle macht tegen de wanden van het maanscheepje vast EUK 46) „Dat wilde ik u eigenlijk vertellen. Wat er verder gebeurd is hebt u in de kranten gelezen. De politie kwam bij ons en Joseph werd verhoord en wij werden allemaal verhoord. Joseph hebben ze meegenomen en toen is hij berecht en opgehangen. En wat de kinderen hebben doorgemaakt, wat hun is gevraagd, wat er tegen hen is gezegd, daar zullen we het nu maar niet meer over heb ben. De jongsten hebben er niet zoveel van gemerkt. Wij hebben hen niet meer verteld dan nodig was en zij dachten dat hun vader was gestorven, zoals ook vaders van andere kinderen stierven. Wij hebben geprobeerd hen tegen vragen te beschermen en hen weg te houden van andere kinderen, die hen misschien zouden inlich ten. Maar de oudste twee, Joe en zijn zusje Elsie, die waren van alles op de hoogte. Ach, zij wisten wel al on geveer wat overspel was en wat een minnaar was. El sie heeft er zich in geschikt. Misschien hebben meisjes altijd meer begrip voor de moeder dan voor de vader. Maar Joe kon het me niet vergeven en neem het hem eens kwalijk". Mevrouw Trefusis greep naar een pakje sigaretten op de tafel en de hand waarmee zij het Va lentine voorhield trilde. „Toen het achter de rug was", zei zij, terwijl zij Paul het pakje voorhield, „was ik het liefst ook maar dood gegaan. En dat heb ik nog wel eens het is geen ge makkelijk leven. Maar ik heb toch ingezien dat het zo niet mocht. Je kunt geen schuld afbetalen door je leven weg te gooien en je kinderen als wezen achter te laten om naar een inrichting te gaan. Dan zou ik nog eens zon de op me hebben geladen, alsof ik het kwaad, dat ik be gonnen was, afmaakte. Ik ben naar deze plaats ver huisd, waar niemand ons kende. En toen zei Joe tegen me, dat hij weg wilde naar een achterneef van zijn vader in Australië, die Wij nog nooit gezien hebben. Hij wilde opnieuw beginnen. Ik heb hem het spaargeld van zijn vader gegeven en zijn overtocht betaald. Maar het schip is vergaan". „JaEr was een gruwelijke stilte in de kamer gevallen, toen mevrouw Trefusis ophield. Valentines antwoord klonk meer als het ritselen van de wind door dorre blaren dan als een menselijke stem. En wat viel er ook te antwoorden op dit verhaal? Sympathie, begrip, zelfs vriendelijkheid waren hier overbodig. Mevrouw Trefusis had haar eigen antwoorden gevon den en het verhaal, dat zij hardop had verteld, was en bleef haar eigendom. Even later zei Valentine dan ook: „Het zal niet meevallen al die kinderen groot te bren gen". Mevrouw Trefusis glimlachte vaag. „Nee, ik moet de eindjes wel eens aan elkaar knopen." Zij keek daarbij Paul aan en niet Valentine juist Paul, die zo weinig van zich liet merken, dat hij nauwelijks aanwezig leek te zijn. En in haar blik lag een grote mate van vertrou wen. „Elsie is overigens al aan het werk", zei zij, „in de keuken van Hotel Tregynt Manor. Ik heb dus alleen voor de jongste vier te zorgen. En overdag zijn zij naar school, dan kan uit werken gaan. Voor de avonduren heb ik naaiwerk thuis". Valentine stelde geen vragen meer. Zij liet haar span ning varen, rookte haar sigaret op en luisterde, terwijl mevrouw Trefusis zich tot Paul wendde, die in het ge heel niets gevraagd had. Zij begon over de kinde ren zelf te vertellen; over Tom, die het moeilijk had op school, maar heel goed voor het boerenwerk deugde; over Carolyn, die later een flinke huisvrouw zou wor den, over Sarah, de jongste, die zo brutaal was en over David, net zo'n verstandige jongen als Joe. Valentines gedachten dwaalden af. De kinderen zouden straks thuis komen en zouden moeten eten. Paul en zij moesten nu gaan. Maar zij wilde mevrouw Trefusis zo graag even alleen spreken, om nog iets over Joe te zeggen zonder dat Paul het hoorde. Zij wilde ook weten, of het mevrouw Trefusis bekend was, dat Paul journalist was, een van die mensen die zij te Breve juist wilde ontvluchten. Maar terwijl zij in het kleine kamertje naar Paul en de gastvrouw zat te luisteren zag zij daartoe al heel wei nig kans. Toen zij de voordeur uitgingen en Paul haar op het smalle tuinpad voor liet gaan, zoals zij had voorzien, deed zij evenwel onverwacht een stap opzij, liet hem doorlopen en ging nog even terug. „Mevrouw Trefusis, ik waardeer het erg, dat u ons dit alles hebt verteld". Mevrouw Trefusis glimlachte en zei, volkomen on verwacht: „Het heeft me zelf zoveel goed gedaan. Op die manier heb ik er nog nooit met iemand over kunnen praten. Ik voel me opgelucht, maar nog het meest door dat het goed is met Joe". En daarbij bleef het. Valentine kon het niet over haar hart krijgen deze nieuwe rust te verstoren door haar achterdocht tegen Paul te wekken. Zij zou in paniek ra ken, angstiger zijn dan ooit tevoren en dat mogelijk vol komen overbodig. Misschien was Paul in het geheel niet van plan dit verhaal naar zijn krant te zenden, misschien kon zij hem tot andere gedachten brengen, als hij het wel was. Zij zei dan ook: „Als Joe thuis wilde komen, zoudt u dat prettig vin den?" „Of ik dat prettig zou vinden Er volgde een stortvloed van zinnen, die even plotseling weer ophield. Daarna zei zij langzaam: „Als Joe werke lijk thuis wilde komen zou dat het mooiste ogenblik in mijn leven zijn. Maar hij zou het zelf moeten willen hij zou vrijwillig moeten thuiskomen en niet, omdat wie dan ook hem daartoe dwong". „Misschien zou hij het graag willen", zei Valentine. „Ik ben er niet zeker van. Maar zelfs al blijft hij weg, een ding moet ik u toch nog vertellen. Ik heb de patiënten behandeld die van het wrak werden gehaald en Joe was daar een van. Hij had een flinke wond aan zijn arm en hij was flauw gevallen van pijn, van de kou en van schrik. Maar toen hij bij kennis kwam vroeg hij het allereerst naar u. Hij zei „Moeder". Op de tranen, die de vrouw tegenover haar plotseling uit de ogen stroomden, was zij niet bereid geweest. Zij draaide het hoofd om, uit bescheidenheid, en zag daar bij dat Pauls wagen verdwenen was. Hij was weer weg gereden zonder op haar te wachten alsof zij in deze he le zaak iemand was, die hij uit de weg moest blijven. Weer greep de angst haar bij de keel en zij wilde hem haastig narijden om hem met alle geweld desnoods te beletten iets ontzettends te doen. Maar het kwam er niet van. Op de weg klonk luid gejuich. Even later draafden de kinderen het hek binnen. Zij zwaaiden met lampions, hadden pakjes in de hand en papieren mutsen op het hoofd. Voorop renden de beide jongens, daarachter kwam Carolyn, die later een goede huisvrouw zou worden en haar zusje Sarah meetrok. Mevrouw Trefusis hurkte bij hen neer toen zij haar bestormden, ving hen in haar ar men op en veranderde op wonderbaarlijke wijze van de sombere vrouw, die haar schuld en haar plicht zo goed begreep, in een lachende lieve moeder, die het bestaan van haar kinderen beschermde en gelukkig maakte. „We hebben bezoek", vertelde zij, zodra zij aan het woord kon komen. „Dat is dokter Manning". „We zijn toch niet ziek?" „Is er iets besmettelijks?" „U bent zelf toch niet ziek, moeder?" vroeg Carolyn ongerust. „Welnee, kindje, er is niemand ziek", zei mevrouw Trefusis. „Dokter Manning is zo maar gekomen. Geef eens een hand". Zij staken haar de hand toe met dezelfde innemende beleefdheid, die haar ook bij Joe was opgevallen. Vier krullebollen werden naar haar opgeheven en vier paar stralende ogen keken haar aan. „Blijft u bij ons eten?" vroeg Carolyn. Zij klemde een stapel speelgoedpannetjes tegen zich aan. „Nee, ik moet jammer genoeg weg". Zij trokken teleurgestelde gezichten, maar liepen toch gehoorzaam naar de keuken door, terwijl hun moeder Valentine tot aan het tuinhek bracht. Valentine stak haar hand uit „Die kinderen komen wel terecht", zei zij. „Zij ma ken zo'n gelukkige indruk". Mevrouw Trefusis drukte krachtig de hand die haar toegestoken werd. „Ik ben blij, dat u dat zegt", zei zij. Valentine reed naar huis. Er ging vrijwel niets meer in haar om. Waarover kon zij nog denken? Het was nu wel te laat om nog in twijfel te verkeren of Paul dit ver haal al of niet wilde publiceren. Zij moest zekerheid hebben. Mevrouw Trefusis had haar verleden blootge legd met een schat van bijzonderheden. (Wordt vervolgd) brengt. De hele figuur moet resonneren. Het moet er allemaal zijn: alle accenten, alle triestheid, wanhoop, somberheid, vlucht in de fantasie, vlucht in de materie, alle personen bezitten iets van de half reële Thomas, die aanvaardt, omdat hij niet begrijpt. Zij begrijpen, maar aanvaar den niet. Wat zijn geluk is, is hun ongeluk. Wat zij, op zijn zusje na, geluk vinden, wordt zijn ongeluk. Zij leven in een para doxale schemeringstoestand, waaruit zij zich niet verheffen. Daarom verkiest Tho mas' zusje de dood. Het klinkt niet vriendelijk tegenover Amstel's toneelvereniging „Streven naar Kunst", die als gast van „Cremer" de voor stelling van gisteravond verzorgde, als ik zeg dat ik haar keuze niet overeenkomstig haar streven vind. Ik zal graag erkennen, dat haar spelers in meer of minder mate bepaalde typerende eigenschappen bezaten voor de verschijningsvorm van Claus' fi guren, maar aan het rijke scala der zo be nauwende en verengde wezensmogelijk heden raakten zij niet, omdat zij er niet begaafd genoeg voor waren. Dat is een feit, geen schande. Hun regisseur heeft mij ver baasd. Zijn speelstijl was er een zonder voldoende toneeltechnische opzet, zodat de scènes daarom al onder de maat bleven, toen de figuren er tegenaan gingen, omdat zij niet voldoende grond onder de voeten hadden. De voorstelling hing tussen reali teit en irrealiteit; zij maakte nergens echte gevoelens los. Natuurlijk kan men waar dering hebben voor persoonlijke prestaties zoals Rie Elzinga leverde, die vooral de burgerlijke tendens en de daaruit voort komende ingrepen van de moeder mooi deed uitkomen. Ook Rudi Wesselius hoewel een te hoog tempo houdend zocht het dieper dan in de simpele hys terie. Men voelde er de juiste intentie on der. Eigenlijk voelde men bij allen de be reidheid tot meer dan mogelijk bleek op te brengen, maar daarmee werd het aan schijn der dingen gisteravond toch niet naar de uitdrukkingsvorm der dingen ver anderd. Het belletristische boek van ten hoogste drie gulden zal met ingang van 1 januari a.s. op meer plaatsen verkrijgbaar zijn dan tot nu toe. Dit geldt in de eerste plaats voor het pocketboek, maar door de prijs als criterium te kiezen zal bijvoorbeeld ook het kinderboek vallen onder de nieuwe regeling, die tot de belangrijkste wijzigin gen behoort in een geheel herzien regle ment voor het handelsverkeer in de Ne landse uitgeverij en boekhandel. In een te Utrecht gehouden buitengewo ne algemene vergadering hebben de leden van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels dit op 1 januari 1961 in werking tredende regle ment aanvaard. Het voordien geldende reglement werd aanmerkelijk vereenvou digd en aangepast aan de nieuwe ontwik keling op het gebied van de exploitatie en de distributie van het boek. In het reglement worden een aantal ca tegorieën opgesomd van zaken, inrichtin gen en instellingen, die onder bepaalde omstandigheden en wanneer aan zekere voorwaarden wordt voldaan, toestemming kunnen verkrijgen tot de verkoop van boe ken tot ten hoogste drie gulden. Genoemd worden erkende leesbibliotheken en erken de kantoorboekhandels, tijdschriftenhan dels, warenhuizen, supermarkten, souve nirwinkels, jeugdherbergen, conferentie oorden, militaire tehuizen, hotels, motels en pensions. Bij de officiële ingebruikneming op 27 oktober van het Beokhuis, de nieuwe zetel van de Vereeniging in Amsterdam, sprak de staatssecretaris van O., K. en W., mr. Y. Scholten, in zijn rede van „de witte plekken op onze landkaart, waar tot nu het boek niet te verkrijgen is en waar de behoefte aan het boek, soms wellicht la tent, toch zeker ook aanwezig is". In deze behoefte zal, aldus de Vereeniging, de zo juist aanvaarde regeling tot uitbreiding van het aantal verkooppunten voor het boek van lage prijs zeer zeker in belang rijke mate bijdragen. Het voorvoegsel o n- heeft verschil lende betekenissen, maar in hoofdzaak is het een ontkenning: onafzien baar. onrijp, onbeduidend en talloze andere. Soms geeft on- ook aan: het tegendeel van hetgeen het grond woord uitdrukt. Zo is ongeluk niet de afwezigheid van geluk, maar ramp spoed; onzin is wartaal, ondeugd is slechtheid, onmin is vijandschap, ondicht is proza. In een aantal woorden geeft on- een nog sterkere ontkenning aan, namelijk een ontaarding. Zo betekent ondier: monster, dus eigenlijk een dier dat zijn aard heeft verloren. Onweer is: slecht weer en in het bijzonder: slecht ^veer met donder en bliksem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 11