N.Ph.O. met première van
Meyer Tormin's „Impulsen"
kOSRAM
Amsterdamse amateurs met
„Een bruid in de morgen"
Concert in de Nieuwe Kerk
PANDA EN DE MEESTER-VODDENRAPER
Professor Zmipovsk en zijn vreemde avontuur
Méér verkoopplaatsen
voor goedkope boeken
'"Hoe is het ontstaan)^
WOENSDAG 14 DECEMBER 1960
11
Geschiedschrijving
Hedenavond schrijvers
voor de televisie
Hou je aan je woord
De radio geeft donderdag
T elevisieprogramma
Anders dan Anderen
Een Avond uit"
van Harold Pinter
ONS VERVOLGVERHAAL DOOR
RUTH ASPINALL
Vertaling: Margot Bakker
P. W. F ranse
Dit woord: ONWEER
48 De smokkelaars in hun lange spook-
jurken naderden de tafel, waaraan opa en
oude Sammy zaten te kaarten. En juist
wilden zij zich onder ijselijk gegil op de
beide oude baasjes werpen, toen er opeens
iets gebeurde, dat dit boze plannetje in de
rear stuurde. Een krachtige luchtstroom
blies plotseling door het vertrek en deed
hun gewaden bol staan. Opa en Sammy
konden zich nog net tegen deze lucht
stroom staande houden, maar de smokke
laars werden hevig gehinderd door de
wapperende witte lakens, waarin zij zich
gewikkeld hadden. Op dat ogenblik ver
scheen Panda, de krachtige ventilator
voor zich uit duwend, die hij op de flap
perende spoken gericht hield. Zo dreef hij
ze allemaal in een hoekje bijeen. Daar
krioelden zij in een slordige kluwen door
een als wasgoed in de storm. „Gelukt!"
riep Panda triomfantelijk. „Vlug opa!
Vlug meneer Sammy! Knoop hun hemden
aan elkaar, voor ze die uittrekken!"
De navrante film over het leven van St.
Vincentius a Paulo die de KRO gisteravond
met uitdrukkelijke aanbeveling ook voor
niet-katholieken presenteerde, was niet
alleen als tijdsbeeld doch ook als historisch
ontwikkelingssymptoom van de charitas
zeer de moeite waard. Wat het voorpro
gramma betreft, werden wij onaangenaam
getroffen doo^ de toon van het documen
taire overzicht der O.E.E.S.., de organi
satie voor Europese economische samen
werking. Het is niet veel minder dan ge
schiedvervalsing om in een dergelijk kort
bestek op een zo juichende toon over „het
wonder van Europa" te spreken in ver
band met deze organisatie en daarbij ook
nog het Marschall-plan als een soort van
bevrijding uit achterlijkheid en onderont
wikkeling voor te stellen. De werkelijk
heid is heel anders en heel wat minder
vrolijk dan deze documentaire de goedge
lovige filmkijker wil doen geloven!
Beeldschermer
In de vertrouwelijke sfeer van AVRO's-
programma „De Kring" wisselen heden
avond van 21.40 tot 22.20 uur de dichter
Jan Bernlef, de schrijfster Hella S. Haase,
de journalist en criticus H. A. Gomperts en
de litterator Victor E. van Vriesland vrij
postig van gedachten over „Wat is „roem"
van een schrijver?". Gastheer in dit pro
gramma, waarvan de regie berust bij Ans
Herblot, is mr. E. Straat.
Van 15.00 tot 16.00 uur zendt de A.V.R.O.
op vrijdag 16 december een herhaling uit
van de oorspronkelijk op dinsdag 22
november uitgezonden tweede aflevering
van „Hou je aan je woord", een programma
over woorden, waaraan onder voorzitter
schap van Karei Jonckheere, wordt mede
gewerkt door Hella S. Haase, Godfried
Bomans, Harry Mulisch en dr. Victor E.
van Vriesland.
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 KRO. 10.00 NCRV.
11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd.
7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00
Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. 9.35 Wa
terstanden. 9.40 Schoolradio. NCRV: 10.00 Gram.
10.15 Morgendienst. 10.45 Gram. KRO. 11.00 Gram.
Plm. 11.25 Huwelijksplechtigheden te Brussel.
NCRV: 14.00 Blaasork. 14.30 Gram. 15.30 Salzbur-
ger Festspiele 1960: Te Deum. 16.00 Verkenningen
in de Bijbel. 16.20 Kamermuz. 16.50 Gram. 17.00
Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber. 17.45
Kerstoratorium (fragm.). 18.15 Sportrubr. 18.30
Gram. 18.50 Sociaal perspectief, lezing. 19.00 Nws.
en weerbericht. 19.10 Op de man af, praatje. 19.15
Gram. 19.30 Radiokrant. 19.50 Polit. lezing. 20.00
Gevarieerd progr. 21.30 Gram. 21.50 Periodieken
parade. 22.00 Brussel in bruilofsstemming. 22.30
Nieuws. 22.40 Avondoverdenking. 22.55 Boekbe
spreking. 23.00 Gram. 23.15 Vlaams-Nederlandse
gesprekken over letterkundige bloemlezingen.
23.55—24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO.
8.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Gram. 9.00 Gvmn. voor de vrouw. 9.10 De groen
teman. 9.15 Gram. 9.45 Huwelijk Kon. Boudewijn
en Fabiola de Mora Y Aragon. 10.50 Voor de kleu
ters. 11.00 Kookpraatje. 11.15 Gram. 11.45 Lezing
over het Surinaamse dorp Dahomey. 12.00 Lichte
muz. 12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33 Lichte
muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20
Lichte muz. 13.55 Beursber. 14.00 Kamermuziek.
14.30 Voor de vrouw. 15.05 Kamermuziek. 15.35
Voordr. 15.55 Gram. 16.15 Gram. 17.00 Voor de
jeugd. 17.30 Jazzmuz. 18.00 Nieuws. 18.15 Voordr.
18.30 Gram. 18.45 Sportpraatje. 18.55 Gesproken
brief 19.00 Voor de kinderen. 19.05 Gevar. progr.
20.00 Nieuws. 20.05 Radio-filharm.orkest en solist.
(In de pauze: 21.00—21.15 Koninkrijkdag 1960.
klankbeeld: 21.15-21.25 Gram.). 22.15 Gram. 22.30
Nieuws, beursber. v. New York en meded. 22.45
Journ. 23.00 Sportact. 23.10 Nieuwe gram. 23.55—
2400 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
10.00 Rep. Kor.inkl. bruiloft. 13.00 Nieuws. 13.15
Liederen. 14.00 Spaanse muz. 14.25 Symf.ork. en
sol. 15.00 Voordracht van Spaanse gedichten. 15.35
Gram. 16.00 Lichte muz. 16.06 Vrolijke muz. 17.00
Nieuws. 17.15 Voor de kinderen. 18.20 Voor de
soldaten 18.50 Sportkroniek. 19.00 Nieuws. 19.40
Gram. 20.00 Omr.orkest en solist. 21.00 Zang en
gitaar. 21.35 en 21.50 Gram. 22.00 Nieuws. 22.15
Amus.ork. 23.00 Nieuws. 23.05 Omr.orkest en sol.
23.55—24.00 Nieuws.
VOOR WOENSDAG
NCRV: 17.00 Voor de kinderen. NTS: 17.30 Int.
ieugdjourn. 20.00 Journaal en weeroverz. AVRO
20.20 Televizier. 20.30 Sportpanorama. 21.00 Muz
show met Fred Astaire. 21.45—22.20 Gedachten-
wisseling tussen kunstenaars.
VOOR DONDERDAG
NTS: 9.50—13.00 Reportage uit Brussel van Ko
ninklijk huwelijk. 19.00 Herh. rep. Kon. huwelijk
19.40—20.00 Uitz. t.gv Koninkrijksdag 20.00 Journ
NCRV20.20 Actueel progr. 20.30 Filmbespreking
20.50 De vrouw, die Vader trouwde. TV-spel.
22.10 Dagsluiting.
Met „Le Festin de l'Araignée", de
concertversie van de door Albert Rous-
sel onder deze titel gecomponeerde bal
letmuziek, opende het vierde concert in
de dinsdagavondserie van het Noordhol
lands Philharmonisch Orkest. Roussel is
altijd enigszins op de achtergrond geble
ven op de programma's van onze orkes
ten, in vergelijking met zijn land- en tijd
genoten Debussy en Ravel. Ten onrechte,
want hij was een prins der muziek, een
toon-dichter in de ware zins des woords:
een man die in klanken dacht en daaruit
met beheerste vitaliteit onvermoede wer
kingen wist te tovei-en. Zijn stijl is iets
kantiger en zijn techniek schijnbaar aca
demischer dan die van bijvoorbeeld Debus
sy, maar hij bezat het vermogen een maxi
mum aan kunstvaardigheid te doen uit
monden in een lichtvoetigheid en speelse
zwier die volkomen vanzelfsprekend zijn.
Hetgeen altijd weer (de) kunst is. Men
heeft de fijn-geciseleerde, zeer doorwerkte
partituur in een verantwoorde weergave
gehoord, waarbij in de dii-ectie van Henri
Arends vooral de elasticiteit opviel waar
mee de tempo-overgangen tussen de in el
kaar doorlopende onderdelen verliepen. Al
leen kreeg men de indruk dat het door
zichtig gaas van de strijkersklank, door
de componist in een soort „ajour"-
techniek geweven, soms iets te dik was om
de dansante lijnen van de blazers voldoen
de te laten uitkomen.
HET PROGRAMMA vertoonde hierna
een nogal abrupt niveauverschil. Het Cel
loconcert van Saint-Saëns is een van die
relicten van het concertrepertoire die, door
onze vaderen eens met liefde gekoesterd,
nu nog ternauwernood levensvatbaar
meer zijn. Een muziek vol opgedraaide
snorren, crinolines en antimakassars. Een
uitdragerswinkel vol salongrapjes met 'n
baard. Dat men er nog naar kon luisteren
dankte men aan de ongeëvenaarde vertol
king van Paul Tortelier, die het fletse
stuk voordroeg met een onnadrukkelijke
virtuositeit, een nobele zangerigheid, een
betere zaak waardig. Discrete, goed slui-
BARITON JOHN CHARLES THOMAS
OVERLEDEN
John Charles Thomas, een van de groot
ste bariton-zangers die ooit met het ge
zelschap van de Metropolitan Opera Com
pany heeft gezongen, is dinsdag na een
slepende ziekte op 69-jarige leeftijd over
leden te Apple Valley in Californië. Tho-
was heeft gedurende zijn loopbaan ook ge
zongen met het Koninklijk Operagezel
schap van Brussel, en met verschillende
Amerikaanse opera-gezelschappen.
tende begeleiding van het orkest. Het suc
ces was groot; voor zover het de uitvoe
ring betreft is het niet moeilijk daarmee
in te stemmen.
NA DE PAUZE ging de aandacht in
de eerste plaats uit naar een première
te weten de „Impulsen" van de Duitse
componist Wolfgang Meyer-Tormin, van
wie Arends in het vorig seizoen een piano
concert in Haarlem introduceerde. De be
zetting is opmerkelijk: naast fluit, bas
klarinet, trompet, trombone, viool, cello,
contrabas (solistisch bezet) en piano
werkt een uitgebreide slagwerkgroep mee
waarvoor drie spelers in het geweer ko
men. Aan deze sectie heeft de componist
uitvoerige obligate passages toevertrouwd
en zij is het vooral die de titel van het
werk moet waarmaken. Telkens worden
deze sfudies in ritmische geleding van
klankkleuren onderbroken door flitsende
streken en stoten van de strijk- en blaas
instrumenten, volgens de „punctuele" op
vatting van de Webern-school die in het
hedendaagse componeren toonaangevend
is. Het ontbreken van een duidelijke
melodisch continuum maakt de plaatsing
van deze puntsgewijs aangebrachte trek
jes bijzonder hachelijk. De componist die
in de zaal aanwezig was betoonde zich
zeer dankbaar over de wijze waarop elf
leden van ons orkest zich van hun taak
gekweten hadden onder de doelbewuste
leiding van Henri Arends.
MET EEN DERGELIJK avantgardis-
tisch opus was men inmiddels aan de te
genpool gekomen van het pluchen Cello
concert van Saint-Saëns. Men vraagt zich
wel even af voor welke oren het orkest
dan eigenlijk op zo'n avond musiceert:
voor hen die in de concertzaal zuivere
ontspanning zoeken bij dierbare klanken,
of voor een handjevol belangstellenden
onder het publiek die de mogelijkheid tot
oriëntatie waarderen die de uitvoering van
een hedendaags werk hen biedt. Het valt
te betwijfelen of men verstandig doet zul
ke „extreme" uitingen te brengen in een
kader waar ze ten enemale bevreemdend
moeten werken. De vernieuwing van het
repertoire lijkt me beter gediend met wer
ken die in het verlengde van een geves
tigde traditie liggen een gedachte die
dan ook gelukkig menigmaal spreekt uit
het programmabeleid van het N.Ph.O.
Gebrek aan plaatsruimte verbiedt mij
verder nog in te gaan op de uitvoeringen
van Debussy's „Prélude a l'après-midi
d'un Faune" en van de populaire Tove
naarsleerling van Dukas, die na de pauze
het werk van Meyer-Tormin omlijstten.
Sas Bun ge
Dinsdagavond deed de organist Hen
drik Lasschuit, die in de Nieuwe Kerk
Haarlem's oudste orgel bespeelt, ander
maal een beroep op belangstellenden voor
het, wegens geldgebrek slechts ten dele
gerestaureerde instrument, door het orga
niseren van het orgelfonds. Hij had zich
daartoe de medewerking verzekerd van
het bekende Haarlemse harmoniekorps
Kunstkring-Apollo, onder leiding van Jan
Groot, zodat een zeer gevarieerd program
ma geboden werd, waarin de majesteit
van de orgelklank zich bijwijlen paarde
aan de timbres van het blaasorkest.
Dit was het geval bij de vertolking van'
Bach's mooi gefigureerde koraal „Jesus,
meiner Seelen Wonnen", dat, sinds Myra
Hess het voor piano bewerkte en onder
de titel „Jesu, joy of man's desiring" op
de markt bracht, in allerhande arrange
menten pasklaar wordt gemaakt. Daar is
niets op tegen, behoudens de dwaasheid
van de Engelse titel. De koraalmelodie
werd nu mede in orgelklank gehoord. Het
bleek een experiment waarin nog wel niet
het gewenste evenwicht werd bereikt, doch
dat op bepaalde punten, na meer erva
ring van het blazersensemble in deze de
licate materie, waarin de akoestische wer
king een zeer voorname rol speelt, wel
zeer aannemelijk kan worden.
De Fantasie over drie Franse kerstlie
deren, die Meindert Boekei componeerde
voor harmonie-orkest en orgel, bevestig
de de bruikbaarheid van de combinatie,
vooral waar, aan het slot, het hymnisch
karakter van het stuk verheven door
breekt. Als solist toonde Henk Lasschuit
met smaak zijn vaardigheid met twee klei
ne preludiums en fuga's van Bach en met
een fraaie koraalbewerking van Buxtehude
op de kerstmelodie „Wie schön leuchtet
der Morgenstern", blijkbaar een van zijn
lievelingskoralen, gezien ook zijn aanpas
sing ervan in de Abendmusik „Das jüng-
ste Gericht".
Lasschuit wist van de beperkte midde
len, die het „Vrouwenorgel" vooralsnog
biedt, een handig gebruik te maken om
de composities van Bach en Buxtehude te
Advertentie
Anders dan anderen, een televisiebio
grafie van een landgenoot, gepresenteerd
door Bert Garthoff, zal opgenomen zijn in
het televisieprogramma van de V.A.R.A.,
op maandag 19 december. Pier Tania regis
seert deze uitzending, die geschiedt uit de
Concertzaal Singer te Laren.
kleuren. Mogen weldra de middelen toe
reikend zijn, om het instrument te vol
tooien en de organist de kans te geven
zijn vleugels uit te slaan; wij willen het
met hem hopen.
Het harmonie-orkest trad zelfstandig op
met een Suite van Grébry, die zich on
danks haar danskarakter beter verhield
tot de omgeving dan een Andante van
Gounod, dat de balletsfeer kwalijk kon
loochenen. De pastorale melodieën van de
oude Grébry kregen een bijzondere aan
gename mildheid in ongeforceerde klank.
Jan Groot wist met zijn korps ook een
mooie beurt te maken bij het verklanken
van Symphonia VI van Torelli. Alle res
pect verdiende vooral het mooie midden
deel van deze compositie, waar hout en
klein koper tot een treffend geheel vol be
scheiden expressie samenwerkten.
Jos. de Klerk
In zijn televisiespel „Een avond uit" be
handelt de jonge Engelse auteur Harold
Pinter het conflict tussen een weduwe en
haar enige zoon, die door haar kwasi-zorg-
zame en -liefdevolle, maar in wezen zelf
zuchtige en tyrannieke wijze van opvoeden
in een geestelijke crisis verkeert. In de
televisie-uitzending van de V.A.R.A. op
donderdagavond 22 december zal dit stuk
te zien en te horen zijn. Onder regie van
Kees van Iersel spelen Wiesje Bouwmees
ter en Henk' van Ulsen moeder en zoon,
tussen wie het tot een uitbarsting komt,
als de jongen een avondje uitgaat, en
treden voorts nog vele anderen op, leden
van de hoorspelkern van de N.R.U., die nu
dus gelegenheid krijgen, eens kennis te
maken met de televisie. De vertaling van
het stuk is van Gerard K. van het Reve en
Jan van der Does ontwierp het decor.
Wat mij en zeker vele anderen het meest
heeft geïntrigeerd bij de voorstelling, die
Amstels toneelvereniging „Streven naar
Kunst" dinsdagavond in de Stadsschouw
burg gaf van Hugo Claus' spel „Een bruid
in de morgen" was de keuze van dit stuk.
Die keuze was zeer riskant. Men heeft niet
alleen rekening te houden met de spelers,
maar ook met de toeschouwers. Zo ooit
dan is er bij dit stuk sprake van een we
derzijdse beïnvloeding. De tijd. dat toneel
spelers de zaal „de vierde muur" noemden
is voorbij. Tegenwoordig beseft men dat
de zaal meespeelt. Het publiek wordt dan
alleen bij de handeling van ..Een bruid in
de morgen" betrokken als de spelers in
staat zijn zowel de situatie als de karakters
volledig in zich op te nemen. Dat is geen
geringe opgave, omdat Claus een lang niet
zo sterke situatie creëert als in „Suiker"
en veel van de tekst daaraan eerder af
breuk doet wanneer de extreme contrasten
in levensgevoel en levensnormen niet in
hun bijna primitieve oorspronkelijkheid tot
gelding komen. Het heeft, geen zin een
discussie bij de toeschouwers op te wek
ken waarom Claus nu juist zo'n gegeven
uitwerkt. Het gaat er alleen om die toe
schouwers erin te interesseren, hen des
noods onder het juk door te laten gaan.
Om nog even op die primitieve oorspron
kelijkheid terug te komen: zij bestaat. De
mensen van Claus bestaan. Dat hun situa
ties niet helemaal aanvaardbaar zijn is
een tweede, maar dat wordt in een goede
voorstelling weggespeeld. Men komt er
echter niet. wanneer men slechts bepaalde
facetten van die mensen voor de dag
6869. Kapakipoeloebiklonk het volgende bevel.
En alle maanwezentjes schoten hun bogen af; een regen van pijlen suisde op het
monster af. Ze drongen met hun scherpe punten in de lange nek van het beest, dat
door die aanval verrast werd. Het maakte 'n woedende sprong en brieste kwaad
aardig. Maar toen het dreigend de bek met de verschrikkelijke tanden open
sperde, liet het meteen het maanscheepje vallen.
Oeioei! riep daarbinnen professor Zmipovsk. Help, help! ik val!
Hij klemde zich met alle macht tegen de wanden van het maanscheepje vast
EUK
46)
„Dat wilde ik u eigenlijk vertellen. Wat er verder
gebeurd is hebt u in de kranten gelezen. De politie kwam
bij ons en Joseph werd verhoord en wij werden allemaal
verhoord. Joseph hebben ze meegenomen en toen is hij
berecht en opgehangen. En wat de kinderen hebben
doorgemaakt, wat hun is gevraagd, wat er tegen hen is
gezegd, daar zullen we het nu maar niet meer over heb
ben. De jongsten hebben er niet zoveel van gemerkt.
Wij hebben hen niet meer verteld dan nodig was en zij
dachten dat hun vader was gestorven, zoals ook vaders
van andere kinderen stierven. Wij hebben geprobeerd
hen tegen vragen te beschermen en hen weg te houden
van andere kinderen, die hen misschien zouden inlich
ten. Maar de oudste twee, Joe en zijn zusje Elsie, die
waren van alles op de hoogte. Ach, zij wisten wel al on
geveer wat overspel was en wat een minnaar was. El
sie heeft er zich in geschikt. Misschien hebben meisjes
altijd meer begrip voor de moeder dan voor de vader.
Maar Joe kon het me niet vergeven en neem het hem
eens kwalijk". Mevrouw Trefusis greep naar een pakje
sigaretten op de tafel en de hand waarmee zij het Va
lentine voorhield trilde.
„Toen het achter de rug was", zei zij, terwijl zij Paul
het pakje voorhield, „was ik het liefst ook maar dood
gegaan. En dat heb ik nog wel eens het is geen ge
makkelijk leven. Maar ik heb toch ingezien dat het zo
niet mocht. Je kunt geen schuld afbetalen door je leven
weg te gooien en je kinderen als wezen achter te laten
om naar een inrichting te gaan. Dan zou ik nog eens zon
de op me hebben geladen, alsof ik het kwaad, dat ik be
gonnen was, afmaakte. Ik ben naar deze plaats ver
huisd, waar niemand ons kende. En toen zei Joe tegen
me, dat hij weg wilde naar een achterneef van zijn
vader in Australië, die Wij nog nooit gezien hebben. Hij
wilde opnieuw beginnen. Ik heb hem het spaargeld van
zijn vader gegeven en zijn overtocht betaald. Maar het
schip is vergaan".
„JaEr was een gruwelijke stilte in de kamer
gevallen, toen mevrouw Trefusis ophield. Valentines
antwoord klonk meer als het ritselen van de wind door
dorre blaren dan als een menselijke stem. En wat viel er
ook te antwoorden op dit verhaal? Sympathie, begrip,
zelfs vriendelijkheid waren hier overbodig.
Mevrouw Trefusis had haar eigen antwoorden gevon
den en het verhaal, dat zij hardop had verteld, was en
bleef haar eigendom. Even later zei Valentine dan ook:
„Het zal niet meevallen al die kinderen groot te bren
gen".
Mevrouw Trefusis glimlachte vaag. „Nee, ik moet de
eindjes wel eens aan elkaar knopen." Zij keek daarbij
Paul aan en niet Valentine juist Paul, die zo weinig
van zich liet merken, dat hij nauwelijks aanwezig leek
te zijn. En in haar blik lag een grote mate van vertrou
wen. „Elsie is overigens al aan het werk", zei zij, „in
de keuken van Hotel Tregynt Manor. Ik heb dus alleen
voor de jongste vier te zorgen. En overdag zijn zij naar
school, dan kan uit werken gaan. Voor de avonduren
heb ik naaiwerk thuis".
Valentine stelde geen vragen meer. Zij liet haar span
ning varen, rookte haar sigaret op en luisterde, terwijl
mevrouw Trefusis zich tot Paul wendde, die in het ge
heel niets gevraagd had. Zij begon over de kinde
ren zelf te vertellen; over Tom, die het moeilijk had
op school, maar heel goed voor het boerenwerk deugde;
over Carolyn, die later een flinke huisvrouw zou wor
den, over Sarah, de jongste, die zo brutaal was en over
David, net zo'n verstandige jongen als Joe. Valentines
gedachten dwaalden af. De kinderen zouden straks thuis
komen en zouden moeten eten. Paul en zij moesten nu
gaan. Maar zij wilde mevrouw Trefusis zo graag even
alleen spreken, om nog iets over Joe te zeggen zonder
dat Paul het hoorde. Zij wilde ook weten, of het mevrouw
Trefusis bekend was, dat Paul journalist was, een van
die mensen die zij te Breve juist wilde ontvluchten.
Maar terwijl zij in het kleine kamertje naar Paul en de
gastvrouw zat te luisteren zag zij daartoe al heel wei
nig kans.
Toen zij de voordeur uitgingen en Paul haar op het
smalle tuinpad voor liet gaan, zoals zij had voorzien,
deed zij evenwel onverwacht een stap opzij, liet hem
doorlopen en ging nog even terug.
„Mevrouw Trefusis, ik waardeer het erg, dat u ons
dit alles hebt verteld".
Mevrouw Trefusis glimlachte en zei, volkomen on
verwacht: „Het heeft me zelf zoveel goed gedaan. Op die
manier heb ik er nog nooit met iemand over kunnen
praten. Ik voel me opgelucht, maar nog het meest door
dat het goed is met Joe".
En daarbij bleef het. Valentine kon het niet over haar
hart krijgen deze nieuwe rust te verstoren door haar
achterdocht tegen Paul te wekken. Zij zou in paniek ra
ken, angstiger zijn dan ooit tevoren en dat mogelijk vol
komen overbodig. Misschien was Paul in het geheel niet
van plan dit verhaal naar zijn krant te zenden, misschien
kon zij hem tot andere gedachten brengen, als hij het
wel was.
Zij zei dan ook:
„Als Joe thuis wilde komen, zoudt u dat prettig vin
den?"
„Of ik dat prettig zou vinden
Er volgde een stortvloed van zinnen, die even plotseling
weer ophield. Daarna zei zij langzaam: „Als Joe werke
lijk thuis wilde komen zou dat het mooiste ogenblik in
mijn leven zijn. Maar hij zou het zelf moeten willen
hij zou vrijwillig moeten thuiskomen en niet, omdat wie
dan ook hem daartoe dwong".
„Misschien zou hij het graag willen", zei Valentine. „Ik
ben er niet zeker van. Maar zelfs al blijft hij weg, een
ding moet ik u toch nog vertellen. Ik heb de patiënten
behandeld die van het wrak werden gehaald en Joe was
daar een van.
Hij had een flinke wond aan zijn arm en hij was flauw
gevallen van pijn, van de kou en van schrik. Maar toen
hij bij kennis kwam vroeg hij het allereerst naar u. Hij
zei „Moeder".
Op de tranen, die de vrouw tegenover haar plotseling
uit de ogen stroomden, was zij niet bereid geweest. Zij
draaide het hoofd om, uit bescheidenheid, en zag daar
bij dat Pauls wagen verdwenen was. Hij was weer weg
gereden zonder op haar te wachten alsof zij in deze he
le zaak iemand was, die hij uit de weg moest blijven.
Weer greep de angst haar bij de keel en zij wilde hem
haastig narijden om hem met alle geweld desnoods te
beletten iets ontzettends te doen. Maar het kwam er niet
van.
Op de weg klonk luid gejuich. Even later draafden de
kinderen het hek binnen. Zij zwaaiden met lampions,
hadden pakjes in de hand en papieren mutsen op het
hoofd. Voorop renden de beide jongens, daarachter kwam
Carolyn, die later een goede huisvrouw zou worden en
haar zusje Sarah meetrok. Mevrouw Trefusis hurkte bij
hen neer toen zij haar bestormden, ving hen in haar ar
men op en veranderde op wonderbaarlijke wijze van de
sombere vrouw, die haar schuld en haar plicht zo goed
begreep, in een lachende lieve moeder, die het bestaan
van haar kinderen beschermde en gelukkig maakte.
„We hebben bezoek", vertelde zij, zodra zij aan het
woord kon komen.
„Dat is dokter Manning".
„We zijn toch niet ziek?"
„Is er iets besmettelijks?"
„U bent zelf toch niet ziek, moeder?" vroeg Carolyn
ongerust.
„Welnee, kindje, er is niemand ziek", zei mevrouw
Trefusis. „Dokter Manning is zo maar gekomen. Geef
eens een hand".
Zij staken haar de hand toe met dezelfde innemende
beleefdheid, die haar ook bij Joe was opgevallen. Vier
krullebollen werden naar haar opgeheven en vier paar
stralende ogen keken haar aan.
„Blijft u bij ons eten?" vroeg Carolyn. Zij klemde
een stapel speelgoedpannetjes tegen zich aan.
„Nee, ik moet jammer genoeg weg".
Zij trokken teleurgestelde gezichten, maar liepen toch
gehoorzaam naar de keuken door, terwijl hun moeder
Valentine tot aan het tuinhek bracht.
Valentine stak haar hand uit
„Die kinderen komen wel terecht", zei zij. „Zij ma
ken zo'n gelukkige indruk".
Mevrouw Trefusis drukte krachtig de hand die haar
toegestoken werd.
„Ik ben blij, dat u dat zegt", zei zij.
Valentine reed naar huis. Er ging vrijwel niets meer
in haar om. Waarover kon zij nog denken? Het was nu
wel te laat om nog in twijfel te verkeren of Paul dit ver
haal al of niet wilde publiceren. Zij moest zekerheid
hebben. Mevrouw Trefusis had haar verleden blootge
legd met een schat van bijzonderheden.
(Wordt vervolgd)
brengt. De hele figuur moet resonneren.
Het moet er allemaal zijn: alle accenten,
alle triestheid, wanhoop, somberheid,
vlucht in de fantasie, vlucht in de materie,
alle personen bezitten iets van de half
reële Thomas, die aanvaardt, omdat hij
niet begrijpt. Zij begrijpen, maar aanvaar
den niet. Wat zijn geluk is, is hun ongeluk.
Wat zij, op zijn zusje na, geluk vinden,
wordt zijn ongeluk. Zij leven in een para
doxale schemeringstoestand, waaruit zij
zich niet verheffen. Daarom verkiest Tho
mas' zusje de dood.
Het klinkt niet vriendelijk tegenover
Amstel's toneelvereniging „Streven naar
Kunst", die als gast van „Cremer" de voor
stelling van gisteravond verzorgde, als ik
zeg dat ik haar keuze niet overeenkomstig
haar streven vind. Ik zal graag erkennen,
dat haar spelers in meer of minder mate
bepaalde typerende eigenschappen bezaten
voor de verschijningsvorm van Claus' fi
guren, maar aan het rijke scala der zo be
nauwende en verengde wezensmogelijk
heden raakten zij niet, omdat zij er niet
begaafd genoeg voor waren. Dat is een feit,
geen schande. Hun regisseur heeft mij ver
baasd. Zijn speelstijl was er een zonder
voldoende toneeltechnische opzet, zodat de
scènes daarom al onder de maat bleven,
toen de figuren er tegenaan gingen, omdat
zij niet voldoende grond onder de voeten
hadden. De voorstelling hing tussen reali
teit en irrealiteit; zij maakte nergens echte
gevoelens los. Natuurlijk kan men waar
dering hebben voor persoonlijke prestaties
zoals Rie Elzinga leverde, die vooral de
burgerlijke tendens en de daaruit voort
komende ingrepen van de moeder mooi
deed uitkomen. Ook Rudi Wesselius
hoewel een te hoog tempo houdend
zocht het dieper dan in de simpele hys
terie. Men voelde er de juiste intentie on
der. Eigenlijk voelde men bij allen de be
reidheid tot meer dan mogelijk bleek op te
brengen, maar daarmee werd het aan
schijn der dingen gisteravond toch niet
naar de uitdrukkingsvorm der dingen ver
anderd.
Het belletristische boek van ten hoogste
drie gulden zal met ingang van 1 januari
a.s. op meer plaatsen verkrijgbaar zijn
dan tot nu toe. Dit geldt in de eerste plaats
voor het pocketboek, maar door de prijs
als criterium te kiezen zal bijvoorbeeld
ook het kinderboek vallen onder de nieuwe
regeling, die tot de belangrijkste wijzigin
gen behoort in een geheel herzien regle
ment voor het handelsverkeer in de Ne
landse uitgeverij en boekhandel.
In een te Utrecht gehouden buitengewo
ne algemene vergadering hebben de leden
van de Vereeniging ter Bevordering van
de Belangen des Boekhandels dit op 1
januari 1961 in werking tredende regle
ment aanvaard. Het voordien geldende
reglement werd aanmerkelijk vereenvou
digd en aangepast aan de nieuwe ontwik
keling op het gebied van de exploitatie en
de distributie van het boek.
In het reglement worden een aantal ca
tegorieën opgesomd van zaken, inrichtin
gen en instellingen, die onder bepaalde
omstandigheden en wanneer aan zekere
voorwaarden wordt voldaan, toestemming
kunnen verkrijgen tot de verkoop van boe
ken tot ten hoogste drie gulden. Genoemd
worden erkende leesbibliotheken en erken
de kantoorboekhandels, tijdschriftenhan
dels, warenhuizen, supermarkten, souve
nirwinkels, jeugdherbergen, conferentie
oorden, militaire tehuizen, hotels, motels
en pensions.
Bij de officiële ingebruikneming op 27
oktober van het Beokhuis, de nieuwe zetel
van de Vereeniging in Amsterdam, sprak
de staatssecretaris van O., K. en W., mr.
Y. Scholten, in zijn rede van „de witte
plekken op onze landkaart, waar tot nu
het boek niet te verkrijgen is en waar de
behoefte aan het boek, soms wellicht la
tent, toch zeker ook aanwezig is". In deze
behoefte zal, aldus de Vereeniging, de zo
juist aanvaarde regeling tot uitbreiding
van het aantal verkooppunten voor het
boek van lage prijs zeer zeker in belang
rijke mate bijdragen.
Het voorvoegsel o n- heeft verschil
lende betekenissen, maar in hoofdzaak
is het een ontkenning: onafzien
baar. onrijp, onbeduidend en
talloze andere. Soms geeft on- ook aan:
het tegendeel van hetgeen het grond
woord uitdrukt. Zo is ongeluk niet
de afwezigheid van geluk, maar ramp
spoed; onzin is wartaal, ondeugd
is slechtheid, onmin is vijandschap,
ondicht is proza.
In een aantal woorden geeft on- een
nog sterkere ontkenning aan, namelijk
een ontaarding. Zo betekent ondier:
monster, dus eigenlijk een dier dat zijn
aard heeft verloren. Onweer is:
slecht weer en in het bijzonder: slecht
^veer met donder en bliksem.