Samensmelting vier kerken in V.S. Puzzel nummer zestien OP EN OM HET BINNENHOF Gouden Winkler-medaille voor zenuwarts dr. O. Magnus i 3,aat~taxia Als erkenning voor baanbrekend vorsingswerk o.a. in Meer en Bosch WITTE KRUIS 4 Middernachtszending Strijd tegen de honger Bonifatius-standbeeld Kerken in Finland „Bitter raadsel" Vliegtuigen zonder radio niet meer boven Schiphol WITTE KRUIS ZATERDAG 17 DECEMBER 1960 De predikant dr. Eugene Carson Blake, de hoogste uitvoerende functionaris van de Verenigde Presbyteriaanse Kerk en leider van de oecumenische beweging in de Verenigde Staten, heeft op de tweede adventszondag tijdens een kerkdienst in San Francisco een opzienbarend voorstel gedaan. In verband met de conferentie bevonden zich by deze dienst onder de kerkgangers vele vooraanstaande kerke lijke leiders. Ds. Blanke stelde voor dat vier grote protestantse kerken in Amerika tot één unie zullen overgaan en aldus één, zéér grote, nieuwe kerk zullen vormen. Volgens zijn plan zouden de volgende kerken in de samensmelting worden betrokken: de methodistenkerk met tien miljoen leden; de protestantse episcopaalse kerk met drie miljoen leden; de verenigde Presbyteriaan se kerk met drie miljoen leden en de ver enigde kerk van Christus met tweeëneen half miljoen leden. Als mogelijke naam voor de nieuwe kerk noemde ds. Blake: „Reformed and Catholic Church of the U.S.A.", (waarbij men uiteraard het woord „Catholic" niet in verband moet brengen met de rooms-katholieke kerk). Onmiddellijk na het einde van de preek werd het plan druk besproken en met bij val begroet. De episcopaalse bisschop van Californië drukte zich als volgt uit: „Dit is het meest gezonde en inspirerende voor stel tot eenheid van de kerk in ons land. dat ooit in zijn geschiedenis is gedaan. Ik hoop en bid dat dit plan door de vier kerken en door andere kerken zal worden ontvangen in de christelijke geest waarin het is aangeboden en dat een vast besloten actie om het te vervullen weldra zal volgen. Ik voor mij zal zeker al mijn krachten aanwenden om dit te bereiken". Het staat in ieder geval reeds vast, dat het plan zal worden voorgelegd aan de algemene presbyteriaanse assemblee in Buffalo in mei. en in het volgende najaar aan de driejaarlijkse conventie van de pro testantse episcopaalse kerk in Detroit, De hervormde predikant ds. W. A. Smit, die speciaal in de oude Amsterdamse bin nenstad zijn arbeidsveld heeft en evan geliseert op de walletjes en in andere don kere buurten, is zeer bevriend met pas toor J. Solleveld van de r.-k. St. Nicolaas- kerk in dit stadsdeel. Zij werken dikwijls samen en verrichten gemeenschappelijk hun middernachtszendingswerk. Onlangs kwam de pastoor bij de dominee om hem de opbrengst van een collecte aan te bieden die tijdens de missieweek in de St. Nico- laaskerk voor speciaal evangelisatiewerk was gehouden. Verleden jaar op kerstavond heeft pas toor Solleveld de preek gehouden in de Oude Kerk, de wijkkerk van ds. Smit. Sommige kerkelijke organen gewaagden toen van een „éénrichtingsverkeer" en be weerden dat het omgekeerde niet mogelijk zou zijn. Dat dit wèl mogelijk is zal aan staande zondag blijken, want ds. Smit heeft een uitnodiging ontvangen (en aan vaard) om dan in de St. Nicolaaskerk te preken. Pastoor Solleveld zal hem inleiden en het koor van het Leger des Heils zal enkele liederen zingen. Kardinaal Felin, r.-k. aartsbisschop van Parijs en president van de Internationale Pax Christi-beweging, heeft in verband met de dag van de vrede die op 11 decem ber is gevierd, een oproep gericht tot alle rooms-katholieken in de wereld. Hierin zegt de kardinaal dat onderontwikkeling tot oorlog leidt, dat een op naastenliefde gebaseerd ontwikkelingsplan echter tot eenheid en zekerheid en daardoor tot een blijvende vrede voert. „In een wereld die per seconde aan een nieuwe mens het levenslicht schenkt, is het niet verantwoord een uur achter te lopen. De feiten wijzen uit, dat tweederde van de wereldbevolking honger lijdt en dat van iedere 60 miljoen mensen, die jaarlijks sterven, 30 tot 40 miljoen mensen over lijden aan de directe gevolgen van de honger. Dit betekent niet dat het andere deel van de wereld dat welvarend is, uitslui tend uit misdadigers bestaat. Maar het be tekent wel dat het welvarende deel van de wereld op een grove manier nalatig is. God zal hun later niet vragen: „Kaïn, wat heb je met je broer gedaan?" maar wel: „Kaïn, wat heb je voor je broer gedaan?" De toekomst van onze wereld staat op het spel. Daarom moeten wij van harte ant woorden op de oproep die paus Joannes tot de wereldbevolking heeft gericht, en alle beschikbare manschappen mobiliseren in de strijd tegen de honger", aldus kardi naal Feltin. In Dokkum zal een standbeeld verrijzen van Bonifatius die in 754 in of b\j het tegenwoordige Dokkum met 52 vrienden werd vermoord. Het beeld, dat 2.40 meter hoog wordt en op een sokkel van tachtig centimeter komt te staan, zal in 1962 wor den onthuld. Het zal worden vervaardigd door de Amsterdamse beeldhouwer G. van Bolthuis. Het beeld zal Bonifatius tonen, terwijl hij een boek afwerend boven zijn hoofd houdt. (In Fulda. waar Bonifatius begraven ligt, wordt namelijk een boek bewaard, de „Codex Ragvndrudis", dat de sporen van zwaardslagen vertoont. Bonifatius zou dit HORIZONTAAL 1) Een oppas en een insect openen de toe^- gang tot verre landen. (8) 5) Deze metalen voorwerpen kunnen uw betoog ondersteunen. (6) 10) De kassier doet het met zijn kas, de verkwister met zijn geld, de vrouw met haar gelaat. (7) 11) Als deze man dood is smaakt het lek ker. (7) 12) Als je daar muren afbreekt deug je niet. (10) 13) Hierop kun je storten zonder te mor sen. (4) 15) Dit is een plaats, maar dit is een andere plaats. (5) 16) Naar ik meen worden deze mengsels in een glas geserveerd. (8) 19) Als je een schip wilt verplaatsen ko men er vertelsels bij te pas. (8) 21) Een meisje wordt wel eens naar deze steensoort genoemd. (5) 25) Dit wordt wel eens in het eten gedaan, maar nooit door de keukenmeid. (4) 26) Och, ware hij steeds van boven wij zer! (10) 28) Mica in een vis bevordert de vriend schap. (7) 29) Pang, in een Japanse munt. Je vindt sieraden. (7) 30) Buurman's gek kun je op de bank hebben als je zuinig bent. (6) 31) Als je argwaan hebt denk je verder dan je naaste omgeving. (8) VERTIKAAL 1) Deze geestelijke heft het glas op. (6) 2) Mie met een pels, vind daar een een voudige verklaring voor. (7) 3) O, een raket brengt je zacht naar de maan, je behoeft niet eens voorzichtig te zijn. (10) 4) Als dit insect nat terugloopt, kun je er slaag mee krijgen. (6) 6) Dit is uw eer maar ze is zwart. (4) 7) Treft men aan in net saucijzebroodje en in de ballpoint. (7) 8) Als dit kroos nat is, dan toch slechts in de eerste levensjaren. (8) Recht om de slee verzekert ons rech ten. (7) Dit gebeurt eerder met dode bladeren dan met kennis. (10) Niet er onderdoor, vriend, maar boven- langs, dan heb je het ruim. (8) Een kleed in het nauw, nota bene! (7) Dit vindt men in een groep die voor een beroep wordt opgeleid. (7) Als dit met iets gebeurd is, dan is de aardigheid er af. (7) Toen de hoogste in rang er niet op was drukte hij. (6) Stil, dit is de bron van nieuw leven. (6) Noemt u uw vrouw wel eens zó? (4) boek bij de moord als afwering boven zijn hoofd hebben gehouden). Bonifatius, die eigenlijk Winfried heette, werd omstreeks 680 in de Engelse stad Crediton geboren. Hij kwam in 716 uit Engeland naar Dorestad over om daar Willibrord te helpen bij zijn zendingswerk. Hij bedreef later vooral zending in Duits land en stichtte in 744 een klooster in Fulda. In Utrecht is in 1948 een standbeeld onthuld van Willibrord. Een nieuwe statistiek betreffende het aantal leden van de verschillende kerkge nootschappen in Finland toont aan, dat de Jehovagetuigen het laatste jaar percents gewijze het sterkst zijn toegenomen, na melijk met 1000 nieuwe leden op een totaal van 6800. De Russisch-orthodoxe kerk daalde met 700 leden tot een geheel van 72.000 leden. De luthers-nationale kerk steeg met 28.000 zielen tot een totaal van 4.337.600. Het aan tal personen dat niet bij enige religieuze gemeenschap is aangesloten, bedraagt 282.000. Van 27 tot 29 januari houdt Kerk en We reld in het Eijkmanhuis in Driebergen een conferentie over „Het bittere raadsel van de goede schepping". Inleiders zullen zijn dr. J. Segaar over „Al wat de natuur biedt, is volmaakt?" en prof. dr. A. de Froe met „Het lijden van de mensen". Dr. H. J. Heering. ds. W. P. ten Kate en dr. J. Sperna Weiland leiden als theologen het gesprek in over het thema van de conferentie. (Inlichtingen bij het conferentiesecreta riaat van Kerk en Wereld, Hoofdstraat 211, Driebergen). OPLOSSING PUZZEL No. 15 PRIJSWINNAARS PUZZEL No. 15 7,50 A. NieuwenhuizenTop, Sterre bosstraat 48, Haarlem; 5,J. Redijk Dieksen, M. K. Hofstedestraat 20, IJmui den; 2,50 A. v. d. Eshofv. Buil, Diets veld 36, Haarlem. Advertentie N.V. MIJ. „HOLSTER" - OVERVEEN Tel. K 2500 - 60002, 57290 en 57833 Centrale verwarming Airconditioning Aut. oliestook De toenemende verkeersdrukte boven en in de nabijheid van Schiphol en de spe ciaal door het toenemende aantal straal vliegtuigen steeds ingewikkelder verkeers leidingssituaties maken de mogelijkheden tot het toelaten van vliegtuigen zonder ra dio steeds kleiner, aldus deelt de Rijks luchtvaartdienst mee. Het is daarom de bedoeling met ingang van 1 mei 1961 het vliegen bij Schiphol met vliegtuigen, die geen radioverbinding met de verkeerslei ding kunnen onderhouden, niet langer toe te staan. Onder Schiphol wordt in dit opzicht ver staan een cirkelvormig gebied met Schip hol als middelpunt, waarin Amsterdam en een groot deel van de Haarlemmermeer begrepen is. Tot dusverre konden vliegtui gen zonder radio, zoals sportvliegtuigjes en toestellen, die voor besproeiing van lan derijen worden gebruikt, vergunning krij gen binnen deze cirkel te komen. Hetzelf de gold voor reclame-vliegtuigen, die dik wijls boven Amsterdam vliegen. Daarbij werd echter vaak de eis gesteld, dat ten minste een der toestellen met radio moest zijn uitgerust en dat de overige dan vlak bij dit toestel moesten blijven. s SITUATIE De Tielse Courant meent „dat hier een geheel onjuiste situa- tie van de stand van zaken is ge- geven". Met andere woorden: een geheel onjuiste stand van zaken van de stand van zaken. WAARVOOR E Die zelfde Tielse Courant vertelt: „A. C. v. W. uit Meteren stond terecht voor zijn eigen boosheid". Heel eerlijk gezegd begrijp ik niet goed waarvoor A. C. v. W. (uit Me- teren) terecht stond. LOC HEM E De Telegraaf vertelt uit Lochem dat „de stemming van de drie oude luidklokken, die na de oorlog terugkwamen, niet goed meer was". Zeg maar gerust: zwaarmoedig. SLACHTOFFER In mijn geliefd Nieuwsblad voor de Hoekse he Waard, e= IJ s e 1 m o n de en Putten stond deze: „Gevraagd wegens dienstplicht een volslagen slagersknecht. Wordt aan huis geslacht. Slagerij- Grossierderij J. van Pelt, Ouden- hoorn. Ben benieuwd of daar één sollici- j| tant op komt. TOCH EEN HEER Jaren lang heb ik in onzekerheid ge- leefd over de vraag of de regering j| een heer of een dame is. Maar nu helpt Haarlems Dagblad mij uit de brand, vertellend over een festival in Dakar, dat „staat onder beschermheerschap van de regering van Mali". Talarius E (Van een onzer redacteuren) DR. O. MAGNUS, hoofd van de af delingen voor elektro-encephalografie van Meer en Bosch te Heemstede en van de Ursulakliniek te Wassenaar, is onder scheiden met de gouden Winkler- medaille, die eens in de vijf jaar wordt uitgereikt door de Nederlandse Vereni ging voor Psychiatrie en Neurologie, al dus is heden op de jaarvergadering dezer vereniging door de voorzitter, prof. dr. W. G. Sillevis Smitt, bekendgemaakt. De onderscheiding werd. prof. Magnus toe gekend voor zijn belangrijke bijdragen tot de ontwikkeling van het elektro- encephalografisch en neurofysiologisch onderzoek in ons land in de afgelopen jaren. DR. MAGNUS, die in Utrecht medicijnen studeerde en ook zijn opleiding tot neuro loog in Nederland kreeg, assisteerde daar na geruime tijd bij de Zwitserse Nobelprijs winnaar prof. Hess te Zürich, waar hij ook promoveerde. Vervolgens werkte hij en kele jaren in het bekende Neurological Institute van de Mc. Gill-universiteit in Montreal, Canada, waar hij vorsingswerk verrichtte met de toen nog weinig beken de elektro-encephalograaf, het zeer kostba re instrument waarmee men uiterst ge ringe elektrische spanningsverschillen in de menselijke hersenen kan opmeten. De te onderzoeken persoon krijgt daartoe een aantal elektroden op het .hoofd geplaatst, die de minieme potentiaalverschillen in zijn hersenen registreren, ze ruim één miljoen maal versterken en ze'dan in een curve op een papierband vastleggen. Uit het verloop van die curve zijn bepaalde conclusies te trekken omtrent de aard en de localisatie van sommige ziekten, het geen vooral van belang gebleken is voor dé diagnostiek van epilepsie (.vallende ziekte"). Maar ook bij andere aandoenin gen, zoals storingen in de hersenbloeds- omloop, tumoren e.d., kan het elektro-en- cephalogram van grote betekenis zijn voor de diagnose en op alle drie deze gebie den heeft dr. O. Magnus baanbrekend re- searchwerk gedaan, dat ook internationaal grote erkenning en waardering verworven heeft. IN ONS LAND heeft dr. O. Magnus een leidende rol volgens velen zelfs d e leidende rol gespeeld bij de invoering van deze onderzoekmethode sinds hij in 1950 als consulent, en later als hoofd van de afdeling voor elektro-encephalogra fie, verbonden is aan „Meer en Bosch" te Heemstede de eerste inrichting in ons land die tot de aanschaffing van de daar voor benodigde apparatuur overging. Daar en in de Wassenaarse kliniek heeft hij sindsdien niet slechts zijn eigen vorsings werk voortdurend voortgezet en uitgebreid maar werd hij tevens de grondlegger van een „school" van medewerkers en gas terende onderzoekers uit binnen- en buitenland, die onder zijn bezielende leiding in deze nieuwe tak van de medische wetenschap werden opgeleid. ZIJN GROTE verdiensten op encephalo- grafisch en neurophysiologisch gebied ble ven uiteraard niet onopgemerkt. Zij wer den o.m. gehonoreerd door zijn benoeming tot beherend redacteur voor Europa van het orgaan der International Federation of Societies for Electroencephalography and Clinical Neurophysiology, in welk blad evenals in vele andere vakbladen tallo ze publikaties van zijn hand verschenen zijn. Dr. Magnus heeft ook vele malen ons land vertegenwoordigd op medisch-weten- schappelijke congressen. Hij onderhoudt uiteraard talrijke internationale contacten met prominente geleerden op zijn gebied. Befaamd zijn ook in binnen- en buiten land zijn voordrachten en referaten, die evenals zijn publikaties, uitmunten door bijzondere helderheid. DE LAATSTE JAREN heeft dr. Magnus het terrein van zijn researchwerk- uitge breid, o.a. met onderzoekingen naar het verband tussen' bepaalde afwijkingen van het elektro-encephalogram en geestelijke stoornissen, terwijl hij het „E.E.G." (niet te verwarren met Europese Economische Dr. O. Magnus Gemeenschap!) ook inschakelde bij het onderzoek van lijders aan migraine, welke proeven inmiddels verscheidene interes sante feiten aan het licht gebracht heb ben. Van belang is voorts, dat dr. Magnus bepaalde opvattingen naar voren gebracht heeft met betrekking tot de chirurgische behandeling v*an epilepsie, alsook zijn re center onderzoekingen op het gebied van de elektro-myografie, dat is het langs elektrische weg" registreren van afwij kingen, dat van groot belang kan zijn voor de diagnostiek van bepaalde spier- aandoeningen en spierziekten. DR. O. MAGNUS is de derde Neder landse geleerde, die de gouden Winkler- medaille ingesteld ter nagedachtenis van de befaamde Nederlandse neuroloog prof. Winkler ontvangt. In 1950 werd deze onderscheiding toegekend aan dr. Zietses des Plantes, nu hoogleraar in de röntgenologie te Amstei-dam; in 1955 aan twee medici: de Utrechtse neurochirurg dr. Verbiest en de Loosduinse patholoog anatoom dr. Schenk. Advertentie DE €C/lte PIJNSTILLER Kiespijn, hoofdpijn of griep onder de leden? Neem Witte Kruis en u bent het snel kwijt. tabletten, poeders of cachets! DUTIM N.V. - ÏEGSTGEEST Advertentie Nog voor Kerstmis kan een nieuw bankstel uw woning verrijken, uw hart verblijden. Directe keuze uit 50 mo dellen, in elke stijl en prijsklasse. WONINGINRICHTING-BEVERWIJK Wie van het Buitenhof naar het Binnen hof wandelt, bespeurt terstond dat men er druk doende is met enige verbouwing aan de Eerste Kamer. Ik heb me door inge wijden laten vertellen dat dit niet overbo dig is. Na de afgelopen week naar de in die Kamer gehouden algemene politieke be schouwingen te hebben geluisterd, ben ik nog sterker overtuigd geraakt dat het zin kan hebben een en ander te verbeteren aan de fundamenten van 't gebouw waar in onze Senaat gehuisvest is. Er is immers bij de overgrote meerderheid van zijn leden geen sprake van, dat zij zichzelf (dat wil zeggen: het college waarin zij zitting hebben) van niet zoveel nut meer achten. Ware het wèl aldus gesteld, dan zou er enig vooruitzicht bestaan op een in de grondwet aan te brengen wijziging ter afschaffing van de Kamer van vijfen zeventig. Voor zover deze keer het vraagstuk van de relaties Tweede-Eerste Kamer in het debat een rol speelden, bleek juist in over wegende mate de gedachte te leven, dat men aan de overzijde van het Binnenhof veel te weinig begrip bezit voor het recht, dat de Eerste Kamer zou hebben om in te gaan tegen hetgeen de dames en heren honderdenvijftig hebben goedgekeurd en besloten. Niet alleen bij het toto-ontwerp, doch ook bij enige andere aangelegenhe den is in de jongste tijd de neiging van onze Senaat aan de dag getreden om zich flink te doen gelden. Dat deze tak van de Staten-Generaal hierop ten volle aanspraak heeft, bleek de daar algemeen gekoester de zienswijze te zijn. Merkwaardig nog was in dit verband de uitlating van Ir. Vos, thans de fractieaanvoerder van de socialistische Eerste Kamerleden. Ook al n\oge er vooral in zijn partij een sterk verlangen bestaan om de Eerste Kamer te zien verdwijnen, dit nam niet weg dat hij zeide: „zolang wij bestaan, acht ik het onze plicht en onze politieke taak, alles wat hier komt zo goed mogelijk te onder zoeken." Met geen woord gewaagde hij er van, dat de Eerste Kamer zich met be trekking tot wetsontwerpen en verder wat haar optreden ten opzichte van de poli tieke gang van zaken aangaat, de hoogst mogelijke beperking heeft op te leggen. Dit alleen reeds aangezien zij veel minder dan de Tweede Kamer een zuiver verte genwoordigend karakter bezit. Zij wordt immers slechts indirect gekozen en niet door het kiezerskorps zelf. Maar bovendien en bovenal is zij ten aanzien van weer spiegeling wat er in de openbare mening leeft, ten achter bij haar zusterinstelling doordat zij slechts om de drie jaar voor de helft wordt vernieuwd. Wel vreemd, dat Ir. Vos geheel en al achterwege liet met deze omstandigheid rekening te hou den toen hij het over de taak van de Eerste Kamer had. Het minste wat men van hem had kunnen verwachten is, dat hij zou pleiten voor grondwettelijke inper king van de rechten van de Kamer van vijfenzeventig, bv. door haar recht tot deelneming aan de begrotingswetgeving te doen vervallen, maar zelfs op zulk een gedeeltelijke „verbouwing" van deze in stelling drong hij bij deze gelegenheid niet aan. Oost-West Algemene beschouwingen mogen uit de aard der zaak een algemeen karakter hebben en dus een breed terrein bestrij ken. Vandaar dat mr. Kropman's (K.V.P.) bespiegelingen omtrent de betrekkingen tussen Oost en West alleszins op haar plaats waren. Waardering verdient zijn rustig, tevens verstandig vermaan dat, hoe waakzaam het Westen ook dient te blijven met het oog op denkbare politiek-militaire gevaren van de kant van het Oosten, toch bevordering van wat nauwere culturele contacten tussen de volkeren aan beide zijden van het ijzeren gordijn alleen maar aanbeveling kan verdienen. Het lijkt er wel eens op alsof dit inzicht nog lang niet overal in Den Haag, waar dat moest, voorhanden is. Daarom een extra pluim op de senatoriale steek van mr. Kropman. Ere wien ere toekomt De minister-president is er ditmaal on getwijfeld in geslaagd zijn verhaal op ge slaagde wijze over het voetlicht te bren gen. Hij droeg het goed voor en het zat bovendien goed in elkaar. Hier en daar wist minister De Quay zelfs opmerkingen te maken, die in elk geval toonden dat hij zich van kwesties van belang op staats rechtelijk en parlementair gebied, waar mee hij van huis uit niet altijd bijzonder vertrouwd is geweest, behoorlijk op de hoogte had gesteld. Het kan niet anders, of zulk een optreden kan slechts ten goe de komen aan het kabinet in zijn geheel. Met handige takt sloeg de aanvoerder van de ministersploeg zich er doorheen, toen hij moest ingaan op de opmerking van Ir. Vos, dat meer en meer gebleken zou zijn dat het tegenwoordige kabinet, al moge het dan het politieke slagveld be treden hebben onder de vaandel van een ministerie met „extra-parlementair' karak ter, in wezen „parlementair" is. Als argu ment voor het indertijd geheven vaandel voerde minister De Quay aan, dat zijn ploeg was samengesteld zonder vooraf gaand overleg met de fracties. Formeel is dit misschien wel vol te houden, doch in werkelijkheid blijft er mijns inziens vol doe de reden bestaan om te stellen, dat de fracties langs indirecte weg wel degelijk bij de formatie betrokken zijn geweest en dit niet slechts met betrekking tot het pro gramma doch eveneens ten opzichte van de personele bezetting. Maar goed, met de ministerpresident kan men het er over eens zijn, dat een kabinet tenslotte de medewerking van een parlementaire meer derheid behoeft en het alleen zolang het die verkrijgt, kan aanblijven. Sprekers's hoop, dat het hem ook verder niet aan die onontbeerlijke steun zal ontbreken, zal naar alle waarschijnlijkheid nog niet zo spoedig teleurgesteld worden. Het was im mers duidelijk, dat in de Eerste Kamer deze keer bijkans alles botertje tot de boom was. Ook de liberalen gaven bij monde van hun aanvoerder in de Senaat, mr. Van Riel, van veel welwillendheid blijk, en zeker van heel wat meer dan enige maanden geleden bij de behandeling van het toen tenslotte verworpen toto-ontwerp. Nieuw-Gulnea In één opzicht is er van de zijde van het kabinet-De Quay bij het jongste Eer ste Kamerdebat helaas een zeer bedenke lijke fout begaan. In de door minister De Quay in tweede aanleg gesproken woorden omtrent het beleid inzake Nieuw- Guinea viel namelijk bepaald een terug krabbelen te beluisteren na wat minister Luns, sprekende namens de Nederlandse regering, begin oktober ter Algemene Ver gadering van de Verenigde Naties had ge zegd. Toen had hij plechtig verkondigd, dat Nederland bereid was zijn politiek en handelingen, gericht op de spoedigst mo gelijke verwezenlijking van het zelfbe schikkingsrecht der Papoea's op Nieuw- Guinea, aan het voortdurend toezicht en oordeel van de organisatie der Verenigde Naties te onderwerpen. Nu echter heette het, dat het destijds gesprokene nog niet wilde zeggen, dat wij bereid zouden zijn ons inderdaad „aan het eventueel uit te spreken oordeel te onderwerpen." Min of meer met de haren werd er thans eerst bij gesleept, dat het ging om het aan een „commissie" te onderwerpen oordeel, iets waarvan men in de door minister Luns afgelegde verklaring geen spoor aantreft. En daarop volgde dan, dat een commissie niet een „rechter" is. Als klap op deze zogenaamde vuurpijl deed toen dienst, dat wij dus zulk een oordeel niet kunnen be schouwen als iets waaraan wij ons heb ben te onderwerpen. Het was hier inder daad slechts een „zogenaamde" vuurpijl. In werkelijkheid toch was de bewering er een van.niets. Want ook commissies kun nen bevoegd zijn tot een voor de par tijen bindend oordeel te komen en die be voegdheid stond door de ter Algemene UNO-Vergadering van Nederlandse zijde gebruikte bewoordingen juist onomstote lijk op de voorgrond. Ir. Vos had al, na dat de minister-president in eerste aanleg had gesproken, om-aad bespeurd. In twee de aanleg werd het glashelder, dat hij te recht lont had geroken en men in Den Haag aan het terugkrabbelen was ge gaan. Het is te hopen, dat de regering hier over binnen niet al te lange tijd nog eens verder wat te horen krijgt, want een der gelijke draaipolitiek heeft geen enkele zin en kan alleen maar schaden. Dr. E. van Raalfr

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1960 | | pagina 4