Over zijn eerste levensdagen las iedereen
ALE FEENSTRA (VAN 85 JAAR)
H
leven
in een walgelijke familie
Commentaar op
Karna Soetra
JONGSTE UIT „AFKE’S TIENTAL”
„Een braaf meisje”
1
tos
PHILIP ROTH’s LAATSTE ROMAN
VAN KURT VONNEGUT
i'r'i'
„SLACHTHUIS VIJF”:
VERRASSENDE ROMAN
Ale’s „oertekst”
i
1
‘«M
lint bi
bl M
21
Het tiende kind
Fantasie
b
De nadagen van Aie
Eregast in Warga
Echte Fries
Karakterstudie
SSn WIJ ONTVINGEN
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
Wou u wat weten?
3IH
- J
ZATERDAG 23 JANUARI 1971
i
I
I
u.' - M
Ifi
1
S
0
II
r
I.
f
s
1.
I.
1
John
i
f
5
1
PETER JAN DE VOOGD
IIIIHlIHIlIlllllllllllllllllllllIlllimiUilllllllllil
S'
r.
1
t
1
i,
t
1
1
l
I.
I.
9
T
J
t
t
„U maakt me daarmee heel blij, heel
blij!”
De fantasie van Nienke van Hichtum
bracht Ale Feenstra enige tijd gele
den er bijna toe de onthullingsplech-
TOEN IK EEN PAAR MAANDEN geleden
Portnoy’s Klacht van de Amerikaanse schrijver
Philip Roth besprak, maakte ik melding van
zijn vroegere roman „When She Was Good”.
Gelukkig heeft het „succes de scandale” van
Portnoy er toe geleid, dat die roman nu ook in
Nederlandse vertaling is uitgebracht, door
Meulenhoff, goed vertaald door C. A. G. van
den Broek, onder de titel Een Braaf Meisje.
Deze in 1966 verschenen roman van Roth speelt
niet in het Amerikaanse joodse milieu dat hij
in zijn overige werk beschrijft, maar is een
tour de force rondom een typisch White Anglo
Saxon Protestant bourgeois milieu. Het is een
grandioze roman, mijns inziens de beste die
door deze belangrijke schrijver is geschreven.
Het gaat over Lucy Nelson, een braaf meisje, dat
niet is opgewassen tegen het leven waarin zij is ge
plaatst: een nietsnut van een alcoholische vader, een
gedweeë moeder die zich alles laat aanleunen, groot
ouders die met de beste bedoelingen ter wereld alles
verknoeien, een slappe vriend die haar verleidt en in
hun huwelijk de weg op dreigt te gaan van Lucy’s
vader, een walgelijke schoonfamilie. Dat is me nog
al wat. Lucy Nelson is een erg intelligent meisje,
een absolutiste ook, die niet wil erkennen dat de we
reld onvolmaakt is, en die haar absolute norm blijft
opleggen aan een wereld die daar niet het minste
begrip voor kan opbrengen.
Een Braaf Meisje is opgebouwd uit drie delen. In
het eerste zijn, zoals blijkt bij herlezing, op erg
knappe wijze de hoofdmotieven van de gehele roman
verwerkt. De sneeuw, het milieu, het karakter van
de vader dat later door de vriend en echtgenoot wordt
weerspiegeld. Het beschrijft de voorgeschiedenis van
de familie Nelson, en geeft in weinige zinnen de psy
chologische basis aan de roman. Want het is, evenals
Portnoy’s Complaint, een psychologische roman die
laat zien hoe, door een bepaalde karaktereigenschap,
een leven onherroepelijk zijn weg gaat. In het eerste
deel ook wordt verteld wat voor Lucy het meest
bepalende moment is uit haar jeugd: hoe zij, nadat
bidden niet meer helpt (zij maakt een periode van
fervent katholicisme door), ten einde raad de politie
belt wanneer haar vader weer eens een scène staat
te maken in zijn dronken bui. Vanaf dat moment
staat zij bekend in Liberty Center (de ironische naam
van het stadje) als het meisje dat haar vader liet
opsluiten.
tigheid van de beeldengroep ,,Afke’s
tiental” in zijn geboortedorp Warga
niet bij te wonen. Hij werd echter
omgepraat en was eregast, toen het
werkstuk van Suze Berkhout (eerder
goed voor Ot en Sien en Bart je) aan
het daglicht wend prijsgegeven.
„Ik vind het verrekte vervelend”.
i
V
1
1
r
i
2
t
1
1
J
1
1
I
'"5
t
0
I.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniHiniiiimuiii
In het tweede deel ontmoet Lucy Nelson haar
waardeloze vriend, raakt van hem in verwachting,
probeert tevergeefs een abortie te krijgen, en trouwt.
Roy Sowerby, haar man, wordt prachtig getekend,
met alle bijtende humor die men kan verwachten
van de schrijver van Portnoy’s Complaint en van
Goodbye, Columbus. Lucy’s grootste wens en behoef
te, een moreel hoogstaand leven te leiden, wordt te
genover deze figuur en zijn familie pathetisch en een
beetje absurd. En door haar in toenemende mate „a
little ball-braker of a bitch” te maken, lukt het Roth
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboeken WIJ ONTVINGEN
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
om van wat op het eerste gezicht een eenvoudig ver
haal met eenvoudige tegenstellingen lijkt, een ge
compliceerde karakterstudie te maken, waarvan ieder
voor zich moet uitmaken in hoeverre hij sympathi
seert met Lucy Nelson, die niet ten onrechte in Ame
rika één van de boeiendste romanfiguren van deze
eeuw is genoemd.
In het derde deel spitst deze „American tragedy”
zich toe in een romaneinde dat het gehele boek
prachtig samenbalt. Een Braaf Meisje is een grootse
roman: de inhoud is erg boeiend, het is briljant lees
voer; de stijl is schitterend ingehouden, gaaf type
rend, tussen beschrijving en dialoog vol spanning;
de constructie is meesterlijk; en in zijn gehalte over
schrijdt deze roman over de oude moraal tegenover
de moderne levensvervlakking het peil van een goede
amusementsroman. Philip Roth schaarde zich met
Een Braaf Meisje onder de zeer groten van de Ame
rikaanse literatuur.
A. W BRUNA-UTRECHT. Vijf-Gul-
den-reeks. Alberto Moravia: „De Ro
bot” en andere verhalen. Een keus van
23 verhalen van de mooiste uit „L’Au-
toma”, een bundel die door de schrijver
zelf is samengesteld. Een groot deel er
van zijn korte flitsen van een man-
vrouw-verhouding. raak en bondig. De
verhalen zijn niet eerder in het Neder
lands vertaald. Margaret Powell: „Van
uit de keuken gezien” Herinneringen
aan een dienend leven in de eerste helft
van deze eeuw. Margaret Drabbe: „Fi-
gurantenjaar”. Het verhaal van een
jonge vrouw die met een acteur is ge
trouwd en met hem de provincie intrekt
voor een festival, „dat zo goed is voor
zijn carrière”.
ONDERDDUIZENDEN LANDGENOTEN weten hoe de nu 85-jarige
Ale Feenstra uit Huizum zich in de eerste maanden van zijn lange
leven gedroeg. Dat hij in het Jaar des Heren 1885 van tijd tot tijd
„Met zijn kleine rode handjes in de lucht waaierde” en „Dat zijn kleine,
tere vingertjes aanvoelden als héél jonge, zachte slaboontjes”. Dat hij, on
bewust van de hem omringende armoede, regelmatig „tevreden ronkte”.
Hoe Ale Feenstra de eerste slokjes uit de, dat kan nu wel worden vast
gesteld, rijkelijk gevulde levensbokaal nam, weten we dank zij Nienke
van Hichtum. Zij, de eerste vrouw van Pieter Jelles Troelstra schreef
„Afke’s tiental”, een bestseller door de jaren heen, goed voor zo’n dertig
herdrukken. Afke was Harmke Tuinstra uit Warga, de vrouw van Sjoerd
Feenstra, die in Nienke van Hichtums verbeelding de naam Marten mee
kreeg. Het stoere wijfje kreeg twaalf kinderen, die met schier rekenkun
dige regelmaat het levenslicht aanschouwden en moesten leven van de
immer dunner wordende spoeling.
„Moeder Afke keek ernstig
naar het kleine schepseltje in
haar armen: „Ja”, zei ze na
denkend, „misschien moest ik
wel treurig zijn nu dit kind er
is, want we kunnen ’t toch
nooit genoeg te eten geven:
Maar ik kan ’t niet helpen: Ik
ben er alweer blij mee! Ik zal
’t dan maar dubbel liefheb
ben, omdat ’t bij zijn oudere
broertjes en zusjes zoveel
moet missen en dan zullen we
dit kleine ding ook nog wel
fatsoenlijk groot krijgen!”
„De pop” was weer gaan
slapen in moeders arm, en
Saapke bracht het kleine
pakje weer veilig in zijn
nestje”.
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken biwiiiii eePti
L. J. VEEN’S UITGEVERSMIJ N.V.-
WAGENINGEN. Een Amstel-boek: „Het
Slot Loevestein” van J. F. Oltmans,
herdrukt en bewerkt door Annie F.
Blessinga. Een Amstel-Paperback. Louis
H. Calander: „Paradijs der Dwazen”,
een moderne misdaad-roman. Guy Bre
ton: „Liefdesverhalen uit de Franse
Historie”, tijdens de regering van Lo-
dewijk XV en Lodewijk XVI. De rol
van de vrouw in de wereldgeschiede
nis is belangrijker dan U denkt! Ontel
bare revoluties zijn direct of indirect
het gevolg geweest van verhoudingen
van monarchen met hun liefjes. Frank
rijk met zijn Lodewijken is daar een
schoolvoorbeeld van. De maitresses, die
het Franse Rijk hadden helpen opbou
wen, hebben het tenslotte naar de on
dergang geholpen! Er is veel over te
lezen in dit boek. J. Sijtema: „Zeilen
voor iedereen”. Een met veel foto’s en
tekeningen geïllustreerd boek, waarin
op begrijpelijke wijze de elementaire
kennis, begrippen en handelingen van
de zeilsport duidelijk worden gemaakt.
H. F. Enter: „Moderne modelspoorwe-
gen”-Goederenvervoer. M. Spiegel Krae
mer: „Creatief zijn met klei”, een prak
tische handleiding voor boetseren, hand
vormen en pottenbakken. In alfabeti
sche volgorde geeft de auteur alle mo
gelijke wenken en informatie. De mooie
illustraties in kleur en zwart/wit maakt
het boek op zichzelf al tot een kunst
werk. M. R. Lockley: „Het waarnemen
van vogels”, vertaald door Mevrouw
H. M. van der Stelt met medewerking
van Jan P. Strgbos. Het hóe, wét, wéér
en wannéér van het waarnemen van
vogels wordt U in dit boekje op een
heel plezierige en informatieve wijze
verteld, aan de hand van foto’s en
tekeningen. Onder de naam Amateur
is het boek verschenen: „Jacht in Bos
en Veld” Het zijn bijeengebrachte no
tities en ervaringen bij grote jachtpar
tijen van twee grote jagers- Leo Smelt
(in jagerskringen bekend onder de
naam „Moustache”) en Jacques Brou
wers De auteur voegde zijn eigen er
varingen hieraan toe, alsmede de com
mentaren op de artikelen van Brou
wers, waarvan het merendeel jaren ge
leden in het jagerstijdschrift „De Ne
derlandse jager” heeft gestaan. Met veel
kennis van zaken worden hier belang
rijke onderwerpen aangesneden, zoals
het weidelijk jagen en het natuurlijk
evenwicht in de natuur. Het boek is
met goede foto’s en tekeningen geïllu
streerd.
Suze Berkhout creëerde deze bron
zen beeldengroep, voorstellende
„Afke’s tiental”. Het staat in Warga.
De jeugd van nu kan zich moeilijk
verplaatsen in de toenmalige situa
tie, naar het op de foto zo schijnt.
We hebben Ale opgezocht in het
aan Leeuwarden geplakte Huizum,
waar hij in zijn huisje aan de Wiarda-
straat in goede staat de herfst lagen
van zijn lange leven aan zich ziet
voorbijtrekken.
Op het moment, dat Nienke van
Hichtum (ware naam Sjoukje Maria
Diederika Bokma de Boer en geboren
in het Noordfriese Nes) het manuscript
dichtsloeg stond „de toerenteller” in
huize Feenstra op tien. Ale was toen
de jongste en leefde door haar boek
als „de kleine pop”, een typisch Friese
benaming voor een baby.
Kenners van oosterse erotiek weten
het wel. De Karna Soetra is het neusje
van de zalm op het gebied van de
sexuele voorlichting Er staan verschrik
kelijk veel moeilijke dingen in. Je moet
er zo’r doorgewinterde yoga-beoefenaar
voor zijn, dat je niet opziet tegen de
merkwaardigste kronkelingen, die dan
nog vergezeld moeten gaan van bloem
zoete verklaringen, ingewikkelde bijt-
krab-druk-en-hef-trucjes en een bui
tengewone anatomische kennis.
Ik kan me voorstellen, dat de lezer
het moedeloos terzijde legt, om zich
weer toe te vertrouwen aan Van der
Velde’s „Volmaakte huwelijk”, hoewel
dat toch ook niet gemakkelijk is. Zo
veel moeilijkheden doen een mens zich
tenslotte afvragen of het celibaat ten
slotte niet een stuk comfortabeler is
dan al die vervolmakingen
Dat laatste is ook ingezien door de
Fransman Jacques Lanzmann en de
bekende tekenaar Wolinski Zij hebben
nu hun commentaar in woord en beeld
geleverd in een klein boekje, dat onder
de titel „Karna Soetra 19-nu” in een
vertaling van drs F de Haan door De
Arbeiderspers in Amsterdam is uitge
geven Het is een heel leuk badinerend
boekje geworden, waarin met de Karna
Soetra de draak wordt gestoken. Bij de
uitvoerige verhanaeling over bijttech-
nieken tekent Lanzmann aan: „Men kan
ook bijten met een prothese of kunst
gebit op voorwaarde dat de kaakzenu-
wen nog niet helemaal dood zijn.”
Veel van dit soort bemerkingen ma
ken de oorspronkelijke tekst van Vat-
syayana zeer betrekkelijk en het boekje
tot grappig geschenk zelfs onder de
kerstboom.
UITGEVERIJ HET WERELDVEN -
STER-BAARN. Drs. R. Hueting: „Wat
is de natuur ons waard?”, waarin een
econoom de weg aangeeft om met kei
harde cijfers de biologen te steunen in
hun strijd tegen de milieuverontreini
ging.
weest, maar toen was ik nog zo klein,
dat ik me er niets van heb herinnerd.
Warga was toen al een flink en fleurig
dorp met zo’n drie- tot vierhonderd
mensen. Ik bedoel huisjes. Met kamer
en een voorportaal, meer niet.
Van het „tiental”, dat uiteindelijk
tot een dozijn uitgroeide, zijn nog
twee mensen in leven. Ale en zijn zus
ter Wietske, die in Amsterdam woont
en als één-na-laatste in de lange Feen-
stra-rij te laat op dit ondermaanse
werd gezet om een plaats in het be
roemde boek te verwerven.
Een vriendelijke baas, wiens prach
tige rust recentelijk wat is verstoord
door mensen, die „verslagen willen
maken van zijn leven”, 't Is be
paald geen onvriendelijkheid, die de
deur voor vreemden zo lang op een
kier houdt. „Door al die drukte loopt
mijn hoofd om, dan raak ik in de war.”
Desondanks wil hij in zijn huiskamer-
tje, waar een wandklok en de stoel van
zijn „heit” symbolen van een ver ver
leden zijn, wel iets vertellen over het
boek en zijn leven.
in bloei staat. Soms ga ik nog wel
eens een eindje met de auto van mijn
schoonzoon mee en als ik dan zomers
het land zie, zo mooi, zo mooi.”
UNIEBOEK N.V.-BUSSUM.
Fowles: „De Minnares”, roman.
HOLLANDIA-BAARN. Dolf Honing
vertaalde de laatste roman van Leon
Uris: „Q.B. VII” een afkorting van
„Queen’s Bench Court Number VII”.
het Londens Gerechtshof, waar het pro
ces gevoerd werd tussen de twee hoofd
personen: de auteur Abraham Cady en
de gewezen kamparts (gedwongen) dr.
Adam Kelno.
Al die ouwe dingen zijn nu ontta
keld. Ze hebben in Warga zo’n mu
seumpje ingericht met spulletjes uit
ons huis. Nou, dat waren niet de goeie
dingen, want die konden ze niet meer
krijgen. Al die rommel is onttakeld.
Deze stoel Ale Feenstra gaat op
staan uit zijn zetel deze stoel was
van mijn vader. Dat is het enige in
dit huis wat echt van vroeger is. Ik
zit in een andere stoel niet zo lekker.
Onlangs heb ik nieuwe biezen op de
zitting laten maken.”
Kennelijk toch geïnspireerd geraakt
door de herinneringen, kout de oude
baas in fiks tempo door.
„Ik heb bij die plechtigheid (toeval
lig kwam net na de onthulling van de
beeldengroep prinses Margriet voorbij
op rondreis door Friesland) een hoop
mensen uit Warga ontmoet.”
Dan, giechelend: „Ja niet van die
ouden hoor, d’r zijn er niet zoveel van
vijfentachtig. Nee, mensen van rond
de zestig en als ik dan hun namen
hoorde, wist ik wie hun vaders en
moeders waren geweest. Dat was nu
leuk. Ik was wel moe ’s avonds.”
Over de armoede van Afke’s gezin.
dat een korst brood als een lekkernij
beschouwde:
„Wij waren nog niet zo arm, mijn
vader werkte bij een kaaskoopman en
had tenminste een vast inkomen Hij
kwam altijd met een paar gulden
thuis. Er waren mensen, die het veel
slechter hadden. Echte armoede, heel
erge honger.”
Zijn vrouw Hendrika komt geduren
de het gesprek even van haar bed om
het plotselinge gerucht in haar stille
huis te preciseren. Na een snelle blik
gaat zij weer naar de slaapkamer.
„Ze heeft regelmatig last van hoofd
krampen en evenwichtsstoornissen,
maar ja, wat wil je, ze is ook vieren
tachtig. Dan hebben mensen hun leven
zo’n beetje gehad. Ale Fenstra is zijn
leven lang zuivelarbeider geweest.
„Van 1907 tot 1911 heb ik in Gelder
land gewerkt. Een mooi land, ia hoor,
dat moet ik eerlijk zeggen. Maar Fries
land is het mooist, als de bouwhoek
Eveneens bij Meulenhoff verscheen Else Hoog’s
goede vertaling van Slaughterhouse Five van Kurt
Vonnegut Jr Slachthuis Vijf of De Kinderkruistocht,
dat vorig jaai groot opzien baarde, is de eerste „ge
wone” roman van Vonnegut, die vooral bekendheid
verwierf met zijn Science Fiction verhalen. Het
slachthuis van de titel is de plaats waar een groep
krijgsgevangenen tijdens de tweede wereldoorlog
wordt ondergebracht; in de stad Dresden, en dit is
één van de redenen waarom deze roman van Vonne
gut zo opvallend is: het is onder meer een volledige
beschrijving van de totale verwoesting van Dresden
door geallieerde bommenwerpers, een grotere slach
ting dan die van Hiroshima en Nagasaki, of die van
Rotterdam. Slachthuis Vijf is in de eerste plaats een
uitstekende anti-oorlogsroman, met de anti-held
Billy Pilgrim in de amusant-ontroerende hoofdrol in
het afgrijselijkste wat de geallieerden deden. Daar
naast is het een roman over de bizarre fantasiewe
reld waarin de brave opticien Pilgrim leeft: Tral-
famadore, de planeet in de ruimte, waaruit de SF-
achtergrond van Vonnegut uitstekend blijkt.
Het is ook. en vooral, een boeiende experimentele
roman. De techniek wordt door Vonnegut zelf goed
gekarakteriseerd: „Elke groep tekens bevat een kor
te, dringende boodschap waarin een situatie, een
tafereel beschreven wordt. Wij Tralfamadoriërs lezen
ze allemaal tegelijk, niet stuk voor stuk. Er bestaat
eigenlijk geen verband tussen de boodschappen be
halve dat de auteur ze met zorg gekozen heeft zodat
ze, wanneei ze allemaal tegelijk gelezen worden een
beeld geven van het leven dat mooi en verrassend en
diep is. Er is geen begin, geen midden, geen einde,
geen moraal, geen spanning, geen oorzaken, geen
gevolgen. Wat ons in onze boeken aantrekt is de
diepzinnigheid van vele wonderbaarlijke momenten,
die tegelijkertijd worden gezien” Zo’n roman is
Slachthuis Vijf, of De Kinderkruistocht. Een ver
rassende leeservaring!
De stille dagen van nu vult Ale
Feenstra met een sporadisch auto
tochtje, het geregeld opsteken van een
pijpje en het luisteren naar de radio-
nieuwsberichten. „Dat vind ik mooi,
dat hoor ik altijd. Soms luister ik ook
naar accordeonmuziek, verder niets.”
„Afke’s tiental” heeft hij enkele ke
ren gelezen.
„Wel mooi, ’t is voor jongen en
ouden. Mijn boek heeft iemand meege
nomen, ik zit nu zonder.”
Als we Ale. een van de twee nog in
leven zijnde kinderen van „mem”
Afke en „heit” Marten (velen uit het
gezin bereikten een hoge leeftijd) vra
gen wat hij nu van deze wereld vindt
met AOW’s en kinderbijslagen, is hij
kort.
„Och ja, 't is reusachtig vooruitge
gaan.” Dan: „U moet nu maar gaan,
want mijn hoofd loopt weer om en dat
kan ik hiet hebben. Goeie reis, heren!”
THOM OLINK
Tot grote verrassing van uw foto
graaf en verslaggever zet Ale Feenstra,
in de steming gekomen door het on
derwerp, plotseling op luide toon een
gedicht in, dat de pracht en kracht
van het Friese stamboekvee beschrijft.
Als we meedelen, dat we het, ondanks
de Friese klanken, waarin zijn ode is
vervat, hebben kunnen volgen, lacht
Ale Feenstra zo hand hij kan en roept:
Wat vindt Ale verrekte vervelend?
„Nou al die verslagen, die bekend
heid. Dat heb ik niet nodig. Dat maakt
me zenuwachtig.”
Enkele minuten later: „Die mensen
van de huldiging zijn ontzettend aar
dig voor me geweest, die hebben alles
gedaan om het me naar het zin te
maken.”
De schrijfster heeft hij nooit ont
moet?
„Ze is wel eens bij ons thuis ge-
Een overstapje naar het boek:
„Daarna ging de grote zuster aan t
uitpakken. Ze had voor ieder een klei
nigheid meegebracht: Voor moeder
twintig eieren en een busje poeder-
chocola van haar mevrouw, voor va
der een half pond tabak, voor Eelt je
twee sigaren, voor Jouke een nieuwe
zakdoek, voor Klaas en Jetse elk een
paar sokken, voor elk van de meisjes
een paar aardige kousebandjes, voor
Wiebe een chocoladesigaar, en voor
de kleine pop nog ’t allermeest, want
die kreeg een warm onderrokje, een
jurk en een paar alleraardigste kleine,
rode sokjes.”
De 85-jarige is er niet kapot van.
„Och, dat boek heb ik met veel ple
zier gelezen, maar er kwam wel fanta
sie bij aan te pas, dat zeg ik u.’
E IA!
Liits. rtlf
David Reuben doet het heel anders in
een uitvoerig verklarend woordenboek,
door A. W Bruna in Utrecht uitge
geven onder de titel „Alles wat u altijd
al over sex wou weten”. Het is een
méér dan populair gestelde tekst in de
Amerikaanse trant, bekend sinds de
proefnemingen van Masters en Johnson
met vibrators en ander technisch gerief.
Deden zij het ten behoeve van weten
schappelijke rapporten. Reuben is ken
nelijk blij met de sexuele verworven
heden die hem de mogelijkheid bieden
uit te wijden in de trant van „een
kwak anHconceptiepasta”. dan wel
„spermastoottroepen” en „nichten” als
hij homosexuelen bedoelt. Hij verleven
digt zijn teksten met al dan niet ware
verhalen „uit de praktijk” en is zo tot
een duur boek gekomen waaruit weinig
anders dan ergernis kan worden geput.
Er staat wel veel in. maar het wordt op
een ontzettend naar toontje naar voren
gebracht. Dat is wat u dan moet weten.
HEIN STEEHOUWER
f”.,,