hart der woelige wereldstad. Daar zag men niet alleen de huisjes van buiten, en het graf van 't nederige Begijntje dat niet dan „in de goot" had willen begraven worden, en het typische kerkje, Amsterdam's nieuwe „Heilige stede", nu de oude onder den moker viel, maar méér nog: Mon seigneur Klönne in persoon had in zijn oude pastorie al de schatten van oude kostbaarheden tentoongesteld, en gaf er zelf de gemoedelijke, soms oolijke, den gedegen historie kenner immer bewijzende uitleggingen bijheerlijke borduur werken en brocaatstoffen, zilverwerk en kostbare kerkvaten, de oude, aan beide zijde beschilderde vanen van 't Vrouwen gilde voor de processie van 't H. Sacrament van Mirakel, kostbare wierookvaten, kruisen en schalen en wat het Begijn hof voorts aan schatten van kerkelijke kunst bezit. Dat was voor tal van deelneemsters en deelnemers aan dezen tocht een alleraardigst moment, den grijzen priester in zijn paarsgeboord costuum zoo typisch zijn kunstverzameling te hooren beschrijven Na 't Begijnhof zagen we het Burgerweeshuis met zijn heerlijke binnenplaats, zijn prachtige schilderstukken in de Regentenzaal, de herinneringen aan van Speijk, wiens glorie nog voortleeft onder zijn rood-zwartgekleede collega's van thans, en last not least de Mirakelkist Daar leefde héél oud-Amsterdam óp, toen in de vurige zomerzon op den binnenhof een paar van die kleurige meis- kes in 't sierlijke costuum naderden 'n historisch schil derstukje, levend voorgesteld, dat men in het hartje van Amsterdam niet spoedig zoeken zou In de Nieuwe kerk bracht de heer Sterck ons allereerst naar de veelgelauwerde tombe van de Ruyter, en we zagen er, vóór 't koperen koorhek, in onze verbeelding weer de plechtigheid van de inhuldiging onzer Koninginne bij de re- geeringsaanvaarding, en daar vlak achter, daar wees een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1908 | | pagina 13