tafels in de U bekende tuinzaal. Het gold een
wandeling door de steden van Noord-Holland, met
uitzondering van Amsterdam, aan de hand van
een reeks merkwaardige teekeningen uit den provin
cialen atlas. Als bijeenbrenger en bewaarder dezer
verzameling- zat de archivaris de Heer Gonnet
weder aan het hoofd der tafel, op welke plaats
wij hem zoo gaarne zien. Onder de penseel-, potlood-
of pennestreken hier vertoond zagen wij soms
werk van ons uit de stedelijke verzameling bekende
namen, maar ook van kunstenaars daarin niet
vertegenwoordigd. Bleek hiervoor uit de groote
opkomst veel belangstelling, nog veel grooter was
die, toen de beide Kroonzalen geheel gevuld waren
op 27 April om te luisteren naar de voordracht van
den Heer Leo van Puyvelde, hoogleeraar in de kunst
geschiedenis aan de Gentsche Universiteit, over
België's kunstrijk aanschijn. Op onderhoudende wijze
gaf de kunsthistoricus een beeld der Belgische bouw
kunst, verduidelijkt door fraaie lichtbeelden der hal
len, belforten, raad- en woonhuizen, waaraan België
en vooral Vlaanderen zoo rijk is en was. Het stemde
weemoedig te hooren spreken over hetgeen door
den oorlog reeds verwoest was, en eenvoudig,
waardig en met zichtbare ontroering betreurde de kunst
kenner bij het vertoonen der verminkingen, wat zijn
schoone land had verloren aan schatten, waarin de
ziel van zijn volk zich weleer op haar allerbest had