een bouwwerk vertegenwoordigen waarvan slechts weinige voorbeelden in Haarlem aanwezig zijn dat zij door hun rustigen, typischen bouw, zoo goed van afmetingen, karakteristieke voorbeelden eener bouwperiode zijn, die weinig specimina meer oplevert; dat door hun verdwijnen een noodzakelijke schakel in de geschiedenis der Nederlandsche bouwkunst hier ter stede zou worden gemist; dat zij door hunne plaatsing ter weerszijden der brug, aan het begin der oude stad, mèt een eigenaardig hek en de ge noemde brug een schilderachtig geheel vormen, hetgeen bij het binnentreden der stad een fraaie afsluiting vormt; dat daarom voornoemde Vereeniging, die zich vooral ten doel stelt, vaak met groote moeite, het schilderachtige Haar- lemsche stadsschoon zooveel mogelijk te bewaren en te sparen, het in hooge mate zou betreuren, wanneer door afbraak dit stadsgedeelte zijn eigenaardig aanzien zou verliezen en het stadsbeeld daar ter plaatse in het oogloopend zou worden geschaad dat in het 2® n°. dd. 10 Januari 1917 van „De Bouwwereld" eveneens wordt gewezen op deze voorbeelden eener karak teristieke bouworde, en het verlies daarvan zeer zou bejam merd worden dat de noodzakelijkheid om deze gebouwtjes, met het oog op de verkeerseischen te doen verdwijnen, zeer betwistbaar is dat er in onze fraaie stad onder den particulieren moker reeds zóóveel, wat van historisch belang is, valt, dat het der Vereeniging zeer leed zou doen wanneer de Gemeente hierin zelf voorging, en iets zou doen afbreken, dat nimmermeer te herstellen is, een voorbeeld, dat helaas tal van ingezetenen tot navolging zou kunnen strekken; dat een luid sprekend voorbeeld hier moge bijgebracht worden: omstreeks 1866 heeft de stad Haarlem verkocht en laten afbreken de schoonste

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1916 | | pagina 11