sprokene aan de piano illustreerende, dan zelf zin
gende gaf de spreker een aardig beeld van het muzikale
Haarlem uit vroeger tijden. Als curiositeit liet de Heer
Enschedé een z.g. kanarievogel afloopen, een instru
ment, dat zeker bijna niemand bekend zal geweest
zijn en dat 9 eenstemmige volksdeuntjes floot.
Het is veelal volksmuziek en deuntjes waar het
omgaat in de i8de eeuw, Hollandsche hoerenliedjes en
contradansen, die in Amsterdam bij Roger en Mortier
verschenen, welke in Haarlem op de markt, door de
boerenbevolking uit Kennemerland werd gezongen.
Vele der dansen werden verzameld en tot suites en
menuetten vereenigd, waarvan er door den Heer En
schedé werden voorgedragen.
De oorspronkelijke uitgaven dezer oude muziek
werden het talrijke gehoor getoond en menige gees
tige inval verlevendigde het gesprokene.
In het midden der 18de eeuw ontstond tegenover de
zoogenaamde Kennemer kunst een piëtistische muziek
richting, welke zich in kerkelijke gezangen uitte.
Het spreekt van zelf, dat de buitenlandsche kunst
haar invloed later deed gelden, maar het peil bleef
niettemin bij ons laag en daalde nog meer, toen Am
sterdam onze stad steeds meer ging overvleugelen.
Ten slotte stond de spreker nog stil bij het muzi
kale talent van zijn vader Mr. Johannes Enschedé,
in 1811 te Haarlem geboren, die het muzikale leven
hier ter stede zoozeer bevorderde.