22
weiteren Kreisen bekannt gewor
den ist er durch sein Kirchenlied
„Morgenglanz der Ewigkeit". Unter
seinem Nachlass fand sich auch
ein „Itinerarium", ein in latei-
nischer Sprache abgefasstes Ma-
nuskript, das auf der Herzoglichen
Bibliothek zu Woifenbüttel2) auf-
bewahrt wird. In diesem beschreibt
Knorr einen Teil der Reise, die
er am 13. April 1663 von Leipzig
aus nach Holland, Belgien, Frank-
reich und England antrat. Am
20. April besteigt er mit zwei
Reisegefahrten in Hamburg ein
Schiff, um dann spater über den
Zuidersee nach Amsterdam zu
fahren. Von hier begibt er sich nach
Haarlem und Leiden 3). Was er
in ersterer von beiden Stadten
alles sah, beschreibt er auf etwa
5 Seiten 4)
1) Teile daraus sind bereits abgedruckt
in Heft 2-3 der „Geschichtsblatter für
Stadt und Land Magdeburg" 191415.
12 S. und im „Jahrbuch von der Ver-
einigung Amstelodamum". Amsterdam
1916. 56 S. (Der Abdruck von anderen
Teilen ist in Hamburg und Leiden in
Vorbereitung.)
2) 253. 1. Extr. Blatt 57—119.
3) Mit der Schilderung Ls bricht das
Manuskrïpt ab.
4) Blatt in—113.
godgeleerde, wijsgeer, minnaar der
oudeHebreeuwsche overleveringen,
en scheikundige. Hij is in uitge
breide kringen bekend geworden,
door zijn kerklied „Dageraad der
eeuwigheid". In zijne nalatenschap
bevond zich ook een „Reisboek"
een in de latijnsche taal opgesteld
handschrift, dat in de hertogelijke
Bibliotheek te Woifenbüttel be
waard wordt -). Daarin beschrijft
Knorr een gedeelte der reis naar
Holland, België, Frankrijk en En
geland, die hij den i3en April 1663,
van Leipzig uitgaande, ondernam.
Den 2oen April ging hij, met twee
reisgenooten, te Hamburg scheep,
om verder over de Zuiderzee naar
Amsterdam koers te zetten. Van
daar begaf hij zich naar Haarlem
en Leiden 3). Hetgeen hij in de
eerste dier genoemde steden zag,
beslaat bij hem eene beschrijving
van ongeveer vijf bladzijden 4).
1) Gedeelten daaruit zijn reeds vroeger
opgenomen in „Geschichtsblatter für
Stadt und Land Magdeburg afl. 23,
blz. 12, 191415, en in „Jaarboek der
Vereeniging Amstelodamum", blz. 56,
Amsterdam 1916.
(Te Hamburg en te Leiden wordt de
druk van nog andere gedeelten voor
bereid.)
2) 253. 1. Extr. Blz. 57— 119.
3) De beschrijving van Leiden is het
slot van het handschrift.
4) Blad ui—113.
