ristieke gebouwtjes besloten werd. Zij zullen derhalve
niet verdwijnen, en aangezien onze Vereeniging ook
vele pogingen heeft aangewend tot hun behoud, moge
in het kort de geschiedenis nog eens worden opge
haald. Uit de hier volgende requesten zal voldoende
blijken op welke gronden Uw bestuur meende voor
hun behoud te moeten pleiten. Het zal U daarbij
duidelijk worden, dat de verkeerseischen, die wel over
dreven zijn, een belangrijke rol hebben gespeeld,
waaraan evenwel naar ons inzicht kan worden tege
moet gekomen.
In de gemeenteraadsvergadering van 14 Augustus
1912 werd een voorstel aangenomen om B. en W.
in de gelegenheid te stellen den Raad te adviseeren
over de eventueele opruiming der gebouwtjes aan de
Groote Houtbrug. Kort daarop heeft de Vereeniging
tot verfraaiing, enz., een verzoekschrift tot den Raad
gericht om spoedig maatregelen tot verbreeding van
de Groote Houtbrug te nemen. In de zitting van
19 November 1913 werd een voorstel van B. en W.,
om in beginsel tot afbraak van de huisjes te besluiten,
aangenomen. Toen dit noodlottige besluit eenmaal ge
vallen was, oordeelde het bestuur, dat het op den weg
der Vereeniging lag bij den Minister van Binnenland-
sche Zaken voor het behoud pogingen aan te wenden,
waartoe op 24 December 1913 het hier volgende
request werd verzonden. Tot ons leedwezen moch
ten wij hierop geen antwoord ontvangen.