5
Aan
Zijne Excellentie den Minister van
Binnenlandsche Zaken.
Den Haag.
Excellentie
Het bestuur der Vereeniging „Haerlem", goedgekeurd bij
Koninklijk Besluit van 31 Mei 1902, Staatsblad no. 42, welke
zich ten doel stelt de beoefening der geschiedenis van Haarlem
en Omstreken, en dit doel o. m. tracht te bereiken door het
helpen behouden van alle zoodanige zaken, die zij meent dat
daaraan bevorderlijk kunnen zijn, geeft met verschuldigden
eerbied te kennen
dat het met groot leedwezen heeft kennis genomen van
het besluit van den Haarlemschen Gemeenteraad, d.d. 19 No
vember 1913, waarbij in beginsel is bepaald, dat de gemeen
telijke gebouwtjes ten Noorden van de Groote Houtbrug
zullen worden afgebroken ten behoeve van de verbreeding
van de openbare wegen aldaar;
dat, hoewel de meerderheid van het College van Burge
meester en Wethouders meende dat die gebouwtjes aan de
verkeerseischen moeten worden opgeofferd, het College een
stemmig van gevoelen is, dat hun verdwijnen uit het oogpunt
van welstand te betreuren zou zijn;
dat evenwel de minderheid van het College van Burge
meester en Wethouders den verkeerstoestand niet zóó bedenke
lijk acht, dat de gebouwtjes daarvoor zouden moeten worden
opgeruimd, en meent, dat de voordeelen door de verbreeding
van de wegen aldaar niet opwegen tegen het groote nadeel
dat zal ontstaan uit het oogpunt van welstand, terwijl het
stadsschoon op dit punt voorzeker zeer zal worden bedorven
dat dus verschil van gevoelen bestaat over de noodzake
lijkheid om bedoelde gebouwtjes met het oog op den verkeers-