den eersten maal aanzaten, was natuurlijk alles nieuw.
In de binnenstad werd een wandeling gemaakt, zoo
dat van Schouten, Spilman, van Noorde, Milatz en
zoovele anderen, weer veel te genieten viel. Trouwens,
de atlas breidt zich voortdurend uit, zoodat ook voor
de trouwe bezoekers, ongeziene prenten bezichtigd
konden worden.
Uitstapjes buiten Haarlem zijn tegenwoordig bijna
niet meer te maken. De gebrekkige treinenloop heeft
daaraan voorloopig een einde gemaakt, maar er is
binnen Haarlem ook nog wel te zien wat velen weinig-
of onbekend is. Het bezoek op 21 Mei aan Teyler's
museum en de kerk der Oud-Katholieken toonde dit
duidelijk. Zeer zeker zullen weinigen het penning
kabinet van Teyler hebben bezichtigd en kennis ge
nomen van de bijzonder fraaie teekeningen van den
17eten eeuwschen kunstenaar Roeland Roghman, waar
van het museum een veertigtal prachtige exemplaren
bezit. In hoofdzaak verbeelden zij Nederlandsche
kasteelen. Door de vriendelijkheid van de directeuren
was deze tentoonstelling door den conservator, den
heer Buisman, uitsluitend voor ons ingericht, terwijl
de heer van Kerkwijk, beheerder der penningen, voor
het doel uit den Haag aanwezig was, om het gezel
schap van voorlichting te dienen. Voor de liefheb
bers en kenners was er veel te genieten. Het spreekt
vanzelf dat een zoo uitgebreide verzameling munten
en penningen niet in een oogenblik gewaardeerd kan