hun dood te legateeren, zij weten dan dat alles een plaats zijner waardig zal krijgen. Intusschen is het volstrekt niet de bedoeling, dat de Hoofdwacht een soort museum zou worden, dat met de bestaande musea ook maar in eenig opzicht zou trachten te concurreeren. Integendeel, maar de ruimte die te onzer beschikking is gesteld moet toch behoorlijk worden aangekleed en het spreekt van zelf op een wijze, die zich aan de oude omge ving aanpast. Ons archief en onze bibliotheek zullen nu goed kunnen worden ondergebracht; de laatste is nog wel niet omvangrijk, maar zij zal weldra weder met een aantal uitgaven worden verrijkt; bovendien zal de fotografische legger: „Verdwijnend Haarlem", een plaats moeten krijgen en de leden kunnen er zich van overtuigen, dat hunne medewerking nog niet aan het doel heeft beantwoord. Doch dit zijn slechts bijzakenhet voornaamste is, dat wij een huisvesting krijgen, waar onze ver gaderingen, samenkomsten, voordrachten, lezingen en kunstbeschouwingen worden gehouden. Tot nu toe stelden wij ons met Brinkmann's tuinzaal tevreden, waar wij ons in verband met het karakter van „Haerlem" niet zeer op onze plaats gevoelden. En dan lest best, zou het niet blijken een goede reclame te zijn, waardoor veel meer Haarlemmers, die voor het oude in onze stad gevoelen, en hoe velen zijn het er

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1918 | | pagina 6