JAARVERSLAG 1919 20.
VEREENIGING „HAERLEM".
Vele Haarlemmers zullen zich geruimen tijd met
eenig ongeduld afgevraagd hebben: Hoe staat het
nu toch met de hoofdwacht; wanneer wordt met de
vertimmering begonnen. Met eenig ongeduld en
terecht. Reeds anderhalf jaar wordt dit gebouw door
ons van de stad gehuurd en van een aanvang nog
geen speur, om van voortgang niet te spreken. Edoch,
wie aldus redeneert weet wel beter; de solide zaken
man koopt niets, of hij moet terstond kunnen betalen.
Zoo moesten dus eerst de gelden gevonden worden,
waarvan in het vorige verslag reeds gesproken werd,
de vele gelden, noodig voor het bewoonbaar maken
van ons pand. Een niet gemakkelijke taak, waarvan
wij ons echter met opgewektheid en niet minder
succes hebben gekweten. Door persoonlijk bezoek
werd eerst een poging gedaan, alvorens door circu
laires ons op onze leden en vele niet-leden te be
roepen. Met groote erkentelijkheid en dankbaarheid
kunnen wij thans mededeelen, dat reeds meer dan
zestien duizend gulden door ons werd ontvangen,