denis van Haarlem belangrijk belooft te worden, en die tot onze groote blijdschap in de laatste jaren op niet geringe wijze is ver meerderd geworden door een aantal schenkingen van vele belang stellende ingezetenen. Ongetwijfeld zijn er bij velen onzer lezers nog wel photographieën, teekeningen of afbeeldingen van vroegere toestanden of gebouwen in Haarlem, die verhuisd zijn naar logeer- of zolderkamers of onder diverse rommel op zolder verdwenen, die voor onze verzameling nog van belang zijn; welnu, zouden de' leden eens willen zoeken, misschien vindt U aanleiding die aan ons af te staan, ze zullen in ons nieuw gebouw goed bewaard blijven. Trachtten wij steeds zooveel mogelijk om alles wat strekken kan om het eigenaardig dikwijls schilderachtig aanzien van Haarlem te behouden, wij zijn er niet minder op uit, om verdwenen merkwaar digheden zoo mogelijk weer in eere te herstellen, en sprak het dan niet als van zelf, dat wij daarbij het eerst dachten aan het weder- opbouwen van den toren bij het Raadhuis? Het was in de vergadering van 25 Juni 1909 dat dit denkbeeld het eerst ter sprake kwam; onmiddellijk togen wij aan het werk en met zeldzame bereidwilligheid werden ons de bijdragen, zoowel door bewoners van Haarlem als uit de omstreken voor den weder opbouw van den toren toegezegd, zoodat wij, na vermeerdering door gekweekte rente, in staat waren in het begin van 1912 de benoodigde som van 12000,— aan den Gemeenteraad daarvoor aan te bieden. Burgemeester Boreel van Hogelanden had in zijn Nieuwsjaarsrede reeds met waardeerende woorden voor onze Ver- eeniging van het aan te bieden geschenk melding gemaakt. De Heer Dumont, Directeur van Openbare Werken, toog toen aan het werk. Oude teekeningen en plannen toonden genoegzaam aan hoe de vroegere toren, die in de laatste helft van de 18de eeuw was afgebroken, was geweest. Het werk viel in het begin niet mee, de oude fundamenten moesten duchtig versterkt worden, maar door de voortreffelijke zorg van den Bouwmeester was de toren in 1914 gereed en prijkte weer als voorheen met dezelfde klok en den zelfden windwijzer boven uit het stadhuis, de vroegere grafelijke woning. En wanneer wij dan bij een heldere lucht, liefst bij een avondschemering, van de Markt af onzen blik naar het Westen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1921 | | pagina 15