zolderingen en het dak waren evenwel in goeden staat en daar de ruimte voldoende zoude zijn, kon bij uitbreking van de geheele binnenbetimmering, een indeeling worden gemaakt, die aan onze wenschen zou tegemoet komen. Wij besloten den 5<len Juli 1918 dus aan den Gemeenteraad te verzoeken dit gebouw in huur te mogen verkrijgen, te meer daar wij vernamen, dat met het einde van dat jaar de bestaande huur zou eindigen. Met welwillende medewerking van B. en W. besloot de Gemeenteraad den i8den September van dat jaar onder zeer aannemelijke voorwaarden het gebouw aan onze Vereeniging voor onbepaalden tijd in huur af te staan, met ingang van 1 Januari 1919. Wij brengen het College en den Gemeenteraad onzen oprech ten dank voor dat genomen besluit. Daarna heeft het nog eenige maanden geduurd voor het gebouw te onzer beschikking kon worden gesteld en konden inmiddels de plannen worden gemaakt voor de indeeling en betimmering, die volgens het huurcontract geheel voor rekening van de Vereeniging zouden komen. Wij konden ons inmiddels gelukkig achten de beschikking te hebben verkregen over een oud waardig gebouw, staande in het midden der stad, dat uitstekend als zetel onzer Vereeniging kon worden ingericht. Eer dat het zoover zou zijn, viel er echter nog veel te doen, het gebouw moest geheel worden uitgesloopt, want waar had het al niet voor gediend. Waarschijnlijk wel van de eerste opkomst der stad af, zoo zegt de Heer Gonnet, stond het Haarlemsche Raad huis aan de Groote Markt op den hoek van de Smedestraat. Het heeft voor dat doel tot bij of in de 14de eeuw dienst gedaan, maar is dan, weder een paar honderd jaar later, vervangen door dit gebouw, dat wij thans nog als de voormalige Hoofdwacht kennen. Toen nu het stedelijk bestuur tusschen 1287 en 1360 in het bezit is gekomen van het vroegere grafelijke paleis en dit tot Raad huis was ingericht, werd het oude gebouw (de Hoofdwacht) verlaten, en het valt niet volkomen te beantwoorden wat er toen van het oude Raadhuis is geworden. Wel weten wij dat Mr. Jan van Zuren omtrent de helft van de 11

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1921 | | pagina 17