In 1755 wendde de Krijgsraad zich tot de Vroedschap van
Haarlem om een gebouw voor Hoofdwacht beschikbaar te stellen,
en werd den 3den Maart van dat jaar het huis voor dat doel dan
ook door de stad aangekocht en ingericht tot Hoofdwacht van de
Schutterij. Als zoodanig bleef het dienst doen tot 1810, toen Haarlem
een vast garnizoen kreeg van het staande leger. Metterdaad bleef
het gebouw nog steeds de Hoofdwacht, want daarin bleven de
huzaren en soldaten nog de wacht houden, werd door eenige trom
petters op de straat voor den ingang de taptoe geblazen en gingen
van daar patrouilles des avonds door de stad. In den laatsten tijd
diende de Hoofdwacht alleen om er enkele uren van den dag het
militair bureau te houden.
Toen werd in 1919 het gebouw te onzer beschikking gesteld, en
in welken verwaarloosden toestand wij het vonden heb ik U reeds
geschetst.
Plannen werden er nu gemaakt voor de nieuwe inrichting van
het interieur, maar uit de kostenberekening bleek dat deze ongeveer
25000,zouden bedragen. Over een zoo groot bedrag konden
wij niet beschikken.
Wel hadden zeer velen, zoowel uit de gemeente als uit de om
streken, hunne belangstelling getoond door milde geldelijke bijdragen
en was van bevriende zijde ee^ aanzienlijk ljedrag tegen zeer
geringe vergoeding te onzer beschikking gesteld, en hadden wij
met een leening voor het ontbrekende misschien de geheele binnen-
betimmering in orde kunnen maken, maar dan was er voor de
meubileering, de verdere inrichting en voor alle huishoudelijke
zaken niet overgebleven en dat achtte het Bestuur onvoorzichtig
en daarom niet raadzaam. Wij besloten met het oog hierop om
voorloopig alleen de benedenverdieping voor ons gebruik in te
richten, waardoor een bestuurskamer en deze kamer voor het houden
van kunstbeschouwingen en voordrachten en algemeene vergade
ringen als anderszins kon worden verkregen, en behoorlijke ruimte
voor kasten overbleef voor ons archief. De geheele bovenverdieping
en de ruime beschoten zolder wachten nu nog op verdere inrichting
en aftimmering. Wij hopen nu maar op betere tijden en op ver
sterking van onze financiën om, vooreerst den ingang van het ge-
s
13
